De Sint Nicolaas-prijsvraag.
Zoo'n groot succes als onze vorige is
de St. Nicolaas-prijsvraag ditmaal niet ge
worden. 't Blijkt, dat niet velen eenig idee
hebben van een „puntdicht", en onder de
talrijke ingekomen „gedichtjes" was tiet
aantal' werkelijke punddichtjes dan ook
niet groot. Niettemin waren er verschei
dene geestige Inzendingen bjj, dikwijls ln
tamelijk onbeholpen bewoordingen.; zij
geven een aardigen kijk op wat er zooal
omgaat ln het gemoed onzer lezers. Wij
zullen hieronder enkele dier aardigste la
ten volgen, maar geven eerst den uitslag
die de deelnemers en deelneemsters na
tuurlijk het meest zal interesseeren.
Na zorgvuldige lezing en herlezing w.er-
den door ons die versjes uitgeschoten,
welke allereerst voor een prijs in aanmer
king kwamen. Bij de heeren-inzendingen
waren meerdere van gielijke waarde, en
wij hebben toen het lot laten beslissen wie
voor de dirla prijzen in aanmerking zou
komen.
Hitronder vdgt de uitslag:
Tweede prijs dames: Mejuffrouw O.
Visser, Spuistraat 1, met het volgende
versje:
Derde prij» dames: Mejuffrouw Truus
Korver, Breestraat 19 met het volgende:
ad 6.als zoogenaamde Kerstgave, zijn
voor inwilliging niet vaitbaar. Er zijn Én de
laatste jaren onderscheidene Koninklijke be
sluiten genomen, waarbij Raadsbesluiten tot
bet toekennen van extra steunbedragen ver
nietigd werden wegens strijd1 met het alge
meen belang.
Waar dus hier gedaan wordt wat redelij»
kerwijB verwacht mag worden en in de toe
komst zal worden gedaan voor de werkloo-
zen, stellen B. en W. voor bet adres van
den Beetu urderabond voor kennisgeving aan
te nemen.
Onderwijzer School Hulsduinen.
B. en W. schrijven aan den Raad
In Uwe vergadering van 10 November
il. werd aangenomen het voorstel van
en heer Heijblok om den onderwijzer
R. Gravemaker over te plaatsen van
tehool No. 2 naar school No. 10, en vanal
1 Januari 1926 in de daardoor aan school
No. 2 opengevallen plaats te voorzien
door de aanstelling van een tijdelijke
leerkracht.
Bij achrijven van 8 December J.1. deelt
de Inspecteur van het Lager Onderwijs
ons mede, dat hij zich hiermede niet kan
vereenigen, omdat het karakter, dat de
wet aan tijdelijke benoemingen van onder
wijzend personeel geeft, een geheel ander
is dan in het onderhavige geval, waar
van ziekte of ontstentenis geen sprake
is. Er kan en mag dan ook, zegt de In
specteur, in de vacature aan school No. 2
niet worden voorzien door het aanstellen
van een tijdelijke leerkracht.
Wij zijn het met de zienswijze van den
Inspecteur geheel eens, te meer waar
omtrent de oprichting van een school
voor buitengewoon onderwijs, nu nóch
voor 1926 nóch voor 1927 toezegging van
Rijkssubsidie hiervoor kan worden ge
daan, absoluut gèen zekerheid bestaat.
Wij meenen er hierbij bovendien nog op
te moeten wijzen, dat reeds bij Kon. be
sluit van 17 Augustus 1886 is beslist, dat
tijdelijke benoeming van onderwijzend
personeel, buiten het geval van art. 41
der L. O. wet, niet kan worden toege
laten, omdat op die wijze de waarborgen,
door de wet tegen willekeurig ontslag
gegeven, illusoir zouden worden,
Waar dus geen tijdelijke leerkracht
benoemd kan worden, met andere woorden
Uw besluit tot zoodanige benoeming niet
kan worden uitgevoerd, geven wjj U in
overweging dat besluit in te trekken.
Eerste prfjs dames: Mevrouw Timman
Buurs, Loodsgracht voor het volgende
versje:
Och, geef den Rud den raad,
Dat hü meer voer' de daadl
Wat geeft rijn wij» beraad,
Als hem de daad ontgaat.
Boom en kent men ln den Helder
over 't algemeen haast niet;
Boomen kan men des te beter,
Zoo ge aan den Raad *fel ziet.
