Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT
VAN 'S LEVENS
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
van ZATERDAG 5 FEBR. 1927.'
NO. 263 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Toen kwam haar laatste ziekte en zy,
die velen had verpleegd met stille, élndelooze
toewijding, werd gebracht naar de groote
ziekenzaal, waar de beddeni geryd staan
Zoo heb ik het gezien zoo heb ik het
gevoeld, dien zomermiddag, toen; op de zie
kenzaal, ik het oude vrouwtje zag sterven.
Zoo heel stil.,... zoo heel vroom, zoo vol
overgave.Eerbiedige handen hebben om
de stervenssponde een scherm geplaatst,
want de dood is heilig en het sterven is een
mysterie, dat de mensch alleen beleeft....
Maar de zusters wisten het niet, dat om uw
bed reeds was een schutsel van levenden
en dooden.... die, met ineengestrengelde
handen, als een heilige wake, bescherm
Jen uw overgang.
Naar Aanleiding van „De Levende Medusa".
't Jutte rtje
UflICftCCDIftCU V A LIT ES
DENKEN EN DOEN.
Een kostbare schat levenswijsheid is ons
nagelaten door Johan Peter Eckermann,
door de openbaarmaking van zijn opge-
teekende gesprekken met den taohtig-
jarlgen Goethe. Nu weten wy zeer wel,
dat men by Eckermann niet behoeft te
zoeken naar formules, die, toegepast, een
oplossing geven van alle levensvraagstuk
ken. Zoo lang er geen levenswetenschap,
maar slecht» levenskunst mogeiyk is
en dit zal wel steeds het geval zyn zul
len wy een boek, waarin de gedachten
vau een der grooten onder ons over het
leven rijn neergelegd, nimmer mogen be
schouwen als een leiddraad voor ons eigen
leven. Toch heeft zoo'n bpek waarde en
geen geringe waarde, omdat het ona zooal
niet tot bandelen, tot navolgen, dan toch
tot nadenken stemt. En dit ls misschien
ook de juiste beteekenis van de levens
wijzen. wier werken wy lezen, wier ge
dachten wy in ons opnemen, dat Êy de
groote massa tot denken stemt
JLees Goethe en gedraag u naar hem." Dit
ls een elsoh, die men niet stellen mag. De
eenige elsoh, die gesteld mag worden is:
„Lees Goethe (of een ander groot denker)
en tracht door hem tot dieper inzicht van
de eigen levensmogelijkheden te komen.
In een, den eersten 8eptember 1829 ge
voerd gesprek, zeide Goethe tot Ecker
mann: „Terwijl de Duitschers zich marte
len met de oplossing van allerlei filosofi
sche problemen, lachen ons de En gelachen
met hun ryk en practisoh verstand uit en
winnen de wereld".
Wy weten in welken tijd deze woorden
gesproken werden. Engelands industrieele
krachten kwamen, tengevolge van de toe-
aasing van stoom als krachtbron voor de
weging van de werktuigen, tot volle ont
plooiing. Het vasteland van Europa, nog
eerst kort te voren bevrijd van het oor-
iogsspook, dat jaren over zijn velden
had rondgewaard, was bezig zich in te
richten naar de nieuw geschapen verhou
dingen. In Midden-Europa begon het kul-
tuurprooes. dat veertig jaar later zou ein
digen met de éénwording van den Duit-
achen staat
Getuigt het nu niet van een diepe le
venswijsheid, dat de grijze denker, die
meer dan wie ook gedaan heeft voor de
schepping van de geesteiyke eenheid van
Duitechland, dat hy, met den vinger wy-
zend naar Engeland, zyn voUl waarschuwt
voorte veel denken?
Het is het probleem van denken en doen,
dat Goethe hier aanroerde, maar waar
voor alle tyden gesteld worden. Ook onze
tyd En ook thans is het, als in de eerste
Jaren van de vorige eeuw, ter oplossing
gesteld aan een deel van de menschheid,
die ns Jaren van ingespannen doen, ver
vallen la in het tegendeel: Ingespannen
denken.
leg gesteld zyn, gezocht wordt er in de
W'ia lvan vrijheid van de dfrukpers en
vrijheid van het woord, meer dan vol
doende. En met de beste bedoelingen.
