VOOR DE VROUWEN,
Madame de Staël nam dit aan en door'
leefde er een paar rustige, bijna gelukkige
dagen, Bonaparte liet niets van zich
hooren en zij begon te gelooven, dat hij
slechts haar schrik had willen aanjagen,
zooals wel meer zijn gewoonte was.
Vrij onvoorzichtig keerde ze daarop
weer terug naar haar pas verlaten bui
tenhuisje. Maar Napoleon rustte niet en
zeer kort daarop gebeurde wat te voorzien
wasde commandant der gendarmerie
te Versallles kwam madame de Staël een
brief toonen door Napoleon geteekend,
waarin haar werd gelast zich op 40 mijl
afstand van Parijs te vestigen en binnen
24 uur te vertrekken. „Mijnheer," zei de
verontwaardigde vrouw, „vertrekken bin
nen 24 uur is mogelijk voor een loteling,
maar niet voor een vrouw met kinderen."
Ze wist het dan ook op een aecoord te
gooienin gezelschap van den comman
dant zou zij drie dagen naar Parijs gaan,
om haar zaken in orde te brengen.
De officier was galant homme en com
plimenteerde haar zelfs over haar litterair
werk. „Ach, mijnheer," antwoordde zij
droevig, „ge ziet waartoe het leidt....,
ontraadt het ieder, die U lief is."
Op verzoek van madame Récamier heeft
generaal Junod nog met warmte madame
de Staël's zaak bij den Eersten Consul
bepleit. Vergeefs. Zij schrijft hierover:
„Wanneer Bonaparte's generaals iets voor
zichzelf vragen, kunnen ze het krijgen.
Geld, een betrekking... Bonaparte vindt
het best, zij voelen zijn macht dan en zijn
van zijn goedheid afhankelijk. Maar zoo
spoedig ze een verdrukte ziel willen
helpen, een onrechtvaardigheid herstellen,
krijgen ze te voelen dat ze Biets anders
zijn dan de vuisten, die de slavernij moeten
hoog houden en er zichzelve aan onder
werpen."
Arme Madame de Staël, haar verbitte
ring zou haar niet baten. Evenmin de
allerlaatste poging doör Joseph Bonaparte,
die haar vriend was, nog bij zijn broeder
aangewend.
Madame Joseph inviteerde haar eenige
dagen op hun buiten te Morfontaine en
vandaar ving madame de Staël's verban
ning aan. Tien jaren lang heeft deze
geduurd. Zij zwierf gansch Europa door
en heeft in „Dix années d'exil naast
haar verbittering jegens den man, die
tijdens haar verbanning tot keizer werd
gekroond, geestige en veelal op scherpe
wijze beschouwingen neergelegd, omtrent
dezen tijd die de meest romantische is
geweest van de 19e eeuw.
DINGEN WAAR MEN NIET
AAN DENKT.
Snugger.
Eerste agent: Waar sta je toch zoo naar
te 'kijken?
Tweede agent: dacht dat ik dien be-
ruchten inbreker zag, die laatst bi} een ge
vecht werd doodgeschoten 1
VOOR HUIB EN HOF.
In den moestuin.
We schreven reeds eerder, dat de vroe
ge zaai steeds eene speculatie is; men kan
winnen en verliezen. Dit jaar zuilen velen
verloren hebben, want half-Maart bracht
ons een voor den tijd van het jaar onge
kende koude, die véél jonge plantjes deed
bevriezen en het ontkiemende zaad ver
nietigde. Er zit natuurlijk niet anders op,
dan opnieuw te zaaien.
We willen er nog even aan herinneren,
dat degenen, die nü nog stalmest gebrui
ken willen bij! de 'grondbewerking, zorgen
moet, dat ze 'goed verteerd is en door her
haalde omzettingen voor de planten spoe
dig opneembaar moet zijn. Anders beve
len we ter bevordering van den groei en
het aanbrengen van de daarvoor noodige
stikstoffen eene bemesting aan met Qhili-
salpeter en zwavelzure ammoniak.
