T
ALLES MOET WEG.
HERMAN NYPELS,
Hoest-Kee!pijn
Anga-bonbonsAj
VIERDE EN LAATSTE BLAD.
n.
GEMENGD NIEUWS
wegens verbouwing.
HELDER
SCHAGEN
VAN DONDERDAG 24 DECEMBER 1925.
KERSTMIS 1925.
Internationale Vredesklanken.
Het Kerstfeest brengt de gedachte van
„Vrede op Aarde" in de hoofden en har
ten. Maar om dien vrede ongestoord te
doen rondwaren, moet er allereerst vrede
zijn tusschen de volkeren. De w e n s c h
naar vrede is oprecht en algemeen, maar
de middelen ter verwezenlijking van dien
wensch zijn daarom nog niet zoo gemak
kelijk in toepassing te brengen.
In de tijden der ouden, zoowel Grieken
als Romeinen, wier dichters en redenaars
den vrede reeds bezongen, kende men
arbitrage-scheidsgerecht al als middel
om geschillen tusschen landen en volken
zonder bloedvergieten op te lossen. Maar
de toepassing was zwak, omdat de oorlog
in die tijden van voortdurend wapenge
weld een normaal verschijnsel werd ge
acht. Naarmate echter dd geschiedenis
voortging, veranderde dat, en in de zeven
tiende en achttiende eeuw komen scheids-
gerechtelijke uitspraken, ook tusschen
belangrijke Staten in Europa, meer dan
•ens voor.
De negentiende eeuw bracht niet alleen
toeneming van het aantal dezer be
slissingen, maar ook grooter zekerheid
en regelmaat. Tevoren toch was het aldus,
dat over de vraag of een scheidsgerecht
sou worden Ingesteld, eerst werd beslist
op het oogenblik, dat het geschil uitbrak.
Dan heerschten aan weerszijden reeds
wantrouwen en spanning, die zulk een
regeling belemmerden. Vandaar dat men
er toe overging om verdragen te sluiten,
die bepaalden, dat óf zekere soorten van
Seschillen, óf alle geschillen, met uitzon-
I ering van enkele aangewezene, altijd
aan een scheidsgerecht zouden worden
onderworpen.
Nederland ging in 1904 met Denemar
ken, in 1908 met Italië verdragen aan,
kraohtens welke dat met alle geschillen
het geval zou zijn. Maar de groote landen
zonderden geschillen, die „eer en levens
wandel" betroffen, uit. Daar nu Juist
zulke geschillen de meest gevaarlijke
zijn, kon arbitrage nog weinig doeltref
fend werken en ook den grooten oorlog
niet voorkomen.
Maar na de instelling van den Volken
bond is dat anders geworden. Het in 1919
aangenomen grondverdrag (Pact) eischt
van de leden onderwerping van geschil
len, hetzij aan arbitrage, hetzij aan uit
spraken van den Raad. Is deze laatste
echter niet eenstemmig, dan blijven de
partijen vrij hoe te handelen. Dan kan er
dus tooh oorlog tusschen de leden van
den Volkenbond ontstaan! Vandaar, dat
in 1924 het bekende Protocol van Genève
werd aangenomen. Daarin werd opnieuw
door middel van arbitrage oorlog verhoed
als zich zulk een niet een-stemmige uit
spraak voordeed.
Het Protocol echter werd niet inge
voerd. De tractaten van Locarno het
zijn er totaal zeven, die één geheel vor
men hebben het nu gedeeltelijk ver
vangen. Zij maken, dat, als zich geschillen
voordoen welke en van welke betee-
kenis ook hetzij tusschen Duitschlaud
en Frankrijk of Italië in het Westen,
hetzij tusschen Duitschland en Polen of
Tsjecto-Slowakije in het Oosten, de arbi
trage ae oplossing moet brengen. Het
vreedzaam middel dus en niet de wapenen
zijn dan aan het woord.
PARLEMENTAIR FEUILLETON
door
Wt. J. BASTIAAN.
De Handelingen.
