Strafverordening. Voorstel tot wijziging van de Verorde ning op het pellen, koken en zouten van moeselén en garnalen en tot intrekking der Verordening tot Wezing en beteuge ling der mazelen. Schadeloosstelling. Woningwet v Subsidie. Begrooting. Onderwas. Onderwijs. Voorstel om den dienst van den tijdelij- ken onderwijzer aan school I (Koegras) te doen beëindigen. Begrooting. Grondbedrijf. Waterleiding. Grondbedrijf. Kermis. Voorstel tot het benoemen ven twee onderwijzer» aan aahool 4. Onderwas. Onderwijs. Belastingen. Mededeellng, hier zóódanig, dat dergelijke maatregelen noodig zijn De Voorzitter heeft geen bezwaar tegen verdaging. Er is evenwel weinig in veranderd, alleen de snelheid en er komen bordjes met „snel" en „langzaam". Er zijn enkele andere bepalingen uitgelicht en de rest staat in de oude politiever ordening zooals die thans vigeert. De heer van Dam is verbaasd over het voorstel van den heer Zondervan, die spr. wel niet kwalijk zal nemen dat hij er niet zooveel gevaar in ziet. Waar deze zaak al zoo lang loopt, is het volgens spr. wenschelijk haar af te handelen. Ook staat zij al eenige malen op de agenda, en nu komt men plotseling met een commissie. Spr. vraagt ten opzichte van de bepaling omtrent het gewicht inlich tingen. De heer van Loo: Men kan over de wijzigingen verschillen van meening, maar als de heer Zondervan zooveel bezwaren heeft en wel een paar uur noodig heeft, is het wel gewenscht aan zijn verzoek te voldoen. De ,heer Zondervan meent, dat een raadscommissie alle artikelen vooraf kan bekijken. Anders krijgen we ellenlange discussiën. Verschillende verhandelingen zijn van ingrijpenden aard. In art. 69 bijv. wordt voor een hondekar geëischt dat de hond scherp staat. Hoe kan dat nu De Voorzitter: Een hond staat altijd op scherp. Het is bovendien een oude bepaling, die bestaat. Spr. zou het toe juichen als een Cie. van juristen de ver andering bekeek. Men zal eens zien in welk een wespennet men zich steekt, als men aan het wijzigen gaat. De heer Eijlders is tegen de benoe ming eener raadscommissie. Laat de heer Zondervan dan concrete dingen noemen, die 2. i. onjuist zijn. Interrupties, geroep, geschreeuw. De heer van Dam protesteert tegen het woord „beleediging" dat gebruikt is en weerlegt wat men hem in den mond heeft gelegd. Het verhaal van den hond is zeker het meest sprekend voorbeeld van onjuistheden, die men kan aanwijzen. De heer Smits heeft geen enkele reden eraan te twijfelen, dat de fractie- Zondervan ernstige bezwaren tegen de verordening heeft, maar spr. zou ze gaarne eens hooren. Spr. meent, dat er in zoo'n commissie niets van terechtkomt. Laat men de zaak uitstellen opdat de heeren met hun amendementen komen kunnen. De heer Borkert: Het voorstel-Zon dervan is slechts om te voorkomen, dat de Raad uren wordt opgehouden. Laat men vertrouwen hebben in een mede raadslid, die een groot aantal amende menten heeft. De heer Verstegen: En de heer van Dam en de heer Smits hebben de verordening serieus bestudeerd, dat mag men aannemen, maar er zijn kleinigheden, die voor het^ publiek buitengewoon veel last opleveren. Bijv. men mag op een fiets geen manden vervoeren die meer dan 2 dM. uitsteken. Men mag op een fiets niets meevoeren wat meer dan een halven meter uitsteekt. Er zijn honderden meoachen, 'die zomers naar het strand gaan met tenten, die wel 1 Meter uit steken. De heer van O s is verwonderd, dat een wethouder het College niet op deze dingen •attent heeft gemaakt. De heer Verstegen zit er goed in blijkbaar. De heer Verstegen heeft dit uit samenjprekingen met zijn fractie. De heer Bok: De heer Verstegen is niet zeer gelukkig met zijn