KWINKSLAGEN VOOR DE VROUWEN. hoe ziet de wereld er tegenwoordig uit? De roto-wenseb. ruim 108 millioen Noord-Amerika' Den bezitten samen 7 millioen auto's, aat is één op ongeveer elke veertien in woners. In de stad Californi# is sr een op elke zes personen. Missisippi is het achterlijkstdaar is slechts één auto op elke 41 menschen. „Rapport Kamer van Koophandel". De schildpad aJbs Casus BeUL Zelfs in MoDgalla is het leven inge wikkeld. De leden van den Acholi-stam gelooven dat de geesten hunner afge storvenen naar de schildpadden verhui zen. De naburige Latukas houden van schildpadsoep en dit veroorzaakt gespan- Den verhoudingen." „Chicago-Tribune". De tf|den worden voor rookere bezwaarlijk. Stofzuigers komen tegenwoordig zóó algemeen in gebruik, dat een man de grootste moeite heeft een bezemsprietje te vinden om zijn pijp mee door te ste ken. Rookers zullen er nu ook over het algemeen sterk op tegen zijn, dat hun vrouwen het haar kort dragen, daar haar spelden óók zoo goed dienst kunnen doen als pijpendoorstekers. „Topeca Capital". De Optimist. De Dominikaner Pater ;Legrange, na een 85-jarig verblijf te Petrograd de vo rige maand in Frankrijk teruggekeerd, vindt dat de moeilijkheden, aan het leven in Rusland verbonden, zeer worden over dreven. Zeker, men heeft houten hulzen ver brand bij gebrek aan ander stookmate- riaal, doch er blijven er nog veel meer over dan men verbrand heeft. „Temps". Klno en Kunst Christianla, de Noorsche hoofdstad, heeft het bioscoopbedrijf genaast en steunt uit de winsten de kunst. Over het tweede halfjaar van 1919 kon de volgende winstverdeeling worden gemaakt: Volksschouwburg 400.000 kronen, bouw van een atelier voor den beeldhouwer Vigeland 150.000 kronen, voor een nieuw concertgebouw 100.000 kronen, schoolfllms 50.000 kronen, pensioenfonds voor de ar- tisten van den nationalen schouwburg 200.000 kronen. „Algem. Hbid." PartJsche reclame-biljetten. Hebt ge er wel eens een oogenblik aan gedacht wat Parijs zou zijn zonder reclame-biljetten Stelt u zich eens die immense stad voor met naakte muren en schuttingen, triest eentonig van kleur. Niets meer in de interieurs van trams en omnibussen, niets meer op de buiten muren der huizen, in de gewelfde stations van den ondergrondschen spoorweg, niets, nergens I Van tijd tot tijd begeven we ons op straat, en hoe zouden we ons dan ge voelen als we geen reolamebiljetten meer zagen, die biljetten, welke we overal op onzen weg ontmoeten, bij honderden, frisch, sierlijk, vermakelijk, bont, dikwijls creaties van artisten van naam We weten wel dat we ze niet te veel au serieux moeten nemen, doch we zien ons omringd door een zoo trieste werke lijkheid, dat onze verbeelding zich gaarne verlustigt in de voorstelling van een toóverachtig Parijs, waar we ons aan de afgebeelde centrale verwarming kunnen koesteren, waar we voor 20 francs per maand in die knusse woningen onderdak zouden vinden, ons cabinet de toilette voorzien van die toilet-artikelen, waar we zouden rijden in die prachtige limou sines, en die onvindbare sigaretten roo- ken welke bij de Regie onbekend zijn 1 „1' Europe Nouvelle". Weest verliefd. Ik geloof dat verliefd worden voor mannen en vrouwen het beste is wat zij doen kunnen. Het is een feit, dat wan neer wij het beste in ons willen ontwik kelen, wij altijd op iemand dienden ver liefd te zijn. Liefde werkt zoo ontwikkelend, zoo opvoedend I - „Violet Tweedale". Vrouwen te huur. Bij