noanen werden, „imaar het idee is daarom niet minder waar." [Mr. Waiker's schildering van den ideaaltoestand voor vrouwen in Oanada was gebabseord op de wet, op de bescher- imlnig die iedere vrouw er van rechtswege geniet, en op het geluk van eigen huise- üjiken haard, wat, naar zijn oordeel, voor de vrouw toch wel het hoogste geluk op aard mag worden genoemd. kleinigheden. De mensoh bereikt zijn maximum ge wicht op zijn veertigste Jaar. Te Weenen vullen sommige tandheel kundigen holle kiezen met glas op. In enkele Duitsche restauraties zijn borden en schalen van papier in gebruik. Nederland is het eenige land waar kof fie vr ijmag worden ingevoerd. Een nieuwsgierige heeft bij onderzoek bevonden, dat in 88 procent van de siga ren, die te Londen worden verkocht, vol strekt geen tabak voorkomt Te Salta in ArgentiB worden op gezette tijden in de dagbladen lijsten opgenomen van de jongens eu meisjes die niet ge regeld op school komen. Als de struisvogel in gevaar verkeert verdedigt hij zloh met zijn pooten. Hij kan er even gevoelig mee trappen als een muildier. Hi} trapt echte® stoeda vooruit De vuurtorens In Denemarken zijn steeds van de noodlge olie voorzien, om dit vocht, als er storm woedt ep de gol ven te pompen. Olie breekt de kracht van den golfkliag gelijk men weet Het aantal1 letters van lie< alfabet bij de verschillende volkeren wisselt af van 12 tot 202. Het abc van de bewoners der Sandwich eilanden heeft het eerstge noemde aantal letters, dat van de Tar taren de laatstgenoemde hoeveelheid. Wat Papa zeidia Bevende van ^opgewondenheid stond Louise in de spreekkamer op haar „too- komstigen verloofde" te wachten. Het scheen haar eene eeuwigheid toe, sedert hij haar vader in zijn kantoor was gaan opzoeken. Hij was zoo zenuwachtig, zoo verlegen, en papa was zoo ernstig en streng. Ten laatste ging de deur open, en de lang verweekte Stond vóór li aar. Zijn wangen gloeiden en er was eene vreemde uitdrukking in zijn oogen. Heb Je Papa gesproken? vroeg rij met bevende stam. Ja, liefste! En wat zei hjj, Hans? Toe, vertel het me gauwl Hij zeide „neen". O, ik zie het in Je oogen. Maar ik zal toch door zetten. Zijn hardheid zal mij niet af schrikken. Ik ik wil met je vluchten. Hij keek haar droomerig aan. Nu, „spreek dan toch! riep ze on geduldig uit De duld geen uitstel. Was hij onbeleefd, beleedlgend tegen je? Wat deed hfl? Wat zei hij? Hans Muller haalde diep adem, en ant woordde toen zachtjes: Hij zei alleen: „Gelukkig", en giiig toen met schrijven door. ilADU DE VERLIEFDE TONI Het HaauKpathlsche Toen Aline de kamer van haar vrien din binnenkwam zat deze ijverig te pen nen aan een 'brief. Zonder op te zien, wuifde zij haar met de hand een groet toe en zei: „Stoor me niet, ik Iben dadelijk klaar en dan geheel tot je dienst" Aline ging verwonderd' in een1 mode- journal zitten 'bladeren, Een paar minuten later wierp Ooiette met een zucht de pen neer. „Ziezoo, dat is alweer klaar! En nu zal ik je, tor belooning van je geduld, op een aardig verhaal tracteeren, dat zoo leer rijk is, dat je er later misschien Je voor deel nog eens mee kunt doen." Het jonge mevrouwtje zette zich naast haar vriendin en een tijdlang was er niets te hooren dan het geknlster van beider zijden rokken die een levendig gesprek voerden en elkaar even goed schenen te hegrijpen als hun draagsters. „Ik hen dol op verhalen, dat weet Je wel," zei nu de blonde Ailine, beroemd om haar blauwe kind^roogon, „maar ze mo gen niet te lang zijn en moeten een „pointe" hebben. Ook moet er veel liefde in voorkomen en zoo mogelijk een' ridder, die zich voor zijn uitverkorene p zooals In de oude legenden.