Gemeenteraad v. Helder. Vergadering van Maandag 14 December. (Vervolg van het vorig nummer.) Wethouders-pensioenen. Voorstel tot het wijzigen van de Ver ordening regelende de pensionneering der Wethouders. De heer V a n 0 s heeft den vorigen keer gevraagd hierover te stemmen. Spreekt de Raad zich uit dat er een an dere regeling moet komen dan kan de Cie. trachten tot elkander te komen. De heer S m i t s wil hierover een en an der in het midden brengen. De heer Bor- kert, die den vorigen keer opmerkte, dat men thans meer over de principieeüe zijde van het vraagstuk begon te spreken, bad daarin gelijk, spr. betoog ging ook in die richting, en bedoelde een verklaring van zijn standpunt te geven. De heer Bok had blijkbaar behoefte zijn hart eens te luchten en kwam roet in 't eten gooien. Deze heer had beter gedaan te zwijgen. Hij hepft spr. niet begrepen, zegt hij; het is mogelijk, dat de materie boven zijn be vattingsvermogen uitgaat, maar in ieder geval geeft de heer Bok blijken van korte memorie, omdat ook hij In het bezit is van een concept-rapport, dat teeds in Maart 1924 werd samengesteld. Spr. gaat uitvoe rig de geschiedenis van een en ander na ten bewijze, dat hij destijds door de overige commissieleden wel goed is begrepen. Spr. begrijpt niet. dat de heer Bok thans met dit voorstel van B. en W. aoooord gaat, omdat er niets door verkregen of gewijzigd wordt. Waarom dan destijds zijn voorstel tot herziening der wethouderspensioenen? Was dit omdat in zijn partij overal het bezulnigingspaardje werd bereden, en de heer Dresselhuys er reeds aan dacht voor- stellen te doen voor afschaffing van het gezantschap bij den paus? Spr. is er niet fii geslaagd, zooals de heer van Loo op merkte, tot bezuinigingen te komen, maar er is z.i. geen epkele reden zich van de zaak thans af te maken. De opmerking van den heer Bok aan spr. adres was dan ook geheel misplaatst. In andere gemeen ten is men toch ook in die richting werk zaam, o.a. in den Bosch, waaromtrent spr een gedeelte uit de daar geldende regelinf voorleest. Voorstellen zal spr. thans niet doen, slechts zal hij aantoonen, dat zijn streven er op gericht was dadelijk te hel pen in plaats van druppelsgewijs een rechtmatige schadeloosstelling uit te kee- ren. Is de Raad van meening, dat alles maar bij het oude moet blijven, dan zal het eind den last dragen, en spr. ziel. troosten met de gedachte gedaan te heb ben wat noodig was. Resumeerende komt spr. tot de oonclu sie, dat de commissie absoluut geen nut heeft gehad, en het beter ware geweest in dien er nimmer een voorstel tot herzie ning der pensioenen ware gekomen; ver der, dat, als het den heer Bok werkelijk ernst is geweest met zijn voorstel, hij als voorzitter der commissie in geen geval kar adviaeeren, dit voorstel, zooals het daar thans ligt, maar aan te nemen. Spr. zal af wachten wat de Raad in dezen doen zal en daarnaar zijne houding bepalen. De heer Bok protesteert er tegen, dat hier op een minder vriendelijke wijze over spr. en het werk der Oommissie is gespro ken. Het voorstel, waar de heer Smits op doelt, heeft hij later ingetrokken. De heer Smits heeft de Cie. altijd opgehouden pre cies als vanavond ook weer gebeurt, met allerlei plannen, die toch niet verwezen lijkt kunnen worden. De heer Smits is met alle mogelijke voorstellen gekomen; de bij lage is het uitvloeisel van de besprekingen der Commissie, en deze is betrekkelijk doelloos geweest. Maar er is althans ge sproken en er is, zij het een zeer pover, resultaat