Een Hchtpnntt
Het ziet er in den Helder,
Heel dikwijls donker uit,
En vaak gebeurt het, dat men
Op harde dingen stuit.
Toch is er ook een lichtpunt,
In dezen donk'ren tijd:
De beurt, na Sinterklaaa-pret
Is kckt, dat is een feitl
Eerste T»tjb heeren: A. V., Polderweg
26, met het volgende gedichtje:
Rechtshoudenl
Dat elkeen „rechta" houdt, la een eisch van
't verkeer,
Maar ln dit opzicht la 't Heldersch publiek hard
ln de leer
't Kost moeite, het aan dien regel, te wennen,
Doch hiervan dient men de oorzaak te kennen.
Denkt even na; dan blijkt u alras,
Dat 't publiek, dat 'fmet „links" houdt, steed* ln
de meerderheid was.
Wfj feliciteeren de gelukkige bekroon
den met hun prijzen en verzoeken den
anonymes zijn naam en adres op te ge
ven. De prijzen kunnen hedenmiddag of
Maandag aan ons kantoor worden afge
haald.
De niet-bekroonden zullen zich hopen
wij, troosten, dat zij geen prijs ontvftgen;
wellicht is het hen aanleiding een volgend
maal wederom, mee te doen. Van de niet-
bekroonde gedichtjes drukken wij hier
onder af; de Raad is een dankbaar object
geweest voor een versje, maar ook andere
onderwerpen heeft men ervoor genomen.
Verschillenden hebben gemeend aan de
Held. Courant vleierijen of complimentjes
te moeten maken, wellicht ln de hoop, dat
dit hen den prijs zou verzekeren. Hoewel
wij daarvoor natuurlijk ten zeerste dank
baar zijn, hebben wij ons bij de beoordee
ling laten leiden door de overweging, dat
niet alleen een geestige gedachte moest
zijn verwerkt, maar het versje ook als
versje goed moest zijn.
Inzendingen door Dames:
Duister.
Den Helder is een stad waarheen je boem'lend
spoort.
En als je er dan bent, sta je in Willemsoord.
Horssens heeft men genoeg, maar helder is het
niet,
Waarom een Vischmarkt nooit een half dopd
botje ziet.
Het vreemdste echter is, zoo iemand zich beriep
Een Heldersche te zijn, hij kwam uit Nieuwediep.
Jammer genoeg is ln den tweeden regel
de waarheid opgeofferd aan het rijm, an
ders wag dit óók nog wel in aanmerking
gekomen.
De gemeentehuishouding beleeft moeilijke dagen,
Daar men steeds om bezuiniging komt vragen.
Bezuiniging hier, bezuiniging daar,
Met woorden heeft 't altoos klaar.
Doch, gezien 't resultaat van dit streven,
Is men met daden nog zuinig gebleven.
Bezuiniging, o schrik ln deze dagen,
Die als een schrikk'lijk spook ons angst en
schrik komt jagen.
Veel hebt gij ai op uw geweten.
En nog blijft gij steeds letters vreten.
Want met papier, dat is gewis,
Men verre nog van zuinig is.
Op de Heldersche Courant.
De wijte man.
Wanneer hij op de hoogte is,
Met alle stand van zaken.
Wanneer geen enkel voorgeval,
Hem meer van streek kan maken.
Warmeer men dat als 't ware noemt
Het toppunt van verstand.
Geloof maar vrij, hij heeft het uit....
De Heldersche Courant.
(Wordt vervolgd).
Tweede prijs heeren:
navolgende:
„Kees" met het
On» Juttertje gaat op puntdichten uit,
Wat toch die liefhebberij beduidt?
Ik denk, dat voortaan de oolijke guit,
Te lange discussies met 'n punt dlchtaluit
Derde prijs heeren: die heer W. O. Metz,
Ankerpark, met het navolgende:
Janmaat over de marinesplitsing.
Da marine gespilttt? nou, vraag je 't aan mijn,
Tc Begrijp niet waarom ze het zeggen:
Wa hebben om leven niks andere gedaan
Ernstige brand bij de Ned. Scheepsbouw
Maatschappij.
Een schip verloren.
Donderdagavond is bij de Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam
een brand! uitgebroken, waarvan men aan
vankelijk meende het vuur spoedig meester
te kunnen zijn, doch die zich al zeer anei
tot een buitengewoon ernstigen brand heeft
uitgebreid.
