Een Liefde in de Wildernis
J.S.NIEÜWBUURT,
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
15 OCTOBER
vóór
BUITENLAND.
KEIZERSTRAAT 98.
Schilder- en Behangwerken.
Nr. 6242
DINSDAG 6 OCTOBER 1826
64ste JAARGANG
Verschflnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur-Uitgever: O. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412
Po»t-Girorelkeniin« No. 16066.
Abonnementsgelden.
Aan onze lezers bulten de stad doen
wü het verzoek de abonnementsgelden
voor het vierde kwartaal ten bedrage van
2.—
per postwissel over te maken of op onze
postgirorekening 16066 over te schrijven.
Na genoemden datum wordt beschikt
met 0.15 verhooging.
Over de abonnementsgelden tn do stad
wordt dezer dagen per looper beschikt
WH verzoeken beleefd de kwitantie bf)
eerste aanbieding te voldoen.
DB ADMINISTRATIE.
DE ZEVENDE ASSEMBLEE VAN DEN
VOLKENBOND TE GENEVE.
XI (Slot).
Er vallen uit de discussiën van de As
semblée de paar laatste dagen van haar
samenzijn nog enkele vermeldenswaardige
feiten te vermelden. Een dezer heeft op de
discussiën betreffende de ontwapening be
trekking. De Oommissie van voorbereiding
voor de Ontwapeningsconferentie, welke
onder voorzitterschap van onzen landgenoot
Jhr. dr. J. Loudon in het voorjaar van 1926
bijeen was, droeg aan een militaire suboom-
missie, waarin ook de Nederlandsche Gene
raal Van Tuinen zitting had, op om tech
nisch militair de vragen op te stellen, die
door de eventueel samen te roepen confe
rentie zouden moeten worden 'beantwoord.
üDeze militair-techn. sub-commissie heeft
zich veel moeite gegeven om deze vragen zoo
danig op te stellen, dat zij met de politieka
eischen rekening hielden. Maar dit bleek nu
juist niet naar den zin van den Amerikaan-
schen gedelegeerde Gibson. Op deze wijze,
zoo oordeelde hij1, hebben de adviezen der
militairen voor ons stéchts weinig waarde;
zoolang wij niet weten in hoeverre de poli
tiek, in hoeverre de militaire deskundigheid
bij het geven van het verlangde technische
antwoord, heeft medegesproken, zijn wij nog
even ver als te voren. Gibson diende zelfs
een motie "in, daarop gericht, dat de voorbe
reidingscommissie aan haar militair-techni
sche sub-oonnnissie geheel het ontworpen
stel vragen zou terugzenden, met verzoek
de zaak nog eens en dan uitsluitend van
technisch standpunt te bezien. Dat was niet
naar den zin noch van de Engelschem, noch
van de Franschen. Deze laatsten willen ge
lijk ook uit het optreden van Bonoour ge
bleken is, dat spoed met de ontwapenings
conferentie zal worden gemaakt, en zij za
gen in Gibson's voorstel terecht vertraging.
Hun verwondering nam nog toe, toen Cecil
met het voorstel kwam om een klein uit
voerend comité van slechts zes leden te be
noemen, dat toezicht zou houden op de werk
zaamheden van alle sub-commissies uit de
voorbereidingscommissie en het werk van
deze sub-commissies zou co-ordineeren. Dat
wordt een dictatorium van de zes groote
Ingezonden Mededeeling.
FEUILLETON.
Roman van HULBERT FOOTNER.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
„VarkensI VarkensI Varkens!" schreeuw
de zij tusschen haar snikken in. „Ik haat
ze! Ik wist niet wat varkens waren voor
ik ze in het hok hij het missiehuis gezien
heb. Toen dacht ik dadelijk aan deze man
nen. Varkens zijn heti Ik haat zei Zij zijn
mijn volk niet!"
Met een ruk als van een automaat be
gon Losels het deeg weer te kneden.
Bela keek haar moeder verwijtend1 aan.
„Waarom heb je zoo'n iman genomen?"
riep zij hartstochtelijk uit „Een wezel,
een muis, een vloo van een man! Een
hond heeft meer van een (man dan hij!
Hij loopt voor imij weg als een puppy. lf
„Mijn moeder heeft me aan hem gege
ven," prevelde de vrouw bij wijze van
excuus.
