T
totale opheffing.
Bramlage's Volkskleedingmagazijn Weststr. 11.
TWEEDE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS
VAN DINSDAG 14 DECEMBER 1926
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
A. van Pelt, slaagde op 18 dezer voor heit
examen Pransch M.O. R, te Amsterdam.
Naar wij vernemen!, gaat de heer A. J.
Meilief, staltamziJsanit, dezer dagen deni dienst
der marine met pensioen verlaten. Behalve
als stafmuzikant is hij bij vele vereerd-
gingen vele jaren) als souffleur werkzaam en
als zoodanig zeer bekend.
Ned. Ver. van Huisvrouwen.
Zooals reeds eerder aangekondigd is,
zal de begaafde schrijfster Jo van Am-
mers—Ktlller, op Donderdag 10 Decem
ber hare lezing houden over h&ar boek
„De OpBtandöngerc".
Daar de ruimte in de aangekondigde
zaal (tegenover de HJ3.S.) reeds spoedig
te klein bleek te zijn voor het groot aantal
a.9. bezoekers en bezoeksters, heeft het
bestuur beslag gelegd op de zaal van
Mugis Sacrum, Koningstraat, waar de le
zing om 81/* uur zal aanvangen. Kaarten
zijn nog in een beperkt aantal" verkrijg
baar bi) de bestuursleden en Donderdag
avond aan de zaal. Voor leden en leer
lingen van onderwijsinrichtingen is de
entreeprijs 26 ct., voor niet-leden 50 cl
Uitreiking huisvrouwcnmodatllo.
Ten huize van den heer J. H. van der
Laag, Broewaterstraat 22, had Maandag
middag een plechtigheid plaats, die, hoewel
zij in den intiemeni kring, van huisgenooten
en bekenden geschiedde, nochtans niet zon
der beteekenis is. Dien middag werd name
lijk aan mejuffrouw Dorothea de Boer., huis
houdster van den heer Van der Laag, de
huisvrouwenmedaille, beschikbaar gesteld
door de Vereeniging van Huisvrouwen, be
nevens de daarbij behooremie oorkonde,
uitgereikt wegens het feit, dat Mejuffrouw
De Boer dien dag vijf-en-twintig jaar bij
den heer Van der Laag in betrekking was.
Het bestuur der afdeeling Helder ver
voegde zich tegen vier uur ten huize van
den heer Van der Laag, waar de jubilaresse
- werd toegesproken door de voorzitster, Me
vrouw DekkerKlik. Toen voor eenigen
tijd de heer Van der Laag bij het Bestuur
der afdeeling kwam en mededeelde, dat zijn
huishoudster den 18en December 26 jaar
bij hem in betrekking was, rees het plan om
haar op dien dag namens de Vereeniging te
huldigen. Dit plan viel ook hij het Hoofdbe
stuur in goede aarde en zoo werd bekloten
namens de Huisvrouwenvereeniging tot een
huldiging van genoemde huishoudster op
dezen gedeniwaardigen dag. Vijf-en-twintig
jaar lief en leed te hébben gedeeld in een
gezin is een heele tijd, en zeer zeker is deze
dag een emotievolle voor u en voor den heer
Van der Laag, zoo gaat spr. voort. De Huis
vrouwenvereeniging, die dit feit wenscht te
huldigen, overhandigt u het eere-metaal. Het
is een groote bizonderheid, want gedurende
de 7 jaren, dat spr. als presidente der af
deeling Helder fungeert, is dit ,de eerste
maal, dat het geschiedt Het devies van de
Vereeniging is „Trouw, eerlijkheid, oprecht
heid", en dit devies is aangebracht op de
broche, die spr. namens den heer Van der
Laag de jubilaresse op die borst hecht. Dat
zij deze onderscheiding nog lang moge dra
gen, is de oprechte wenscb der Vereeniging
Namens de afdeeling Helder biedt spr
vervolgens een kleine bloemenhulde aan.
