UIT DE NATUUR I TEDUQ. rj 4, van 6 van die van 5 ou ein delijk van 10 van die van 7 onder scheidden. Dat ze niet „tellen" blijkt uit de snelheid hunner keuze en uit het mis tasten bij bovenbedoelde proef met groep jes van 8 vastgelijmde korrels. Hoe nu een en ander te verklaren? Al kunnen de vogels niet tellen, tóch zijn ze onder bepaalde omstandigheden in staat de veranderingen in het aantal hunner eieren of jongon waar te nemen. Het is echter niet het aantal, dat zij daarbij op merken, maar stellig wel het beeld in zijn geheel van hun nest met de eieren of van hun gezamenlijke jongen, waarin hen een plotselinge verandering opvalt Steeds speelt het totaal-beeld der situatie, en wel voornamelijk vorm en aanzien, de hoofd rol. Het aantal der afzonderlijke voor werpen, eieren, jongen, enz. als zoodanig, komt niet in beschouwing. Op goede gronden zijn we gerechtigd aan te nemen zoo besluit dir. H. dat bij de dieren het vermogen oan zich zakelijke voorstel lingen te vormen ontbreekt, althans slechts héél zwak ontwikkeld i& In de Telegraaf vertelt een correspon dent van de honoraria, die musici in de Vereenigde Staten ontvangen. Men hoort van enorme sommen, die ze verdienen, doch men weet niet dat zij deze slechts voor een gering deel ontvangen. De duurst betaalde artisten gaan ge woonlijk met niet meer dan 40 soms met slechts 80 percent van hun hooge hono raria huls-toe. Als regel neemt men aan, dat de concertagent 15 tot 20 percent ont vangt; voor andere uitgaven berekent men 25 percent, voor inkomstenbelasting 10 percent. Wij hoorden van drie zeer be kende internationale kunstenaars, die veel succes hadden geoogst, dat zij] „quitte speelden",; Vrienden van Paderewski schatten diens bruto honoraria op 500.000 dollar. De beroemde pianist gaf hier 72 concer ten, welke' bijgewoond- werden door 400.000 of 500.000 concertbezoekers. Hij reisde van Boston tot Florlda en van Ha vana tot CaliforniS. Die zelfde vrienden zeiden, dat hij zeetr weinig geld overhoudt, omdat hij groote sommen geeft voor lief dadigheid, zoowel ln Amerika 81b ln Po len. Feodor Ghaliapin ontvangt 8000 tot 8500 dollar per avond. Hij betaalde aan den kunstlievenden Amerikaanschen fiscus de som van 52.000 dollar inkomstenbelasting. In het volgende seizoen zal hij 76 maal op treden waarvoor hij een garantie eisoht van 275.000 dollar. Alle andere concerten bezorgen hem extra verdiensten evenals zjjn inkomsten van radio en gramophoon. De bekende pianist Jozef Hofman is, na Paderewski, de duurst betaalde pianist in de Ver. Staten. Hij krijgt 3000 tot 4000 dollar per concert. Als leeraar aan het Curtis Instituut te Philadelphia ontvangt hij 40.000 dollar per jaar of meer. Eritz KreMer geeft concerten op een percentage-basis. HJj ontvangt 70 percent van de inkomsten die een concert oplevert. Een zaal van laat ons zeggen 5000 dollar levert hem 8600 dollar. Het komt voor dat hij 4, soms 6 maal- per week concerteert 1 Sigrid Onegin, de beroemde ZweedBche al, heeft gedurende het seizoen 1926—1926 van 6 October tot 29 Maart over geheel Amerika 64 concerten gegeven tegen 1600 dollar per avond, tLw.z. 8L000 dollar zon der andere emolumenten. Schat men dat zij 40 percent netto maakte, dan ontving zij voor een zeer intensieve tournée 88.000 dollar netto. Haar volgende tour née heeft zij beperkt tot 80 concerten, te gen 1750 dollar per concert. Gigli, de bekende Italiaansche tenor, weigerde een engagement voor Londen, omdat het honorarium hem te laag toe leek. Hij eischte 2000 dollar per