De Sint Nicolaas-prijsvraag. Zoo'n groot succes als onze vorige is de St. Nicolaas-prijsvraag ditmaal niet ge worden. 't Blijkt, dat niet velen eenig idee hebben van een „puntdicht", en onder de talrijke ingekomen „gedichtjes" was tiet aantal' werkelijke punddichtjes dan ook niet groot. Niettemin waren er verschei dene geestige Inzendingen bjj, dikwijls ln tamelijk onbeholpen bewoordingen.; zij geven een aardigen kijk op wat er zooal omgaat ln het gemoed onzer lezers. Wij zullen hieronder enkele dier aardigste la ten volgen, maar geven eerst den uitslag die de deelnemers en deelneemsters na tuurlijk het meest zal interesseeren. Na zorgvuldige lezing en herlezing w.er- den door ons die versjes uitgeschoten, welke allereerst voor een prijs in aanmer king kwamen. Bij de heeren-inzendingen waren meerdere van gielijke waarde, en wij hebben toen het lot laten beslissen wie voor de dirla prijzen in aanmerking zou komen. Hitronder vdgt de uitslag: Tweede prijs dames: Mejuffrouw O. Visser, Spuistraat 1, met het volgende versje: Derde prij» dames: Mejuffrouw Truus Korver, Breestraat 19 met het volgende: ad 6.als zoogenaamde Kerstgave, zijn voor inwilliging niet vaitbaar. Er zijn Én de laatste jaren onderscheidene Koninklijke be sluiten genomen, waarbij Raadsbesluiten tot bet toekennen van extra steunbedragen ver nietigd werden wegens strijd1 met het alge meen belang. Waar dus hier gedaan wordt wat redelij» kerwijB verwacht mag worden en in de toe komst zal worden gedaan voor de werkloo- zen, stellen B. en W. voor bet adres van den Beetu urderabond voor kennisgeving aan te nemen. Onderwijzer School Hulsduinen. B. en W. schrijven aan den Raad In Uwe vergadering van 10 November il. werd aangenomen het voorstel van en heer Heijblok om den onderwijzer R. Gravemaker over te plaatsen van tehool No. 2 naar school No. 10, en vanal 1 Januari 1926 in de daardoor aan school No. 2 opengevallen plaats te voorzien door de aanstelling van een tijdelijke leerkracht. Bij achrijven van 8 December J.1. deelt de Inspecteur van het Lager Onderwijs ons mede, dat hij zich hiermede niet kan vereenigen, omdat het karakter, dat de wet aan tijdelijke benoemingen van onder wijzend personeel geeft, een geheel ander is dan in het onderhavige geval, waar van ziekte of ontstentenis geen sprake is. Er kan en mag dan ook, zegt de In specteur, in de vacature aan school No. 2 niet worden voorzien door het aanstellen van een tijdelijke leerkracht. Wij zijn het met de zienswijze van den Inspecteur geheel eens, te meer waar omtrent de oprichting van een school voor buitengewoon onderwijs, nu nóch voor 1926 nóch voor 1927 toezegging van Rijkssubsidie hiervoor kan worden ge daan, absoluut gèen zekerheid bestaat. Wij meenen er hierbij bovendien nog op te moeten wijzen, dat reeds bij Kon. be sluit van 17 Augustus 1886 is beslist, dat tijdelijke benoeming van onderwijzend personeel, buiten het geval van art. 41 der L. O. wet, niet kan worden toege laten, omdat op die wijze de waarborgen, door de wet tegen willekeurig ontslag gegeven, illusoir zouden worden, Waar dus geen tijdelijke leerkracht benoemd kan worden, met andere woorden Uw besluit tot zoodanige benoeming niet kan worden uitgevoerd, geven wjj U in overweging dat besluit in te trekken. Eerste prfjs dames: Mevrouw Timman Buurs, Loodsgracht voor het volgende versje: Och, geef den Rud den raad, Dat hü meer voer' de daadl Wat geeft rijn wij» beraad, Als hem de daad ontgaat. Boom en kent men ln den Helder over 't algemeen haast niet; Boomen kan men des te beter, Zoo ge aan den Raad *fel ziet. Een Hchtpnntt Het ziet er in den Helder, Heel dikwijls donker