OEEet land, dat voor de teelt van latere
gewassen nog bemest moet worden, be
werkt men thans met kali- en' fosforzuur;
de stikstofbemesting volgt later, kort voor
het zaaien of planten en nog eens eenige
weken later als overbemesting.
In den siertnln.
In onzen siertuin heeft de koude nog
niet veel kwaad kunnen aanrichten. Houdt
het weer zich nu een beetje goed, dan
kunnen we nu zomer-bloeiend© gladiolus
planten. Deze verlangt een lichten, maar
voedzamen grond. Gladiolen zijn zeer ge
schikte snijbloemen, die 'we nu zéér goed
koop kunnen krijgen, omdat ze in ons
land enorm veel gekweekt worden, maar
de afzet thans (moeilijkheden ondervindt
door het Amerlkaansche invoerverbod.
Nu is het dus tijd van fcoopen; jaren lang
kan men plelzler hebben van deze knollen.
Voor snijbloemen bevelen we in 't .bij
zonder de Primulus-soorten aam
Op zwaren grond kan men ook gladiolus
planten, maar de knollen laten' zich dan
niet zoo vele jaren bewaren.
Het verpotten van kamerplanten.
Nu de bergroei aanvangt, is het de ge
schikte tijd om kamerplanten te verpot
ten; nïet de voorjaarsbloeiers echter; om
die te verpotten, moet men wachten tót na
den bloei. Foohsia's, Pelargoniums, hor
tensia's, verschillende bladplanten, vet
planten en zoo noodig palmen, zullen nu
gaarne versche aarde hebben.
Heeft men slechts enkele planten, dan
kan men 't voordeeligst bij den bloemist
een emmertje goede planten-aarde laten
halen. Wie véél planten heeft, moet in 't
najaar beginnen te zorgen. Hij neme dan
voor de helft biadaarde, voor de andere
helft goeden tuingrond, vermengt dat al
les met wat klei en een weinig fijhgesla-
gen kalk van oude muren en een
kleine hoeveelheid scherp zand. Hij laat
de hoop (gedurende den winter buiten
staan om alles goed te laten doorvriezen
en haalt de aarde een paar dagen véór
het verpotten naar binnen, waar alles nog
eens goed dooreengeroerd wordt om het
mengsel warm en rul te maken.
De planten moeten vóór het verpotten
een (beetje droog gehouden worden, opdat
ze gemakkelijk uit het omhulsel te klop
pen zflh» 't Is niet steeds goed om alle
oude aarde weg te nemen; in het midden
laat men wat zitten, doch de bovenste
aarde wordt verwijderd, evenals de onder
ste, die gewoonlijk door het staan in scho
tels met water of door slechte drainage
verzuurd ia
Is de pot geheel volgeworteld, dan neme
men een Iets grooter© pot, een b.v. waarin
de oude juist past De vezelige wortels,
die tegen het steen van de volgeworteld©
potten opgroeien, worden weggesneden
met een «iherp mes, evenals zieke of
dood© wortelen»
De nieuwe pot heeft men eerst 24 uur
onder water-gezet, opdat de poriën open
gaan. Over het gaatje in de onderzijde
worden ©en paar scherven van potten ge
legd met de bolle zijde naar (boven, opdat
het gat, voor het wegvloeien van overtol
lig water bestemd, niet verstopt rake.
Na het verpotten worden de planten
flink bevochtigd en in een vrij warme ka
mer (geplaatst, waar nog gestookt wordt.
Die warmte zal den hergroel bevorderen.
ALTIJD MAAR PRAOTISCH.
„U wenschte een naam in dien ring
te laten grafeeren zei de goudsmid tot
een bedeesd jongmensch.
„Ja, meneer, ik wou er in gegrafeerd
hebben George aan zijn liefste Lise".
„Is die jongedame uw zuster?"
„Neen, meneer, mijn aanstaande".
„Als ik u was, zou ik er dan niet in
laten grafeeren: George aan zijn liefste
Lise. Als die jongedame morgen van idee
verandert, kunt u den ring niet meer
gebruiken".
„Wat zou u me dan raden?"