Omstreeks acht uur, toen dus het werk
op de werf afgeloopen was, ontdekte de
hoofdoóntroleur Duirendjjk, dat op de hel
ling nabij de spoorbaain, waar het schip 180
van de Scheepsbouw Maatschappij, het olie-
tankschip, dat voor de Anglo Saxon Petr.
Comp. op stapel lag, brand was ontstaan.
Vlammen sloegen uit van onder het in aan
bouw zijnde vaartuig, vlak bij het water.
Onmiddellijk werd' met de op de werf be
schikbare brandbluschmiddelen het 'vuur
aangetast en tevens werd de brandweer ge
waarschuwd.
De stralen, die met het materieel van de
Scheepsbouw Maatschappij op de vlammen
gericht werden, hadden weinig uitwerking.
Het hout, de stelling onder het vaartuig,
was in brand geraakt en de droge balken
en palen vatten snel vuur. De wind, die
onder de kiel van het vaartuig doorblies,
wakkerde de vlammen nog meer aan, en de
brandweer, die omstreeks kwart over acht
op de plaats van het onheil was verschenen,
en die in den beginne middenbrandi had ge
meld, zag zich dan ook weldra voor een zeer
ernstigen brand geplaatst.
Het vuur, dat, naar men vermoedt, ont
staan is door het vallen van een gloeienden
klinknagel in het brandbare hout, dat boven
dien voor het van stapel loopen van het
schip met vet gedrenkt was, breidde zich
sedteS meer uit: de geheele stelling vatte
vuur, en het scheen weldra dat er weinig
meer te redden zou zjjn. Hoog laaiden de
vlammen op: palen vielen met geweldig ge
raas neer en hoog «spatten de vonken op,
tot boven den romp van het in aanbouw
zijnde vaartuig.
De brandweer trachtte intusschen van
alle zijden het vuur te bereiken; de „Jason"
en de „Jan van der Heyde" spoten hun wa
termassa's op het vuur, waarvan echter de
haard onder de kiel van het schip lag, het
geen dus het blusschingswerk zeer bemoei
lijkte. Van de belde brandweerschepen, zoo
wel als van de aanwezige motorspuiten werd
tezamen met ongeveer '40 stralen tegen de
vuurmassa gestreden. Helaas was hef on
mogelijk de vlammen te beteugelen en om
streeks 9 uur viel een groot gedeelte der
stelling aan beide zijden van het schip met
donderend1 geraas naar beneden. Een brand
weerman werd daarbij licht gewond.
Nog steeds stond' de romp van het tank
schip op de blokken der helling overeind,
hoewel het vaartuig reeds ongeveer 80 me
ter van de helling was afgezakt
Het gevaar dreigde, dat de kiel, die rood
gloeiend begon te worden, het gewicht van
den «Uien romp niet meer kon houden, soo-
dat het geweldige schip, dat 600 voet
lang is en een inhoud heeft van ongeveer
10.000 reg. ton netto, 12.000 bruto naar
beneden zou vallen.
Omstreeks half twaalf werd1 besloten het
blusschingswerk voorloopig te staken, om té
bereiken, dat hert schip zoo spoedig moge
lijk geheel zou doorzakken en over de ge
heele lengte met de kiel op den grond zou
komen te rusten. Hiermede ging ook het
nog staande gedeelte van de helling met het
steigerwerk in de vlAmmen op. Omstreeks
1 uur zakte het schip met donderend' geweld
door, maar bleef in rechtstandige positie.
Het vuur woedde hier en daar nog in groote
hevigheid door. Het staat vast, dat het schip
ter plaatse gesloopt zal moeten worden.
De totale schade aan helling en schip zal
bet bedrag van een millioen verte over
schrijden. Alles is op beurspolis verzekerd.
Reeds zijn maatregelen genomen, om de
werklieden, die 'bij den bouw betrokken
waren, voor zoover zij niet hij den scheeps
bouw elders te weik kunnen worden gesteld
hij andere bedrijven onder te brengen.
Nader wordt aan de „N. Rott. Crt." ge
meld:
Bjj het aanbreken van den dag was de
brandweer erin geslaagd, het vuur in zoo
verre te bedwingen, dat dit alleen nog onder
den) bodem van h t schip woedde, maar daar
dan ook nog met groote hevigheid Ontzag
gelijke massa's zware eikenhouten balken
branden er nog fel en daarvan stegen rond
om het vannacht van een hoogte van 7 M.
in den vuurpoel neergestorte scheepsge-
vaarte zware rookwolken op.