„En jij hebt hem genomen!" riep Bela
uit. „Jij bent met hem meegegaan! Was
dat de beste man, dien Je krijgen kon? He
spring nog net zoo lief in het meer dan
dat ik mdjn kinderen ten schande mmnV
imet een pralriewolf als vader!'"
Loseis keek haar dochter vreemd aan.
Mogendheden, merkte de Belgische afge
vaardigde De Brouokère op, die tegenover
dit denkbeeld afwijzend stond, gelijk later
ook de Franschen afwijzend bleken te staan.
Er is dan ook van beide voorstellen niets
gekomen; de Franschen hebben het met hun
resolutie over de Ontwapen!ngscoriferentie
gewonnen, en men mag verwachten, dat
deze, ondanks den Engelschen tegenstand,
nu vrij spoedig zal samenkomen.
Voor een onaangename, althans onver
wachte opvatting zorgde ook de eerste, de
Juridische commissie der Assemblée. Hier
was aan de orde het vraagstuk hoever de
bevoegdheid van den Bond zich uitstrekt;
vraagstuk, waarbij de Fransch-Engelsche
tegenstelling, die meermalen in deze verga
dering is gebleken, zich duidelijk deed ge
voelen. Te midden van deze debatten kwam
een resolutie van de derde Commissie om
trent de door de Locarno-verdragen ver
kregen verhoogde veiligheid. Nu is het be
kend, dat te Locarno ten gunste van
Duitschland een uitlegging van art. 16 van
het Grondverdrag is gegeveni, die niet over
eenstemt met aller inzichten. Art. 16 betreft
de sancties op een beslissing van den Raad
tegen een Staat, die het Grondverdrag*over
treedt. De Finsche professor Erich, verte
genwoordiger van een klein land, dat gaarne
de strengst mogelijke toepassing aan art.
16 ziet gegeven, achtte het nu niet juist, dat
de Assemblée van den Volkenbond een
resolutie zou aannemen, waarin de Locarno-
verdragen in haar geheel met lof werden
vermeld, en waardoor dus in mindere of
meerdere mate de Assemblée haar goedkeu
ring zou hechten aan de te Locarno gegeven
uitlegging van art. 16. Hoe te doen? Er
ontstond in de eerste oommissie, die zoo ge
zellig samengepakt in een der kleine zalen
van het Volkenbondssecretariaat vergaderde,
eenóge opschudding. De Duitsche gedele
geerde Gaus, die de zwijgzaamheid in per
soon is geweest, stond' aanstonds op om te
verklaren, dat Duitschland zich het voorrecht
der verkregen interpretatie niet kan laten
ontnemen, Rolin, Fromageot, Mr. Limburg
trachtten allen den ietwat starren Fin in
een andere richting te brengen. De voorge
stelde motie immers noemt de verdragen
van Locarno slechts als een der vele uit den
laatsten tijd, die de rechtszekerheid en vei
ligheid hebben versterkt. Aanneming der
motie beteekent dus geenszins, dat de As
semblée zich met de te Locariio aangeno
men interpretatie van art. 16 vereenigt.
Doch Prof. Erich liet zich niet overtuigen.
De motie uitte sympathie voor Locarno in
haar geheel en hij kon dat alleen onder
schrijven, indien! de interpretatie van art
16 uitdrukkelijk werd uitgeschakeld. Maar
Scialoja, de scherpzinnige Italiaan, wist uit
komst Hij; wist zijn Finsch medelid te over
tuigen, dat de redactie der motie zoodanig
is, dat deze alleen op Locarno betrekking
heeft voorzoover de daar gesloten verdragen
Oen versterking inhouden van de arbitrage
en de veiligheid. De woordenkeus was zoo
danig, aldus Scialoja, dat de bijlagen der
verdragen! van Locarno, betrekking heb
bende op art 16, niet eronder vielen. Erich,
zelf een knap jurist, moest hem gelijk ge
ven; hij legde zijn tegenstand neer, en een
terecht gevreesd onaangenaam debat dn de
Assemblée zelve was vermeden.