Gram verhaalt ons van een stenograaf,
die zich in een dergelijk geval op een zeer
gewaagde wijze uit den nood gered moe
hebben Een afgevaardigde, die gewoonlijk
eenmaal 's jaars het woord voerde zoo
verdienstelijk zijn er helaas al te weinig
tegenwoordig! had een redevoering uit
gesproken, die in het rumoer totaal verloren
was gegaan. De betrokken stenograaf her
innerde zich «chter, dat de „geachte afge
vaardigde" het vorig jaar een dergelijke
Ziedaar een overwinning van beteekenis
van de oude en toch nog zoo nieuwe
gedachte van internationaal scheidsge
recht. Een overwinning van het verstand
op het geweld, die het „Vrede op Aarde"
bij dit Kerstfeest hoopvoller doet weer
klinken dan eenige jaren tevoren. Maar
tegelijk ook allen ook en niet het
minst in Nederland aanspoort om onze
krachten onverpoosd in dienst te stellen
van deze goede zaak, welke in de „Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede" te
s Gravenhage haar belichaming vindt.
„Vrede op Aarde" ruisebte eertijds door
de ceders van den Libanon. „Vrede op
Aarde" is thans de internationale vredes-
klank, welke vanuit het vredige Locarno
zich over de geheele wereld voortplant!
Over boord geslagen.
Het Duitsche motorschip „Fridhjof",
dat Dinsdag uit Rotterdam met een la
ding kolen naar Odense vertrok, kreeg
gisteren op zee 20 mijlen ten Z.W. van
het vuurschip „Haaks een stortzee over
boord. Ttfee stuurlieden en een matroos
waren op dat oogenblik aan dek bezig
met het vastsjorren van planken. Alle
drie werden door het overkomende water
overboord gespoeld. Pogingen tot redding
konden niet worden aangewend. Alle drie
mannen verdwenen in de diepte en von
den hun graf in de golven.
De slachtoffers zijn: de eerste stuur
man Heydorn, uit Hamburg, de tweede
stuurman Hansman, afkomstig uitWest-
Rauder-Fehn en de 29-jarlge matroos
Wenik, uit Koningsbergen. De eerste
stuurman was gehuwd en vader van 2
kinderen.
De matroos Kruge, uit Ballaga, in
Oost Pruisen, werd door de stortzee tegen
de verschansing geslagen en brak dien
tengevolge een dijbeen.
Het schip, dat onder commando stond
van kapitein Baumgarten, in Altona, is
na het ongeval naar Rotterdam terugge
keerd. De gewonde matroos is naar het
ziekenhuis te Rotterdam vervoerd.
De gisterenavond te IJmulden binnen
gekomen stoomtreiler „Stormvogel" rap-
Sorteerde, dat door den storm twee te
chevenlngen thuisbehoorende matrozen
overboord geBlagen en verdronken zijn.
Een der beide lijken heeft men later
kunnen opvissohen en mede naar IJmul
den gebracht.
Ben aap in eten Belgisch bosch.
Te Kapellen en Hoogboom leefde sedert
eenigen tijd in het bosch van den heer
Bunge een groote aap, aldus vertelt „Het
Laatste Nieuws".
Het monsterachtige dier, waarvan nie
mand de herkomst kon verklaren, was
niet Ibijlzonder kwaadaardig. Wel scheen
de aap vermaak te hebben met denappels
te werpen met zulk een kracht, dat hij
naar men althans beweert een paard
uit de stallen der Antwerpsohe poloclub,
welke daar gelegen zijn, kreupel had ge
gooid. Overigens toonde het beest zich
weinig aanvallend en het had 'een waar
plelzier als het zag dat de menschen voor
hem op den loop gingen. Dan lachte het
monster op akelige wijze.
Daar het invallen van den winter én
dikke sneeuwvlagen het monster beletten
voldoende voedsel te vinden, werd aap
brutaler. Hij achtervolgde de menschen,
stal de broodzakken der werklieden en
maakte 's avonds de wegen onveilig. Toen
werd besloten het dier te vangen. Men
loofde ^en preanle uit voor dengene, die
het beest levend in handen kreeg.
