VOOR DE VROUWEN. Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven DE KINDERMOORD. De straattragedie. Een reiziger, die de Vereenlgdte Staten doorreisde, was eens getuige van het vol gende voorval, dat hij aldtos verhaalt: Eenige Jaren geleden wandelde Ut op een echoonen dag door een der drukste straten van New-York, toen Ik een tame lijk fatsoenlijk gekleed man met een kind op den arm voor die deur van een groot hotel, dat tegelijk koffiehuis en restau rant was, zag stilhouden. Het kind zag er akelig uit en werd door den man vrU hardhandig op den grond gezet. Op barschen toon zeide hij tot den kleine: Loop nu maar op Je. eigen been en, lk wil Je niet langer dragen. O lieve vader draag me toch naar huls, want lk heb zoo'n pijn in zndjn voe ten. Ik ben immers door een wagen over reden en kan onmogelijk naar huis loo pen, zuchtte het Jongske. De voorbijgangers en die Heden, die voor de opgeschoven ramen van het kof fiehuis hun glaasje dronken, waren ver ontwaardigd en gaven hun afkeer vrij luide te kennen. Doch de onmeedioogendo vader stoorde zich niet aan hen en riep uit: Dat Is maar gekheid. Ik sla Je bont en blauw, als Je niet dadelijk op mar cheert! Je zult naar huis loopenl Daar op gaf hij het ongelukkige wicht een slag op net hoofdi, zoodat het kermende tegen de straatsteenen sloeg. Zooals te begrijpen ls, steeg de veront waardiging der toeschouwers ten top. Een uit de menigte vroeg den vader: Ls dlat uw eigen kind dat u zoo mis handelt? Bemoei u met uw eigen zaken was het bitse antwoord. HU ls mijn vaderI HU ls mUn va- derl riep nu het kind. HU heeft reeds mijn moeder en mijn zusje vermoord en nu wil hU mU eveneens van het le ven berooven. Help mijl Red n)U uit zUn handien! De woede van de omstanders kende geen grenzen. Van alle kanten drong men 2? den ldnderbeul aan, de vuisten balden oh en toen hU het ongelukkige kind op nieuw een vuistslag wilde geven werd hem dit belet Als gij zoo voortgaat niet ddt onge lukkige schepsel te mishandelen, zullen wU u aan de politie overleveren! zeiden eenige der menschen, die het dichtst bU hem stonden. De opgeheven hand van den vader daalde, doch eensklaps stak hU haar in de borstzak en het kind schreeuwde: Past op, hU zoekt naar een mes om u of mij dood te steken. De meesten dier omringenden gingen eenige pussen achteruit, slechts enkelen der moédigsten bleven staan. Laten wij hem trijpen en binden en naar het politiebureau brengen, schreeuw den zij door elkander. Maar eerst zal ik mij wreken en hem naar de andere wereld helpen, brulde de vader en hU stak het mes tot aan het beft in do borst van zUn slachtoffer. Een half gesmoorde gil weerklonk: Ik ben vermoord! HU heeft mij gedood! scheen het kind die laatste adem uit te blazen. Toen gingen de toeschouwers den moor denaar te ÜJf. Doch deze zette het kind op dien arm en terwijl hU den hoed afnam sprak hij: Dames en heeren, dit is slechts een houten pop en lk ben een buikspreker. Wees zoo goed mij een kleine gift te schenken en ik zal' u er hoogst dankbaar voor wezen. Glimlachend ging hU met den hoed rond en do meer dan verbaasde getuigen van dit tooneeltje vergaten niet hem wat te geven. B. VAN DE QROOTEN DER AARDE. DE STALLEN VANN DEN CZAAR. Sic transit De keizer van Rusland had vroeger vier verschillende «taldiensten of liever stellen paarden en rijtuigen. De gala- dienst, de Fr arische, de Engelsohe en die Russische. Aan ieder van deze waren minstens vijftig paarden verbonden. De Russische vergezelden den Czaar overal Als hU te Gatharina verblijf hield, voegde hU daaraan de Engelsche toe. De galadienat en de Fr arische waren te St.Petersburg gehuisvest in het winterpa leis. Elke dienst had een hoofd-koetsier,1 vijf koetsiers en tal van lagere bedienden. Met hun vieren stonden zU onder het op perbestuur van den generaal, baron Frie- derieks, opperstalmeester