GEMENGD NIEUWS
WIJZIGING MARÏNEBEGttOOTING
lm
Aan de
•wordt ontleend', dat de eerstvolgende maan-
denreeks kan worden besteed om, zonder
•vooruit te loopen op bet oordeel der Volks
vertegenwoordiging nopens de meer prinoi-
pieelo reorganisatie der marine, ter zake van
de formatie van bet personeel, door te wer
ken in de richting, aangegeven In bet schrij
ven aan den Kamervoorzitter van 7 Mei J2.
Echter zullen verschillende andere intense
maatregelen tot vereenvoudiging worden
voorbereid en zoo spoedig mogelijk doorge
voerd. 3
Hiermede kan niet langer worden gewacht
en het ia juist met het oog op de aange
vraagde instelling van het ambt van raad
adviseur in algemeenen dienst, dat de Mi-
ndstëSr thans hiervoor de aandacht vraagt. In
het Voorioopig Verslag werd door vele leden
verzocht den desbetreffenden post terug te
nemen ln verband met het 'niet houden vaü
aigemeene beschouwingen, omdat, naar die
leden meenden, de handhaving van dien post
onvermijdelijk zou moeten leiden tot een uit
voerig debat omtrent de samenvoeging van
de Departementen en de splitsing der
Marine.
Het komt den Minister voor, dat de raad
adviseur in algemeenen dienst ook velerlei
arbeid zal hebben te verrichten buiten de
hierboven genoemde vraagstukken.
Onafhankelijk van deze vraagstukken toch
is een groote versobering in aetf opzet der
marine in Nederland geboden. Een commis
sie is ingesteld om aan te geven, op welke
wijze een nuttiger gebruik kan worden ge
maakt van de zeemilitie dan.' tot dusver ge
schiedde; één dezer dagen ls de benoeming
te wachten van een commissie, welke advies
zal uitbrengen nopens de vraag, of de Rijks
werven ln den tegenwoordlgen omvang en
vorm moeten worden gehandhaafd; een be
langrijke Interne reorganisatie van het depar
tement van Marine wordt ter hand gepomen
en zoo wachten meerdere belangrijke vraag
stukken op oplossing.
Hiertoe behooren b.v. een meer economi
sche organisatie van de luchtvaartdiensten,
'vereenvoudiging van de administratie der
marine met het oog op de omstandigheid, dat
tbwna slechts één iparinecommandant in Ne-'
derliand bestaat, bezuiniging inzake oplei
dingen.
'De urgentie van de bewerking van al deze
onderwerpen is den Minister ten duidelijkste
gebleken. Nu wordt in het Voorioopig Ver
slag betoogd, dat men dien arbeid evengoed
aan een actief dienend officier zou kunnen
opdragen. Deze zienswijze kan de 'Minister
niet deelem. 'De uit de aangeduide maatrege
len voortvloeiende werkzaamheden zullen
den titularis uiteraard in zeer nauwe aanra
king brengen niet de hoogste militaire auto
riteiten. De gelegenheid om een onbevangen
oordeel uit te spreken, wordt beperkt, indien
hij actief dienend; officier is. Het is daarom
noodig, degene, die meer ln het bijzonder is
aangewezen voor het medewerken aan de
voorgenomen hervormingen, in zoodanige
positie te brengen, dat de uitoefening van
zijn dienst zoo ongestoord mogelijk kan
plaats hebben.
Met nadruk wil' de Minister herhalen, dat
de Kamer door het voteeren van den post,
in geen enkel opzicht zal gebonden z}jn aan
een samenvoeging der beide departementen,
noch aan de reorganisatie van het beheer der
marine. Zij blijft geheel vrij, totdat haar
definitief oordeel zal worden gevraagd bjj de
behandeling van de ter zake in te dienen
wetsontwerpen.
Indien te zijner tijd mocht blijken, dat dt
Volksvertegenwoordiging de samenvoeging
der departementen niet wenscht, dan zal
toch tot handhaving van het ambt van raad
adviseur gewenscht zijn met het oog op den
omvangrijken reorganisatie-arbeid, die in
elk geval noodig is. Met de instelling van
deze functie zal gepaard kunnen gaan een
versobering in zake de bezetting van andere
posten.
