E Tweede Blad. BINNENLAND VAN ZATERDAG G FEBRUARI 1926. HET ZILVEREN KONINGSPAAR. 1901. 7 Februari. 1926. 't Was kort na den oorlog, dat een Bel gisch volksvertegenwoordiger, principieel republikein dus, ons zeide, dat de Belgische socialisten geen haast hadden met hun repu bliek, en zoo verklaarde hij ons verder èls er een republiek komt, zal Koning Albert onze eerste President zijn. Wel een bewijs, dat de Belgische koning onder zijn volk zeer populair is en niet alleen onder de monar chisten. Maar nog een ander voorval van kort na den oorlog herinneren we ons, uit de No- vember-dagen ni. van 1919, toen in ons land als reactie op beëindiging van den grooten wereldstrjjdi een oogenblik onrust dreigde. Een der meest bekende Nederlandsche Ka merleden, H. van Kol, mede een der oudste socialisten in ons land, vertoefde buiten de grenzen, toen hem dit bericht bereikte. Hij verloor geen oogenblik, maar snelde terug om hier te betoogen, dat zoolang onze Konin gin het landl regeerde, er geen revolutie ge maakt behoefde te worden en ook sociaal democraten geen haast behoefden te hebben met de vestiging van de republiek. Aan dit eenvoudige feit meereen we te moeten herinneren, nu onze Landsvrouwe en haar gemaal den dag herdenken, waarop zij vóór 25 jaren in den echt verbonden werden. Dat is voor haar en den Prins een blijde dag, een gewichtige dag. Slechts in familie kring wordt dit huwelijksjubileum gevierd en dat is juist gezien, want zulk herdenken be hoort in de allereerste plaats een familie feest te zijn. Wèl echter kan het Koninklijk echtpaar er van verzekerd zijn, dat tallooze goede vaderlanders het feest mede herden ken door zich dankbaar te herinneren, wèt ons Vorstenhuis in de afgeloopen kwart eeuw voor ons land geweest is en Hare Ma jesteit met heel het Koninklijk gezin Gode's bescherming toe te wenschen op het verder levenspad. Geen verstandig mensch zal wil len ontkennen, dat de leden uit het Vorste lijk gezin steeds een offervaardigen geest ten opzichte van het landsbelang getoond h bben en zjji in de moeilijkste uren tijr dens oorlog en bij nationale rampen door een stichtend voorbeeld ons zijn voorgegaan. Mede echter mogen we op dezen dag dank baar Prins Hendrik herdenken, wiens posi tie als echtgenoot èn dienaar van zijn Ko ningin een bijzonder delicate was en is, en die door een tactische houding in alle op zichten wrijving of ontstemming wist te vermijden. Voor zoover ons historisch geheugen ons doet herinneren is vóór dit huwelijksjubi leum nog slecht® een en eenzelfde gebeuren in ons Oranje-huis gevierd en wel door de ouders van Koning Willem I, ni. Prins Wil lem V en zijne gemalin, Prinses Wilhelmina, na de troonsbestijging door haar zoon, Ko ningin Wilhelmina genaamd. Dat feest viel op den 4en Octobar 1792 en 2 maanden later werd' Prins Willem een kleinzoon, de latere Koning Willem H, geboren, op dón 6en December, de eenige maal in de geschie denis van1 het Oranjehuis bij het leven van den grootvader. Door de Oranjegezinden werd het huwelijksfeest luisterrijk gevierd er verschenen zelfs meerdere Vreugde couranten maar toch waren het sombere dagen voor Oranje. Velen intrigeerden tegen den Stadhouder, die een zwakkeling was, maar een verstan dige en energieke echtgenoote had. Nadat de Staten van Holland hem achtereenvolgens het commando over het Haagsche garnizoen en het kapitein-generaalschap over het leger ontnomen hadden, verliet Prins Willem einde 1786 de residentie. Zijne gemalin werd kor ten tijd bij eene poging om de rechten van den Stadhouder in Den Haag te gaan be pleiten, gevangen genomen. Het Zilveren Huwelijksfeest van de Ko ningin en haar gemaal moge.thans al minder