De rede, waarmede Voorzitter Ninsjitsj de
vergadering sloot, verdient geen uitvoerige
vermelding. Zij' herinnerde aan Duitsch-
land"s toetreding als een feit van inderdaad
groote beteekenis in de geschiedenis van
den Volkenbond. Zij vermeldde natuurlijk
ook de reorganisatie van den Raad, gelijk
deze tot een goed einde is gebracht Dat zij
aan verderexi inhoud arm was, is niet de
schuld van Ninsjitsj. Want nevens de beide
genoemde problemen, tot welker afdoening
zij was samengeroepen, vond deze Assemblée
geen of bijna geen groot werk te doeni Zij
is erin geslaagd, naar wij althans hopen, de
bijeenroeping der economische en ontwape
ningsconferentie te vervroegen. Zij) heeft,
na langdurige debatten in de eerste Com
missie, de resolutie, die op de bevoegdheid
van den Volkenbond betrekking heeft, tot
een volgend1 jaar aangehouden. Immers, de
Engelsche opvatting van Lord Robert Cecil
en de Fransche van Prof. Barthelemy ston
den zoo lijnrecht tegenover elkander en
werden wederzijds zoo ironisch besproken,
dat Benesj het oogenblik dadelijk gekomen
achtte om tusschenbeide te treden met een
bemiddelend voorsteL De tweede Commissie
der vergadering heeft den arbeid der ver
schillende organisaties van den Volkenbond
versterkt en uitgebreid; In het bijzonder is
verkregen, dat eene derde Verkeersoonfe-
rentie ter oplossing van verschillende pro
blemen, die inmiddels accuot zijn geworden,
is vastgesteld. De vijfde Commissie, waarin
de Volkenbond zich bijkans uitsluitend op
humanitair en sociaal terrein beweegt, heeft
haar gewone nauwkeurige aandacht aan alle,
daarbij voorkomende vraagstukken ge
schonken, terwijl de zesde Oommissie, de
zgn. politieke, haar aandacht eigenlijk tus
schen de mandaten en de slavernij verdeelde.
Reeds een vorig jaar werd, gelijk men zich
zal herinneren, een ontwerp-overeenkomst
aangenomen, die op de bestrijding der sla
vernij betrekking heeft en ook bepalingen
bevat betreffende den gedwongen aibeid.
Maar de Assemblée zelve kreeg niet vol
doende tijdig inzicht van die ontwerp-over
eenkomst., en kon haar daarom destijds niet
meer afdoen .Vandaar, dat mon die ont
werp-overeenkomst thans heeft hervat, ook
wat de bepalingen betreffende den gedwon
gen arbeid aangaat, en vervolgens opnieuw
aan de goedkeuring der Assemblée onder
wierp, die zoodanige goedkeuring ditmaal
verleende. Spoedig zullen de ledeni van den
Volkenbond zich dus ieder voor zich moeten
uitspreken over de vraag of zij al dan niet
Ingezonden Mededeeling.
LAAT UW KOUSEN AANBREIEN
(ook de allerfijnste casimire), in den gelen winkel by JAAP SNOR, Zuidstraat 15.
De gele winkel heeft een faam, ook met zijn
NIEUWE KOUSEN STAAT HIJ BOVENAAN.
Een jonge hond. i
„Charley is je vader niet," zeide zij
kortaf.
Bela hield: midden in haar uitbarsting
op en keek haar moeder stoan verbaasd
aan. 1
Mij 'bent twintig," ging Loseis voort
„En negentien jaar geleden iben ik met
Charley getrouwd. Ik heb eerst een ande
ren man gehad."
„Waarom heb je me dat nooit verteld?"
prevelde Bela verwonderd-
Met is al lang geleden,"1 antwoordde
Loseis, terwijl zij haar schouders ophaal
de. „Waar was het 'goed voor?"
Bela's tranen waren gedroogd. „Wat
voor een soort man was mijn vader?"
vroeg zij nieuwsgierig.
Men blanke!"
Men blanke!" herhaalde Bela, recht
voor zich uitstarend. Een diepe blos
kwam op de wangen van het jonge meisje.
Mo® heette hij?" vroeg zij:.
- „Walter Eorest" In den mond van dé
squaw klonk de voornaam als M<x>-alter."
Moht blank?" vroeg Bela.
„Zijn huid was zoo wit als de tand van
een hond," antwoordde Loseis, „en zijn
haar goud als de zon." Een glans, die, ter
wijl zfl dat zeide, in haar doffe oogen
kwam, verried, dat de stevige squaw ook
een mensoh was.
„Was hij goed voor je?"
„TTtf was -goed voor me. Heeleroaal niet
als een Indiaansdhe man. Hij vond het
prettig miji mooi aan te fcleedem. Altijd
lachte hij en maakte hij1 grappen. Hij
noemde mij Lagger-Leeleer
M hij weggoloopen van je?"