Aanvankelijk was gedacht, dat bij de sa
menvoeging der beide departementen een
afdeefcng marine onder rechtstreeksch beheer
van een directeur-generaal zou moeten ble
ven bestaan; nadere bestudeering Met even
wel zien, dat verschillende afdeelingen waar
schijnlijk geheel kunnen worden samenge
smolten, terwijl ta.v. andere afdeelingen.
ook vrij' ver met de fusie zal kunnen worden
gegaan- Onder deze omstandigheden is het
meer aangewezen, den raadadviseur te be
noemen, die in alle aangelegenheden nopens
algemeen marinebeleid en omtrent de wer
king der samengevoegde afdeelingen en
diensten den Minister rechtstreeks van ad
vies kan dienen. Deze oplossing heeft ook
het voordeel, dat de bestaande gezags- en
ambtelijke verhoudingen ongewijzigd kunnen
blijven, doordat de raadadviseur Met boven,
doch naast de hoogste marine-autoriteiten
wordt gesteld.
De Minister zal het voorts in het belang
van den dienst zeer op prijs stellen, Indien
de bezwaren, welke bestaan tegen de over
plaatsing van de matnozenoplelding van Go
rinchem naar VMssdpgen, reeds thans ter
sprake komen. Zooals bekend, laat de huis
vesting aan boord' Hr. Ms. {Schorpioen" en
„Nautilus/" veel te wenschen over en het ligt
in de bedoeling dit complex te vervangen
door Hr. Ms. *Noord-Brabant".
Evenwel kan dit schip niet verder worden
gereedgemaakt eer beslist is of het alleen
opleidingsschip te Gorinchem, dan wel tege
lijk wachtschip te Vlisalngen zal worden.
(Voorts zullen te VUsslngen met medewer
king van het gemeentebestuur maatregelen
worden genomen voor de huisvesting, doch
met de uitvoering daarvan wacht men totdat
de beslissing ls genomen.
Aangezien de door den voorgestelden
maatregel te verkrijgen besparing zeer groot
is, en vertraging tot onnoodlge uitgaven
leidt, acht de Minister het gewenscht hier
over reeds thans volledige gegevens aan de
Kamer te verstrekken.
Na de meening van de Vlootoommlsele te
hebben gememoreerd', merkt de Minister
verder op, dat de opleiding in Gorinchem
geheel geïsoleerd plaats heeft van ales wat
den jongen matroos een kijk geeft op het
eseoansTevsa. Dit la een groot nadeel, de
aa. matroos 'behoort ln een' oordeelkundig
gekozen marinemllieu te worden gevormd.
Uit opvoedkundig standpunt ls Vliösihgen
te verkiezen boven Willemsoord. Nagenoeg
het geheele mArineetation Vlisalngen zal min
of meer aan de opleiding zijn verbonden.
Doordat de „Noord-Brabant" .tevens den
dienst van het tegenwoordige wachtschip
Vlissingen'overneemt, heeft overbrenging
tengevolge, dat pL m. 60 man beroepsperso-
neel van verschillende rangen door combi
natie van diensten wordt uitgespaard.
Noch de veldprediker ln algemeenen
dienst, noch de hoofdaalmoezenier hebben
uit een oogpunt van geestelijk leven ook
maar. het minste bezwaar tegen overbren
ging naar Vlisaingen.
De meenilng dat de centrale ligging van
Gorinchem de dienstneming zou bevorderen
wordt weersproken door de gegevens van
aanneming. Bovendien! is Vlissingen per
spoor zeer gemakkelijk en met snelle verbin
dingen te bereiken.
De uiteindelijke bezuiniging, verbonden
aan de overplaatsing, kan worden begroot op
ruim 200.000 per jaar. Voorts vervallen
bij verplaatsing naar Vissingen) de nadoelen
aan Gorinchem verbonden, b.v. op het gebiet
van oefeningen, gymnastiek en zwemmen.
Dat naar de meening der Regeering niet
kan worden volstaan met het onderhouden
van een politievloot in Ned.-Indië, als door
verschillende leden werd: bedoeld, is reeds
uiteengezet in de Memorie van Antwoord
betreffende de Marinebegroofcing voor 1926
Eveneens is bij. de behandeling van dil
hoofdstuk aangetoond, dat de bouw der tor
pedoboot jagers niet anders beoogt dan ver
vanging van opgevaren materieel, zoodat van
uitbreiding der vloot geen sprake ls.