luisterijk gevierd1 worden waaVtoe de pas plaats gehad1 hebbende huldiging bij het regeeringsjubileum bijdraagt de omstan digheden zijn heel wat gelukkiger dan die, waaronder hare voorouders eenzelfde feit herdachten. Als schoonste loot uit haar huwelijk, schonk zij het volk eene toekomstige be stuurster en de groote zorgen door de Ko ninklijke mogder aan het kind besteed, zijn ons een waarborg, dat de edele eigenschap pen van den stam, aan de loot medegedeeld, tot volle rijpheid zullen groeien. Het was ook weer biji de geboorte van Prinses Juüana, dat Prins Hendrik blijk gaf zijn delicate positie te begrijpen en op de eerste plaats de belangen van het Oranje- Huis en het Nederlandsche volk te willen dienen. Het jonggeboren kind bad recht op zijn naam, maar hij deed1 van dat recht af stand. Een Koninklijk besluit d.d. 8 Febuari 1901, dus nog vóór de geboorte van de Prinses, deed er kond vaa Het luidde: Wij, Wilhelmina, enz. Overwegende den wensch van Onzen be minden Gemaal en verlangende, dat de naam van het Geslacht, waaruit Wij1 zijn gesproten en waaraan voor Ons en voor het Nederland sche volk zoo dierbare herinneringen zijn verbonden, ook voor Onze nakomelingen be houden, zal blijven: Hebben goedgevonden en verstaan: toe te stemmen, dat de naam Oranje- Nassau zal worden gedragen door alle Prin sen en Prinsessen der Nederlanden^ Onze wettige nakomelingen, met en beneven» den naam of namen, die Zij aan het Geslacht van hun \ader ontleenen, met dien verstande, dat aan laatstbedoelden naam of namen zal voorafgaan, de naam „Oranje-Nassau", zoo- dat genoemde Prinsen en Prinsessen, on verminderd de titels, die hun uit anderen hoofde nog toekomen, zullen worden ge noemd „Prins (Prinses) van Oranje-Nassau, Heitog (Hertogin) van Mecklenburg". Voor het geval van overlijden onzer Ko ningin vóór de meerderjarigheid der prinses moesten eveneens voorzieningen getroffen worden. Welnu, weer was Prins Hendrik grootmoedig genoeg om te wenschen, dat in zulk geval het regentschap aan de Koningin- Moeder zou worden opgedragen. Die reed® tijdens de jeugd1 onzer Koningin daartoe be wijzen van bekwaamheid gegeven had. Eerst b(j ontstentenis van Koningin Emma zal Prins Hendrik het regentschap aanvaarden. Moge de huwelijksherdenking van het Koninklijk echtpaar al in do eerste plaat® een familiefeest zijn, het Nederlandsche volk heeft toch eveneens redenr tot verheugenis. Waar een vorsten-huwelijk nu eenmaal ook een politieke zijde heeft, mogen we er dank baar om zijn, dat het huwelijk onzer Konin gin ons wel vrienden, maar geen vijanden bracht, dat de wijze, waarop de Prins-echt genoot zich aan de omstandigheden heeft aangepast en van bemoeiingen in bestuurs zaken onthield, boven allen lof is. Veler gedachten gaan in deze dagen dan ook heen naar 't Loo, waar het vorstelijk ge zin het familiefeest in initiemeni kring viert en waaraan ook zijl mag deelnemen), die eens een steun was voor onzen Koning, als Re gentes een leidster van ons volk, als moeder de hoedster van haar kind, dat nu als Konin- ginne zoo vele jaren reeds met vaste, maar zachte hand het volk leidt en gevoerd heeft langs de branding van oorlog, revolutie en rampen. Moge het Koninklijk echtpaar nog vele jaren in gezondheid leven, vereend1 door lief de, bemind door het volk Let land ten zegen! Vorstelijke bruiloftsgastem Met dien trein vtan 6.50 zijn Vrij'diag uit Dultsdhland! te Apeldoorn aangekoimienl de ex-groothertog van Mecklenburg, Fried- rich Frans, met zijn gemalin. De hooge gasten weiden op het tweede perron ont vangen en hartelijk verwelkomd door de Koningin, dón Prins en Prinses Juüana. Vrijdagmorgen! oan 8.40 arriveerde de beheerder van 