van de inkomstenbelasting werd aangeno
men.
De voorgestelde straatbelasting is hier
mede vervallen.
Daarna werd de geheele begrooting met
17 tegen 8 stemmen een in de laatste
Jaren ongekende meerderheid aange
nomen.
De toestand is dus nu zóó, dat met de
aanneming van het voorstel van B. en W.
het geheele tekort gedekt wordt uit den
toeslag op de Inkomstenbelasting. Het
is evenwel de bedoeling, dat mochten de
beide andere, hierbovengenoemde voor
stellen worden aangenomen, de opbrengst
daarvan in mindering komt van het be-
bedrag dat uit den toeslag moet worden
gevonden.
Gemeenteraad v. Helder.
Vergadering van Donderdagavond 8 uur.
Afwezig met kennisgeving de heer Boo
gaard; 1 vacature (Haijblok).
Voortgegaan wordt met de behandeling der
Gemeentebegrootlng 1927.
De verschillende hoofdstukken, betrek
king hebbende op den Kapitaaldienst, wor
den z. h. s. aangenomen,.
Daarna komt aan de orde de vaststelling
van het cijfer omtrent de Inkomstenbelas
ting. Het Ooilege stelt hieromtrent het vol
gende voor:
De opbrengst Inkomstenbelasting netto
vast te stellen op 829.000 met dien ver
stande, dat bij toepassing van de verorde
ning zooaii die thans luidt het vermenig-
vuidiglngscjjfer 0.86 niet wordt overschre
den en het alsdan ontbrekende bedrag wordt
aangevuld op den voet van een toeslag op
het bedrag der aanslagen, welke toeslag
voor de eerste klasse zal bedragen pl. m.
0.86 en voor elke volgende kiasse met
pl. m. 0.86 zal stijgen. Een en ander met
dien verstande echter, dat genoemde toe
slag-bedragen nader naar omstandigheden
door den Raad zullen worden bepaald en de
redactie der wijziging, die tengevolge van
dezen maatregel in de heffingsverordèning
moet plaats hebben, aan Burgemeester en
Wethouders wordt overgelaten.
Het prae-advles omtrent dit voorstel is
den vorigeö avond in geheimen raad be
spreken. Het luidt als volgt:
Böj het opmaken! van de begrooting der
gemeente voor 1927 is het bedrag van te
ontvangen Inkomstenbelasting voor den
dienst 1927/1928 evenais dat voor den
dienst 1926/1927 op de begrooting voor 1926
uitgetrokken op 775.000, aldus schrij
ven B. en W.
Wjj meenden dat bedrag te kunnen ra
men zonder verhooging van het vermenig
vuldigingsgetal, ondanks het feit, dat in den
loop van 1926, op grond van door de In
spectie der Direote Belastingen, verstrekte
inlichtingen, de verwachting werd uitge
sproken, dat er pl.m. 60.000 minder zou
worden ontvangen. En dat wjj een diermate
optimistische raming gerechtvaardigd acht
ten, was eensdeels te danken aan1 de om
standigheid, dat ongeveer twee maanden
nadat de mare van een lagere opbrengst ad
50.000 ons bereikte, ons werd medege
deeld, dat dat bedrag tot pL m. 32.000 zou
worden gereduceerd; anderdeels omdat wij
meenden te mogen rekenen op eenige stij
ging van het totaal-belastbaar üikomen
«oordat onze gemeente in de eerste klasse
van bet beKoidigingsbealuit voor het Rijks
personeel was geplaatst
Omdat er ten opzichte der tiotale ont
vangst op den1 dienst 1926/1927 (begrooting
1926) nog geen nadere gegevens, althans
geen juist bedrag, bekend kon zijn, hebben
wij, zonder dat wij opnieuw inlichtingen van
do Inspecie hadden ontvangen, bovenge
noemd bedrag van. 776.000 ook toen wij de
begrooting aanboden, gehandhaafd
Toen echter bij de behandeling der be-
grooting in den Raad door enkele raadsleden
de vraag werd gesteld, of inderdaad te ver
wachten was, dat dit bedrag zou worden
ontvangen, en vooraï omdat te dien opzichte
tevens twijfel werd uitgesproken, heeft de
Wethouder voor de Financiën op 19 Januari
JA persoonlijk inlichtingen aan de Inspectie
ingewonnen, terwijl wjj daarna bovendien
besprekingen hielden over deze aangelegen
heid met het Hoofd van den Controledienst
der gemeente-belastingen.