avond. De oonoertemanager wilde hem 1700 geven. Hij sloeg het aanbod af: „Willen zij dit jaar geen 2000 dollar betalen, dan zullen zjj in 1927 het genoegen hebben 2260 te geven, of Gigli niet hooren." Deze klasse kunstenaars eischt contrac ten van staal en ijzer. Geld vooruit gede poneerd in een groote Amerikaansche bank enz., omdat er onder de Amerikaan sche oonoertmanagers schalken zijn, die een oontract beschouwen als een „vodje papier". Rlchard Strauss heeft zich door geen enkelen Amerikaanschen manager ooit een ulevel inplaats van een oontract in de hand laten stoppen. De manager kon failliet gaan, maar zijn honorarium, -was veilig). Nog steeds wordt zijn laatste tour née als een „klassiek" voorbeeld van fi nancieel© genialiteit aangehaald. Telkens wanneer hij dirigeerde ontving hij 2500 dollar. Speelde hij „all Straus" programma's, dan kreeg hij idem zooveel tantièmes voor zijn eigen muziek. Het spreekt als een boek, dat Strausa. Strauas-avonden gat Het orkest kostte den gelukkigen manager van 2600 dollar tot 3000 .dollar per concert. lederen keer, als hij plano speelde, of een zanger bege leidde, ontving hij 2000 dollar. Hij bedong 86 avonden met „de luxe" eooomodaties op reis. Geen wonder, dat de oonoert-ma- nuger, Strauss met vreugde zag afreizen. Men zegt, dat hij aan 't geval 88000 dollar verspeelde, bankroet ging en zijn geld schieters slapeloze nachten heeft bezorgd. Strauss zou met 50.000 dollar schoon-aan- den haak naar patria getrokken zijn. Doch het zijn uitsluitend de beroemde Europeesohe kunstenaars, die dergelijke hooge salarissen kunnen verwerven. De gewone concert-solist ontvangt ge middeld niet meer dan 600 dollar per avond. Meestal ooncerteart hij 12 tot 80 maal per jaar. Gemiddeld zijn de inkom sten niet hoog er dan 10.000 dollar por jaar, dat ia «slechte l 20300—. [Laat ik nu eens ietwat ondeugend zijn: rooken en drinken behooren bij elkander. Dr. iBlee zegt dat niootine de bloedvaten vernauwt, terwijl bij beweert dat alcohol de bloedvaten verwijdt. De drinkende roo- ker {de rockende drinker) gebruikt der halve gif en tegengif; onbewust neutrali seert hij dus de schadelijke werking van beide, terwijl ik er nog bij geloof, dat een kop sterke koffie door den drinkenden rooker op anderen tijd gebruikt, gunstig inwerkt op het voortdurend nauwer en wijder worden der bloedvaten; maar als leek geef ik die tmeening gaarne prijs op gezag van den medicus, een menschen- eoort overigens die ik nog niet dikwijls in mijn leven heb noodig gehad. Want lee- ken-oordeel is niet veel waard, 't Gaat er mee als met de door journalisten opgevan gen verklaring van 100-jarigen, die voor hun zoo oud worden hun eigen ervaring als redenen opgeven. „Ik bleef steeds vrij gezel", zegt de een, „en verstouwde steeds zooveel rum als geen ahder het kon. Ik was altijd een sterke rooker." No. 2 zeide: „Ik huwde op 18-jarigen leeftijd, en her haalde dit na het overlijden mijner echt- genooten op 27-, 36-, 44-, 63- en 84-jarigen leeftijd. Nooit gebruikte ik alooholica, ook geen tabak." In de toekomst zullen wij den buitengewoon hoogen leeftijd hooren toeschrijven aan reepen Meooof Kwatta. Dat is allemaal larll Hoofdstaak is, dat de mensch eet en drinkt wat hem aange naam smaakt; dat hij van niets te véél neemt op één keer, van' bruine boonen niet, en van reepen niet, en van wijntje niet. Dat hij goede vrinden blijft met tante Betje. Dat hy de dingen des dageljjkschen levens niet te zwaar opfleemt. Dat hö zeurkousen en fanatici op welk gebied ook