Inderdaad werd ln de Memorie van Toe
lichting betreffende genoemd hoofdstuk be
toogd, dat maatregelen ter vervanging van
de'„K I" niet mochten worden uitgesteld.
Sindsdien is de Minister echter, in overleg
met zijn ambtgenoot van Koloniën, tot de
conclusie gekomen, dat voorshands in de
eerste plaats moet worden1 gestreefd naar
het verkrijgen van een eigenlijke zeegaande
vloot, bestaande uit 2 kruisers, 8 jagers en
12 onderzeebooten,
(Wanneer de vier in aanbouw zijinde jagers
gereed' zulen zijn en de verouderde „K I"
niet wordt medegerekenld, zal de in Indié be
schikbare eigenlijke zeegaande 'vloot, dus
ongerekend het materieel, dat meer in het
bijzonder voor locale, verdediging is aange
wezen, zijn samengesteld ulit: 2 kruisers
type „De Ruyter", 12 onderaeehooten.
In verband met hét vorenstaande is het
duidelijk, dat de nieuwe aanbouw allengs
moet zijn gericht op versterking van hert
aantal jagers type „Vosf, dat aan den dienst
is of zal komen te ontvallen.
Waar het Nederlandsche volk
makt.
Naar aanleiding van de verschillende
adressen der Kamer van Koophandel, in
zake belastingontwerpen, zeide de heer
Ch. E. H. Boissevain in de vergadering
dezer Kamer, dat het geheele Nederland
sche volk snakt naar vereenvoudiging
der belastingen. Wij zuchten onder aller
lei belastingpapieren, reclames en futili
teiten. Iedere nieuwe minister van Fi
nanciën schijnt als taak te hebben een
nieuwe belasting uit te denken. Tegen een
dergelijke mentaliteit van dit departe
ment moeten wij op komen. (Telegr.)
Ook de IJsel sterk gewassen.
De waterstand tn den IJsel bereikte
een hoogte van niet minder dan 4.92 plus
N.A.P., terwijl van de bovenrivieren nog
veel was wordt gemeld, zoodat overstroo
ming der uiterwaarden bij Deventer niet
kan uitblijven. Dit laatste heeft funeste
gevolgen voor den oogst van het grasge-
wae, waarvan een groot deel reeds zeer
duur ie verpacht. Zaterdagnacht, Zondag
en Maandag, hebben de boeren nog ge
tracht van den oogst zooveel mogelijk te
redden, wat ten deele gelukte. Toch is
reeds veel hooi door den stroom weggedre
ven. Elders maaide men het gras snel af,
om het desnoods met paard en kar door
het water weg te voeren. Er gaat voor
duizenden aan grasgewaa verloren. De
verpachtingen van gras te Zutphea zijn
voor onbepaalden tijd uitgesteld.
De bioscoop ln dienst van de NederL
Spoorwegen.
In de groote steden wordt tbann door
de Nederlandsche Spoorwegen in de voor
naamste bioscopen een film vertoond om
de aandacht te vestigen op de op 1 Juli
ba ingaande tariefsverlaging van het rei-
zigersvervoer. Een zeer orlgineele en
geestige film, die grootendeels als karika
tuur opgevat is en niet nalaten zal bij het
publiek in te slaan en de reislust op te
wekken.
Gedurende vijf weken zal achtereenvol
gens in bijna alle plaatsen in Nederland
deze film vertoond worden, telkens ln el-
ken bioscoop gedurende een week.
Centraal Genootschap voor Kinder-
herstelling»- en Vacantlekolonleg.
De toestand in het Centraal Genoot
schap teekent zich voor het jaar 1926
ten opzichte van de bezetting buitenge
woon gunstig af.
Alle plaatsen in alle 9 huizen zijn reedB
behoudens enkele onbeteekende hiaten,
tot Ootóber besproken.
Aan de 368 nfdeelingen isjnu gevraagd
dit Jaar een afzonderlijke actie lp te stellen
voor de winterverpleging.