Op grond' dier inlichtingen en besprekin
gen kwamen wij tot de conclusie, dat het
verantwoord was, om de raming van den
post Inkomstenbelasting op 775.000, hij
het vermendgvuldigingsgetal van 0.85, te
handhaven. In aansluiting daaraan, werd
dan ook vanwege ons Ooilege, zoowel door
den Voorzitter als door den Wethouder
voor de Financiën," ln de Raadsvergadering
van 20 Januari JA de mededeellng gedaan,
dat handhaving, bij eenig optimisme, kon
plaats hebben.
Ten einfie echter ter zake zoo safe moge
lijk te zijn, heeft de Wethouder voor de
Financiën op 26 Januari jA nogmaals aan
de Inspeotie der Directe Belastingen, als
mede aan de Oantróle der Gemeente-belas
tingen geïnformeerd hoe de stand toen was,
eni daarop werd aanvankelijk de ontvellende
mededeellng ontvangen, dat de opbrengst
1926/1927 slechts pl. m. 678.000 zou zijn,
weke opbrengst volgens een schrijven van
den Inspecteur (Ld. 27 Januari jJ. kon wor
den gesteld op pLm. 691.000 en volgens
een nog later ontvangen schrijven, (Ld. 29
Januari jA op rond J 714.000.
Aannemende nu, dat laatstgenoemd be
drag ten naastebij juisft is, dan zal er dus,
bij handhaving van het vermenigvuldig!ngs-
cijfer 0.86, ongeveer 775.000 f 714.000
is 61.000 te weinig uit de Inkomstenbe
lasting ontvangen wörden, wanneer overi
gens de toestand, wat het belastbaar inko
men etc. betreft, gelijk 'blijft.
Al zou mem nu de verwachting mogen
koesteren, dat de opbrengst nog eenigazins
meevallen zal (absolute zekerheid omtrent
het eindcijfer bestaat er namelijk nog met),
toch meenen wij, dat heit noodzakelijk is,
om maatregelen te treffen tot opheffing
van genoemd vermoedelijk tekort.
Zooals U bekend is, was er aanvankelijk
reeds een tekort van f 60.000 64.000) te
dekken, hetgeen' naar de meendng der meer
derheid in ons College zou moeten worden
gedekt door het heffen van Wegenbelasting,
naar de meening der minderheid door y er-
hooging van de Inkomstenbelasting coot
verhooging van het vermenilgvuldiglngs-
cijfer van 0.86 tot 0.91. Dat bedrag la In
middels door verschillende wijzigingen in
de begrooting, tijden» de behandeling in den
Raad, komen vast te staan op f 62.996 (zeg
rond 54.000, als wanneer de post „onvoor
zien" kan worden verhoogd tot f 9876).
In totaal moet er thans du9 gedekt worden
61.000 64.000 is rond 115.000.
Wij hebben nu in een drietal vergaderin
gen besproken, op w:-lke wijze deze dekking
zal moeten plaats hebben, en zijn daarbij tot
de conclusie gekomen, dat, ook wijl er, naar
wij uit de besprekingen in den Raad mee
nen te hebben opgemerkt, een vrij sterke
tegenstand tegen de Wegenbelasting be
staat, verhooging der Inkomstenbelasting
moet worden voorgesteld.
Die verhooging zouden wij echter niet
willen aanbrengen door gewoonweg het
vermenigvTLdigingso.ijfer te verhoogen, om
dat daardoor de belasting voor de aangesla-
genem in de midden- en de hoogere klassen
te drukkend zou worden.
Daarom hebben wij gezocht naar een mid
del om de aangeslagenen in de lagere klas
sen, voor wie toch vele der in de laatste
jaren genomen maatregelen, waard eor de
uitgaven zijn opgevoerd, in de eerste\plaats
gelden; pro rato iets meer zullen bijdragen.