Vergeten wy het doen niet, want ten
,li n ^«t hierop toch aan. Dit weten
wy allen, zeker, maar juist wat algemeen
geweten wordt, geraakt het lichtst in het
vergeetboek.
Ook nu zyn er, geiyk in Goethe's tyd
vojken, die lachen over de achterblijvende
denkers. Zorgen wy, da» er niet te veel
achterstand ingehaald moet worden!
Pc ace toonde hem, hoe hy de brand
kast geopend had, en zei hem dat hy de
weddenschap verloren had, aangezien hy
het niet had kunnen doen zonder dat de
eigenaar hem gehoord had. Dienovereen
komstig overhandigde hy hem een biljet
van vijT pond en vertrok. Toen Feaoe ver
trokken was, opende hy de brandkast, ten
einde te zien, of er niets beschadigd was.
Toen ontdekte hy, dat daaruit een be
drag van honderd en vijftig pond was ver
dwenen en dat 't bankbiljet, dat de „detec
tive" hem gegeven had, een gedeelte
daarvan was.
B.
HUMOR UIT HET GEVANGENIS
LEVEN.
Een Inbreker, qie de gevan-
genUbrandkast opende!
De bekende Engelsche schrijver John
0. Goodwin vertelt in een van zijn wer
ken eenige interessante dingen uit het
misdadigersleven.
Eenige jaren geleden waren de sleutels
van de brandkast der gevangenis te
Wormwood zoek geraakt In die brand
kast waren documenten, die oogenblikke-
ïyk noodlg waren. Ze moest dus geopend
Op dat moment zat Juist een getrainde
boef voor vijftien Jaar wegens een inbraak
Deze werd uit zyn oei gebaald en ultge-
noodigd de brandkast te openen, hetgeen
hy in drie minuten tydg klaar speelde.
John Goodwin beschrijft verder hoe
Charles Peace, de meest deskundige in
breker, die ooit geleefd heeft, eens voor
detective speelde.
Op een dag reisde deze meester-lnbre-
ker in een trein en kwam in gesprek met
een reiziger, die zyn meening uitte over
misdaden en haar ontdekking en zich er
op beroemde, dat hy een brandkast bezat,
die geen inbreker zou kunnen openen.
Peaoe deed, alsof hy detective was.
Laat my u dan zeggen, meneer, zei
hy, dat ik, als detective, uw brandkast kan
openen, zonder dat u het ziet of hoort
Ik wed met vyf pond, dat u het nief
kunt. zei de reiziger.
Hy gaf vervolgens aan Peace zfjn ad re»
en beschreef de positie van de brandkast
en de kamer, waarin deze stond. Ze spra
ken af, dat Peace dan een zakdoek, spe
ciaal voor dit doel in de brandkast gestopt,
er uit zou halen.
Dienzelfden nacht, toen de reiziger vei
lig in zyn bed lag, brak Paece in zyn huis
In, opende de brandkast, verwijderde den
zakdoek en sloeg vervolgens met een lui
den slag de deur dicht.
De slapende werd wakke* en een echte
Inbraak vreezende yide hy naar beneden
en zag daar den „detective", met wlen hy
dien oohtend had kennis gemaakt.
Gezocht wordt naar oplossingen van de Hii lachte en haalde onmiddellijk een
moeiiykheden, waarvoor wy door den oor- flesch whiskey te voorschyn.
TOEN DE DOOD NABIJ WAS.
Herinneringen.
Nu,lag ze Heen, het oude vrouwtje, en
de dood' wist ze naby. Alleen was ze....
want allen die eens des levens vreugde met
haar deelden.en des levenssmarten, die
meerdere waren, ze gingen haar vóór op
den onbekenden weg.
Alleen was ze.... Maar ze vreesde de
eenzaamheid niet, zy die haar leven had
zien vergiyden van eenzaamheid tot grooter
eenzaamheid Zij, die haar blik. langzamer
hand had gericht naar binnen...om daar
te zoeken wat buiten niet meer te vinden
was, geluk.