*' opoffert, „Hoor zoo'n romantisch gekildiMietJo," zei Ooiette, het blondje strooiende. „Nu ik kan je gerust stellen. Er komt een vriend, een ridder ln vppr, die zich opoffert en van jne houdt, zoo als geen menaoh ter wereld ooit van me gehouden heeft." Aline keek haar vriendin ontsteld „Je meent hetP Heb vrouw, nog een een oavallore servente? Foei, Ooiette!" Hot Jonge mevrouwtje lachte „Luister, don zal ik het ja vertellen, P Heb JH, oen getrouwde ander dia Je lief heeft, „Wirafa Jamwn* finwf* hjj 4QQ vereerlng voor me; zij dagen brengt hij door met smachten, zijn nachten met wa kenIk doe met hem wat ik wil. Een woord van imij beduidt leven of sterven voor hein." „Maar je man. Je man." „Van Andró houd ik zielsveel; ik be- en voo® hemJMlMi „En toch 'bedrieg je hem? Ik vind het zoo bedroevend, ik zou er om kunnen hui len! Jij, de trotsche, oprechte Ooiette! Bodenk toch oens, wat het zou zijn, alu je man iets te weten kwam: dat word een tragedie, daar ben ik zeker van!" Aline's wangen gloeiden van deugd zame verontrusting. „ft Interessante van ft geval is, dat mijn vriend' den vrede tusschen m'n man en mij volstrekt niet verstoort; integendeel, door zijn hulp blijft ons geluk duurzaam. Je moet namelijk weten dat Andró mijn roman kent." Wat?" JMaar nu mag ik wel flink remmen, want anders val je nog flauw. Maak je maar niet bezorgd: er is niets voorgeval len wat het daglicht niet kan zien. Mijn vriend ia niet hierhij woont in Ton kin!" „In Tonkin?" „Ja. Dat land stond imij bijzonder aan, en daarom heb ik hem daar geïnstal leerd." „En is hij zoo maar gegaan?" „Ik heb je toch gezegd: Ik doe met hem wat ik wL" „O vertel me alles," bedelde Alina, „ik brand van nieuwsgierigheid. Om te be ginnen: hoe ziet hij er uit?" „TTjj is heel knap, reen hij is be paald mooi, in den b-oogsten zin van ft woord; mooi, zooals sommige antike beel den, begrijp je; een soort van moderne Ant'poua. Hij heeft net zooveel talent als een dichter, die honoris oaiusa tot professor wordt ibenoemd; hij is zoo goed als iemand die alle openbare weldadigheid schuwt, en hij is zoo slecht als Ohembin in „Figa ro's huwelijk". Hij is rijk als Vanderbilt, elegant als Gabriele d'Annunzio en gees tig als Tallerend. Moedig is hij als Bayard. IHiJ schrijft de teederste minnebrieven en wordt verteerd door een eeuwigdurend verlangen naar mij. Kortom, hij is mijn slaaf." „En waar heb je dien idealen meneer ontmoet?" „Die ideale meneer Is een schepping, van mezelf. In een mistroostig oogenblik heb ik hem in het leven geroepen, en van dat oogenblik af is zijn bestaan rijk, geluk kig ln de hoogste beteekenis. Ik heb veel liefde aan hem verspild en hem uitgerust met al datgene wat een man op dit tra nendal 'begeerlijk maakt. De natuur brengt dergelijke schepse len niet voort. Is 't niet recht en billijk, dat een dergelijk schepsel zijn gansche leven wijdt aan zijn selu?pj>erv Aline greep angstig de hand van haar vriendin. ,yJe denkt misschien dat hel im# ïn mijn bovenverdieping mankeert. Kindlief, maak je niet ongerust, ik zal Je dadelijk •bewijzen, hoe helde® van hersens ik wel ben. Je weet, dat Andró en ik-bijzonder ge lukkig met elkaar waren. Een jaar of drie geleden bemerkte ik plotseling, dat zijn liefde dreigde te verkoelen. Hij ibegon zich voor andere vrouwen te interesseeren en ik 'leerde de folteringen van de jaloezie kennen. Toen ik nu op een avond alleen 'bij de haard' zat, terwijl Andró op de een of andere soiree met de een of ander van onze kennisjes flirtte, kreeg ik een inval Ik schiep een' denk- beeldigen minnaar, een soort van ridder Toggenburg. Dienzelfden avond nog schreef ik mij zelf den eersten hartstochtelijken minne brief. Hij was vol klassieke herinnerin gen, want ik had nog weinig bedreven heid ln den mannelijken stijl; aoodat aan halingen uit „Werther" afwisselden met volzinnen uit Musset Een tijdje daarna liet ik m'n man bleu en .beschaamd den brief zien en vertelde ham det hij afkom stig was van iemand, die me van jongsaf had gekend, op me verliefd was en uit wanhoop over mijn huwelijk naar Tonkin was vertrokken.'