's prinsen) goederen in Mecklenhurg, graaf Von Bülow. De samenkomst in de Groote Kerk te Den Haag. In verband met de plaatsruimte zal voor de samenkomst in de Groote Kerk te 's-Gravenhage, ter gelegenheid van het zilveren jubileum van het Koninklijk Echtpaar, op Maandag 15 Februari, het aantal uitnoodigingen zeer moeten worden beperkt, daar het anders niet mogelijk zal zijn, den besturen van de ongeveer 250 vereenigingen en organisaties, welke zich hebben aangesloten, de gelegenheid te ge ven, zich bij de plechtigheid te doen ver tegenwoordigen. Intusschen zullen duizenden draadloos de uitvoering kunnen hooren. Gelet op dit pian wordt de aandacht er op gevestigd, dat de uitvoering om hall negen zal aanvangen. Electriflcatle der Spoorwegen. ÏBiji Werkspoor in Zuilen zijln, naar de „N. Ort" meldt, thans o.a. in aanbouw 19 eerste klasse aanhangrijtuigen voor de eleetrisehie lijnen der Nederlandsche Spoorwegen. Binnenkort wordt begonnen met dón bouw van 17 electrische motor rijtuigen1, zoodat de spoorwegen langza merhand over een groot aantal rijtuigen voor de geëlèctrifioeerde lijnen de be schikking krijgen. Naar verluidt, zullen de nieuwe wagons der lijn AmsterdamRotterdam in den loop dór volgende maand tijdelijk op de electrische lijn RotterdamDen Haag Scheveningeni in dienst worden gesteld, totdat het materieel van deze lijnen omge bouwd is voor 1600 volt en voorzien van zwaardere motoren! Zooals 'bekend1, wordt dan de rijtijd ook ingekort. De motorwa gens, welke thans elk 350 PjK. kunnen ontwikkelen zullen in de toekomst voor zien zijn van 4 motoren elk van 200 P.K. Huldiging Henrl ter HalL Ter gelegenheid van zijn 60sten verjaar dag werd gistermiddag in Hötei „Leeuwen- daal" te Rijswijk de heer Henri ter Hall ge huldigd. De groote bovenzaal van dit hótel was in een bloemenhof herschapen, zeer tegen den zin van den jubilaris, die gaarne had gezien, dat het hieraan bestéde geul een anuere, be stemming was gegeven. Als voorzitter van het huldigings-comité trad op prof. mr. M. W. F. Treuh, die in een aardige rede dón jubilaris huldigde. Hij overhandigde hem hierbij een album met de namen der gevers van een bedrag in geld, hetwelk volgens den wensch van den 60- jarige aan het „Doms Rijkersfonds" zal worden afgedragen. Voorts deelde de heer Treub mede, dat hij door de Fransehe regee ring was benoemd tot „officier dTnstruction publique". Behalve tal van andere personen voerde nog het woord de heer Van Loo uit Helder, die den heer Ter Hall een gedenkplaat aan bood namen® de ingezetenen van die plaat®. Van de redders van: schipbreukelingen ontving de heer Ter Hall eveneens ©en ge- caliigrafeerde album met de namen der ge vers. Al deze personen werden door den ju bilaris persoonlijk bedankt. Onderscheidene leden van corporaties en van vereenigingen kwamen nog den heer Ter Hall complimenteeren), zoodat het den geheelen middag een) „va et viemt" was van hen, die den jubilaris een warm hart toe dragen. Dorus Rijkers zelf kwam eveneens den voorzitter van het naar zijn naam genoemde fonds gelukwenschen. Het was voor dón heer Ter Hall een on vergetelijke dag. Omslag In Noord-Hollands Noorder kwartier. De heffing van omslag door het hoog heemraadschap Noordhollands Noorderkwar tier,, geschiedt niet als in vrijwel alle overige Noordhollandsche waterschappen naar de grootte der kadastrale perceelen zooge naamd bunder-bund'ersgelök maar door heffing van een zeker percentage van de belastbare opbrengst der eigendommen, welke vastgesteld is voor de heffing van de grondbelasting, Bovendien worden niet al leen de gronden, maar ook de gebouwen bin nen het gebied van het hoogheemraadschap in dó belasting betrokken. 