voorbeelden. Geen enkele bakkersmand is zoo lang. Het lijkt wel erg, maar 't is niet zoo erg. De heer van Loo: Men opponeert tegen de aangevoerde bezwaren, maar het blijkt wel, dat men het niet eens is met elkander. Laten we dus zoo'n commissie benoemen. De Voorzitter zal het prettig vinden als merf zoo'n commissie benoemt. De heer Zondervan: De Voorzitter heeft het over juridische kennis, maar de gemeente heeft het ook wel eens mis, zooals uit de kwestie-Heeman blijkt. De Voorzitter moet dit tegen spre ken. Het was slechts een fout in de dagvaarding, geen juridische, maar men komt met allerlei technische en juridi- dische kwesties in aanraking, die met den Commissaris van "Politie zijn besproken. De heer Smits: Er is geen sprake van wantrouwen jegens de S. D.-fractie. Maar wij moeten werkelijk betere voor beelden hebben. We zeggen een mand mag niet meer dan 20 cM. uitsteken op de fiets, maar hoe groot is dan het stuur De Voorzitter stelt voor de discus sies te verdagen. Vraagt men stemming over de commissie? De heer Zondervan: Ja, Mijnheer de Voorzitter. Tegen een commissie verklaren zich de heeren Bok, van der Veer, Smits, Eylders en van Dam. De Voorzitter benoemt thans als leden dezer commissie de heeren Zon dervan, van Loo, van Os en Bot. Aangenomen. - Held. Crt. 29 April. Voorstel ons J. de la Houssaije eem scha deloosstelling toe te kennen in verband met den bouw van de woning voor den pontonbrugwachter aan de Kooij. De heer Zond ervan vraagt op wel ken grond de Cie. van P. W. afwijkt van het-advies van den Directeur van P. W. Spr. meent, dat de schadevergoeding in derdaad laag geraamd is; niettemin gaat de Cie. er niet mee accoord. Het lijkt spr. billijk ons aan de raming te houden. De heer Van Breda: Over de kwestie is langdurig gediscussieerd en ten slotte nam men genoegen met dit voorstel, ook de directeur, van P. W. De Cie. kwam tot de conclusie, dat dit bedrag billijk was. De heer Van Os: Wij hebben over de zaak gediscussieerd, maar de eindcon clusie was, dat de la Houssaije nog eens met B. en W. zou confereeren over het mindere bedrag. Is dat geschied? Zoo niet, dan heeft hij zich niet kunnen recht vaardigen en wordt hem ongemotiveerd f 75.gekort. De, heer Van Breda: De heer v. Os vergist zich. Tegenover het verzoek van de la Houssaije was een rapport van den directeur en spr. heeft gezegd als wet houder niet tusschenbeide te kunnen komen. Ten slotte is men met dit voorstel ge komen. Wil de la Houssaije afzonderlijk de zaak nog bespreken, dan is het spr. goed de zaak te verdagen. De heer Schoeffelenberger: ftet is spr.'s voorstel geweest den heer De Vries in het College te laten komen en niet de la Houssaije. Als het om de bil lijkheid gaat van toekenning, staat spr. aan de zijde van den aannemer. Spr. acht f.800.te hoog. De heer Van Breda: Dat heeft de Directeur ook gezegd. De heer Schoeffelenberger gaat de specificatie van het bedrag na en noemt enkele posten, die te hoog zijn. Als men de la Houssaije f 600.geeft, wordt hem geen onrecht aangedaan. De heer V n O s protesteert er tegen, dat de heer Sch. zegt aan de zijde van den aannemer te staan en hem toch een paar knauwen geeft. Dat is van twee wallen eten. Mij komen de f800.van de la Houssaije billijker voor dan de f600. van den heer Schoeffelenberger. De heer Schoeffelenberger: Dat hebt u in de Cie. niet gezegd 1 Van twee wallen eten gesproken 1 De heer Van Os. De dir. van P. W. heeft ook al f 125.van het bedrag af geknabbeld. Te eischen heeft hij niets, hij zal met een minder bedrag ook ge noegen nemen. De Voorzitter': Wij betalen niet maar elke schadevergoeding die gevraagd wordt Spr. is bereid tot billijke