Als men weet, dat de scheepsromp 4 mil
lioen KjG. weegt, kan men zich zoo onge
veer een denkbeeld vormen van den dreu
nenden slag, waarmee z]j omlaag gekomen
is toen de laatste stutten haar begaven en
als hooge brandstapels ineenzakten. Dit is
dan toch, achteraf» bezien, wel een zeer kri
tiek oogenblik geweest Men mag er nauwe
lijks aan denken wat er gebeurd zou zijn als
het geweldige gevaarte gekanteld was, alles
in zijn val meesleepende en verpletterende.
Ook de geweldige kranen, die staan rondom
de plaats, waar zich eens de helling bevond,
zouden zijn afgeknapt. En van vluchten
ware voor de tallooze spuitgasten, die den
vuurhaard met hun stralen zoo dicht moge
lijk genaderd waren, geen sprake geweest
Ieder, die wel eens op een groote scheeps
werf geweest is kent den chaos van platen,
ijzeren balken en allerlei ander materiaal,
die er altijd den grond bedekt zoodat men
er ook iin gewone omstandigheden niet dan
met de grootste omzichtigheid zich kan be
wegen. Hoe onmogelijk het thans geweest
z<ui zjjn zich uit de voeten te maken, nu de
geheele hooge houten stelling neergestort
was en als de bajert lag neergesmakt over
den gewonen chaos, laat zich denken. Het
iantal menschenlevens, dat ermee gemoeid
ware geweest zou niet gering geweest zjjn.
Van dit alles kon men zich bij het aan
breken van den dag beter rekenschap geven,
maar ook toen het vuur op zijn hevigst
woedde, waren de directeuren der Scheeps
bouw Mij., de heeren Goedkoop, zich van
dit ernstig dreigend gevaar bewust en daar
om heeft op hun raad de brandweercom
mandant tegen middernacht het blusschings
werk doen staken. Van den vuurgloed, die
toen oplaaide, zoodra er van beteugeling
geen sprake meer was, kan men zich nau
welijks een voorstelling maken.
Gelijk reeds gemeld, kwam het schip te
gen 1 uur omlaag. Wat als mogelijk ge
vreesd werd, is niet gebeurd. Het is in vol
komen rechtstandige houding blijven staan.
Gistermorgen hebben de commandant der
brandweer, de heer Gordijn, en de directeu
ren der werf, de heeren Goedkoop, zich op
het schip kunnen begeven. ZJj konden vast
stellen, dat in het inwendige in de ruimen
en in de tan^s nog een verzengende hitte
heerschte; een blik van bovenaf in deze hel
was, als er nog "twijfel had bestaan, vol
doende om te zien dat het schip volkomen
verloren is, zelfs als het nog mogelijk zou
zijn om het te water te laten. Van den bo
dem waren verschillende platen nog jood
gloeiend en bijna allemaal waren ze als dorre
bladeren krom getrokken. Ook zag men er
vele gaten in. De beide directeuren meenden
dat deze ontstaan' waren door het wegsprin
gen der klinkbouten als gevolg van 'het
kromtrekken der platen. De brandweer
commandant geloofde, dat het ijzer hier en
daar gesmolten of doorgebrand was, wat hij
hieruit afleidde, dat sommige dier gaten niet
rond, maar afgevreten leken. Dit zou er dan
op wijzen, dat er tijdens den brand onder
het .schip een hitte van ten minste 16009
geheerscht moet hebben, wat zeer aanmer
kelijk 'is, daar de omstandigheden voor het
aocumuleeren van de hitte onder het schip
gunstig geweest zijn.
Gistermiddag tegen 1 uur woedde onder
het schip het vuur nog fel voort en dat zal
vermoedelijk nog wel ©enige dagen het ge
val zijn, omdat de haard', die zich onider den
16 M. breeden bodem bevindt, die niet over
de heele lengte op grond rust, zoo moeilijk
te bereiken is. Het lijkt erop, dat de vlam
men niet dan door gebrek aan verdere brandi-
atof zullen dooven, en dat kan nog wel eeni-
gen tijd duren.
Merkwaardig deed het bij een vuuronheil
van zoo geweldigen omvang aan, dat in1 de
werkplaatsen en bij de andere hellingen van
de groote werf het zoo luidruchtige scheeps
bouwbedrijf zijn gewonen gang ging.