Tevens wordt een oorkonde namens de
24000 leden der Vereeniging bij deze schen
king overhandigd.
Ook den heer Van der Laag feliciteert
«pr. met het jubileum zijner huishoudster
en druikt den wensch uit, dat zij hem nog
vète jaren terzijde mag staan.
Mejuffrouw De Boer dankte Mevrouw
'Dekker met een harteliflr woord voor de
onderscheiding. Dat men nog geruimen tijd
gezellig bijeen bleef onder het genot van
eonige versnaperingen, behoeft geen -betoog,
Filmavond V d Arbeiders-Jeugd-Ccntraio,
Do avond word ingozet met do „Tritor-
nationale", die door velen werd meege
zongen. Daarna hield de heer dr. Ketner
een korte toespraak, waarin hij zeide
verblijd te zijn dat B. en W. aan z n
uitnoodiging gevolg hadden gegeven en
ook velo niet-socialisten hun belang-
stelling toonden.
Eere-voorstelling Louis de Vries.
Hoewel wij van de Zondagavond-voor
stellingen nimmer melding maken in ons
blad, moet voor ditmbal daarop eene uit
zondering worden gemaakt, omdat Zon
dagavond de reeds aangekondigde huldi
gingsavond van Louis de Vries plaatshad.
Ondanks dit feit en de daaraan verbonden
muzikale ontvangst aan station, voor en
in Casino, was de opkomst niet zeer
schitterend. In de kleine zaal van Casino
werd de heer de Vries ontvangen door
eenige comitéleden en toegesproken door
den burgemeester, dip daarbij wees op
zijn groote gaven als karakterspeler.
De huldiging had na afloop der voor
stelling plaats bij monde van den heer
van Loo, persoonlijk met dén heer de
Vries bekend, die zijn vele oreaties rele
veerde, waarbij spr. vooral die van Pan-
cras Duif uit Heyermans' Schakels had
getroffen. Hedenavond konden wij den
heer de Vries in een geheel nieuwe rol
bewonderen. Te betreuren is het, dat deze
avond niet is geworden wat wij ervan
verwachtten. De Zondagavond is evenwel
voor onze gemeente niet de geschiktste
avond. Namens de vele bewonderaars bood
spr. den heer de Vries bloemen aan,
waarna mevrouw Polakvan Biene na
mens de familie Polak een krans over
reikte met den wensch, dat de bestaande
vriendschap van lpngen duur moge zijn.
De heer de Vries dankte met een enkel
woord voor de hem gebrachte huldehij
drukte zijn leedwezen uit over deze „ver
gissing", die oorzaak ia geweest, dat het
gezelschap hier op een Zondagavond op
trad. Dat het Heldersche publiek kunst
weet te waardeeren, is spr. bekend; hij
herinnert zich nog de kermisweek van
eenige jaren terug, toen wij hier avond
aan avond voor volle zalen optraden. Dat
er hedenavond niettemin nog velen in
de zaal zijn, die anders Zondagavond niet
zouden zijn gekomen, waardeert spr. ten
zeerste. En in ieder geval hoopt hij nog
in Helder terug te komen.
De heer van Loo deelde nog mede, dat
vice-admiraal Fock verhinderd was tegen
woordig, te zijn en bracht dank aan allen,
die voor deze huldiging hebben meege
werkt, niet het minst aan de verschillende
muziekcorpsen.
Een uitstekend orkestje onder leiding
van den heer Snaphaan zorgde voor de
entr'acte-muziek.
Omtrent het stuk kunnen wij kort zijn.