Het is in de practljk gebleken, dat over
net geheel do resultaten ln den winter
het grootst zijn. De oorzaak ls, dat in het
ongunstige laargetijde in stad en lande
de zwakke kinderen Juist des winters
binnenshuis blijven en als regel in on-
verkeercn hygiënlsohe omstandigheden
6 de buizen zijn reeds of worden
ging Bomookt voor de winterverple-
^[et Centraal Genootschap wacht sleohts
op de spootaute daad van alle aldeAlin-
gen om alle 9 huizen ervoor in te richten.
Die daad voor de winterverpleging zal
blijken een krachtige stoot te zijn in net
belang der sociale kinderhygiene.
De hoofdoorzaken van den grooten bloei
van het Centraal Genootschap zijn de
erkend goede verpleging en de snel
dalende verpleegkosten door de steeds
betere bezetting.'
Ook dit jaar zullen één of meer huizen
van het Centraal Genootschap bezocht
worden door afgevaardigden van de hygi
ënische Commissie van den Volkerenbond.
Algem. Noord-Holiandsche Maatschappij
van Levensverzekering.
Bovengenoemde Maatschappij, onder
directie van de hooren R. Baas Azn.,
Johs. de Jongh, mr. A. R. Baas en H.
G. de Jongh hield Dinsdag 22 Juni t.1.
onder leiding van den president-commis
saris, den heer Jhr, mr. D. E. v. Lennep,
haar jaarlijksche vergadering van aan
deelhouders.
Aan het door directeuren uitgebrachte
vers^g ontleenen wij het volgende:
Hei verzekerd kapitaal en de verze
kerde rente steeg tot f 14.856.905.66 op
Ultimo December 1925.
De rekening „Premiën en Koopsom
men" wijst als saldo een bedrag aan van
f 467.181.61J, vergeleken bij het eindcijfer
op Ultimo December 1924 een vooruit
gang in premie-ontvangst van f 11.774.90.
De sterfte onder de verzekerden had
een zeer gunstig verloop; de-waarge
nomen sterfte bedroeg 68.41 pCt. van
die, welke berekend was.
Met Inbegrip der lijfrente werd ln 1925
een bedrag van f 181.948.98 uitgekeerd.
De premie-reserve moest een verhooging
ondergaan van f 218.985.82.
Door deze verhooging komt de premie-
reserve op de balans voor met een bedrag
van f 1.964.142.88, onder welk bedrag
niet begrepen is de premie-reserve voor
posten, welke bij andere Maatschappijen
ln herverzekering werden gegeven, en
die voor rekening van de herverzekeraars
komt
De rente-ontvangst bedroeg dit jaar
f 108.096.29 tegen een bedrag van
f 92.146.71 in 1924.
De gemiddelde gekweekte rente in
1926 bedroeg 6,51 pCt., hetgeen aanmer
kelijk hooger is, dan de voor de reserve-/
berekening aangenomen rentevoet van
3J pCt. en 4 pCt
De Effecten-waardeering had als altijd
plaats volgens den 81 December-koers.
De vergadering hechtte, na pcae-advies
van Commissari^an, hare goedkeuring
aan de overgelegde balans en Winst
en V^rlies-rekening, welke door den
accountant, den heer G. Smits, waren
gecontroleerd en accoord bevonden, de
Directie dechargeerend voor het gevoerde
beheer.
De verschillende voorstellen omtrent
b{j- en afschrijvingen en winstverdeeling
worden aangenomen.
Liquidatie der Maatschappij „Hera"
te Dmuiden.
Bovengenoemde Maatschappij heeft in
de laatste jaren een verlies geleden van
1.449.281, waardoor 70 van het kapt
taal verloren is gegaan. Dientengevolge
is het besluit genomen de Maatschappij te
Liquideeren.
De vergane Ioodsschoener.
(Binnenland)
ZQn vader bestolen.
hebben voor de rechtbank te
's-Gravenhago terechtgestaan de 26-Jari-
ge schilder J. K. uit Lelden, recidivist ep
de 81-jarige kapper J. J. v. d. S., eveneens
uit Leiden, wegens diefstal onder verzwa-
rende omstandigheden. In den avond van
Mei hebben verdachten, naar zij bekent-
den, een bedrag van 700 ontvreemd uit
een schrijfbureau van den vader van
eersten verdachte, welk geld de vader on
der zich had als bode van de Leldsche
Bouwvereeniging.