de behandeling van een zaak voor den politierechter te Pontypridd in Wa les werd onthuld, dat een vrouw voor dteht jaar „verhuurd" was geweest aan een kleurling, bij wien ze twee kinderen had. Na afloop van de huur keerde zij naar de woning van haar broeder terug; zij had geweigerd de huur te verlengen. „Star". Op de Noordermarkt Een (boerin bezocht de markt te Am sterdam. om koopjes te halen. Ze had zich voorgenomen zich nu eens niet iets in die handen te laten stoppen en er haar reis geld dlubbel en dwars uit te halen. Ze pin gelt dan ook geweldig bij een koopman in aardewerk en de goede man heeft wel een zwaar uurtje. Ze heeft ai z*n kopjes bekeken en vraagt dan: Maar koopman, heb je nou geen goedkoopere kopjes? Hij: Hier hebt u ze toch al van zee cenit. Zij: Dat Is me tooh nog wat te diuur. Ik heb liever een goedkooper soort Het breekt toch maar. Heb je ze niet van drie oent, al is dat het dan ook zonder oor? Hij: Kan u bij mij ook krijgen. Hij slaat er het oor af, geeft haar dan het kopje en zegt: Hier heb je er een zonder oor van drl« eent B«a nu tevreden? Stormen en kustvorming. In „Ons eigen Tijdschrift" (uitgave van C. J. van Houten en Zn., Weesp) schrijft prof. dr. B. G. Escher over den invloed van stormen op de kustvorming. Het ar tikel dat met mooie foto's is geïllustreerd, bevat ook het volgende: In hoeverre worden de kusten door stormen beïnvloed? In de eerste plaats stijgt door lang aanhoudende hevige wind op de kust het water; de hoogwaterlijn en de laagwaterlijn worden landwaarts verplaatst, de eerste bereikt den duinvoet. Het water wordt door „aanlandigen" wind tegen onze kust opgestuwd en er ontstaat een hydraulische onderstroom, die het wa ter over den oever en het oeverfront weer zeewaarts voert. Dit maakt het baden bij aanlandigen wind zoo gevaarlijk; vooral hierdoor gebeuren er jaarlijks ongelukken bij het zwemmen in de Noordzee. In de tweede plaats zijn door de groo- tere windkracht bij storm de golven hoo- ger en is de branding sterker. Aan de rots kust worden nu en dan groote rots blokken opgetild waarmede de kust ge beukt wordt; de afslag is daar dus het grootst gedurende den storm. Aan onze natuurlijke duinkusten vindt slechts bij storm afslag van den duinvoet plaats. Door den onderstroom wordt het losgewoelde zand zeewaarts gevoerd en wordt het overfront opgehoogd. Het ge volg is, dat de golven verder zeewaarts reeds gebroken wordt, en dat, duurde deze toestand lang, tenslotte de branding den duinvoet niet meer zou bereiken indien., en dit Is nu juist voor onze kusten het fatale punt, indien er geen zijdelingsche verplaatsing van het zand bestond. Want deze is de oorzaak, dat het oeverfront niet in die mate wordt opgehoofd als zonder getijstroom zou geschieden en dus de gol ven doorgaan met den duinvoet aan te grijpen. Wat van de duinen bij storm wordt afgeknabbeld komt helaas niet ge heel ten goede aan het oeverfront, maar wordt voor een belangrijk deel in N.