Het is niet een van de beste stukken van
Pirandello en het doet, in zijn grotesk-
fantastischen opzet onwerkelijk aan. Niet
temin is originaliteit er niet aan. te ont
zeggen. De hoofdpersoon wij deelden
dit reeds mee is jaren geleden tijdens
een maskeradefeest van zijn paard gestort
en aan het achterhoofd verwond. Tenge
volge hiervan is hij gedurende langen tijd
krankzinnig geweest en heeft geleefd in
den waan werkelijk Hendrik IV, den
koning, dien hij in zijn maskeradepakje
voorstelde, te zijn. Hij is tenslotte gene
zen, maar voelt zich totaal van de wereld
en zijn vrienden vervreemd. Hij bewoont
een eenzaam kasteel, dat hjj geheel inge
richt heeft op zijn waandenkbeeld; een
troonzaal is er, er zijn gecostumeerde
dienaren, en hjj besluit zijn rol te blijven
spelen. Totdat op zekeren dag de vrouw
komt, die eenmaal een belangrijke rol in
zijn leven speelde. Dat brengt hem aan
het aarzelen; hij herkent haar en kan zijn
rol niet langer volhouden. Als dan ten
slotte de meegekomen arts een experiment
wil nemen om te trachten zijn verwarden
geest (dat gelooft men natuurlijk nog)
helder te maken, verbreekt hij den ban,
maar in het laatste bedrijf breekt een
moment de waanzin weer door als hij den
verwoester van zijn levensgeluk herkent,
en hij doorsteekt hem. Daarmede zakt het
scherm.
Op zichzelf zou dit een vrijwel drakerig
gegeven zijn, indien niet Pirandello hierop
philosoflsche beschouwingen toepast, die
het stuk, hoe onwerkelijk het aandoet,
nochtans interessant maken 'en genietbaar
voor een daarop ingesteld, literair-intel-
lectueel publiek. "Wee hem, die den steun
verliest van de waarheid", roept op zeker
moment de pseudo-Hendrik IV uit. „Het
komt er niet op aan of dat de waarheid
van vandaag is, dan wel wat wij gisteren
als waarheid erkenden".
Het stuk is bijna één doorloopende
monoloog van de hoofdfiguur; er is
eenige actie als de familie met den dokter
beraadslaagt omtrent de beste wijze van
handelen teneinde weder een normale
hersenfunctie te krijgen. Interessant is
de theorie van den arts, over de ver
onderstelde uitwerking van zijn experi
ment. Voor het overige is alles zwevend;
het verhaal van het ongeluk uit het ver
leden, de intrigue, het is alles vaag en
onwerkelijk. Geen stuk, waarvan de Vries
genoegen zal beleven.
Ondanks de huldiging was alles nog
vóór elf uur geëindigd.
Ingezonded Mededeel!ng.
Nog slechls 14 dagen
Groote kortingen.
Alles moet weg.
nemén. Voor nadere bizonderheden zie
men de in dit blad voorkomende adver
tentie.
Zangvereenlging „Morgenrood".
Directeur: F. v. d. Mejj.
Men schrijft ons:
De onderafdeeling en 't kinderkoor
van bovengenoemde zangvereeniging ge
ven op Dinsdag 21 December de eerste
uitvoering in dit seizoen. Het programma
ziet er afwisselend uit. Naast een zestal
nummers van 't kinderkoor en vijf num
mers van de onderafdeeling, worden er
drie nummers gezamenlijk gezongen. Als
we weten dat er dan 130 kinderen
zingen, dan verwachten we van deze
nummers heel wat. 't Is altijd prettig
kinderen te hooren zingen en als er dan
gezongen wordt, zooals op den laatsten
feestavond van Volksonderwijs, dan gaat
men geheel op in den kingerzang. Ook
prijkt er op 't programma een Dalcroze-
nummer* en tot slot een komisch zang
spel in twee bedrijven.
Naar wij vernamen gaat 't groote koor
van „Morgenrood" in Mei 1927 naar het
concours van Bergen's Mannenkoor, dat
in de nieuwe zaal van „De rustende
jager" te Borgen gehouden wordt. Zij,
die voor 1 Januari lid der vereeniging
worden, kunnen aan dit eoncoura deel-
Vrouwenkoor Vocaal Ensemble".