schadevergoe ding, maar men moet dat niet overdrijven. Wij stellen 25 pet. schadevergoeding van de aannemingssom voor. dat vindt spr. behoorlijk. Een bepaalde schadevergoe ding zou spr. althans niet uitkeeren. De heer Schoeffelenberger merkt op, dat deze schadevergoedingsaanvraag ontstond uit het aannemen van ander werk, waardoor hij voor het gemeentewerk vertraging kreeg. De heer V a n O s vraagt opnieuw het woord. De Voorzitter, de discussies willen de sluiten, protesteert ertegen. Laat de Raad dit dan bij stemming uitmaken. In stemming gebracht, zegt de heer Van der Veer, dat hij een mede-raads lid niet het vrije woord ontnemen wil. Hiertegen protesteert de Voorzitter, die zich enkel houdt aan het reglement van orde. Waar zou het op die manier heen moeten Dan kwam er nooit een eind aan eefi discussie. De heer Van derVee r, opnieuw naar zijn stem gevraagd, zegt te zullen tegen stemmen. Met algemeene stemmen op één na wordt den heer Van Os voor de derde maal het woord verleend. De heer Van Os spreekt tegen, dat hier een angel in het gras zit, zooals aan spr. is verweten. De man kan niet verder door allerlei omstandigheden, en om zijn arbeiders aan den gang te houden nam hij een bloembollenschuur aan. Het is toch niet onbillijk als hij nu bij de ge meente om schadevergoeding komt Spr. zit hier niet om de la H. te verdedigen, maar hier is inderdaad iets onbillijks. Wil de Raad echter maar f 600.geven, dan zal spr. er zich bij neerleggen. De heer Smits komt terug op de kwestie van het vrije woord. Als door den Voorzitter een beroep wordt gedaan om de discussies te bekorten dan mag men, wanneer een raadslid van meening is, dat inderdaad voortzetting der discussies geen nieuwe gezichtspunten oplevert, het Diet als een aantasting van het vrije woord beschouwen als spr. meent daartoe geen verdere gelegenheid te moeten geven. De heer Borkert wijst er op, dat de raadsleden, sinds de heer Schoeffelenber ger in den Raad is, steeds met woorden als „duikbootpolitiek" e. d. worden be groet, en protesteert tegen een dergelijke taktiek, waardoor de raadsleden steeds met een dergelijk odium in de gemeente rondloopen. Het is een ernstige fout als de heer Smits een raadslid niet toestaat voor de derde maal het woord te nemen. Als het raadslid dit verzoek niet intrekt, Is dat een bewijs, dat hij het ernstig meent. Spr. zal er aan denken als de heer Smits zelf ook eens voor de derde maal het woord vraagt. De Voorzitter vraagt of het alge meen belang gebaat was met dit laatste woord van den heer Van Os. De Voorzitter: Gaat men thans er mee accoord de discussie te sluiten De heer Zondervan: Ja, als we het eens zijn met het voorstel tot uitstel. De heer van Breda heeft niets tegen uitstel die evenwel geen verandering in de zaak zal brengen. De Voorzitter vraagt stemming over het voorstel. De heer Zondervan heeft een amen dement om in plaats van f600.f675. te geven. Dit wordt verworpen met 12 tegen 7 stemmen. Tegen de heeren Schoeffelen berger, Bot, Meyr. v. d. Hulst, Maters, Smits, Geurts, van Dam, Verstegen, van Breda, Bok en van der Veer. Het voorstel van B. en W. is hierdoor aangenomen. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van het perceel Jodensteeg no. 9. Held. Crt. 11 Mei. Aangenomen. Voorstel tot het v'erleenen van subsidie aan het 8e Internationaal oongTes voor Reddingwezen enz. Held. Crt. 29 April. Aangenomen. Voorstel tot het vaststellen van de 8e wljzlgingsbegrooting, dienst 1925. Aangenomen. Ondèrwtls. Voorstel om in beroep te gaan van de beslissing van Gedeputeerde Staten tot vernietiging van het besluit van den Raad tot het niet-toekennen van vergoeding In gevolge art. 18 der L. 0. wet aan J. Len- gers. Held. Crt. 29 April. De heer van Dam zal niet tegen stemmen, al is spr. het niet met de mo tiveering van het College eens. De Voorzitter: Het 'rechtsgevoel van den Raad wordt door deze afwijking niet bevredigd. Op goede gronden meent spr. dat Ged. Staten het mis hebben. Tusschen den Voorzitter en den heer Smits ontstaat een debat over het woord „richting", dat in de bijlage voor komt. De heer Smits betwist, dat er de religieuse* richting der school mee bedoeld wordt. Tenslotte wordt het voorstel aangeno men. Voorstel om In beroep te gaan van de beslissing van Gedeputeerde Staten tot vernietiging van het besluit van den Raad tot het verleenen van vergoeding krach tens art. 100 der L. O. wet voor de school in de Koningstraat. Held. Crt. 29 April. Aangenomen. Held. Crt. ij Mei. De heer Heyblok: Binnen een jaar is het de 4e maal dat onze fractie ver schil van meening heeft met het College over onderwijszaken. B. en W. zien deze zaak uit financieel oogpunt, wij uit onderwijsoogpunt. In het rapport van het- hoofd wordt gezegd, dat hij geen bezwaren heeft, maar uit onder wijsoogpunt wel. Op Huisduinen hadden wij het ook fiiet zoo erg mis. Als men een ie leerjaar met een 2e combineert lijdt het onderwijs er onder. Als men het met het onderwijs goed meent, mag men niet telkens weer bij den Raad, die zich er tegen heeft verklaard, aankomen om weder een uitspraak. Mevr. v. d. Hulst was ook in de Com. tegen de verslechtering, heeft zich evenwel haar stem voorbehouden in den Raad. Het is eene verslechtering, maar wij vinden dat de financieele toestand thans zoo is, dat wij noodgedwongen vóórstemmen zullen. De heer Bot verklaart ook te zullen voorstemmen. Den Voorzitter doet het leed, dat een lid van de raadscommissie van onder wijs het voorstelt alsof spr. het onderwijs zal doen lijden onder de finantiën. Wat klassensterkte betreft, staan wij gelijk met Amsterdam, waar de partij genoot van den heer Heijblok, wethouder Polak, toch ook meegewerkt heeft aan een dergelijke verordening. Verleden jaar is besloten tot een jaar als proef en dus komt de zaak thans weer aan de orde. Zooals mevr. Van der Hulst opmerkte, zijn de omstandigheden veran derd. In tegenstelling met mevr. Van der Hulst, meent spr., dat hier geen verslech tering is. Het is een onderwijzersbelang, dat we voor zoo'n kleine klasse niet een jong onderwijzer zetten. De heer Heyblok: Ook een kinder- belang. De Voorzitter: Thans is de proef als geëindigd te beschouwen. De heer Geurts heeft evenveel liefde voor het onderwijs als wie ook. In den laat- sten tijd konden we herhaaldelijk consU- teeren, dat ons onderwijs magnifiek is. Ook aan deze school, waar mannen van het vak het in alle andere omstandigheden aandurven een klasse aldus samen te stel len. Spr. zal voor stemmen. De heer Heyblok: Spr. bedoelt geens zins te zeggen, dat de Voorzitter het finan cieel belang laat voorgaan, maar aan de hand van deze bijlage wordt uitsluitend gesproken over het financieel belang der gemeente. Het hoofd heeft wel degelijk bezwaren. Wij hebben de zaak bekeken, toen er 6 onderwijzers waren. Voor de meeste kinderen is dit eindonderwijs. Het is niet ifoodig er veel over te zeggen. Dezen keer zullen wij-het moeten afleggen; het is niet anders. De Voorzitter: Eindonderwijs is het, ook voor de stadsscholen. De heer Van der Veer vindt het te ver gaand, als men zegt, dat men door tegen de 6de leerkracht te stemmen, geen liefde voor het onderwijs heeft. Wij bren gen persoonlijk veel financieele steun. Het voorstel B. en W. wordt aange nomen met 12 tegen 7 stemmen. Tegen de heeren Schoeffelenberger, Borkert, Hey