* Aline barstte in een onbedaarlijk lachen uit ,JNu begrijp ik alias! En heeft ft ge holpen?" gen, maar juist kwam Ooletto's man naar binnen. verwachting! Andró raasde, dat hij den ellendeling zou schrijven, opzoe ken, weet ik al wat meer. Maar van dat oogenblik af was hij wee® de oude, hartelijk voorkomende en1 ga lante echtgenoot. De vreemde eend de vrouw, die hij het' hof had gemaakt had op eens al haar aantrekkelijkheid voor hom verloren. En als nu van tijd tot tijd' de vlinder wee® eens neiging voelt om zijn vleugels uit te slaan, fabriceer ik gauw een brief, nog warmer, nog smachtende®, dan de vorige En ft jonge vrouwtje nam een brief, waaraan ze vooraf bad zitten schrijven en toonde hem met het gereed liggend cou vert aan haar vriendin. Sinds veertien dagen maak ik me we der ongerust over een mooie rooie Rngel- sche, en daarom moot mijn vriend in Tonkin mij weer verlof vragen hier heen te komen." „En hoe lang denk Je dat spelletje voort te zetten?" „Tot de jaren Andró het fladderen ver bieden, of dat ik zoo oud en leelijk ge worden ben; dat niemand meer aan mijn eeuwigen verliefden Tonkinees gelooft Tot zoo lang houd ik tmijn verliefden Ton- kinees; hij is doooratlof, effectvol en on schuldig, en comproramltoart me nooit Dat is een voordoehr De aardige Aline kuste haai vriendin. Haar oogen hadden een peinzende uit- drukking gakrngfiTT Sfa wou nog Een naald door ©en cent slaan. Men bespeurt dat een lichaam harder is dan een ander lichaam, wanneer men er op het laatste mede krassen kan. Met een stuk glas kan mén krassen maken op marmer, met een diamant op glas; glas is dus harder dan marmer, maar diamant weer harder dan glas. Met het stalen le- met van een tafel- of ©en pennemes kan men krassen maken op koper: staal is dus harder dan koper; cd uit dien hoofde is het dus niet onmogelijk, een cent te doorboren met een naald, die veel har der is dan de oent. Het vraagstuk schijnt in het eerst on uitvoerbaar; want wanneer men een naald in een cent tracht te drijven, zoo als men een spijker in een plank slaat, zal men bij elke poging onvermijdelijk de naald breken, want staal, hoe hard het ook zij, is zeer bros. Maar indien men, door een kunstje toe te passen, er in slaagt de naald reoht en onwrikbaar op den cent te laten staan, kan men haar met een hamer in het koperen muntstukje drijven. Om dat kunststuk uit te voeren, behoeft men de naald slechts ln een kurk te steken, die dezelfde hoogte heeft als de naald; dezie laatste, nu rondom in een kurken hulsel besloten, zal naar geen en kelen kant kunnen ombuigen en kan met een krachtigen slag in de richting van hare lengte-as worden voortgedreven, zonder te breken. Zijn de noodige toebereidselen nu in oorde, dan plaatse men de naald met bare turk op een cent, dien men op het gat van een schroefmoer. op een ander stuk kurk, of op een houten werktafel heeft gelegd, waarin men gerust een gaatje: durft slaan. Vervolgens neme men een flinken timimerraanshamer, vooral niet te licht, en geve daarmede een korten, krachtigen klap op de kurk. De naald zal, indien de slag goed recht en goed zwaar wordt toegebracht, den cent doorboren,, en wel zóó stevig, dat men er haar met, geen mogelijkheid meer uit zal kunnen krijgen. De proef kan ook evengoed met elk ander koperen, zilveren of gouden muntstuk genomen worden. We moeten er nog bijvoegen, dat bet kunststukje niet bij den eersten slag ge lukt; men moet de proef soms verschei dene malen herhalen. Maar het feit zelf staat even onomstootelijk vast als de naald in de kurk, en we hebben een oent voor ons liggen, waarin een fijne naald steekt Vijanden v*n w» ooft Do afgevallen, wormstekige appels eu peren moeten thans zorgvuldig verzameld en aan de varkens vervoerd worden of anders in den gierput geworpen. Gebeurt dit niet, dan verlaten de rupsjes de vruchten. Zijn ze nog niet volwassen, dan klimmen ze tegen den boom op in een nieuwe vrucht te boren. Zijn ze vo wassen, dan' zoeken ze in de scliorsspio- ten van den stom een geschikt plekje om er zich in te spinnen