Strafverordening.
Voorstel tot wijziging van de Verorde
ning op het pellen, koken en zouten van
moeselén en garnalen en tot intrekking
der Verordening tot Wezing en beteuge
ling der mazelen.
Schadeloosstelling.
Woningwet
v Subsidie.
Begrooting.
Onderwas.
Onderwijs.
Voorstel om den dienst van den tijdelij-
ken onderwijzer aan school I (Koegras) te
doen beëindigen.
Begrooting.
Grondbedrijf.
Waterleiding.
Grondbedrijf.
Kermis.
Voorstel tot het benoemen ven twee
onderwijzer» aan aahool 4.
Onderwas.
Onderwijs.
Belastingen.
Mededeellng,
hier zóódanig, dat dergelijke maatregelen
noodig zijn
De Voorzitter heeft geen bezwaar
tegen verdaging. Er is evenwel weinig in
veranderd, alleen de snelheid en er komen
bordjes met „snel" en „langzaam". Er
zijn enkele andere bepalingen uitgelicht
en de rest staat in de oude politiever
ordening zooals die thans vigeert.
De heer van Dam is verbaasd over
het voorstel van den heer Zondervan, die
spr. wel niet kwalijk zal nemen dat hij
er niet zooveel gevaar in ziet. Waar deze
zaak al zoo lang loopt, is het volgens
spr. wenschelijk haar af te handelen. Ook
staat zij al eenige malen op de agenda,
en nu komt men plotseling met een
commissie. Spr. vraagt ten opzichte van
de bepaling omtrent het gewicht inlich
tingen.
De heer van Loo: Men kan over de
wijzigingen verschillen van meening, maar
als de heer Zondervan zooveel bezwaren
heeft en wel een paar uur noodig heeft,
is het wel gewenscht aan zijn verzoek te
voldoen.
De ,heer Zondervan meent, dat een
raadscommissie alle artikelen vooraf kan
bekijken. Anders krijgen we ellenlange
discussiën. Verschillende verhandelingen
zijn van ingrijpenden aard. In art. 69
bijv. wordt voor een hondekar geëischt
dat de hond scherp staat. Hoe kan dat nu
De Voorzitter: Een hond staat altijd
op scherp. Het is bovendien een oude
bepaling, die bestaat. Spr. zou het toe
juichen als een Cie. van juristen de ver
andering bekeek. Men zal eens zien in
welk een wespennet men zich steekt, als
men aan het wijzigen gaat.
De heer Eijlders is tegen de benoe
ming eener raadscommissie. Laat de heer
Zondervan dan concrete dingen noemen,
die 2. i. onjuist zijn.
Interrupties, geroep, geschreeuw.
De heer van Dam protesteert tegen
het woord „beleediging" dat gebruikt is
en weerlegt wat men hem in den mond
heeft gelegd. Het verhaal van den hond
is zeker het meest sprekend voorbeeld
van onjuistheden, die men kan aanwijzen.
De heer Smits heeft geen enkele
reden eraan te twijfelen, dat de fractie-
Zondervan ernstige bezwaren tegen de
verordening heeft, maar spr. zou ze gaarne
eens hooren. Spr. meent, dat er in zoo'n
commissie niets van terechtkomt. Laat
men de zaak uitstellen opdat de heeren
met hun amendementen komen kunnen.
De heer Borkert: Het voorstel-Zon
dervan is slechts om te voorkomen, dat
de Raad uren wordt opgehouden. Laat
men vertrouwen hebben in een mede
raadslid, die een groot aantal amende
menten heeft.
De heer Verstegen: En de heer
van Dam en de heer Smits hebben de
verordening serieus bestudeerd, dat mag
men aannemen, maar er zijn kleinigheden,
die voor het^ publiek buitengewoon veel
last opleveren. Bijv. men mag op een
fiets geen manden vervoeren die meer
dan 2 dM. uitsteken. Men mag op een
fiets niets meevoeren wat meer dan een
halven meter uitsteekt. Er zijn honderden
meoachen, 'die zomers naar het strand
gaan met tenten, die wel 1 Meter uit
steken.
De heer van O s is verwonderd, dat een
wethouder het College niet op deze dingen
•attent heeft gemaakt. De heer Verstegen
zit er goed in blijkbaar.
De heer Verstegen heeft dit uit
samenjprekingen met zijn fractie.
De heer Bok: De heer Verstegen is
niet zeer gelukkig met zijn voorbeelden.