Het Helder's Vrouwenkoor ,,'t Vocaal
Ensemble", directeur de heer Toon de
Hoogh, gaf gisterenavond voor kleinen
kring een concert in Musis Sacrum. In
meer dan één opzicht stond dit concert
boven wat men hier in doorsnee aan
vocale kunst te genieten krijgt.
In de eerste plaats door de keuze der
liederen. Op het programma prijkte als
nummer één een omvangrijk koorwerk
van Ferd. Hummel, geiiteld „Rumpel-
stilzchen", een sprookjesgedicht voor
koor, sopraan en mezzo-sopraansolo en
declamatie, verder koorwerken van Oh.
Miry, Gabriel Pierné, Billema. Voorts
kleinere composities van diverse Hol-
landsche componisten.
In de tweede plaats muntte het concert
uit door stijl en beschaafdheid. De dames
zijn blijkbaar goed onderlegd; haar zang
was nimmer ruw of onbeschaafd, ook de
uitspraak der vreemde talen er werd.
behalve in het Hollandsch, ook Fransch
en Duitseh gezongen, was goed.
Ten slotte viel de zuiverheid en ge
voeligheid van den zang op; 't Vocaa
Ensemble telt vele uitstekende vocale
krachten onder haar leden, voor wie het
zingen méér is dan repetities meemaken
Alles uitvoerig te bespreken, zou ons
verslag veel te groot maken, omdat het
programma veelzijdig was en van uiteen
loopenden aard. Het dankbare koorwerk
van Ferd. Hummel opende, zooals wi;
zeiden, het concert. Heel goed en zuivei
was de samenzang, die afgewisseld werc
door declamatie en solozang. Als decla
matrice en sopraan-zangeres trad op
mejuffrouw Joh. de Zwaan te 's Graven
hage, die helaas in den beginne sukkelde
met eenige heeschheid en zich in dit
werk niet ten volle kon geven. Gelukkig
had zij in het latere deel van den avonc
haar heeschheid overwonnen.
Zij werd in dit openingsnummer bij
gestaan door mejuffrouw Annie Rogge
veen, met haar mooie alt.
Zuiver en krachtig zette het koor de
proloog in en al dadelijk konden wij in
het daaropvolgende Spinnlied de sopraan
bewonderen. Geestig was het jagerskoor
en de dames zongen het voortreffelijk
in brilliant rhythme en met kracht en
gloed. Telkens werd nu de koorzang af
gewisseld met solozang, en in de wissel
zangen van Rumpelstilzchen en de Mo
lenaarsdochter voegde mejuffrouw Annie
Roggeveen zich daar bij. De begeleiding
was in sommige gedeelten zoo o.a. in
het liedje van Rumpelstilzchen „Schnel
mein Rfidchen" buitengewoon geestig en
illustratief.
Het koor zong hierna 01. Koops aardige
damesliedje „Dag in de Lente", gevolgd
dooreenuiterötbelangwekkend en geestig
koo.r van Oh. Miry, getiteld „Les Bohé
miens". Jammer dat hiervan; uit plaats
gebrek de tekst niet was opgenomen in
het programma, het was een voortreffelijk
gezongen zeer aantrekkelijk koornummer.
De begeleiding bestond behalve uit piano,
uit triangel en rinkelbom, (hiervan was
de heer Polane natuurlijk de man), het
geen alleraardigst effect maakte. De
hierin voorkomende solozang werd door
onze stadgenoote mejuffrouw Jo de Boer
uitstekend vertolkt.
Na de pauze kregen we een belang
wekkend, mooi nummer van Gabriel
Pierné, „Le Repos en Egypte". Hier werd
het solo gezongen door mejuffr. Annie
Roggeveen, met haar glasheldere, fraaie
stem. Twee composities van Markus Koch
volgden dit nummer op„Elfenreigen"
is een aardig liedje op aardige woorden
van Ricarda Huch„Frtlhlingsgruss" een
sterk gecomponeerd lied op een tekst van
Eichendorff. Als laatste nummers werden
gezongen „Sur 1' onde" van Oh. Billema,
waarvan eveneens de tekst ontbrak, een
extra nummer, a capella (zonder bege
leiding) gezongen van Wierts, „St. Jans-
vuur", drie kleinere liedjes van Zagwijn
en tot slot het „Droomevrouw kom" van
Jac. Bonset.
Bij een zoo uitgebreid programma zal
men ons ten goede houden, dat wij, zoo
als we boven zeiden, slechts kort kunnen
releveeren. Het a capella gezongen num
mer van Wierts en wij kunnen het
niet helpen, dat het wederom een inte
ressant en boeiend nummer was werd
zuiver en met veel gevoel vertolkt. Aar
dig was hierin het dansmotiefje verwerkt.
Ter verhooging van de suggestie werd
bij de beide laatste nummers het licht in
de zaal eenigszins afgedraaid, zoodat een
schomer-duister heerschte.
Wij hebben over mej. de Zwaan tot nu
toe opzettelijk gezwegen. Immers, zij her
stelde zich na het eerste nummer gelei
delijk van haar mindere gedisponeerd
heid, en brak na de pauze los in al de
kracht van haar omvangrijk, glanzend
orgaan. Reeds in twee liederen van
Mahler, jeugdliederen, geheel in den stijl
van de Lieder eines fahrenden Gesellen
van dezen grootmeester, had zij ons laten
hooren, dat zij was een zangeres van uit
stekend stemraateriaal, van goede scholing
en beschaving. In Humperdinck's Wie
gelied haalde zij zonder eenige moeite
de as, en wie denkt, dat dit nu niet zoo
buitengewoon is, dien zij gezegd, dat deze
toon in vijf coupletten telkens driemaal
voorkomt. Men doe het maar eens na.
Ook in de laagte waa haar stem edel en
glansrijk. Het hoogtepunt bereikte zij
naar onze meening in de liederen van
Zagwijn. Dit was geenszinsomdat de
anderen haar niet lagen, alles wat zij
zong lag haar, maar omdat zij daarin
haar heeschheid geheel had overwonnen.
Het „Ligua Sylvarum" op woorden van
den onsterfelijken Gezelle, was buiten
gewoon van prestatie, en ook de andere
liedekes waren voortreffelijk.
Wij hebben hierbij, zjj het kort, het
gehoorde gereleveerd. Wij mogen den
heer Vwan de Weg niet Vergeten. Hem
vooral niet, omdat zijn brilliante bege
leiding zoo heel veel deed aan het wel
slagen van dezen avond. Zijn krachtige
aanslag, zijn techniek en routine, zijn
muzikaliteit, deden hier wonderen, en hij
kreeg een bloemetje, waarmee hij aan
vankelijk bescheiden in zijn hoekje bleef
zitten. Maar de heer de Hoogh haalde
hem er uit om een ovatie van het opge
togen publiek meest uit dames be
staande in ontvangst te nemen. Het
was schitterend I
Het concert was een prachtig stuk werk
en deze dames toonen heel wat te kun
nen. Alle hulde voor dit sublieme werkl
De flritoa Goldschmeding had voor dezen
avond een prachtigen concertvleugel af
gestaan, die ook al weer bijdroeg tot het
welslagen.
Na afloop hield een dansje velen bijeen.
Het mannelijk contingent was niet over
groot, maar dat hindert niet, nietwaar
DE K XIH TE SOERABAIA
AANGEKOMEN.
Men schrijft aan de N. Rott. Crt.:
De Nederlandsche Marine houdt het re
cord voor de langste ongeoonvoyeerde
rei^ met een onderzeeboot
Er la een reis volbracht, welke belang
stelling verdient in wijdere kringen dan
die van de familiebetrekkingen en vrien
den der opvarenden en van de Marine,
waartoe de bemanning behoort
Zij verdient die belangstelling even
zeer in de kringen van handel en indus
trie, omdat zij werd volbracht met een
boot, gebouwd op een Nederlandsche
werf van grootendeels Nederlandsche on-
derdeelen; in wetenschappelijke kringen
om het groote wetenschappelijke belang,
dat bij de reis betrokken was; in sport
kringen om het sportieve element, dat er
schuilt in zulk een reis, die het uiterste
vergt van het uithoudingsvermogen der
bemanning; van het geheele Nederland
sche volk, omdat zij toont wat Nederland
sche durf, voortvarendheid en onderne
mingsgeest vermogen.
Toen het plan voor de uitreis via Pana
ma-Kanaal werd uitgewerkt, beschikte
men reeds over een rijke ervaring be
treffende het afleggen van lange trajec
ten in verschillende luchtstreken. Sinds
1920 waren reeds meerdere malen onder
zeebooten ongeconvoyeerd naar Neder-
landsch-Indië vertrokken langs dé gebrui
kelijke route door het Suez-KanaaL
Het groote verschil tegenover de reeds
volbrachte reizen zou bestaan in den veel
langeren duur der reis en in de groote
afstanden zoowel totaal als van haven tot
haven. De reis door het Suez-Kanaal toch
is er ruim 900 zeemijl lang en duurt on
geveer 21/* maand, terwijl de grootste af
stand van haven tot haven ruim 2000 mijl
bedraagt, waartegenover door het Pana
ma-Kanaal moest worden afgelegd1 bijna
20.000 mijl, waarvoor 61/» maand noodig
werd' geacht terwijl èn in den Atlantischen
èn in den Stillen Oceaan beide een traject
van 8800 mijl zonder tusschenhaven zou
moeten worden afgelegd
Blijkt uit deze cijfers reeds, dat men
vol vertrouwen moest hebben in het mate
rieel, hoeveel te meer gold dit niet voor
het personeel. Het varen met onderzee
booten stelt hooge eischen aan het phy-
siekder bemanning.
Maar meer nog dan de physieke, komen
voor de zeer lange reizen naar voren de
psychische eigenschappen van het perso
neel, dat op zee de meestal steeds weder-
keerende werkzaamheden verricht in die
beperkte omgeving met dezelfde men-
schen om zich heen; op de mooie dagen,
als verblijf aan dek mogelijk is, met niets
dan lucht en water op deze weinig beva
ren routes, bij minder fraaie gelegenheid
afgesloten van de buitenlucht ineen
tleine, met werktuigen volgepropte ruim
te. Zenuwen en vooral humeur worden
dan wel op een zware proef gesteld, en
vooral voor den commandant, die voor het
geheel verantwoordelijk la, de navigatie
leidt en in deze kleine militaire maat
schappij, orde en tucht moet bandhaven
s, meer dan de gewone dosis goed hu
meur en mënschenkennis naast ijzeren
zenuwen noodig om de reis tot een goed
einde te brengen.
De bemanning bestond uit 4 officieren
en 27 onderofficieren en manschappen.
Nadat de K. XIII in dienst gesteld en
n de Noordzee grondig beproefd was,
werd de uitreis van Nieuwediep af op 27
Mei 1926 aangevangen.
In den Atlantischen Oceaan werden
aangedaan Fayal (Azoren) en Las Palmas
(Can,arische eilanden), waarna een over
steek van ruim 8800 mijl in 20 dagen naar
Cura^ao volgde, waar de boot op 8 Juli
aankwam. Vandaar werd naar het Pana
makanaal gestoomd.
De K. XIII was de eerste vreemde on-
volgd werd vla Mazatlan In Mexico naai
San Franclsoo, waar men op 24 Augus
tus aankwam. Vnadaar begon de groote
oversteek over den Stillen Oceaan, eerst
van San Franclsoo naar Honoloeloe over
ruim 2000 zeemijl, daarna van Honoloeloe
naar Guam, (een van de Marianne-ellan-
den), het langste traject van 8880 zeemui
in 19 dagen. Over Yap (een van de P^lao-
eilanden benoorden Nieuw-Guinea) voei*
de de reis naar Manila, vanwaar naar
Abon werd gekoerst, waar de boot op 24
November aankwam. Daarmede was Ne-
derlandsch-Indië bereikt, maar ten be
hoeve van de slingerwaarnemingen, welke
ook overigens voor een groot deel de
keuze der route hadden beïnvloed, wer
den verder nog Banda en Blma (op Soem-
bawa) aangedaan, zoodat de groote reis
eerst op 10 December een einde nam.
Om de bemanning zooveel mogelijk ge
legenheid te geuen zoo volledig mogelijk
op haar verhaal te komen na den inge
spannen dienst op de afgelegde trajecten
en nieuwe kracht voor het volgende deel
der reis op te doen, werd zij in de aan
gedane havenplaatsen zooveel mogelDk ln
hotels ondergebracht en ln verband hier
mede de stilligtijd ruimer genomen dan
in den regel het geval i& Van den totalen
relsduur van 196 dagen werden ongeveer
88 dagen in verschillende havens door
gebracht.
Op versohillende der havenplaatsen was
van te voren gezorgd voor brandstoffen
en levensmiddelen, terwijl de boot te San
Franclsoo gedokt werd, om, vooral op de
nog komende lange trajecten, met schoo-
ner kiel en dus geringer tegenstand en
brandstofverbruik te kunnen varen. Be
treffende dit laatste valt nog te vermel
den, dat ln totaal gebruikt werden 806,000
L. brandstof en 7500 L. Smeerolie.
En nu die groote reis achter den rug
is en den opvarenden zeker in Soerabaja
zoowel als buiten marinekringen een
geestdriftige ontvangst zal zijn ten deel
gevallen, nu moet het voor die mannen
een groote voldoening zijn, te kunnen te
rugzien op dezen grooten tocht, tot welks
•welslagen zijn allen in vaak ongunstige
omstandigheden het hunne hebben bijge
dragen.
Het „Handelsblad" schrijft:
In de dagen, toen de reis naar Indië
per zeilschip om de Kaap moest worden
gemaakt, beweerde men, dat wie vriend
schap op de proef wilde stellen, die reis
eens met een vriend moest maken. Als
de goede verstandhouding dat overleefde,
dan konden Orestes en Pylades^ David
en Jonathan daaraan een voorbeeld nemen.
De ruimte evenwel, waarover men op
een zeilschip beschikte, de gelegenneid
tot ontspanning der spieren, de tijdsduur
van de zeilschipsreis om de Kaap, zjj
allen laten een wijd onderscheid met de
reis der „K. XIII", waar men maar heel
zelden als de zee heel kalm was en niet
over het bootlichaam sloeg, gelegenheid
had zich eens even te vertreden, waar
slechts voor enkelen bij toerbeurt plaats
was in den toren, die nog eenig uitzicht
op de golven bood. Van iets, dat naar
„privacy" ook maar zweemt, is geen
sprake bij een dergelijke boot. Dat moge
minder storen bij een kort verblijf, maar
bij een reis van meer dan 20.000 mijlen,
nog verlengd door de voor het weten
schappelijk onderzoek noodige or.derdui-
kingen, wordt dat een factor, die aan de
zelftucht der opvarenden en aan het ver
mogen van den commandant de tucht te
handhaven, geweldig zware eischen stelt.
