UIT DE WIJDE WERELD
VOOR DE VROUWEN.
De nieuwste methode.
(Foezel).
Heb je gehoord van die nieuwe voet
balclub „De Doelpunters". Die winnen
lederen wedstrijd met 60.
Geen wonder 1 Die worden getraind
door een oud-dierentemmer...
DB WIJZE VAN GEGETEN BIJ
VERSCHILLENDE VOLKEN.
Elke natie meent dat zij de belangrijk
ste, zoo niet de grootste natie der werelc.
Is en natuurlijk beschouwt zij ook haar
eigen ceremonieën on wijze van groeten
als de beste, terwijl zij laoht over de
plichtplegingen van andere naties. De
Groenlanders bijvoorbeeld laohen wanneer
zij Europeanen de hoeden zien afnemen
ten teeken van eerbiedde buiging, die
wij besohouwen als het uitwendige teeken
van een vriendelijk gevoel, en eene uiting
van beleefdheid, is voor hen een be-
laohulljko beweging van het liohaam.
Volksstammen op een eiland dloht bt
de Fhlllppllnen nemen de hand of den
voet van den persoon dien zij groeten,
en wrijven er zaohtjes hun gezlobten
'mlir
wrijven hunne neuzen
1, dl zij willen groeten,
het
mede, terwijl de Phillppijnen een zeer
belachelijke houding aannemenzij bul
gen hunne llohamen beol laag tot der
rond, dan leggen zij hunne handen tegen
un wangen on tegelijkertijd stoken z£
een roet In de ducht
De Laplanders
togen de porsonen,
Do Ethioplërs nemen het kleed- of een
tip van het kleed van iemand, voor wien
zij nu eens heel beleefd willen zijn en
winden het om het om hun eigen per
soon. De Japaneezen trekken een pan
toffel uit Do Ohlneezen zijn niet zoo be
leefd als do Japaneezen, maar nog stijver
ln het vasthouden aan de regelen der
etiquetten. Antwoorden, een aantal bul
gingen, kniobuigingen en nijgingen ter
rechtor- en ter linkerzijde, zijn alle door
het Chineosohe rituaal of do Aoademh
der Complimenten, zooals het genoemd
wordt, voorgeschreven. Aangeleerde cere
monieën nemen de plaats in van elke
natuurlijke handeling. Op de eenvoudige
vraag naar de gezondheid van iemand
krijgt men ten antwoord: „Zeer wel, ik
dank U voor Uwe overvloedige goed
heid". Tot Iemand, die er gezond uitziet
egt hijK
zal onsterfelijk zijn". Na een onderhoud
zegt hij bijna altijd„lk heb U niet |met
genoeg onderscheiding behandeld", en
de versohillende titels, die de Ohineesohe
bezoekers aan elkaar geven zijn eenvoudig
onvertaalbaar.
Amerikanen en Europeanen zitten in
bedehuizen met ongedekt hoofd, terwijl
de Turken dit bIb iets onwelvoegelijks
besohouwen.
Een roiziger in Afrika vertelt, dat hij
een ontmoeting zag van twee neger
hoofden; zij omhelsden elkaar en trokken
zoolang aan hunne middelvingers tot zij
knapten.
Een Fransoh reiziger verhaalt zijn ont
moeting met een volksstam in Nieuw
Guinea, die hem groette door voor hem
te gaan staan, met bladeren op het hoofd,
als een zinnebeeld van vriendschap en
vrede. Deze manier is, dunkt mij, even
beteekenisvol als schilderachtig.
Het gebruik om de handen te kruisen
als een teeken van eerbied, is zegt men,
het oudste en meest algemeene. Van de
oudste tijden, bij de Grieken en bij de
Romeinen, tot heden heeft het bestaan.
Een ander vermaard gebruik is de heil
wensch na het niezed. Er bestaat een
vermakelijk verhaal van ceremonieën bij
het niezen van den koning van Monomo-
tapa. Wanneer Zijne Majesteit niest, be
groeten zij, die het dichtst bij hem zhn,
hem op zulk een luiden toon, dat de
personen, die in de naaste kamer zijn,
het hooren en hunne gelukwenschen er
bij voegen en zoo gaat de groet voort
van de aangrenzende vertrekken tot de
straat, hij verbreidt zich door de stad en
dus worden dvizenden menschen betrok
ken in een enkelen keer niezen.
stamd wordt met een variabelen condensa
tor. Er ontstaat aldus een trillingskring, die
afgestamd wordt op de golflengte van1 het te
ontvangen station. Zoodoende verkrijgt deze
kring voor de trillingen! van die frequentie
een zeer grootenl weerstand en dia de weg
voor hen „versperd"; hieraan ontleende men
dan ook den naam „sperkringkoppeling".