En wij meenen dat middel te hebben ge
vonden door op de aanslagen, welke worden
verkregen door toepassing van het thans
geldende vermenigvuldiglngscij Ier 0.85, «-en
toeslag te heffen. Bepaalt men dien toeslag
op 0.86 voor elk der aanslagen in de eerste
klasse, met een toeneming van gelijk bedrag
ad' 0.86 voor eiken aanslag in iedere vol
gende klasse, dan zal door deze regeling ge
raamd naar het aantal aangeslagenen in elke
klasse volgens de kohieren 1925/1926 (na
dere gegevens zijn niet bekend) een totaal
bedrag van pi. m. f 128.000 opleveren, zoo
dat daardoor het totale tekort ruimschoots
zal zijn opgeheven. Wjj achten een eenigs-
zins ruime dekking gewenscht, om aan
eventueele tegenvallers het hoofd te kunnen
bieden.
Het resultaat van de toepassing hiervan
voor verschillende aanslagen is aangegeven
op een hjjgevoegden staat
Onder mededeeling, dat deze toepassing
niet in strijd is met de bepalingen der Wet
stellen B. en W. dus voor aldus te be
sluiten!
Het juiste bedrag van den toeslag moet
te zijner tijd door den Raad worden vast
gesteld.
Wij laten hier de verschillende becijfe
ringen volgen, zooals die door B. en W. zijn
versteekt Bij handhaving van het vermenig-
vulddgingscijfer van 0.85 is de opbrengst,
zooals hierboven is gezegd ongeveer
714.000. Bij heffing van den toeslag van
0.86 per klasse wordt (fit bedrag pL m.
848.400, bij verhooging van het verme-
nigvuldigingscijfer .tot 0.91, zooals door de
minderheid van B. en W. was voorgesteld,
wordt de opbrengst geraamd op pl m.
811.460, hij toepassing van het vermenrg-
vuldigingsgetal 1 zou de opbrengst zijn
848.400.
Men vindt in onderstaanden staat de ver
schillende bedragen, die bij de hierboven
genoemde toepassingen zouden moeten wor
den opgebracht Rubriek a is de aanslag,
zooals die thans nog toegepast wordt bij «en
vermenigvuldigingsfactor van 0.85, rubriek
Klasse 11
Belastbaar inkomen
t
Betaald moet worden volgens de regeling
a
b
O
d
1
f
60
f
100
f
1.58
f
1.64
f
2.38
ruim
f 1.80
4
200
260
ff
7.65
8.19
11.06
9.-
8
400
450
19.88
20.75
26.18
22.80
17
850
950
56.10
60.06
70*65
66.-
26
1760
1850
141.42
151.41
163.62
166.88
86
2760
2850
245.97
268.34
276.67
289.88
47
8860
8950
872.78
809.07
412.73
488.64
67
4860
4960
498.78
588.98
647.18
686.74
68
6960
eotfo
649.08
694.89
706.88
768.62
78
6950
7060
796.47
862.69
862.77
987.02
88
7950
8060
954.06
1021.40
1028.86
1122.42
98
8950
9060
1096.24
1196.08
1109.64
1818.22
108
9950
10060
1278.42
1368.66
1370.22
1604.02
161
14260
ff
14850
1976.79
2116.26
2104.14
2824.46
Het belastbaar Inkomen is het inkomen dat overblijft na aftrek van f 750
voor noodzakelijk levensonderhoud voor gehuwden en f 600.— voor ongehuwdéu.
b de aanslag berekend naar een factor van
0.91, rubriek c die bij heffing van een toe
slag van 0.86 op elke klasse, rubriek d d.e
bij heffing van dien vermenigvuldigings
factor 1. Opgemerkt wordt voorts; dat door
den Raad is aangenomen de regeling vol
gens rubriek c, zoodat deze cijfers aangeven
hetgeen dit jaar vermoedelijk zal moeten
worden betaald, eventueel .te verminderen
met hetgeen uit de overige bezuinigingen
zal worden verkregen.