Geen enkele bakkersmand is zoo lang.
Het lijkt wel erg, maar 't is niet zoo erg.
De heer van Loo: Men opponeert
tegen de aangevoerde bezwaren, maar het
blijkt wel, dat men het niet eens is met
elkander. Laten we dus zoo'n commissie
benoemen.
De Voorzitter zal het prettig vinden
als merf zoo'n commissie benoemt.
De heer Zondervan: De Voorzitter
heeft het over juridische kennis, maar de
gemeente heeft het ook wel eens mis,
zooals uit de kwestie-Heeman blijkt.
De Voorzitter moet dit tegen spre
ken. Het was slechts een fout in de
dagvaarding, geen juridische, maar men
komt met allerlei technische en juridi-
dische kwesties in aanraking, die met den
Commissaris van "Politie zijn besproken.
De heer Smits: Er is geen sprake
van wantrouwen jegens de S. D.-fractie.
Maar wij moeten werkelijk betere voor
beelden hebben. We zeggen een mand
mag niet meer dan 20 cM. uitsteken op
de fiets, maar hoe groot is dan het stuur
De Voorzitter stelt voor de discus
sies te verdagen. Vraagt men stemming
over de commissie?
De heer Zondervan: Ja, Mijnheer
de Voorzitter.
Tegen een commissie verklaren zich
de heeren Bok, van der Veer, Smits,
Eylders en van Dam.
De Voorzitter benoemt thans als
leden dezer commissie de heeren Zon
dervan, van Loo, van Os en Bot.
Aangenomen. - Held. Crt. 29 April.
Voorstel ons J. de la Houssaije eem scha
deloosstelling toe te kennen in verband
met den bouw van de woning voor den
pontonbrugwachter aan de Kooij.
De heer Zond ervan vraagt op wel
ken grond de Cie. van P. W. afwijkt van
het-advies van den Directeur van P. W.
Spr. meent, dat de schadevergoeding in
derdaad laag geraamd is; niettemin gaat
de Cie. er niet mee accoord. Het lijkt
spr. billijk ons aan de raming te houden.
De heer Van Breda: Over de kwestie
is langdurig gediscussieerd en ten slotte
nam men genoegen met dit voorstel, ook
de directeur, van P. W. De Cie. kwam
tot de conclusie, dat dit bedrag billijk was.
De heer Van Os: Wij hebben over
de zaak gediscussieerd, maar de eindcon
clusie was, dat de la Houssaije nog eens
met B. en W. zou confereeren over het
mindere bedrag. Is dat geschied? Zoo
niet, dan heeft hij zich niet kunnen recht
vaardigen en wordt hem ongemotiveerd
f 75.gekort.
De, heer Van Breda: De heer v. Os
vergist zich. Tegenover het verzoek van
de la Houssaije was een rapport van den
directeur en spr. heeft gezegd als wet
houder niet tusschenbeide te kunnen
komen.
Ten slotte is men met dit voorstel ge
komen. Wil de la Houssaije afzonderlijk
de zaak nog bespreken, dan is het spr.
goed de zaak te verdagen.
De heer Schoeffelenberger: ftet
is spr.'s voorstel geweest den heer De
Vries in het College te laten komen en
niet de la Houssaije. Als het om de bil
lijkheid gaat van toekenning, staat spr.
aan de zijde van den aannemer. Spr. acht
f.800.te hoog.
De heer Van Breda: Dat heeft de
Directeur ook gezegd.
De heer Schoeffelenberger gaat
de specificatie van het bedrag na en noemt
enkele posten, die te hoog zijn. Als men
de la Houssaije f 600.geeft, wordt hem
geen onrecht aangedaan.
De heer V n O s protesteert er tegen,
dat de heer Sch. zegt aan de zijde van
den aannemer te staan en hem toch een
paar knauwen geeft. Dat is van twee wallen
eten. Mij komen de f800.van de la
Houssaije billijker voor dan de f600.
van den heer Schoeffelenberger.
De heer Schoeffelenberger: Dat
hebt u in de Cie. niet gezegd 1 Van twee
wallen eten gesproken 1
De heer Van Os. De dir. van P. W.
heeft ook al f 125.van het bedrag af
geknabbeld. Te eischen heeft hij niets,
hij zal met een minder bedrag ook ge
noegen nemen.
De Voorzitter': Wij betalen niet maar
elke schadevergoeding die gevraagd wordt
Spr. is bereid tot billijke schadevergoe
ding, maar men moet dat niet overdrijven.
