T
Vrouwen
PUROL
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS.
VAN DONDERDAG 11 FEBRUARi;i926.
Ornze vroegere plaatsgenoot, de heer
E. Schol, slaagde Dinsdag jl voor tweeden
stuurman Gr. Vaart.
Het Kamerlid Van de Bilt is Donder
dag 11 Februari as. voor belanghebbenden
te spreken van 4 tot 6 uur, in het Bondsge-
bouw (Bestuurskamer), Molengracht, alhier.
Herbesteding.
Door Burgemeester en Wethouders
alhier werd Dinsdagmiddag ten raadhuize
herbesteed de levering van zand en het
vervoer van materialen1 in de Gemeente
Helder. Hiervoor waren thans de volgen
de Wetten ingekomen: zand per M*.: O.
Smit Ja, Koegras 1.86, D. Dienaar
1.75, W. Kaan L80; waalsteen per
1000: Smit 1.26, Dienlaar 1D2, W.
Kaan 1.80; Frieeche steen per 1000:
O. Smit 1.—, Dienaar 1.28, Kaan 1.25;
trottoirtegels per 100: O. Smit 0.50, Die
naar 0.92, Kaan 0.80; trottoirbanden
p. M.: O. Smit 0.05, Dienaar 0J.1, Kaan
0.07; grond en puin: O Smit 1.—, Die
naar 0.96, Kaan 0.85; Watervervoer:
O. Smit O50, Dienaar 084, Kaan 0.75.
Voor de slachtoffers van den watersnood.
Onze opgaaf betreffende de ingekomen
giften veroischt eenlge aanvulling. De Adel
borsten-vereeniging heeft afzonderlijk een
oollecte gehouden en een bedrag van 266
overgemaakt; de R.-K. kerken tobben onge
veer 900 gecollecteerd, zoodat het opge
geven bedrag van 6146.17, wat hier ter
stede bijeengebracht is vermeerderd moet
worden met 1166 en dus ruim 7800 is
geworden. (Niet inbegrepen totgeen aan le
vensmiddelen en kleeding is ingezameld).
Sedert is door tot Roode Kruis nog ont
vangen een bedrag van 25.96 namens de
Joodscto gemeente.
Bij den heer Bandsma (Arbeidsbeurs) is
ingekomen van Mej. M. B. 2.50.
Door de Ger. Zangver. „Hallelujah" zal
Dinsdag 16 Februari, des avonds 8 uur in
de Geref. Kerk, Spoorstraat, eene herhaling
worden gegeven van het oratorium „Athalia"
'van Felü MendeLssoim-Bartholdy. Dezelfde
medewerkers (met uitzondering van Mevr,
BrumsenHogerzeü, in wier plaats 'Mevr.
Zeilstra—Bylo de sopraanpartij vertolken
zal) zullen thans wederom medewerking ver-
leenen. De baten dezer uitvoering zijn voor
de slachtoffers van den Watersnood be
stem*! Toegansprjjs 50 cent.
De zilveren bruiloft van de Koningin en
den Prins.
Men schrijft ons:
JA Dinsdag had de feestelijke vergadering
plaats van de Ohr. Oranje-Vereeniging ter
herdenking van het huwelijksjubileum der
Kon. Familie. Toen te 8 uur de voorzitter, de
WelEA toer De Jong, de vergadering open
de met te doen zingen Ps. 68 10, was de
bovenzaal van het MA Tehuis aan den Ka-
naaiweg eivol. Na tot gebed» waarin God
werd gedankt voor den rijken zegen, onze
Kon. familie en ook ons volk geschonken;
heette de voorzitter alle aanwezigen welkom
en memoreerde in een gloedvol speechje de
voorbij gegane 25 jaar. Spr. wees er op, hoe
onze Koningin in blijde, maar ook en vooral
in diroeve omstandigheden meeleeft met haar
volk, en hoe de jongste dagen ons weer heb
ben doen zien, dat zij is een afstammelinge
uit tot Huls van Oranje. Voorat ook in de
moeilijke oorlogsjaren kon niets haar weer
houden, om belangstelling te toonen in het
lot onzer militairen. Geen storm was te hevig
en geen duikboot te eng, of zij daalde er in
af en sprak onzen jongens moed in. Spr.
stelt voor een telegram van gelukwensch te
zenden aan het Koninklijk Echtpaar, waarbij
ton Gods zegen wordt toegewenscht. Met
een daverend applaus stemden de aanwezi
gen hiermede in, en als het portret der Kon.
familie op tot doek komt, verheffen allen
zich spontaan van hun zitplaats en zingen
de twee eerste coupletten van het Wilhelmus.