behaald. De voorstellen van den heer Smits zijn door ons niet begrepen, evenmin als Ik hem vanavond! begrijp. De Voorzitter stelt voor de disous- sies te duiten. De heer Smits vraagt het woord! De heer Zondervan vraagt, het voorstel-van Os in stemming te brengen, anders krijgen we weer lange discussies, wént wij willen dan ook nog wat zeggen. De heer S mi i t s begint opnieuw aan een heel betoog. De heer Bok moet spr. begrepen hebben. Van spr. zal geen voor stel komen, als de heer Zondervan meent hierover weer te moeten spreken. Het voorstel-B. en W. komt in stem ming. De heer Van Os meent, dat de Raad zich moet uitspreken over de wethouders- pensioneering. De heer Smits vraagt of in de rond gedeelde blauwdruk geen aanleiding kan bestaan nogmaals uitstel te bespleiten. Bedoelde blauwdruk is door den heer ir. Van Dam vervaardigd en geeft een sche matisch overzicht van de inkoopsommen van wethouderspensioenen in de zes ge vallen waarvan hier ter stede sprake is. De heer B o r k e r t protesteert tegen een dergelijke politiek. In stemming komt nu het voorstel van B. en W. om: L de Commissie belast geweest met de eventueele herziening van de Verordening regelende die pensionneering der Wethou ders, van hare taak' te ontheffen onder dankbetuiging voor hare diensten; Dit wordt bij acclamatie aangenomen, evenals de redactioneele wijzigingen in de Verordening. Ten opzichte van de aanvul ling der Overgangsbepaling stemmen de heeren van Os, Schoeffelenberger, Bot, Smits en Eijlders tegen. Deze wordt met 11 tegen 5 stemmen aangenomen. Alvorens de vergadering te sluiten brengt de Voorzitter hulde aan de rappor teurs der begrooting, die voor zoo spoe dige indiening van het Algemeen Rapport zorgden. Spr. vraagt nu ook 'sRaads medewerking voor snelle afwerking der begrooting. De heer V a n O s «telt voor, indien de S. P. A. P. zich hiermede ken vereenigeo. geene algemeene beschouwingen te hou den. De heer Zond ervan zal met zijne fractie dit voorstel overwegen. De vergadering wordt daarna verdaagd tot Dinsdagavond 8 uur. Vergadering van Dinsdagavond. BEGROOTING. Afwezig met kennisgeving de heeren van Dam en Boon. Naar aanleiding van het voorstel van den heer VanOs, in de vergadering van Maandagavond gedaan, om ditmaal geene algemeene beschouwingen te houden, deelt de heer Zondervan namens zijne frac tie mede, dat ook deze gevolg gevende aan den wensch van de raadsmeerderheid, geen algemeene politieke beschouwingen zal houden. Evenwel behoudt de fractie zich het recht voor bij de behandeling van het Voorwoord der begrooting finantieele be sprekingen te houden. Maar in geen ge val willen wij de behandeling der begroo ting ophouden door over het beleid van het College enz. te praten. De heer VanOs heeft dit met genoe gen vernomen. Hetzelfde voorbehoud dat de heer Zondervan maakt, maken ook wij, en wij zullen bij de verschillende artikelen nog wel op een en ander terugkomen. Maar in ieder geval wint ons dit besluit een tweetal avonden uit. Nadat nog eenige discussie is ontstaan over de vraag of gisteravond gestemd was over de geheele bijlage der wethou dersbenoeming dan wel alleen over de ver schillende onderdeelen (de heer S m i t f deelt mede abusief te hebben gestemd bij de bepaling sub d, Overgangsbepaling), wordt een aanvang gemaakt met de Waterleiding. De heer B o r k e r t stelt namens zijne fractie voor de geraamde winst uit dit be drijf met 6000.te verlagen, en die van het electrisch bedrijf met dit bedrag te verhoogen. Wij willen de begrooting