Een groep inwoners besloot het dier te
lokken door 's nachts een vuur aan te
Ingezonden Mededeellng.
redevoering gehouden had. Snel schreef hij
de verjaarde redevoering over, met eenige
wijzigingen, deed haar als een versch pro
duct den redenaar voorzetten, en deze
hechtte er zijn zegel aanl
Anderzijds wordt de taak van den steno
graaf verlicht, wanneet de redenaar zijn
rede op schrift gesteld heeft. Echter kan
zelfs deze copy niet altijdi zonder meer aan
den zettter worden overgegeven, sedert een
afgevaardigde eigen verkortingen had be
dacht en had neergeschreven, dat hij tegen
het aanhangige wetsontwerp was
Inderdaad bezitten slechts weinigen de
gave van het woord'! Vooral in onzen véél
sprekenden tijd is ieder, die het woord
voert, volstrekt nog geen redenaar. De ach
teruitgang in standing van onze vertegen
woordigende lichamen manifesteerde zich
wel het duidelijkst in de talrijke weinig ver
zorgde redevoeringen. .Trouwens, de veelal
straffe rantsoeneering van den spreektijd
laat weinig gelegenheid meer tot het uit
spreken van een monumentale rede. „Parie
maniakken", die een hagelbui van woorden
op hun omgeving doen neerklateren; Wier
razende dolle haast van spreken den toe
hoorder zelfs het maken van behoorlijke
aanteekeningen belet;* die een oratorisch
snelheidsrecord trachten te bereiken, zij
spreken tenslotte alleen nog voor den ste
nograaf.
Zeer weinig redenaars, aldus werd inder
tijd op het Stenografisch Congres te Lon
den betoogd, spreken 200 woorden in de
minuut; wie beproeft 250 woorden te lezen
(niet te spreken), doet niets dan rammelen
(a mere gabblejDe tegenwoordige praktijk
brengt de gemiddelde spreeksnelheid echter
veelal dichter bij de 250 dan bij de 200
woorden, maar gelukkig heeft de moderne
stenografie zich ook hierbij weten aan te
passen!
Tal van sprekers keuvelen ook, alsof zij
thuis zaten bij een kop koffie. Zij beginnen
volzinnen, die zij vergeten te voltooien; her
halen ze, verwarren zich in hun woorden, of
kiezen een onjuiste uitdrukking voor een
gedachte.
Zoo hebben wij uit den mond van rede
naar» vernomen:
dat «preker» voorganger den spijker op
KLEEDINGMAZIJNEN
steken. De „baviaanvangera" kregen ech
ter twist over politieke zaken en lieten
het vuur uitgaan, zoodat hun poging geen
reeultaat opleverde.
Den volgenden dag lag heel het woud
bedolven onder de sneeuw. Een meisje,
dochter van den bosahwachter, dat naar
school ging, zag den aap zitten, geleund
tegen een boomstam. Zij wilde naar huis
teruigloopen, doch 'het beest laohte haar
toe, en maakte een beweging dde beduid
de, dat 'hij eten wilde hebben. Het kind
gaf hem een stuk brood, dat het beest
goed scheen te smaken. Althans, de aap
klopte zich vergenoegd op den buik, en
toen het meisje weer naar huis terug
keerde, volgde het groote beest heel ge
dwee, voortdurend nog de lippen likkend.
Thuis gekomen, gaf 'het meisje, tot
grooten schrik harer moeder, het dier
meer eten en het gevolg was, dat de aap
niet meer weg wilde van zijn weldoenster.
Men kon het dier heel gemakkelijk ke
tenen en overbrengen naar den Dieren
tuin te Antwerpen, waar men bevond,
dat bet dier tot de zeldzaamste apensoor
ten 'behoort.
Het-meisje kreeg de uitgeloofde premie
van 200 frank.
De valsche Fransche bankbiljetten.
Volgens een telegram uit Boedapest
aan het „Berliner Tageblatt" is een der
gearresteerden, Marsowsky, de vroegere
vriend van den bekenden leider der anti
semieten, Julius Gömbös. Marsowsky,
een gep. ritmeester, was bij de jongste
verkiezingen de leider van het kiesbu
reau, werd de latere secretaris van de
anti-semietische partij en ten slotte par
lementair berichtgever van het anti-se
mietische blad „Szozat".
De tweede gearresteerde, de gep. kolonel
van de cavalerie Jankowits, is een zwa
ger van den Honved-minister Osoky.
Gedurende den oorlog was h(j chef van
den generalen staf.
De derde gearresteerde, Mankovits, is
naar men weet een kousenfabrikant uit
Boedapest en een .bekende medewerker
van de anti semietische pers.