Blach tegen do verdachten onderschei
denlijk 16 en 6 maanden gevangenisstraf.
Diefstal met geweldpleging.
Dinsdag ls voor het gerechtshof te Am
sterdam behandeld de zaak tegen den 86-
jarigen recidivist L L, die ln appél was
gegaan van een vonnis der Amgterdam-
sche rechtbank, waarbij hij tot 4 Jaar ge
vangenisstraf Is veroordeeld.
Verdachte (heeft op 6 September een
schipper meegetroond naar de Geiderséhe
Kade te Amsterdam en ham daar beroofd
van 260, na hem vooraf met een stomp
bewusteloos te hebben geslagen. Het
slachtoffer waa ln een kelder gevallen, en
verdachte had zich er niet am bekorrnnerd.
of "de man levend of dood was.
Verdachte was in hooger - (beroep ge
gaan, omdat ht) reeds voor een dergelijk
feit tot 8 jaar gevangenisstraf was ver
oordeeld. Ook het 021 was in hooger be
roep gegaan.
De advocaat-generaal, unr. baron van
Harinxma thoe Sloöten, acht dezen ver
dachte eèn zeer gevaarlijk menach in de
maatschappij en vraagt bevestiging van
het vonnis der reohtbanik.
Na ln de raadkamer te zijn geweest,
veroordeelde het hof verdaohte overeen
komstig den elsch.
Inbraak.
GIsternaoht ongeveer halfdrie werden
de gebroeders NJjenhuis te Tinaarloo
wakker en bemerkten zij, dat er inbre
kers in hun woningen waren. Het bleek
bun, dat drie gemaskerde mannen
woning waren binnengedrongen. O
dellijk werd aan de Gebr. N., die
rijk bekend staan, gezegd, dat
om geld te doen was. Twee i
om geld te doen was. Twee van de In
brekers waren met revolvers gewapend,
HnnrmoHfl wowlan A* v.r
de
Onmld-
voör
hun
van de in-
hèt
ln be-
kasten
daarmede werden de bewoners
dwang gehouden, terwijl alle Kasten
werden nagezocht. Een portemonnaie met
geld werd meegenomen. De inbrekers,
die per flets vertrokken, zeiden, dat de
bewoners de woning niet eerder dan een
UUvr vertrek mochten verlaten.
Na hun vertrek passeerde een rijtuig,
de voerman werd geroepen en hem werd
alles medegedeeld. Deze begaf zich naar
den buurman Vorenkamp, die onmiddel
lijk de polltls waarschuwde.
Memorie van Antwoord
Voortzetting van het onderzoek. Uit-
■praak van de commisele in September.
Dinsdag is het verhoor in zake het vergaan
van den löodsschoener No. 2 van Terschelling
op as November 11 voortgezet.
De zeeioods M. de Gorter, die 25 jaar bij het
loodswezen is, waarvan hij 20 jaar op Terschel
ling zijn standplaats had, verklaart, dat hij één-
maai gestraft is met een boete van 10, omdat
het schip, dat hij binnen loodste, aan den grond
was geloopen; hij dacht, dat er water genoeg
stond.- Hij meent, dat deze straf fan onrechte
is opgelegd, omdat hij zoo vroeg mogelijk was
binnengeloopen, wat op dat (tijdstip ter plaatse
heel moeilijk was. De directeur, de heer Al-
barda, had gezegd, dat get. het gunstigste getij
had laten gaan en dat hij het ongunstigste had
genomen. Verder was hij ten kantore te Har-
lingen door den heer Albarda onaangenaam be
handeld; deze had hem de woorden toegevoegd;
„Jullie zijn wel loods bij den Bond, maar ik
betwijfel, of jullie loods vsn een schip zijn".
Overigens moest get verklaren, dat de ver
houding, als hij zijn dienst naar behooren ver
vulde, goed was.