„Laat u er op zetten: George aan
eerste en eenigste liefde. Met dat opschrift
kunt u den ring net zoo dikwijls gebrui
ken als u maar wilt. Ik heb het «elf bij
ondervinding".
DE GEHOORZAME OPPASSER.
Een nieuw historietje verrijkt de anna
len van het oppasser-gilde.
Grenadier Max was oppasser bij kapi
tein Bursché geworden. De kolonel zou
ten eten komen en Max ontving van de
kapiteinsvrouw zijn laatste instructies.
„Dus Max, als je visch en gebraad
ronddient, dan steeds bij de vrouw van
den kolonel beginnen, van links aantreden,
den schotel in de linkerhand, de rechter
hand op den rug gelegd".
babbeluurtje over mode.
Niet over kleeding maar over.
de stoffen.
De texfiel-lndnstrle ln Schotland.
Om het eens over wat anders te hebben
De Schotsche textielindustrie is, zooals
een ieder wel weet, zeer belangrijk en
haar producten zijn over de geheele wereld
verspreid en beroemd.
Wat deze industrie echter in werkelijk
heid beteekent» zullen we hieronder eens
aan de hand van 'n paar cijfers probeeren
aan te toonen.
Weliswaar zijn de statistieken, die eenig
idee van den omvang dezer industrie
kunnen geven, niet eens meer van van
daag of gisteren, maar al staan ze dus
wat aan den lagen kant ze geven ons
nog indruk genoeg.
Oordeel zelf:
Schotland produceerde b.v. in het jaar
1921 ruim 9'/a millioen lb. katoenen garens
en ruim 98 millioen yard katoenen stuk
goederen, terwijl katoen dan nog niet eens
de voornaamste branche van deze textiel
industrie is.
Niettemin verschafte deze katoenindus
trie in het bovengenoemde jaar weiK
aan niet minder dan 14.822 personen. L>t
wol- en sajet-industrie, waarom het land
misschien nog beter bekend is, verschaite
arbeid aan tweemaal zooveel, want in dit
bedrijf waren 27.912 personen werkzaam.
De productie bedroeg 9 millioen lb.
wollen en 6 millioen lb. sajet-garens.
Voorts 17.7 millioen yard wollen stoffen.
De deken-industrie, die in vredestijd
reeds 578.000 paren produceerde, nam
tijdens den oorlog geweldig toe, omdat in
die jaren alle weefgetouwen voor tapijten
eto. wérden gebezigd voor de eenvoudiger
en meer urgente fabricatie van dekens.
Ook in het artikel shawls staat Schotland
vooraan. Er werden er in het voormelde
jaar 1921 gemaakt: 877.000 stuks en verre
weg het grootste deel van deze hoeveel
heid bleef in het land zelf, omdat de shawl
aldaar een inheemsch juister gezegd
een nationaal kleedingstuk is zoowel
op het land als in de steden.
En nog grooter dan
de vorige industrieën
is die van de fabri
catie van jute. Deze
is wel eenvan de be
langrijkste. Zoo goed
als de geheele pro
ductie voor het Ver-
eenigd Koninkrijk,
zijn de pl.m. 810 mil
lioen lb. jute garen
en 229 millioen lb.
jute stukgoederen kan
op rekening van Schot-
f land worden geschre
ven.
Jute is eigenlijk een
grover soort hennep
en linnen en deze drie
branches samen ver
schaffen werk aan
69.602 personen.
De productie van
hennepgarens en het
bekende „werk" be
droeg daarenboven 4l/a
millioen lb. en van
linnen garens 49.9 mil
lioen lb. buiten de
groote kwantums stuk-
Schetskaartje van Sohotland, aangevend de fabriekscentra eoederen in deze soort
en de verbreiding van de Schotsche Textiel-Industrie.
Aan effen linnen stukgoederen werd
78.8 millioen yard en aan linnen stuk-
oederen met ingeweven figuren 73.4 mil-
oen yard vervaardigd. Ten slotte nog
21.6 millioen yard zeildoek.
Van de geheele linnen-industrie van
Groot-Brittannie en Schotland komt meer
dan 85°/o op rekening van Sohotland alleen.
1
De Hebrlden. Waar de beroemde
Harrls Tweeds worden vervaardigd.