Loseis schudde haar hoofd. Mi} 1* mot
zijn slee door het ijs gezakt."
,Mijn vader verdronken!" prevelde
Bela.
Dan keek zij haar moeder verwijtend
aan. Mij hebt een (goeden- blanken man
gehad' en daarna Charley kunnen ne
men!"
Mijn moeder was het!" zeide Loseis
met droevige domheid.
Opgewonden dacht Bela over dit alles
na. Haar moeder kneedde het deeg.
,Jk ben een toalf-blanke vrouw," pre
velde het jonge meisje eindelijk, meer tot
zichzelf dan tegen de andere. „Daarom
ben ik hier een vreemde."
Weer keek haar moeder haar vreemd
aan, precies alsof zij nog een openbaring
wilde doen. ,MJjn vader is ook een blan
ke," zeide zij dan plotseling. „Niemand
weet het meer."
„Dan -ben lik -bijna een blanke," fluisterde
zij -met verbaasde en schitterende oogen.
„Nu begrijp ik mijn hart," riep zij dan
plotseling luid. „Altijd heb ik van de
-blanken gehouden, maar ik wist het niet.
Altijd heb ik Musq'oosis gevraagd mij te
vertellen wat zij- doen. Ik houd van ze; om
dat zij- mooi leven. Het zijn geen varfkens
zooals deze menschen. Dat is mijn volk!
Nu is mij alles duidelijk I" Zij stond op.
„Wat ga je doen?" vroeg Loseis
angstig.
Mc ga naar mijn volk!" riep Bela uit,
terwijl zij voor zich uitstaarde, als zag zij
in de verte -het geheele blanke ras.
De Indiaansche moeder sloeg -haar
oogen in een vluggen blik vol hartstoch
telijk smeeken naar haar op maar haar
lippen bleven gesloten. Bela zag dien blik
deze overeenkomst willen onderteekenen.
•Den laatsten dag hield het vraagstuk van
mandatarissen en mandaatslanden ook de
Assemblée in pleno bezig. Men herinnert
zich welke incidenten- zich daarbij hebben
voorgedaan. De Belgische gedelegeerde de
Brouckère, die voorzitter van de zesde Com
missie was, rapporteerde over de betreff ende
resolutie. Hoewel deze resolutie, die de
Commissie dankt voor haar toewijding en
ijver en aandringt op hartelijke samenwer
king met de mandatarissen, niet zoover ging
om gelijk Nansen gewild had den tact
der Commissie te erkennen, vulde De
Brouckère dit gemis, door yelen als een
leemte gevoeld, aan met hartelijke woorden.
Hij verklaarde, dat de Volkenbond zich
nooit aan de belangstelling in het lot der
mandaatgebieden) kan en mag onttrekken;
hij deed ook uitkomen, dat de Mandaten-
commissie zeker nooit ontactvol is opgetre
den. Hij herriep zelfs min of meer ae ver
klaring, die Minister Vandervelde na Briand
en Chamberlain in den Raad had afgelegd
door te zeggen, dat de Belgische Regeering
niet a priori het recht van de 'Mandatemcom-
missie uitschakelt om een onderzoek in te
stellen met raadpleging van beide partijen,
hetgeen een tegemoetkoming is in de rich
ting van het verlangen der Mandatencom-
missie om petHionarissen te mogen hooren.
Dat Nansen deze gelegenheid niet liet voor
bij-gaan om de Mandatencommissie nog eens
van zijn waardeerende gevoelens te over
tuigen, kan niet verwonderen. De Manda
tencommissie kan dus tevreden zijn; haar
positie is eer versterkt dan verzwakt. Maar
aan den anderen kant is het zelfs voor dit
voortreffelijk orgaan van den Volkenbond
niet kwaad, dat het door de ervaring nog
eens is gewezen op de moeilijke klippen,
waarop zoo menig Volkenbondswerk kan
stranden. Geleidelijkheid is in den Volken-
bondsarbeid niet slechts een schoone, maar
een voor alles noodzakelijke deugd.
Wanneer men- de resultaten, door onze
zevende Assemblée bereikt, in oogenschouw
neemt, wordt men getroffen door de afwe
zigheid van eenig groot werk, uitgezonderd
dan de verkregen toetreding van Duitsch
land- Daartegenover staat echter, dat deze
Assemblée die is geworden van de Fransch-
üuitsche toenadering, ook in de praktijk.