In verband! hiermede wordt de Verorde
ning tot heffing eener Plaatselijke Belasting
naar het Inkomen gewijzigd door toevoe
ging van een nieuw artikel 7a, luidende:
„Boven het bedrag van eiken aanslag,
verkregen door toepassing van de voor
gaande artikelen, zal, zoo noodig, telken jare
worden geheven een bedrag, hetwelk voot
de eerste klasse op hoogstens f 1.— wordt
gesteld en voor elke volgende klasse telkens
met gelijk bedrag, als voor de eerste klasse
.bepaald, wordt verhoogd, zoodat wanneer
dat bedrag voor de eerste klasse op f 1.
wordt gesteld, het voor de tweede kiasse
2— wordt, voor de derde klasse f 8
enzoovoort. De aldus aan de bedragen, ver
kregen door toepassing van de voorgaande
artikelen, toegevoegde bedragen, vormen
met dezen gezamenlijk de aanslagen."
Omtrent deze wijze van dekking van het
tekort heerscht in het College thans een
stemmigheid.
Discussies.
De heer Van Dam was geenszins ver
rast de ^tukken te ontvangen betreffende
de vermoedelijke mindere opbrengst der in
komstenbelasting. Dat wij Iets dergelijks
zouden vernemen, had spr. wel verwacht.
Spr. was dan ook minder optimistisch dan
de offlcleele stukken Dat het Ooilege hier
thans mee komt, is een daad van moed. Uit
de correspondentie- met den Inspecteur
bleek wel, dat het ongeveer mogelijk was
een raming te maken, maar juist was die
niet te berekenen. Nu verwijet de inspecteur
naar de door hem gedane opgaven ln Juni
1926. Het College evenwel meende andere
cijfers te moeten aanhouden, en dus is het
een daad van moed, dat het dde thans niet
handhaaft Hiervoor prijst spr. het College.
Inderdaad zou verhooging van het ver-
men&gvuldigingscijfer een ondragelijke last
voor de burgerij worden, vandaaT deze toe
slagheffing naast het gewone tarief. Door
dezen maatregel blijven wij evenwel op het
zelfde niveau van uitgaven en Inkomsten,
niettegenstaande wij het er allen over eens
zijn, dat het belastheer Inkomen zoozeer
gedaald la, dat dit een funesten invioed
heeft op onze begrooting. Wij moeten dus
maatregelen nemen teneinde een lager bef-
fingspercen/tage mogelijk 1» maken. Voor
den htans voorgestelden toeslag voelt spr.
principieel. Maar is er niet nog wat aan te
doen, dat deze nog wat lager wordt?' Spr.
wijst nogmaals op de kosten bijv. van het
stenografisch verslag. De begrootingscijfers
kunnen weinig meer worden veranderd,
tenzij men principieel» beslissingen neemt
ten opzichte van allerlei maatregelen en
dingen,
Spr. vraagt of het geen tijd wordt, dat in
het Georganiseerd Overleg de kwestie eener
hoogere peneioenheffing besproken wordt
Wij komen langzamerhand in een zoo moei
lijke positie* dat deze zaak óók eene is van
het gemeente-personeeL Sur. heeft al eer
der gezegd, dat, betrekkelijk gesproken,
zoo'n premieheffing onbillijk is. Maar abso
luut gesproken acht spr. haar niet onbillijk.
Is deze kwestie niet in het G. O. te bespre
ken, vraagt spr„ wij kunnen dan wellicht
met een maand hierover beslissen en er, bij
de vaststelling van het vermenlgvuldigings-
cijfer rekening mede houden.
Ook bepleit spr. de heffing eener retri
butie voor de aansluitingen op gas, water
en eiectrioitedt Aanleg van hudaaansluitior
gen 'kost jaarlijks de gemeente f 51.000, met
de uitbreiding der gemeente wordt dit nu
62.000. Hierop wordt slechts 2000 af
geschreven, terwijl 8000 van dit kapitaal
moet worden betaald. En die aansluiting
krijgt men, onverschillig of men verbruiker
is of niet Er moet regelmatig een meterop-
nemer voor komen, en dat alles kost de ge
meente geld. Een autogarage b.v. zal slechts
zeer gering electriach licht gebruiken.