zelve niet in gevaar brengen, en hebben die 6000.aldus gevonden. Na de jongste tariefsverhooging van de waterleiding, welke is geschied op aandrang van den wethouder, zeide deze toe. dat, zoodra er eenigszins een lichtpunt zich opdeed, deze verhooging ongedaan zou worden ge maakt. Inderdaad is de wethouder met een kleine verlaging gekomen. Nochtans zijn wij niet voldaan; wij willen pas winst cal- culeeren, indien er inderdaad sprake is van billijke tarieven, en wij hadden ver wacht, dat men deze wel op peil zou heb ben gebracht. Op het oogenblik is nog eene winst geraamd van 14.000.—, tér- wijl de tarieven hooger zijn dan de nor- nale. De raming voor het electrisch bê- Jrijf is altijd beneden de werkelijkheid gebleven, zoodat wij de 1000.—, die min der ontvangen zou worden uit de water leiding, zeer goed uit het electrisch bedrijf kunnen halen. Spr. geeft hieromtrent eenige cijfers ten bewijze van de zeer lage amingen voor dit bedrijf. Er zijn 80.000 K.W. meer ontvangen dan geraamd was lus ook meerdere winst. Ook in 1928 was lat het geval, toen werd 60.000 K.W. meer ontvangen. Thans zijn geraamd 606.000 K.W. met een winst van 84.018.als wij dit afronden en de winst opvoeren tot 40.000.meent spr., dat wij die zullen bereiken. Daarmede kan het waterleiding- tarief worden verminderd, en met tariefe verlaging voor dit bedrijf doen wij eene laad' van billijkheid. De heer Y a n O s vindt die redeneering van den heer B o r k e r t zeer mooi, maar ons electr.-bedrijf zal niet in die mate stij gen, of, zoo all, ter\ koste der gasfabriek. Spr. vindt de raming van B. en W. beter. Laten wij ons aan deze raming houden, mocht in den loop van het jaar blijken dat het kan, wat de heer Borkert wil, dan kan dat nog altijd' gebeuren. De heer Van der Veer heeft in de sectie gevraagd of het net niet wat uitge breid kon worden in Koegras, en hierom trent in het Alg. Rapport niets gevonden. Spr. hoopt dat men hieraan gehoor zal geven. In de verordening staat wel dat men regenbakken van 4 M. inhoud moet hebben, maar veel woningen in Koegras kunnen zooveel water niet verzamelen. Ook kan men geen Nortonpompen slaan, zooals in Anna Paulowna; het is slecht wa ter wat men hier krijgt. Spr. hoopt op eeni ge uitbreiding dezen zomer. De heer Soho ef f elenberger: Het voorateWBorkert is niet zoo dwaas als men wel denkt. Het eleotr.-bediijf is een be drijf dat normaal groeit en de winst is zeker te Laag geschat Bovendien is het naar spr. meening lood om oud ijzer of men het eene bedrijf ontlast ten koste van het andere; men moet op bezuiniging d'er uitgaven komen. Het electr.-bedrijf zal straks een grooter winst boeken. De belas ting moet omlaag, wij moeten een ^ander eindcijfer van de begrooting zien te krij gen. De heer Bo k is het niet met den heer Borkert eens. Wij moeten de risico's van eik bedrijf daarop laten. De heer Schoef felenberger maakte de juiste opmerking, dat het geld! tenslotte toch wordt opge bracht. De heer Grunwald is over de rede neering van den heer Borkert verwonderd. Deze heer heeft mede de begrooting sa mengesteld. De verschillende begrootin gen zijn eerst in de Commissie van de hoofdambtenaren behandeld, daarna in de secties. Verleden jaar iB beloofd de tarie ven te verlagen en dit is ook geschied, zoo veel mogelijk voor de kleine verbruikers. Dat de waterleidingtarieven te hoog zijn, spreekt spr. tegen; in Bloemendeal zijn ze. veel hooger, en in tal van andere plaatsen ook. Vooral voor de kleine huizen zijn de tarieven niet hoog. De