Wat zich om de Assemblée heeft afgespeeld,
is wellicht belangrijker dan wat zich daarin
heeft afgespeeld, maar daarbij moet niet na
gelaten worden te bedenken, dat beide in
mindere of meerdere mate onafscheidelijk
zijn verbonden. Tegelijk echter met de
Fransch-Duitsche toenadering kon men op
merken een verscherpte Fransch-Engelsche
tegenstelling. Frankrijk en Engeland zijn
meermalen, zoo op het punt van de veilig
heid en de ontwapening, de twee groote par
tijen in den Volkenbond geweest, die het
scherpst tegenover elkander stonden. Dat
Engeland zich, èn- uit politiek èn uit Vol
kenbondsoogpunt niet geheel hehagelljk ge
voelt, nu Frankrijk en Duitschland, de vroe
gere vijanden, zoo groote toenadering too-
nen, is uit een zuiver politiek oogpunt te
begrijpen. De Franschen namen vrijwel bij
alle groote vraagstukken de leiding. Het
was Briand en niet Chamberlain, die
Duitschland in den Volkenbond verwel
komde. Het was Bonoour, die, tegen Cecil s
kritiek in, de resolutie betreffende zoo spoe
dig mogelijke bijeenroeping der Ontwape
ningsconferentie doorzette. Het was Lou-
cheur, die de noodzakelijkheid bepleitte, dat
er voor de economische conferentie spoedig
maatregelen van definitieven aard zullen
worden genomen. En -het was tenslotte
Barthelemy, die opnieuw tegen' Cecil's ver-
toogen in, de bevoegdheid van den Volken-
Ingezonden Mededeeling.
AANNEMER van alle voorkomende
Aanbevelend.
bond breeder wilde trekken dan de Engel
schen op het oogenblik bereid zijn te doen.
Barthelemy is een gewaardeerde kracht voor
de Fransche delegatie; om zijn scherpzin
nigheid ook gewaardeerd in de Assemblée
en de Commissiën. Maar het, valt niet te
ontkennen, dat -zijn debatteeren gepaard gaat
met een zeker scherpte, die, zoo zij nii
ironisch bedoeld ie, toch zeker dien indruk
maakt Het debat tusschen Barthelemy en
Cecil over de bevoegdheidskwestie, hetgeen
een zuvier technisch debat had kunnen zijn,
nam dientengevolge een zoodanigen scher
pen vorm aan, dat juist daarin Benesj zich,
onraad bespeurende, gerechtigd achtte om in
te grijpen en, nog voordat Cecil had kunnen
antwoorden, het voorstel deed' om de ver
dere discussie tot een volgende Assemblée
te verdagen. Komt tijd, komt raad, zoo zal
ook hier zijn gedacht
•Het zou onbillijk zijn, indien men deze
zevende Assemblée zou willen verwijten,
dat zij geen groot werk heeft verricht. De
zesde Assemblée slaagde daarin evenmin, en
zij kon nog niet eens op haar credit stellen
een toetreding van Duitschland en een reor
ganisatie van den Raad, die, zoo zij ook al
3ij-na niemand bevredigt, toch tengevolge
heeft gehad, dat een- dreigende crisis in den
Volkenbond is afgewend. Bovendien, men
bedenke wel, dat de Volkenbond de jaren
van min of meer sensationeele op- en af
bouw voorbij is. Het komt er nu op aan den
arbeid van den Volkenbond systematisch
voort te zetten, eerder te verdiepen dan te
verbroeden, eerder met grooter waarborgen
te omgeven dan met nieuwe bevoegdheden
te voorzien. Reeds is het terrein, waarop de
Volkenbond zich beweegft uitgestrekt en
belangrijk, laat den Volkenbond tijd om
dit terrein te verkennen, te bearbeiden,
voordat aan den Volkenbond opnieuw
zoodanig terrein wordt aangewezen. Het
beteekenisvolle van een Assemblée als
deze zevende is wellicht daarin gelegen, dat
zij haar arbeid verrichtte met een automati
sche zekerheid en gemakkelijkheid, die dui
delijk doen zien, dat de Volkenbond' en het
door hem geschapen raderwerk voorgoed
zijn ingeschakeld' in de samenleving der vol
ken. Naarmate het emotloneele van zooda-
re bijeenkomst afgaat; naarmate de men-
scneHjke mentaliteit aan zulk een vergade
ring wordt gewend, wordt iets van haar
uiterlijke bekoring aan haar ontnomen ten
>ate van haar innerlijke beteekenis. Dat in-
Ingezonden Mededeeling.
