van de inkomstenbelasting werd aangeno men. De voorgestelde straatbelasting is hier mede vervallen. Daarna werd de geheele begrooting met 17 tegen 8 stemmen een in de laatste Jaren ongekende meerderheid aange nomen. De toestand is dus nu zóó, dat met de aanneming van het voorstel van B. en W. het geheele tekort gedekt wordt uit den toeslag op de Inkomstenbelasting. Het is evenwel de bedoeling, dat mochten de beide andere, hierbovengenoemde voor stellen worden aangenomen, de opbrengst daarvan in mindering komt van het be- bedrag dat uit den toeslag moet worden gevonden. Gemeenteraad v. Helder. Vergadering van Donderdagavond 8 uur. Afwezig met kennisgeving de heer Boo gaard; 1 vacature (Haijblok). Voortgegaan wordt met de behandeling der Gemeentebegrootlng 1927. De verschillende hoofdstukken, betrek king hebbende op den Kapitaaldienst, wor den z. h. s. aangenomen,. Daarna komt aan de orde de vaststelling van het cijfer omtrent de Inkomstenbelas ting. Het Ooilege stelt hieromtrent het vol gende voor: De opbrengst Inkomstenbelasting netto vast te stellen op 829.000 met dien ver stande, dat bij toepassing van de verorde ning zooaii die thans luidt het vermenig- vuidiglngscjjfer 0.86 niet wordt overschre den en het alsdan ontbrekende bedrag wordt aangevuld op den voet van een toeslag op het bedrag der aanslagen, welke toeslag voor de eerste klasse zal bedragen pl. m. 0.86 en voor elke volgende kiasse met pl. m. 0.86 zal stijgen. Een en ander met dien verstande echter, dat genoemde toe slag-bedragen nader naar omstandigheden door den Raad zullen worden bepaald en de redactie der wijziging, die tengevolge van dezen maatregel in de heffingsverordèning moet plaats hebben, aan Burgemeester en Wethouders wordt overgelaten. Het prae-advles omtrent dit voorstel is den vorigeö avond in geheimen raad be spreken. Het luidt als volgt: Böj het opmaken! van de begrooting der gemeente voor 1927 is het bedrag van te ontvangen Inkomstenbelasting voor den dienst 1927/1928 evenais dat voor den dienst 1926/1927 op de begrooting voor 1926 uitgetrokken op 775.000, aldus schrij ven B. en W. Wjj meenden dat bedrag te kunnen ra men zonder verhooging van het vermenig vuldigingsgetal, ondanks het feit, dat in den loop van 1926, op grond van door de In spectie der Direote Belastingen, verstrekte inlichtingen, de verwachting werd uitge sproken, dat er pl.m. 60.000 minder zou worden ontvangen. En dat wjj een diermate optimistische raming gerechtvaardigd acht ten, was eensdeels te danken aan1 de om standigheid, dat ongeveer twee maanden nadat de mare van een lagere opbrengst ad 50.000 ons bereikte, ons werd medege deeld, dat dat bedrag tot pL m. 32.000 zou worden gereduceerd; anderdeels omdat wij meenden te mogen rekenen op eenige stij ging van het totaal-belastbaar üikomen «oordat onze gemeente in de eerste klasse van bet beKoidigingsbealuit voor het Rijks personeel was geplaatst Omdat er ten opzichte der tiotale ont vangst op den1 dienst 1926/1927 (begrooting 1926) nog geen nadere gegevens, althans geen juist bedrag, bekend kon zijn, hebben wij, zonder dat wij opnieuw inlichtingen van do Inspecie hadden ontvangen, bovenge noemd bedrag van. 776.000 ook toen wij de begrooting aanboden, gehandhaafd Toen echter bij de behandeling der be- grooting in den Raad door enkele raadsleden de vraag werd gesteld, of inderdaad te ver wachten was, dat dit bedrag zou worden ontvangen, en