Volgens berichten uit de Hongaarsche
bladen zijn er bij deze geheimzinnige
aangelegenheid een groot aantal geziene
persoonlijkheden uit Boedapest betrokken.
In Boedapest, waar het gebeurde groot
opzien baart, vertelt men dat de drie
gearresteerden de Fransche bankbiljetten
den verkeerden kop had geslagen;
dat een winkelier niet kan worden aan
gesloten op een kookgasmeter;
dat .de suikerbiet de reddende engel is,
waarop de landbouw drijft;
dat les wordt gegeven in een lokaal met
veel gerij;
dat pachters last van mond en klauwzeer
hebben;
dat een sleeperswagen er het bijltje bij
had neergelegd;
dat boomen lijden aan vernielzucht;
dat men bij een dergelijke aanbieding met
beide handen moest toehappen;
dat men zich blij maakt met een doode
musch, die men eerst heeft opgeblazen;
dat in het debat oud zeer wa» opge
warmd;
dat de S.D.A.P. haar voornaamste 'ge
boorte niet in Engelanj heeft plaat» gehad,
ongeacht de talrijke gezegden, die voor een
dubbelzinnige uitlegging vatbaar zijn en,
dikwijls tot groote verwondering van
d'en argeloozen spreker daardoor groote
hilariteit verwekten.
Ook het aantal stijlbloempjes, dat in den
loop der jaren geplukt is in den tuin der
letteren, is oneindig groot. Hoevele spre
kers hebben „alle hens aan dek geroepen"
om allerlei karweitjes te doen, die men nu
juist niet aan boord pleegt te doen; hebben
„de stoute schoenen aangetrokken"; hebben
„een spaak in het wiel gestoken"; hebben
urenlang gesproken over de vele muisjes
„die een staartje hadden"?
Het spreekt vanzelf, dat de stenograaf
al hetgeen in het vuur der improvisatie aan
de redevoering ontbrak, moet bijvoegen en
het geheel gestyleerd moet afleveren. Na
tuurlijk kan de bona fide stenograaf
want het spreekt vanzelf, dat velen, die
naar den palm dongen, tenslotte te laag
tastten, niet opschrijven wat tengevolge van
lawaai en rumoer als zinlooze klanken tot
hen komt. Zelfs geoefende stenografen
en dit zijn toch 'scherpe luisteraars, die
spoedig de fout in verkeerd geconstrueerde
zinnen ontdekken verstaan klanken wel
eens verkeerd. Zoo liet een stenograaf den
voorzitter van een vergadering hardnekkig
zeggen: allez, maakt voort, inplaat» van het
door dazan magistraat gemompelde: geen
hebben vervaardigd, teneinde de anti
semietische beweging in Hongarije nieu
we geldmiddelen te verschaffen. Kolonel
Jankovits moet de bankbiljetten zelf in
Boedapest hebben gemaakt en ze daarna
naar Holland hebben gesmokkeld.
Brand in een kruttbergplaats.
Gisteravond omstreeks halfacht meld
de de berichtgever van het HbL te Amers
foort, dat een ernstige uitslaande brand
waa uitgebroken in de wapen- en kruit-
bergplaata van Rujjven daar ter stede. In
het magazijn waren veel kruit en patronen
opgeslagen. Men vreest voor ernstige ont
ploffingen.
De brandweer slaagde erin het vuur
meester te worden. De bergplaats is van
binnen uitgebrand; ontploffingen of an
dere ongelukken zijn niet veroorzaakt Er
is veel brand- en waterschade. Het kruit
kon in veiligheid gebracht worden. De
oorzaak van den brand M onbekend.
Een nieuw draadloos station.
Hef krachtigste ter wereld.
Met ingang van 1 Januari zal de of-
flcieele Engeisohe draadiooze dienst wor
den uitgezonden door het nieuwe station
te Rugby, dat volgens de Engelschen
wellicht bet krachtigste is ter wereld.
De bouw van het station heeft 400.001
pond sterling gekost. Het is het eerste
van de reeks groote stations, die de
draadiooze verbindingen tusschen de ver
schillende deelen van het Britsche rjjk
zullen moeten onderhouden. Het station
is uitgerust met de nieuwste viüdingen,
waardoor men verzekert ongewilde wijzi
gingen in de golflengte te kunnen voor
komen. Behalve voor draadiooze telegrafie,
zal het ook draadiooze telefonie uitzenden.