Get is van oordeel, dat de motorschoeners
door stoomschepen moeten worden vervangen;
het water is hij Terschelling zoo, dat men met
de schoeners niet altijd van den wal kan ko
men, als er storm op komst is. Get heeft het
eens meegemaakt, dat, toen hij tot den schipper
zeide: „Die lucht staat smerig, we krijgen
storm; zouden we niet naar binnen gaan?" de
schipper antwoordde: „Neen, ik ga niet naar
binnen, want 't is zomertijd". En het had een
haar gescheeld, of er waren ongelukken - ge
beurd, want. ze konden niet van den wal "komen
en werden op het vuurschip teruggeslagen.
Met deze schepen kan men niet buiten blij
ven, maar de schippers durven niet naar binnen
te gaan. De schipper zou zelfs hebben ver
klaard; „Ik wil niet naar binnen; ik wil geen
standjes hebben".
Get. geeft toe, dst de schepen goed en zee
waardig zijn; toch achtte hij de kotters, die
vroeger gebruikt wenden, beter, dan de schoe
ners. Maar een zeilschip kan bij Terschelling
bij N.W.-stbrm nooit vsn der» wal komen.
Dan wordt gehoord de ÓS-jarige oud-loods-
schipper iste klas J.*A. Loesberg, die sinds 9
jaar gepensionneerd la en 36 jaar bij het loods
wezen is geweest.
In 1909 was getuige afgevaardigd door Vlis
singen naar Amsterdam, om van daar een
ijzeren schoener te halen. Hij was aanwezig bij
het ballasten en tuigen van het schip en ver
klaarde, op een vraag van het commissielid
Bakker, dat de ballast onder de binten met
planten werd vastgemaakt, zoodat het onmo
gelijk waa, dat de ballast ging wijken.
Op de zeewaardigheid van het schip viel
niets san te merken, .maar het schip manoeu
vreerde niet 100 snel, alt de houten schepen.
'<Jie de Belgische loodsdienst, waarmee de Ne
derlandsche loodsdienst te Vlissingen concur
reert, gebruikt. Maar ze voelden zich er even
veilig op als op de houten schepen, terwijl de
stalen masten veel sterker' waren, dan de
houten.
Wat het tuig betreft, dat was te laag met het
oog op de *concurr«ntie, maar te hoog met
stormweer.
De volgende getuige, de 32-jarige J. de Jong,
ls opzichter-motordrijver op Ameland en heeft
op een motor-af haal vaarder gevaren. De mo-
toriat van den verganen schoener had hem
gezegd, dat de motor van de No. 2 uitstekend
was, maar daar de man veel last van zeeziekte
had, kon hij daardoor misschien den motor niet
altijd goed bedienen.
Den dienstdoenden schipper H. Lodewijk van
de No. 2 had De Jong nog kort vóór het ver
gaan van het schip gesproken; deze vond den
ijzeren schoener* beter dan den houten. Get.
heeft het lijk van Lodewijk herkend, toen het
op Ameland was aangespoeld, aan de tatouee-
ring op de linkerhand H.,L. Het gelaat van den
doode was zwaar geschonden, waarschijnlijk
door het schuren over den grond. Op 13 Ja
nuari is bij paal 25 een tweede lijk gevonden,
dat echter alleen aan de kleeding kon worden
herkend. Beiden hadden geen schoenen aan;
zij hadden ze 'misschien uitgeschopt, ofschoon
het niet steeds mogelijk is deze schoenen,
„boetsen" genaamd, een combinatie van klomp
en kaplaars, uit te schoppen.
Get. verklaart verder, dat,«naar zijn onder
vinding, de verstandhouding tusschen de lood
sen niet goed was. Ook de verstandhouding
met de matrozen deugde niet. Hij heeft het
meegemaakt, dat de schipper een loods niet
met de vlet van zijn boot wilde £alen, omdat
het slecht weer was. Toen verklaarde de lood»
bij den inspecteur, dst ze d«t best hadden kun
nen doen. De mstrozen besloten daarop, dat,
als bjj een tweeden keer zou komen ze hem uit
zijn schip zouden halen, al zouden ze self ver
zuipen. De schipper weet hiervan niets, zulke
kwesties komen pas voor een superieur, sis er
een ongeluk gebeurt.
Nu wordt de directeur vsn het loodswezen
te Harlingen, de bee» Albarda, geboord. Op
een vraag van den voorzitter der commiaiie,
mr. Kirberger, antwoordt hij, dat hij op vraag
van het minliterie van marine in zake bet on
derzoek naar het vergane schip geraden heeft,
met een schip vlak onder den wal en met een
schip iets verder in zee tegelijkertijd de onder
zoekingen te t doen houden.