uit, En vaak gebeurt het, dat men Op harde dingen stuit. Toch is er ook een lichtpunt, In dezen donk'ren tijd: De beurt, na Sinterklaaa-pret Is kckt, dat is een feitl Eerste T»tjb heeren: A. V., Polderweg 26, met het volgende gedichtje: Rechtshoudenl Dat elkeen „rechta" houdt, la een eisch van 't verkeer, Maar ln dit opzicht la 't Heldersch publiek hard ln de leer 't Kost moeite, het aan dien regel, te wennen, Doch hiervan dient men de oorzaak te kennen. Denkt even na; dan blijkt u alras, Dat 't publiek, dat 'fmet „links" houdt, steed* ln de meerderheid was. Wfj feliciteeren de gelukkige bekroon den met hun prijzen en verzoeken den anonymes zijn naam en adres op te ge ven. De prijzen kunnen hedenmiddag of Maandag aan ons kantoor worden afge haald. De niet-bekroonden zullen zich hopen wij, troosten, dat zij geen prijs ontvftgen; wellicht is het hen aanleiding een volgend maal wederom, mee te doen. Van de niet- bekroonde gedichtjes drukken wij hier onder af; de Raad is een dankbaar object geweest voor een versje, maar ook andere onderwerpen heeft men ervoor genomen. Verschillenden hebben gemeend aan de Held. Courant vleierijen of complimentjes te moeten maken, wellicht ln de hoop, dat dit hen den prijs zou verzekeren. Hoewel wij daarvoor natuurlijk ten zeerste dank baar zijn, hebben wij ons bij de beoordee ling laten leiden door de overweging, dat niet alleen een geestige gedachte moest zijn verwerkt, maar het versje ook als versje goed moest zijn. Inzendingen door Dames: Duister. Den Helder is een stad waarheen je boem'lend spoort. En als je er dan bent, sta je in Willemsoord. Horssens heeft men genoeg, maar helder is het niet, Waarom een Vischmarkt nooit een half dopd botje ziet. Het vreemdste echter is, zoo iemand zich beriep Een Heldersche te zijn, hij kwam uit Nieuwediep. Jammer genoeg is ln den tweeden regel de waarheid opgeofferd aan het rijm, an ders wag dit óók nog wel in aanmerking gekomen. De gemeentehuishouding beleeft moeilijke dagen, Daar men steeds om bezuiniging komt vragen. Bezuiniging hier, bezuiniging daar, Met woorden heeft 't altoos klaar. Doch, gezien 't resultaat van dit streven, Is men met daden nog zuinig gebleven. Bezuiniging, o schrik ln deze dagen, Die als een schrikk'lijk spook ons angst en schrik komt jagen. Veel hebt gij ai op uw geweten. En nog blijft gij steeds letters vreten. Want met papier, dat is gewis, Men verre nog van zuinig is. Op de Heldersche Courant. De wijte man. Wanneer hij op de hoogte is, Met alle stand van zaken. Wanneer geen enkel voorgeval, Hem meer van streek kan maken. Warmeer men dat als 't ware noemt Het toppunt van verstand. Geloof maar vrij, hij heeft het uit.... De Heldersche Courant. (Wordt vervolgd). Tweede prijs heeren: navolgende: „Kees" met het On» Juttertje gaat op puntdichten uit, Wat toch die liefhebberij beduidt? Ik denk, dat voortaan de oolijke guit, Te lange discussies met 'n punt dlchtaluit Derde prijs heeren: die heer W. O. Metz, Ankerpark, met het navolgende: Janmaat over de marinesplitsing. Da marine gespilttt? nou, vraag je 't aan mijn, Tc Begrijp niet waarom ze het zeggen: Wa hebben om leven niks andere gedaan Ernstige brand bij de Ned. Scheepsbouw Maatschappij. Een schip verloren. Donderdagavond is bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam een brand! uitgebroken, waarvan men aan vankelijk meende het vuur spoedig meester te kunnen zijn, doch die zich al zeer anei tot een buitengewoon ernstigen brand heeft uitgebreid. Omstreeks acht uur, toen dus het werk op de werf afgeloopen was, ontdekte de hoofdoóntroleur Duirendjjk, dat op de hel ling nabij de spoorbaain, waar