Bij proeven op een kwart van de maximum
kracht bleek het station al goed hoorbaai
op Java en te Hongkong. Toen het op
halve kracht seinde, vernam men het ai
in Australië en heel duidelijk in Amerika.
Nadat de kracht nog meer versterkt was
hoorde men het in Néeuw Zeeland en
heel duidelijk te Sydney en in Zuid-Af rika.
Misdadige tuchteloosheid.
Onder dezen titel schrijft het Handels
blad:
De klachten over de vernielzucht, de
baldadigheid in Nederland, die overal in
de groote steden geld kost honderddui
zend gulden per jaar zelfs in Den Haag
worden in den laatsten tijd vermeerder
met klachten over baldadigheid jegens
personen.
Kortgeleden vermeldden de bladen, dat
een vrouw die in een roeiboot zat door
jongens met steenen gegooid werd, waar
bij ze stukken glas van haar bril in een
oog kreeg* zoodat ze dat oog moest mis
sen. En°er zijn meer, bijna even erge ge
vallen te melden; dezer dagen heeft weer
te Amsterdam een meisje haar enkel ge
broken, toen zij door een jongen, die baar
met sneeuw wilde inwrijven, werd aange
vallen.
En deze ongelukken zijn het gevolg
daarvan, dat wij onze kinderen niet het
eenvoudigste leeren: eerbied voor eens»
anders persoon, en daarna voor eens an
ders goéd'.
Hot blad ls evenwel overtuigd, dat pree-
ken heel weinig geeft en wij tot andere
maatregelen moeten komen. En waar het
hier meestal een aanval van lafhartige
kwajongens op weerlooze vrouwen en
meisjes betreft, bepleit het blad strenger
strafmaatregelen tegen de bedrijven. Ook
moet het publiek zelf dan maar het recht
in handen nemen en deze kwajongens
mores leeren'.
Als dergelijk optreden van volwassenen
tegen baldadigheid, die zelfs doodslag kan
worden, eens regel zou zijn, dan zouden de
vlegels gauw begrijpen, dat het gevaarlijk
is, voorbijgangers te molesteeren. Thans
der heeren 't woord? Een mijner kennissen,
zoo verhaalt de literator-stenograaf d'OU-
veira, verstond": „de citadellen der evolutie"
voor: „de ziektecellen der revolutie". En
wie verstaat de mits eentonig uitgespro
ken 'zotte woorden-combinaLie: maaien-
abten-hooi
Iedere spreker heeft overigens zijn eigen
aardigheden, die hem dikwerf een kernach-
tigen bijnaam van de stenografen hebben
bezorgd. Uit piëteit voor vroegere en nog
zittende Kamerleden durven wij geen voor
beelden te geven.
Berucht zijn ook de z.g.n. stoplappen,
geïmproviseerde redevoeringen van leden
van de regeeringspartij, welke dienen om
tijd te winnen voor overleg of om te voor
komen, dat de bevriende minister nog aan
het woord zal komen. Zqo verhaalde ons
indertijd de bekende journalist Blok, hoe
een afgevaardigde als stoplap een „tech
nisch betoog stond te houden, dat natuurlijk
als los zand aan elkander hing, totdat uit de
vergadering een plakkaat omhoog werd ge
houden, waarop stond geschreven: genoeg!
en toen was het „technisch betoog" toe'
vallig uit!
Geheel verdwenen is tegenwoordig het
heel geleerd „improviseeren" van redevoe
ringen, die woordelijk op papier staan of
van replieken, die vóóraf op schrift zijn
gesteld; de tegenwoordige parlementaire
zeden dulden een dergelijk schijnvertoon
niet meer!