Door het ziekenhuüsvenster viel1 het stra
lende zonlicht, en de boomen in den tuin
fluisterden elkaar zulke geheimenissen
toeen de geur van rozen zweefde bin
nen. Zulk een dlag was het geweest, toen
zij samen kepen buiten, zij, en de jonge
man naar wien haar hart uitging. Over het
gerimpelde, kleine oude gezichtje strijkt
even een glimlachHet boechhet
paadje.... de wilde rozen.... de bramen,
die ze plukten en elkaar duwden tusschen
de jonge Mssche lippenen het donkere
sap kusten ze weg.... Wat was dat heer-
•jjkf. zonnig, beloften vol geweest.
Hun huweiyksdag.de oude lippen
mompelden zacht nA de bekende woorden:
waar gy heengaat, daar zal ik heengaan.
Was niet de blijde verzekerdheid van de tot
offeren bereidde ziel in dat woord.Hun
huis.... hun tehuis.... de lamp brandt er
en de gordijnen zijn dicht en samen zitten
ze, twee, die in een vijandige wereld, de plek
der ruste vinden.
Hun kinderen werden geboren elk
bracht vreugde vele zorgen vele nach
ten van waken als de koortshitte steeg
en jjlen deednachten van angstig bid
den als de genezing toefdeDan de
blijdschap als in wollen dekens gewikkeld
bet kind 't eerst op mocht sitten.
De kinderen werden groot en grooter.
De zorg vergrootte, de arbeid werd zwaar,
maar «1e liefheeft vermag alles.... Zoo
kwamen ze, de een na den ander tot hun
bestemming en verstrooiden zich over de
wereld, die grdót is en wijden ze trouw
den en kregen kinderen en zonden aan
vader en moeder briewen en portretten
soms geregeld, soms onregelmatig; want bet
•even ls druk.
Toen sloot vader de oogen. En de kinde
ren; die konden, kwamen en vulden 't leege
huis met hun klacht en gesprekken....
toen gingen ze, want hun werk riep, en
moeder bleef, in het eenzame buisje, alleen
met haar herinneringen.
Aan de oude tafel zat ze en staarde raar
den stoel, die ledig was en ledig bleef
„Moeder versuft" vonden de kinderen en,
goedig, probeerden ze afleiding te geven.
Maar ze wisten wiet, dat hun pogingen de
oude vtouw te meer diedeni hunkeren naar
de eenzaamheid, waaT het verleden het
schoone sprak.en na wat goed bedoelde
pogingen lieten ze moeder alleenze had
t immers zoo het liefste? Moeder werd oud
en al ouder. Het eens blozende gezicht ver
schrompelde tot een klein oude vrouwen ge
laat de groeven die het leven, diie de
smart snijdt, werdeni el duidelijker.En
de oude handen konden zoo stil rusten, wer
keloos nu op de gerafelde stoelleuning.
en de oude oogen van een, die veel weende.
Want de dooden zytn vele geweest, ook voor
haaT
Haar kinderen, haar man, ze stierven
dichtby en veraf.... Welke levenskracht,
welke levensnoodzakeiykheld was het, die
haar spaarde?
Met een stille overgave had rij hot zoo
gevoeld; telkens werd van het schip een
touw, dat nog bond aan de llevenakade, los
gemaakt. j ik ben nog gebonden aan één
zwak touw, en de hand' die dat zal losmaken
is niet verre....
Daar lag ze alleen toch en wachtte.
Ze zag, hoe de zon zachtkens weggleed uit
den hof, de avond' kwam.... Ze zag naar
de bedden ronHmJongen en ouden,
allen menschenrdie leden; sommigen, die
stTaiks terug zouden keeren in het leven met
vreugde», anderen voor wie de dood naby
was, als voor haar.Ze zag toen de oude
vrouw, met een blik, een glimlach, van een
die weet.... Toen was het haar alkoi ze
stonden om haar bed; alen, de levenden
die verre waren, en de dooden, die ze verre
had gewaand, allen.en hun hand drukte
haar handen, hun üppen kusten haar voor
hoofd. hun liefdestem was zoo eindeloos
vertroostend.... Ze spraken van haar
arbeid, haar zorgen, haar liefde, haar trouw,
o Zoo vertroostend, o zoo dankbaar.,..