uit den weg gaat. Dat hij het gewijde woord verstaat: „elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." Dat hij geen slaaf worde, nóch van het goud, nóch van de vrouwen, nóch van den wijn, nóch van de tabak, nóch van de mode, nóch van den waan van den dag. Kortom, dat hij of zij den leefregel vinde in wat wij hier van Boerhaave aanvullend cdteeren: Hoofd en hersens koel! Hart en voeten warm. Ge smeerd maag en darm, Oogen en achter poort open: Laat dan alle drijvers en alle dokters: Naar den duivel Ioopen! x G. L. Jansen in J>e Mentor". bent, dan is het volgende stelletje een aardig voorbeeld. Sergeant: Geeft acht Th je linkerbeen op en steek het recht vooruit" Een milicien vergist zich en stak z*n rechterbeen vooruit Zoo kwam dart 'been tamelijk dicht bi) het linkerbeen van zjjn achterbuurman. De sergeant ziet t en roept nijdig: „Wel ke stommeling steekt daar nou alle twee zjjn beenen vooruit?" BABBELUURTJE ÓVER MODE (Nu nog een paar aardige dingskes voor de kleinen en dan is het heele zomergedoetje klaar, zegt U? Nu, dat is al heel wat, want zoo'n paar gezellige prullejurkjes zijn gauw gemaakt Die peuters zien) er immers het aardigst uit met iets fleurigs en eenvoudigs. Een vroolijk kleurtje, een vriendelijk versierinkje doen 't 'm juist Ziet b.v. eens deze twee kinders. Zien ze er niet alleraardigst uit en wat hebben ze aan': Het meisje draagt een jturkje van rosé toile de soie, gegarneerd' met thee-kleurige vaiencienne kantjes. Het modelletje is zeer eenvoudig. Een geheel recht lapje voor het rokje, wordt aan een tamelijk groot pasje, een weinigje ruim aangezet Het pasje is aan de schoudertjes zóó laag gesneden, dat er geen mouwtjes meer behoeven ingezet te worden. Een dubbel rijtje ingehaalde kantjes wordt ln hoekige teekening opgezet en maakt de heele versiering uit Kleine boy is nog sneller klaar: Een broekje niet aangeknipte schouderbanden van zeegroen linnen en daaronder een klein hemdje van wit linnen; klaar ds boy. Wanneer U eventueel lom het gelukkige bezit van «en tweeling jongan-eiwmeisje Van rood linnen wordt het broekje en jasje van het jongetje en het vest voor het meisje gemaakt Het jurkje van het meisje en het blouse gedeelte voor het jongetje wordt van écru- kleurig batist gemaakt Staan deze kleuren de jongelui niet zoo goed, wel dan kiest U eenvoudigweg andere kleuren. Voor het tweejarig zxuje neemt U een stukje strook van Engelsch borduurwerk, naait die dicht en haalt diere van boven voor het halsje in, een paar proefmouwtjes inge zet en het toilet voor zus is klaar. Houdt ge van ooquette Meertjes voor die kleine guiten? Wel steek dan uw zoom in een zwart zijden pantalon met een wit batist overhemd. Of zoo U het nog chiquer wenBcht: een zwart fluweelen broekje met wit crêpe de chine overhemdje. Het broekje krijgt gitknoopjes en het overhemdje paarlmoer knoopjes ter versiering. Het jongedametje krijgt een crêpe de chine kleedje in de Meur, welke haar t best staat. Het Ujfje en pasje worden op maat ingerimpeld, op ongeveer 8 cM. afstand. Ieder inhaalselitje wordt afgewerkt door een smal gekleurd lintje of koordje. Langs den zoom wordt een mooi filetkantje gezet. Een keurig paartje om mee te visite te nemen, nietwaar? „Kom je morgen koffie drinken bij me, Elise? Dan kun je eens kennis maken met Mevrouw Rateknan ik heb haar ook ge vraagd". jZeg eens, Betsy, hoe bevalt je die Mevrouw Ratelman eigenlijk?" „Och, dat gaat nogal, maar een beetje ordinair, onder ons gezegd: in fttn ge zelschap zou ik haar niet