Wij stellen 25 pet. schadevergoeding van
de aannemingssom voor. dat vindt spr.
behoorlijk. Een bepaalde schadevergoe
ding zou spr. althans niet uitkeeren.
De heer Schoeffelenberger merkt
op, dat deze schadevergoedingsaanvraag
ontstond uit het aannemen van ander
werk, waardoor hij voor het gemeentewerk
vertraging kreeg.
De heer V a n O s vraagt opnieuw het
woord.
De Voorzitter, de discussies willen
de sluiten, protesteert ertegen. Laat de
Raad dit dan bij stemming uitmaken.
In stemming gebracht, zegt de heer
Van der Veer, dat hij een mede-raads
lid niet het vrije woord ontnemen wil.
Hiertegen protesteert de Voorzitter,
die zich enkel houdt aan het reglement
van orde. Waar zou het op die manier
heen moeten Dan kwam er nooit een
eind aan eefi discussie.
De heer Van derVee r, opnieuw naar
zijn stem gevraagd, zegt te zullen tegen
stemmen.
Met algemeene stemmen op één na
wordt den heer Van Os voor de derde
maal het woord verleend.
De heer Van Os spreekt tegen, dat
hier een angel in het gras zit, zooals aan
spr. is verweten. De man kan niet verder
door allerlei omstandigheden, en om zijn
arbeiders aan den gang te houden nam
hij een bloembollenschuur aan. Het is
toch niet onbillijk als hij nu bij de ge
meente om schadevergoeding komt Spr.
zit hier niet om de la H. te verdedigen,
maar hier is inderdaad iets onbillijks. Wil
de Raad echter maar f 600.geven, dan
zal spr. er zich bij neerleggen.
De heer Smits komt terug op de
kwestie van het vrije woord. Als door den
Voorzitter een beroep wordt gedaan om
de discussies te bekorten dan mag men,
wanneer een raadslid van meening is, dat
inderdaad voortzetting der discussies geen
nieuwe gezichtspunten oplevert, het Diet
als een aantasting van het vrije woord
beschouwen als spr. meent daartoe geen
verdere gelegenheid te moeten geven.
De heer Borkert wijst er op, dat de
raadsleden, sinds de heer Schoeffelenber
ger in den Raad is, steeds met woorden
als „duikbootpolitiek" e. d. worden be
groet, en protesteert tegen een dergelijke
taktiek, waardoor de raadsleden steeds
met een dergelijk odium in de gemeente
rondloopen. Het is een ernstige fout als
de heer Smits een raadslid niet toestaat
voor de derde maal het woord te nemen.
Als het raadslid dit verzoek niet intrekt,
Is dat een bewijs, dat hij het ernstig meent.
Spr. zal er aan denken als de heer Smits
zelf ook eens voor de derde maal het
woord vraagt.
De Voorzitter vraagt of het alge
meen belang gebaat was met dit laatste
woord van den heer Van Os.
De Voorzitter: Gaat men thans er
mee accoord de discussie te sluiten
De heer Zondervan: Ja, als we het
eens zijn met het voorstel tot uitstel.
De heer van Breda heeft niets tegen
uitstel die evenwel geen verandering in
de zaak zal brengen.
De Voorzitter vraagt stemming over
het voorstel.
De heer Zondervan heeft een amen
dement om in plaats van f600.f675.
te geven.
Dit wordt verworpen met 12 tegen 7
stemmen. Tegen de heeren Schoeffelen
berger, Bot, Meyr. v. d. Hulst, Maters,
Smits, Geurts, van Dam, Verstegen, van
Breda, Bok en van der Veer.
Het voorstel van B. en W. is hierdoor
aangenomen.
Voorstel tot onbewoonbaarverklaring
van het perceel Jodensteeg no. 9.
Held. Crt. 11 Mei.
Aangenomen.
Voorstel tot het v'erleenen van subsidie
aan het 8e Internationaal oongTes voor
Reddingwezen enz.
Held. Crt. 29 April.
Aangenomen.
Voorstel tot het vaststellen van de 8e
wljzlgingsbegrooting, dienst 1925.
Aangenomen.
Ondèrwtls.
Voorstel om in beroep te gaan van de
beslissing van Gedeputeerde Staten tot
vernietiging van het besluit van den Raad
tot het niet-toekennen van vergoeding In
gevolge art. 18 der L. 0. wet aan J. Len-
gers.