van den Ozaar. De gala-dienst was de meest merkwaar dige. Daiaraan waren uitsluitend vijf paar den van het Hannoversche ras verbonden, dat eenig was In Europa, het ras, waar van er eenige voorkomen ln het wapen van BrunswUk. De legende gaat dat die afstammen 'van een schimmel, door Karei de Groote geschonken aam een Welf, van wie de koningen van Hannover en de her togen van BrunswUk afstammen. Die paarden zUn sneeuwwit en hebben blauwe oogen. Gogen met een bijzondere uitdruk king. Ze schUnen te spreken of te droo- men. Niets overtrof op dit gebied de gala rijtuigen van 't Russische hof en hare be spanning. Het waren rijtuigen ln stijl Louis XV, en d'e berline, die bU plechtige gelegenheden, ais huwelijken, kroningen, enz. dienst deed, was Inwendig versierd met een breede rij diamanten, wier ef fect tooverachtdg was. Zij werd bespannen met acht witte paar den, die aan de hand werden geleid' door lakeien in witte livrei, met goud gegal- loneerd. Zelf reed de Ozaar altijd op zUn Rus sisch in een troika, met drie paaiden be spannen .waarin, behalve voor den Czaar, alleen plaats was voor den koetsier. De stallen der grootvorsten hadden niets buitengewoons. BU offlcieele gele genheden maakten zU gebruik van de gala- rijtuigen van het hol Draadlooss telefonie. Wall Street, de itraat van het materia lisme, verandert haar uiterlijk, zoodra de Beurs begint. Op alle hoeken hoopen de za- kenmenscnen zich op. Het is een dringen en duwen in de richting van het Beursge bouw, om, zoodra men een plaataje in de onmiddellijke omgeving van dezen Mam- montempel heeft vepverd, als men een lan taren- of telefoonpaal heeft weten te be machtigen en er zich krampachtig aan heeft vastgeklemd, een eigenaardig petje uit den zak te halen. Op dat oogenblik verandert het uiterlijk van deze New-Yorksche straat als bij tooverslag. Zij is gevuld met allerlei vreemde gedaanten, als voor een maskerade- feest toegetakeld met een schelgekleurde hoofdbedekking. Met vingers, handen en hoofd, soms mett hun heele lichaam, geven zij allerlei geheimzinnige teekens; zij kron kelen zich in allerlei bochten, verheffen zich op de teenen, en draaien hun bovenlijf als een acrobaat, om onzichtbaren kameraden raadselachtige mededelingen te doen. Zij doen denken aan doofstommen, die wanho pige pogingen aanwenden om begrepen te worden, wien geen moeite te veel is, om in gebarentaal uit te drukken, waartoe de mond niet in staat is. Zooals te begrijpen is, heeft het vreemde schouwspel een practische beteekenis. Het telefonischs verkeer tusschen die! bankinstel lingen aan de eene zijde, en hun beursver- tegenwoordigers anderzijds, is op dezen tijd van den dag overbelast. Zelfs een particu liere telefoonlijn op de Beurs brenguniet voldoende uitkomst, want de telefoontoe stellen van de bankfirma's zijn op de meest ongunstige plaats van het beursgebouw on dergebracht. De Beursbediende moet zoo'n langen weg afleggen, wil hij de telefoon van zijn firma bereiken, dat dit een bolangrijkverlies be- teekent van zijn, zoo kostbaren, tijd. Zoo is men van lieverlede tot de volgende oplos singen gekomen: Eén der bankbeambten posteert zich op een bepaalde plaats in de straat. De Beurs bediende verschijnt af en toe aan een der vensters van het Beursgebouw en herkent aan model en kleur van de pet zijn kame raad onder de druk gesticuleerende menigte. Beide mannen geven elkaar nu bepaalde seinen door middel van vingerteekens en handgebaren, alleen op hün bank bekend. Zij confereeren over den stand van de koer sen, de stemming van de Beurs, over op drachten, die reeds zijn uitgevoerd. Zij brengen elkaar op de hoogte v^n nieuwe orders, van koopen en verkoopen. Zóó werkt de draadlooae telefonie in Wall Street. Zal deze winter streng rijn? Nu wU reedB zoo vroeg een periode van lichte tot strenge vorst hadden, komt