Het onderzoek doof den vliegdienst kon geen
resultaat hebben, omdat een vliegtuig alleen
kan zoeken, als het kan dalen. Maar de zee
was heel onstuimig, zoodat hiervan geen sprake
kon zijn.-Van den eersten dag af heeft get
allés verzameldmet betrekking tot de ramp,
omdat bij begreep, dat hij zou worden gehoord.
Toen echter de Raad van de Scheepvaart zijn
uitspraak had gegeven inzake de '„"Maassluis",
begreep bij, dat deze zaak niet voor den Raad
zou komen en schreef hij aan den hoofdinspec
teur van de Scheepvaart om hem advies te
vragen, hoe hij een uitspraak zou kunnen uit
lokken ln verband .met de uitkeeringen aan
weduwen en weezen. Want zonder uitspraak
zouden dezen 5 jaar op een uitkeering moeten
wachten. Begin Februari antwoordde de hoofd
inspecteur, dat er geen onderzoek zou komen
inzake den schoener. Zoodra de ramp gc/beurd
was, heeft de heer Albarda den commissaris
gemachtigd, om, zoodra het mooi weer was,
met twee van-de schepen en een lijn ertus-
scben, een onderzoek in te stellen. Begin Maart
werd dit onderzoek dan ook gedaan met een
betonningsvaartujg en eeq, motorbotter. Get
heeft hierover een rapport ingediend, maar te
vens erop gewezen, dat dit een gebrekkig mid
del was geweest, en dat bet werk was voor een
sleepbootfirma als de firma Doeksen en een
duiker.
Nadat getuige dit bad gerapporteerd, kwam
er een zelfde verzoek in vkn de Zeeloodsen-
vereeniging. Daarna ging luitenant ter zee Van
Linden aan bet werk. Get. Albarda ia, evenals
Van Linden van meening, dat, toen de sleeplijn
werd vastgehouden, dit geschied is door een
ankerstok of iets dergelijks, niet door een wrak.
'Wat de straffen betreft, get. heeft- een straf
register overgelegd, loopende over de jaren
19221925, dus over een tijdvak van 3 jaar,
waarin 14 straffen voorkomen. De loodsen vin
den een ernstige ontevredenheidsbetuiging geen
straf, omdat ze het niet in hun portesnonnaie
voelen. In dit strafregister komen niet de aan
merkingen voor, welke de commissaris geeft,
in opdracht tan den directeur.
De gevallen in bet register betreffen alle het
aan den grond loopen van schepen.
Soms ook heeft getuige gerapporteerd over
schepen, die aan den gTond geloopen waren,
met de opmerking, dat den loods geen blaam
treft. Een enkele maal is de minister het niet
hiermee eens en wordt er toch straf gegeven.
Bijna altijd werd de loodt naar Harlingen op
het kantoor van den inapecteur ontboden om
zich te verantwoorden.
De straffen loopen over 50 man.
De loodsschipper T. Bakker ia op de binnen
vaart geplaatst, omdat get. hem ongeschikt
voor de buitenvaart achtte, daar hij veel te dik
wijls binnenkwam. Dat binnenkomen was zoo
opvallend, dat er te Terschelling en Harlingen
over gesproken werd, waarom getuige het
noodzakelijk vond, in te grijpen. Maar per
soonlijk heeft getuige Bakker nooit gesproken.
De voorzitter der cpmmissle stelt den ge
tuige een vraag ln zake het passeeren van den
loods Zwart. Get. zet uiteen, hoe hij steeds een
keuze doet uit een voordracht Van den com
missaris en de oudste twee schippers en den
meest-geschikten stuurman-zeeloods kiest. Hij
is van meening, dat Zwart niet de noodige be
kwaamheden bezat; bij zijn keuze houdt ge
tuige geen rekening met anciënniteit.
Nadat getuige Albarda de loodsen hun mee
ning over de stoombooten had gevraagd, heeft
Zwart geinformeerd, of er nu geen gelegenheid
voor hem bestond, op wachtgeld te worden ge
plaatst. Getuige heeft hem toen dsdelijk geant
woord, dat dat niet mogelijk was, omdat de
dienst niet veranderd werd.