het schip 180 van de Scheepsbouw Maatschappij, het olie- tankschip, dat voor de Anglo Saxon Petr. Comp. op stapel lag, brand was ontstaan. Vlammen sloegen uit van onder het in aan bouw zijnde vaartuig, vlak bij het water. Onmiddellijk werd' met de op de werf be schikbare brandbluschmiddelen het 'vuur aangetast en tevens werd de brandweer ge waarschuwd. De stralen, die met het materieel van de Scheepsbouw Maatschappij op de vlammen gericht werden, hadden weinig uitwerking. Het hout, de stelling onder het vaartuig, was in brand geraakt en de droge balken en palen vatten snel vuur. De wind, die onder de kiel van het vaartuig doorblies, wakkerde de vlammen nog meer aan, en de brandweer, die omstreeks kwart over acht op de plaats van het onheil was verschenen, en die in den beginne middenbrandi had ge meld, zag zich dan ook weldra voor een zeer ernstigen brand geplaatst. Het vuur, dat, naar men vermoedt, ont staan is door het vallen van een gloeienden klinknagel in het brandbare hout, dat boven dien voor het van stapel loopen van het schip met vet gedrenkt was, breidde zich sedteS meer uit: de geheele stelling vatte vuur, en het scheen weldra dat er weinig meer te redden zou zjjn. Hoog laaiden de vlammen op: palen vielen met geweldig ge raas neer en hoog «spatten de vonken op, tot boven den romp van het in aanbouw zijnde vaartuig. De brandweer trachtte intusschen van alle zijden het vuur te bereiken; de „Jason" en de „Jan van der Heyde" spoten hun wa termassa's op het vuur, waarvan echter de haard onder de kiel van het schip lag, het geen dus het blusschingswerk zeer bemoei lijkte. Van de belde brandweerschepen, zoo wel als van de aanwezige motorspuiten werd tezamen met ongeveer '40 stralen tegen de vuurmassa gestreden. Helaas was hef on mogelijk de vlammen te beteugelen en om streeks 9 uur viel een groot gedeelte der stelling aan beide zijden van het schip met donderend1 geraas naar beneden. Een brand weerman werd daarbij licht gewond. Nog steeds stond' de romp van het tank schip op de blokken der helling overeind, hoewel het vaartuig reeds ongeveer 80 me ter van de helling was afgezakt Het gevaar dreigde, dat de kiel, die rood gloeiend begon te worden, het gewicht van den «Uien romp niet meer kon houden, soo- dat het geweldige schip, dat 600 voet lang is en een inhoud heeft van ongeveer 10.000 reg. ton netto, 12.000 bruto naar beneden zou vallen. Omstreeks half twaalf werd1 besloten het blusschingswerk voorloopig te staken, om té bereiken, dat hert schip zoo spoedig moge lijk geheel zou doorzakken en over de ge heele lengte met de kiel op den grond zou komen te rusten. Hiermede ging ook het nog staande gedeelte van de helling met het steigerwerk in de vlAmmen op. Omstreeks 1 uur zakte het schip met donderend' geweld door, maar bleef in rechtstandige positie. Het vuur woedde hier en daar nog in groote hevigheid door. Het staat vast, dat het schip ter plaatse gesloopt zal moeten worden. De totale schade aan helling en schip zal bet bedrag van een millioen verte over schrijden. Alles is op beurspolis verzekerd. Reeds zijn maatregelen genomen, om de werklieden, die 'bij den bouw betrokken waren, voor zoover zij niet hij den scheeps bouw elders te weik kunnen worden gesteld hij andere bedrijven onder te brengen. Nader wordt aan de „N. Rott. Crt." ge meld: Bjj het aanbreken van den dag was de brandweer erin geslaagd, het vuur in zoo verre te bedwingen, dat dit alleen nog onder den) bodem van h t schip woedde, maar daar dan ook nog met groote hevigheid Ontzag gelijke massa's zware eikenhouten balken branden er nog fel en daarvan stegen rond om het vannacht