vooraï omdat te dien opzichte tevens twijfel werd uitgesproken, heeft de Wethouder voor de Financiën op 19 Januari JA persoonlijk inlichtingen aan de Inspectie ingewonnen, terwijl wjj daarna bovendien besprekingen hielden over deze aangelegen heid met het Hoofd van den Controledienst der gemeente-belastingen. Op grond' dier inlichtingen en besprekin gen kwamen wij tot de conclusie, dat het verantwoord was, om de raming van den post Inkomstenbelasting op 775.000, hij het vermendgvuldigingsgetal van 0.85, te handhaven. In aansluiting daaraan, werd dan ook vanwege ons Ooilege, zoowel door den Voorzitter als door den Wethouder voor de Financiën," ln de Raadsvergadering van 20 Januari JA de mededeellng gedaan, dat handhaving, bij eenig optimisme, kon plaats hebben. Ten einfie echter ter zake zoo safe moge lijk te zijn, heeft de Wethouder voor de Financiën op 26 Januari jA nogmaals aan de Inspeotie der Directe Belastingen, als mede aan de Oantróle der Gemeente-belas tingen geïnformeerd hoe de stand toen was, eni daarop werd aanvankelijk de ontvellende mededeellng ontvangen, dat de opbrengst 1926/1927 slechts pl. m. 678.000 zou zijn, weke opbrengst volgens een schrijven van den Inspecteur (Ld. 27 Januari jJ. kon wor den gesteld op pLm. 691.000 en volgens een nog later ontvangen schrijven, (Ld. 29 Januari jA op rond J 714.000. Aannemende nu, dat laatstgenoemd be drag ten naastebij juisft is, dan zal er dus, bij handhaving van het vermenigvuldig!ngs- cijfer 0.86, ongeveer 775.000 f 714.000 is 61.000 te weinig uit de Inkomstenbe lasting ontvangen wörden, wanneer overi gens de toestand, wat het belastbaar inko men etc. betreft, gelijk 'blijft. Al zou mem nu de verwachting mogen koesteren, dat de opbrengst nog eenigazins meevallen zal (absolute zekerheid omtrent het eindcijfer bestaat er namelijk nog met), toch meenen wij, dat heit noodzakelijk is, om maatregelen te treffen tot opheffing van genoemd vermoedelijk tekort. Zooals U bekend is, was er aanvankelijk reeds een tekort van f 60.000 64.000) te dekken, hetgeen' naar de meendng der meer derheid in ons College zou moeten worden gedekt door het heffen van Wegenbelasting, naar de meening der minderheid door y er- hooging van de Inkomstenbelasting coot verhooging van het vermenilgvuldiglngs- cijfer van 0.86 tot 0.91. Dat bedrag la In middels door verschillende wijzigingen in de begrooting, tijden» de behandeling in den Raad, komen vast te staan op f 62.996 (zeg rond 54.000, als wanneer de post „onvoor zien" kan worden verhoogd tot f 9876). In totaal moet er thans du9 gedekt worden 61.000 64.000 is rond 115.000. Wij hebben nu in een drietal vergaderin gen besproken, op w:-lke wijze deze dekking zal moeten plaats hebben, en zijn daarbij tot de conclusie gekomen, dat, ook wijl er, naar wij uit de besprekingen in den Raad mee nen te hebben opgemerkt, een vrij sterke tegenstand tegen de Wegenbelasting be staat, verhooging der Inkomstenbelasting moet worden voorgesteld. Die verhooging zouden wij echter niet willen aanbrengen door gewoonweg het vermenigvTLdigingso.ijfer te verhoogen, om dat daardoor de belasting voor de aangesla- genem in de midden- en de hoogere klassen te drukkend zou worden. Daarom hebben wij gezocht naar een mid del om de aangeslagenen in de lagere klas sen, voor wie toch vele der in de laatste jaren genomen maatregelen, waard eor de uitgaven zijn opgevoerd, in de eerste\plaats gelden; pro