men allioht tot de vraag „zal deze winter dan tooh een strenge winter worden?" In het tijdschrift „The popular weather quarterly", orgaan van de „British wea ther bureau association" van October 1925; geeft de heer Hugh Clements als zijn meening te kennen, dat de komende winter streng zal zijn op de volgende gronden. De zeer koude winter van 1740 zal na 186 jaar herhaald worden. Het getal 186 ls het kleinste gemeene veelvoud der drie maancyclussen en wel van den phasen- cyclus 7 jaar en 9 maanden, den apsiden- cyclus 8 jaar en 10 maanden en den knoopencyoluB 18 jaar en 7 maanden. Met andere woorden, 1926 zal een herhaling zUn van den kouden winter van 1740, zooals die van 1895 een herhaling was van den strengen winter van 1709. Tusschen 1709 en 1740 ligt een tijdvak van 81 jaar, evenzoo tusBChen 1895 en 1926, terwijl 186 een zesvoud van 81 ls. Ook Abé Gabrlel, hoogleeraar in de wiskunde te Caen, voorspelt dat de ko mende winter de koudste zal zUn na dien van 1709. Blijkt de 186-jarige periode steek te houden, dan zal men over eenige jaren uit de waarnemingen van 1762 af verricht te Kopenhagen, Berlijn en Parijs, den aard van den winter kunnen voorspellen. In ons land zijn de oudste waarnemingen die van Zwanenburg (Halfweg).Hbl. BABBELUURTJE OVER MODE. Modernlseeran van nauwe Japonnen. Zou er wel grooter slachtoffer bestaan dan een raadgeefster op gebied van klee- 'ding? 'k Kan 't me bijna niet vooratellen. Pas heb Je je neus ergens binnen de deur gestoken en ben je nog bezig Iemand zeer belangstellend naar haar gezondheid te vragen of Je hebt al een japon of mantel of lap voor Je neus. Dan moet je vertellen of die mantel nog zoo gedragen kan worden, of wat het allerbest aan die japon gedaan kan worden, om haar weer modern te krijgen. En wat voor snoezig model Je weet om van die lap te maken. BU kennlsaen, vrienden, noch familie ben Je meer veilig. De ééne wil weten hoe ze plooien berekenen moet, de tweede vraagt 'hoe zoo'n klokmodel eigenlijk ge- anedlen wordt, een derde vraagt weer naar een aardige halsafwerking en zoo tracht Je Je zelf er maar door te worste len door ledereen zooveel mogelUk te vreden te stellen. Je praat over kleeding, je werkt voor kleeding en Je droomt van kleeding 1 Maar t grappigst van alles ls, dat je 1 niet eens akelig of onaangenaam vindt, om zoo het slachtoffer te spelen. Maar daar 't zoo hevig ln die lucht schijnt te zitten dat veranderen en moder- nlseeren van Meeding, dacht lk mij niet beter verdienstelijk te kunnen maken, dan ook voor mijn geachte lezeressen nog eenige „geschikte" rnódelle^ disponibel te stellen. Deze zijn allen geschikt om. van een nauwe Japon gemaakt te worden. Heeft imen een tolletje, wat lijkt op het eerste modelletje (maar dan met een nauw voorbaantje), dan probeert men dezelfde effen stof erbU te krijgen. Men neemt er nu van voren een stukje van 40 oM. breed en 60 oM. hoog tusschen uit en zet daarvoor ln de plaats een „klok^-stuk wat van boven ook 40 c.M. breed la maar onder nu 80 oM. wijd ls en de japon ls modern. Kan men niet meer diezelfde stof bij krijgen, dan koopt men dezelfde kleuren crêpe-georgette en maakt daarvan het klokstuk en zet dit dan boven op de nauwe rok (dus ln dit geval geen stuk er tusschenuit knip pen.) Komt uw japon veel overeen: met het tweede model (natuurlijk ook nauw en glad.) Welnu, u hebt niet anders te doen, dan wat georgette ln de kleur van de ja pon te laten plisseerea Vervolgens één deel ervan te gebruiken om van voren een kleine volant te plaatsen en meer ren iets af- en net zoo ingeknipt, zooals de teekening aangeeft. De bebloemde stof wordt nu ln klokvorm gesneden en tus schen de ingeknipte jurk gezet Het 'bont randje dient tot afwerking. Gm nu'een goed geheel te krijgen, make rij ook nog een schouderpasje van de gebloemde stof en werke dit evenzoo af met