'Eenigem tijdi geleden, toen in dó alge- meene vergadering van' het hoogheemraad schap door een der leden in twijfel getrokken werdi, of deze maatstaf van heffing wel juist was te achten, hebben dijkgraaf en hoog heemraden toegezegd, deze aangelegenheid nader te zullen overwegen. Het resultaat van deze overweging hebben zij thans aan de algemeen© vergadering me degedeeld. Herinnerd) wordt, dat Gedepu teerde Staten bjj de oprichting van het hoog heemraadschap van oordeel waren, dat in een waterschap van dezen omvang (ruim 140.000 H.A.) heffing naar de oppervlakte tot onbillijkhedón zou leiden. Er moest naar gestreefd1 worden, rekening te houden met de waard© van den grond. Aan een speciale taxatie voor dit doel alleen viel echter, met het oog op daaraan verbonden kosten en tijd, niet te denken Het meest kwam daar om, volgen® Gedeputeerden, in aanmerking dó waarde, waarbij de belastbare opbrengst volgen® het kad'aster als maatstaf werd aan genomen. Wel kwam deze in veel gevallen ook nog niet met de werkelijke waarde over een, doch een betere was er niet. Bij her ziening van de schattingen voor de grond belasting zou deze bovendien vanzelf ook aan het hoogheemraadschap ten goede komen. Dijkgraaf eni hoogheemraden onderschrij ven ten volle deze overwegingen van Gede puteerde Staten. Schatting over dó 2.300.000 belastbare perceelen in het- hoogheemraad schap zou een zoo omvangrijken arbeid me debrengen), dat de schattingscommissiee een aantal jaren noodig zouden hebben om haar taak naar behooren te vervullen. Dijkgraaf en hoogheemraden achten het derhalve noodzakelijk, het tegenwoordig systeem te handhaven Het Palels op dón Dam te Amsterdam. Het lid van dón gemeenteraad, dri G. van den Bergh, heeft den gemeenteraad voor gesteld, onder intrekking, voor zoover noodig, van een besluit van 28 Januari 1814: lo. het bruikleen van het voormalige raad huis op den Dam te beëindigen en wel tegen 1 Januari 1930; 2o. B. en W. uit te noodigen, maatregelen voor te bereiden, om in geval de staat op den sub 1 genoemden datum niet in een passend verblijf voor het hoofd van den staat in de hoofdstad mocht hebben voorzien, een ge deelte van het raadhuis tot zoodanig verblijf te doen strekken. In de toelichting wordt uitvoerig de ge schiedenis van het raadhuis-paleis nagegaan, en in bijlagen worden) uitspraken aange haald, volgens welke het raadhuis op den Dam steeds het eigendom der gemeente Amsterdam is gebleven. Over de bestemming staat in de toelich ting, d'at het gebouw eventueel zal kunnen blijven strekken tot jaarlijkscb tijdelijk ver blijf van het Hoofd van den Staa.t Daarnaast zal het in de allereerste plaats kunnen die nen als het majestueuze oord, waar het Ge meentebestuur zijn gasten ontvangt. Dat het hiervoor bij uitstek geschikt is, er is nie mand, die er aan twijfelt. Vervolgens zullen enkele der zeer fraaie vertrekken als trouw kamers kunnen worden ingericht. Andere zalen zullen als vergaderplaats voor gemeen telijke commissies dienst kunnen doen. Voorts zullen zeer wel enkele gemeente diensten in het gebouw kunnen) worden on dergebracht, ondergeteekende matigt zich geen oordeel aan over de vraag: welke? Maar ten slotte en vóór alles zal het ge bouw weer kunnen worden, zoo niet het huis der Gemeente, dan toch dat der gemeónte- naren. Het zal, als weleer, kunnen stralen in volle architectonische glorie. De Amsterdam- sche burger zal dó burgerzaal weer binnen gaan; de vierschaar zal haar pracht weer ontplooien voor den Amsterdammer, die haar huis betreedt. Het Raadhuis op den Dam, de schijndoode steenklomp van thans, zal in vollen luister herleven. De aanvaring op de Schelde. De waterdichte schotten