De H.Fw-stroomen kunnen de spoel nie.
passeeren en worden gedwongen hun weg
te nemen naar het rooster van de volgende
lamp. De stroom van de amodebatterij onder
vindt in die spoel nagenoeg geen weerstand,
zoodlat de anode een positieve spanning ge
geven kan worden. Deze methode is zeer
effectief, omdat men door den afstembaren
kring de maximale BpanndingsveTSterkiing
kan verkrijgen.
Bij meerdere trappen HF-rversterking
ontmoet het "gebruik van afgestemde krin
gen bezwaren: het toestel wordt lastig in de
bediening en vertoont spoedig neiging om
giltonen voort te brengen.
Een andere methode van HF.-versterfcing
Is met weerstandskoppeling. In plaats van
de spoel en variabelen condensator wordt
dan een hooge weerstand opgenomen. iMen
deze mMiöde echter zeldzaam toe, om
t versterking slechte verkregen wordt bij
ontvangst van groote golflengten (boven die
800 ft 400 M.). Dit 1b een gevolg van het feit,
dat de capacitieve weerstand tuBschen het
eene einde van den weerstand en den gloei-
draadl te klein wordt, zoodat er aan verstem
king belangrijk wordt veriorea Wij' zullen
hierover dus nlejs verder zeggen. IWanneer
past men nu H.F.-versterking toe?
.Voor de ontvangst van stations in de na-
bijheid of krachtige stations heeft het wel-
zin. daar het niet de
Ld harder te makea doch
bedoeling ls bet
och de detector-
,p gevoelig te maken voor.'de oorspron
kelijk *0 zwakke ontvangen antenne-energie.
Bit zwakke roosterspannilngsvarlaties is de
gelljkriohtende werking van de detectoriamp
tal. zeer gering en' zou men zonder H.F.-
versterking een onvoldoende belasting van
het rooster der LJVlamp krijgen, waardoor
het edndgeluid zwak blijft ondanks de krach
tige versterking.
By
ontvangst van nahjjztjnde stations zijn
de róosterspanningsvarlatles reeds krachtig
eni ls de detectorwerking al voldoende. Ad
ders is het b]ji de ontvangst van zwakke sta
tions. De Inkomende, energie ls uiterst zwak
on kan niet met suooes door de detectorlamp
verwerkt worden. Gaat men de zwakke roos-
torapanningsvariatlea nu eerst versterken,
dan zal de detector zich net gedragen alsof
de oorspronkelijke antenne-energie zoo
krachtig was. Om het eens heel eenvoudig
uit te drukken: HJi-versterking brengt de
zwakke stations dichterbij (en LF^verster-
maafct van reeds hoorbare signalen
krachtiger dito). Het spreekt vanzelf, dat
men voor HF^versterking liefst een lamp
neemt met een zoo groot mogelijke verste-
kingafaotor.
Ia het dus de bedoeling stations te ont
vangen, welke op grooten afstand gelegen
rijto, dian is HF.-verstericLng aan te bevelen;
gaat het slechts om stations in de nabijheid
of krachtige stations, zoo kan deze lamp
zonder bezwaar weggelaten worden. Wij zijn
nu aan het eind gekomen van onze bespre
king over de radiolamp en vertrouwen, dat
onze lezers hiervan thans een goed begrip
zullen hebben.
Ontvangst geheel op wisselstroom.
Bij onze experimenten voor de ontvangst
gehéél op wisselstroom bleek het succes ge
heel afhankelijk te zijn van de gebruikte
ampen ep waar hiervoor geen speciale
soorten in den handel zijn is het geheel toe
vallig als men in de keuze slaagt. Voor hen,
die hiermede proeven nemen, kunnen wij
aanraden te gebruiken als detector der R.E.
