E
Tweede Blad.
BINNENLAND
VAN ZATERDAG G FEBRUARI 1926.
HET ZILVEREN KONINGSPAAR.
1901.
7 Februari.
1926.
't Was kort na den oorlog, dat een Bel
gisch volksvertegenwoordiger, principieel
republikein dus, ons zeide, dat de Belgische
socialisten geen haast hadden met hun repu
bliek, en zoo verklaarde hij ons verder
èls er een republiek komt, zal Koning Albert
onze eerste President zijn. Wel een bewijs,
dat de Belgische koning onder zijn volk zeer
populair is en niet alleen onder de monar
chisten.
Maar nog een ander voorval van kort na
den oorlog herinneren we ons, uit de No-
vember-dagen ni. van 1919, toen in ons land
als reactie op beëindiging van den grooten
wereldstrjjdi een oogenblik onrust dreigde.
Een der meest bekende Nederlandsche Ka
merleden, H. van Kol, mede een der oudste
socialisten in ons land, vertoefde buiten de
grenzen, toen hem dit bericht bereikte. Hij
verloor geen oogenblik, maar snelde terug
om hier te betoogen, dat zoolang onze Konin
gin het landl regeerde, er geen revolutie ge
maakt behoefde te worden en ook sociaal
democraten geen haast behoefden te hebben
met de vestiging van de republiek.
Aan dit eenvoudige feit meereen we te
moeten herinneren, nu onze Landsvrouwe en
haar gemaal den dag herdenken, waarop zij
vóór 25 jaren in den echt verbonden werden.
Dat is voor haar en den Prins een blijde
dag, een gewichtige dag. Slechts in familie
kring wordt dit huwelijksjubileum gevierd en
dat is juist gezien, want zulk herdenken be
hoort in de allereerste plaats een familie
feest te zijn. Wèl echter kan het Koninklijk
echtpaar er van verzekerd zijn, dat tallooze
goede vaderlanders het feest mede herden
ken door zich dankbaar te herinneren, wèt
ons Vorstenhuis in de afgeloopen kwart
eeuw voor ons land geweest is en Hare Ma
jesteit met heel het Koninklijk gezin Gode's
bescherming toe te wenschen op het verder
levenspad. Geen verstandig mensch zal wil
len ontkennen, dat de leden uit het Vorste
lijk gezin steeds een offervaardigen geest
ten opzichte van het landsbelang getoond
h bben en zjji in de moeilijkste uren tijr
dens oorlog en bij nationale rampen door
een stichtend voorbeeld ons zijn voorgegaan.
Mede echter mogen we op dezen dag dank
baar Prins Hendrik herdenken, wiens posi
tie als echtgenoot èn dienaar van zijn Ko
ningin een bijzonder delicate was en is, en
die door een tactische houding in alle op
zichten wrijving of ontstemming wist te
vermijden.
Voor zoover ons historisch geheugen ons
doet herinneren is vóór dit huwelijksjubi
leum nog slecht® een en eenzelfde gebeuren
in ons Oranje-huis gevierd en wel door de
ouders van Koning Willem I, ni. Prins Wil
lem V en zijne gemalin, Prinses Wilhelmina,
na de troonsbestijging door haar zoon, Ko
ningin Wilhelmina genaamd. Dat feest viel
op den 4en Octobar 1792 en 2 maanden
later werd' Prins Willem een kleinzoon, de
latere Koning Willem H, geboren, op dón
6en December, de eenige maal in de geschie
denis van1 het Oranjehuis bij het leven van
den grootvader. Door de Oranjegezinden
werd het huwelijksfeest luisterrijk gevierd
er verschenen zelfs meerdere Vreugde
couranten maar toch waren het sombere
dagen voor Oranje.
Velen intrigeerden tegen den Stadhouder,
die een zwakkeling was, maar een verstan
dige en energieke echtgenoote had. Nadat de
Staten van Holland hem achtereenvolgens
het commando over het Haagsche garnizoen
en het kapitein-generaalschap over het leger
ontnomen hadden, verliet Prins Willem einde
1786 de residentie. Zijne gemalin werd kor
ten tijd bij eene poging om de rechten van
den Stadhouder in Den Haag te gaan be
pleiten, gevangen genomen.