Hierna werden verschillende films vertoond,
o. a. de Negerhut van Oom Tom, welke zeer
In den smaak vielen.
Het 'bestuur had eenlge liederen, welke
speciaal' gemaakt waren ter gelegenheid van
tot Zilveren feest van bet Kon. Echtpaar,
laten drukken, zoodat allen: naar hartelust
konden meezingen. Tenslotte stelde de voor
zitter voor te zingen het bekende gezangvers:
„Hallelujah, eeuwig dank en eere", waarbij
het laatste gedeelte werd' gewijzigd in: „Va
der, sla hen steeds in liefde gade", enz.
Staande werd deze bede gezongen, waarna
met dankgebed' werd geëindigd. Het was-een
eenvoudige, maar waardige herdenkings
avond.
brengen voor de gelukwenscton, Hare Ma
jesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid1 aange
boden ter gelegeriheddl van de herdenking
van Hoogstderzelver huwelijk'".
„De klokken van Oomevllle^.
In de gang van „08811»" stonden ze op
een kluitje bijeen, de negen muzen, dochters
van Zeus en Mneniosyne, beschermsters der
schoons kunsten. En ze keken den verslag
gever coquet aan, toen deze binnenkwam.
„Daar heb je *t zwarte gevaar", zei Thalia,
de vroolijke. „De toeinel staa ons by, dit is
eeni mislyck teecken" antwoordde" Kal
liope, de schoonsprekende, Maar Melpomeno,
de zanggrage, declameerde „Lasciate ogni
speranza voi chtentrate"„Waarom zoo
somber, lieve muze?" was mijn vraag. „iMee-
nin aiede ttoea" betoogde Klio de roem
volle, en Erato, die lieflijke, danste een sier
lijke menuet (ouden stijl), terwijl Euterpe
en Terpsichore, de vermakende en de dans-
lievende, mij omstuwden, jas en hoed1, (die
ik niet ophaa), aannamen, en mij mijn plaats
wezen in de garderobe. „Du holde Kunst, in
wieviel grauen Stunden"4) zong Polyhym-
nia, de zangrijke, en'Urania, de hemelsdie,
zette tot slotkoor uit de negende symphonie
in: „Seid umschlungen, Milionenl"4).
„Dames", zei ik, „wat scheelt eraan? Wat
zijn jelui opgewonden! Denk aan je roeping
en blijf op oen avond als deze eens kalm, In
tot belang der kunst".
„Ach, zwart gevaar", zelde Kal Hope, de
schoonsprekende, „u weet dat zoo niet. Ik
had mijn zinnen en mijn pruik verloren
de toeren uit ddt land zijn tegen mij ge
kant T)".
„Wat een idee", antwoordde Ik, „gaan
jelui maar rustig zitten, kindertjes, en ge
niet van de aardige operette, die gegeven
wordt".
In de pauze zocht ik ze weer op. Vier er
van zaten in de kleine zaal, rondom de kachel,
die er niet meer is, sinds er oentral^..verwar
ming is aangebracht. Kalliope had slaap,
Melpomene, gewend aan 'treurspelen, had
zich pijn in den buik gelachen en kauwde
thans pepermunt (extra streng), Erato en
Terpsichore, die twee danseuses onder de
muzen, hadden zoo juist de kruis-polka be
ëindigd: „Siehst de wohl» da kimmt er, grosse
Schritte nimmt er", neurieden ze nog na.
Maar Melpomene, modierner aangelegd, zong
met een falset alleraandoenlijkst de romance
van „the girl I left behind me".
•^Waar zijn de anderen?" vroeg ik. Ze
hahlde de blanke schouders op. „Zwerven
hier of daar in de zaal rond", was het ant
woord. „'n Aardige operette, hè?" zei ik. Ze
zuchtte. „Jelui zijn ouderwetsch geworden,
muze-kinderen", zeidie ik, Je past je niet
meer aan.