Behalve deze soorten van stoffen is er
ook in Schotland nog een beduidende
fabricatie van gebreide en geweven wol
goederen.
Het aantal geëmploieerden in deze tak
van bedrijf bedroeg voor den oorlog al
6509 personen en de totaal-opbrengst van
deze goederen: 964.000.
Beide cijfers kunnen op het oogenblik
worden geacht te zijn verdubbeld.
Ook aan gordijntulle, vitrage en netel
doek doet Schotland véél.
In het jaar 1921 werd voor ruim
100.000.000 geproduceerd en het aantal
personen, dat in deze branche werkzaam
was, bedroeg 4.562.
Echter worden wat niet iedereen
weet in Schotland niet alleen producten
vervaardigd of grondstoffen voor de pro
ducten. Men legt er zich ook op toe op
het afwerken van in andere landen ver
vaardigde goederen. Zoo b.v. worden
zuiver Engelsche en Iersche stoffen vaak
naar Schotland gezonden om daar te wor
den gebleekt, geverfd, bedrukt of in een
of anderen vorm afgewerkt.
Deze volstrekt niet onbelangrijke afwer
kingsbranche omvat niet minder dan
18.874 arbeiders.
Eenig idee van het textiel-bedrijf in
Schotland krijgt men als men weet, dat
buiten het bedrijf der fabrieken'zoo onge
veer 142.000 personen door middel van
deze industrieën in hun onderhoud voor
zien.
Of nog duidelijker: Als men weet, dat
alleen in de omgeving van Dundee meer
dan 700 firma's bij de textiel-industrie
betrokken zijn. B.
„Jawel, ik heb het begrepen, mevrouw
ik,weet er alles van!"
De avond was daar.
De gasten zetten zloh aan tafelde soep
is gelukkig voorbij. Max verschijnt met
den forellenschotel.
Mevrouw volgt den krljgshaftigen op
passer met bezorgde oogen.
Gelukkig, hij treedt links aan bij de
kolonelsvrouw, presenteert zijn schotel
en legt met een vertrouwelijk grijnslachje
de witgeschoeide grenadiershand op den
vleezig ronden bovenrug van de kolo-
nelsche. Aan d^ze woordelijke opvatting
van het bevel had Max het te danken,
dat hij voortaan weer in plaats van den
schotel het geweer te presenteeren kreeg I
EEN MERKWAARDIGE NAAM.
In 1517 zonden de Spanjaarden van
Ouba een expeditie uit om nieuwe landen
te ontdekken en voor hun koning in bezit
te nemen. Onder bevel van Hermandez
de Cordova zeilde een vloot naar 't Wes
ten. Na een vaart van enkele dagen kwam
men aan een land, waar men volkrijke
steden en goed aangelegde wegen vond.
Op een vraag door den Spaanschen
vlootvoogd aan een der bewoners gedaan,
hoe het land heette, gaf deze ten ant
woord: „Ya ca tan", waarmee hij te ken
nen wilde geven: „Ik versta u niet".
De Spanjaarden meenden echter, dat
Yacatan in de taal der inboorlingen de
naam van 't nieuw ontdekte land was.
En dit heeft dien naam behouden ook,
toen men later bemerkte, dat hij op een
misverstand berustte.
De uitvinding van de naaimachine.
Het is een hekend feit, dat de beoefe
naars van elk beroep vinden, dat hun be
roep het nuttigst en belangrijkst voor de
samenleving is. Medici hebben allang op
gegeven dit vol te houden, daar dagelijks
ontevreden patiënten het tegendeel bewe
ren. Maar af en toe blijkt een geneeskun
dige toch wel eens wat .goeds te hebben
gedaan.