bedrijfebegrootin- gen zijn sober geraamd, maar inderdaad is het een overhevelen van het eene be drijf in het andore. De belasting is aan het eind en het zal de vraag zijn of wij het ge raamde belasting bedrijf bereiken. Wij mosten dus uit de bedrijven winst halen om de sociale maatregelen te neimen die noodig zijn. Zoo nu weer de Kerstgave, die over 1926 moet worden gevonden. Moéten wij nu voor de waterleiding, die al zoo krap is, niet eenige winst ramen? In an dere plaatsen is die winst belangrijk hoo ger dan hier. Als het electr.-bedrijf niet zou groeien, zouden wij verleden jaar niet den moed gehad hebben die tarieven.te verlagen. De electr.-prijzen zijn reeds met 6 ct. verlaagd, hetgeen een mindere winst van 26.000.oplevert. Voor 1926 is een hooge.raming gemaakt. Spr. kan niet be- oordeeien of de winst heel veel grooter zal worden, maar zeer zeker is op,een belang rijke verhooging gerekend. Spr. is het eens met de heeren Bok en van Os, dat dó gasoonsumptie zal verminderen door de toename van electriciteit. Spr. zou het ge waagd achten gevolg te geven aan het voorstel-Borkert en pntraadt dit. Uitbreiding Koegras. De heer v. d. Veer weet natuurlijk niet dat zooiets 'n 47.000 aan de gemeente zou kosten. En wij zijn daarvoor wel ietwat huiverig, omdat wij niet weten, of die gelden zelfs maar ge dekt zouden worden door het verbruik. Wij begrijpen het belang voor de melk- voorziening, maar wij mogen dit bedrag toch niet beschikbaar stellen. In Koegras heeft men electr.-tarieven die lager zijn dan hier. In elk geval zullen wij de zaak niet vergeten. De heer Schoeffelenberger toont thans gouvernementeel te zijn en de zaak goed in te zien. Zijne opmerking is zeer juist. De heer Borkert repliceert. De heer van Os is bang, drft het misloopt als we de waterleidingtarieven verlagen, die inder daad niet laag zijn. Spr. meent, dat in de Cie.-vergadering, waar ook de heer van der Veer aanwezig was, de uitbreidingen van het net zijn toegezegd. De heer V an Loo: In de laatste verga dering, die de heer Borkert niet bijwoon de, viel de beslissing om het niet te doen. De heer Borkert: Zooals de heer Schoeffelenberger de zaak voorstelt, is zij niet. Iets and'ers ware het, als wij naast de verlaging van de waterleidingbegrooting eene verhooging zetten van die van het electrisch bedrijf, zonder meer, maar wjj krijgen tevens uitbreiding van debiet. De wethouder zegt dat spr. thans dit voorstel doet hoewel hij in de de. de be sprekingen meemaakte: Spr. is er trotsch op geweest in een gemeente te wonen waar geen progressie voor het water was, en elk symptoom dat dit in gevaar kan bren gen moet bestreden. Ware er geen winst geraamd dan zou spr. niet den moed heb ben met dit voorstel te komen. We hebben onvoldoende personeel voor alle elctr.-aansluitingen, zóó'n vraag is er naar. Spr. wijst op het gebeurde bij de vorige begrooting, toen de heer Grunwald heeft toegezegd niet „zooveel mogelijk" maar het „heele bedrag" te zullen vergoeden. De heer Grunwald heeft dit 6 Mei 1926 beves tigd, mits geen verlies zou worden gele den. Nu is er in plaats van verlies winst, en spr. blijft zijn voorstel handhaven. De heer V a n L o o: Het zou den indruk wekken alsof een gedeelte van den Raad tegen verlaging was. Dat is niet zoo, het is overwogen in de Cie., maar wij konden niet verder komen. Thans wil de heer Bor kert van de gemaakte winst 6000.aan de verbruikers teruggeven. Spr. zou zeg gen laat de winst zoo staan. Het gas heb ben we ook noodiig, en is pas verhoogd in prijs; we zouden die 6000.daar ook op kunnen brengen. Op die manier zouden we nog andere posten kunnen verlagen. De heer Grunwald': De heer Bor kert, die den vorigen keer spr. een goo chelaar met de doos van Padora noemde, goochelt thans zelf. Spr. gaat althans lie ver met zijn partijgenoot Wibaut in zee. De electr.