en te verpoppen. Het volgend jaar zullen ze weer daar zijn, maar dan als vlindertjes. Deze leggen dan haar eitjes op de jonge appeltjes en peer tjes, waarop ze ook reoht meenen te neb ben!. Behalve het verzamelen van het nrgo- vallen fruit staat ons nog een imlddel ten dienste; het aanbrengen van rupsenval- len. Om stammen, steunpalen, e.dg. leg gen we rupsenbanden van stroo, houtwol, gegolfd papier enz. Willen we een netten aanblik, dan sóhaffen we ons de rupsen banden aan, die in den handel te bekomen zijn. De rupsen gaan op deze quasi-voorko- mendheid onzerzijds gemakkelijk in: ze spinnen zich daar ter plaatse in en leve ren zich aldus aan onze genade over. Onderfrflzer: Waarom heeft de giraffe zoo'n langen hals? Jantje: Omdat zijn kop zoover van z'n lichaam staat, meester. Heeft Uw zoon reeds de jaren des onderscheid* bereikt? Ja, hij staat op het punt van te trou wen. Oh, dan bedoel Je zeker het tegen deel. In een Londensche school moet het volgende opschrift hangen: Er zijn 65 ge zichtspieren voor noodlg om rimpels op Uw voorhoofd te trekken en 18 om te glimlachen. Waarom zoudt ge energie verspillen? Een luiaard, die zich liever laat onder steunen dan zelf z'n brood te verdienen, wordt aangezocht het vrijgekomen baan- tj evan doodgraver waar te nemen. Hij weigert echter pertinent Maar man, waarom wil je geen dood graver zijn? Ja, ziet U, ik heb altijd hooren zeg gen, die een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. Een jonge dame uit de stad logeert voor het eerst bij oom en tante op een boerderij. Een der dagen was er honig op de ontbijttafel. Zeg oom, ik wist niet, dat U een bij hield. *f BABBELUURTJE OVER MODE. Tailleurs. Hoewel er gemompeld en dus voorspeld wordt dat de „heerenvorm" voor dames weer zal verdwijnen en de dameekleeding weer zeer vrouwelijk zal worden, kan ik daar toch niet al te zeer geloof aan slaan. Immers hoe dikwijls is dit al niet gezegd den 1'aatsten tijd? „De rokken zouden weer langer worden en de korte haren gingen uit de mode; inplaats daarvan ziet men beide steeds korter worden. Zag men eerst met de grootste verwondering een dametje gaan met een nauw rokje boven de knie, nü is dit alreeds lang geen zeldzaamheid meer. Werd het eerste .jnannenhoofd' een vrouw letterlijk aangegaapt, neemt niemand e® zelfs meer notitie van. En (Ach aegt dat ei- £5 genfijk geen mode mee® ia Zoo zal het nu ook wel gaan mot de „gentlemtn-Like" kleeding. Zij, die e® plei- zier in gekregen hebben, zullen het wel niet gauw weer laten schieten. En.de modehuizen te Parijs brengen ze ook nog steeds. Een typisch voorbeeld is wel de rechten teekenïng. Hoewel het een zeer vrije navolging Is, geeft dit oostuum toch oogenblikkelijk de herinnering aan een heeren pak. En 't zal een slank figuurtje koket genoeg staan. De soort stof welke achter de figuren geteekend is, is de meest geliefde voor deze costuums. Zij is in alle moderne kleuren verkrijgbaar. Genoemd model was van deze stof in horizon-blauw ge maakt, met een vest van roee-kleurige ottoman en een wit batist front Men ziet dat de kleurencombinatie wel weer voor ft „vrouwelijke" zorgt een heer zie iknJ. voorloopig nog niet in deze kleuren Loo- pen. Het linker model der teekening Is, hoe wel streng van lijn, volkomen vrouwelijk, ft Is een keurige tailleur-mantel van de- zolfdo stof gemaakt als de afbeelding in vlolette-tint De eenigste versiering op galalith geep ln dan zelfden tint Corrie Brons. Agent: Zeg, heb Jtf een vischakte? Hengelaar: Och wut, da* is maar bijge loof, zo bijten toch wel. Voorheen: Doet recht en kijkt niet om. Thans: Loopt rechts en kijkt goed om. Vrouwtje (als haar man op ft punt staat in zee te gaan zwemmen): Je moet niet verder gaan, dan de horison, lieve, wil je? Kleine Marietje: Morgen, mijnheer, complimenten van moeder en of U de morgen van gisteren nog hebt want van morgen heeft moeder de Morgen van gis- teren opgeruimd en vader had