Mc ga met Musq'oosis praten;" zei zij.
MU zal mij alles zeggen wat ik doen
moet"
HOOKDOTUK IL
Het dorp der Eish-Eaters was gebouwd
in een smalle weide achter een dennen
bosch je en het riviertje. Het was een
klein dorp van een twaalftal tepees, die in
een ruwen halven kring, die naar de rivier
open was neergezet waren.
Dat riviertje Hah-Wah-Sepi ge
naamd ontsprong op de Jack-Knifeber-
igen, stroomde door het dorp, maakte bij
het dennenbosohje een bocht, liep door
een groote zandvlakte en viel dan in het
Oari'bou Meer.
De tegenoverliggende oever was dicht
begroeid1 met wilgen. Op die wijze was het
dorpje aardig verscholen tusschen de
dennen en de wilgen en men kon het
im-eer verscheidene malen op en neer zei
len zonder het bestaan ervan te vermom
den. In dit opzicht volgden' de Indianen
hun oud instinct, want generaties lang
hadden zij adoh niet voor vijanden ver
borgen behoeven te houden.
Het liep tegen- -het eind van Mei; de
weide was als een smaragdkleurig fluwee-
-len kleed en de wilgen waren opnieuw
-gestoken in hun lichtgeel gebladerte. Het
geheel werd glanzend bestraald door de
Noordelijke zomerzon. Kinderen en hon
den liepen en rolden in doellooze luid
ruchtigheid, terwijl de ouderen bij' de in
gang der tepees zioh in het zonnetje zaten
te -koesteren.
De kegelvormige tepee'a zelf imet haar
Dat benauwde gevoel
rostar'a Maagplllen
bundel stokken aan den top en de dunne
rookzuiltjes erboven waren in volkomen
harmonie met het natuurtafereel. Alleen
wanneer irnen van dichterbij keek, werd
de lieflijkheid- van het geheel e-errigdzins
-bedorven- door dq duidelijke -bewijzen van
het slordige huishouden der Fish-Eaters.
Musq'oosis hut stond op zichzelf buiten
den halven kring en iets meer stroom
afwaarts. De eigenaar zat nog, als een
typisch klein bundeltje in een deken, voor
zijn deur, toen -Bela naar heim toe kwam.
„Ik vind, dat je gauw komt," zeide hij.
Mij weet ook alles," constateerde Bela
eenvoudig.
Hij' haalde zijn schouders op. „Ik zit
hier heel rustl-g en (mijn gedachten spre
ken tot mij."
Zij ging op haar hurken en met haar
handen in haar schoot voor hem' zitten.
Zonder eeraige inleiding begon zij een
voudig: „Mijn vader is een blanike."
Musq'oosis liet in het geheel -geen- ver
bazing blijken. Mat weet ik," antwoordde
hij.
„De vader van -mijn moeder was ook een
blanke," ging zij voort.
Hij knikte.
^Waarom heb je me dat nooit verteld?"
vroeg zijl, even haar wenkbrauwen fron
send.
Hij spreidde zijn handen uit. „Waar
diende het voor? Je hadt dan willen weg
gaan. En daar was je veel te jong voor.
Ik dacht, dat je je ongelukkig zou voelen!
als ik het je vertelde."
(Wordt vervolgd.)
HELDKR8CHRCOURANT
ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BIX VOORUITBETALING
Helderaehe Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f2.—, Ned. O. en W.
Inddö p. zeepost f 2.10, ld. p. mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad
resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad reep. i 0.95, f 1.25, f 1J25, f 1.85
Losse nummers der Courant 4 ot; fr. p. p. 0 ct
ADVERTENTIEN:
20 ct p. regel (galjard) Ingea. moded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbel tarief. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te huur)v. 1 t/m 8
regels 40 ct, elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adree: Bnreau
v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct
8)
ali gevolg van slechte
spijsvertering, zal spoe
dig verdwijnen na ge
bruik van Posters Maag-
pillen, het laxeermiddel
bij uitnemendheid.
Alom verkrijgbaar f 0.65 per Bacon.
•v