-winst is zoo zuiver mogelijk ge raamd het gemeentebestuur mag niet de politiek van op zien komen huldigen. Men kan toch ook de winst van de gasfabriek niet zóó maar verhoogen. Verleden jaar heeft spr. gezegd, te trachten hetgeen van het Prov. Bedrijf terugkwam, aan de ver bruikers terug te geven. Wij zijn nog niet zeker of ook voor 1926 restitutie gegeven wordt. Ged. Staten willen hieromtrent geen toezegging doen; wij hebben het ech ter bij het verbruik geraamd! in de hoop dat het niet in rekening wordt gebracht. De begrooting is zoo scherp mogelijk ge raamd. Spr. heeft gedaan wat beloofd is: het van de Provincie teruggekregen be drag gerestitueerd en belooft te zullen trachten verder te gaan. Het gaat niet aan spr. hieromtrent de oud» plunje te voor schijn te halen. De heer Borkert handhaaft zijn voor stel en wordt in stemming gebracht. Tegen stemmen de heeren van Os, Bot, mevr. v. d. Hulst, Maters, Smits, Eijlders, Verste gen, Van Breda, Grunwald, Bok, v. d. Voer, v. Loo en Schoeffelenberger, zoo- dat het verworpen wordt met 186 stem men. Hoofdstuk Waterleiding wordt vervol gens aangenomen. Gasfabriek. De heer Borkert wil nog, naar aan leiding van het straks gesprokene, op merken, dat het zeer dwaas zou zijn de winst uit het waterieidiingbedrij f op de gasfabriek over te brengen, zooals is ge zegd. Er is een- vage toezegging van het College omtrent het aanbrengen van klei ne verbeteringen in de leidingen. Spr. is altijd voorstander geweest om dergelijke gebreken, niet ontstaan door de schuld van den verbruiker, van gemeentewege te herstellen. Dat geschiedt in Indië ook, en ook de American Oil Company doet het voor haarafnemers. Het is een kwestie van een kleine reparatie en men houdt er de dienteele mee. Het debiet zal er door vergrooten. De heer Grunwald yoelt er veel voor, ook het College heeft ln het rapport overweging toegezegd en het is de bedoe ling de zaak spoedig in de Cie. voor de Be drijven te brengen. Vooral waar de calo rische waarde thans hooger is, is het zaak hieromtrent de verbruikers in te lichten. De begrooting wordt aangenomen, even als die van het Electrisch Bedrijf. De heer B r k er t zal, na het gevaUen votum, zijn voorstel omtrent het Electrisch Bedrijf niet langer handhaven. Reiniging. De heer Schoeffelenberger zal thans het boetekleed aantrekken. Toen spr. bij die begrooting verleden jaar zijn voorstel deed, werd in den Raad' gezegd (en ook in de oourant geschreven), dat het vrijwel hum Wig van spr. was. Spr. voor stel was ernst, zooals zijn heele leven zich steeds door ernst kenmerkte. De Held. Crl mocht zooi ets niet zeggen. Iedereen heeft de stukken dezer zaak kunnen lezen; er waren drie punten, waarvan vooral dat betreffende de overname der materialen niet kon worden aanvaard'. Daardoor werd het spr. al onmogelijk gemaakt zijn voor stel te handhaven. Het tweede punt was de borgsteUing; het College heeft dat ook niet goed begrepen, want spr. wilde twee zeer soliede borgen stellen, die voor een ton goed zijn. Toen in het College een waar borgsom geëischt was, was dat fout, om dat het ondoenlijk is zoo'n bedrag als cau tie te stellen. De andere kwestie: het aan tal van het