gisteren nog geen tijd gehad om de Morgen van gister te lezen. Morgen zal ik de Morgen terugbrengen. DE DEURKLOPPER. Ik ben een van de mooiste deurklop pers in Amsterdam. Dat klinkt wel heel erg ijdel, maar je moet weten, dat ik mezelf nog nooit in een spiegel heb kun nen bekijken en de huizen aan den over kant van de gracht zijn zóó ver weg, dat ik me ook niet in hun ruiten kan spie gelen. Hoe ik dan weet, dat 11» zoo'n mooie deurklopper beu Wel, ik. heb het zoo dikwijls hooren vertellen door groote menscben en kinderen, dat ik het zelf begin te gelooven. Ik ben gemaakt van massief koper, dat blinkt als goud, als het pas gepoetst is. Belaas ben ik tegenwoordig maar zelden pas gepoetst. Het Jonge meisje, dat voor me moet zorgen, geeft me eens in de week hier en daar een veeg en een smeer, terwijl ze intusschen over haar schouder naar de voorbijgangers kijkt. Nee, dan de vorige keukenmeid, die veertig jaren in het huis achter mijn deur gediend heeft 1 Zij poetste en wreef mij lederen dag tot lk straalde als de zon zelf. Dat was nog ln den goeden ouden tijd, toen een klopper nog een ding van groot gewioht was. Als de neer des huizes thuis kwam, klopte hij altijd, vóór hij den sleu tel in het slot stak, een regel van „In naam van Oranje, doe open de poort" op de deur. Dan hoorde ik een luid ge roep in het huis: „Daar komt Vader", en onmiddellijk daarna een geluid van dravende voetjes in de marmeren gang. Dat was de dagelijkscho wedstrijd, wie Vader het ëerst zou begroeten. Geen mensch kon in huis komen, zon der eerst mij begroet te hebben,maar nu is alles veranderd. Een vreemd klein wezentje met een brutaal rond gezichtje is naast me komen wonen op de deur post. Hij heeft me verteld, dat hjj een electrische schel is. Ik weet niet, wat dat beteekent; weet jullie het misschien ook Het is wel prettig, om gezelschap te hebben, maar toch mis ik de dagen van vroeger. Als er nu menschen voor de deur ko men, zeggen ze: „Wat een mooie klopper. Echt passend bij dit antieke huis", maar ze geven een duw op het hoofd van de electrische bel, die dan met een onaan genaam hoog stemmetje in het huis schreeuwt: „Laat ze binnen, laat ze bln nen I" Het is wel hard, als Je eerst zoo'n ge wichtig persoon geweest bent, door ieder een begroet en de hand geschud, die het huis wilde binnentreden, om dan opzij gezet te worden voor zoo'n nietig bol- wangig kereltje. Gelukkig heb ik nog niemand ooit hooren zeggen, dat hij een van de mooiste electrische schellen ln Amsterdam is. En dan is er nog een troost Eén man doet net of er geen electrische schel be staat. Hij gebruikt mij nog steeds om zijn komst te melden. H(j draagt een uniform met blinkende knoopen en een pet met rood band. Eiken dag kijk ik al verlangend uit naar zijn komst eu het febeurt maar zelden, dat hij voorbijloopt, iju naam is „postbode" en ik houd van hem het meest van alle menschen. RAADSELS. Nu zijn de vacantie's geólndigd. Jullie bent natuurlijk allen vol ijver en met f risschen moed weer naar school gegaan. Nu ook maar weer met f risschen moed aan het raadsels oplossen. Ik hoop de namen van de trouwe vrienden en vrien dinnen weer terug te zien, vermeerderd meteen minstens even groot aantal nieuwe namen I Jullie weet zeker wel, dat je eenheele maand lang van alle raadsels goede op lossingen ingezonden moet hebben om mee te kunnen dingen naar een prijsje 'Als je zelf geschikte raadsels bedenkt en Inzendt, worden die by gelegenheid geplaatst. Om te beginnen een paar gemakkelijke raadselB I. Ik ben een woord van 8 lettergre pen. Mijn eerste lettergreep iH de naam van een familielid; mijn tweede die van een deel van een schipmijn derde is een lidwoord. Het geheel is iets, wat je in de afgeloopen week hebt kunnen zien. II. Welk spreekwoord staat hier (Elk puntje moet een letter worden) a l r 6.«..e ged.. t.. eIewd. ÉHB u* taitou\^ui vumvcuu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 12