Held. Crt. 29 April.
De heer van Dam zal niet tegen
stemmen, al is spr. het niet met de mo
tiveering van het College eens.
De Voorzitter: Het 'rechtsgevoel
van den Raad wordt door deze afwijking
niet bevredigd. Op goede gronden meent
spr. dat Ged. Staten het mis hebben.
Tusschen den Voorzitter en den
heer Smits ontstaat een debat over het
woord „richting", dat in de bijlage voor
komt. De heer Smits betwist, dat er de
religieuse* richting der school mee bedoeld
wordt.
Tenslotte wordt het voorstel aangeno
men.
Voorstel om In beroep te gaan van de
beslissing van Gedeputeerde Staten tot
vernietiging van het besluit van den Raad
tot het verleenen van vergoeding krach
tens art. 100 der L. O. wet voor de school
in de Koningstraat.
Held. Crt. 29 April.
Aangenomen.
Held. Crt. ij Mei.
De heer Heyblok: Binnen een jaar
is het de 4e maal dat onze fractie ver
schil van meening heeft met het College
over onderwijszaken.
B. en W. zien deze zaak uit financieel
oogpunt, wij uit onderwijsoogpunt. In het
rapport van het- hoofd wordt gezegd, dat
hij geen bezwaren heeft, maar uit onder
wijsoogpunt wel. Op Huisduinen hadden
wij het ook fiiet zoo erg mis. Als men
een ie leerjaar met een 2e combineert
lijdt het onderwijs er onder. Als men het
met het onderwijs goed meent, mag men
niet telkens weer bij den Raad, die zich
er tegen heeft verklaard, aankomen om
weder een uitspraak.
Mevr. v. d. Hulst was ook in de Com.
tegen de verslechtering, heeft zich evenwel
haar stem voorbehouden in den Raad.
Het is eene verslechtering, maar wij vinden
dat de financieele toestand thans zoo is,
dat wij noodgedwongen vóórstemmen
zullen.
De heer Bot verklaart ook te zullen
voorstemmen.
Den Voorzitter doet het leed, dat
een lid van de raadscommissie van onder
wijs het voorstelt alsof spr. het onderwijs
zal doen lijden onder de finantiën.
Wat klassensterkte betreft, staan wij
gelijk met Amsterdam, waar de partij
genoot van den heer Heijblok, wethouder
Polak, toch ook meegewerkt heeft aan
een dergelijke verordening.
Verleden jaar is besloten tot een jaar
als proef en dus komt de zaak thans weer
aan de orde. Zooals mevr. Van der Hulst
opmerkte, zijn de omstandigheden veran
derd. In tegenstelling met mevr. Van der
Hulst, meent spr., dat hier geen verslech
tering is. Het is een onderwijzersbelang,
dat we voor zoo'n kleine klasse niet een
jong onderwijzer zetten.
De heer Heyblok: Ook een kinder-
belang.
De Voorzitter: Thans is de proef
als geëindigd te beschouwen.
De heer Geurts heeft evenveel liefde
voor het onderwijs als wie ook. In den laat-
sten tijd konden we herhaaldelijk consU-
teeren, dat ons onderwijs magnifiek is. Ook
aan deze school, waar mannen van het
vak het in alle andere omstandigheden
aandurven een klasse aldus samen te stel
len. Spr. zal voor stemmen.
De heer Heyblok: Spr. bedoelt geens
zins te zeggen, dat de Voorzitter het finan
cieel belang laat voorgaan, maar aan de
hand van deze bijlage wordt uitsluitend
gesproken over het financieel belang der
gemeente. Het hoofd heeft wel degelijk
bezwaren. Wij hebben de zaak bekeken,
toen er 6 onderwijzers waren. Voor de
meeste kinderen is dit eindonderwijs. Het
is niet ifoodig er veel over te zeggen. Dezen
keer zullen wij-het moeten afleggen; het
is niet anders.
De Voorzitter: Eindonderwijs is het,
ook voor de stadsscholen.
De heer Van der Veer vindt het te
ver gaand, als men zegt, dat men door
tegen de 6de leerkracht te stemmen, geen
liefde voor het onderwijs heeft. Wij bren
gen persoonlijk veel financieele steun.
Het voorstel B. en W. wordt aange
nomen met 12 tegen 7 stemmen. Tegen
de heeren Schoeffelenberger, Borkert, Hey
blok, Boogaard, Geurts, De Zee en Zon
dervan.