personeel, waarmee spr. het bedrijf oontinneeren wil, gaat het College niet aan. De gemeente schrijft ook niet in haar bestekken het aantal werklieden v< or. Als hij het bedrijf pacht, is ry geen raadsUd meer en heeft geen verantwoor ding voor het personeel. In spr. contract lag reeds een werkwijze opgesloten, het zou ook dwaasheid zijn zoo'n clausule niet op te nemen. Ook dat spr. de werklieden zou moeten „leenen" was fout Men heeft hierbij de politiek van de roode lap ge haald. Spr. heeft zijn voorstel ln het be lang der gemeente gedaan, al wilde hij er natuurlijk wat aan verdienen. Maar men heeft het doen voorkomen als zou spr. het niet geineend hebbep. Spr. heeft zijn werk program bij zich waaruit blijkt hoe hij zich den gang van zaken voorstelde. O.a. zou hij alle putten in de gemeente hebben aanbesteed in plaats van daarvoor een man met een kar te zenden. Wij hebben thans een reorganisatie die ook spr heeft gesteund, en de werkwijze kan spr. goed keuring wegdragen. Maar thans nog kan men bij uitbesteding het bedrag voor 26.000.minder exploiteeren. Natuur lijk blijft de personeelsvraag over, maar dat heeft men toch in de groote politiek ook, ais bijv. het militarisme wordt afge schaft. Ik heb daarmede niets te maken Spr. moet in dit opzicht namen noemen: hjj verbaast zich over raadsleden (de hee ren Maters en v. d. Veer) die in particu liere gesprekken zeggen dat het voor het bedrag kon en in de Cie. anders spreken. De heer Bos heeft tegen den heer Bok ook gezegd het voor 7 40.000.minder te willen doen. De heer VanderVeer heeft niet de minste toezegging gegeven, ook niet de zaak op straat besproken. Maar hij heeft in de Commissie bezwaren naar voren ge bracht, hetgeen zijn recht was. De heer Maters erkent met den heer Schoeffelenberger eens over de zaak ge sproken te hebben. Spr. heeft gezegd: als er werkelijk in uw voorstel iets zit, dat een voordeel voor de gemeente kan zijn, zal ik er voor zijn. In de hierop volgende verga deringen bleek spr. dat het voorstel niet in het voordeel der gemeente was, waar door natuurlijk het gezegde verviel. Het was in hoofdzaak de vraag voor de zorg van het overtollige personeel. De som van den heer Schoeffelenberger telde ik bij hetgeen het aan de gemeente zou kosten, en toen kwamen we precies op hetzelfde cijfer van thans. Nu weten we wat we heb ben, en dat zouden we dan niet weten. De heer Bok rectificeert het gespro kene. Spr. was ervoor als de heer Schoef felenberger het voor elkaar kon krijgen. De heer Boogaard heeft er nooit aan gedacht dat achter dit voorstel politiek zou zitten. Achteraf bleek dat wel degelijk er politiek achter zat. De heer Schoef felenberger zou er het College en de Cie. een verwijt van maken, niet op de zaak In gegaan te zijn. Slechts een „kleinigheid" had de gemeente maar toe te stemmen, nJ. overname van het aangekochte materieel. De heer Schoeffelenberger wilde de ge meente verplichten het nieuwe materieel over te nemen. Ook do borgen vond de heer Schoeffe lenberger een kleinigheid. Iemand die thans goed is, voor een ton, is de volgen de week misschien net zoo gesjochte als wij zelf. De heer Schoeffèh'nbi'rger d'enkt daar licht over, de Cie. uitteraard niet. De heer Schoeffelenberger wilde het be drijf met 17 man voortzetten; de overige 20 Wijven voor rekening der gemeente. Een vergelijking met de afschaffing van het militarisme gaat niet op; een reini gingsman is productief, maar een militair niet. De hoofdzaak in de Oio. ging over die werkzaamheden: sneeuwruimen