van de Whirn- brel, waarop een gedeelte van het schip drijivenide was, zijn Donderdagnacht be zweken. Het geheele scihip is thans in de diepte verdlwenen. Het liigt plat op zijde op oen diepte van 16 M. en in het vaar water. Berging is niet meer mogelijk. Van de lading zal men nog trachten te bergen. De gemeente Lithoyen In moeilijkheden. f 12.50 ln kaa In de Donderdag igehoudón raadsverga dering bracht de raadscommissie, afge vaardigd naar den Commissaris der Ko ningin om den kritieken toestand van die gemeentelijke financiën met hem te be spreken, verslag uit Er is een tekort van 6000, waarvoor de raad geen dekking weet aan te wijzen. De gemeenteontvanger verklaarde nog 12.60 in kas te hebben. De achterstal lige renten zijn nog niet uitbetaald! 'De salarissen van burgemeester en secreta ris evenmin na 1 Juli 1925. Stapel® reke ningen wachten nog op betaling. Het onderhoud met den commissaris heeft tot geen resultaat geleid. (Telegr.) Practijkdlploma's voor Handelscorrespondentie enz. Verschenen iis het rapport der commissie, benoemd bij ministerieele beschikking van 8 Juli j.1., met de opdracht om te onder zoeken: of de instelling van een Staatspractijk- diploma voor handelscorrespondentie en handelsterminologie in vreemde talen, ge dacht als bovenbouw op de 'bestaande practijkddploma's, mogelijk en wemchelyk os, en of het aanbeveling verdient het be zit van dat diploma, naast de gewone akten, te eischen van leeraren in de ge noemde vakken van handelsscholen. De oommissie heeft in die opdracht de vol gend© drie vraagpunten gevonden: L Is het mogelijk en wenschelijk een 'hooger Staatspractijkdiploma in te stellen voor vreemde talen? IL Is het wenschelijk van leeraren in vreemde talen aan handelsscholen boven d© gewone akte, een bijzonder bewijs van bekwaamheid te vorderen? en IH. Is het wenschelijk het diploma sub I bedoeld eventueel te doen samen vallen met het bijzondere diploma in vraag H? Na ampele besprekingen is de commissie gekomen tot een ontkennende beantwoor ding van vraagpunt I en tot een bevestigen de beantwoording van vraagpunt n. Een beantwoording van vraag IH werd daardoor overbodig. Op grond van verschillende overwegingen is de groote meerderheid der commissie van meening, dat de particuliere practijkdiplo- ma's door een Staatsdiploma zouden behoo ren te worden vervangen. Slechts drie leden zijn van' oordeel, dat dóze aangelegenheid ook duurzaam het best aan het particuliere initiatief overgelaten blijft. Intusschen is dó commissie niet blind voor het feit, dat enkele ernstige vereeni gingen de zaak der practijkdiploma's sedert lange jaren op lofwaardige wijze behartigen. Zij waardeert den arbeid dier vereenigingen in hooge mate, en zij gevoelt, dat het be zwaarlijk is, dezen vereenligingeni het werk, dat zij; met toewijding verrichten, uit handen te nemen. Zij meent daarom, dót het wen schelijk is, af te wachten, totdat de drang naar een Staatsdiploma ook van de zijde dier vereenigingen komt. 'Vijf leden der commissie meenen echter, dat men over deze bedenking heeft heen te stappen, en dat de instelling vaü een Staats diploma reeds thans als een urgente zaak moet worden beschouwd. Met 15 tegen 3 stemmen heeft de com missie ten slotte haar gevoelen als volgt uit gedrukt: Het zou in het algemeen, en ook in het belang van eenheid en van besparing van kosten wenschelijk zijn, dat de practijk ddploma's door een Staatsdiploma werden vervangen-, men staat echter voor een ge- vestigden toestand, die een ongevraagd in grijpen van Staatswege onwenschelijk maakt. De commissie heeft zich daarmede aange sloten bij de opvatting, die de commissie voor het Staatspractijkdiploma voor Handel en Administratie in haar rapport heeft neer gelegd'. Het rapport bevat beschouwingen over de bezwaren, die aan den tegenwoordigen toe stand kleven, de eischen aan leeraren te stel len en het programma voor het (leeraars)- examen. Inwisseling van zllverbons. 