bepaald durven brengen!" (Een boer kwam bij een tandarts en ging in de wachtkamer ritten. Hij leunde met zijn arm op de toetsen van de piano, waar door deze geluid gaf. „Wel", zeide de dokter, „humt gij ook piano spelen?" „Dat bemerk ik daar ook", riep de boer verwonderd. Toen de beroemde zangeres haar pro gramma beëindigd 'had en buigend het too- neei verlaten had, dwong een langdurig en daverend applaus haar terug te keeren en een toegiftje te geven. Twee bakvlschjes klapten het geest- driftigst Nauwelijks versoheen de zangeres weer, of de een zei triomfantelijk tot de andere: „Zie je nou wel, dat het maar tafzij is". Een klein eindje van Davids huis af was een groot huis met er rondomheen een groote tuin. De tuin werd door een dichte doornenhaag van den weg afgesloten en de eenige poort, die toegang gaf tot den tuin, was een dichte houten deur, zoodat David onmogelijk ln den tuin kon kijken. En dat wilde hij nu juist zoo erg graag. Moeder zei, dat hy daar niets aan zou heb ben, want de tuin was één groote onkruid- wildernis, maar 'Davids zusje Batsie ver telde hem, dat 'fl avonds laat, als de maan scheen, de elfjes kwamen. Zij veranderden ai het onkruid in mooie bloemen en dan dansten ze bij het licht van de maan en de Imwormen. Dat deden ze, omdat ze het t zoo rustig hadden. In het groote huis woonde alleeni maar een huisbewaarder, die altijd om negen uur naar bed ging. Daarom verlangde David er zoo heel erg naar, eens in den t/uin te kunnen kijkea Misschien, misschien, dat er wel 'eens een elfje achterbleef of dat de elfjes vergaten het onkruid weer terug te tooveren! Maar in de haag kon hij niet klimmen, omdat die vol dorens zat en de poort was steeds op slok Eiken dag gaf David een duw tegen de deur ln de hoop, dat ze eindelijk open zou vliegen, maar steeds tevergeefs. Op zekeren dag vroeg moeder aan David of hij even een brief naar de bus wou bren gen. Dat vond David altijd heerlijk. Hij voelde zich zoo groot, als hij heelemaal alleen een boodschap mocht doen. Op weg naar de brievenbus-kwam hij langs de gesloten poort. Hy had 's ochtends al eens geprobeerd, of de poort nog steeds niet open kon, maar ze zat even dicht ais gewoonlijk. Toch kon David niet nalaten ook nu weer ln t voorbij gaan tegen de deur te duwen en tot zijn verbaring vloog de deur open' en ivid rolde haast den tuin in. „Wei, wel", zei een stem: „"Wat een haask" Opkijkend zag David het vriendelijk lachende gezicht van een ouden heer. Dat was niet de huisbewaarder; dien kende David wel David zei: „Dag, mijnheer, ik keek alleen even, of de deur open was. Maar het is nu toch allemaal onkruid!" De heer vroeg verbaasd: „Allemaal on kruid? Wat bedoel je daarmee?" Nu vertelde David, dat hy al zoo heel lang geprobeerd had eens in den tuin te kijken, maar dat de poort steeds gesloten was ge- weesk „(Moeder zei al, dat er hier niets dan onkruid was te zien. Maar Betsie en ik dachten; dat de elfjes wel eens wat bloemen zouden laten staan." „De elfjes?" vroeg de oude heer. „Ja, mijnheer", antwoordde David. „Die dansera hier 's avonds als de maan mooi schijnt en dan toovesren ze het onkruid weg en mooie bloemen er voor ln de plaats". „Wel, wel", zeide de oude heer weer. „Dat tref ik. Nu dan zal ik eens aan de elfjes vragen of ze het onkruid weg willen laten en een mooie bloementuin maken van dezen tuin. En dan kom je zeker nog eens kijken met Je zusje". „Heel graag, mijnheer. Dag, mijnheer!" riep David opgewonden uik Weg vloog hij, eerst naar de bus en toen naar buis, om het