Een (bekend En gelsdh chirurg uit de
eerste helft der 19e eeuw, Wlliam Raw-
ling Beaumont, construeerde in 1886 een
kleine machine om hechtingen te plaatsen
bij de operatie van een gespleten gehe
melte. Dit instrumentje, dat zich nu te
Londen in het Royal College of Surgeous
bevindt, werd kort na de uitvindng in een
winkel te New York tentoongesteld en
trok de aandacht van Isaac Singer. Deze
zag direct ln, dat he werktuig voor iets
meer nuttig kon zijn dan voor het hechten
van een gespleten gehemelte en hij be
sloot naar dit model een naaimachine te
bouwen voor algemeen gebruik. Dat hem
dit gelukt is, behoeven wij hier niet te
vertellen. Vóór de ultvindSg v£ SingS
*,,5 reeds andere naaimachines,
maar Singer s model was een belangrijke
is zeker niet algemeen
bekend, dat de uitvinding van een bruik-
b»e naaimachine eigenlijk het werk ge-
weest is van een medicua „The Lancet"
heeft goedgedaan om den naam van Wil
liaan Rawling Beaumont 'aan Z vSgete
heid te ontrukken. vergeiei-
Hoe vind je do dochter en de vrouw
v»n onzen nieuwen buurman?
ZD hebto Deiden een diepen todmk
m n# gemaakt: de een bedt n'U
verd en de andere heef mij beheks
Verkeerd begrepen.
Kleine Mina: Er ben bang om in don-
"Es® otsïmw
der, de engeltjes bijten!
Het Jnlste oogenblik was er nog niet
Vriendin: Wat zeg je? Heeft je man je
maar zoo botweg dat .nieuwe oostuum ge
weigerd? Viel je niet flauw?
Jonge vrouw: Och neen, voor den eer
sten van de maand geeft dat toch niets!
Maar wee z'n gebeente als de maand uit is.
O. is de goedhartlgst© man van de we
reld. Maar zijn vrouw heeft geen regel
matig humeur, waardoor hij het wel eens
heel moeilijk heeft.
Zoo viel ze eens uit, terwijl een vriend
mede aan tafel aanzat: Je bent niet goed
wijs manl
B. schaamde zich voor zijn vriend, maar
kreeg een prachtigen inval.
Niet wijs? zij hij zeg dat nog eens!
Niet wijs, niet wijs, niet wijs, herhaal
de ze.
Nu zie je eens wat een gehoorzaam^
vrouwtje ik heb, txtomph&erde hij tegsn
zïin vriend.
Versproken.
Jan, is dit werkelijk een wilde eend,
die je mij voorzet?
Jan: Dat kunt u gelooven; meneer. Toen
ik hem wou slachten, moest ik hem een
half uur naloopen, en toen Ik hem te pak
ken had miauwde hij zoo woest, dat de
kok er van flauw viel.
Gekwalificeerd.
t~ Amice, nu zal ik je eens wat fijns
laten proeven. De vriend pakt gaarne de
hem aangeboden sigaar met het zeer duur
uitziende bandje.
Na eenigen tijd vraagt de gever:
En, hoe vindt je hem?
De aangesprokene blaast nog een
wolkje weg, stoot de asch voorzichtig af,
kijkt dan zijn vriend eens aan en zegt
diepzinnig: Deze sigaar herinnert mij
aan sommige vrouwen, die ook ver boven
bun stand gekleed gaan!
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
II. CornelliDlto
organisatie
regulateur
notenhout
eereboog
liniaal
Indigo
1 e m p
Dril
I e p
t o
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van
K. en M. B.; O. B.; O. en P. B H B
Jf- 8. B.; B. B.; J. G. en C.
C. A. en M. A. D.; D. en J D A F
G H C T* p R HD;'J.C.H.;
G. H., C. de J O en B. K; P. K; D. en
M. K; A. K; A. K; W. G. K.; P. W. K;
F. G. v. P.; G. T.; C. T.; W. W.; G. W.
De prijzen zijn ten deel gevallen aan
Koos en Marie Beversluis, Ruijghweg 25.
Jo, G. en O. Boogaard, Weststraat 58.
Hennie Bouthoorn, Kanaalweg 164.
O. A. en M. A. Dekkers, Goversstraat84.
P. S. E. Galjé, Jonkerstraat 68.
Corrie en Bram Koopman, Weststraat 17.
Wilhelmina Geertruida Kruk, Molenstr.29.
Greta Kroonstuiver, Molengracht 14.