-O richting verplaatst en gaat dus voor het aangevallen kustvak verloren. Daarom is de eenige rationeele verdediging van onzen duinvoet de verdediging van het oeverfront. Dit moet breed en hoog wor den gehouden, hier moet zijdelingsche verplaatsing van het zand worden tegen gegaan, en dit geschiedt dan ook op de bedreigde kustvlakken door de strand- hoofden. De hoofden zijn gebouwd om de zijdelingsche verplaatsing van het zand tegen te gaan, en zij doen dit, omdat tus schen de hoofden geen beweging van het water evenwijdig aan de kust kan plaats vinden. Een muur als die voor den strand- boulevard in Scheveningen, die uiterst so- liede is gebouwd en met bazaltzuilen is be kleed, die een vorm heeft die de kracht van de branding op de gunstigste wijze breekt en langs den muur naar boven leidt, zelfs zulk een muur zou op den duur door de zee worden verzwolgen, Indien er geen hoofden voor lagen, die het oever front op peil hielden. Zonder de hoofden zou gedurende den storm het geheele strand zich landwaarts verplaatsen en zou tenslotte de voet van den strandmuur on dermijnd worden en van dat oogenblik af zouden de laatste uren van het trotsche bouwwerk zijn geteld. Waar geen hoofden zijn en wel een sterke afslag door storm optreedt, daar blijkt na eiken storm de duinvoet land waarts te zijn verplaatst. Dit is bijv. het geval op Schiermonnikoog, waar het bad hotel ten ondergang is gedoemd. Ook daar zou het land behouden kunnen blijven In dien men het zou willen. Het Is ten slotte maar een kwestie van geld. Nu ligt op de Waddeneilanden het ge val eenigszlns anders dan aan de kust van het vasteland van Zuid- en Noord-Holland De afslag van den N.-W. hoek van Schier monnikoog houdt niet alleen verband met de normale getijwerkingen, die hierboven geschetst zijn, maar hier speelt ook de waterbeweging in de geulen, met name in het Frieksohe Gat, een rol. In de zeegaten tusschen de waddeneilanden vindt gedu rende een gedeelte van den vloed een wa terbeweging naar binnen plaats en gedu rende een gedeelte van de eb buitengaan een waterbeweging naar bulten. Deze plaatselijke getijstroomlngen bezitten ook transporteerend vermogen. Dat de eb- stroom zand zeewaarts verplaatst, volgt uit de onderzeesohe ebdelta's die voor de zeegaten liggen. Het is nog niet uitge maakt, of de wadden mogen worden op gevat als een aaneengroeilng van vloed delta's, die dan in hoofdzaak gevoed zou den zijn door Texelstroom, Vliestroom en Amelandsche Gat Ware dit het geval, dan zou het materiaal dat van de kust van Noord- en Zuid-Holland door zljdelingsch transport wordt weggevoerd, ten deele ge bruikt zijn om de vloeddelta's van de wad denzee te vormen. Tot nu toe is de invloed van stormen vla het water op onze kusten beschouwd. Wij moeten nog enkele woorden wijden aan den invloed van den wind op het droge strand en op de duinen. Bij aanlandigen wind wordt zand van het droge strand naar den duinvoet ge voerd. Hiervan wordt profijt getrokken om na afslag van den duinvoet, deze weer te doen aanstuiven, hetgeen o.m. met helmaanplanting en met schermen van rijshout in de hand wordt gewerkt. Indien de duinen overal begroeid waren, zou ver der geen transport van zand landwaarts plaatsgrijpen. Waar echter eens oen gat in de begroeiing is ontstaan, heeft de wind vrij spel en ontstaat, vooral bij storm, spoedig een groot windgat in het duin. Prachtige voorbeelden zijn hiervan te zien ln de woeste duinen op Schouwen en bij Schoorl. Waar niet voldoende gedaan wordt ter beveiliging van het duin tegen den stormwind, grijpt het kwaad steeds verder en wordt de geheele duinreeks ten slotte landwaarts verplaatst Op Schouwen verdwijnen de boomen achter het kasteel Haamstede reeds onder het verstuivende duin. Beplantingen van de windgaten met helm en het aanbrengen van rijssohermen zijn de middelen om de verstuiving van het zand tegen te gaan. Dit wordt aan de zeezijde dan ook gedaan, want