90 en als versterker de RJ3. 95 (van de Te-
efunkenl). Deze lampen behoeven reep. 1.1
en 1.2 Volt hij 0.2 Ampère en geven uit
muntende resultaten. Het bleek ons, dat
voor algeheele wisselstroomvoeding geen
ingrijpende veranderingen in het toestel aan
gebracht behoeven te worden. De hoofdzaak
s, dat de gloeidraadvoeding nergens met het
toestel verbonden is; alleen aan het midr
den van een weerstand, die paralei op de
gloeidraadvoeding is aangebracht dit is
de verbinding die anders aan min, accu komt.
Wij hopen hierover een artikel te pubheee-
ren ole onze proeven ten volle geslaagd1 zijn.
RADIO-RUBRIEK.
Hoogfrequentversterklng.
.Na in onze rubriek achtereenvolgens de
radiolamp als detector en laagfrequenitver-
sterker besproken te hebben, rest ons nog
de hoogfrequöntvemterklng te behandelen.
Hoogf r quenitversterking is de verster
king, welke toegepast wordt vóórdat gelijk-
nchting plaats vindt De hoogfrequente
trillingen, welke direct van de antenne ko
men, worden op het rooster van de hoog-
frequentversterkerlamp gebracht en ver
sterking vindt op dezelfde wijze plaats als
reedis in ons vorige artikelen uitvoerig be
sproken is.
De meest gebruikte vorm van HF.-ver-
sterking is „Afgestemde anodekring", ook
wel sperkoppeling genaamd. In den anode-
knug van de eerste iaimp is een smoorspoel
(honingraatspoel) opgenomen, welke afge-
De positie van den H. D. O. geregeld.
Kort na Nieuwjaar ontstond tusschen den
HJD.O. en de NJSF. een .conflict.
De NEF. ontnam aam den H.D.O. ver
schillende avonden in de week, om die ter
beschikking te stellen van andere omroep-
vereenigimgen dan den HDXD.
Het bestuur van laatstgenoemde vereeni-
ging wenschte zich hier niet langer bij neer
te leggen.
Langdurige handelingen hebben thans tot
een oplossing van dit conflict geleid). Het
resultaat is neergelegd dn oen met de N.SF.
gesloten contract, welk contract de verhou
ding HJD.O.—N.SF. van 1 IMaart jl af
regelt
De voornaamste bepaling iln dat con
tract is:
De N.SF. garandeert aan den HJD.O. die
volgende zenduren: Maandagavond van 5 tot
11 uur; Dinsdagavond van 6 tot 8 uur en
van 10 tot 11 uur; Woensdlagavond van 0 tot
8 uur en van 10 tot 11 uur; Donderdag
avond van 0 tot 11 uur; Vrijdagavond van 0
tot 11 uur; Zaterdagavond van 0 tot 8 uur en
van 10 tot 11 uur; Zondagmiddag van 2 tot
5 uur en Zondagavond van 8 tot 11 uur.
BI] de Alakaloef-lndlanen.
In de „Missiën", een uitgave van de Ka
tholieke zending, vertelt een pater mis
sionaris van een Lndiaanschen volksstam,
omtrent welken nog weinig bekend is ge
worden, .tengevolge van hun groote schuw
heid. Deze Alakaloef-Indianen ibehooren tot
een Vuurlandschen volksstam en bewonen
een eilandengroep, die zich uitstrekt van
48° tot 56° Zuiderbreedte, alzoo aan de
uiterste zuidpunt van Zuid-Amerika. Waar
door deze menschen zoo schuw zijn gewor
den? De weinige blanken, waarmee ze in
aanraking kwamen, waren bijna uitsluitend
personen mét een twijfelachtig verleden,
robbenjagers en visschers. Zij wisten zich
hier in dit labyrintb van, eilanden en kanalen
ver genoeg van het waakzaam oog der politie
en veroorloofden zich tegenover de weer-
loozen ongerechtigheden door hun kostbare
vischottervellen te ontstelen, die ze meestal
in hun kano's meevoerden en die hen dien
den tot kleeding en beschutting. Bovendien
ls deze streek een goede schuilplaats voor
uit de gevangenis ontsnapte bandieten en
misdadigers, die zich aan dé inboorlingen
opdrongen), deels met hen samenleefden en
zoo er toe bijdroegen, dat de goedé, oude
zeden dier natuurkinderen losser werden en
in onbrtiik raakten.