F. G. v. Puffelen, Ruyghweg 43.
W. Willemse, Nieuwstraat 43.
Nieuwe raadsels.
I. Wat staat hier?
rrrrrrrr onzen rrrrr loopen
n n n n n tig tig tig. tig tig 1 den.
,XXXXXXXXX Wat er op de staan-
de en liggende Hjn
komt vertel ik niet,
anders weet jullie
het dadelijk.
Op de 2e regel
de naam van een
Nederlandschestad;
op de 8e regel een
getur^lrr i
OP de 5e regel TnZ'^Z E2Ü
Romeinsch keizer; op de 6e een voorwerp
dal hLleEïïiDg die,,t: °P
ou de 9e 18°P 8e een vogel;
medelid muzieknoot; °P de 10e een
Jü
V|
De Elfféltoren is winters 20 oM. korter
's zomers.
Een gewoon mensch doet doorgaans
9.760.000 stappen per jaar.
Een Londensohe autobus vervoert onge
veer 5000 passagiers per week.
In Noorwegen mogen zij, die niet ingeënt
zijn, niet aan de verkiezingen deelnemen.
Talent gaat, naar het schijnt, vaker over
van vader op kirnd, dan van moeder op IdndL
Alle mummies van katten, die in Egypti
sche graven zjjn gevonden, hebben rood
haar.
In Noorwegen trouwen die meisjes niet,
eer zij diploma's hebben voor breien, koken
en knippen.
In de staart van een hond bevinden zich
driemaal zooveel spieren als in de mensch e-
ljjke hand en pols.
Te Londen het klinkt schier ongeloof-
8jk dragen de politieagenten zomer en
winter dezelfde Meeding.
Een machine voor spijkerfabrifcage maakt
in hetzelfde tijdsverloop evenveel spijkers
ais vroeger 1000 man.
Enkele dokters beweren, dat het dragen
van een slaapmuts eeqi goed voorbehoedmid
del' 'is tegen zware dxoomen.
]De zijden stoffen, waarvan de Engelsche
vlaggen worden vervaardigd, zijn alle af
komstig uit Zwitsersohe weverijen.
Volgens een mathematicus kap ©en wielr
rijder met minder inspanning 15 KjM. per
fieits afleggen dlan 8 KM. te voet.
In het Louvre te Parijs wordt geen enkel
kunstwerk opgehangen, waarvan de imaker
niet ten minste tien jaar dood is.
Op sommige plekken in dien Oceaan heeft
het water op groote diepte een zoo hooge
dichtheid, dat een zinkend panitserschip er
nooit dien bodlem zou raken.
De kracht van den 'tijger is aanmerkelijk
grooter dan die van den leeuw. Vijf mannen
kunnen gemakkelijk een leeuw op den grond
houden, maar aan een tijger hebben negen
sterke kerels de handen vol»
Zwakke zenuwen en slechte tanden en
kiezen gaan in een groot aantal gevallen
samen. De overprikkeEng dier zenuwen in
onze moderne samenleving heeft een aller-
noodlottigste invloed op de tanden, naar het
schijnt»
In sommige deelen van Australië komen
geheel bladerlooze boomen voor. Deze ade
men door stukjes stengel, die hoogstwaar
schijnlijk de functiëni van bladeren vervullen»
De bedoelde boomsoort Is bekend' als de
„bladerlooze acacia".
Opium veroorzaakt den dioodelijlksten
vorm van dronkenschap. Lichamelijke zwak
heid is het onmiddellijk gevolg van het ge
bruik van deze stof. De krachten nemen af,
de verdooving treedt item slotte niet meer In,
en de patiënt verlangt naar den döodi, die
een eind maakt aan zijn folteringen.
Als men uit een neet jonge nonden de
beste wil zoeken, doet men het verstandigst
zich naar de keuze van de moeder te richten.
Men brengt de dieren naar het neet, en
merkt op met welk diertje de moeder zich
het eerst bezighoudt Men kan er zeker van
zijn, dat dat de voorkeur verdient boven de
anderen.
DuideltJk gezegd.
I. Vele honden zijn der hazen dood.
o
II.