rato iets meer zullen bijdragen. En wij meenen dat middel te hebben ge vonden door op de aanslagen, welke worden verkregen door toepassing van het thans geldende vermenigvuldiglngscij Ier 0.85, «-en toeslag te heffen. Bepaalt men dien toeslag op 0.86 voor elk der aanslagen in de eerste klasse, met een toeneming van gelijk bedrag ad' 0.86 voor eiken aanslag in iedere vol gende klasse, dan zal door deze regeling ge raamd naar het aantal aangeslagenen in elke klasse volgens de kohieren 1925/1926 (na dere gegevens zijn niet bekend) een totaal bedrag van pi. m. f 128.000 opleveren, zoo dat daardoor het totale tekort ruimschoots zal zijn opgeheven. Wjj achten een eenigs- zins ruime dekking gewenscht, om aan eventueele tegenvallers het hoofd te kunnen bieden. Het resultaat van de toepassing hiervan voor verschillende aanslagen is aangegeven op een hjjgevoegden staat Onder mededeeling, dat deze toepassing niet in strijd is met de bepalingen der Wet stellen B. en W. dus voor aldus te be sluiten! Het juiste bedrag van den toeslag moet te zijner tijd door den Raad worden vast gesteld. Wij laten hier de verschillende becijfe ringen volgen, zooals die door B. en W. zijn versteekt Bij handhaving van het vermenig- vulddgingscijfer van 0.85 is de opbrengst, zooals hierboven is gezegd ongeveer 714.000. Bij heffing van den toeslag van 0.86 per klasse wordt (fit bedrag pL m. 848.400, bij verhooging van het verme- nigvuldigingscijfer .tot 0.91, zooals door de minderheid van B. en W. was voorgesteld, wordt de opbrengst geraamd op pl m. 811.460, hij toepassing van het vermenrg- vuldigingsgetal 1 zou de opbrengst zijn 848.400. Men vindt in onderstaanden staat de ver schillende bedragen, die bij de hierboven genoemde toepassingen zouden moeten wor den opgebracht Rubriek a is de aanslag, zooals die thans nog toegepast wordt bij «en vermenigvuldigingsfactor van 0.85, rubriek Klasse 11 Belastbaar inkomen t Betaald moet worden volgens de regeling a b O d 1 f 60 f 100 f 1.58 f 1.64 f 2.38 ruim f 1.80 4 200 260 ff 7.65 8.19 11.06 9.- 8 400 450 19.88 20.75 26.18 22.80 17 850 950 56.10 60.06 70*65 66.- 26 1760 1850 141.42 151.41 163.62 166.88 86 2760 2850 245.97 268.34 276.67 289.88 47 8860 8950 872.78 809.07 412.73 488.64 67 4860 4960 498.78 588.98 647.18 686.74 68 6960 eotfo 649.08 694.89 706.88 768.62 78 6950 7060 796.47 862.69 862.77 987.02 88 7950 8060 954.06 1021.40 1028.86 1122.42 98 8950 9060 1096.24 1196.08 1109.64 1818.22 108 9950 10060 1278.42 1368.66 1370.22 1604.02 161 14260 ff 14850 1976.79 2116.26 2104.14 2824.46 Het belastbaar Inkomen is het inkomen dat overblijft na aftrek van f 750 voor noodzakelijk levensonderhoud voor gehuwden en f 600.— voor ongehuwdéu. b de aanslag berekend naar een factor van 0.91, rubriek c die bij heffing van een toe slag van 0.86 op elke klasse, rubriek d d.e bij heffing van dien vermenigvuldigings factor 1. Opgemerkt wordt voorts; dat door den Raad is aangenomen de regeling vol gens rubriek c, zoodat deze cijfers aangeven hetgeen dit jaar vermoedelijk zal moeten worden betaald, eventueel .te verminderen met hetgeen uit de overige bezuinigingen zal worden verkregen. In verband! hiermede wordt de Verorde ning tot heffing eener Plaatselijke Belasting naar het Inkomen gewijzigd door toevoe ging van een nieuw artikel 7a, luidende: „Boven het bedrag van eiken aanslag, verkregen door toepassing van de voor gaande artikelen, zal, zoo noodig, telken jare worden geheven een bedrag, hetwelk voot de eerste klasse op hoogstens f 1.