Behalve het ln zijn val kantelen van het
schip heeft nog een ander groot gevaar ge
dreigd en wel, dat het schip voor het af
branden van de helling, van zijn boeien ont
slagen, vanzelf in het bassin zou glijden. In
dit geval ware het terecht gekomen tegen
een onlangs te water gelaten schip voor de
Java China Japan Lijn, hetwelk Juist voor
de helling ligt en onmogelijk verhaald kon
worden. En ook daarvan zou dan weinig
overgebleven zijn.
Doordat het voorste gedeelte der helling
zich echter het eerst begeven heeft, is het
schip, waarin Donderdagavond om 9 uur in
derdaad beweging kwam, met den achter
steven voor hét bassin op den grond vast-
geloopen.
Hst schip sou Zaterdag 19 Dscsmbtr te
wuwr lijn gelaten.
Een ongeluk kooit zelden alleen.
Vrijdagavond reed, door de buitenge
wone gladheid van den weg, tusschen
HakkelaarsbrugenNaarden, op den Rijks
straatweg, de auto van de familie TeixSlra
de Mattos uit Vogelensang, doorslippen
in de Muidervaart.
De chauffeur en de inzittende dames
werden met groote moeite gered.
Terwijl men nog met de redding bezig
was, kwam van de tegenovergestelde
richting een auto aangereden, slipte even
eens en reed in de sloot, welke aan den
anderen kant van den weg gelegen is.
De 15-jarige jongen T., die zijn flets op
de grasbaan had gelegd om bij de redding
te helpen, trof eveneens een ongeluk.
De juist passeerende Gooische stoomtram
reed n.1. zijn flets in gruzelementen.
(Telegr.).
Een 15-jarig meisje ln een bad
omgekomen.
Donderdagavond gebeurde te 's-Gra-
renhage een zeer tragisch ongeval ten
huize van de familie H. van H. Het 16-
jarig dochtertje had zich naar de bad
kamer begeven. Toen zij geruimen tijd
wegbleef, maakten de ouders zich onge
rust en gingen naar haar toe. Zij vonden
haar dood in het bad liggen.
De oorzaak van dit ongeval moet wor
den toegeschreven aan het feit, dat de
gasslang uit zijn geyser is geschoten, zoo
dat het gas vrij ontsnappen kon. Vrijdag
morgen stelde de politie een onderzoek
ter plaatse in. Zij vond geen motief om
aan misdrijf te denken.
Aanvaring.
Het Nederl. stoomschip „Batjan", van
Australië naar Rotterdam, te Suez aange
komen, rapporteert la de Golf van Suez
in aanvaring te zijn geweest met een on
bekend gebleven stoomschip. Gevreesd
wordt, dat dit stoomschip gezonken ia,
daar er na de aanvaring niets meer van
werd gezien. De „Batjan" bekwam mid
scheeps schade, die voorloopig wordt ge
repareerd. Het oponthoud zal waarschijn
lijk niet ernstig zijn.
Een zeer wild huwelijk.
Steeds was er twist in het gezin van
den daglooner H. te Sloterdjjk. De man
kon niet opschieten met zijn wederhelft,
die hoogst zenuwachtig van aard en aan
toevallen lijdende, bjj het minste feit „den
boel op stelten zette".
De kinderen, twee volwassen jongens
en een meisje, hielden zich bulten de on-
eenigheden van hun ouders. Zij waren
niet in staat hieraan een einde te maken.
Op een Donderdag in Juni 1.L liep het mis.
Den dag tevoren had de vrouw weer
„buien" gehad, thuis niets goed gevonden
en haar man uitgescholden. Zij ging, zoo
als men dat noemt „mokkend" naar bed.
Vader koos toen de wijste partij en ging
beneden in de bedstee een uiltje knappen.
Blijkbaar besloten, „het weer goed te
imaken", liep hij in den vroegen morgen
naar boven. Hij sprak tot zijn vrouw de
simpele woorden: „Vrouw, de koffie is
klaarl" Deze vriendelijkheid werd echter
alles behalve vriendelijk ontvangen; want
plotseling haalde de vrouw onder de de
kens een hietensdhop vandaan. Zij wilde
hiermede haar echtgenoot een slag toe
brengen, De man weerde echter den klap
met zijn arm af, ontrukte de vrouw het
wapen en, in plotselinge en dolle driftbui
gaf hjj haar met het voorwerp een hevi-
gen slag op het hoofd, waardoor haar
schedel ernstig werd gewend.