Wat de kwestie-Ree betreft, getuige Albarda
heeft gezien, dat de loods Ree, toen een En-
gelsch schip te Harlingen binnenliep, den bal
heesch inplaats van den kegel, iets wat op de
Theems wel gebeurt, maar waaruit getuige
concludeert, dat Ree het binnenaanvarings-
reglement niet kende. Hij heeft hem gestraft,
niet wegens het hljschen van den bal, maar
omdat Ree hem self verklaarde, dat hij het
regdesnant, sinds etoige maanden Ln tijn bezit,
betreft op 29 November te Harlingen met den
inspecteur-generaal van het loodswezen, den
nog niet had bestudeerd. Wat het onderhoud
heer Rambonnet en de loodsen gehouden, daar
over zijn voikoinen foutieve verklaringen ge
publiceerd, zoowel door een der groote bladen,
als door mr. Oud. Door den inspecteur-gene
raal is niet gezegd: „Mannen, jullie moeten
verstaan, de schipper is de baas, dus, als er
briefjes komen, is dat scheurpapier". Maar ar
tikel 43 kan, met tact gehanteerd, geen moei
lijkheden opleveren. Z.i. moesten de loods-
schippers steeds rapport uitbrengen, als ze
binnenkomen. Getuige vindt ook geen meer
dere veiligheid ln stoombootloodsdienst; het
zou ook voor het personeel niet goed zijn. Alt
het bestaande materiaal en het personeel er
niet waren en er nog meer bezuinigd zou moe
ten worden, zou de loodsdienst te Terschelling
gevoegelijk kunnen worden opgeheven. De
schepen zouden dan bij slecht weer Nieuwediep
binnenvallen, zooals ze nu ook reeds doen, en
bij mooi weer zouden loodsen binnenkopten.
Het vaarwater van Harlingen kan men even
goed bevaren; zoo niet beter, van Nieuwediep,
als van Stortemelk. Na de ramp zijn de loodt-
schoeners al 29 maal binn^igevallen, 8, 9, 10
en 12 Maart, omdat de schipper er niet was.
Dat deden de loodsen zelf. Getuige acht zeil-
opleiding noodig voor de loodsen om het vaar
water door en door te leeren kennen. Het die
nen op een atoomloodsboot vindt getuige slecht
voor de zeilkennis.
Als laatste getuige wordt gehoord de heer
Rambonnet, inspecteur-generaal van het loods
wezen. Qe inspecteur-generaal acht- stalen en
houten schoeners geschikt materiaal, de motor
brengt geen moeilijkheden, in normale gevallen
kan zoo'n schoener bijtijds naar zee gaan. In
havsnt, waar druk verkeer is, is dat misschien
moeilijk, maar ln Terschelling ls het stil; in
1925 waren er ilechta 291 schepen. Alt de
schipper ln de eerste plaats er asn denkt, dat
hij naar zee moet, kan hij altijd uit den wal
blijven. Door afschaffing van den loodedienst
op Terschelling, zou Harlingen zeer geschaad
worden. De weekbooten zouden het desnoods
zonder loodsdienst kunnen doen, maar het
vaarwater verandert er veel.
Getuige ziet niet het belang ln van een radio-
Installatie op de schoeners, die toch altijd bij
de kust vertoeven, wsar de kustwacht alles
rapporteert. Het cpmmistielid Bakker vraagt,
of het niet beter zou zijn; qm, als de stormbal
waait, te verbieden naar binnen te gaan. Nu is
de Ioodsschoener toch ook niet op zijn post.
En een stoomboot, die zich gemakkelijker be
weegt, zou z. i. veel beter dienst kunnen ver
richten, als men door storm wordt overvallen.
Getuige Rambonnet ziet ook bij stoombooten
moeilijkheden.
Op een desbetreffende vraag verklaart de
inspecteur-generaal, dat er geen drang wordt
uitgeoefend om onder den wal te blijven.
Hierna wordt de zitting gesloten; het getui
genverhoor zal waarschijnlijk afgeloopen zijn.
Nog verschillende rapporten moeten binnen
komen. De uitspraak volgt in September.
ff