Toch moet daarvoor de looper der gemeente
komen, met een kwitantie, soms vindt hij
den eigenaar niet aanwezig, moet twee-,
driemaal loopen, enz. Dat zijn vaste kosten*
die de gemeente heeft en waartegenover
geen baten staan. Indien men hiervoor een
kleine heffing kon nemers zou dat het be
drijf ten goede komen-.
Ook deze kwestie moet naar spr. meening
onder de oogen worden gezien vóór de vast
stelling van het heffingspercentage. Spr. Is
overigens geen voorstander van indirecte
heffringen, doch grijpt dit middel alleen
aan om te ontkomen aan een calamiteit,
waaronder wij zuchten. Wij allen voelen de
moeilijkheden van den toestand. Er is uit
zicht op verbetering van den toestand door
het Rijk. zeker, maar daartegenover staan
weer andere dingen, die den toestand ver
zwaren. Men kan 't principe, dat wie meer
heeft ook meer betalen Iran, niet tot in het
oneindige doorvoeren.
Spr. vraagt aan het College zijn eerste
voorstel over te willen nemen (dit betreft
de 6 pensioenstorting door dé ambtena
ren), het 2e (heffing van een bedrag voor de
aansluitingen op de bedrijven) te overwegen
of in de Oie. voor de Bedrijven aanhangig
te maken.
De pensioenBtortdng is zeer zeker een
onaangename maatregel. Maar als de Raad
eensgezind is, is nog wel iets ander» te be
reiken ook. Bitvoorbeeld kan men in het
nieuwe raadhuis straks door verbetering
van de efficiency bezuiniging krijgen. Laat
men zoo spoedig mogelijk maatregelen in
dezen geest nemen. Voor verlaging van
salarissen gevoelt spr. weinig. Beter is het
te besparen door inkrimping van personeel.
Ai deze dingen zijn evenwel moeilijk ln
den Raad te beslissen, al moeten ze naar
spr. meerling wel door de raadsleden wor
den bezien. Op dezen' grond verdient het
naar spr. meening aanbeveling het College
te doen bijstaan door een Commissie van
Bijstand voor de fimntüto.
'De heer Biersteker wil lzs het kort
zijn stem tegen, de begrooting motiveeren.
Spr. wijst er eerst nog op, dat de stem
ming over de 5 pensioenstorting tenge
volge van de afwezigheid van een drietal
leden niet tot haar ware proportfiën tot
uiting is gekomen. Spr. althans en de heer
Van Dam (misschien de heer Schoeffelen-
berger ook) zouden vóór pensioerikorting
hebben gestemd'.
Spr. wijst er voorts op, dat alle andere
pogingen' om door opheffing van weliswaar
nuttige, doch niet absoluut noodzakelijke in
stellingen, door verruiming van werktijd
van administratief personeel, zoomede door
een andere werkverdeeling, tot bezuiniging
te kamen* hebben gefaald en doet uitkomen,
dat er een sterke strooming in den Raad
bestaat, die door bezuiniging belastingver-
hooging heeft wllen voorkomen. Spr. heeft
bij de Alg. Beschouwingen voldoende doen
uitkomen, dat het welvaartspeil der burgerij
is gedaald en dat het economisch vooruit
zicht voor onze gemeente niet schitterend is.
Hetgeen spr. zeide wordt door de meded-e-
liingen van den wethouder van finantiën
volkomen bevestigd. Het belastbaar inko
men is in drie jaar met bijna twee millioen
gulden gedaald en wordt nog steeds lager.
Daarnaast het feit, dat de belasting steeds
hooger is geworden, zoodat we thans be-
hooren onder de hoogsten in dien lande en
het allerhoogst onder 26 gemeenten van
gelijke grootte, door spr. in zijn eerste rede
aangehaald.