Het kostte den pater ontzaglijk veel
moeite het vertrouwen der menschen te
winnen.
Wat aan deze streken een zeer typisch
kenteefaem geeft, zoo zegt hij!, dat ls dé on
ophoudelijke regen, die dag en nacht zonder-
onderbreken voortduurt. Wanneer ook al
niet gestadig dikke, zware droppels neer
vallen, zooals ln de tropische zone, dan mie-
zelt het toch een beetje of er hangt een der
mate dichte nevel, dat het regen lijkt. Het
ls eenvoudig onmogelijk, het naargeestige
dier streek onder woorden te brengen: het
regent en regent en er komt geen eind aan
Misschien éénmaal1 per week en ook dan nog
heel kort, krijgt men de zon te zien. Droge
winideni, die in de nabije Argentljnsche
pampa's zoo vaak waaien, kunnen hier niet
kamen door dé hooge ketens der Oordilleras.
Alleen dé "ijzige Zuidwestenwind vindt toe
gang, die ook de meest verborgen plekjes
dér talrijke kanalen onder zijn druk doet
sidderen. Zware regenbuien zjjin zin bege
leiders. In den winter lost dikk e sneeuw dien
regen af. Dan is het lete droger.
Het behoeft nauwelijks vermeld te won
den, dat het op dén duur een hoogst onaan
gename gewaarwording ls steedB in natte
kleeding te leven en nergens beschutting
te vinden tegen regen en koudé. Oök het
schoeisel scheurt spoedig, vooral bij dé na
den, en wordt onbruikbaar. Stuk voor stuk
teren alle kleedingstukken weg en vallen ln
flarden af.
Dit alles in aanmerking genomen, blijft
het mij tot op den huidigen dag onbeigrijpe-
lij'k, dlat onder de vermelde weersomstandig-
hedien het gemoedsleven dier natuurkinde
ren nog niét totaal weggekwijnd is; want ik
heb het persoonlijk ervaren, dat ik na een
verblijf van vijf maanden in die streek zon
der zon, een der regenrijkste der aarde,
geestelijk was geruïneerd1 en in een trooste-
loozen gemoedstoestand verkeerde.
Aan al deze moeilijke), akelige omstandig
heden heeft de Alakaloef zich volkomen aan
gepast.
Waar voor anderen iedere bestaansmo
gelijkheid ophoudt, daar vangt voor hem het
leven aan. Hier is hj ln zijn vaderland, dat
hij lief heeft. Want het ls de bron zijns
levens en het biedt hem zijn levensonder
houd.
Wj hebben voor eenige jaren op de film
het leven der Eskimo's kunnen zloni, die
zich ook geheel aanpassen aan de natuur»-
omstandigheden, waaronder zij leven, on
zich ln hun land van louter sneeuw en Ijs
volkomen thuisvoelen.
!jB—
zijn vader, of
meester mocht
Een jongen vroeg aan
hij niet bij een anderen
gaan leeren.
Maar jongen, vroeg de vader, hoe
kom je daar eigenlijk bij?
Nou, was het antwoord. Omdat
de meester niets weetl Dan vraagt hij
me dit en dan weer dat. Soms weet ik
het zelf ook nietl
REGENWEER.
(Voor de kleintjes.)
Oorrite en [Mica waren buurtjes en vrien
dinnetjes. Altijd spoelden ze samen: 's
lAVtl L r,Atm AVC* 4 Tl iffllMI ff
BABBELUURTJE OVER MODE.
Een aanloopje.
.Tongen: Japa, kijk eens, ik heb een wlel-
rijderspet gevonden.
Papa: Wat wil Je daar mee doen?
Jongen: Och pa, als u er ©u maar een
rijwiel bfj wilde koopen. Dan kon ik hem
ten minste gebruiken.
Gemobiliseerd.
Hebben je nichtjes gehuild bij het af
scheid?
Ja, het was een oompleet waterballet!
„ZIJ" op verschlUende uren!
Wat valt er toch weinig nieuws te ver
tollen van de nieuwe mode. Tc Zed het de
vorige week reeds: zoo goed als niets.