— wordt gesteld en voor elke volgende klasse telkens met gelijk bedrag, als voor de eerste klasse .bepaald, wordt verhoogd, zoodat wanneer dat bedrag voor de eerste klasse op f 1. wordt gesteld, het voor de tweede kiasse 2— wordt, voor de derde klasse f 8 enzoovoort. De aldus aan de bedragen, ver kregen door toepassing van de voorgaande artikelen, toegevoegde bedragen, vormen met dezen gezamenlijk de aanslagen." Omtrent deze wijze van dekking van het tekort heerscht in het College thans een stemmigheid. Discussies. De heer Van Dam was geenszins ver rast de ^tukken te ontvangen betreffende de vermoedelijke mindere opbrengst der in komstenbelasting. Dat wij Iets dergelijks zouden vernemen, had spr. wel verwacht. Spr. was dan ook minder optimistisch dan de offlcleele stukken Dat het Ooilege hier thans mee komt, is een daad van moed. Uit de correspondentie- met den Inspecteur bleek wel, dat het ongeveer mogelijk was een raming te maken, maar juist was die niet te berekenen. Nu verwijet de inspecteur naar de door hem gedane opgaven ln Juni 1926. Het College evenwel meende andere cijfers te moeten aanhouden, en dus is het een daad van moed, dat het dde thans niet handhaaft Hiervoor prijst spr. het College. Inderdaad zou verhooging van het ver- men&gvuldigingscijfer een ondragelijke last voor de burgerij worden, vandaaT deze toe slagheffing naast het gewone tarief. Door dezen maatregel blijven wij evenwel op het zelfde niveau van uitgaven en Inkomsten, niettegenstaande wij het er allen over eens zijn, dat het belastheer Inkomen zoozeer gedaald la, dat dit een funesten invioed heeft op onze begrooting. Wij moeten dus maatregelen nemen teneinde een lager bef- fingspercen/tage mogelijk 1» maken. Voor den htans voorgestelden toeslag voelt spr. principieel. Maar is er niet nog wat aan te doen, dat deze nog wat lager wordt?' Spr. wijst nogmaals op de kosten bijv. van het stenografisch verslag. De begrootingscijfers kunnen weinig meer worden veranderd, tenzij men principieel» beslissingen neemt ten opzichte van allerlei maatregelen en dingen, Spr. vraagt of het geen tijd wordt, dat in het Georganiseerd Overleg de kwestie eener hoogere peneioenheffing besproken wordt Wij komen langzamerhand in een zoo moei lijke positie* dat deze zaak óók eene is van het gemeente-personeeL Sur. heeft al eer der gezegd, dat, betrekkelijk gesproken, zoo'n premieheffing onbillijk is. Maar abso luut gesproken acht spr. haar niet onbillijk. Is deze kwestie niet in het G. O. te bespre ken, vraagt spr„ wij kunnen dan wellicht met een maand hierover beslissen en er, bij de vaststelling van het vermenlgvuldigings- cijfer rekening mede houden. Ook bepleit spr. de heffing eener retri butie voor de aansluitingen op gas, water en eiectrioitedt Aanleg van hudaaansluitior gen 'kost jaarlijks de gemeente f 51.000, met de uitbreiding der gemeente wordt dit nu 62.000. Hierop wordt slechts 2000 af geschreven, terwijl 8000 van dit kapitaal moet worden betaald. En die aansluiting krijgt men, onverschillig of men verbruiker is of niet Er moet regelmatig een meterop- nemer voor komen, en dat alles kost de ge meente geld. Een autogarage b.v. zal slechts zeer gering electriach licht gebruiken. Toch moet daarvoor de looper der gemeente komen, met een kwitantie, soms vindt hij den eigenaar niet aanwezig, moet