heerlijke nieuws aan Betsy te vertellen. Daar kwam moeder binnen. „O, moeder", riep David: „Er woont een oude heer in het huis en we mogen in den tuin komen kijken/". Moeder lachte een beetje geheimzinnig en zei: „Ga jullie gauw naar boven, om je wat op te knappen. Er komt iemand by ons eten, maar ik zeg niet wie". Jullie begrijpt, dat David' en Betsy heel gauw „opgeknapt" de trap weer afstormden en daarna wat minder haastig, maar erg nieuwsgierig de eetkamer binnen stapten, om te zien wie de gast was. En.... denk eens aan, daar zag David den ouden heer, met wien hy een half uur geleden kennis gemaakt had. Moeder pakte de kinderen elk by een hand zeggende: „Kom, zeg nu eerst grootvader eens goeden dag en laat groot vader dan eens zien, hoe jullie in de zes jaar, dat hy je niet gezien heeft, gegroeid bent". „Grootvader?" riepen de kinderen: „Is U nou grootvader?" „Ert", voegde David er meteen by: „Woont U ln het groote huis?" „Ja, mijn jongenf, zei grootvader, „en daar biyi ik nu voortaan voor goed. Ik heb dat huis gekocht en de gesloten poort zal voor jullie ln t vervolg steeds open rijn!" L Zomervacantie. II. Stel niet uit tot morgen, wat gy heden kunt doen. Ijswagen, Turkije, tante, Groenlo, Wilhelmina, tent, kudde. In de maanden Juli en Augustus ver- schdjnen geen nieuwe raadsels. De trouwe raadselvrienden en -yriendinnen kunnen elk vrij uurtje dan beter in de buitenlucht doorbrengen. Dus tot den eersten Zater dag in September. Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van K. en M. B.; B. B.; W. B.; G. en A. D.; D. en J. D.; A. E.; M. F.; J H.; G. H.; A. E; G. K.; O. en B. K.; O. T.; W. W. De prijzen zyn ten deel gevallen aan Bets Bakker, Binnenhaven 6. Koos en Marie Beversluis, Ruijghweg 25. Willem Blauwboer, Koningstraat 107. Gretha en Aafje Dekker, Koningdwars straat 87. D. en J. Dortmundt, 2e Vroonstraat 12. Marie Ferwerda, Zuidstraat 54. G. Hoelandt, Breewaterstraat 85. Oorrie en Bram Koopman, Weststraat 17. Aafje Kamp, Van der Hamstraat 2. Willem Willemse, Nleuwstraat 48. BEIGE SCHOENTJES. gtil verlangend, tounknendi «tanend (Stond se voor hét winkelruit, 1 Was al» tocht «ij, in gedachten, PD' allermooiste schoentjes alt. Een nrijnheertie, dat paaeeerda, Keek het kleine meisje aan, En ging lachend, aaohtjee fluitend!, Maast het leuke Wondje staan. En de blauwe ©ogen volgend Weee hij op de beige schoen: (Tijk dat schoentje aan uw voetje, Zou toch aak er wond "ren doen! "ik Zie u «oo smachtend staren, En o, dat verdriet mij aoo. Gaat u even mee naar binnen, Ik Geef es *,-T> aan ix cadeau." Even keek ae heel verwonderd, Daarna echoot *e li» een lach: „Denkt u dat ik van een vreemde Beige echoentjee nemen mag?? u««r ik ken een heel ann meisje, Die se dolgraag hébben won, Tc Wad als u se daarvoor haalde, Zijl u eeuwig danken sou." En bij kocht de 'beige schoentjes, t Was een staaltje van zijn plicht. Hij had voor een „heel arm meleje" Toch een goede daad verricht.... 1 Zon hem seker nimmer spijten, Zei het kleine blondje blij. „*k Zal se spoedig aan haar brengen. Dag hoort Denkt u eens aan mij?" t Was een aardig avontuurtje, (Jfcmmer, dat se weg aoeet gaan. Heerlijk, dat hij voor die stumpert sian» iets goedigs had gedaan. ia Avonds toen ht] wat ging wandlea, Zag hij' plots het blondje staan Io geselschap van twee hoeren: Se had dis beige «hoentjes aan. Kunnen vogels teDen? Wanneer men uit het legeel van een broedenden vogel, die tijdelijk het nest verlaten heeft, een ei wegneemt of er daaraan een toevoegt, dan bemerkt