„Vindt je tot nu zóó verschrikkelijk, dat
ze hier operetten gaan opvoeren?" „Puissé-
je de mes yeux y voir tomber la foudre"
snikte Kalliope en een klassieke traan viel
over haar blanke halsje.
Ik zuchtte. Tegen vrouwentranen is geen
mannenhart bestand. Maar de heer Polak
troostte mij. „Ze tobben een paar glazen
wijn, op en zijn wat sentimenteel geworden
zoo zeide hij. Toen heb ik ze maar laten zit
ten rondom de kachel, die er niet was. Urania
de hemelsehe kwam ik later tegen, flirtend
met een blond jongmensch. „Die verkeert
in hemelsehe sferen", dacht ik, en zafchtjes
sloop ik de zaal weer in.
Ingezonden Mededeellng.
en Meines I Er is geen deugdelijker
middel voor het verkregen en be
houden van een fraaie Huid van
Handen en Gelaat, dan
80-60-90 ct.
a
Door d'e Vereeniging JMoed, Volharding
enl 'Zelfopoffering!" is het onderstaand tele
gram verzonden: „Aan Hare Majesteit de
Koningin on Z.K.H. den Prins der Neder
landen. Alle redders van schipbreukelingen
van de Vereeniging „[Moed, Volharding en
Zelfopoffering" te Helder zenden Uw Ko
ninklijk Echtpaar hunne eerbiedige geluk
wenscton met de herdenking van- uw vijf-
enitwintig-jarig echtfeest. Het bestuur: J.
van Dok, Voorzitter; K. Veenstra, Secre
taris; O. Reetman, Penningmeester".
Van den Adjudant van Dienst van H. M.
werd hierop het volgend schrijven ontvan
gen: „Het Loo, Februari 1926. Hare Ma
jesteit de Koningin en Zijne Koninklijke
Hoogheid de Prins der Nederlanden, Hertog
van Mecklenlburg, dragen mSj op het bestuur
der Vereeniging „Moed, Volharding en 'Zeif-
opoffariig" te Helder, Hiinnen dank over te
Eenmaal het standpunt aanvaard tobbend,
dat een afdeeling van de Maatschappij ter
bevordering der Toonkunst op tot geven van
lichte operettekunst is aangewezen, kunnen
wij niet anders zeggen dan dat de uitvoering
van de „Klokken van Cornevüle", welke
Dinsdag en Woensdag in .„Casino" is gege
ven, in alle opzichten uitstekend verzorgd
was. Aan de voorbereiding waS zeer veei ten
koste gelegd, daar men alles in grooten' stijl
wenschte op te voerenuMet uitzondering van
het orkest, dat slechte uit strijkinstrumenten
en slagwerk bestond, was dlan ook alles ge
daan om van deze uitvoering iets goeds te
maken. Zooals was aangekondigd, zouden
een zestal solisten hierin medewerken; vijf
hiervan waren beroepsmensehen, de zesde,
een stadgenoot, de heer Verduijn, die zich
voor de rol van Gaspard welwillend beschik
baar had gesteld.
De aardige en frissche oostuums deden
aangenaam aan. Van de solisten beschikte
de heer Jos. Heydens (Grenicheux) over een
pracbögen tenor, ook diens mimiek en ac-
teeren was zeer goed, zoodat hij niet weinig
bijdroeg tot het slagen dezer uitvoering. De
heer V erduijn voldeed als Gaspard uitste
kend; hij deed in geen enkel' opzicht onder
voor zijn beroepscollega's. Serpolette (Me-*
juffrouw Mathilde Nieuwerkerk) was in haar
spel beter dan in haar zang. De koorzang
was uitstekend'; hiervoor waren uit den aard
der zaak de dames en toeren' van het Toon-
kunstkoor aangewezen; zij vervulden met
opgewektheid en energie hun taak, en wisten
door aardig acteeren en inleven in hun rol
alle stijfheid; die zoo vaak dilettanten-uitvoe
ringen kenmerkt, te vermijden. Levendige
en aardige tooneeltjes waren dan ook het
resultaat, zooais de openings-scène, en het,
wel ietwat te wilde, elottooneel, eerste bedrijf.