Eeniigsbe wat scherp opvalt en wat nog
igeen énkel ander seizoen was, dat is: de
vrouw in.smoking. Ja, dat is het
nieuwste snutjel Het vorig jaar was het
de heerenjaa die heeft nu afgedaan
en nu ls het de smoking.
't Is echter niet mijn bedoeling oan daar
nu nader over uit te weiden; "k bedoel het
nu alleen maar als nieuwtje. Later zal ik
u 'gaarne deze „heer-dames" heter voor
stelen. Wij (beginnen liever met de Mee
ding te bekijken, welke mevrouw alzoo na
twaalven dVwjz. na de lunch draagt.
Er moet bjv. een mlddagvisite gemaakt
worden; 't zal een gezellig „onderonsje"
zijn. Groot todiet is dus niet noodig. Bij
de garderobe is een sobere, maar toch
smaakvolle Jurk van beige taffetas (zie
het 'linkermodel). Deze ls gegarneerd met
•biezen en zoomen van bruin, grijs en
zwart taffetas en krijgt daardoor een
apart effect. Dit todletje ls dus juist ge
schikt voor de te maken visite.
Daar het een heerlijk warme voorjaars
dag is, wordt dan maar gelijkertijd de
nieuwe mantel ingewijd. Dit keurige
slanke Meedingstuk is gemaakt van zware
gebrocheerde zijde. Grijs is de fond, met
ingeweven figuren in mosgroen en roest-
kleur. De bhawirkraag /belegstukke)0 en
zakjes rijn dn effen roeet-kleur Me mo
del II).
Wanneer mevrouwtje den volgenden
middag zelf theevisite ontvangt ln baar
boudoir, draagt zij een beeldig deshabillé
van rose-vleeschkleurige georgette miet
teere goudkant gegarneerd. Daar over
heen draagt zij1 een mantel vorm van larnié
bleu, afgezet lanigd deni zoom met een
broeden rand' eierdons Me 4e model).
Vor het eerstkomende avondfeest wordt
een robe bestemd van vieesóhkleurige
mouseline do soie, 'geheel geborduurd met
zilveren y kraaltjes en parels. Een groote
bos „sweet peas" ruston op de heup. (Zie
model 8.)
Zilveren kousen en schoentjes vervol
maken het geheel.
■ËH—
Aannemelijke voorwaarden.
Hospita: Ik zeg u vooruit, meneer, dat
ik in geldzaken niet met mij laat spotten,
l w voorganger was drie maanden huur
schuldig, en toen hij mij niet betalen kon,
heb lk hem eenvoudig op straat gezetl
Student: Uitstekend, juffrouw. Onder
die voorwaarde neem ik de kamer ook.
Hij had nagedacht
Een schoolmeester vroeg aan een jon
gen: Zijn onderofficieren, officieren?
Na een poos nagedacht te hebben, ant
woordde de jongen: Ja meester.
Wel jongen, hoe kun je nu zoo'n
domheid vertellen.
Maar meester, verdedigde zich de
knaap. Ik dacht, onderrokken zijn toch ook
rokken, ondermeesters rijn ook meesters,
dan zullen onderofficieren toch ook offi
cieren zijn.
Nog niet veel wijzer.
Heer: Wanneer vertrekt de trein naar-R?
Beambte: Na het derde geluil
winters in huis én s zomers in den tuin.
Nu was het lento en de meisjes hadden1
eenige dagen heerlijk in- den tuin ge
spoeld. Maar o wee, in die lente is het ook
niet altijd mooi weer. Na de dagen van
zonneschijn was er een regendag geko-
mea Oorrle moest in huis blijvea Ze
mopeprde „die vervelende regea Waarom
kan de zon nu niet schijnen? Wat moot ik
nu in huis spelen?'" Alles scheen haar
even vervelend en wat Moeder ook zei,
Oorrle had nergens zin in. Ze bleef maar
met een boos gezichtje voor het raam
hangea Het ergste was nog, dat Moeder
uit moest en Anale, het meisje, moest
strijken, zoodat zo ook niet met Oorrle
kon spelen.
Moeder was nog maar even weg of daar
kwam Mies aaa Met een verheugd go-
zicht j te holde Oorrle naar de voordeur
om haar vriendinnetje binnen te laten.