ete. In Am sterdam komt de brandweer bij overstroo- ming etc., hier doet de Reiniging dat alle maal. En de heer Schoeffelenberger, die dit allemaal niet wist, zag van de zaak af. De heer V a n L o o: De heer Schoeffe lenberger heeft gezegd, hij zou het boete kleed aandoen, maar daarvan is nog geen sprake. De heer Borkert: Hij deelt boete- kleeden uitl De heer V a n Loo: Hij die altijd praat De heer Schoeffelenberger had het er waarlijk naar gemaakt Wij behoeven daar nu niet weer op terug te kamen. Enkel het feit al, dat hjj zich niet vooraf op de hoog te had gesteld dat onder de Reiniging óók werkzaamheden als sneeuwruimen e.d. ressorteerden, wijst al op weinig serieus onderzode. Nu weer deelde de heer Schoef felenberger mede zich om de 16 op wacht geld te stellen werklieden niet te bekom meren, daar hij, indien hij pachter ware geworden, raadslidraf werd' en dan geen verantwoording meer droeg! Inderdaad een frisch standpunt! De Held. Crt. hand haaft dan ook ten volle haar meening, dat hier weinig ernst voorzat over belastingverlaging enz., zegt nu: ik spreek alleen als raadslid. Als ik de Rei- riging heb, ben Ik raadBlid af en dan trek ik mjj van de rest niets meer aan. Dat is geen kostenbesparing natuurlijk. Wij wa ren verbaasd dat dit voorstel uit de bus kwam. Hjj ware verplicht geweest inder daad het boetekleed aan te trekken en te zeggen: hier wordt niét bezuinigd door wat ik wil, en met de tegenwoordige reor ganisatie, die wij nu hebben doorgevoerd, wordt 25.000 meer bezuinigd dan met het plan-Schoeffelenberger. De heer E ij 1 d e r s zet op den voor grond, dat de heer Schoeffelenberger in derdaad het .gemeentebelang heeft meenen te dienen. Maar spr. betwijfelt het wel eenigszins, of, indien niet tevens zijn por- temonnaie-belang er bij betrokken ware geweest, deze reorganisatie-plannen door den heer Schoeffelenberger waren inge diend. Spr. gaat het verloop dezer geschie denis uitvoerig na; in de raadsvergadering van 19 Jan. 1.1. zeide de heer Schoeffelen berger, dat hjj het bedrijf voor 1/8 minder wilde exploiteeren dan het thans de ge meente kost. „Het is mischien wel arro gant," zoo zeide hij, „maar ik zal die zaak behartigen tot volle tevredenheid van ge meentebestuur en burgerij". In de verga dering van 4 Febr. zegt diezelfde heer aat hij het bedrijf exploiteeren wil voor 75.000.—; hij schijnt daartoe een onder zoek te hebben ingesteld in Gorinchem. Doch daar is alleen het ophalen van vuil verpacht, de uitbesteding van beer valt er buiten. Het betoog van den heer Schoeffe- leniberger wóndt daar ap gebouwd; hjj brengt verder In bespreking het zielen aantal van Goriichem en vergelijkt dat met Helder, voegt erbij het ophalen der beer a 25.000 en komt zoo tot 76.000. Hij vraagt of de heer Verstegen hierop wil ingaan en roept den Raad en de pu blieke tribune tot getuige. Op 24 April diende hij zijn 24 artikelen voorwaarden ln, die spr. hier niet behandelen zal. Al leen art. 4. Dat geeft aan waar de schoen wringt. De heer Sch. zegt daar: ik stel mij voor een personeel noodig te hebben van 17 20 nvan één onderbaa's, hetwekl ik wensch over te neimen uit 't bestaande ge- meentepersoneel tegen een salaris van 1820 per jaar, onderbaas f 2000, plus 8-urige werkdlag en 46-urige werkweek Als het onzin is op deze wijze door te gaan, waarom koimt de heer Schoeffelen berger dan niet met een voorstel tot reor ganisatie, waardoor de kosten minder worden in plaats van met een plan tot uit gave in particulier beheer? Werkt de uit besteding