van een hoogte van 7 M. in den vuurpoel neergestorte scheepsge- vaarte zware rookwolken op. Als men weet, dat de scheepsromp 4 mil lioen KjG. weegt, kan men zich zoo onge veer een denkbeeld vormen van den dreu nenden slag, waarmee z]j omlaag gekomen is toen de laatste stutten haar begaven en als hooge brandstapels ineenzakten. Dit is dan toch, achteraf» bezien, wel een zeer kri tiek oogenblik geweest Men mag er nauwe lijks aan denken wat er gebeurd zou zijn als het geweldige gevaarte gekanteld was, alles in zijn val meesleepende en verpletterende. Ook de geweldige kranen, die staan rondom de plaats, waar zich eens de helling bevond, zouden zijn afgeknapt. En van vluchten ware voor de tallooze spuitgasten, die den vuurhaard met hun stralen zoo dicht moge lijk genaderd waren, geen sprake geweest Ieder, die wel eens op een groote scheeps werf geweest is kent den chaos van platen, ijzeren balken en allerlei ander materiaal, die er altijd den grond bedekt zoodat men er ook iin gewone omstandigheden niet dan met de grootste omzichtigheid zich kan be wegen. Hoe onmogelijk het thans geweest z<ui zjjn zich uit de voeten te maken, nu de geheele hooge houten stelling neergestort was en als de bajert lag neergesmakt over den gewonen chaos, laat zich denken. Het iantal menschenlevens, dat ermee gemoeid ware geweest zou niet gering geweest zjjn. Van dit alles kon men zich bij het aan breken van den dag beter rekenschap geven, maar ook toen het vuur op zijn hevigst woedde, waren de directeuren der Scheeps bouw Mij., de heeren Goedkoop, zich van dit ernstig dreigend gevaar bewust en daar om heeft op hun raad de brandweercom mandant tegen middernacht het blusschings werk doen staken. Van den vuurgloed, die toen oplaaide, zoodra er van beteugeling geen sprake meer was, kan men zich nau welijks een voorstelling maken. Gelijk reeds gemeld, kwam het schip te gen 1 uur omlaag. Wat als mogelijk ge vreesd werd, is niet gebeurd. Het is in vol komen rechtstandige houding blijven staan. Gistermorgen hebben de commandant der brandweer, de heer Gordijn, en de directeu ren der werf, de heeren Goedkoop, zich op het schip kunnen begeven. ZJj konden vast stellen, dat in het inwendige in de ruimen en in de tan^s nog een verzengende hitte heerschte; een blik van bovenaf in deze hel was, als er nog "twijfel had bestaan, vol doende om te zien dat het schip volkomen verloren is, zelfs als het nog mogelijk zou zijn om het te water te laten. Van den bo dem waren verschillende platen nog jood gloeiend en bijna allemaal waren ze als dorre bladeren krom getrokken. Ook zag men er vele gaten in. De beide directeuren meenden dat deze ontstaan' waren door het wegsprin gen der klinkbouten als gevolg van 'het kromtrekken der platen. De brandweer commandant geloofde, dat het ijzer hier en daar gesmolten of doorgebrand was, wat hij hieruit afleidde, dat sommige dier gaten niet rond, maar afgevreten leken. Dit zou er dan op wijzen, dat er tijdens den brand onder het .schip een hitte van ten minste 16009 geheerscht moet hebben, wat zeer aanmer kelijk 'is, daar de omstandigheden voor het aocumuleeren van de hitte onder het schip gunstig geweest zijn. Gistermiddag tegen 1 uur woedde onder het schip het vuur nog fel voort en dat zal vermoedelijk nog wel ©enige dagen het ge val zijn, omdat de haard', die zich onider den 16 M. breeden bodem bevindt, die niet over de heele lengte op grond rust, zoo moeilijk te bereiken is. Het lijkt erop, dat de vlam men niet dan door gebrek aan verdere brandi- atof zullen dooven, en dat kan nog wel eeni- gen tijd duren. Merkwaardig deed het bij een vuuronheil van zoo geweldigen