T totale opheffing. Bramlage's Volkskleedingmagazijn Weststr. 11. TWEEDE EN LAATSTE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS VAN DINSDAG 14 DECEMBER 1926 Onze vroegere plaatsgenoot, de heer A. van Pelt, slaagde op 18 dezer voor heit examen Pransch M.O. R, te Amsterdam. Naar wij vernemen!, gaat de heer A. J. Meilief, staltamziJsanit, dezer dagen deni dienst der marine met pensioen verlaten. Behalve als stafmuzikant is hij bij vele vereerd- gingen vele jaren) als souffleur werkzaam en als zoodanig zeer bekend. Ned. Ver. van Huisvrouwen. Zooals reeds eerder aangekondigd is, zal de begaafde schrijfster Jo van Am- mers—Ktlller, op Donderdag 10 Decem ber hare lezing houden over h&ar boek „De OpBtandöngerc". Daar de ruimte in de aangekondigde zaal (tegenover de HJ3.S.) reeds spoedig te klein bleek te zijn voor het groot aantal a.9. bezoekers en bezoeksters, heeft het bestuur beslag gelegd op de zaal van Mugis Sacrum, Koningstraat, waar de le zing om 81/* uur zal aanvangen. Kaarten zijn nog in een beperkt aantal" verkrijg baar bi) de bestuursleden en Donderdag avond aan de zaal. Voor leden en leer lingen van onderwijsinrichtingen is de entreeprijs 26 ct., voor niet-leden 50 cl Uitreiking huisvrouwcnmodatllo. Ten huize van den heer J. H. van der Laag, Broewaterstraat 22, had Maandag middag een plechtigheid plaats, die, hoewel zij in den intiemeni kring, van huisgenooten en bekenden geschiedde, nochtans niet zon der beteekenis is. Dien middag werd name lijk aan mejuffrouw Dorothea de Boer., huis houdster van den heer Van der Laag, de huisvrouwenmedaille, beschikbaar gesteld door de Vereeniging van Huisvrouwen, be nevens de daarbij behooremie oorkonde, uitgereikt wegens het feit, dat Mejuffrouw De Boer dien dag vijf-en-twintig jaar bij den heer Van der Laag in betrekking was. Het bestuur der afdeeling Helder ver voegde zich tegen vier uur ten huize van den heer Van der Laag, waar de jubilaresse - werd toegesproken door de voorzitster, Me vrouw DekkerKlik. Toen voor eenigen tijd de heer Van der Laag bij het Bestuur der afdeeling kwam en mededeelde, dat zijn huishoudster den 18en December 26 jaar bij hem in betrekking was, rees het plan om haar op dien dag namens de Vereeniging te huldigen. Dit plan viel ook hij het Hoofdbe stuur in goede aarde en zoo werd bekloten namens de Huisvrouwenvereeniging tot een huldiging van genoemde huishoudster op dezen gedeniwaardigen dag. Vijf-en-twintig jaar lief en leed te hébben gedeeld in een gezin is een heele tijd, en zeer zeker is deze dag een emotievolle voor u en voor den heer Van der Laag, zoo gaat spr. voort. De Huis vrouwenvereeniging, die dit feit wenscht te huldigen, overhandigt u het eere-metaal. Het is een groote bizonderheid, want gedurende de 7 jaren, dat spr. als presidente der af deeling Helder fungeert, is dit ,de eerste maal, dat het geschiedt Het devies van de Vereeniging is „Trouw, eerlijkheid, oprecht heid", en dit devies is aangebracht op de broche, die spr. namens den heer Van der Laag de jubilaresse op die borst hecht. Dat zij deze onderscheiding nog lang moge dra gen, is de oprechte wenscb der Vereeniging Namens de afdeeling Helder biedt spr vervolgens een kleine bloemenhulde aan. Tevens wordt een oorkonde namens de 24000 leden der Vereeniging bij deze schen king overhandigd. Ook den heer Van der Laag feliciteert «pr. met het jubileum zijner huishoudster en druikt den wensch uit, dat zij hem nog vète jaren terzijde mag staan. Mejuffrouw De Boer dankte Mevrouw 'Dekker met een harteliflr woord voor de onderscheiding. Dat men nog geruimen tijd gezellig bijeen bleef onder het genot van eonige versnaperingen, behoeft geen -betoog, Filmavond V d Arbeiders-Jeugd-Ccntraio, Do avond word ingozet met do „Tritor- nationale", die door velen werd meege zongen. Daarna hield de heer dr. Ketner een korte toespraak, waarin hij zeide verblijd te zijn dat B. en W. aan z n uitnoodiging gevolg hadden gegeven en ook velo niet-socialisten hun belang- stelling toonden. Eere-voorstelling Louis de Vries. Hoewel wij van de Zondagavond-voor stellingen nimmer melding maken in ons blad, moet voor ditmbal daarop eene uit zondering worden gemaakt, omdat Zon dagavond de reeds aangekondigde huldi gingsavond van Louis de Vries plaatshad. Ondanks dit feit en de daaraan verbonden muzikale ontvangst aan station, voor en in Casino, was de opkomst niet zeer schitterend. In de kleine zaal van Casino werd de heer de Vries ontvangen door eenige comitéleden en toegesproken door den burgemeester, dip daarbij wees op zijn groote gaven als karakterspeler. De huldiging had na afloop der voor stelling plaats bij monde van den heer van Loo, persoonlijk met dén heer de Vries bekend, die zijn vele oreaties rele veerde, waarbij spr. vooral die van Pan- cras Duif uit Heyermans' Schakels had getroffen. Hedenavond konden wij den heer de Vries in een geheel nieuwe rol bewonderen. Te betreuren is het, dat deze avond niet is geworden wat wij ervan verwachtten. De Zondagavond is evenwel voor onze gemeente niet de geschiktste avond. Namens de vele bewonderaars bood spr. den heer de Vries bloemen aan, waarna mevrouw Polakvan Biene na mens de familie Polak een krans over reikte met den wensch, dat de bestaande vriendschap van lpngen duur moge zijn. De heer de Vries dankte met een enkel woord voor de hem gebrachte huldehij drukte zijn leedwezen uit over deze „ver gissing", die oorzaak ia geweest, dat het gezelschap hier op een Zondagavond op trad. Dat het Heldersche publiek kunst weet te waardeeren, is spr. bekend; hij herinnert zich nog de kermisweek van eenige jaren terug, toen wij hier avond aan avond voor volle zalen optraden. Dat er hedenavond niettemin nog velen in de zaal zijn, die anders Zondagavond niet zouden zijn gekomen, waardeert spr. ten zeerste. En in ieder geval hoopt hij nog in Helder terug te komen. De heer van Loo deelde nog mede, dat vice-admiraal Fock verhinderd was tegen woordig, te zijn en bracht dank aan allen, die voor deze huldiging hebben meege werkt, niet het minst aan de verschillende muziekcorpsen. Een uitstekend orkestje onder leiding van den heer Snaphaan zorgde voor de entr'acte-muziek. Omtrent het stuk kunnen wij kort zijn. Het is niet een van de beste stukken van Pirandello en het doet, in zijn grotesk- fantastischen opzet onwerkelijk aan. Niet temin is originaliteit er niet aan. te ont zeggen. De hoofdpersoon wij deelden dit reeds mee is jaren geleden tijdens een maskeradefeest van zijn paard gestort en aan het achterhoofd verwond. Tenge volge hiervan is hij gedurende langen tijd krankzinnig geweest en heeft geleefd in den waan werkelijk Hendrik IV, den koning, dien hij in zijn maskeradepakje voorstelde, te zijn. Hij is tenslotte gene zen, maar voelt zich totaal van de wereld en zijn vrienden vervreemd. Hij bewoont een eenzaam kasteel, dat hjj geheel inge richt heeft op zijn waandenkbeeld; een troonzaal is er, er zijn gecostumeerde dienaren, en hjj besluit zijn rol te blijven spelen. Totdat op zekeren dag de vrouw komt, die eenmaal een belangrijke rol in zijn leven speelde. Dat brengt hem aan het aarzelen; hij herkent haar en kan zijn rol niet langer volhouden. Als dan ten slotte de meegekomen arts een experiment wil nemen om te trachten zijn verwarden geest (dat gelooft men natuurlijk nog) helder te maken, verbreekt hij den ban, maar in het laatste bedrijf breekt een moment de waanzin weer door als hij den verwoester van zijn levensgeluk herkent, en hij doorsteekt hem. Daarmede zakt het scherm. Op zichzelf zou dit een vrijwel drakerig gegeven zijn, indien niet Pirandello hierop philosoflsche beschouwingen toepast, die het stuk, hoe onwerkelijk het aandoet, nochtans interessant maken 'en genietbaar voor een daarop ingesteld, literair-intel- lectueel publiek. "Wee hem, die den steun verliest van de waarheid", roept op zeker moment de pseudo-Hendrik IV uit. „Het komt er niet op aan of dat de waarheid van vandaag is, dan wel wat wij gisteren als waarheid erkenden". Het stuk is bijna één doorloopende monoloog van de hoofdfiguur; er is eenige actie als de familie met den dokter beraadslaagt omtrent de beste wijze van handelen teneinde weder een normale hersenfunctie te krijgen. Interessant is de theorie van den arts, over de ver onderstelde uitwerking van zijn experi ment. Voor het overige is alles zwevend; het verhaal van het ongeluk uit het ver leden, de intrigue, het is alles vaag en onwerkelijk. Geen stuk, waarvan de Vries genoegen zal beleven. Ondanks de huldiging was alles nog vóór elf uur geëindigd. Ingezonded Mededeel!ng. Nog slechls 14 dagen Groote kortingen. Alles moet weg. nemén. Voor nadere bizonderheden zie men de in dit blad voorkomende adver tentie. Zangvereenlging „Morgenrood". Directeur: F. v. d. Mejj. Men schrijft ons: De onderafdeeling en 't kinderkoor van bovengenoemde zangvereeniging ge ven op Dinsdag 21 December de eerste uitvoering in dit seizoen. Het programma ziet er afwisselend uit. Naast een zestal nummers van 't kinderkoor en vijf num mers van de onderafdeeling, worden er drie nummers gezamenlijk gezongen. Als we weten dat er dan 130 kinderen zingen, dan verwachten we van deze nummers heel wat. 't Is altijd prettig kinderen te hooren zingen en als er dan gezongen wordt, zooals op den laatsten feestavond van Volksonderwijs, dan gaat men geheel op in den kingerzang. Ook prijkt er op 't programma een Dalcroze- nummer* en tot slot een komisch zang spel in twee bedrijven. Naar wij vernamen gaat 't groote koor van „Morgenrood" in Mei 1927 naar het concours van Bergen's Mannenkoor, dat in de nieuwe zaal van „De rustende jager" te Borgen gehouden wordt. Zij, die voor 1 Januari lid der vereeniging worden, kunnen aan dit eoncoura deel- Vrouwenkoor Vocaal Ensemble". Het Helder's Vrouwenkoor ,,'t Vocaal Ensemble", directeur de heer Toon de Hoogh, gaf gisterenavond voor kleinen kring een concert in Musis Sacrum. In meer dan één opzicht stond dit concert boven wat men hier in doorsnee aan vocale kunst te genieten krijgt. In de eerste plaats door de keuze der liederen. Op het programma prijkte als nummer één een omvangrijk koorwerk van Ferd. Hummel, geiiteld „Rumpel- stilzchen", een sprookjesgedicht voor koor, sopraan en mezzo-sopraansolo en declamatie, verder koorwerken van Oh. Miry, Gabriel Pierné, Billema. Voorts kleinere composities van diverse Hol- landsche componisten. In de tweede plaats muntte het concert uit door stijl en beschaafdheid. De dames zijn blijkbaar goed onderlegd; haar zang was nimmer ruw of onbeschaafd, ook de uitspraak der vreemde talen er werd. behalve in het Hollandsch, ook Fransch en Duitseh gezongen, was goed. Ten slotte viel de zuiverheid en ge voeligheid van den zang op; 't Vocaa Ensemble telt vele uitstekende vocale krachten onder haar leden, voor wie het zingen méér is dan repetities meemaken Alles uitvoerig te bespreken, zou ons verslag veel te groot maken, omdat het programma veelzijdig was en van uiteen loopenden aard. Het dankbare koorwerk van Ferd. Hummel opende, zooals wi; zeiden, het concert. Heel goed en zuivei was de samenzang, die afgewisseld werc door declamatie en solozang. Als decla matrice en sopraan-zangeres trad op mejuffrouw Joh. de Zwaan te 's Graven hage, die helaas in den beginne sukkelde met eenige heeschheid en zich in dit werk niet ten volle kon geven. Gelukkig had zij in het latere deel van den avonc haar heeschheid overwonnen. Zij werd in dit openingsnummer bij gestaan door mejuffrouw Annie Rogge veen, met haar mooie alt. Zuiver en krachtig zette het koor de proloog in en al dadelijk konden wij in het daaropvolgende Spinnlied de sopraan bewonderen. Geestig was het jagerskoor en de dames zongen het voortreffelijk in brilliant rhythme en met kracht en gloed. Telkens werd nu de koorzang af gewisseld met solozang, en in de wissel zangen van Rumpelstilzchen en de Mo lenaarsdochter voegde mejuffrouw Annie Roggeveen zich daar bij. De begeleiding was in sommige gedeelten zoo o.a. in het liedje van Rumpelstilzchen „Schnel mein Rfidchen" buitengewoon geestig en illustratief. Het koor zong hierna 01. Koops aardige damesliedje „Dag in de Lente", gevolgd dooreenuiterötbelangwekkend en geestig koo.r van Oh. Miry, getiteld „Les Bohé miens". Jammer dat hiervan; uit plaats gebrek de tekst niet was opgenomen in het programma, het was een voortreffelijk gezongen zeer aantrekkelijk koornummer. De begeleiding bestond behalve uit piano, uit triangel en rinkelbom, (hiervan was de heer Polane natuurlijk de man), het geen alleraardigst effect maakte. De hierin voorkomende solozang werd door onze stadgenoote mejuffrouw Jo de Boer uitstekend vertolkt. Na de pauze kregen we een belang wekkend, mooi nummer van Gabriel Pierné, „Le Repos en Egypte". Hier werd het solo gezongen door mejuffr. Annie Roggeveen, met haar glasheldere, fraaie stem. Twee composities van Markus Koch volgden dit nummer op„Elfenreigen" is een aardig liedje op aardige woorden van Ricarda Huch„Frtlhlingsgruss" een sterk gecomponeerd lied op een tekst van Eichendorff. Als laatste nummers werden gezongen „Sur 1' onde" van Oh. Billema, waarvan eveneens de tekst ontbrak, een extra nummer, a capella (zonder bege leiding) gezongen van Wierts, „St. Jans- vuur", drie kleinere liedjes van Zagwijn en tot slot het „Droomevrouw kom" van Jac. Bonset. Bij een zoo uitgebreid programma zal men ons ten goede houden, dat wij, zoo als we boven zeiden, slechts kort kunnen releveeren. Het a capella gezongen num mer van Wierts en wij kunnen het niet helpen, dat het wederom een inte ressant en boeiend nummer was werd zuiver en met veel gevoel vertolkt. Aar dig was hierin het dansmotiefje verwerkt. Ter verhooging van de suggestie werd bij de beide laatste nummers het licht in de zaal eenigszins afgedraaid, zoodat een schomer-duister heerschte. Wij hebben over mej. de Zwaan tot nu toe opzettelijk gezwegen. Immers, zij her stelde zich na het eerste nummer gelei delijk van haar mindere gedisponeerd heid, en brak na de pauze los in al de kracht van haar omvangrijk, glanzend orgaan. Reeds in twee liederen van Mahler, jeugdliederen, geheel in den stijl van de Lieder eines fahrenden Gesellen van dezen grootmeester, had zij ons laten hooren, dat zij was een zangeres van uit stekend stemraateriaal, van goede scholing en beschaving. In Humperdinck's Wie gelied haalde zij zonder eenige moeite de as, en wie denkt, dat dit nu niet zoo buitengewoon is, dien zij gezegd, dat deze toon in vijf coupletten telkens driemaal voorkomt. Men doe het maar eens na. Ook in de laagte waa haar stem edel en glansrijk. Het hoogtepunt bereikte zij naar onze meening in de liederen van Zagwijn. Dit was geenszinsomdat de anderen haar niet lagen, alles wat zij zong lag haar, maar omdat zij daarin haar heeschheid geheel had overwonnen. Het „Ligua Sylvarum" op woorden van den onsterfelijken Gezelle, was buiten gewoon van prestatie, en ook de andere liedekes waren voortreffelijk. Wij hebben hierbij, zjj het kort, het gehoorde gereleveerd. Wij mogen den heer Vwan de Weg niet Vergeten. Hem vooral niet, omdat zijn brilliante bege leiding zoo heel veel deed aan het wel slagen van dezen avond. Zijn krachtige aanslag, zijn techniek en routine, zijn muzikaliteit, deden hier wonderen, en hij kreeg een bloemetje, waarmee hij aan vankelijk bescheiden in zijn hoekje bleef zitten. Maar de heer de Hoogh haalde hem er uit om een ovatie van het opge togen publiek meest uit dames be staande in ontvangst te nemen. Het was schitterend I Het concert was een prachtig stuk werk en deze dames toonen heel wat te kun nen. Alle hulde voor dit sublieme werkl De flritoa Goldschmeding had voor dezen avond een prachtigen concertvleugel af gestaan, die ook al weer bijdroeg tot het welslagen. Na afloop hield een dansje velen bijeen. Het mannelijk contingent was niet over groot, maar dat hindert niet, nietwaar DE K XIH TE SOERABAIA AANGEKOMEN. Men schrijft aan de N. Rott. Crt.: De Nederlandsche Marine houdt het re cord voor de langste ongeoonvoyeerde rei^ met een onderzeeboot Er la een reis volbracht, welke belang stelling verdient in wijdere kringen dan die van de familiebetrekkingen en vrien den der opvarenden en van de Marine, waartoe de bemanning behoort Zij verdient die belangstelling even zeer in de kringen van handel en indus trie, omdat zij werd volbracht met een boot, gebouwd op een Nederlandsche werf van grootendeels Nederlandsche on- derdeelen; in wetenschappelijke kringen om het groote wetenschappelijke belang, dat bij de reis betrokken was; in sport kringen om het sportieve element, dat er schuilt in zulk een reis, die het uiterste vergt van het uithoudingsvermogen der bemanning; van het geheele Nederland sche volk, omdat zij toont wat Nederland sche durf, voortvarendheid en onderne mingsgeest vermogen. Toen het plan voor de uitreis via Pana ma-Kanaal werd uitgewerkt, beschikte men reeds over een rijke ervaring be treffende het afleggen van lange trajec ten in verschillende luchtstreken. Sinds 1920 waren reeds meerdere malen onder zeebooten ongeconvoyeerd naar Neder- landsch-Indië vertrokken langs dé gebrui kelijke route door het Suez-KanaaL Het groote verschil tegenover de reeds volbrachte reizen zou bestaan in den veel langeren duur der reis en in de groote afstanden zoowel totaal als van haven tot haven. De reis door het Suez-Kanaal toch is er ruim 900 zeemijl lang en duurt on geveer 21/* maand, terwijl de grootste af stand van haven tot haven ruim 2000 mijl bedraagt, waartegenover door het Pana ma-Kanaal moest worden afgelegd1 bijna 20.000 mijl, waarvoor 61/» maand noodig werd' geacht terwijl èn in den Atlantischen èn in den Stillen Oceaan beide een traject van 8800 mijl zonder tusschenhaven zou moeten worden afgelegd Blijkt uit deze cijfers reeds, dat men vol vertrouwen moest hebben in het mate rieel, hoeveel te meer gold dit niet voor het personeel. Het varen met onderzee booten stelt hooge eischen aan het phy- siekder bemanning. Maar meer nog dan de physieke, komen voor de zeer lange reizen naar voren de psychische eigenschappen van het perso neel, dat op zee de meestal steeds weder- keerende werkzaamheden verricht in die beperkte omgeving met dezelfde men- schen om zich heen; op de mooie dagen, als verblijf aan dek mogelijk is, met niets dan lucht en water op deze weinig beva ren routes, bij minder fraaie gelegenheid afgesloten van de buitenlucht ineen tleine, met werktuigen volgepropte ruim te. Zenuwen en vooral humeur worden dan wel op een zware proef gesteld, en vooral voor den commandant, die voor het geheel verantwoordelijk la, de navigatie leidt en in deze kleine militaire maat schappij, orde en tucht moet bandhaven s, meer dan de gewone dosis goed hu meur en mënschenkennis naast ijzeren zenuwen noodig om de reis tot een goed einde te brengen. De bemanning bestond uit 4 officieren en 27 onderofficieren en manschappen. Nadat de K. XIII in dienst gesteld en n de Noordzee grondig beproefd was, werd de uitreis van Nieuwediep af op 27 Mei 1926 aangevangen. In den Atlantischen Oceaan werden aangedaan Fayal (Azoren) en Las Palmas (Can,arische eilanden), waarna een over steek van ruim 8800 mijl in 20 dagen naar Cura^ao volgde, waar de boot op 8 Juli aankwam. Vandaar werd naar het Pana makanaal gestoomd. De K. XIII was de eerste vreemde on- volgd werd vla Mazatlan In Mexico naai San Franclsoo, waar men op 24 Augus tus aankwam. Vnadaar begon de groote oversteek over den Stillen Oceaan, eerst van San Franclsoo naar Honoloeloe over ruim 2000 zeemijl, daarna van Honoloeloe naar Guam, (een van de Marianne-ellan- den), het langste traject van 8880 zeemui in 19 dagen. Over Yap (een van de P^lao- eilanden benoorden Nieuw-Guinea) voei* de de reis naar Manila, vanwaar naar Abon werd gekoerst, waar de boot op 24 November aankwam. Daarmede was Ne- derlandsch-Indië bereikt, maar ten be hoeve van de slingerwaarnemingen, welke ook overigens voor een groot deel de keuze der route hadden beïnvloed, wer den verder nog Banda en Blma (op Soem- bawa) aangedaan, zoodat de groote reis eerst op 10 December een einde nam. Om de bemanning zooveel mogelijk ge legenheid te geuen zoo volledig mogelijk op haar verhaal te komen na den inge spannen dienst op de afgelegde trajecten en nieuwe kracht voor het volgende deel der reis op te doen, werd zij in de aan gedane havenplaatsen zooveel mogelDk ln hotels ondergebracht en ln verband hier mede de stilligtijd ruimer genomen dan in den regel het geval i& Van den totalen relsduur van 196 dagen werden ongeveer 88 dagen in verschillende havens door gebracht. Op versohillende der havenplaatsen was van te voren gezorgd voor brandstoffen en levensmiddelen, terwijl de boot te San Franclsoo gedokt werd, om, vooral op de nog komende lange trajecten, met schoo- ner kiel en dus geringer tegenstand en brandstofverbruik te kunnen varen. Be treffende dit laatste valt nog te vermel den, dat ln totaal gebruikt werden 806,000 L. brandstof en 7500 L. Smeerolie. En nu die groote reis achter den rug is en den opvarenden zeker in Soerabaja zoowel als buiten marinekringen een geestdriftige ontvangst zal zijn ten deel gevallen, nu moet het voor die mannen een groote voldoening zijn, te kunnen te rugzien op dezen grooten tocht, tot welks •welslagen zijn allen in vaak ongunstige omstandigheden het hunne hebben bijge dragen. Het „Handelsblad" schrijft: In de dagen, toen de reis naar Indië per zeilschip om de Kaap moest worden gemaakt, beweerde men, dat wie vriend schap op de proef wilde stellen, die reis eens met een vriend moest maken. Als de goede verstandhouding dat overleefde, dan konden Orestes en Pylades^ David en Jonathan daaraan een voorbeeld nemen. De ruimte evenwel, waarover men op een zeilschip beschikte, de gelegenneid tot ontspanning der spieren, de tijdsduur van de zeilschipsreis om de Kaap, zjj allen laten een wijd onderscheid met de reis der „K. XIII", waar men maar heel zelden als de zee heel kalm was en niet over het bootlichaam sloeg, gelegenheid had zich eens even te vertreden, waar slechts voor enkelen bij toerbeurt plaats was in den toren, die nog eenig uitzicht op de golven bood. Van iets, dat naar „privacy" ook maar zweemt, is geen sprake bij een dergelijke boot. Dat moge minder storen bij een kort verblijf, maar bij een reis van meer dan 20.000 mijlen, nog verlengd door de voor het weten schappelijk onderzoek noodige or.derdui- kingen, wordt dat een factor, die aan de zelftucht der opvarenden en aan het ver mogen van den commandant de tucht te handhaven, geweldig zware eischen stelt. Reist een duikboot in convooi, dan is er contact met de schepelingen van het begeleidende vaartuig. Obk op reis. Hier ontbrak alles van dien aard. Het ranke bootje vol machines, waar de weg van de torpedoruimte naar de machinekamer loopt door de nauwe verblijven van be manning en officieren de commandant heeft een gord jntje, dat zijn brits, op welks voeteneinde hij zit, als hij zijn journalen moet bijhouden, van het offlcierenverblijf „afscheidt" is al wat tot hun beschik king staat, met een minimum aan bagage daarvoor is geen ruimte zoodat ook aan de middelen den tijd, die het werk niet vraagt, aangenaam tepasseeren, slechts heel weinig ter beschikking staat. De reis is afgeloopen. De „K XIII" is te Soerabaja ter reede gekomen. De Nederlandsche marine heeft opnieuw be wezen, dat men haar een moeilijke taak mag toevertrouwen. Een werk des vredes is voltooid op een wijze, dat aan het „record" van de Nederlandsche marine een nieuwe verdienste is toegevoegd. Dat is een gelukwensch waard voor de marine, maar vooral voor den commandant den luitenant ter zee le kl. G. G. L.v.d. Kun) den état major en de bemanning van de „K XIII", die van een behouden reis in 't overzeesche deel van het vader land thuis kwam varen. Onderscheidingen voor de be manning. De K Xin is gistermorgen te Soerabala aangekomen en feestelijk ontvangen. De vlootvoogd hield een toespraak en reikte de volgendé decoraties uit: Luite nant ter zee lste klas, commandant L. G. L. van der Kun, officier in de Oranje- Na ssau; luitenant ter zee 2de klas J. J. L. Willinge en de officier van den marine stoomvaartdienst 2de klasse O. van der Linde, ridders in de Oranje-Nassau-orde; eere-medaille Oranje-Nassau in goud': torpedist-majoor W. O. Thijssen; in zilver: sergeant-machinist F. J. de la Fonteijne; in brons: korporaal-oonstabel P. van den Heuvel, korporaal-machinist 2de klas O. W. Hen, korporaal-kok F. P. Relndera en matroos lste klas G. P. Monshouwer. Aan ir. dr. F. A. Vening Meinesz werd de onderscheiding van officier in de Oranje-Nassau-orde verleend. De minister van marine heeft comman dant. état-major en bemanning van de K Xin telegrafisch zijn gelukwenschen derzeeboot, welke op eigen kracht dit ka- i hij de behouden aankomst in Ned.-In<iië naai passeerde. Hier werden aangedaan aangeboden. GoLaa «n Panama, waarna da rala v«r-1 Voor Maandagavond had de afd. Helder van de Arbeiders-Jeugd-Centrale de ver tooning aangekondigd van de Pinkster- fllm, waartoe velen naar „Scala" waren opgegaan. T Vervolgens sprak de heer Schumacher over feesten, dat velen die beschouwden als een gelegenheid om te drinken en pret te maken en 't de A. J. O- juist to doen is om is om één te zijn, saamhoorig- heid te kwoeken. Daarna begon de fllmvertooning met opnamen van bloeiende boomgaarden, oude stadsgedeelten, de aankomst to Oldenzaal en Zevenaar van de Duitschers, Oostenrijkers, »z., de opmarsch naar t tentenkamp van 660 tenten, in welks midden de „toren van Kameraadschap waarvan verschillende toespraken werden gehouden tot een duizendkoppige menigte; aantal deelnemers bedroeg 41661 De avonden werden gekort met zingen, dan sen, viool- en mandolinespel. De film eindigde met eenige fraaie dansen en opnamenjaan zee. Wij gelooven niet al te optimistisch te zijn als we zeggen dat de A J O met voldoening op dezen goed geslaagden filmavond terug kan zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5