Het Zilveren Huwelijksfeest van de Ko
ningin en haar gemaal moge.thans al minder
luisterijk gevierd1 worden waaVtoe de pas
plaats gehad1 hebbende huldiging bij het
regeeringsjubileum bijdraagt de omstan
digheden zijn heel wat gelukkiger dan die,
waaronder hare voorouders eenzelfde feit
herdachten.
Als schoonste loot uit haar huwelijk,
schonk zij het volk eene toekomstige be
stuurster en de groote zorgen door de Ko
ninklijke mogder aan het kind besteed, zijn
ons een waarborg, dat de edele eigenschap
pen van den stam, aan de loot medegedeeld,
tot volle rijpheid zullen groeien.
Het was ook weer biji de geboorte van
Prinses Juüana, dat Prins Hendrik blijk gaf
zijn delicate positie te begrijpen en op de
eerste plaats de belangen van het Oranje-
Huis en het Nederlandsche volk te willen
dienen. Het jonggeboren kind bad recht op
zijn naam, maar hij deed1 van dat recht af
stand. Een Koninklijk besluit d.d. 8 Febuari
1901, dus nog vóór de geboorte van de
Prinses, deed er kond vaa Het luidde:
Wij, Wilhelmina, enz.
Overwegende den wensch van Onzen be
minden Gemaal en verlangende, dat de naam
van het Geslacht, waaruit Wij1 zijn gesproten
en waaraan voor Ons en voor het Nederland
sche volk zoo dierbare herinneringen zijn
verbonden, ook voor Onze nakomelingen be
houden, zal blijven:
Hebben goedgevonden en verstaan:
toe te stemmen, dat de naam Oranje-
Nassau zal worden gedragen door alle Prin
sen en Prinsessen der Nederlanden^ Onze
wettige nakomelingen, met en beneven» den
naam of namen, die Zij aan het Geslacht van
hun \ader ontleenen, met dien verstande,
dat aan laatstbedoelden naam of namen zal
voorafgaan, de naam „Oranje-Nassau", zoo-
dat genoemde Prinsen en Prinsessen, on
verminderd de titels, die hun uit anderen
hoofde nog toekomen, zullen worden ge
noemd „Prins (Prinses) van Oranje-Nassau,
Heitog (Hertogin) van Mecklenburg".
Voor het geval van overlijden onzer Ko
ningin vóór de meerderjarigheid der prinses
moesten eveneens voorzieningen getroffen
worden. Welnu, weer was Prins Hendrik
grootmoedig genoeg om te wenschen, dat in
zulk geval het regentschap aan de Koningin-
Moeder zou worden opgedragen. Die reed®
tijdens de jeugd1 onzer Koningin daartoe be
wijzen van bekwaamheid gegeven had. Eerst
b(j ontstentenis van Koningin Emma zal
Prins Hendrik het regentschap aanvaarden.
Moge de huwelijksherdenking van het
Koninklijk echtpaar al in do eerste plaat® een
familiefeest zijn, het Nederlandsche volk
heeft toch eveneens redenr tot verheugenis.
Waar een vorsten-huwelijk nu eenmaal ook
een politieke zijde heeft, mogen we er dank
baar om zijn, dat het huwelijk onzer Konin
gin ons wel vrienden, maar geen vijanden
bracht, dat de wijze, waarop de Prins-echt
genoot zich aan de omstandigheden heeft
aangepast en van bemoeiingen in bestuurs
zaken onthield, boven allen lof is.
Veler gedachten gaan in deze dagen dan
ook heen naar 't Loo, waar het vorstelijk ge
zin het familiefeest in initiemeni kring viert
en waaraan ook zijl mag deelnemen), die eens
een steun was voor onzen Koning, als Re
gentes een leidster van ons volk, als moeder
de hoedster van haar kind, dat nu als Konin-
ginne zoo vele jaren reeds met vaste, maar
zachte hand het volk leidt en gevoerd heeft
langs de branding van oorlog, revolutie en
rampen.
Moge het Koninklijk echtpaar nog vele
jaren in gezondheid leven, vereend1 door lief
de, bemind door het volk Let land ten zegen!
Vorstelijke bruiloftsgastem
Met dien trein vtan 6.50 zijn Vrij'diag uit
Dultsdhland! te Apeldoorn aangekoimienl de
ex-groothertog van Mecklenburg, Fried-
rich Frans, met zijn gemalin. De hooge
gasten weiden op het tweede perron ont
vangen en hartelijk verwelkomd door de
Koningin, dón Prins en Prinses Juüana.