omvang aan, dat in1 de werkplaatsen en bij de andere hellingen van de groote werf het zoo luidruchtige scheeps bouwbedrijf zijn gewonen gang ging. Behalve het ln zijn val kantelen van het schip heeft nog een ander groot gevaar ge dreigd en wel, dat het schip voor het af branden van de helling, van zijn boeien ont slagen, vanzelf in het bassin zou glijden. In dit geval ware het terecht gekomen tegen een onlangs te water gelaten schip voor de Java China Japan Lijn, hetwelk Juist voor de helling ligt en onmogelijk verhaald kon worden. En ook daarvan zou dan weinig overgebleven zijn. Doordat het voorste gedeelte der helling zich echter het eerst begeven heeft, is het schip, waarin Donderdagavond om 9 uur in derdaad beweging kwam, met den achter steven voor hét bassin op den grond vast- geloopen. Hst schip sou Zaterdag 19 Dscsmbtr te wuwr lijn gelaten. Een ongeluk kooit zelden alleen. Vrijdagavond reed, door de buitenge wone gladheid van den weg, tusschen HakkelaarsbrugenNaarden, op den Rijks straatweg, de auto van de familie TeixSlra de Mattos uit Vogelensang, doorslippen in de Muidervaart. De chauffeur en de inzittende dames werden met groote moeite gered. Terwijl men nog met de redding bezig was, kwam van de tegenovergestelde richting een auto aangereden, slipte even eens en reed in de sloot, welke aan den anderen kant van den weg gelegen is. De 15-jarige jongen T., die zijn flets op de grasbaan had gelegd om bij de redding te helpen, trof eveneens een ongeluk. De juist passeerende Gooische stoomtram reed n.1. zijn flets in gruzelementen. (Telegr.). Een 15-jarig meisje ln een bad omgekomen. Donderdagavond gebeurde te 's-Gra- renhage een zeer tragisch ongeval ten huize van de familie H. van H. Het 16- jarig dochtertje had zich naar de bad kamer begeven. Toen zij geruimen tijd wegbleef, maakten de ouders zich onge rust en gingen naar haar toe. Zij vonden haar dood in het bad liggen. De oorzaak van dit ongeval moet wor den toegeschreven aan het feit, dat de gasslang uit zijn geyser is geschoten, zoo dat het gas vrij ontsnappen kon. Vrijdag morgen stelde de politie een onderzoek ter plaatse in. Zij vond geen motief om aan misdrijf te denken. Aanvaring. Het Nederl. stoomschip „Batjan", van Australië naar Rotterdam, te Suez aange komen, rapporteert la de Golf van Suez in aanvaring te zijn geweest met een on bekend gebleven stoomschip. Gevreesd wordt, dat dit stoomschip gezonken ia, daar er na de aanvaring niets meer van werd gezien. De „Batjan" bekwam mid scheeps schade, die voorloopig wordt ge repareerd. Het oponthoud zal waarschijn lijk niet ernstig zijn. Een zeer wild huwelijk. Steeds was er twist in het gezin van den daglooner H. te Sloterdjjk. De man kon niet opschieten met zijn wederhelft, die hoogst zenuwachtig van aard en aan toevallen lijdende, bjj het minste feit „den boel op stelten zette". De kinderen, twee volwassen jongens en een meisje, hielden zich bulten de on- eenigheden van hun ouders. Zij waren niet in staat hieraan een einde te maken. Op een Donderdag in Juni 1.L liep het mis. Den dag tevoren had de vrouw weer „buien" gehad, thuis niets goed gevonden en haar man uitgescholden. Zij ging, zoo als men dat noemt „mokkend" naar bed. Vader koos toen de wijste partij en ging beneden in de bedstee een uiltje knappen. Blijkbaar besloten, „het weer goed te imaken", liep hij in den vroegen morgen naar boven. Hij sprak tot zijn vrouw de simpele woorden: „Vrouw, de koffie is klaarl" Deze vriendelijkheid werd echter alles behalve vriendelijk ontvangen; want plotseling haalde de vrouw onder de de kens een hietensdhop vandaan. Zij wilde hiermede haar