Een belangrijk gedeelte tenslotte van de
„Handelingen" die veel grootsche mo
menten in onze parlementaire geschiedenis
weergeven, men denke slechts aan den be
roemden nacht van Staal, aan Augustus
1914, aan de verwerping der Vlootwet in
1923! is dat gedeelte, hetwelk niet tot
de eigenlijke redevoeringen behoort, de z.g
„draad", waaronder b.v. de stemmingen be
grepen zijn. Dit redactioneele werk brengt
zijn eigenaardige moeilijkheden mede; zoo
wanneer de Kamer na talrijke wijzigingen
een wetsartikel vaststelt, waarvan niemand
meer den uiteindelijken tekst weet aan te
geven; zoo ook wanneer de president in een
nachtzitting een amendement door het vol
gens de Grondwet vereischte aantal van vijf
leden laat ondersteunen, terwijl de voorstel
ler het eenige aanwezige lid ia de „verga
Ingezonden Mededeellng. '£>88)
o Doos 60-90ct.
Bij Apotken Drog iaten. w
kunnen ze ongehinderd hun gang gaan.
In het ergste geval wordt een jongen ge
straft, maar diaarmee ia de ramp niet her
steld.
Er móet iets te doen zijn tegen derge
lijke baldadigheid, meent het blad.
Normale jongens zijn zeker toegankelijk
voor een opwekking, een gevoel van rid
derlijkheid, dat in eiken jongen in kiem
aanwezig is, naar boven te doen komen.
Men moet hen doen inzien, dat het het
tegendeel is van een uiting van kracht, als
ae zwakkeren aanvallen, dat het hulpeloos-
armoedig van geest en van lichaam is, een
vrouw, een kind of een oud! man aan te
vallen, dat het een heldendaad is om van
te grienen, met een steen een ruit kapot
te gooien, of banken, beelden en andere
passieve voorwerpen te vernielen.
Als een jongen weet, dat op vernielen
of op bet mishandelen van voorbijgangers
of op het gooien met sneeuwballen of op
dergelijke misselijkheden ernstige straf
volgt, desnoods een ongenadige aframme
ling dan gaan dergelijke verhalen over
de pijnlijke afstraffing wel rond en al zul
len er wel altijd halfgare jongens blijven,
die de straf eerst aan den lijve moeten ge
voelen, om er aan te gelöoven, de meesten
zullen zich wel in acht nemen. Wil de HoL
landsche jongen zijn vrijheid hebben, de
volwassenen behooren dan ook hun vrij
heid te hebben, de jeugd eigenhandig op
te voeden. Op een harden knoest past een
scherpe bijl, dat wisten onze voorouders
ook, evenals ze begrepen, dat zwakke dok
ters stinkende wonden maken.
De geneesmiddelen tegen de dingen, die
een schande zijn voor Nederland en die
ons land in het buitenland berucht maken,
liggen voor de hand: de ouders moeten
hun kindleren leeren, dat het evenzeer ver
boden is te vernielen en te gooien, als te
stelen. En bij overtredingen moeten zware
boeten worden opgelegd, zoo zwaar dat de
betrokkene ze ernstig gevoelt en er lang
heugenis aan heeft, anders helpt het niet
Een boete van enkele guldens voor din
gen die lemapd het leven of de oogen
kunnen kosten is eenvoudig belachelijk,
meent het blad.
Wij heibben een Tuchtunle, een Jeugd-
leidersinstituut, een Academie voor licha
melijke opvoeding, speeltuinen, die goed
werk doen in menig opzicht; we hebben
zachtere zeden dan onze voorouders, we
behandelen de gevangenen in menig op
zicht zachtmoedig, maar wat we niet doen
is: de weerloozen beschermen tegen min
derwaardigen, die om hun „wil tot macht"
uit te leven liet leven en de gezondheid
van zwakkeren In gevaar brengen.
Men begrijpe ons goed. Slaan, hardheid
is slechts het uiterste middel, evenals in
de geneeskunde chirurgisch ingrijpen het
ultimum remedium is, maar dat middel
mag niet absoluut ongebruikt blijven. Het
moet hl de vergifkast staan, maar.het
moet er zijn. Zacht waar het kan, hard
waar het moet, opdat de wil tot macht, de
baldadigheid in al haar vormen, niet
meene^ dat ze onschendbaar en straffe
loos is, dat ze zich ongehinderd kan uit
leven, bij gebrek aan repressie-maatrege
len.