twee-, driemaal loopen, enz. Dat zijn vaste kosten* die de gemeente heeft en waartegenover geen baten staan. Indien men hiervoor een kleine heffing kon nemers zou dat het be drijf ten goede komen-. Ook deze kwestie moet naar spr. meening onder de oogen worden gezien vóór de vast stelling van het heffingspercentage. Spr. Is overigens geen voorstander van indirecte heffringen, doch grijpt dit middel alleen aan om te ontkomen aan een calamiteit, waaronder wij zuchten. Wij allen voelen de moeilijkheden van den toestand. Er is uit zicht op verbetering van den toestand door het Rijk. zeker, maar daartegenover staan weer andere dingen, die den toestand ver zwaren. Men kan 't principe, dat wie meer heeft ook meer betalen Iran, niet tot in het oneindige doorvoeren. Spr. vraagt aan het College zijn eerste voorstel over te willen nemen (dit betreft de 6 pensioenstorting door dé ambtena ren), het 2e (heffing van een bedrag voor de aansluitingen op de bedrijven) te overwegen of in de Oie. voor de Bedrijven aanhangig te maken. De pensioenBtortdng is zeer zeker een onaangename maatregel. Maar als de Raad eensgezind is, is nog wel iets ander» te be reiken ook. Bitvoorbeeld kan men in het nieuwe raadhuis straks door verbetering van de efficiency bezuiniging krijgen. Laat men zoo spoedig mogelijk maatregelen in dezen geest nemen. Voor verlaging van salarissen gevoelt spr. weinig. Beter is het te besparen door inkrimping van personeel. Ai deze dingen zijn evenwel moeilijk ln den Raad te beslissen, al moeten ze naar spr. meerling wel door de raadsleden wor den bezien. Op dezen' grond verdient het naar spr. meening aanbeveling het College te doen bijstaan door een Commissie van Bijstand voor de fimntüto. 'De heer Biersteker wil lzs het kort zijn stem tegen, de begrooting motiveeren. Spr. wijst er eerst nog op, dat de stem ming over de 5 pensioenstorting tenge volge van de afwezigheid van een drietal leden niet tot haar ware proportfiën tot uiting is gekomen. Spr. althans en de heer Van Dam (misschien de heer Schoeffelen- berger ook) zouden vóór pensioerikorting hebben gestemd'. Spr. wijst er voorts op, dat alle andere pogingen' om door opheffing van weliswaar nuttige, doch niet absoluut noodzakelijke in stellingen, door verruiming van werktijd van administratief personeel, zoomede door een andere werkverdeeling, tot bezuiniging te kamen* hebben gefaald en doet uitkomen, dat er een sterke strooming in den Raad bestaat, die door bezuiniging belastingver- hooging heeft wllen voorkomen. Spr. heeft bij de Alg. Beschouwingen voldoende doen uitkomen, dat het welvaartspeil der burgerij is gedaald en dat het economisch vooruit zicht voor onze gemeente niet schitterend is. Hetgeen spr. zeide wordt door de meded-e- liingen van den wethouder van finantiën volkomen bevestigd. Het belastbaar inko men is in drie jaar met bijna twee millioen gulden gedaald en wordt nog steeds lager. Daarnaast het feit, dat de belasting steeds hooger is geworden, zoodat we thans be- hooren onder de hoogsten in dien lande en het allerhoogst onder 26 gemeenten van gelijke grootte, door spr. in zijn eerste rede aangehaald. Spr. kan daarom geen vrijheid' vinden aan eenige ried meerdere belastingverhoo- gtng mede te werken, omdat onze gemeen tenaren' reeds overbelast zijtn. Thans weer zal de verhooging der Inkomstenbelasting ongeveer 12 moeten bediragen. Spr. acht het een verkeerde