echtgenoot een slag toe brengen, De man weerde echter den klap met zijn arm af, ontrukte de vrouw het wapen en, in plotselinge en dolle driftbui gaf hjj haar met het voorwerp een hevi- gen slag op het hoofd, waardoor haar schedel ernstig werd gewend. Voor deze daad had de daglooner, die zich zelf bij de politie had aangemeld, zich Donderdag te verantwoorden voor de Rechtbank te Amsterdam. Bekl. vertelde van de treurige huise lijke omstandigheden en, tot de misdaad zelf karnend, zelde hij, op het bewuste oogenblik niet meer te hebben geweten wat hij deed. Dit alles was vrij gewoon. Maar onge woon was, wat hierna kwam. De vrouw, die ln het ziekenhuis verpleegd werd, keerde na haar hersteil weer naar de wo ning van haar echtgenoot terug. Thans leeft he teohtpaar weer gelukkig en tevre- den samen. Het O. M. noemde de goote vraag en de groote moeilijkheid in deze zaak, wat voor straf bekl. verdiende. Gebleken is, dat de vrouw zeer lastig waal Doch ook beklaagd de was geen gemakkelijk heerschap. Hij heeft, wegens diefstal en mishandeling, al enkele veroordeelingen achter den rug. Hoewel het thans gepleegde feit buiten gewoon ernstig is, moet men uit tmensohe- lijk oogpunt redeneeren. Bekl heeft, al is dit ook niet goed te keuren, zich door drift laten beheersohen. r De officier vroeg veroord eeling van bekl. wegens zware mishandeling tot vier maanden voorwaardelijk» gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaren. Bekl., die niet verdedigd werd, kom zibh geheel bij dezen eisch aansluiten. (Telegr.) Het drama in de Corverstraat te Rotterdam. Voor de rechtbank te Rotterdfcm is Don derdag behandeld het drama uit de Cor verstraat. Het O.M. heeft tegen den be klaagde geëlscht schuldigverklaring aan zware mishandeling den dood van rijn 6- jarig dochtertje tengevolge hAben, maar dat de rechtbank op grond van een rapport van 2 psychiaters beklaagde ontoereken baar zou verklaren en zijn opneming in een krankzinnigengesticht zou gelasten voor ten hoogste een jaar. Noodlottige aanvaring. Tien men.sehen omgekomen. Ter hoogte van Flamborough is Woens- De moord in de U'onmcrveerstrMt Donderdag diende voor het te Amsterdam in hooger beroep de rtmf- zaak tegen' den 46-jarigen spoelknecht A. H van Daim, die te de Wormerveerstraat te Amsterdam eerst zijn «^noote «n daarna rijn dochtertje van het leven beroofde. De «raltenigew£ nc Kamer der Rechtbank te Amsterdam had h«m tot twaalf veroordeeld, ofschoon het O. M. levens- ehtohto bwwjtl. ging van1 het vonnis, doch verzw «ring er straf tot twintig jaar. Verduistering van 180,060 gnlden. Donderdag heeft terecht gestaan de 47- jarige A. C. M. B., zonder beroep te 's-Gravenhage, gedetineerd, vroeger<U- recteur van de N.V. ObllgatkvMaatoohap- pij' Het Witte Kruis, wegenis verduiste ring van verschillende bedragen ten na» deele van genoeorwle ntaatsohapplj, wp>!ke bedragen bekl. te zijn kwaliteit van direc teur onder zich had gekregen. Bekl. bekende. In den zooner van dit jaar heeft, hij 15 verschillende bMrasrn, tot een totaal van ruim 107,000, welke de onderdirecteur hem ter hand had ge steld om te de kas te storten, ten eigen bate had aangewend. Bovendien heeft bekl. ongeveer 73,000 van het saldo der. maatschappij bij de Amsterdamsche Bank opgenomen, om dat 'bedrag eveneens voor zichzelf te gebruiken. Het geld van de bank werd afgegeven op kwitantie, ge- teekend door bekl. en den mededirecteur, dien inmiddels overleden heer Beek. Deze laatste was in den afgeloopen zomer ziek en had voor het gemak een aantal blanco kwitanties getoekend, zoodat bekL zelf het bedrag kon Invullen. De onderdirecteur van Het Witte Kruis