Voorstel tot het doen van al- en over
schrijving van en op verschillende uitgaaf
posten der begrooting dienstjaar 1925.
Aangenomen.
Voorstel tot het afvoeren van grond van
het GrondbedrQf.
Aangenomen.
Voorstel tot aansluiting van het Koegras
aan de gemeentelijke waterleiding.
Held. Crt. ii Mei.
De heer Schoeffelenberger: Spr.
is vóór deze aansluiting. Maar nu men
de burgerij van Helder dwingt tot aan
sluiting en de regenbakken wil afschaffen,
heeft nqen de inwoners van Koegras slechts
gevraagd en verschillenden hebben ge
weigerd.- Dat is niet billijk.'
De Voorzitter: Het is wel jammer
dat de wethouder van Publieke Werken
er niet is, en spr. had gaarne van de
Koegrasser leden een compliment aan zijn
adres verwacht.
De aansluitingsplicht is aangenomen
en dat zal de toename vermeerderen.
De voordracht wordt aangenomen.
De heer v. d. Veer dankt den Raad
voor de aanneming dezer voorstellen zon
der stemming, die voop de bewoners van
Koegras van zoo groot belang is. De
Raad zal in zijn verwachtingen betreffende
het gebruik van water niet beschaamd
\yorden, want dit zal ongetwijfeld de ver
wachtingen overtreffen.
De Voorzitter maakt excuses voor
de voorbarigheid waarmede hij zooeven
vooruitliep op dit woord van dank. Maar
spr. had hiermede meer den wethouder
der bedrijven op het oog, die thans
afwezig is.
Voorstel tot verhuring van tuingrond
aan L. M. Kalfsvel.
Held. Crt. 11 Mei.
Aangenomen.
Voorstel om het adres van L. Hoef
nagel, houdende verzoek om hem alsnog
de halve pachtsom voor een standplaats
op de (niet gehouden) kermis in 1915 te
doen terugbetalen, voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Zon der van heeft deze bijlage
langen tijd in bezit gehad. De zaak is al
eenige malen in den Raad geweest. De
feiten hebben spr. onomstootelijk bewezen,
dat de oud-inspecteur van politie niet vrij
uitging en wel dégelijk handelde in op
dracht van den ontvanger. De pachtvoor-
waarden legden de geheele afwikkeling
in handen van Muntinga, en de stukken
wijzen uit, dat Muntinga de gelden heeft
verduisterd. Een andere kwestie is of
Muntinga als ambtenaar handelde. Dat
is inderdaad zoo, al valt het misschien
niet te bewijzen.
Waar dit zoo is, en spr. de consequenties
niet durft te aanvaarden omdat het niet
bewezen kan worden (er zijn nog andere
bedragen ook, o.a. een van f 1800.—, dat
ook verduisterd is en nog wel meerdere)
kan spr. geen vrijheid vinden op het ver
zoek van Hoefnagel in te gaan.
De Voorzitter zet uiteen, dat deze
kwestie in comité besproken is en wij op
dit standpunt stonden, dat wij hen, die
onze ambtenaren tot omkooping over
haalden niet óók nog de aldus door hen
geleden schade kunnen vergoeden. Laat
men dan bij den rechter rechtzoeken,
was ons standpunt.
De heer Zonder van meent, dat voor
omkooping van de zijde van Hoefnagel
geen enkel bewijs is. De som moest in
Maart worden gestort, doch op verzoek
van Muntinga geschiedde dat in Februari.
Hoefnagel heeft alle stukken aan B. W.
gezonden, doch er is geen enkel bewijs
van frauduleuze handeling zijnerzijds.
Conform het voorstel wordt zonder
stemming besloten. De heer Zondervan
verklaart tegen te stemmen.
Onderwtji.
Voorgedragen worden voor vacature I:
1 M A. Duisterhof, te Hellevoetaluis.
2. H. B. Helleman, te Anna Paulowna.
8 D. Eveleens, te Aalsmeer.
Voorgedragen worden voor vacature
1 H. B. Helleman.
2. M. A. Duisterhof.
8 J. M. Overmeer, te Velaen.
De heer Heijblok vraagt alsnog op
gave van het aantal sollicitanten voor
deze betrekking.
De Voorzitter zegt dit toe.
Benoemd wordt No. 1 (M. A Duisterhof
en H. B. Helleman).
Voorstel tot het benoemen van een on
derwijzer aan sohool 4.
Voorgedragen worden:
1. R. Gravemaker, te Helder.
2. M. Bottema, te MenaldumadeeL
8. J. B. 't Hooft, te Bulnen.
Benoemd wordt de heer Gravemaker.
Voorstel tot het benoemen van een on
derwijzer aan school 7.
Voorgedragen worden:
1. D. Eveleens, te Aalsmeer.
2. M. Bottema, te Menaldumadeel.
8. J. B. 't Hooft, te Buinen.
l)e Voorzitter deelt mede, dat de
heer Eveleens wegens zijne benoeming
elders, heeft bedankt.
Benoemd wordt alzoo no. 2.
Voorstel om in beroep te gaan van de
beslissing van Ged. Staten omtrent dw re
clame van J. J. de Vos ter zake van zijn
aanslag In de gemeentelijke inkomsten
belasting over het belastingjaar 1925/1926.
Comform de voordracht besloten.
Antwoord van Burgemeester en Wet
houders op de vragen van het lid van den
Raad B. Zondervan omtrent opneming en
specialistische behandeling in het Marine-
hospitaal.
Vragen opgenomen in de Held. Crt.
van 30 Maart.
De heer Zondervan zou gaarne nog
enkele opmerkingen maken.
De heer Van Breda: Als de heer
Ztndervan van plan is de zaak in den
bre»de te bespreken, stelt spr. voor de
zaak in besloten zitting te behandelen.
De heer Zondervan gaat hiermede
accoort, Conform besloten.
Antwoird van Burgemeester en Wet
houders tp de vragen van den heer G. J.
Eijlders ntpens de verpleging van burger
patiënten U het hospitaal
Deze vragen zijn opgenomen in de
Held. Crt. vai 24 April.
Antwoord vai Burgemeester en Wet
houders op de v-aag van den heer Zon
dervan over de tewljzigde regeling van
den Vlschafslag.
Held. Crt. 15 Apri. onder raadsverslag.
De Voorzitter ieeft in overweging
daar de betrokken wehouder niet tegen
woordig is, dit punt aa> te houden.
De heer Zondervan vindt dit geen
bezwaar, doch vraagt of de begrooting
er door verhoogd wordt.
De Voorzitter beantw>0rdt dit.
Antwoord van BurgemeesW en Wet
houders op de vraag van mevi Q. h. A.
van der HulstHeeroma, omtent het
dienstverband van den tuinman van de
W oningstlchting.
Held. Crt. 15 April (raadsvers^g).
Aan Adriaanse is verlof voor een jaar
verleend voor eene. betrekking eld.rs.
Neemt hij de betrekking niet aan, d.n
komt hij na een jaar terug af en tfe
komt hij hier om zijn zaken waar t:
nemen. Hij schijnt evenwel in Baarn ts
blijven, zoodat ontslag zal volgen.
Rondvraag.
De heer Boogaard zal gaarne ver
nemen hoe de besteding voor den Midden
weg is geregeld. Er zijn thans 8 menschen
aan het werk, hetgeen te weinig is. Ook
vraagt spr. de Arbeidsbeurs «tan te wijzen
voor benoeming. Het gaat wel via de Beurs,
maar persoonlijk worden ze door den
opzichter aangesteld. Voor allen is dat
niet noodig, en dé dienst der Arbeidsbeurs
lijdt er onder.
De heer Van Breda meende juist in
den geest van den heer Boogaard te han
delen door het werk in eigen beheer te
nemen. Als men uitsluitend geschoolde
krachten gebruikt, zal men meer in 't
belang handelen dan bij aanname van
ongeschoold personeel.
De heer Verstegen: Elk arbeider die
door de Beurs aangeschreven wordt, heeft
het recht, dat werk te weigeren, terwijl
de patroon het recht van voorkeur heeft.
Dat is bij elke beurs zoo. Ook kan hij
een hem gezonden man weigeren. Of nu
de Gemeente gerechtigd is in te grijpen
en eventueel andere (minderwaardige)
krachten akn kan stellen, is een kwestie
die de Gemeente moet uitmaken.
De heer Boogaard! Als het een
particulier is die zoo doet, kan men dat
indenken. De Arbeidsbeurs verkeert in
adnere positie als Gemeente-instelling.
De Arbeidsbeurs kan volstaan met
menschen te zenden zonder de namen
op te vragen.
De heer van Breda: Dan zou de
Directeur van Publieke Werken genoegen
moeten nemen met de arbeiders die de
Arbeidsbeurs hem aanwijst.