te Gorinchem tot volle tevreden heid van de burgerij of zit men daar niet in zak en asch over de uitbesteding van de gasfabriek? De heer Sch. heeft bij de behandeling der begrooting op verschil lende instellingen gewezen, en de werk wijze bestreden, zoo mógelijk daarin ver beteringen aangewezen. Maar bij de be handeling van deze materie was alleen de grondtoon „uitbesteden". Ik dacht, dat de heer Schoeffelenberger op het standpunt stond om monopolistische bedrijven of diensten ln eigen beheer te houden. De heer Schoeffelenberger had ln open baren raad moeten zeggen wat hij schrijft in zijn voorwaarde punt 4, dan wisten we ineens waar de fout zit. Op het oogenblik werken er op de gemeente-reiniging 85 vaste menschen, terwijl voor losse werk lieden nog een bedrag is uitgetrokken. Aan loonen wordt uitbetaald 66.000. De heer Schoeffelenberger acht noodig 20 werklieden, 86.000 loon), hertgeen aan loonen een bezuiniging oplevert van 29.000. Zou de heer Schoeffelenberger niet beter dóen bij den Raad te komen met een gedetailleerd plan om den dienst zóó te regelen, dat hetzelfde werk wordt ver richt met 16 man minder dan thans. In dien Uw reorganisatie-plan zóó aanneme lijk geimaakt wordt bij den Raad, dan doet rij een weldaad aan de geheele burgerij, die u recht zou geven heel uw leven lid van den Raad te blijven. De heer Borkert: Jonge, jonge, da's een strafpredikatie, Schoeffelenberger! De heer Eijlders zet zijn betoog voort Spr. meent, dat uitbesteding van het bedrijf voor 76.000 geen bezuiniging zou opleveren, daar de wachtgeldregeling voor het overtollig geworden personeel ook voor rekening der gemeente komt, evenals rente en aflossing. Spr. wijst op de z.g. tekorten van dit bedrijf, die eigen lijk geen tekorten zijn. Water, gas, eleo- triciteit zijn onnatuurlijk noodlijdend in dien zij met tekorten werken, oand^t hier aan als elach moet worden gesteld, dat elke afname door de afnemers moet wor den betaald. Met verlies werken dezer be drijven heeft tengevolge, dat de niet-ge- bruikers van het product ook mede-beta- en voor de verbruikers, hetgeen onlo gisch en onbillijk zou zijn. Geheel anders is de toestand bij een reinigingsbedrijf. Vroeger werden hiervan groote ontvang sten genoten wegens opbrengst van aller lei meststoffen, en bleven de z.g. tekor ten binnen enge grenzeq. Nu zijn de tekor ten grooter geworden en elscht men. dat' bjj dit bedrijf met sterke bezuinigingen wordt begonnen. Dit is onbillijk, aange zien deze dienst zijn product niet wille keurig in prijs kan verhoogen, zooals met water enz. kan geschieden. Waar de Ge meente-Reiniging haar diensten kosteloos verricht voor particulier of overheid, moet ddt bedrijf wel met zware verliezen wer ken. Waarom betaalt de gemeente niet voor het reinigen van den openbaren weg, terwijl zij wel betaalt voor de verlichting, voor het weghalen van vuil enz. Voor de gemeente komt het op hetzelfde neer; het betreft hier een administratieve maatre gel, maar de buitenstaander, in casu de belastingbetalende kiezer zou het bedrijf met geheel andere oogen beschouwen als dit niet langer met tekorten werkte. Spr. bepleit invoering van tarieven voor alle diensten der reiniging; dit is ook billijk voor hen, die buiten den dlenstkring der reiniging wonen en thans evenzeer aan de tekorten bijbetalen, terwijl zij van het be drijf niet kunnen profiteeren. Bovendien eeft tatlefheffing een personeel om de :oaten boo laag mogelijk en de dienst-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 7