Jammer was, dat tijden^ het voorspel tot
het tweede tafereel de tooneelveranderingen
nog in vollen gang waren en men de muziek
met hamerslagen begeleidde.
„De klokken van Oorneville" is een bui
tengewoon aardige operette, en de muziek
van Robert Planquette aantrekkelijk en gees
tig. Voor de samenstelling van orkest en
koren was de medewerking van verschillende
dames en heeren musici en zangers ver
kregen; mejuffrouw E. Verfalüe had' de
gansch niet gemakkelijke taak der piano
partij. Dat dit nogal iets beteekent, waar een
aantal beroepsacteurs medespelen, die zich
niet al te zeer aan tempi dl houden als zij
door hun spel worden meegesleept, behoeft
geen betoog.
|Na afloop van het tweede bedrijf betrad de
heer Deïgorge, voorzitter der afdeeling, het
podium om die verschillende dames en heeren
medewerkenden hartelijk te danken. Den
beiden dames-solisten, mejuffouw Mathilde
Nieuwerkerk en mevrouw Jo Solleveld ui'i
Den Haag, werden blcfemisbukken overhan
digd; den heeren solisten, speciaal den toer
Verduijn, dank gebracht voor hun medewer
king en eveneens het orkest. In het bizonder
werd hier de pianiste met eere geroemd, en
haar werd voor haar medewerking geen
enkele repetitie heeft zij verzuimd een
fraai bloemstuk overhandig! Den „onzicht-
baren krachten", de beide regisseurs .Wolt-
huys en Bruin, werd eveneens dank ge
bracht Tenslotte, maar niet het minst wer<
de heer Leewens gecomplimenteerd met dit
zijn eerste succes op tot padi van den opera-
dirigent. Het bestuur stond aanvankelijk
ietwat angstvallig tegenover deze uitvoering,
omdat men vreesde voor het welslagen er
van. Gelukkig ie de uitslag in alle opzichten
goed1 en spr. biedt dCn toer Leewens namens
tot koor een prachtigen krans aan. Een en
ander ging gepaard met hartelijk applaus der
aanwezigen.
De in het derde bedrijf voorkomende dans
was welwillend ingestudeerd door den toer
Jac. B. Polak. Aan het slot van het derde
bedrijf (eigenlijk het vierde, daar het eerste
uit twee tefereelen bestaat) werd den diri
gent, den heer Leewens, nogmaals enthou
siast hulde gebracht door hst koor. Er hielp
niet aan: hij moest op het tooneel om de
hulde in 'ontvangst te nemen, 'a Heeren
Leewens' taak was een zeer zware; blij ha<
het uitgebreide koor en de musici onder zijn
leiding, en het karakter dezer uitvoering
bracht mede, dat hij natuurlijk wel eens een
reohtstreeksch contact met de zangers miste,
zooals in het 2de bedrijf het geval was, waar
tot koor veelal onzichtbaar hleef. Maar, zoo
als gezegd, verliep alles vlot en de aanwezi
gen houden een aangename herinnering aan
een goed-verzoigde, ini menig opzicht die
van beroepstooneelisten overtreffende (de
koren waren hier natuurlijk veel sterker en
beter dan bij beroepsmenschen het geval
kan zijn) uitvoering eener geestige operette.
In tot begin zeiden wjj reeds, dat de vertoo
ning frisch en aangenaam aandeed1: de mooie
costuums uit het magazijn De Grauw en het
kapwerk van den heer Van der Maden heb
ben daartoe zeker bijgedragen.
Gisterenavond werd de operette voor de
tweede maal opgevoerd, nu tegen entrée.
Velen hadden van deze gelegenheid gebruik
gemaakt, zoodat de „Casioo"-zaal tamelijk
goed bezet was.
De solisten en Mej. Verfaille hadden we
derom, onder daverend applaus van de
enthousiaste menigte, bloemen in ontvangst
te nemen, terwijl de heer Leewens triomfant
op de schouders geheven werd en onder
daverend applaus gehuldigd.
Foto's van de deelnemers aan de operette,
gemaakt door het Fot-obureau ..Relder", zijn
in onze fotokast opgehangen. De foto's zijn
verkrijgbaar bij genoemd Fotobureau, West-
straat 72hute.
die
Vondel, Gysbregb van AmstéL
3) „Gij, die hier binnentreedt, laat alle
hope varen". Regel uit het opschrift, dat
Dante op zijn tocht door de tol voor de poort
daarvan vond geschreven.