indien het zoover komt, dat de duinvoet plaatselijk landwaarts door den wind verplaatst wordt, dan zal het water bij storm tus schen de duinen binnen kunnen dringen en de kustlijn dus eveneens landwaarts verplaatsen. Naast beveiliging van het oeverfront door hoofden moet op bedreig de kustvakken dus ook de duinvoot di rect worden beschermd resp. moet de na tuur na eiken hevigen storm door kunst middelen worden geholpen weer een nieu wen duinvoet te vormen. Uit den aard der zaak doet de natuur dat, omdat na de op stuwing van het water bij storm, de hoog waterlijn weer zeewaarts verplaatst wordt en dus weer een droog strand ontstaat, waarop de wind vat heeft. v Aflandige winden doen, en dit schijnt op het eerste gezicht paradox, weinig kwaad aan onze kust. Men zou zich kun nen voorstellen, dat dan veel zand uit de duinen in zee werd gejaagd, dat voor de kust verloren ging. Maar bij afiandi- gen wind beweegt zich het oppervlakte water van de kust af en wordt deze water beweging gecompenseerd door een hydrau lischen onderstroom naar de kust toe. Daardoor komt het, dat bij Oostenwind het meest schelpen en andere voorwer pen, die op den zeebodem liggen, op het strand worden aangespoeld. Wat bij Oos tenwind uit de duinen in zee waait,' wordt door den hydraulischen onderstroom weer op het strand gebracht. Oosterstormen komen overigens weinig bfj ons voor, zoo dat het slechts de Westerstormen zfjn, dl 9 de kust op groote schaal kunnen vervor men BABBELUURTJE OVER MODE. Maskerade-toiletten. (Vervolg). Aangezien Pierrette en Pierrotje al een eind vooruit gehuppeld zijn, zullen we maar direct al onze aandacht voorloopig wijden iaan hefNatlonaal-Russische kleedi- je. Voor een stevige donker gelokte schoon© ls dit een praohteoostuum. Het aansluitende manteltje is van geel satijn. Dit jasje is langs sluitkanten, on derrand, halsje en armsgaten afgezet met een 2 oM. breed1 galonnetje In de kleuren zwart met rood. Zeer wijde wit gazen mouwtjes worden bij' het armgat eenige keeren ingerimpeld en aan den pols, in één, tot manchetje gemaakt, galonnetje gevat Bij dit slanike jasje behoort een zeer wijde fel-rood satijnen rok, voorzien van een 20 cM. hooge bedrukte of gebor duurde band ln de kleuren zwart en geel. De hooge Russische kaplaarsjes moeten de zelfde roode kleur hebben als de rok. De driekantige hoed is van 't zelfde ma teriaal als het manteltje en wordt ook over 't geheel 'bewerkt met rood en zwart. Een zeer lange en ruime witte sluier hangt af van deze hoed en omzweeft IJ bij Iedere beweging als een Ijle wolk. Een zeer schilderachtig oostunm. Wanneer satijn te duur ls, kan men ook zeer goed daarvoor ln de plaats satinet gebruiken. De volgende verschijning ls niet min der interresant Dit is n.L Vrouwe Par fum. Deze dame ls het meest gesteld op Bosch-viooltjes, vandaar dat ze geheel ln 't teeken staat van dit bloempje. Uit een groote tzachtegele doos welke als rokje gedragen wordt en aan lila linten vanaf de schouder hangt komen van alle kanten bosjes viooltjes gluren Ook op haar schouder draagt zij een groote tuil van haar lievelingsbloemen. Zelfs op haar hoofd draagt zij' nog een met bloempjes overladten doosje mede. Het enig-gesloten Van krant-koppen op het doek geplakt! i U nu een elegant modern lijfje ls van zllvertarlatan en een over matig 'groote lila sluier doordrengt van viooltjes geur, omzweeft baar geheele ge stalte. De beentjes ln groene kousjes ge stoken doen