men in vele gevallen, dat de vogel zich, na b]j terugkomst het legaal gezien te hebben, onrustig gedraagt en het nest verder aan zjjn lot overlaat Dikwijls laten vogels, die jongen hebben, waarvan men er een of meer heeft weggenomen, door hun ge dragingen zien, dat zij het verlies opge merkt hebben. In de jachWiteratuur vindt men meermalen vermeld, dat kraaien en ek sters opmerken of van een zeker aantal jagers er zich op een gegeven oogenblik één verborgen1 heeft opgedteld. Heeft men nu in el dergelijke gevallen met een werkelijk „ter-vermogen te doen? Wat antwoordt de dleren-psychologiache we tenschap hierop, vraagt prof. dr. Hem- pelmann zich af, die in Die Umsbhau van 12 Juni J.L aan dit onderwerp een artikel wijdt Afgezien van het feit zoo zegt dr. H. dat voor een werkelijk „tellen" een abstract spraakvermogen vereischt wordt en aan „tellen" slechts de beteekenis toe kennende van het toepassen van een eenheid als maat op een veelheid, dan hebben alle proeven en waarnemingen tot uitkomst gehad; dat geen vogel in staat is te „tellen"; noch eenig ander dier, zelfs niet de menschapen, die toch reeds sporen van inzicht en intelligentie aan den dag leggen. Een paar proefnemingen door Katz en Revesz met hoenders mogen hier vermel ding vinden. Z]j brachten hun proefdie ren telkens voor een rij voederkorrels, waarvan er om de andere één op den bo dem vastgelijmd! zat' alle korrels bevon den zich op gelijken afstand van elkaar. Na een aantal proeven; pikten se niet meer naar de vastzittende korrels, niet tegenstaande de lijm waarmede deze be vestigd zaten, niet zichtbaar was. Ver volgens werden telkens twee op elkaar volgende korrels vastgekleefd; zoodat slechts elke derde los lag. Ook nu pikten ze, na eenige ervaring, alleen nog maar naar de losliggende korrels. Veel langer duurde het reeds, vóórdat ze geleerd' had>- den uit een rij de twee telkens naast el kaar los liggende korrels op te pikken, wanneer regelmatig alleen elke derde korrel vastgelijmd zat Toen Revesz den onderllngen afstand der in een1 rij voor gelegde korrels onregelmatig maakte, of de rij niet diwars voor het hoen neerleg de, maar zóó, dat die recht op het proef dier toeliep, of het pikken van links, van rechts, of van uit het midden liet begin nen, maakten de hoenders na 15 tot 80 proeven geen noodelooze pikbeweglngen meer. Daarentegen wisten zij steeds een telkens tuaschen drie vastgekleefde kor rels losliggende vierde op te pikken. Uit deze resultaten mogen we niet afleiden, dat de hoenders tot twee, echter niet tot drie kunnen tellen. Veeleer zal de gevolgtrekking juist Min, dat deze dieren wel in staat zijn kleefde korrels groepjes van twee nog als een eenheid op te vatten, dit ech ter niet meer kunnen bij groepjes van drie. Wèl nemen de hoenders zéér goed ook geringe verschillen in grootte en in hoe- veelheid waar. Van twee in grootte on gelijke hoopjes korrels kiezen zij steeds het grootste. Revesz constateerde, dat ze zoo ni hoopjes van 8 van dia van 2, van dia van ma e van dia Musici-honoraria ln Amerika. ROOKEN EN DRINKEN. Acrobatiek ïn het leger. Kleedjes voor de kleintjes. Coriy Brena. Die lieve dsmea. Hij kon meer dan hij wist Waarom klapten Maar nu dragen te hel blijmoedig. Wat zou er een gejammer opgaan als het armoede waa, die de vrouwen nood zaakte om zoo weinig Ideeoren, te dragen. jSyxacuae Standard*'. DE GESLOTEN POORT. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. (Z om R V a o an t Ie f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 14