We willen de jeugd ridderlijkheid lee
ren, zoowel hen, die eelt in de handen heb
ben als hen die schrijfhanden hebben, lee-
ren den zwakke, den weerlooze bescher
men1 en helpen. En de jeugd moet weten,
dat op dingen als de hier aangehaalde zeer
ernstige straffen kunnen volgen, waaron
der ook de straf op heeterdaad: want zoo
goed' als er ellendige jongens zijn, zoogoed
dering" is.1
Langzaam maar zeker heeft de stenogra
fie zich ook een weg gebaand in tal van
andere verordende en besturende lichamen.
Hoewel'haar ontwikkeling hier te lande
langzamer is gegaan dan elders de beide
takken van onze Volksvertegenwoordiging
zijn nog steeds op elkanders stenografen
aangewezen en wij nog ver verwijderd
zijn van een wettelijke regeling, welke alle
stenografische aangelegenheden aan een
Staatscommissie opdraagt, gelijk in Hon
garije, maakt ons land! op het gebied der
practische stenografie geen slecht figuur.
In de gemeenteraden van Amsterdam en
Leiden T>.v. werden de stenografische ver
slagen reeds ongeveer vijf-en-dertig jaren
geleden ingevoerd, en in alle belangrijke
steden in tal van openbare en particuliere
instellingen, werd sedertdien dit voorbeeld
gevolgd. Overal waar de menschelijke stem
weerklinkt, wordt het stenografenpotlood
gehanteerd: in gewichtige conferenties van
elk woord wikkende en wegende financiers,
düplomaten, magistraten; op de luidruchtig
ste congressen, waar de persoonlijke veilig
heid tusschen bestuurstafel en manifestee-
rende vergadering gevaar loopt, op de
smalle balie in de rechtszaal; in het donkere
souffleurshokje; in een ongezien hoekje in
de kerk voor het opteekenen van een huwe-
lijkspreek, voor de reproductie van beroem
de redevoeringen voor de gramofoon; op
het handelskantoor; aan de telefoon; voor
het vastleggen van de wilsbeschikking van
den stervende
Inderdaad kan slechts de stenografie een
volkomen getrouw beeld geven van de op
vattingen dergenen, die aan de tot stand-
koming van wetten, verordeningen en be
sluiten medewerken en het stenografisch
verslag is dus ook feitelijk onmisbaar voor
latere commentaren en voor de jurispru
dentie. Zij is een essentieel deel gaan uit
maken van geheel het openbare leven. Maar
het was een wijs man, die zei de: de steno
grafie is van onmisbaar nut wegens haar
dubbele taak: om niet alleen hft gesproken
woord getrouw weer te geven, maar ook om
te waarschuwen tegen het spreken van
woorden, die niet gesproken en niet
gelezen beaooren te worden.
De taak van den stenograaf in het mo
derne parlement, in dezen tijd van gewel
dige welsprekendheid, is in vergelijking
met vroeger wel zeer verzwaard. ooreerst
door de spanning, die het gevolg is van de
aandacht, waarmede hij de redevoeringen
moet volgen, welke in verband met den dik
werf tot op enkele minuten gerantsoeneer-
den spreektijd, veelal met bliksemsnelheid
en onder een kruisvuur van interrupties
worden uitgesproken. Maar voorts ook door
de omstandigheid, dat een der „geachte af
gevaardigden epitheton van dezelfde
waarde als het dw. dr. aan het slot van een
brief op een der uiterste banken een
causerie houdt uitsluitend voor zichzelf, en
vele drentelende ledèn de gemeenschap tus
schen „spreker" en stenograaf verbreken.
Men ziet den stenograaf dan als een Lao-
coon zich kronkelen en wringen om te ver
staan wat niemand kan en wil verstaan, en
soms met een wanhopend gebaar te kennen
geven, dat het onmogelijk is, die misschien
onsterfelijke woorden op te vangen en te
vereeuwigen. Soms wekt dit lot deernis;
wij kennen een minister, die in zoodanig
geval den stenograaf kwam troosten, dat hij
wel dat gepraat kon laten „zwemmen", om
dat hij, minister, er toch niet op zou ant-
wooi denMaar wij kennen ook een af
gevaardigde, die tijdens de bekende vacan-
tiestemming vlak vóór het reces, den ste
nograaf in het oor kwam toeteren, hoe zijn
aan het woord zijnde politieke tegenstander
het naar zijn meening moest zeggen!