Toen heel zacht.hieven ze samen van
's levens wal het touw dat bond, omhoog
en zacht.... heel zacht.... een glimlach
om de oude, dorre lippen, is het ouoe moe
dertje in de eindeloosheid vergleden
A. Klaver.
moet. Allerwege ontmoet men geesteiyke
depressie en economische ontwrichting
en het heeft er sterk den schyn van
alsof de mensch niet meer de heerscher
is over de maatschappeiyke machine,
zooals weleer, doch dat deze thans met
zelfstandig leven bezield is en den mensch
in zyn tredmolen laat loopen.
Van heerscher tot slaaf, dat is het
beeld van den tegenwoordigen tyd. Er is
malaiBe, werkeloosheid, teveel aan ar
beidskrachten, ziekte, natuurramp,-ver
deeldheid en verwarring. Maar de maat
schappeiyke machine draait eigenzinnig
door, en wy zittep er by te kyken, met
verontrusten blik, doch met werkelooze
landen. Wy zyn het stuur kwyt en weten
niet recht hoe de dreigende onheilen af
te wenden. Velen onzer tobben. Zy pie
keren over het vraagstuk wat er van dit
alles moet worden en vermeien zich in
ydele droomen over een beter verleden.
Wat huVontbreekt Is zelfbeheersching.
Een gevaariyk ding. De chauffeur, die
in het critieke oogenblik zyn zelfbeheer-
sching verliest, sticht rampspoed voor
zichzelf en anderen. Zoo ook de mensch,
die zich niet weet te j>eheerschen in
moeiiyke tijdsomstandigheden.. Er valt
aan de maatschappeiyke machine heel
wat» te repareeren. er dient gewerkt te
worden aan herstel en wy moeten haar
weer onder onze controle brengen. Daar
voor komt veel kyken. Maar het eerst
noodige is: zelfbeheersching. Zon
der kalmte des gemoeds geen weloverlegd
handelen of rustige krachtsontplooiing.
En dat zyn toch de dingen, waarop het
nu aankomt l
Dr. Jos. do Gock.
door
CAREL J BRENSA.
Een revolutie ln de Journalistiek.
Het is eigen niet met onverdeeld genoe
gen, dat ik nu verder ga schryven over
„De Levende Medusa", of Het Dagblad
dat men ziet! Maar ik voel me genood
zaakt uit plichtsgevoel.
Want het begint nu een zaak te worden
die nauw ons herbaar vak van journalist
raakt. Erger nog: We komen bij de „Le
vende Meduaa" regelrecht ln de keuken
van het krantenleven terecht en daar
wordt aan het weetgrage publidk een rijk
achter de sohermen gegevenT-oat ik me
verplicht voel om by te springen. U zult
het zelf wel eens ondervonden hebben by
een zaak die u lief ls.
Wamt ziet wat er gebeurt in het Grand
Theatre
Er is daar een krant. „De Medusa'
Constant van Kerckhoven is er hoofd-
redacteur van met al de narigheid, die
daaraan vast zit.
Om te beginnen: De krant „gaat" niet.
Dat komt tegenwoordig al meer en meer
voor. Dat komt vanwege „Das |gute
zuviel".
Zoo dus met de .Medusa". Het ls een
belabberde boel als het scherm pas ls op
gegaan. Van Kerckhoven zit op rijn bu
reau en knabbelt van narigheid op zyn
potlood. HIJ piekert, over de krant en over
de lezers (die er nog noodzakelijk bij moe
ten komen, wel te verstaan, want met die
er al zyn heeft hy niet de minste moeite).