dienst voor aille steeltjes bij elkaar. Zwarte lakschoentjes dienen als stevige 'bodem. Dan komt de koningin der aarde. Op wit doek zijn met drukinkt alle mogelijke couranten gedrukt. (Of de origineele al deze maakt tollet. Van zwart satijn maakt ge een treffend 'gelijkende kop-telefoon. Witte kousjes, zwarte schoentjes.voor uw kranten titels neemt ge: Heldersohe Oourant, Jut ter en Heldersch Advertentieblad.als ge dan nog geen prijs wint, dan weet ik niets origlneelers meer. Ten slotte nog een heel aardig gegeven in den vorm van een laonpekap. Het oos- tuumpje kan geheel van tarlatan worden gemaakt, in den kleur die U het meeste ambieert. Het allereerste maakt men een nauwsluitend jurkje, langs den zoom af gewerkt met een kralenfranje. Vervol gens zet men op heuphoogte aan een ruime rand, die aan dien buitenkant op een flink sterk leton gezet ls. Ook hieraan wordt kralenfranje gezet. De wijde cirkel wordt vanaf de schouders gedragen door dikke zwarte koorden; precies als bij een echte lamp. Tusschen ae onderste franje HET DOMME SPRINKHAANTJE. Er was eens een heel klein en ook heel dom sprinkhaantje. Dat hij zoo klein was kon de sprinkhaan niet helpen, maar hij wilde nu eenmaal steeds anders wezen dan hij was en andere dingen doen, dan sprinkhanen gewoonlijk doen. Hij was klein en wilde graag groot wezenhij was groen en wou liever bruin zijnhij maakte een hoog piepend geluid en het was zijn grootste verlangen om laag en luid te zoemen als een bij. Wie heeft er nu ooit eenig ander insect hooren zoemen als een bij. Uren en uren zat de kleine sprinkhaan naar de bijen te kijken en te luisteren. O, waarom was hij toch ook geen bij? Waarom had hij zoo'n klein plat kopje, terwijl een bij zoo'n mooie ronde bol had Waarom was zijn jasje groen en dat van een bij bruin En dan zijn hooge piepstemmetje, terwijl hij juist zoo graag zou willen roemen. Telkens en telkens probeerde hij weer, zijn stem laag te doen klinken, tot hij eindelijk geloofde, dat hij heusch een bijengeluid voortbracht. Nu zocht hij wat bruin was bijeen, sleepte dat naar een spin, die haar web dichtbij de sprinkhanen woning had, en vroeg beleefd„Buurvrouw spin, wilt u met uw draden dit was om mijn lijf vastbinden, als ik voor uw middag maal een vette vlieg meebreng?" De spin, die ditmaal niet zoo'n erg nijdige bui had, antwoordde: „Ja, buur man sprinkhaan, dat wil ik wel doen. Maar eerst moet ik de vlieg zien." Weg sprong de sprinkhaan en na een poosje kwam hij terug met een dikke vlieg, die hij reeds had zien liggen toen hij het bruine was zocht. De vlieg was wel dood, maar voor alle zekerheid bond de spin haar toch met eenige draden in haar web vast, vóór ze den sprinkhaan de beloofde hulp verleende. „Waarom wil je je ln dat was wikkelen vroeg ze, terwijl ze draden om en om de sprink haan spon. „Dan lijk ik precies een bij," antwoordde de sprinkhaan, „want zoemen kan ik ook al. Hoor maar." De spin kon nauwelijks haar lachen bedwingen, toen ze het armzalige sprink- hanengeluidje hoorde en het grappige figuurtje zag, maar ze zeide toch„O, ja, sprekend een bij. Geen insect zal je herkennen 1" Trotsch ging de sprinkhaan heen, luid zoemend tenminste op zijn manier. Daar kwam plotseling langs het bosch pad de koets van de Elfenkoningin aan, getrokken door zes witte muizen. Het koetsje stond stil en de Elfenkoningin stapte uit, vergezeld door haar dwerg hondje Waggelie en haar hof-dametjes. Bij de sprinkhaan