„Zing ons den wrok, o godinne".
Aanvangsregel van Homerééf Ilias.
4) Bekend lied van Schutort, „Au
Musik". i
Slotkoor uit Beethoven's negende sym
phonie op tekst van Schiller.
Solo van den baljuw uit „De Klokken
van Corneville".
Solo van Grenïcheux uit dezelfde ope
rette.
„Mocht ik met eigen oogen zien hoe de
bliksem er in slaatl" Bekende versregel uit
een van Racine's treurspelen.
Noorder Kunstkring.
De voorzitter van de „Noorder Kunst
kring", de heer L. Pinkhof, hield Dinsdag
avond voor leden en belangstellenden in het
ateLier aan de Dtfkstraat, een lezing over:
„Hoe men er toe gekomen is om kunst te
In^n^gezêllge causerie behandelde de
toer Pinkhof dit onderwerp. 'De belangstel
ling was zeer gering, waarover spr. zyn te
leurstelling uitdrukte.
'Do kunst aldus de toer Pinkhof
een uiting van den tijdgeest. Onze tijd ken
merkt rich door rusteloosheid, alles jaagt en
renlb, tot gaat nilmmer snel genoeg. Auto's,
trams, undergrounds, vliegmachines, t is
alles uiting van de gejaagdheid en nervosi
teit van de menschen» Het zou in onzen tijd
dan ook niet mogelijk; zijn. dat de -kinderlijke,
rustige geest van de middeleeuwen weer over
de menschen zou -komen. De mensctonziel
te afgestompt Deze geest van rusteloosheid
te ook verderfelijk voor de kunst en het ge
volg is niet uitgebleven!.
Amerika in het bizonder heeft er op ge
reageerd o. a. met de Jazzband-muziek, die
een uiting te van dOn geest van onzen tijd.
De menschen zijn nog slechte vatbaar voor
scherpe en harde gevoete- en geziohtainr
drukkert
Bjj de schilderkunst ds dit ook merkbaar.
Spr. toeft in Amsterdam de tentoonstelling
van „de Branding" bezocht Er waren schil-
derijen van opgeplakte plaatjes, tram
kaartjes; roode en gele Stukjes papier bjji
Het schrille en harde moet op de afge
stompte hersenen van de menschen werken.
Men zie b.v. op straat de affiches in schreeu
wende, schelle -kleuren.
Hierbij komt d'an nog een vormloosheid,
een onverschilligheid tegenover die werke
lijkheid Wanneer men maar even den vorm
kan zien, werkt men verder met kleuren.
[De heer Pinkhof schetste in het kort, hoe
in den loop der eeuwen de kunst gegroeid
is. Vanaf de vroegste tijden -loopt hij de ge
schiedenis door en toont aan» hoe hij de
menschen de 'behoefte ontstond, om door
versiering en verfraaiing zich te onderschei
den van anderen.
In Egypte, ten tijde van de Farao's, be
reikte de kunst een hoogtepunt. Deze vor
sten, die begrepen; dat zij langer dood zou
den zijn dan levend; bouwden de zg. „mas-
taba's", een soort van kleine pynainide, waar
zij met hun familie'» -begraven werden.
'Later kwamen de pyiuinide's, de tempels
en paleizen van deze vorsten. Bouwwerken
van architectonische schoonheid. Prachtig
was toen reeds de schilderkunst. Er is, hoe
wel zeer weinig, toch nog kunst uit dien ttfjo
overgebleven, een bewijs, dat de kunst
eeuwig te.
De kunst ging toen over van vader op
zoon. De zoon volgde precies tot voorbeeld
van den vader, waardoor er een groote sta
biliteit in de kunstwerken bleef. Dst de men
schen in dien tijd niet zoo gejaagd waren
als In onze dagen, blijkt uit de groote rust,
die -uit hun kunst spreekt.