Verder over de baas, waar de krant van
is. Plus over 'n slordige paar duizend gul
den, waarvan de vervaldag al aohter den
rug is en ten slotte over een allerliefste
Jonge aotrloe, waar hü dol op ls en wan-
na&r hy zijn oogen niet mag opslaan al
eer er wat meer geld ln het la ad Je vai
de krantf - en dus in zyn zakken komt.
Het ls flus Mlsere ouvert, met n pnurtje
daar aan de Medusa" enjn dlt opzlch
vertelt Kerckhoven voor iedere ^urnallat
een oud en aandoeniyk verhaal Ik ten
minste zat met tranen in myn oogen tegen
over het geval en al de wederwaardighe
den van myn eigen journalistieken jeugd
gingen aan myn oog voorby.
Van alles en nog wat hebben ze natuur-
Lyk al aan de „Medusa" geprobeerd
zooals in zulk een geval gebruikeiyk is.
Ze hebben reclame gemaakt, prijsvragen
uitgeschreven, allerlei rubrieken in ge-
lascht. Ze hébben zélfs al een orlgineele
verloting op touw gezet voor de lezeressen
van het blad, met niet minder dan de
jonge, knappe, aanlokkeiyke jonge ver
slaggever Tim als.hoofdprijs- dn
ze zijn zelfs al op den weg des verderfs
aangeland, want op een onzalig oogenblik
komt de eigenaar ertoe om van de 17 ge
noteerde abonne's er in de boeken 17623
te maken en van de 8.76 aan ontvangen
advertentiegelden over de laatste maand:
mboOm daarna een kooplustige
reflectant te zoeken.
U ziet dat het zwaar valt over deze din
gen te schryven als je zelf journalist bent
Maar niets helpt, 't Is de dood ln de pot
aan de „Medusa
Dan, op een oogenblik, komt ^verslag
gever Tim op een idee. Hy wordt als het
ware in zyn wanhoop er toe gedwongen.
Want hy staat als hoofdprijs voor de ver
loting en wat dat in het onderhavige ge
val zeggen wil moet u maar eens opletten,
zoodra u de gelegenheid krijgt om de
Levende Medusate zien Als u eenmaal
Mevrouw Marie van Westerhoven ^met
'n lootje) in het kantoor hebt zien komen,
dan weet u genoeg. Dan begrijpt u de
doodsangst van Tim.
In ieder gerval: Tim krijgt n idee. t>e
idee nameiyk om het allernieuwste, noch
nie dagewesene ln te voeren.
Zichtbare krantennieuwtjes.
Hy zegt: De mensch en lezen niet meer
in dezen tijd van radio en Jazz-band en al
het ander spiksplinternieuwe. Ze moeten
wat zienl Laten wy ze de dagbladberichten
niet meer te lezen geven, maar ze laten
rijken.... -
En daarmee is de teerling geworpen en
de naar myn meening eerstvolgende revo
lutie in het dagbladbedrijf «en feit gewor
den. En het zal me niets verwonderen, als
Joh. Kaart die hier Tim is op den
duur een standbeeld krijgt in het per-
museum. Foto-pagina's noch by bladen
kleurendruk in de advertenties noch och
tend-, middag-, Zaterdag- of Zondagbij-
voegseLs zullen het hiertegen kunnen bol
werken.
Denk u maar eens in dat dit idee alge-
ineen wordt en b.v. De Heldersche Courant
geen verslagen meer geeft van de Hel
dersche Raadszittingen, maar dat de be-
grootingsvergaderingen in het vervolg
voor de abonnees te zien zullen zyn in
Casino of Muais Sacrum of het Marine
Rondsgebouw.
Zouden ze komen rijken of niet?
Het wordt dus een geweldig succes.
En van nu af lezen we in het „Grand
Theatre" de krant niet meer maar we zien
haar. We maken Kerckhoven mee, zittend
op de redactie en berichtjes ontvangend
per telefoon. En een oogenblik later.
Enfin: Laat ik het u vertellen.
Er komt een berichtje binnen, „Stads
nieuws", dat de bekende actrice So and So
vanavond niej zal kunnen optreden in haar
suooasrol vanwege een lichte ongesteld
heid. Tot op heden slikten we dat en zel
den b.v.: Ze zal de Griep hebben.