gemeentepolitiek, dat men alle pogingen om door bezuinigingen aan be:a3tingverhooging te ontkomen* heeft afgewezen en voorziet' daarvan noodlott.ge gevolgen. Spr. wenscht de verantwoorde lijkheid voor een dergelijke politiek niet «nede te dragen en zal op dien grond tegen de begrooting stemmen. Deze verklaring had ik Maandagavond klaar gemaakt, omdat ik mij had voorgeno men niet veel meer te zeggen, daar het toch niets meer baatte. Evenwel ontving ik toen Dinsdag de ontstellende tijding, neergelegd ln Bijlage 9. Een nieuwe verrassing; het tekort op de belasting voor de begrooting 1926 bedraagt niet 40.000, zooals ik reeds in mijn rede op 19 Januari JA heb mede gedeeld, doch bedraagt nu reeds 61.000. Tezamen met het tekort op de begrooting 1927 (ad 64.000) moet dus nu dekking ge zocht worden voor 116.000. Dat beteekent dus dat de belastingverhooglng zal moeten bedragen ruim 171/, zoodat dus b.v. iemand met een belastbaar inkomen van 1750, dié thans moet betalen 141.42, voortaan zal moeten betalen 166.88, of, bij aanneming van het door B. en W. voor gestelde stelsel 168.62, dat is ruim vijftien percent verhooging. Dit enkele voorbeeld acht ik voldoende, omdat iedereen kan na rekenen, dat voor de andere klassen naar rato ongeveer dezelfde maatstaf geldt Dit is voor mij opnieuw een argument om niet mee te kunnen gaan met de m. L verderfe lijke gemeentepolitiek. Spr. wijst er voorts op, dat het beeld, dat in Bijlage 9 op de bijgevoegde lijst van de aanslagen gegeven wordt, absoluut onjuist is en een glad verkeerde voorstelling van de zaken geeft Door B. en W. wordt alweer een onzuivere, eenzijdige voorstelling van de cijfers gegeven. Waarom en door wel ken geest zijn B. en W. toch bezield om aan den' Raad zulke onvolledige gegevens te verstrekken? Is dit camouflage of soufflage, of wat anders zit hier achter? Toen gister avond door mij hierop is gewezen, kwam men terstond met een tweede Ujst voor den dag. waarin een heel ander beeld werd ge geven. Waarop toch düt lijstje niet terstond hij de bijlage gevoegd? Deze wijze van handelen- is niet bevor derlijk om het toch ai geschokte vertrouwen in het College te versterken. Nu is eerst de begrooting afgehandeld; alle pogingen tot bezuiniging zijn genekt en thans komen B. en W. met deze bijlage en het peuleschilletje van een tekort van honderd vijftien duizend gulden, 't Allerergste vind ik, dat, toen door mij de mededeeling werd gedaan, dat er zoo vee! minder zou worden ontvangen, niet onmiddellijk dqor B. en W. de behandeling der begrooting geschorst is om volledige zekerheid te erlangen, t Ia nu toch geble ken, dat mijn inlichtingen op 19 Januari uitgesproken rifiet onjuist waren* Het is de vraag of niet verschillende raadsleden, die nu tegen diverse posten hebben gestemd, met de wetenschap van thang, anders ge stemd zouden hebben. Zuiver zou nu feitelijk de geheele begroo ting opnieuw behandeld moeten worden. Echter zal ik daartoe geen voorstel doen, omdat ik, lettende op de volgaarne meerder heid ven deni Raad, (wil mien het andera noemen de z.g. democratische strooming) daarvan toch geen heil verwacht Over de bijlage zelf zal spr. niet veel zeggen. Alleen wtil ik die opmerking nog maken, dat de aanvaarding van de door B. en W. voorgestelde wijze van heffing voor de democraten in dezen Raad een bittere pil zal zijn, omdat juist dat deel van de burgerij waarvoor door hen steeds voornamelijk wordt gepleit 