Voor deze daad had de daglooner, die
zich zelf bij de politie had aangemeld,
zich Donderdag te verantwoorden voor de
Rechtbank te Amsterdam.
Bekl. vertelde van de treurige huise
lijke omstandigheden en, tot de misdaad
zelf karnend, zelde hij, op het bewuste
oogenblik niet meer te hebben geweten
wat hij deed.
Dit alles was vrij gewoon. Maar onge
woon was, wat hierna kwam. De vrouw,
die ln het ziekenhuis verpleegd werd,
keerde na haar hersteil weer naar de wo
ning van haar echtgenoot terug. Thans
leeft he teohtpaar weer gelukkig en tevre-
den samen.
Het O. M. noemde de goote vraag en de
groote moeilijkheid in deze zaak, wat voor
straf bekl. verdiende. Gebleken is, dat de
vrouw zeer lastig waal Doch ook beklaagd
de was geen gemakkelijk heerschap. Hij
heeft, wegens diefstal en mishandeling,
al enkele veroordeelingen achter den rug.
Hoewel het thans gepleegde feit buiten
gewoon ernstig is, moet men uit tmensohe-
lijk oogpunt redeneeren. Bekl heeft, al
is dit ook niet goed te keuren, zich door
drift laten beheersohen. r
De officier vroeg veroord eeling van
bekl. wegens zware mishandeling tot vier
maanden voorwaardelijk» gevangenisstraf
met een proeftijd van drie jaren.
Bekl., die niet verdedigd werd, kom zibh
geheel bij dezen eisch aansluiten.
(Telegr.)
Het drama in de Corverstraat te
Rotterdam.
Voor de rechtbank te Rotterdfcm is Don
derdag behandeld het drama uit de Cor
verstraat. Het O.M. heeft tegen den be
klaagde geëlscht schuldigverklaring aan
zware mishandeling den dood van rijn 6-
jarig dochtertje tengevolge hAben, maar
dat de rechtbank op grond van een rapport
van 2 psychiaters beklaagde ontoereken
baar zou verklaren en zijn opneming in
een krankzinnigengesticht zou gelasten
voor ten hoogste een jaar.
Noodlottige aanvaring.
Tien men.sehen omgekomen.
Ter hoogte van Flamborough is Woens-
De moord in de U'onmcrveerstrMt
Donderdag diende voor het
te Amsterdam in hooger beroep de rtmf-
zaak tegen' den 46-jarigen spoelknecht A.
H van Daim, die te de Wormerveerstraat
te Amsterdam eerst zijn «^noote «n
daarna rijn dochtertje
van het leven beroofde. De «raltenigew£
nc Kamer der Rechtbank te Amsterdam
had h«m tot twaalf
veroordeeld, ofschoon het O. M. levens-
ehtohto bwwjtl.
ging van1 het vonnis, doch verzw «ring er
straf tot twintig jaar.
Verduistering van 180,060 gnlden.
Donderdag heeft terecht gestaan de 47-
jarige A. C. M. B., zonder beroep te
's-Gravenhage, gedetineerd, vroeger<U-
recteur van de N.V. ObllgatkvMaatoohap-
pij' Het Witte Kruis, wegenis verduiste
ring van verschillende bedragen ten na»
deele van genoeorwle ntaatsohapplj, wp>!ke
bedragen bekl. te zijn kwaliteit van direc
teur onder zich had gekregen.
Bekl. bekende. In den zooner van dit
jaar heeft, hij 15 verschillende bMrasrn,
tot een totaal van ruim 107,000, welke
de onderdirecteur hem ter hand had ge
steld om te de kas te storten, ten eigen
bate had aangewend. Bovendien heeft
bekl. ongeveer 73,000 van het saldo der.
maatschappij bij de Amsterdamsche Bank
opgenomen, om dat 'bedrag eveneens voor
zichzelf te gebruiken. Het geld van de
bank werd afgegeven op kwitantie, ge-
teekend door bekl. en den mededirecteur,
dien inmiddels overleden heer Beek. Deze
laatste was in den afgeloopen zomer ziek
en had voor het gemak een aantal blanco
kwitanties getoekend, zoodat bekL zelf het
bedrag kon Invullen.