Maar wat blijkt nu?
We worden onmiddellijk verplaatst ln
de huiskamer van bedoelde actrice. En er
biykt heelemaal geen kwestie van lichte
ongesteld, maar van heel wat andera Er
is lichteiyk onweer aan de lucht tusschen
meneer en mevrouw. De rest moet u maar
gaan zien.
Er komt 'n ander bericht, van een oud
koloniaal, die den strijd' niet langer aan
kon tegen de zwarigheden van het leven.
En Oor Hermus Laat het u zien op een zoo
sober-aangrijpende manier, dat dit kwar
tier Van schier ademlooze stilte in de zaal
enkel al de moeite waard is met de schep
ZELFB
SCHING.
Zelfbeheersching, ziedaar de groote
factor voor den mensch die bet tobben
wil verleeren. Het is wel een zeer moei
Ujke kunst, vooral in dezen tyd, die ona
zoo weinig gelegenheid biedt tot rusti
bezinnen en inneriy ken opbouw. De mensc!
gaf het aanzien aan de machine en plaat
ste deze in het middelpunt van het maat-
achappeiyk gebeuren. Steeds grooter en
steeds machtiger werd de rol, die de
machine in de samenleving ging spelen.
En met de ontwikkeling van de techniek
werd ook de structuur van de maatschappy
gecompliceerder, ging zy zelf meer en
meer op een machine geiyken, totdat de
oorlog met ruwe hand ingreep en den
geregelden gang van het vernuftig be
dachte raderwerk verstoorde. Thans zitten
wy hopeloos in den kooei en vraagt me
nigeen zich af wat uit dit alles worden
ping van Mullens kennis te maken.
En zoo gaat het nu verder door. De be
richten vallen by van Kerckhoven binnen
en stuk voor stuk laat hy ze zien. Tot de
oude getrouwe „feuilleton" toe. Het onder
werp is natuurlijk als van ouds: De Liefde.
De personen zyn man, vrouw en minnaar.
En het mooie ervan is, dat we kennis ma
ken met de Fransche, de Hollandsche en
de Engelsche methode in deze situatie. Het
verschil is opvallend en bovendien opval
lend gespeeld.
De rest moet u maar gaan zien.
Eindeloos is de rij. We zien plastisch
voorgesteld wat men moet verstaan onder
een vrij onbeteekend berichtje: „Dat de
geest in het leger en de verstandhouding
tusschen de meerderen en de minderen
tegenwoordig, niets meer te wensohen over
laat".
Als u het gezien hebt, zult u ook zeg
gen, net als wy: Dat raak je de koek
koek.
Het dansverbod op Zondag te Amster
dam wordt in een allervermakeiykste
scène door Hermus voorgesteld. Mussolini
komt in eigen persoon ten tooneele. We
krijgen Amerikaansche toeristen op trip in
Europa, die de Kroonjuweelen van Rus
land en de scheeve toren van Pisa koo-
pen of het houten klompjes van Volendam
waren.
Dan verschynt de poppekast als zicht
bare rubriek van de Medusa" en vooral
Kaart Jr. is er buitengewoon in. Je zondt
hem subiet een ministersbaantje geven.
Om van de vertooning van de „inlichtin
gendienst aan huisvrouwen", de Soène
voor het Paleis te Doorn en al het verdere
maar te zwijgen.
Totdat dan 01 noodlottig oogenblik
het moment van de verloting van Tim ln
allen ernst aanbreekt Tim heeft zich alle
moeite gegeven om samen met zyn stille
aangebedene die weer 'n nichtje is van
den eigenaar der Medusa, en die weer.
ja, lezer, ik zei u al: het is haast niet te
doen om alles over te vertellen alle
uitgegeven lootjes weer terug te koopen.
Maar ongelukklgenrijs bUjkt, dat het aan
tal verkochte lootjes aohter hem om meer
dan verdriedubbeld ls.Zoodat er op
HET «GENRE CANAILLE".