't allerzwaarst getroffen wordt Mijn standpunt ia en blijft: de belasting hier is reeds zoo hoog, dat geen enkele ver- hoogirig geoorloofd ik De verantwoording laat ik aan de meerderheid, die van bezuini ging niets heeft willen weten. Toch koester ik de hoop, dat eindelijk ook de meerderheid van den Raad tot het inzicht zal komen, dat het zóó niet langer kan en dat op andere wijize ral moeten worden getracht het ge- meentesoheepje uit eten modder te trekken. Want ook de toekomst is en blijff m. L duister. De lasten worden nog grooter, ter wijl het belastbaar inkomen nog (talende is; kans op vermeerdering Is er vooralsnog niet. Het volgend jaar zullen de uitgaven voor bet nieuwe Raadhuis, hot Oudeliedenhuis, Wij hebben voor een gemakkelijker overzicht, de -belde door B. eni W. verstrekte staatjes samengevoegd1 eni hierboven afge drukt. meerdere aflossingen etc. weer grooter zijm. Het tekort op de exploitatierekening van het Oudeliedenhuis zal zeer groot rijn. I)e vorige maal haalde ik aan, dat de gasver war ming over November had gekost 680 (in werkelijkheid is het echte® 760 geweest), terwijl over December is verbruikt voor 960 aan gaa Al deze dingen moeten ons tot voorzich- bighdid stemmen. Ik hoop niet, dat bier het spreekwoord van het kalf en de put van toepassing zal worden. Met allen ernst wil ik den Raad toeroe pen: Sluit toch niet de oogen voor de feiten. Niemand toch zal meer durven en kunnen tegenspreken, dat de financieele toestand van onze gemeente zoo al niet hopeloos, dam toch uitermate zorgwekkend) is. Indien we niet tijdig terugkeeren, voorzie ik helaas, dat we Emmen, Sleen, VTÜelankL etc. ach terna gaan. Inderdaad, uit helIMge overtuiging, en om dat ik nog altijd Helder vooruit wil bren gen, ls mijn dringend verzoek aan allen: Vergeet toch eene uw partijprogramma; laat uw politieke asplratiën wat rusten; let op den financieelen nood van onze ge meente en werk eendrachtig samen aan het zufver belang van de Gemeente, dat is: door verheffing van welvaart te geraken tot ge zonde financieele politiek. Daartoe moet riet alleen de belastingbetalende burgerij een offer brengen**maar zal ook door de ln ge meentedienst zijnden een offer moeten worden gebracht Ik wensch, M. de V„ nogmaals een po ging te doen; om ook door een betere rege ling voor het administratief personeel tot bezuiniging te gerakea Dit voorstel wil ik belichamen fn een motie, luidende: de Raad; Gehoord de bespreking over de werktijden van bet administratief per soneel ln gemeentedienst nooddgt B. en W. uit* desgewenscht in overleg met dat personeel, eene andere regeling dier werk tijden te ontwerpen en aan den Raad voorstellen te doen. Een tweede punt, <tat in.L tot bezuini ging kan leiden is de gasverwarming van het Oudeïïeden!iui». Het is daarom, (tat ik ook hierover een motie wil indienen, lui dende: De Raad; Gelet op de booge kosten der verwarming met gas van het Oudelieden huis, noodlgt B. en W. uit zoo spoedig mogelijk met het Burgerlijk Armbestuur ln overleg te treden om tot een meer economische verwarming van het Oude Medenhuta te geraken. M. de V. 't Zal niet noodig zijn ter toe lichting dezer beide moties veel te zeggen. Z]j spreken voor zichzelf. Het zou mij aan genaam zijn, indien B. en W. deze moties wilden aanvaarden. En nu tenslotte: Het spijt mij, dat ik geen vrijheid kan vinden om mijn stem aan deze begrooting te gevenr, evenwel wil ik verklaren* alles te doen. wat in mijn ver mogen is om mede te werken om het m.L zieke huishouden zoo mogelijk weer gezond te maken. Ik zal stemmen vóór alle pogin gen, die to* bezuiniging kunnen lelden, doch mij: blijven verzetten teg.