Wij kunnen nu dit werk beschouwen, om
dat we er ver achter staan. Over 100 jaar za
men de uiting van onze kunst zien, als ge
produceerd in een tijd, van groote zenuw
achtigheid
Voor ons te naar voren gekomen de „een
heid1" in de oude kunst. In onzen- tijd1 te er
verdeeldheid!, het Individualisme van de schil
ders. Als je een schilderstuk ziet, kan je
zonder naar dien naam te zien, deni schilder
noemen.
Veel kunstenaars van onzen tijd zienl hun
fouten en weten, dat ze terug moeten naar
de gebondenheid1, de eenhei! Men ziet dan
ook vooruitgang, of teruggang zoo men het
noemen wilt, in schilder^, bouw- en beeld
houwkunst.
De eeuwigheid omvat de rust, de gebon-
denhei! de statigheid
'De toevalligheid draagt dat niet in zich.
Dat weten de groote kunstenaars van onzen
tij! vandaar dat zij alle toevalligheden weg
werpen.
Spr. noemt eenlge kunstenaars uit dezen
tij! uit wier werken groote rust spreekt.
Hlij meent dan ook te mogen voorspellen,
zonder profetisch te zijn, dat langzamerhand
de rust weer komen zaL
De heer Oarstens, secretaris van de Noor
der Kunstkring, dankte den heer Pinkhof
voor zijn keurige lezing en de pers voor baar
tegenwoordigheid
Lezing over Frankrijk.
Wij herinneren onze lezers aan de lezing,
welke morgenavond In „Casino" gehouden
wordt over de Loire en de prachtige omge
ving daarvan, en welke uitgaat van de Ver
eeniging A.G.O. In de jongste bestuursver
gadering is besloten de toegangsbewijzen ook
verkrijgbaar te stellen in den Sigarenwinkel
der Wed. Stoffer, Weststraat 57, hetwelk
evenwel door een verzuim -niet in de eerste
advertentie te vermei! -Men kan daar dus
voortaan ook kaarten koopen.
Muziekschool „de Toonkunst".
Blijkens in dit nummer voorkomende ad
vertentie zal' de heer De Hoogh de jaarlijk
se!» uitvoering met de leerlingen zijner mu
ziakschool as. Maandagavond in „Casino"
geven. Op het omvangrijk programma ko
men o. a. de volgende cantates voor: JDe
Schoonste Feestdag" van Cath. van Hennes,
waarin Mej. Stompedissel de sopraan-solo
zal zingen, „Prins-Lente" van Hendr. van
Tussenbroek Voorts zullen de leerlingen of
de koorklassen verschillende nummers ten
gehoore -brengen; waaronder van Hendr. van
Oort, Hendrika van Tussenbroek, Dalcroze,
Mej. M!ien Bakker zal- tot Chanson de 1'addeu
van Tosti en Huüebroek's „Voor 't kant
kussen" zingen, mej. Jo de Boer de bekende
aria uit „Mignon", enz. Aanvang klokslag
aalf acht
Alberto's Operette-gezelschap.
De heer Boelens, die reeds vele malen- op
Woensdagmiddag niet zijn troepje leerlingen
voor die kinderen te opgetreden met de aar-
dig-gemonteerde sprookjes, geeft ditmaal
een avondvoorstelling voor d'e grooten. Dins
dag 16 dezer te half acht wordt een voorstel
ling gegeven van „Roodkapje en- die Wolf".
Hiervoor rijh. speciale oostuums vervaardigd,
terwijl die tekst door den heer Boelens zelf
te geschreven. De verschillende hierin ge
zongen liederen vormen een groote aantrek
kelijkheid; allerlei klassieke en- geliefde melo-
diën worden ervoor gebruikt. De adverten
tie geeft in dit opzicht duidelijke aanwijzin
gen, zoodat wij daarnaar kunnen verwijzen.
Ter meerdere aantrekkelijkheid te ditmaal de
gelegenheid voor een nadans niet ongebruikt
gelaten. De entréeprijzen zijn uiterst laag,
slechts 80 cent voor kinderen en 50 cent
voor volwassenen, zoodat deze geen- beletsel
runnen zjjn om de uitvoering bij te wonen.
Daarom te plaatsbespreking dlan' ook drin
gend aanbevolen.
Voortfrachtmorgen „De Dageraad".