Reist een duikboot in convooi, dan is
er contact met de schepelingen van het
begeleidende vaartuig. Obk op reis. Hier
ontbrak alles van dien aard. Het ranke
bootje vol machines, waar de weg van
de torpedoruimte naar de machinekamer
loopt door de nauwe verblijven van be
manning en officieren de commandant
heeft een gord jntje, dat zijn brits, op welks
voeteneinde hij zit, als hij zijn journalen
moet bijhouden, van het offlcierenverblijf
„afscheidt" is al wat tot hun beschik
king staat, met een minimum aan bagage
daarvoor is geen ruimte zoodat
ook aan de middelen den tijd, die het
werk niet vraagt, aangenaam tepasseeren,
slechts heel weinig ter beschikking staat.
De reis is afgeloopen. De „K XIII" is
te Soerabaja ter reede gekomen. De
Nederlandsche marine heeft opnieuw be
wezen, dat men haar een moeilijke taak
mag toevertrouwen. Een werk des vredes
is voltooid op een wijze, dat aan het
„record" van de Nederlandsche marine
een nieuwe verdienste is toegevoegd.
Dat is een gelukwensch waard voor de
marine, maar vooral voor den commandant
den luitenant ter zee le kl. G. G. L.v.d.
Kun) den état major en de bemanning
van de „K XIII", die van een behouden
reis in 't overzeesche deel van het vader
land thuis kwam varen.
Onderscheidingen voor de be
manning.
De K Xin is gistermorgen te Soerabala
aangekomen en feestelijk ontvangen.
De vlootvoogd hield een toespraak en
reikte de volgendé decoraties uit: Luite
nant ter zee lste klas, commandant L. G.
L. van der Kun, officier in de Oranje-
Na ssau; luitenant ter zee 2de klas J. J. L.
Willinge en de officier van den marine
stoomvaartdienst 2de klasse O. van der
Linde, ridders in de Oranje-Nassau-orde;
eere-medaille Oranje-Nassau in goud':
torpedist-majoor W. O. Thijssen; in zilver:
sergeant-machinist F. J. de la Fonteijne;
in brons: korporaal-oonstabel P. van den
Heuvel, korporaal-machinist 2de klas O.
W. Hen, korporaal-kok F. P. Relndera
en matroos lste klas G. P. Monshouwer.
Aan ir. dr. F. A. Vening Meinesz werd
de onderscheiding van officier in de
Oranje-Nassau-orde verleend.
De minister van marine heeft comman
dant. état-major en bemanning van de
K Xin telegrafisch zijn gelukwenschen
derzeeboot, welke op eigen kracht dit ka- i hij de behouden aankomst in Ned.-In<iië
naai passeerde. Hier werden aangedaan aangeboden.
GoLaa «n Panama, waarna da rala v«r-1
Voor Maandagavond had de afd. Helder
van de Arbeiders-Jeugd-Centrale de ver
tooning aangekondigd van de Pinkster-
fllm, waartoe velen naar „Scala" waren
opgegaan. T
Vervolgens sprak de heer Schumacher
over feesten, dat velen die beschouwden
als een gelegenheid om te drinken en
pret te maken en 't de A. J. O- juist to
doen is om is om één te zijn, saamhoorig-
heid te kwoeken.
Daarna begon de fllmvertooning met
opnamen van bloeiende boomgaarden,
oude stadsgedeelten, de aankomst to
Oldenzaal en Zevenaar van de Duitschers,
Oostenrijkers, »z., de opmarsch naar t
tentenkamp van 660 tenten, in welks
midden de „toren van Kameraadschap
waarvan verschillende toespraken werden
gehouden tot een duizendkoppige menigte;
aantal deelnemers bedroeg 41661 De
avonden werden gekort met zingen, dan
sen, viool- en mandolinespel. De film
eindigde met eenige fraaie dansen en
opnamenjaan zee. Wij gelooven niet al te
optimistisch te zijn als we zeggen dat de
A J O met voldoening op dezen goed
geslaagden filmavond terug kan zien.