De onderdirecteur van Het Witte Kruis
en de directeur van het bijkantoor Den
Haag van de Amsterdamsche Bank be
vestigden de feiten.
Een vrouwelijke getuige deelde mee,
dat zij en haar tnan aan bekL en diens
vrouw gelden hebben geleend, ten slotte
tot een bedrag van 200,000. Dit geld
kon bekl. niet meer terugbetalen!.
Een zwager van bekl., als getuige h
déoharge gehoord, verklaarde, dat als
bekl. bij hom was gekomen, om hem te
vragen hem (bekl.) uit de moeilijkheden
te helpen, hij dit wel gedaan zou hebben.
De ambtenaar van het O. M. het wettig
en overtuigend bewijs geleverd achtende,
wees er op. dat bekL reeds jaren in flnan-
cleele moeilijkheden verkeerde; hij leefde
als het ware op een vulkaan. Bokl moest
wel weten, dat aan het loterijhedrijf,
waarvan hij directeur was, eenmaal een
eind zou komen. De eene na de andere
loterij moest tengevolge van de jurispru
dentie van den Hoogen Raad verdwijnen.
Bovendien was bekL's levensstandaard
zeer hoog. Spr. gaf toe, dat bekl .niet erg
gelukkig is geweest ln de keuze van zijn
geldschieters. Het gevolg is nu, dat hij
totaal aan den grond zit. Zijn straf is dus
reeds zwaar. Niettemin meende spr., dat
ln verband met den ernst der feiten, toch
nog een zware straf zal moeten worden
opgelegd. Eisch: 2 jaar gevangenisstraf
met aftrek van de voorloopig» hechtenis.
De verdediger pleitte voor een voor
waardelijke straf.
Een tragisch ongeval te Rotterdam.
Woensdagnacht om half een zou de ka
pitein van het Rijnsohlp JSucvia", liggen
de aan de Oude Boompjes, zich met zijn
echtgenoot» aan boord begeven. De vrouw
was echter bang om de loopplank over te
gaan, vandaar dat de kapitein haar voor
zichtig naar boven geleidde en haar ver
zocht op den voorkant van het schip even
te gaan zitten. Nauwelijks had de man
zich even verwijderd of de vrouw sprong
op, struikelde en viel ln het water. Oo het
hulpgeroep schnct een collega toe. Belde
mannen trachtten de drenkeling» te pak
ken te krijgen, heigeen na eenige moeite
gelukte. Eer. inmiddels te hulp gesnelde
buurman, die zeer zenuwachtig was, liet
de ladder uit zijn handen glippen, zoodat
hij juist op de vrouw vieL Toen een kwar
tier later de vrouw opgehaald werd, wa
ren de levensgeesten reeds geweken.
Doodgeschoten.
DQren, 11 Dec. De directeur van het
postkantoor Schuch, die voor ©enigen thd
met medeneming van 86.000 mark uit de
kas is gevlucht, ia vanmorgen in Parijs,
toen hij zich tegen zijn arrestatie poogde te
verzetten, door de "politie doodgeschoten^
dag* het sjb. „Landport" uit Newcastle ge
zonken na aanvaring met een Noorsoh
schip. Daarbij rijn tien menaohanlevena
verloren
OOST-INDIE.
Een aanvaring door de „Java".
'Hr. Ma „Java", met de leden van den
Volksraad aan boord, terugkeerend van
buitengaats en achteruitstoomend de ha
ren van Tandjong Priok binnenkomend
heeft het stoomschip Bondowoeo aange
varen.
De Java kreeg een deuk in het achter
schip. Een hut werd een halve meter in
gedrukt.
De oammandant van den kruiser, kapi
tein ter zee L. J. Quant, bevond zich op
de brug, toen de aanvaring geschiedde.
De Bondowoeo kreeg slechts geringe
schade.
Ben orang pendak?
Vier inlanders hebben tusschen Moeara
Aman en Tambanig Sawah in het Ben»
koeleneohe een wezen ontmoett, dat waar
schijnlijk een orang pendek is geweest.
Een poging, om het te vangen, leidde tot
een vechtpartij. De orang pendek ont
kwam, tengevolge van zijn groote kracht,
aan zijn vier tegenstanders. Ben der in
landers werd' zwaar gebeten» Een dokter
heeft vastgesteld, dat de beet nog van een
mensoh, noch van een bekend dier afkomi.
Btlg zijn kan. Het weaen moet "ngrrinn
driekwart meter hoog rijn.