De Vereeniging „De Dageraadf' heeft
voor Zondagmorgen een bijeenkomst geor
ganiseerd, waar de declamator Willem van
OappeHen het dramatisch gedicht „Oain"
van den Engelscton dichter Byron zal decla-
meereni De beklagenswaardige Cainrfiguur,
de onbevredigde zoeker, de opstandige, gepij
nigde mensch-, leeft in dit gedicht in al zijn
leVighel! De opzweepemde scène tusscton
Oain en Abel; eindigend met den broeder
moord, te in krachtige -taal door den dichter
bezongen. Na het gebeuren Oain's volkomen
verslagenhei! Vooral -het derde bedrijf te
van groote dramatische kracht, en geeft een
beeld van de heteekenlia van dezen grooten
Engelscton dichter.
Omtrent de declamatie van den heer Van
Oapelen zij-n de verschillende kritieken,
welke ons bereikten, zonder uitzondering
gunstig. Het JDordrechtsch Nieuwsblad"
spreekt van een „eminenJten declamator",
iet „Dagblad! van Gouda" roemt zijn mooie,
leschaafde stem. „Het Volk" schreejt over
rem: „Vooral ook is te -prijzen het Inge-
oud'en gebaar van den declamator. Hij
drukt met zijn geste's nooit een gemoeds
toestand uit: hij duidt hem slechte aan. Daar
door krijgt de voordracht Iets rustigs".
■Voor bijzonderheden Mie men de adver
tentie.
„Z'n Edelachtbare".
Na het werkelijk groote succes, dlat Nap
de la Mar hier gehadi heeft met de opvoering
van „'Dokter Stieglitz" jl in ^Casino", waar
in Nap heeft bewezen een groot arttet te zijn.
die zoowel op komisch, als dramatisch gebied
onverbeterlijk te 'komt hij nu op Woens
dag 17 Febr. met „Het Vrije Tooneed" een
voorstelling geven» waarbü behalve Nap de
la Mar, ook zullen optreden Speenhoff,
Mevr Speenhoff—Prinz, Margie Morris,
Koos Speenhoff Jr. e. a. Er wordt een schit
terend! cabaretprogramma gegeven*, doch de
hoofdschotel! van den avond zal bestaan uit
een wederopvoering van de oer-kl-ucht JStii
Edelachtbare". Velen zulen zich nog her
inneren hoe dit geweldige lachstuk voor een
aantal jaren terug hier minstens 8 malen
werd vertoond met een ongewoon succes.
WOaSJno" was toen driemaal totaal uitver
kocht en zelden te er zoo gelachen als hij de
opvoering van „Z'n Edelachtbare", waarin
Nap gewoonweg onbetaalbaar ia. Nap en
Speenhoff hebben zich weer vereenigd en
geven, evenals toen; bijgestaan door 't ove
rige gezelschap, een avond van vroolijke
kunst, een keurprogramma uitsluitend ge
wijd aan den lach.
Meisje te water.
Dinsdagavond plm. 8 uur sprong nabij
de Koningsbrug, een 16-jarig meisje te
water, om zich van het leven te berooven.
Eenige voorbijgangers snelden onmid
dellijk ter hulp en wisten, met eenige
moeite, het meisje op het droge te bren
gen. Zij werd binnengedragen bij Dr.
Bakker op den Kanaalweg.
Nadat zij gekalmeerd was en van droge
kleeren voorzien, werd zij naar huls ge
bracht.
Plulntveevereenlglng.
Uit bet Polltlerapperi
Door een brigadier werd Maandagmid'
d»g een man aangehouden, die in het
Alg. Politieblad stond gesignaleerd voor
iet ondergaan van 6 d. hechtenis of f 8.
boete.
De man koos het laatste en kon, nadat
hjj zijn 8 piek betaald had, zijn zoo on
aangenaam onderbroken wandeling, voort
zetten.
Dinsdagmorgen werd aan het Hoofd
bureau kennis gegeven, dat vermoedelijk
door baldadigen, de dakbedekking van een
aan den Strooweg staande schuur was
vernield.
VERGADERINGEN, VERMAKELIJK
HEDEN, ENZ.
Donderdag 11 Februari
„De Spaak ln 't Wiel", Muaia Sacrum 8 a
Vrijdag 12 Februari.
„Joseph In Dothan", R.-K. Volksbond*8 u.