Vrijdagmorgen! oan 8.40 arriveerde de
beheerder van 's prinsen) goederen in
Mecklenhurg, graaf Von Bülow.
De samenkomst in de Groote Kerk
te Den Haag.
In verband met de plaatsruimte zal voor
de samenkomst in de Groote Kerk te
's-Gravenhage, ter gelegenheid van het
zilveren jubileum van het Koninklijk
Echtpaar, op Maandag 15 Februari, het
aantal uitnoodigingen zeer moeten worden
beperkt, daar het anders niet mogelijk zal
zijn, den besturen van de ongeveer 250
vereenigingen en organisaties, welke zich
hebben aangesloten, de gelegenheid te ge
ven, zich bij de plechtigheid te doen ver
tegenwoordigen.
Intusschen zullen duizenden draadloos
de uitvoering kunnen hooren.
Gelet op dit pian wordt de aandacht er
op gevestigd, dat de uitvoering om hall
negen zal aanvangen.
Electriflcatle der Spoorwegen.
ÏBiji Werkspoor in Zuilen zijln, naar de
„N. Ort" meldt, thans o.a. in aanbouw 19
eerste klasse aanhangrijtuigen voor de
eleetrisehie lijnen der Nederlandsche
Spoorwegen. Binnenkort wordt begonnen
met dón bouw van 17 electrische motor
rijtuigen1, zoodat de spoorwegen langza
merhand over een groot aantal rijtuigen
voor de geëlèctrifioeerde lijnen de be
schikking krijgen.
Naar verluidt, zullen de nieuwe wagons
der lijn AmsterdamRotterdam in den
loop dór volgende maand tijdelijk op de
electrische lijn RotterdamDen Haag
Scheveningeni in dienst worden gesteld,
totdat het materieel van deze lijnen omge
bouwd is voor 1600 volt en voorzien van
zwaardere motoren! Zooals 'bekend1, wordt
dan de rijtijd ook ingekort. De motorwa
gens, welke thans elk 350 PjK. kunnen
ontwikkelen zullen in de toekomst voor
zien zijn van 4 motoren elk van 200 P.K.
Huldiging Henrl ter HalL
Ter gelegenheid van zijn 60sten verjaar
dag werd gistermiddag in Hötei „Leeuwen-
daal" te Rijswijk de heer Henri ter Hall ge
huldigd.
De groote bovenzaal van dit hótel was in
een bloemenhof herschapen, zeer tegen den
zin van den jubilaris, die gaarne had gezien,
dat het hieraan bestéde geul een anuere, be
stemming was gegeven.
Als voorzitter van het huldigings-comité
trad op prof. mr. M. W. F. Treuh, die in
een aardige rede dón jubilaris huldigde. Hij
overhandigde hem hierbij een album met de
namen der gevers van een bedrag in geld,
hetwelk volgens den wensch van den 60-
jarige aan het „Doms Rijkersfonds" zal
worden afgedragen. Voorts deelde de heer
Treub mede, dat hij door de Fransehe regee
ring was benoemd tot „officier dTnstruction
publique".
Behalve tal van andere personen voerde
nog het woord de heer Van Loo uit Helder,
die den heer Ter Hall een gedenkplaat aan
bood namen® de ingezetenen van die plaat®.
Van de redders van: schipbreukelingen
ontving de heer Ter Hall eveneens ©en ge-
caliigrafeerde album met de namen der ge
vers. Al deze personen werden door den ju
bilaris persoonlijk bedankt.
Onderscheidene leden van corporaties en
van vereenigingen kwamen nog den heer
Ter Hall complimenteeren), zoodat het den
geheelen middag een) „va et viemt" was van
hen, die den jubilaris een warm hart toe
dragen.
Dorus Rijkers zelf kwam eveneens den
voorzitter van het naar zijn naam genoemde
fonds gelukwenschen.
Het was voor dón heer Ter Hall een on
vergetelijke dag.
Omslag In Noord-Hollands Noorder
kwartier.
De heffing van omslag door het hoog
heemraadschap Noordhollands Noorderkwar
tier,, geschiedt niet als in vrijwel alle overige
Noordhollandsche waterschappen naar de
grootte der kadastrale perceelen zooge
naamd bunder-bund'ersgelök maar door
heffing van een zeker percentage van de
belastbare opbrengst der eigendommen,
welke vastgesteld is voor de heffing van de
grondbelasting, Bovendien worden niet al
leen de gronden, maar ook de gebouwen bin
nen het gebied van het hoogheemraadschap
in dó belasting betrokken.
'Eenigem tijdi geleden, toen in dó alge-
meene vergadering van' het hoogheemraad
schap door een der leden in twijfel getrokken
werdi, of deze maatstaf van heffing wel juist
was te achten, hebben dijkgraaf en hoog
heemraden toegezegd, deze aangelegenheid
nader te zullen overwegen.
Het resultaat van deze overweging hebben
zij thans aan de algemeen© vergadering me
degedeeld. Herinnerd) wordt, dat Gedepu
teerde Staten bjj de oprichting van het hoog
heemraadschap van oordeel waren, dat in
een waterschap van dezen omvang (ruim
140.000 H.A.) heffing naar de oppervlakte
tot onbillijkhedón zou leiden. Er moest naar
gestreefd1 worden, rekening te houden met
de waard© van den grond. Aan een speciale
taxatie voor dit doel alleen viel echter, met
het oog op daaraan verbonden kosten en
tijd, niet te denken Het meest kwam daar
om, volgen® Gedeputeerden, in aanmerking
dó waarde, waarbij de belastbare opbrengst
volgen® het kad'aster als maatstaf werd aan
genomen. Wel kwam deze in veel gevallen
ook nog niet met de werkelijke waarde over
een, doch een betere was er niet. Bij her
ziening van de schattingen voor de grond
belasting zou deze bovendien vanzelf ook aan
het hoogheemraadschap ten goede komen.
Dijkgraaf eni hoogheemraden onderschrij
ven ten volle deze overwegingen van Gede
puteerde Staten. Schatting over dó 2.300.000
belastbare perceelen in het- hoogheemraad
schap zou een zoo omvangrijken arbeid me
debrengen), dat de schattingscommissiee een
aantal jaren noodig zouden hebben om haar
taak naar behooren te vervullen.
Dijkgraaf en hoogheemraden achten het
derhalve noodzakelijk, het tegenwoordig
systeem te handhaven
Het Palels op dón Dam te Amsterdam.
Het lid van dón gemeenteraad, dri G. van
den Bergh, heeft den gemeenteraad voor
gesteld, onder intrekking, voor zoover noodig,
van een besluit van 28 Januari 1814:
lo. het bruikleen van het voormalige raad
huis op den Dam te beëindigen en wel tegen
1 Januari 1930;
2o. B. en W. uit te noodigen, maatregelen
voor te bereiden, om in geval de staat op den
sub 1 genoemden datum niet in een passend
verblijf voor het hoofd van den staat in de
hoofdstad mocht hebben voorzien, een ge
deelte van het raadhuis tot zoodanig verblijf
te doen strekken.
In de toelichting wordt uitvoerig de ge
schiedenis van het raadhuis-paleis nagegaan,
en in bijlagen worden) uitspraken aange
haald, volgens welke het raadhuis op den
Dam steeds het eigendom der gemeente
Amsterdam is gebleven.
Over de bestemming staat in de toelich
ting, d'at het gebouw eventueel zal kunnen
blijven strekken tot jaarlijkscb tijdelijk ver
blijf van het Hoofd van den Staa.t Daarnaast
zal het in de allereerste plaats kunnen die
nen als het majestueuze oord, waar het Ge
meentebestuur zijn gasten ontvangt. Dat
het hiervoor bij uitstek geschikt is, er is nie
mand, die er aan twijfelt. Vervolgens zullen
enkele der zeer fraaie vertrekken als trouw
kamers kunnen worden ingericht. Andere
zalen zullen als vergaderplaats voor gemeen
telijke commissies dienst kunnen doen.
Voorts zullen zeer wel enkele gemeente
diensten in het gebouw kunnen) worden on
dergebracht, ondergeteekende matigt zich
geen oordeel aan over de vraag: welke?
Maar ten slotte en vóór alles zal het ge
bouw weer kunnen worden, zoo niet het huis
der Gemeente, dan toch dat der gemeónte-
naren. Het zal, als weleer, kunnen stralen in
volle architectonische glorie. De Amsterdam-
sche burger zal dó burgerzaal weer binnen
gaan; de vierschaar zal haar pracht weer
ontplooien voor den Amsterdammer, die
haar huis betreedt.
Het Raadhuis op den Dam, de schijndoode
steenklomp van thans, zal in vollen luister
herleven.
De aanvaring op de Schelde.
De waterdichte schotten van de Whirn-
brel, waarop een gedeelte van het schip
drijivenide was, zijn Donderdagnacht be
zweken. Het geheele scihip is thans in de
diepte verdlwenen. Het liigt plat op zijde
op oen diepte van 16 M. en in het vaar
water.
Berging is niet meer mogelijk. Van de
lading zal men nog trachten te bergen.
De gemeente Lithoyen In moeilijkheden.
f 12.50 ln kaa
In de Donderdag igehoudón raadsverga
dering bracht de raadscommissie, afge
vaardigd naar den Commissaris der Ko
ningin om den kritieken toestand van die
gemeentelijke financiën met hem te be
spreken, verslag uit Er is een tekort van
6000, waarvoor de raad geen dekking
weet aan te wijzen.
De gemeenteontvanger verklaarde nog
12.60 in kas te hebben. De achterstal
lige renten zijn nog niet uitbetaald! 'De
salarissen van burgemeester en secreta
ris evenmin na 1 Juli 1925. Stapel® reke
ningen wachten nog op betaling.
Het onderhoud met den commissaris
heeft tot geen resultaat geleid.
(Telegr.)
Practijkdlploma's
voor Handelscorrespondentie enz.
Verschenen iis het rapport der commissie,
benoemd bij ministerieele beschikking van
8 Juli j.1., met de opdracht om te onder
zoeken:
of de instelling van een Staatspractijk-
diploma voor handelscorrespondentie en
handelsterminologie in vreemde talen, ge
dacht als bovenbouw op de 'bestaande
practijkddploma's, mogelijk en wemchelyk
os, en of het aanbeveling verdient het be
zit van dat diploma, naast de gewone
akten, te eischen van leeraren in de ge
noemde vakken van handelsscholen.
De oommissie heeft in die opdracht de vol
gend© drie vraagpunten gevonden:
L Is het mogelijk en wenschelijk een
'hooger Staatspractijkdiploma in te stellen
voor vreemde talen?
IL Is het wenschelijk van leeraren in
vreemde talen aan handelsscholen boven
d© gewone akte, een bijzonder bewijs van
bekwaamheid te vorderen? en
IH. Is het wenschelijk het diploma
sub I bedoeld eventueel te doen samen
vallen met het bijzondere diploma in
vraag H?
Na ampele besprekingen is de commissie
gekomen tot een ontkennende beantwoor
ding van vraagpunt I en tot een bevestigen
de beantwoording van vraagpunt n. Een
beantwoording van vraag IH werd daardoor
overbodig.
Op grond van verschillende overwegingen
is de groote meerderheid der commissie van
meening, dat de particuliere practijkdiplo-
ma's door een Staatsdiploma zouden behoo
ren te worden vervangen. Slechts drie leden
zijn van' oordeel, dat dóze aangelegenheid
ook duurzaam het best aan het particuliere
initiatief overgelaten blijft.
Intusschen is dó commissie niet blind
voor het feit, dat enkele ernstige vereeni
gingen de zaak der practijkdiploma's sedert
lange jaren op lofwaardige wijze behartigen.
Zij waardeert den arbeid dier vereenigingen
in hooge mate, en zij gevoelt, dat het be
zwaarlijk is, dezen vereenligingeni het werk,
dat zij; met toewijding verrichten, uit handen
te nemen. Zij meent daarom, dót het wen
schelijk is, af te wachten, totdat de drang
naar een Staatsdiploma ook van de zijde dier
vereenigingen komt.
'Vijf leden der commissie meenen echter,
dat men over deze bedenking heeft heen te
stappen, en dat de instelling vaü een Staats
diploma reeds thans als een urgente zaak
moet worden beschouwd.
Met 15 tegen 3 stemmen heeft de com
missie ten slotte haar gevoelen als volgt uit
gedrukt:
Het zou in het algemeen, en ook in het
belang van eenheid en van besparing van
kosten wenschelijk zijn, dat de practijk
ddploma's door een Staatsdiploma werden
vervangen-, men staat echter voor een ge-
vestigden toestand, die een ongevraagd in
grijpen van Staatswege onwenschelijk
maakt.
De commissie heeft zich daarmede aange
sloten bij de opvatting, die de commissie
voor het Staatspractijkdiploma voor Handel
en Administratie in haar rapport heeft neer
gelegd'.
Het rapport bevat beschouwingen over de
bezwaren, die aan den tegenwoordigen toe
stand kleven, de eischen aan leeraren te stel
len en het programma voor het (leeraars)-
examen.
Inwisseling van zllverbons.
's-Gravenhage, 5 Febr. De minister van
Financiën brengt ter algemeene kennis,
dat ingevolge het Kon. Besl. van 18 Jan.
1926, (StsbL No. 4), de ingetrokken zilver
bons van 2.50 (model 1915), alsmede de
ingetrokken zilverbons van 1 (model
1916), alsnog tot en met 81 December 1926
ter inwisseüng kunnen worden aangebo
den' ten kantore van het agentschap van
het ministerie van Financiën te Amster
dam Heerengracht 844/46.
Van de zilverbons, welke niet behoeven
te worden ingewisseld, dragen de bons
van 1 de dagteekening van 1 Februari
1920, terwijl de bons van 250 zijn ge-
dagteekend 1 Juli 1918 of later.
Het conflict bU de Zutphen—Emmerik.
Naar de Telegr. verneemt, is Vrijdag
een nieuwe poging tot bemiddeüng in het
conflict tusschen de ZutphenEmmerik
en de Ned. Vereeniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel aangewend.
Deze bemiddeling gaat uit van drie
geestelijken te Doetinchem: pastoor dr.
Van IJsselmuiden, ds. Groeneboer, Ned.
Herv. Predikant en ds. M. A. van Pernis,
predikant bij de Geref. Gemeente.
Om één uur werd met de stakingslei
ding geconfereerd, om twee uur met de
leiding der werkgevers. Omtrent het re
sultaat der besprekingen zijn geen mede-
deelingen verstrekt.
Weinig animo voor mljnarbeld.
De werkloozen uit het Noorden van het
land, doch ook van elders blijken maar
weinig te gevoelen voor de werkgelegen
heid, die in het Staatsmijnbedrijf in Lim
burg voor hen bestaat.
Een typisch staaltje hiervan gaven
eenige 'Arnhemsche werkloozen. Voor
tachtig werkloozen was de gelegenheid
opengesteld in de ondergrondsche wer
ken der Staatsmijnen als sleeper in dienst
te komen. Vier en dertig verklaarden
echter dadelijk dat zij niet naar Limburg
wilden gaan, terwijl drie andere werkloo
zen intusschen arbeid gevonden hadden.
Van de overige 43 werden er 23 door
den mijnarts afgekeurd.
Twintig werkloozen zouden dus naar
Limburg vertrekken, doch zeven hunner
verklaarden op het laatste oogenblik toch
maar liever thuis te blijven, terwijl er vier
waren die, toen de trein vertrok, op het
appel mankeerden. Met negen Arnhem
sche werkloozen, werd onder leiding van
een gemeente-ambtenaar naar Heeriep
gereisd.
Acht menschen werden echter afge
keurd, omdat zij duidelijk hun tegenzin ln
het verrichten van mljnarbeld hadden te
kennen gegeven.
Deze acht werkloozen kwamen weer te
rug naar Arnhem, zoodat ten slotte één
van de tachtig in Heerlen is echtergeble-
ven. (TeL)
Medewerking van Nederlanders.
Uit Genève wordt aan het „Hbld."
gemeld
De definitieve uitnoodiging van het
secretariaat-generaal aan den heer Oude
geest, om deel uit te maken van de
commissie tot voorbereiding van een in
ternationale economische conferentie, is
thans verzonden. Wij schreven reeds
eerder hoe ook de heer A. G. Kröller
voor deze commissie was uitgenoodigd.
Wij kunnen daaraan nog toevoegen, dat
het bericht, volgens hetwelk de heer
Kröller tot vice-president der voorberei
dende commissie zou worden benoemd,
prematuur is. Wel werd zijn candidatuur
voor het presidentschap ernstig over
wogen, hoewel de eindelijke benoeming
(door den Raad van den Bond) ten slotte
aan den bekenden Zwitser Gustave Ador
ten deel viel. Wat de keuze van vice-
president of vice-presidenten aangaat,
deze zal hoogstwaarschijnlijk door de
commissie zelf plaats vinden. Dit zal dus
ten minste moeten wachten tot de com
missie volledig is samengesteld. Van een
definitieve candidatuur-Kröller kan dan
ook op dit oogenblik nog geen sprake
zijn.
Voorts valt nog te vermelden, dat graaf
S, C. van Randwijck benoemd is tot
secretaris van onzen landgenoot Van
Hamel, die op 21 dezer zijn functie van
hoogen commissaris in Danzig aanvaardt.
Terwijl Nederland in de commissie voor
de studie van het vraagstuk der dubbele
belasting, welke op 17 Mei bijeen zal
komen, vertegenwoordigd zal zijn door
dr. J. H. R. van Sinninghe Damsté, van
het ministerie van financiën in Den Haag,
en door den heer L. J. van der Waals,
van het departement van koloniën.
De flnanrieele toestand van Vaals.
Dezer dagen hebben wij gemeld, dat
de Raad der gemeente Vaals aan B. en
W. heeft opgedragen het faillissement der
gemeente aan te vragen. „De Msb." bevat
de motiveering van dit besluit.
Deze luidt:
„de gemeenteraad van Vaals
overwegende den financieel treurigen
toestand der gemeente, in hoofdzaak ont
staan gedurende de crisisjaren en als ge
volg van haar positie als grensgemeente
overwegende dat de belastingdruk reeds
nu de draagkracht^der bevolking verre
te boven gaat;
overwegende dat van den schuldenlast
der gemeente het overgroote gedeelte
der belastingen enkel en alleen moet
dienen voor betaling van rente en amor
tisatie, zoodat bijna niets overschiet voor
het welzijn der bevolking;
overwegende dat onder deze omstan
digheden de gemeente nooit haar finan-
cieele moeilijkheden kan te boven komen
besluit B. en W. op te dragen de ge
meente in staat van faillissement te ver
klaren, tenzij er nog op het laatste oogen
blik van buiten bijstand mocht opdagen".
Het blad geeft dan een beschrijving
van de toestanden te Vaals. Het volgende
knippen wij uit het relaas:
De kleine en niet welvarende gemeente
heeft enorm den weerslag der politieke
ontreddering van Europa ondervonden
Als grensgemeente bad ze tijdens den
oorlog vanwege haar geïsoleerde ligging
eigenlijk alleen uit Aken gemakkelijk
bereikbaar een bijzonder kostbare le
vensmiddelenvoorziening. Het Akensche
publiek kon er moeilijk meer wat koo-
pen; na den oorlog was vanwege de va
luta in Duitschland alles goedkooper
(Vaals mocht op de loonen der talrijke
in Aken werkende inwoners markenbij
slagen geven) en kwam er niemand meer;
de separatistentroebelen ontredderden den
toestand heelemaal.
Vaals heeft niet mirfder dan f945.000
(voor een stadje van ongeveer 7000 in
woners I) crisisuitgaven gehad. Waarna
nog resten bijna de helft als hoofddeel
der gemeenteschuld, die bedraagt f700.000
en waarvan bijna 6'/2°/0 rente moet wor
den betaald. De schulden der gemeente
bedrijven zijn hier niet bijgerekend.
Het rijk moet nog bijdragen ontvangen
over 1923, 1924 en 1925, samer; onge
veer f 30.000, gemeentecrediet f 40.000,
Rijksverzekeringsbank f 10.000, enz.
Wat nu de Vaalsenaars bijzonder despe-
reert? De traagheid waarmede lioogeie
overheden de gemeente in haar nood
bijstaan. Om van erger niet te spreken.
Wij hoorden Ged. Staten van Limburg
verwijten hun goedkeuring te hebben <>nt
houden aan een leening van drie ton
tegen 5 °/0, een leening op zeer langen
termijn, 40 jaar. Dit had momenteel een
verlichting van f8000 per jaar beteekend.
En dan het Rijk Men weet te Den
Haag, dat Vaals zichzelf niet meer kan
redden. Er zijn nog tekorten van vorige
jaren (1924: 25.000) die nooit meer in
gehaald kunnen worden, want de belas
tingen zijn er al zeer hoog en de aftrek
voor noodzakelijk levensonderhoud werd
op f 400 gesteld tegen f 1000 in andere
gemeenten. Het vermenigvuldigingscijfer
is momenteel 3, kan 4 worden, doch
moest feitelijk 7 of 8 wezen. De vermo
gensbelasting werd ook al hoog opge
dreven, evenals de andere invoerbare hef-
0
ém