een bont- randje. Voor de nauwe, geheel bedrukte of ge borduurde Jurk ls dê meest eenvoudige wijze van moderniseeren: v an onderen op zes plaatsen 4i5 c.M. naar boven toe in knippen en dan hierin van mooi bUkoimende effen stof klokpun- gebruiken voor een paar vlerkante blok ken, die men 'bevestigt onder een smal blesje. Heeft de Jongejuffrouw nog een snoes van een rijden dansjurk, die Relaas" ook nauw ls.ZU koope er een aardig be bloemd zijd je bij plus een heel aardig 'bontrandje. Nu wordt de jurk van onde- naar boven, een paar centimeter van het ceintuurtje vandaan, het andere deel te ten zetten, plus nog over de geheele voorbaan een streep van ongeveer 6 c3£. breedte. Voor een zwarte nauwe kasha Jurk is het eerste model van het tweede plaatje zeer mooi. Men knipt uit de geheele voor baan een strook van 14 eJL Nu set men daarvoor in de plaats van boven een ge stikt wit vest en van onderen een heel fUn gepllsseerd baantje van dezelfde «tot Voor de nauwe beige kasha Jurk ls het daar naast staande modelletje zeer ge schikt. Hiervoor behoeft alleen maar de rok onder 6 maal ingeknipt te worden. Eén knip ln 't midden, 45 cYL hoog en dan nog aan weerskanten 2 ieder 12 cM. van elkaar verwijderd. Hiertusschenln zet imen nu plooien van dezelfde stof of van een mooie bijpassende ruit of streep of andere effen kleur. kan hebben, maak lk er poetslappen van en de knoopen gaan ln het kerkezakje. de weg naar succes. Er was eens een Jongeman, die er op uittrok om het suoces te vinden. HU liep een heelen tijd langs een hoofdweg tot hU bU een kruispunt kwam. Nu kon hU vier kanten op: rechtuit, naar links, naar rechts of terug naar zijn woonplaats. Dat laatste wilde hU in geei^ geval, omdat hU zeker was, dat hU daar het suoces niet vinden zou. HU keek rond, of hU een weg. wUzer zag, maar hij zag er geen. Dan zou hU maar naar links gaan: die weg lest hem het mooist en prettigst om te loopen. En bet bleek ook waarlijk een genot te zUn, door de breede, schaduwrijke laan te wandelen, zoo'n genot zelfs, dat de Jongeman vergat, waar hU naar zocht HU vleide zich neer op den zachten berm aan den kant van dien weg, opende zijn knap zak, at het brood, dat hU bad willen, he lvaren tot den avond en viel zelf ln iflaap. Toen hU ontwaakte, dacht hU oogen- blikkelUk aan de groote taak, die hU zich gesteld had. Wat had hU een spUt over de verloren uren. Vlugger dan eerst liep hij voort over den weg. Hij lette niet meer op de schoonheid der omgeving, maar zag slechts met verlangen naar het einde uit Plotseling hield de weg op en de man moest terug loopen naar het kruispunt „Waarom heb lk dat niet eerder ge zien?" riep hU uit want nu zag hU heel duidelijk een wegwijzer, waarop stond, dat de schaduwrijke laan leidde „Tot Niets". Vlug liep de man nu den rechten weg op; een aardig, slingerend landwegje, om. zoomd met bloeiende hagen. „Wat mooi," riep hU in verrukking uit en even later begon hij bloemen te pluk ken en trachtte hU vlinders te vangen, tte 1 weer van het voedsel uit zij ^knapzak, terwijl hij het doel van zUn tocht geheel Verhit van het loopen, zette hU hU al vergat. Verhit van het loopen, zette hij zich neder bU een meidoornhi die al aardig leeg begon te worden en viel even later ln slaap. Zoodra hU ontwaakte, herinnerde hö zich zUn groote plan. Haastig wierp hu zijn knapzak over den schouder en holde verder, boos op zichzelf. De kronkelende landweg leidde hem tenslotte naar een weide, vanwaar hem vroolUke muziek en gezang tegemoet klonk. Daar werd gedanst en feest ge vierd. O, hoe verlangde de Jongeling, om mee te doen, maar met een ruk keerde hU zich om, wel begrijpend, dat hti bU de feestvierenden Suoces niet vinden zou. Toen hU het kruispunt weer bereikte, zag hij ook bU den landweg een handwijzer staan, waarop geschreven was: „Naar Pleizier". Nu schoot hem slechts den