blok, Boogaard, Geurts, De Zee en Zon dervan. Voorstel tot het doen van al- en over schrijving van en op verschillende uitgaaf posten der begrooting dienstjaar 1925. Aangenomen. Voorstel tot het afvoeren van grond van het GrondbedrQf. Aangenomen. Voorstel tot aansluiting van het Koegras aan de gemeentelijke waterleiding. Held. Crt. ii Mei. De heer Schoeffelenberger: Spr. is vóór deze aansluiting. Maar nu men de burgerij van Helder dwingt tot aan sluiting en de regenbakken wil afschaffen, heeft nqen de inwoners van Koegras slechts gevraagd en verschillenden hebben ge weigerd.- Dat is niet billijk.' De Voorzitter: Het is wel jammer dat de wethouder van Publieke Werken er niet is, en spr. had gaarne van de Koegrasser leden een compliment aan zijn adres verwacht. De aansluitingsplicht is aangenomen en dat zal de toename vermeerderen. De voordracht wordt aangenomen. De heer v. d. Veer dankt den Raad voor de aanneming dezer voorstellen zon der stemming, die voop de bewoners van Koegras van zoo groot belang is. De Raad zal in zijn verwachtingen betreffende het gebruik van water niet beschaamd \yorden, want dit zal ongetwijfeld de ver wachtingen overtreffen. De Voorzitter maakt excuses voor de voorbarigheid waarmede hij zooeven vooruitliep op dit woord van dank. Maar spr. had hiermede meer den wethouder der bedrijven op het oog, die thans afwezig is. Voorstel tot verhuring van tuingrond aan L. M. Kalfsvel. Held. Crt. 11 Mei. Aangenomen. Voorstel om het adres van L. Hoef nagel, houdende verzoek om hem alsnog de halve pachtsom voor een standplaats op de (niet gehouden) kermis in 1915 te doen terugbetalen, voor kennisgeving aan te nemen. De heer Zon der van heeft deze bijlage langen tijd in bezit gehad. De zaak is al eenige malen in den Raad geweest. De feiten hebben spr. onomstootelijk bewezen, dat de oud-inspecteur van politie niet vrij uitging en wel dégelijk handelde in op dracht van den ontvanger. De pachtvoor- waarden legden de geheele afwikkeling in handen van Muntinga, en de stukken wijzen uit, dat Muntinga de gelden heeft verduisterd. Een andere kwestie is of Muntinga als ambtenaar handelde. Dat is inderdaad zoo, al valt het misschien niet te bewijzen. Waar dit zoo is, en spr. de consequenties niet durft te aanvaarden omdat het niet bewezen kan worden (er zijn nog andere bedragen ook, o.a. een van f 1800.—, dat ook verduisterd is en nog wel meerdere) kan spr. geen vrijheid vinden op het ver zoek van Hoefnagel in te gaan. De Voorzitter zet uiteen, dat deze kwestie in comité besproken is en wij op dit standpunt stonden, dat wij hen, die onze ambtenaren tot omkooping over haalden niet óók nog de aldus door hen geleden schade kunnen vergoeden. Laat men dan bij den rechter rechtzoeken, was ons standpunt. De heer Zonder van meent, dat voor omkooping van de zijde van Hoefnagel geen enkel bewijs is. De som moest in Maart worden gestort, doch op verzoek van Muntinga geschiedde dat in Februari. Hoefnagel heeft alle stukken aan B. W. gezonden, doch er is geen enkel bewijs van frauduleuze handeling zijnerzijds. Conform het voorstel wordt zonder stemming besloten. De heer Zondervan verklaart tegen te stemmen. Onderwtji. Voorgedragen worden voor vacature I: 1 M A. Duisterhof, te Hellevoetaluis. 2. H. B. Helleman, te Anna Paulowna. 8 D. Eveleens, te Aalsmeer. Voorgedragen worden voor vacature 1 H. B. Helleman. 2. M. A. Duisterhof. 8 J. M. Overmeer, te Velaen. De heer Heijblok vraagt alsnog op gave van het aantal sollicitanten voor deze betrekking. De Voorzitter zegt dit toe. Benoemd wordt No. 1 (M. A Duisterhof en H. B. Helleman). Voorstel tot het benoemen van een on derwijzer aan sohool 4. Voorgedragen worden: 1. R. Gravemaker, te Helder. 