en de directeur van het bijkantoor Den Haag van de Amsterdamsche Bank be vestigden de feiten. Een vrouwelijke getuige deelde mee, dat zij en haar tnan aan bekL en diens vrouw gelden hebben geleend, ten slotte tot een bedrag van 200,000. Dit geld kon bekl. niet meer terugbetalen!. Een zwager van bekl., als getuige h déoharge gehoord, verklaarde, dat als bekl. bij hom was gekomen, om hem te vragen hem (bekl.) uit de moeilijkheden te helpen, hij dit wel gedaan zou hebben. De ambtenaar van het O. M. het wettig en overtuigend bewijs geleverd achtende, wees er op. dat bekL reeds jaren in flnan- cleele moeilijkheden verkeerde; hij leefde als het ware op een vulkaan. Bokl moest wel weten, dat aan het loterijhedrijf, waarvan hij directeur was, eenmaal een eind zou komen. De eene na de andere loterij moest tengevolge van de jurispru dentie van den Hoogen Raad verdwijnen. Bovendien was bekL's levensstandaard zeer hoog. Spr. gaf toe, dat bekl .niet erg gelukkig is geweest ln de keuze van zijn geldschieters. Het gevolg is nu, dat hij totaal aan den grond zit. Zijn straf is dus reeds zwaar. Niettemin meende spr., dat ln verband met den ernst der feiten, toch nog een zware straf zal moeten worden opgelegd. Eisch: 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopig» hechtenis. De verdediger pleitte voor een voor waardelijke straf. Een tragisch ongeval te Rotterdam. Woensdagnacht om half een zou de ka pitein van het Rijnsohlp JSucvia", liggen de aan de Oude Boompjes, zich met zijn echtgenoot» aan boord begeven. De vrouw was echter bang om de loopplank over te gaan, vandaar dat de kapitein haar voor zichtig naar boven geleidde en haar ver zocht op den voorkant van het schip even te gaan zitten. Nauwelijks had de man zich even verwijderd of de vrouw sprong op, struikelde en viel ln het water. Oo het hulpgeroep schnct een collega toe. Belde mannen trachtten de drenkeling» te pak ken te krijgen, heigeen na eenige moeite gelukte. Eer. inmiddels te hulp gesnelde buurman, die zeer zenuwachtig was, liet de ladder uit zijn handen glippen, zoodat hij juist op de vrouw vieL Toen een kwar tier later de vrouw opgehaald werd, wa ren de levensgeesten reeds geweken. Doodgeschoten. DQren, 11 Dec. De directeur van het postkantoor Schuch, die voor ©enigen thd met medeneming van 86.000 mark uit de kas is gevlucht, ia vanmorgen in Parijs, toen hij zich tegen zijn arrestatie poogde te verzetten, door de "politie doodgeschoten^ dag* het sjb. „Landport" uit Newcastle ge zonken na aanvaring met een Noorsoh schip. Daarbij rijn tien menaohanlevena verloren OOST-INDIE. Een aanvaring door de „Java". 'Hr. Ma „Java", met de leden van den Volksraad aan boord, terugkeerend van buitengaats en achteruitstoomend de ha ren van Tandjong Priok binnenkomend heeft het stoomschip Bondowoeo aange varen. De Java kreeg een deuk in het achter schip. Een hut werd een halve meter in gedrukt. De oammandant van den kruiser, kapi tein ter zee L. J. Quant, bevond zich op de brug, toen de aanvaring geschiedde. De Bondowoeo kreeg slechts geringe schade. Ben orang pendak? Vier inlanders hebben tusschen Moeara Aman en Tambanig Sawah in het Ben» koeleneohe een wezen ontmoett, dat waar schijnlijk een orang pendek is geweest. Een poging, om het te vangen, leidde tot een vechtpartij. De orang pendek ont kwam, tengevolge van zijn groote kracht, aan zijn vier tegenstanders. Ben der in landers werd' zwaar gebeten» Een dokter heeft vastgesteld, dat de beet nog van een mensoh, noch van een bekend dier afkomi. Btlg zijn kan. Het weaen moet "ngrrinn driekwart meter hoog rijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 14