vierden weg over. Erg aanlokkelijk zag die er niet uit, maar de jong' klemde sUn tanden op een, vastbesloten dien weg tot bet einde Korte rokken en lange broeken. Een medewerker van 1'Oeuvre heeft aan een deskundige in de medewereld ge vraagd of de korte rok ln de damesmode van net volgend jaar bestendigd zal wor den en daarop een bevestigend antwoord gekregen. Daarentegen zullen de broeken langer worden en onder den rok uit te zien komen. We gaan zoo langzamerhand, scltijnt het. naar de crinole en de pUp- broek terug. Nelly neemt vioollessen. Ja? En ze heeft Mjna geen gehoor voor muziek? Ja, maar ze heeft heel mooie armen en fraai gevormde ellebogen. Wat zullen we doen als die afgrijse lijke hoepelrokken in de mode komen? Dain zullen we ons afvragen, hoe we ooit dlie afschuwelijk nauwe rokken heb ben kunnen dragen 1 Huismoeder: (vol trots) Ik zou we! eens willen weten waar de kleeren beter ge bruikt worden als bU ons. Als mijn man het pak heeft afgedragen maak ik er klee ren van voor mijn grootste jongen. Daar na verander ik het tot Jurkjes voor de kleine meid en sla dl» ze niet meer aan te loopen, zonder verder te rusten. Het lng heuvel op, heuvel -af. De weg was eet en stoffig en scheen eindeloos. Maar zonder om te zien liep de jongeman door en elndelUk, eindetijk zag hij het glan zend aangezicht van „Suoces". „Ik had nooit durven hopen, dat deze akelige weg me tot U zou voeren," riep de reiziger uit En Suooes antwoordde: „Ja, Jullie Jongens en meisjes heb nooit veel zin, om den vervelenden „Weg van de moeite" te nemen om mij te bereiken. Allen kiezen de mooiere wegen, zooals JU ook eerst gedaan hebt, en maar weinig van hen koeren terug op hun schreden. En dan zijn ze nog verwonderd, dat ze nooit iets bereiken op school of in hun spelen. Maar Je bent vermoeid. Kom maar in mUn paleis. Daar kun Je rusten en Je verfriaschen en mede feestvieren. Want nu eerst heb je het verdiend en nu oerft kun je ten volle van de vreugde genieten! RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht Maarsen, ketel, Inkt, motorJaoht, knie, banen, smet. IL Koffer, Kaffer. Goede oplossingen van (beide raadsels ontvangen van: A. A.; G. B.; O. B.; K. en M. B.; A. v. d.. B.; G. en O. B.; T. B.; O. en P. B.; W. en J. B.; A. de B.; J. en A. B.; S. O.; D. en J. D.; G. en A. D.; A. en H. D.; A. E.; M. F.; P. S. E. G.; A. G.; D. G.; O. de H.; J. H.; G. K.; T. W. K.; C. en B. K.; P. K.; O. v. d. L.; M. M.; O. en M. M.; J. J. P.; F. G. v. P.; M. G. R.; A. R.; G. T.; O. en R. T.; R. V.; G. W.; W. W. Nieuwe raadsels. I. Ik ben een spreekwoord van 4 woor den of 22 letters. Het eerste woord ls hetzelfde als bét derde en het tweede woord is betzelfde als het vierde op de 8e letter na, die in het 2e woord een w, in het vierde een r ls. Ingez. door K. en M. Beversluis. II. CXXXXXX Op de staande »n lig- ;nde ;ende kruisjeslljn komt e naam van een dier. Op de le rij het ge vraagde woord; op de 2e X een ander woord voor X vroolijkop de 8e een fodsdienstop de 4e een zwemvogelop e 5e een vrouwenstemop de 6e een bijwoord van tijd; op de 7e een mede klinker. Ingez. door Gerard Tomey. HET KLEINE VOETJEIII Een vrouw heeft graag een kleine voet, En voor dit doel zou zij, als 't moet, Haar ganschen* voet forceeren. Zij buigt en wringt, en of het knelt, Of soms de voet ook pijnlijk zwelt, Zij willen vast niet leeren. Een damesschoen is nooit te groot, O neen, een vrouw gaat liever dood, Dan zoo voor spot te loopen. Heel klein, heel mooi, heel duur en fijn, Zoo moet een damesschoentje zijn, Eer vrouwtjelief wil koopen. 't Is manlief, die van schrik verstomt Als aan zijn kas de rek'ning komt En hjj zijn geld moet geven. Zoo'n kleine voet is groot bedrog, Want vrees'lijk veel te groot is toch De voet, waarop ze leven. TRUUS. ngi Corry Brena.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 8