gekomen bleven allen staan, om te zien wat dat voor een grap pig wezentje was, dat bruine mosballetje op dunne pootjes, dat zoo'n grappig brommend geluidje maakte. De Elfenkoningin en de Elfjes lachten luid en Waggelie vroeg, of hij met dat leuke ruige balletje mocht spelen. „Nee, nee", piepte nu opeens de sprink haan. „Verbied hem dat alstublieft, Uwe Majesteit". „Wie ben je dan vroeg de Koningin. „En waarom doe je zoo dwaas „O, Uwe Majesteit, ik ben maar een arme, kleine sprinkhaan, maar ik wilde zoo graag een bij lijken". „Zoo, ontevreden rakker", antwoordde de Koningin streng. „Denk je dan dat zoemen het voornaamste werk van een bij is. Een bij is een heel nuttig dieren jij, klein onnut, ontevreden sprinkhaantje, zult vanavond op het groote maneschijn- bal in dit pakje verschijnen en tot spot staaq voor alle boschbewoners". Na dien avond trachtte de sprinkhaan nooit meer te zoemen. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Heerhugowaard. II. Alle dagen één draadje is een hemds mouw in het jaar. haring, Jet, meeuw, dén, arreslee, dito, sjees, hand, maan, eland. Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van: A. A.; D. A.; D. A.; G. B.; K. en M. B.; C. B.; O. M. B.; W. B.; O en P. B.; K. B.; - j _iu ukuj m - B. B.: J. en O. B.; J. en W. B.; 8. C.: JÏÏ5? G- D- A. en H. D.; D. en J. D.; M. A. en een rand pplaatst, die er wat wijdte be- 0 a/d.; a. E.; T. en D. F.; T. en M. G.; treft, precies tusschen n past. De kousjes R en <j q.; p. a E. G.;;D. G.; A. G.; worden ln denzelfden .tint genomen als de c. de H.; G. H.; J. H.; G. fc; O. en B. K.; lamp, maar veel en veel lichter^als zijnde T w a. K.; O. v. d. L.; M. M.; O, en M. M.; A. P.; F. G. v. P.; J. en K. P.; A. R.; M. G. R.; A. R.; O. en R. T.; G. T.; R. V.; G. W.; W. W.; M. F. het kleurig uitstralende licht. Het hoedje wordt van 't zelfde tarlatan gemaakt. Het motief wat dit hoedje versiert, moet van kralen gemaakt en een licht plek met uitschietende lichtstralen voorstellen. Wanneer het bal-masque daar ls, kom ik gaarne eens om een hoekje kijken. Oorry Brena Het was niet zijn schuld. Mevrouw (echtgenoote van een par venu) Susanna, zeg aan den kok, dat, als hij nu eenmaal rooken wil in de keu ken, hij wat 'betere sigaren moet nemen. Susanna: Ik heb hem ook al gezegd, dat die sigaren niet goed waren, maar h$ dat Verkeerd begrepen. Mevrouw: Anna, morgen geven we een partijtje en er zal ook wordien gedanst. Dan moet je Je best eens doen en pullen we eens zien wat je kan. Anna: Nou mevrouw, walsen kan ik best, maar met die-nieuwe dansen, die tango, enz. daarmede ben ik niet zoo goed op de hoogte. Altijd voorzichtig. Inbreker, na dó vrijspraak, tot zijn ver dediger: Ik zal u zoo gauw mogelijk op kantoor komen opzoeken. Advocaat: Hm, maar je komt 'bjj mij niet 's nachts. Dan zou Je er zoo gemak- MSk al«t aftaan vrindje Nieuwe raadsels. I. X Op de kruisjeslljn moet de X naam komen van een bekende X sprookjesfiguur (van boven X naar beneden). Op de le regel X een bloem; op de 2e een X onderdeel van een fornuis; X op de 3e een vloeistofop de X 4e een voorwerp, dattotber- X ging dient; op de 5e een jongensnaam op de 6e een meisjesnaam op de 7e een deel van de handop dé 8e een deel van een eeuwop de 9e een peulvrucht. Ingez. door M. en Th. J. Verbelj. II. Welk spreekwoord leest ge hieruit? «e. ..n .1., .0.. e 8 0 6 n r n, Ingez. door C. de Haan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 14