*n „Vreemde" opvatting.
Het is omstreeks den jare 1860. De bur
gerkoning regeert in Parijs. En mode ls
het te leven met de charmante lichtzin
nigheid van dé Bohémiens, de artisten,
grisettes, studenten waarvan Henry Mup-
ger en Theophile Gautier zooveel bekoor
lijks vertellen.
De grisette was de heldin van dit vroo-
Ujke leven, zij kreeg, dank zy evenge-»
noemde schrijvers, een gulden stralen
krans om het hoofd. Was zy niet roerend-
lief en poëtisch, Mimi Pinson? Stond "zy
niet meters „hooger" dan de courtisane,,
de machtige tirannieke vrouw, die slechts
macht en aanzien beminde?
In een zoodanlgen tyd kon een stuk als
„La daime aux Canfélias" van Alexander
Dumas (Margareta Gautier) met zyn nau-
weiyks bestaanbare sentimenteele heldin
niet alleen worden geschreven, maar ook
met groot suooes worden opgevoerd.
Het ,genre canaille" was mode gewor
den.
Een eer was het zich te vertoónen aan
de zyde van een beroemdheid uit de demi-
monde, een eer ook om zich voor haar te
ruïneeren. Er Varen vele Nana's, in die
dagen, die armoede en schande brachten
in de huizen der Bourgeoisie. Mén zag het
en begreep het, maar het was „ton".
En niet alleen in Parijs. In Beleren re-
eerde een Spaansche danseuse, Lola
ontez, den koning en daarmee de geheele
natie.
Zekere Qustaave Chorinsky, van aloud
geslacht, viel in de strikken van een
vrouw, die hem niet alleen ruïneerde,
maar zelfs tot giftmoord aanzette. En men
ontmoette meer van dergelijke tragische
den dag van de trekking voor de deuren
van de ,M«dusa" een toestand ontstaat,
waarby de beruchte verlotingen en trek
kingen van wyien Willem Broekhuis ge
woon kinderspel moet zyn geweest.
Zeven honderd vrouwen van allerlei slag
en wat voor slag, brrr.staan
voor het gebouw en eischen toegang ais
indertijd de Watergeuzen voor den BrieL
Ze willen erini.Ze azen op Tim, de
ongelukkige. Niets kan ze weerhouden,
want ze hebben 'n lot ja velen hebben
er tien, twintigEen jeugdige dame
van 78, in het gelukkige bezit van twee
honderd en twaalf nummers, serieus ge
noteerd op eèn ïyst van drie kwart meter
lang, is zelfs al birfnen. Ze is in bruid*-
toilët by voorbaat, nee om te stelen (en
dan te verdonkeremanen) met sluier en
bouquet'en hoe Kaart Jr. er pleizier in
heeft om zijn engegement bij Van Kerck
hoven aan te houden, dat snap ik niet.
Hy moet zeker, net als de rest aan de
heele „Medusa" zwaar in den brand zitten,
want anders? My dunkt hy mocht liever
z*n hoed in het Amsterdamsche Y gooien
en daaronder gaan zitten.
Enfin: Het komt alles tot een eind.
Maar wai zal, als kijkgraag Holland zich
aan deze noviteit, die het midden houdt
tusschen een speelstuk en een goede re
vue, zal hebben zat gezien, het gevolg zyn?
Een frissche revolutie in de journalistiek
en het krantenbedrijf, wat ik u zegl
Het zal er nog op uitdraaien dat wy,
stram gewerkte dagbladpenners op het
eind onze inktpotten zullen kunnen leeg-
gooien en acteur worden. Want het pu
bliek zal binnenkort geen genoegen mee®
nemen met wat wy schrijven. Ze zullen
ons willen zien als Polncaré en Briand,
Mengelberg en d'Annunzio. de Gemeente-
de Gemeenteraad, en de heele santekra&m,
die tegenwoordig in d« Krant staatl
En dat is me wat.
Dat is het heeriyke gevolg van des hee-
ren Mullens geniale uitvinding
(Wordt vervolgd.)