„Je Moedor vroeg, of ik met Je wou
spelen,zed Mies. „Ik hab drie poppen
meegebracht en biskwietjea. We mogen
theevisite spolen."
„Hal" riep Oor. „Dat ls fijn. Gauw aan
Annle vragen of we theo krijgon.'"
Terwijl Annle voor thoo zorgde, zetten
de vriendinnetjes allos klaar in de speel
kamer. Ze legden netjes oen kleedje op
het tafeltje, haalden het thoeisrviesda uit
do doos en een trommeltje voor de koek
jes. Nu werden alle poppen en beren en
hondjes aangekleed on op stoeltjes rond
om de tafel gezet Al voor de heële visite
een plaatsje had, kwam Annie thee en
suiker en melk «brengen en nog een scho
teltje rozijnen. Mies en Oor dansten van
pret, tot Mies opeens zei. „Zeg, we moeten
niét zoo gek doen. Moeder danst toch ook
niot^als ze visite krijgt Nu rijn we allebei
oen mevrouw en dan koui ik bij jou op vi
site met mijn kinderen. En straks kom JU
op visite en dan mag ik thee schenken."
„Ja, dat is goed," antwoordde Oor.
„Dag, mevrouw. Wat gezellig, dat u eens
komt. En wat worden uw kinderen' groot
Doet u even uw mantel uit Kijk eens,
komt u 'bjj mij zitten. Dan kunnen die
kinderen bfj elkaar."
„Wat hebt u toch een beeldig servies
merrouvN? 'babbelde Miesje terug. „En
wat heeft Teddy een keurig lint ooi. Als
hij het maar niet stuk maakt: hij is toch
vaak zoo wild, dat mijn BHie bang voor
hein ia."
,Ja, hij ls wel wild," zei mevrouw Oor-
ric weer, „maar hij meent het niet kwaad.
En hij zal het wel afloeren, als hfj grooter
wordt Maar proeft u eens een koekje. En
juli ie lust zeker ook wel wat lieve kindo
ren. Eerst de meisjes hoor, onbeleefde
jongens."
I>o meisjes waren zoo verdiept In hun
spel, dat ze in 't geheel niet merkten, dat
de zon verscheen. Toen Moeder na een
uurtje weer thuis kwam, moest ze de pop»
penmoedertjes haast met geweld den tuin
n jagen, om nog wat van de buitenlucht
te genieten]
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
Abrikoos mandarijn Hazelnoot
n.
Men moet het Ijzer Smeden, als het heet
i merinos IJsel anijs zes
hert ham smid test Thijs
mees zeelt
Goede oplossingen van belde raadsels
ontvangen van:
H. B.; O. B.; M. en S. B.; G. en O. B.;
K. en M. B.; B. B.; A. v. d. B.; R. en M. B.;
A. B.; P. en O. B.; J. B.; S. C.; O. A. en
M. A. D.; D. en J. D.; A. en H. D.; G. en
D.; A. E.; M. F.; P. 8. E. G.; A. v. G.;
D- °-de H-;J-H-;w-H-; h.;
J. O. H.; O. de J.; O. en B. K.; A. K.; A. K.;
G. K.; T. W. K.; W. G. K.; O. en M. M.;
F. G. v. P.j D. R.; M. G. R.; O. R.; O. T.;
G. T.; G. V.; W. W.; G. W G. W.
Nieuwe raadsels.
L
Welk spreekwoord staat hieronder?
-.-n-- - - - - - n rn nn-
Ingez. door Mies en Oor Maas.
Het geheel ls een spreekwoord van 87
etters of 11 woorden.
8, 2, 0, 4 is een ontkenning.
I, 5, 2 ls een familielid.
wf' n' il' ï2 18 een "werkwoord.
ij i ol^i' 0 heeJt 18 niet arm*
Een 20, 25 is een rund.
la' een viervoetig dier.
26, 27, 28 is een telwoord.
29, 80, 81, 82 ls een ander woord voor
gehucht
oc' oi' «n' F' 8118 6611 meisjesnaam.
85, 88, 80 is een vlsch.
Ingezonden door Aafje Kamp.
V
Corry Brena.
i c' hh' Vo ,n 18 behooren bij het vee.
io, 17, 18, 19 draagt men in den winter,
hen 16, 15, 21 behoort bH sommige
ambtsgewaden.