Spr. kan daarom geen vrijheid' vinden
aan eenige ried meerdere belastingverhoo-
gtng mede te werken, omdat onze gemeen
tenaren' reeds overbelast zijtn. Thans weer
zal de verhooging der Inkomstenbelasting
ongeveer 12 moeten bediragen. Spr. acht
het een verkeerde gemeentepolitiek, dat
men alle pogingen om door bezuinigingen
aan be:a3tingverhooging te ontkomen* heeft
afgewezen en voorziet' daarvan noodlott.ge
gevolgen. Spr. wenscht de verantwoorde
lijkheid voor een dergelijke politiek niet
«nede te dragen en zal op dien grond tegen
de begrooting stemmen.
Deze verklaring had ik Maandagavond
klaar gemaakt, omdat ik mij had voorgeno
men niet veel meer te zeggen, daar het toch
niets meer baatte. Evenwel ontving ik toen
Dinsdag de ontstellende tijding, neergelegd
ln Bijlage 9. Een nieuwe verrassing; het
tekort op de belasting voor de begrooting
1926 bedraagt niet 40.000, zooals ik reeds
in mijn rede op 19 Januari JA heb mede
gedeeld, doch bedraagt nu reeds 61.000.
Tezamen met het tekort op de begrooting
1927 (ad 64.000) moet dus nu dekking ge
zocht worden voor 116.000. Dat beteekent
dus dat de belastingverhooglng zal moeten
bedragen ruim 171/, zoodat dus b.v.
iemand met een belastbaar inkomen van
1750, dié thans moet betalen 141.42,
voortaan zal moeten betalen 166.88, of,
bij aanneming van het door B. en W. voor
gestelde stelsel 168.62, dat is ruim vijftien
percent verhooging. Dit enkele voorbeeld
acht ik voldoende, omdat iedereen kan na
rekenen, dat voor de andere klassen naar
rato ongeveer dezelfde maatstaf geldt Dit
is voor mij opnieuw een argument om niet
mee te kunnen gaan met de m. L verderfe
lijke gemeentepolitiek.
Spr. wijst er voorts op, dat het beeld, dat
in Bijlage 9 op de bijgevoegde lijst van de
aanslagen gegeven wordt, absoluut onjuist
is en een glad verkeerde voorstelling van
de zaken geeft Door B. en W. wordt alweer
een onzuivere, eenzijdige voorstelling van
de cijfers gegeven. Waarom en door wel
ken geest zijn B. en W. toch bezield om
aan den' Raad zulke onvolledige gegevens te
verstrekken? Is dit camouflage of soufflage,
of wat anders zit hier achter? Toen gister
avond door mij hierop is gewezen, kwam
men terstond met een tweede Ujst voor den
dag. waarin een heel ander beeld werd ge
geven. Waarop toch düt lijstje niet terstond
hij de bijlage gevoegd?
Deze wijze van handelen- is niet bevor
derlijk om het toch ai geschokte vertrouwen
in het College te versterken. Nu is eerst de
begrooting afgehandeld; alle pogingen tot
bezuiniging zijn genekt en thans komen B.
en W. met deze bijlage en het peuleschilletje
van een tekort van honderd vijftien duizend
gulden, 't Allerergste vind ik, dat, toen door
mij de mededeeling werd gedaan, dat er zoo
vee! minder zou worden ontvangen, niet
onmiddellijk dqor B. en W. de behandeling
der begrooting geschorst is om volledige
zekerheid te erlangen, t Ia nu toch geble
ken, dat mijn inlichtingen op 19 Januari
uitgesproken rifiet onjuist waren* Het is de
vraag of niet verschillende raadsleden, die
nu tegen diverse posten hebben gestemd,
met de wetenschap van thang, anders ge
stemd zouden hebben.
Zuiver zou nu feitelijk de geheele begroo
ting opnieuw behandeld moeten worden.