-n alle, niet atrikt noodzakelijke uitgaven. Daarbij aal moeten worden geroeid met de riemen; dl» wjj hebbent De heer Eijlders bespreekt de bijlage betreffende de opbrengst der belastingen. Na de geheime zitting van gisterenavond ls spr. vertrouwen in het College geschokt. In 1926 was er 50.000 tekort, men moest naar middelen omzien ter dekking eni men vond die. Maar daarin ls de meerdere opbrengst der herclassificatde, waar men zoo groots verwachtingen van had, reeds verdiscon teerd Die ia namelijk uitbetaald in Januari 1926. Tot tweemaal toe heeft de heer Van Dam gevraagd of de Raad wel wist, dtt die herclaaaifxatie reeds in de begrooting 1926 was verwerkt. Hij heeft daarop nimmer snit woord gekregen. Voor wat de werf betrtft, is aan meerdere Iconen uitbetaald: 7000 aan directeur, ingenieur» en hoofdambte naren, 6000 aan ambtenaren; 68.000 aan werklieden, (tat is dus 76.000 in totaaL Spr. leest een schrijven voor van den Mi nister van Financiën ten betooge, dat deze uitkeering moet worden aangemerkt als deel van het inkomen over 1926, onverschillig ln welk jaar zij is uitbetaald. Bij de begrooting is door enkele leden twijfel uitgesproken omtrent dit bedrag en in de Bijlage wordt met deze herclaaelricatle rekening gehouden en met optimirane over finantieelen to6Stan<J der gemeente g&~ sproken. Dat de wethouder op 19 Januari hiernaar een onderzoek instelde; stelt spr. op prijs, omdat daaruit blijkt* dat het College nota neemt van hetgeen raadsleden zeggen. Daarna heeft de wethouder gemeend het vermenögvuldigingscijfer te moeten hand haven. Maar spr. begrijpt niet wat de oor zaak ia, dat thans op 26 Januari wederom inlichtingen worden ingewonnen bij den inspecteur. Toen wjj dien avond hier ver gaderden, wist het College* dat er 97.000 te kort was. Op 27 Januari, dius des anderen daags, wist het College, dat er 84.000 te kort was. Op 29 Januari was het bedrag weer anIers. Daarbij mag men toch van geschokt vertrouwen spreken! v JÏSf moet geóekt worden f 118-000 en hst Ooilege meent het middel ervoor geven- den te hebben. Maar stellig was de heer erstegen niet aanwezig toen dit besluit genomen werd, want anders ware het er niet gekomen. Doordat de heer Verategen er blijkbaar niet bij was, liepen de heeren niet meer aan zijn leiband en kwam het huidjg voorstel er. Ged. Staten zullen (fit als zijtak van de belasting eerder goedkeu ren can een hefflngscijfer van 1. Spr. toont uit de verschillende opbrengstejjfers aan, dat men het thans niet haalit waar het ls. Men heeft niet op tegenvaller» gerekend en mag ook daarvoor wel een percentage itel- icn. Met eenige voorbeelden toont spr. aan, dat het niet zooveel scheelt hebben hier 6691 aanslagen van „f**0 on 866 vsn 2000 tot f 2600, 660 boven de 26O0. Het la spr. onbegrtt- P iL-j ra®n <fit voorstel komt Men zal inderdaad de progressie moeten wijzigen en niet een toeslag heffen. Spr. ral 6*n sist met de voorstallen medegaan. ff ff ff ff ff ff ff ff ff ft ff ff ff ff ff ff ff f ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ft ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ft ff II ff ff ff ft ff ff ff ff ff ff ff

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 14