's-Gravenhage, 5 Febr. De minister van Financiën brengt ter algemeene kennis, dat ingevolge het Kon. Besl. van 18 Jan. 1926, (StsbL No. 4), de ingetrokken zilver bons van 2.50 (model 1915), alsmede de ingetrokken zilverbons van 1 (model 1916), alsnog tot en met 81 December 1926 ter inwisseüng kunnen worden aangebo den' ten kantore van het agentschap van het ministerie van Financiën te Amster dam Heerengracht 844/46. Van de zilverbons, welke niet behoeven te worden ingewisseld, dragen de bons van 1 de dagteekening van 1 Februari 1920, terwijl de bons van 250 zijn ge- dagteekend 1 Juli 1918 of later. Het conflict bU de Zutphen—Emmerik. Naar de Telegr. verneemt, is Vrijdag een nieuwe poging tot bemiddeüng in het conflict tusschen de ZutphenEmmerik en de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel aangewend. Deze bemiddeling gaat uit van drie geestelijken te Doetinchem: pastoor dr. Van IJsselmuiden, ds. Groeneboer, Ned. Herv. Predikant en ds. M. A. van Pernis, predikant bij de Geref. Gemeente. Om één uur werd met de stakingslei ding geconfereerd, om twee uur met de leiding der werkgevers. Omtrent het re sultaat der besprekingen zijn geen mede- deelingen verstrekt. Weinig animo voor mljnarbeld. De werkloozen uit het Noorden van het land, doch ook van elders blijken maar weinig te gevoelen voor de werkgelegen heid, die in het Staatsmijnbedrijf in Lim burg voor hen bestaat. Een typisch staaltje hiervan gaven eenige 'Arnhemsche werkloozen. Voor tachtig werkloozen was de gelegenheid opengesteld in de ondergrondsche wer ken der Staatsmijnen als sleeper in dienst te komen. Vier en dertig verklaarden echter dadelijk dat zij niet naar Limburg wilden gaan, terwijl drie andere werkloo zen intusschen arbeid gevonden hadden. Van de overige 43 werden er 23 door den mijnarts afgekeurd. Twintig werkloozen zouden dus naar Limburg vertrekken, doch zeven hunner verklaarden op het laatste oogenblik toch maar liever thuis te blijven, terwijl er vier waren die, toen de trein vertrok, op het appel mankeerden. Met negen Arnhem sche werkloozen, werd onder leiding van een gemeente-ambtenaar naar Heeriep gereisd. Acht menschen werden echter afge keurd, omdat zij duidelijk hun tegenzin ln het verrichten van mljnarbeld hadden te kennen gegeven. Deze acht werkloozen kwamen weer te rug naar Arnhem, zoodat ten slotte één van de tachtig in Heerlen is echtergeble- ven. (TeL) Medewerking van Nederlanders. Uit Genève wordt aan het „Hbld." gemeld De definitieve uitnoodiging van het secretariaat-generaal aan den heer Oude geest, om deel uit te maken van de commissie tot voorbereiding van een in ternationale economische conferentie, is thans verzonden. Wij schreven reeds eerder hoe ook de heer A. G. Kröller voor deze commissie was uitgenoodigd. Wij kunnen daaraan nog toevoegen, dat het bericht, volgens hetwelk de heer Kröller tot vice-president der voorberei dende commissie zou worden benoemd, prematuur is. Wel werd zijn candidatuur voor het presidentschap ernstig over wogen, hoewel de eindelijke benoeming (door den Raad van den Bond) ten slotte aan den bekenden Zwitser Gustave Ador ten deel viel. Wat de keuze van vice- president of vice-presidenten aangaat, deze zal hoogstwaarschijnlijk door de commissie zelf plaats vinden. Dit zal dus ten minste moeten wachten tot de com missie volledig is samengesteld. Van een definitieve candidatuur-Kröller kan dan ook op dit oogenblik nog geen sprake zijn. Voorts valt nog te vermelden, dat graaf S, C. van Randwijck benoemd is tot secretaris van onzen landgenoot Van Hamel, die op 21 dezer zijn functie van hoogen commissaris in Danzig aanvaardt. Terwijl Nederland in de commissie voor de studie van het vraagstuk der dubbele belasting, welke op 17 Mei bijeen zal komen, vertegenwoordigd zal zijn door dr. J. H. R. van Sinninghe Damsté, van het ministerie van financiën in Den Haag, en door den heer L. J. van der Waals, van het departement van koloniën. De flnanrieele toestand van Vaals. Dezer dagen hebben wij gemeld, dat de Raad der gemeente Vaals aan B. en W. heeft opgedragen het faillissement der gemeente aan te vragen. „De Msb." bevat de motiveering van dit besluit. Deze luidt: „de gemeenteraad van Vaals overwegende den financieel treurigen toestand der gemeente, in hoofdzaak ont staan gedurende de crisisjaren en als ge volg van haar positie als grensgemeente overwegende dat de belastingdruk reeds nu de draagkracht^der bevolking verre te boven gaat; overwegende dat van den schuldenlast der gemeente het overgroote gedeelte der belastingen enkel en alleen moet dienen voor betaling van rente en amor tisatie, zoodat bijna niets overschiet voor het welzijn der bevolking; overwegende dat onder deze omstan digheden de gemeente nooit haar finan- cieele moeilijkheden kan te boven komen besluit B. en W. op te dragen de ge meente in staat van faillissement te ver klaren, tenzij er nog op het laatste oogen blik van buiten bijstand mocht opdagen". Het blad geeft dan een beschrijving van de toestanden te Vaals. Het volgende knippen wij uit het relaas: De kleine en niet welvarende gemeente heeft enorm den weerslag der politieke ontreddering van Europa ondervonden Als grensgemeente bad ze tijdens den oorlog vanwege haar geïsoleerde ligging eigenlijk alleen uit Aken gemakkelijk bereikbaar een bijzonder kostbare le vensmiddelenvoorziening. Het Akensche publiek kon er moeilijk meer wat koo- pen; na den oorlog was vanwege de va luta in Duitschland alles goedkooper (Vaals mocht op de loonen der talrijke in Aken werkende inwoners markenbij slagen geven) en kwam er niemand meer; de separatistentroebelen ontredderden den toestand heelemaal. Vaals heeft niet mirfder dan f945.000 (voor een stadje van ongeveer 7000 in woners I) crisisuitgaven gehad. Waarna nog resten bijna de helft als hoofddeel der gemeenteschuld, die bedraagt f700.000 en waarvan bijna 6'/2°/0 rente moet wor den betaald. De schulden der gemeente bedrijven zijn hier niet bijgerekend. Het rijk moet nog bijdragen ontvangen over 1923, 1924 en 1925, samer; onge veer f 30.000, gemeentecrediet f 40.000, Rijksverzekeringsbank f 10.000, enz. Wat nu de Vaalsenaars bijzonder despe- reert? De traagheid waarmede lioogeie overheden de gemeente in haar nood bijstaan. Om van erger niet te spreken. Wij hoorden Ged. Staten van Limburg verwijten hun goedkeuring te hebben <>nt houden aan een leening van drie ton tegen 5 °/0, een leening op zeer langen termijn, 40 jaar. Dit had momenteel een verlichting van f8000 per jaar beteekend. En dan het Rijk Men weet te Den Haag, dat Vaals zichzelf niet meer kan redden. Er zijn nog tekorten van vorige jaren (1924: 25.000) die nooit meer in gehaald kunnen worden, want de belas tingen zijn er al zeer hoog en de aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud werd op f 400 gesteld tegen f 1000 in andere gemeenten. Het vermenigvuldigingscijfer is momenteel 3, kan 4 worden, doch moest feitelijk 7 of 8 wezen. De vermo gensbelasting werd ook al hoog opge dreven, evenals de andere invoerbare hef- 0 ém

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5