Echter zal ik daartoe geen voorstel doen,
omdat ik, lettende op de volgaarne meerder
heid ven deni Raad, (wil mien het andera
noemen de z.g. democratische strooming)
daarvan toch geen heil verwacht
Over de bijlage zelf zal spr. niet veel
zeggen. Alleen wtil ik die opmerking nog
maken, dat de aanvaarding van de door B.
en W. voorgestelde wijze van heffing voor
de democraten in dezen Raad een bittere pil
zal zijn, omdat juist dat deel van de burgerij
waarvoor door hen steeds voornamelijk
wordt gepleit 't allerzwaarst getroffen
wordt
Mijn standpunt ia en blijft: de belasting
hier is reeds zoo hoog, dat geen enkele ver-
hoogirig geoorloofd ik De verantwoording
laat ik aan de meerderheid, die van bezuini
ging niets heeft willen weten. Toch koester
ik de hoop, dat eindelijk ook de meerderheid
van den Raad tot het inzicht zal komen, dat
het zóó niet langer kan en dat op andere
wijize ral moeten worden getracht het ge-
meentesoheepje uit eten modder te trekken.
Want ook de toekomst is en blijff m. L
duister. De lasten worden nog grooter, ter
wijl het belastbaar inkomen nog (talende is;
kans op vermeerdering Is er vooralsnog niet.
Het volgend jaar zullen de uitgaven voor
bet nieuwe Raadhuis, hot Oudeliedenhuis,
Wij hebben voor een gemakkelijker
overzicht, de -belde door B. eni W. verstrekte
staatjes samengevoegd1 eni hierboven afge
drukt.
meerdere aflossingen etc. weer grooter zijm.
Het tekort op de exploitatierekening van
het Oudeliedenhuis zal zeer groot rijn. I)e
vorige maal haalde ik aan, dat de gasver war
ming over November had gekost 680 (in
werkelijkheid is het echte® 760 geweest),
terwijl over December is verbruikt voor
960 aan gaa
Al deze dingen moeten ons tot voorzich-
bighdid stemmen. Ik hoop niet, dat bier het
spreekwoord van het kalf en de put van
toepassing zal worden.
Met allen ernst wil ik den Raad toeroe
pen: Sluit toch niet de oogen voor de feiten.
Niemand toch zal meer durven en kunnen
tegenspreken, dat de financieele toestand
van onze gemeente zoo al niet hopeloos, dam
toch uitermate zorgwekkend) is. Indien we
niet tijdig terugkeeren, voorzie ik helaas,
dat we Emmen, Sleen, VTÜelankL etc. ach
terna gaan.
Inderdaad, uit helIMge overtuiging, en om
dat ik nog altijd Helder vooruit wil bren
gen, ls mijn dringend verzoek aan allen:
Vergeet toch eene uw partijprogramma;
laat uw politieke asplratiën wat rusten;
let op den financieelen nood van onze ge
meente en werk eendrachtig samen aan het
zufver belang van de Gemeente, dat is: door
verheffing van welvaart te geraken tot ge
zonde financieele politiek. Daartoe moet riet
alleen de belastingbetalende burgerij een
offer brengen**maar zal ook door de ln ge
meentedienst zijnden een offer moeten
worden gebracht
Ik wensch, M. de V„ nogmaals een po
ging te doen; om ook door een betere rege
ling voor het administratief personeel tot
bezuiniging te gerakea
Dit voorstel wil ik belichamen fn een
motie, luidende:
de Raad; Gehoord de bespreking over
de werktijden van bet administratief per
soneel ln gemeentedienst nooddgt B. en
W. uit* desgewenscht in overleg met dat
personeel, eene andere regeling dier werk
tijden te ontwerpen en aan den Raad
voorstellen te doen.
Een tweede punt, <tat in.L tot bezuini
ging kan leiden is de gasverwarming van
het Oudeïïeden!iui». Het is daarom, (tat ik
ook hierover een motie wil indienen, lui
dende:
De Raad; Gelet op de booge kosten der
verwarming met gas van het Oudelieden
huis, noodlgt B. en W. uit zoo spoedig
mogelijk met het Burgerlijk Armbestuur
ln overleg te treden om tot een meer
economische verwarming van het Oude
Medenhuta te geraken.
M. de V. 't Zal niet noodig zijn ter toe
lichting dezer beide moties veel te zeggen.
Z]j spreken voor zichzelf. Het zou mij aan
genaam zijn, indien B. en W. deze moties
wilden aanvaarden.