Lezing A. G. O., Casino, 8.15 uur.
Snjeon 18 Februari.
„De Tsjustere Keamer". Alg. MiL Tehüa,
Spooratrjött®» 8 üre.
Zondag 14 Februari.
Joseph in Dothan", R.-K. Volksbond 8 u.
Voordrachtoahtend v.d. „Dageraad", Ca-
10.15 tjb.
Meldende boutade.
Gezeidcbap Nap de la Mar en Speenhof t.
Dinsdagmorgen te laat voor het nummer
van dien dag ontvingen wij het verslag eener
lezing, welke Donderdagavond der vorige week
gehouden ia op initiatief der Pluimveevereeni-
ging „Helder" in de bovenzaal van den heer
Van Weelde, en hoofdzakelijk -betrekking hal
op de postduiven.
De heer Van der Meer uit Tilburg, een be
kendheid op Postduivengebied, heeft op een
aangename en leerzame wijze zijne toehoor
ders bezig gehouden. x
Wanneer iemand zich bezighoudt met de
duivensport en laat vliegen, is meestsl het eer
ste jaar voor hem het beate; het tweede en
derde wint hij al minder prijzen, om na verloop
van 4 of S Jaar te eindigen, geheel ontmoedigd
over de prestaties van zijn duiven. Dit moet
een oorzaak hebben en over het opsporen hier
van en de resultaten wil spreker het dezen
avond hebben.
Eerst projecteerde spr. eenige duiven, waar
van- volgens de historie onze tegenwoordige
duiven afstammen: pl. m. 120 jaar terug. De
duiven in dien tijd waren voor het overbrengen
van berichten eigenlijk niet geschikt, maar toch
werden zij er voor gebruikt, vooral op korte
afstanden. Toen Napoleon den slag bij Water-
loo verloor, was er al een duif, die dit bericht
naar Engeland brafcht. Het gevolg van dat
vlugge bericht was, dat de eigenaar van de duif
schatrijk werd. De dutvenliefhebber heette
Rotschild.
Toen dit geval later -bekend werd, begon men
te kruisen en te kweeken en steeds met betere
resultaten: de^fstanden werden steeds grooter.
Eerst na zeer vele generaties is het mogen ge
lukken te komen tot de tegenwoordige post
duif en nog bestaan er vele rassen van.
Voorts kregen we te zien hoe voor een halve
eeuw en langer geleden de postduiven vervoerd
werden naar de plaats van- loslating. Later
zien we ze per spoor vervoeren en Anno 1925
per vliegmachine. Nu we dus de tegenwoordige
postduif en de moderne verkeersmiddelen heb
ben, worden er vluchten gemaakt van 1000 i
1100 K.M. Het gaat echter nu niet alléén meer
om den afstand, maar om den tijd, waarin die
afstand gevlogen wordt. De kortste tijd wordt
gemaakt door de duif, welke het beste in bouw
en in vorm is. Zoo moeten dus alle liefhebbers
hun duiven zien te krijgen.
Aan de hand van verschillende lichtbeelden
besprak spr. uitvoerig het oog der duif, het
voornaamste zintuig van het dier. Een goed
duivenkenner ziet aan de oogen alles wat hij
van zijn duif wil weten voor vliegen en voort
teelt. Ook kan men den gezondheidstoestand
eruit afleiden. Vervolgens zien we een serie
opengesperde bekken, waarin de duivenkenner
oogeniblikkelijk kan zien of de duif ziek is.
Wanneer dit het geval is, is genezing meestal
nog mogelijk. Na den kop, oogen en bek, krij
gen we te zien het geheele ontwikkelingspro
ces van -het ei en behandelt spr. nog het kaart
systeem Stolpers, wat door lederen goeden
duivenliefhebber moet wordien bijgehouden
voor alle mogelijke gegeven».
Aan het einde van de lezing geeft spr. nog
eenige wenken van practischen aard voor de
a.s. wedvluchten, n.1. voor het „mak houden"
en „vlug binnenkomen", wat voor een postduif
een vereischte 1», daar het soms om een halve
seconde gaat.
Met dank aan den heer Van der Meer «n de
aanwezigen, sloot de voorzitter, de heer SQlzle,
dezen zeer gezelllgen en leerzamen avond.