2. M. Bottema, te MenaldumadeeL 8. J. B. 't Hooft, te Bulnen. Benoemd wordt de heer Gravemaker. Voorstel tot het benoemen van een on derwijzer aan school 7. Voorgedragen worden: 1. D. Eveleens, te Aalsmeer. 2. M. Bottema, te Menaldumadeel. 8. J. B. 't Hooft, te Buinen. l)e Voorzitter deelt mede, dat de heer Eveleens wegens zijne benoeming elders, heeft bedankt. Benoemd wordt alzoo no. 2. Voorstel om in beroep te gaan van de beslissing van Ged. Staten omtrent dw re clame van J. J. de Vos ter zake van zijn aanslag In de gemeentelijke inkomsten belasting over het belastingjaar 1925/1926. Comform de voordracht besloten. Antwoord van Burgemeester en Wet houders op de vragen van het lid van den Raad B. Zondervan omtrent opneming en specialistische behandeling in het Marine- hospitaal. Vragen opgenomen in de Held. Crt. van 30 Maart. De heer Zondervan zou gaarne nog enkele opmerkingen maken. De heer Van Breda: Als de heer Ztndervan van plan is de zaak in den bre»de te bespreken, stelt spr. voor de zaak in besloten zitting te behandelen. De heer Zondervan gaat hiermede accoort, Conform besloten. Antwoird van Burgemeester en Wet houders tp de vragen van den heer G. J. Eijlders ntpens de verpleging van burger patiënten U het hospitaal Deze vragen zijn opgenomen in de Held. Crt. vai 24 April. Antwoord vai Burgemeester en Wet houders op de v-aag van den heer Zon dervan over de tewljzigde regeling van den Vlschafslag. Held. Crt. 15 Apri. onder raadsverslag. De Voorzitter ieeft in overweging daar de betrokken wehouder niet tegen woordig is, dit punt aa> te houden. De heer Zondervan vindt dit geen bezwaar, doch vraagt of de begrooting er door verhoogd wordt. De Voorzitter beantw>0rdt dit. Antwoord van BurgemeesW en Wet houders op de vraag van mevi Q. h. A. van der HulstHeeroma, omtent het dienstverband van den tuinman van de W oningstlchting. Held. Crt. 15 April (raadsvers^g). Aan Adriaanse is verlof voor een jaar verleend voor eene. betrekking eld.rs. Neemt hij de betrekking niet aan, d.n komt hij na een jaar terug af en tfe komt hij hier om zijn zaken waar t: nemen. Hij schijnt evenwel in Baarn ts blijven, zoodat ontslag zal volgen. Rondvraag. De heer Boogaard zal gaarne ver nemen hoe de besteding voor den Midden weg is geregeld. Er zijn thans 8 menschen aan het werk, hetgeen te weinig is. Ook vraagt spr. de Arbeidsbeurs «tan te wijzen voor benoeming. Het gaat wel via de Beurs, maar persoonlijk worden ze door den opzichter aangesteld. Voor allen is dat niet noodig, en dé dienst der Arbeidsbeurs lijdt er onder. De heer Van Breda meende juist in den geest van den heer Boogaard te han delen door het werk in eigen beheer te nemen. Als men uitsluitend geschoolde krachten gebruikt, zal men meer in 't belang handelen dan bij aanname van ongeschoold personeel. De heer Verstegen: Elk arbeider die door de Beurs aangeschreven wordt, heeft het recht, dat werk te weigeren, terwijl de patroon het recht van voorkeur heeft. Dat is bij elke beurs zoo. Ook kan hij een hem gezonden man weigeren. Of nu de Gemeente gerechtigd is in te grijpen en eventueel andere (minderwaardige) krachten akn kan stellen, is een kwestie die de Gemeente moet uitmaken. De heer Boogaard! Als het een particulier is die zoo doet, kan men dat indenken. De Arbeidsbeurs verkeert in adnere positie als Gemeente-instelling. De Arbeidsbeurs kan volstaan met menschen te zenden zonder de namen op te vragen. De heer van Breda: Dan zou de Directeur van Publieke Werken genoegen moeten nemen met de arbeiders die de Arbeidsbeurs hem aanwijst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 6