En nu tenslotte: Het spijt mij, dat ik
geen vrijheid kan vinden om mijn stem aan
deze begrooting te gevenr, evenwel wil ik
verklaren* alles te doen. wat in mijn ver
mogen is om mede te werken om het m.L
zieke huishouden zoo mogelijk weer gezond
te maken. Ik zal stemmen vóór alle pogin
gen, die to* bezuiniging kunnen lelden, doch
mij: blijven verzetten teg.-n alle, niet atrikt
noodzakelijke uitgaven. Daarbij aal moeten
worden geroeid met de riemen; dl» wjj
hebbent
De heer Eijlders bespreekt de bijlage
betreffende de opbrengst der belastingen.
Na de geheime zitting van gisterenavond ls
spr. vertrouwen in het College geschokt. In
1926 was er 50.000 tekort, men moest naar
middelen omzien ter dekking eni men vond
die. Maar daarin ls de meerdere opbrengst
der herclassificatde, waar men zoo groots
verwachtingen van had, reeds verdiscon
teerd Die ia namelijk uitbetaald in Januari
1926. Tot tweemaal toe heeft de heer Van
Dam gevraagd of de Raad wel wist, dtt die
herclaaaifxatie reeds in de begrooting 1926
was verwerkt. Hij heeft daarop nimmer snit
woord gekregen. Voor wat de werf betrtft,
is aan meerdere Iconen uitbetaald: 7000
aan directeur, ingenieur» en hoofdambte
naren, 6000 aan ambtenaren; 68.000 aan
werklieden, (tat is dus 76.000 in totaaL
Spr. leest een schrijven voor van den Mi
nister van Financiën ten betooge, dat deze
uitkeering moet worden aangemerkt als deel
van het inkomen over 1926, onverschillig ln
welk jaar zij is uitbetaald.
Bij de begrooting is door enkele leden
twijfel uitgesproken omtrent dit bedrag en
in de Bijlage wordt met deze herclaaelricatle
rekening gehouden en met optimirane over
finantieelen to6Stan<J der gemeente g&~
sproken. Dat de wethouder op 19 Januari
hiernaar een onderzoek instelde; stelt spr.
op prijs, omdat daaruit blijkt* dat het College
nota neemt van hetgeen raadsleden zeggen.
Daarna heeft de wethouder gemeend het
vermenögvuldigingscijfer te moeten hand
haven. Maar spr. begrijpt niet wat de oor
zaak ia, dat thans op 26 Januari wederom
inlichtingen worden ingewonnen bij den
inspecteur. Toen wjj dien avond hier ver
gaderden, wist het College* dat er 97.000
te kort was. Op 27 Januari, dius des anderen
daags, wist het College, dat er 84.000 te
kort was. Op 29 Januari was het bedrag weer
anIers. Daarbij mag men toch van geschokt
vertrouwen spreken!
v JÏSf moet geóekt worden f 118-000 en
hst Ooilege meent het middel ervoor geven-
den te hebben. Maar stellig was de heer
erstegen niet aanwezig toen dit besluit
genomen werd, want anders ware het er
niet gekomen. Doordat de heer Verategen
er blijkbaar niet bij was, liepen de heeren
niet meer aan zijn leiband en kwam het
huidjg voorstel er. Ged. Staten zullen (fit
als zijtak van de belasting eerder goedkeu
ren can een hefflngscijfer van 1. Spr. toont
uit de verschillende opbrengstejjfers aan,
dat men het thans niet haalit waar het ls.
Men heeft niet op tegenvaller» gerekend en
mag ook daarvoor wel een percentage itel-
icn. Met eenige voorbeelden toont spr. aan,
dat het niet zooveel scheelt
hebben hier 6691 aanslagen van
„f**0 on 866 vsn 2000 tot f 2600,
660 boven de 26O0. Het la spr. onbegrtt-
P iL-j ra®n <fit voorstel komt Men
zal inderdaad de progressie moeten wijzigen
en niet een toeslag heffen. Spr. ral 6*n
sist met de voorstallen medegaan.
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ft
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
f
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ft
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ft
ff
II
ff
ff
ff
ft
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff