T Sanapirin TWEEDE EN LAATSTE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS SHoofd pij n A k Kiespijn a s ct GÊMENGD NIEUWS. VAN DINSDAG 19 FEBRUARI 1927 Taptoe. Naar den Wereldvrede. hAMn L ^plaats van tegen den bal in het veld, zoodat hij met zijn been m den grond bleef steken. Juist kwam een andere speler achter hem aan en viel op hem, tengevolge waarvan Cheret zijn een brak. Nadat Dr. Rienks eerste hulp had verleend werd hij naar het Hospitaal overgebracht. BtJ bet te 's-Gravenhage gehouden examen slaagden toot derde Officier Qioote Stoanrwuut de beeren W. van Leeuwen uKJ. Motief, «OihleT. Hedenavond taptoe. 8 uur bi) gunstig weer Door de afd. Helder der S.D.AP. en den Helderschen Bestuurdersbond is Vrijdag avond een openbare vergadering belegd, waar de heer F. Hariot het onderwerp „naar den wereldvrede" zal behandelen. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie in het „Advertentieblad" van morgen (Woensdag). „Sylvla de Danseres". Tot ons leedwezen is in ons verslag betreflende de opvoering van „Sylvia de Danseres" vermeld, dat Antonio, het jagertje, vertolkt werd door M. van der kuil, terwijl ln het verslag over dit meisje gesproken werd, alsof het een jongen was. Het tegendeel is het geval; All de Boer (want dit was de naam en niet M. van der Kuil) is een der beste meisjes-medewerksters van den heer Boe- lens; zij vervult steeds alle haar opge dragen rollen met animo en is welhaast een volleerde actrice geworden, die de knepen van het vak op een duimpje kent. Geen wonder dan ook, dat zij eenige malen hartelijk toegejuicht werd door het publiek. Woensdag 9 Maart komt een herhaling van deze operette.. Algemeene Coöperatie. De algemeene coöperatie hier ter plaatse hield gisteren eene algemeene ledeff- veigadering. Op de agenda stonden een 4-tal punten, waaronder wijziging van de statuten in verband met de verandering van de coöperatieve wet. Dit punt moest van de agenda worden afgevoerd omdat het bij de bestaande statuten vereischte aantal leden niet was opgekomen en in een vervolgvergadering dit punt zal worden afgedaan. Deze vervolgvergadering zal gehouden worden op Dinsdag 8 Maart 1927. De voorstellen tot het aankoopen van de perceelen waarin de bakkerij der ver eeniging z]jn gevestigd, zoomede het aangaan van een hypotheek voor dezen aankoop werden goedgekeurd. Tot lid van het bestuur werd gekozen mevrouw G. EmmengaFortuyn, terwijl tot lid van den Raad van Commissarissen benoemd werd de héér B. Zondervan. Nadat de secretaris, de heer J. H. de Nijs, eenige mededeelingen had gedaan omtrent het ledental en de gevoerde Ïropaganda, sloot de voorzitter, de heer l G. van Kregten, deze goedgeslaagde vergadering. Dorus Rijkers 80 jaar. Gisterenavond hield het plaatselijk comité tot huldiging van DoruS Rijkers op zijn 80sten verjaardag, zijn laatste vergadering. Door den penningmeester, den heer Meyer, werd flnantieel verslag uitgebracht. In totaal werd aan bijdragen ontvangen ruim f 1800.—. Tot op den laatsten dag bleven de giften vloeien. De uitgaven bedroegen rond f 1100.zoodat dé penningmeester, die op zulk een over vloed niet had kunnen rekenen, nog een saldo in kas had van pl.m. f 7ö0. Door het comité werd besloten, een deel hiervan te gebruiken voor gratificaties aan de alleroudste redders. Voorts ont vangt Dorus Rijkers een tegemoetkoming in de door hem gemaakte kosten op zijn feestdag, f 160.wordt gestort in de kas der Vereeniging »Moed, Volharding en Zelfopoffering*, alhier, hetgeen dus Indirect ook weer de oude redders ten goede komt. Het overschot wordt afge dragen aan het Dorus Rijkersfonds. Hier onder is dan een klein bedrag, dat speciaal voor dit fonds was ingekomen. Nadat de voorzitter de comité-leden dank gezegd had voor hunne medewerking aan het tot stand brengen van den zoo welgeslaagden avond, werd de bijeenkomst gesloten. Militair Personeel der Zeemacht Men verzoekt ons alsnog te willen, ver melden, dat den 4den Februari in een ge combineerde vergadering van den Bond van monteurs K. M. en de torpedomakersver- eenlging „Ons Vakbelang" met algemeene •temmen 6en motte te aangenomen, waarin teleurstelling'wordt uitgesproken, dat de mogelijkheid om langs wettigen weg tot •alarisverbeterlng voor het militair perso neel der zeemacht te geraken, nog steeds ls benomen. .De vergadering geeft als hare meening te kennen, dat d® wederinvoering van de vroegere vaklledenregeling zeer ge- wenscht is, en sou gaarne zien, dat aan de commissie voor georganiseerd <>verieg «aken van belang voor den rechtstoestand van het militair personeel der zeemacht, wederom voorstellen dienaan^^e kunnen worden Ingediend. Aan bet bwfdbeetuur wordt opgedragen met alle haar •taande middelen hiervoor te Ijveren. Een ongeluk op tal Zondagmiddag heeft de korp. maker <5. Cheret, lid ren de roettalver ■Batavier", op hot roathalterreln oan d itawweg >ijn beso gsbxöksa. Op onze informatie gisteren bij het Hospitaal werd ons meegedeeld dat Ch. tiet goed maakte, hjj had bij het ongeluk ccn onderbeenbreuk bekomen. Aanbesteding. den bouwkundige H. Walboom te Helder werd Maandag namens zijn prin cipaal, den heer H. Heeman, aanbesteed i bouwen van een landhuis met auto stalling en werkplaats op een terrein te Huisduinen. De volgende billetten waren hiervoor ingekomen: H. Hagen 7676, Gebr. Ran 7660, Gebr. Boot 7545, H. F. Bosch 7465, H. Freeke ƒ7436, C. Bot 7425, A. van der Wouw 7420, T. Griek 6670. Het werk is aan den laagsten inschrijver ge gund. Botter op den dijk geloopen. Tengevolge van den zwaren mist is Zon dagavond te kwart over acht de H.D. 37, schipper Re zeiman, achter het Raadhuis op den dijk geloopen. Met hoog water is de botter op eigen kracht weer vlot geko- miii, en naar de haven gestoomd. Mr. P. J. Oud voor de oud-gepensioneerden. Voor een paar honderd belangstellenden sprak mr. P. J. Oud, lid van de Tweede Ka mer der Sta ten-Generaal, gisterenavond op ultnoodigang van de Vereeniging „Pen- sioenbelang" over het onderwerp „het Lot der oud-gepensloaneerden en hun we duwen". De Voorzitter, de heer Tiessen, introdu ceerde den spr. als een goed vriend van de oud-gepensionneerden, die meermalen hun belangen in de Kamer bepleitte. Jarenlang voert de Bond reeds actie voor lotsverbete ring met als aanvankelijk resultaat, dat een toeslag werd bereikt. Dit is evenwel niet genoeg; wij vragen recht. Het woord is hierna aan den heer Oud, die gaarne de uitnoodiging om te spreken heeft aanvaard, omdat het doel der Vereeni ging spr. volle sympathie heeft. Het is de plicht van den Staat deze oud-gepension neerden behoorlijk te verzorgen en spr. heeft zelf ook pogingen gedaan tot lotsver betering te komen. De Vereeniging „Peosioenbelang" stelt zich een tweeledig doel: naast verbetering der pensioenen ijvert zij tevens voor pre- mievrij Staatspensioen. Ten opzichte van dit laatste zijn haar statuten zeer ruim. Hoe wel dit doei niet ls het hoofddoel der Ver eeniging zal spr. er toch eenige woorden aan wijden. De strijd om preÉfevrty Staatspensioen is ai een vijfentwintig jaar oud «n omvat leder Nederlander, onverschillig van weike rich ting of welk geloof. Deze allen kunnen) dus van de Vereeniging „Penaioenbeiang" lid worden. Helaas is dit vraagstuk een piolitiek vraagstuk geworden, en daardoor schijnt het' alsof deze kwestie ook een politieke is. Dat ls evenwel niet het gevaL Spr. zal dit vraag stuk dan ook zonder eenige politieke bijge dachte behandelen. Spr. gaat de geschiedenis van dat Staats-' pensioen na; het zou aan iedereen op zeke ren leeftijd moeten worden uitgekeerd en het karakter van Armenzorg zou er op die wijze aan worden ontnomen. Deze opvattint van premievrij staatspensioen ls bij uitstek „christelijk": het „heb uw naaste lief als u zelf" ligt er aan ten grondslag. Het is onbillijk iemand, als hij oud en zwak is geworden, een armoedig bestaan te verschaffen. In de meeste gevallen is het niet de schuld van deze oude lieden zeiven en het premievrjje staatspensioen is een van de middelen om ons van een plicht der gemeenschap te kwijten. Maar we hebben niet het premievrije staatspensioen. Inte gendeel, we hebben de ouderdomsverzeke- ring met premiebetaling gekregen, die even wel onbillijk is te noemen. Vooral de ver plichte ouderdomsverzekering is dat, omdat in perioden van werkeloosheid niet geplakt worit en dus de uitkeering straks minder ls dan van iemand), die weinig of niet wer keloos was. Ook bij de vrijwillige ouder domsverzekering is deze regeling onbillijk. Die het 't meest noodig hebben, worden het minst geholpen, Spr. heeft er minister Slo- tamaker de Bruine nog onlangs attent op ge maakt en gewezen op het premievrij» staats pensioen, dat alleen afdoende helpt. Spr. komt nu op het hoofdpunt van zijn rede: het vraagstuk der oud-gepensionneer den. Dat ziét er «enigszins anders uit dan dat van het staatspensioen. De verhouding der oud-gepenslonneerden tegenover den Staat is nog eenlgszins anders, omdat het hier een rechtstreeksche relatie betreft, precies als die van werkgever tegenover werknemer. Eem werkgever, die zijm arbei: der zonder meer op straat zet, achten wij een schande der maatschappij. Is het nu niet heel erg, dat tot nu toe dé Staat der Nederlanden in gebreke blijft zijn werkne mers behoorlijk te pensionneeren? Onze oud-gepensionneerden hebben veelal ge diend in een tijd dat de gages laag waren. Maar het pensioen werd a,tijd voorgesteld als uitgesteld loon, en de pensioenen, die ook toen al laag waren, bleken na den we reldoorlog, toen de levensstandaard steeg, geheel onvoldoende. En dat de regeering: door de omstandigheden gedwongen, de la tere loonen en pensioenen verhoogde, maakte den toestand nog erger. Maar de drang, die voor de in dienst zijnden gold, gold niet voor de oud-gepensionneerden. Met enkele cijfers toont spr. de groote verschillen aan. Zoo heeft een adj.-onceroff. van 1918 een pensioen van 18 tot 20, van 1920 van 62; een serg.nmaj. 18 en 48; een serg. 17 f 18 en 42; een korporaal 6, 8 en 10 en thans 36 een matroos 7 en 9 en 80, nog 60 meer dan een adjudant van 19181 Deze cijfer» zijn ook onder de oogen aer regsering gebracht, en het gevolg was een. ir—s langdurige strijd in de Tweede Kamer ter verbetering, een strijd, die heiaas nog niet is geëindigd. Enkele voorname punten uit dien strijd zal spr. releveeren. Bij het algemeen be- grootingsdebat in 1924 'is voor de zooveelste maal deze zaak besproken en de heer Ter Hall stelde een motie voor. Minister Ruys de Beerenbrouck antwoordde met een be lofte, die de regeering thans in staat zou zijn' te vervullenals zij wilde. Toen was ex noodtoestand, zoodra die voorbij is, zeide min. Ruys, zuilen wj) die zaak ter hand nemen. Een dergelijk antwoord was foutief,'Pothuis—Smit, Eerste Kamerleden, om een opgaaf der vermoedelijke kosten, blijkt uit door de Vereeniging verstrekte gegevens, dat daarmee ca. I1/, milllcen gulden gemoeid zouden zijn of, bij gedeeltelijke verhooging, slechts de helft van dit 'bedrag. Bovendien omdat het vraagstuk niet afhankelijk is van den staat der financiën. De heer Ter Hall trok zijn motie maar in, daar die toch niets veranderd had. In 1926 (Mei) kwam het wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet ter sprake. De heer Ter Laan stelde een amendement tot gelijkstelling va» oude en nieuwe pen sioenen voor, hetgeen natuurlijk van meer beteekenis is dan een motie. Het betrof hier de militaire pensioenen en min. Van Dijk en Westerveld gaven in overweging dit amendement niet te handhaven. Men moest deze gelijkstelling niet in de wet vastleggen, zoo zeiden zij, omdat er misschien oud-ge pensionneerden zouden zijn, die het niet Sirect noodig hadden. Dit was een element dat er niet in hoorde, n± het element van Armenzorg. De heer Ter Laan hield vast aan zijn amendement; de heer Dresselhuys verdedigde het amendement, maar meende, dat men niet zoover zou kunnen gaan als de heer Ter Laan wilde. En hij kwam met een motie waarin de regeering werd uitgenoo- digd maatregelen te nemen. Het amende ment is door de Kamer verworpen; de motie-Dresseihuys kwam niet in behande- img, doch werd door den V oorzitter als een afzonderlijke zaak beschouwd. Hat was een uitstel voor langen tijd; de verkiezingen begonnen, en nauwelijks was de nieuwe Kamer bijeen of er kwam de regeeringscris.8 en het werd 11 Maart 1926 vóórdat de regelmatige werkzaamheden wer den hervat. In Mei 1926 een vol jaar later werd de motie-Dresselhuys behan deld, en met een veikeerde verandering van den heer Boon, die namens den heer Dres selhuys sprak, aanvaard. De Minister van Oorlog nam schijnbaar een welwillende houding aan jegens de motie. Doch onder den indruk van de wel willende houding van den Minister werd het woordje „sommige oud-gepensionneerden" ingelascht. En de motie werd zonder stem ming aangenomen, hetgeen altijd al een veeg teeken is. Het bleek dan ook al spoe dig, dat men te oud-gepenssionneerden hel pen wilde uit het geld van de Stichting, die opgericht was van het resteerend bedrag van het Kom Nat Steuncomité. De heer Ketelaar begreep dit dadeüik en wij hadden als Kamer.eden een moeilijke beslissing. De heer Ter Laan sprak toen een ernstig woord, zeide, dat de regeering den toestand zoo slecht gemaakt had, dat men ook niet de geringste hulp mocht afwijiea Maar wij zelden er bij, dat voor ons de zaak niet af- ge.oopen was. BÜ de begrooting 1926 heeft spr. deze kwestie weer aangebonden, gewezen op de uitlating van Min. Ruys de Beerenbrouck. Het tekort op de Staatsbegrooting was weg, er was een overschot van ruim 30 millioen. Kon hieruit niet wat afgezonderd worden voor de oud-gepensionneerden? En was het nu redelijk, dat men niets voor hen deed, maar wel diverse belastingen verlaagde? De heer De Geer is er niet mede veront schuldigd door te zeggen, dat niet hij het beloofd he„ft: het was de Nederi. regeering die het deed in de persoon van den regee renden minister. Bij de Marine-begrooting zijn toen een tweetal moties ingediend; door den heer Ter Laan en door spr. Die van spr. ging niet zoover, maar was noodig ornaat mis schien de Kamer niet vóór algeheel» gelijk stelling van oude en nieuwe pensioenen zou zjjn. Noch spr. motie, noch die van den heer Ter Laan konden de meerderheid krijgen. Spr. motie kreeg 1 stem meer dan de andere, die van den heer Van de Bilt, die dus tegen gelijkstelling was. Ten aanzien van de beteekenis van de marine zijn verschillende stroomingen in de Kamer. De heer Snoeok Henkemans hijv. denkt er heel anders over dan spr. en de heer Ter Laaa En het is eigenaardig dat juist menschen als Snoeck Henkemans die voor het hooghouden der weermacht zijn den oud-gepensionneerden het recht wil len onthouden wat wij hen willen geven. Een treffend moment was de betooging van twee gepensionneerden op de publieke tribune. iMaar zoo'n stem van de tribune beteek ent een stuk tragiek; men doet zulke dingen alleen bij zeer hevige gemoedsbe weging. En is het niet beschamend voor de Nederlandsche regeering als op dergelijke wijze gedemonstreerd wordt? Spr. bestreed de meening van den heer Snoeck Henkemans als zou dit geen armen zorg zijn, en deelt daarvan een frappant staaltje mee van een gepensionneerd mari nier, die wel een kleine uitkeering kreeg uit de Stichting, doch welk bedrag hem daarna werd gekort door het Burg. Arm bestuur van Amsterdam. Ook voor de weduwen is de toestand treurig. Het is een schande voor ons land; met 1 2 millioen zou men zooveel kunnen doen, te meer, daar het hier een afloopend bedrag is. Spr. heeft met genoegen hier gesproken, omdat hij gaarne een steentje wil bijdragen het lot der oud-gepensionneerden te ver zachten, Maar het feit, dat een dergelijke redevoering noodig is, is op zichzelf lang geen genoegen. En spr. eindigt met den wensch uit te drukken, dat vergaderingen als deze niet meer noodig zullen zjjn. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd een druk gebruik gemaakt en •treffend was het te hooren hoe hier oude menschen met hun leed en zorgen naar buiten kwamen, in de hoop in den heer Oud een pleitbezorger te vinden voor hun toe stand Eén ls er, die verteit van een gebrekkige weduwe, die zichzelf niet mees redden kan en voor wie spr. nu moet bijspringen. Het door de regeering toegezegde onderzoek iaat veel te wenschen over, zoo constateert hij. Een tweede verhaalt hoe hij met een goede 4.— in 1906 den dienst, verliet als zenuw patiënt; hij heeft nu een plaats in het arm huis, waar hjj zich tusschen visschers e. d. niet thuis gevoelt. Een derde en vierde hebben weer andere narigheden, en als vijfde spr. komt de heer Van der Wal weder betoogen, dat het geld eer wel ia Immers, naar aanleiding van de vragen van prof. Van Embden en Mevr. is het woord „verhooging" voor deze pen sioenen onjuist, onze levensstandaard is sedert zoozeer gestegen, dat een gulden niet meer dezelfde waarde heeft van vroeger. En dan vraagt men in de Heldi. Ort. neg .geen Russische spinazie te willen zaaien op Hol- landschen bodem. Wie heeft dien bodem toegankelijk gemaakt voor deze Russische groente? Steunverlening individueel acht spr. on- gewenscht, daar die zeer ongelijk werkt. Nog een spr„ de heer Blom, meldt zich aan. De heer Oud1, de verschillende sprekers beantwoordend, merkt op, dat dit alles het betoog van dezen avond heeft onderstreept. Zij hebben het inderdaad slecht. Wat de eerste spr. zeide, bewijst hoe verkeerd zoo'n Individueel onderzoek is. De tweede spr. Is zelf9 in het armhuis opgenomen. Een ander wees erop, dat op zijn paspoort staat, dat de Staat zelfs nog de beschikking houdt over de werkkracht der oud-gepensionneerden. De heer Van der Wal heeft er nog eens weer op gewezen, dat het niet zooveel be hoeft te kosten. Zijn opmerking, dat men van verhooging eigenlijk niet spreken mag, is volkomen juist. Maar in de Kamer ls er herhaaldelijk op gewezen, zonder resultaat en spr. herhaalt nogmaals zijn wensch, dat de oud-gepenslonneerden spoedig geholpen worden. De heer Tiessen dankt den spr. voor zijn redevoering en sluit daarna de vergadering. Uit het Politierapport Inbraak. Zaterdagmorgen werd telefonisch me degedeeld, dat in het kantoor van de hout zagerij van den heer Oorfcgijzen, aan het einde van de Janzenstraat, was ingebro ken. Bij onderzoek bleek dat een lessenaar in genoemd kantoor was opengebroken. Uit de lessenaar was een geldkistje met een bedrag van pl.m. 20 gulden en een bakje met 4 gulden wisselgeld ontvreemd. Ook was een gouden ring verdwenen. De politie heeft onmiddellijk een onder zoek ingesteld. Mishandeling. Een bewoner van de le yroonstraat deed Zaterdagmiddag aangifte dat hij mis handeld was door een in die straat wo nende man. wiens vrouw hem bovendien nog met water had gegooid. Door een auto aangereden. Dienzelfden middag deed een bewoner van Weltevreden (achter Onrust) aan gifte dat hij Donderdag op den Strooweg door een hier thuisbehoorende auto waa aangereden. Hij sloeg tegen den grond, beschadig de zijn kleeren en bekwam een verwon ding, tengevolge waarvan hij zich onder geneeskundige behandeling moest stel len, Rijwt ei ontvreemding. Een marine-officier deed Zaterdag avond aangifte dat hij uit de rijwielberg plaats van de Marine-kazerne een geheel nieuw damesrijwiel vermiste. Dienzelfden avond deed de Off. van de wacht telefo nisch mededeeling, dat ook nog een hee renrijwiel uit de kazerne was ontvreemd. Het vermoeden viel op twee miliciens die beiden gestraft waren en dien avond spoorloos uit de kazerne waren verdwe nen, zoodat zij zich zeer waarschijnlijk op de rijwielen bulten hadden begeven. De politie in Alkmaar werd dan ook telefo nisch met een en ander in kennis gesteld. Te half een 's nachts kwam uit Alkmaar bericht, dat de beidé vluchtelingen waren aangehouden. Zondagmorgen werden de miliciens naar hier overgebracht en na verhoor ter beschikking van den com mandant van de Marine-kazerne gesteld. Drankellende. Zaterdagavond werd aan een agent in de Spoorrtraat meegedeeld dat er in de Molenstraat een beschonken man lag. De agent ging naar de aangewezen plaats en trof er den man aan. Met behulp van een korporaal van de Marine werd de man naar zijn woning in dezelfde straat over gebracht. Door een rechercheur uit den Haag werd hier Zaterdagmiddag een 20-jarig meisje gebracht, die zich bij de politie al daar om onderstand had gemeld. Het werd door haar moeder van het Hoofd bureau gehaald. Correspondentlei. Een dezer dagen kwam een postwissel in ons bezit, groot f 3.20, afgestempeld 42—*27 te Amsterdam, Hemonyetraat, met de bemerking: ab. le en 2e kw. 1927, op weike postwissel de naam eni het adres van den) afzender evenlwel iiiet voorkomen. Beleefd verzoeken wij den afzender ons naam en adres te willen opgeven. Admirt Heldersche Cit Ingezonden Mededeeling. (669) mtk. stilt men spoedig met ^ÊÊtWÊÊ n tabletten Binnenland BRUTALE INBRAAK IN EEN JUWE LIERSWINKEL TE AMSTERDAM. Vrijdagavond 1b op zeer brutale wijze ingebroken in een juwelierswinkel te Amsterdam en wel in den winkel vantien heer M. E. Davidson, Nieuwendijk 222. In totaal werd voor een waarde van f 40.000 medegenomen. De (vermoedelijk 2) inbrekers zijn met groote brutaliteit te werk gegaan. Dat blijkt alleen al uit het uur, waarop de daad gepleegd is aan dezen drukken verkeersweg. Het perceel wordt bewoond door den heer Vecht, een schoonzoon van den eigenaar van de zaak. Deze was om 8.80 uur des avonds met zijn vrouw uitgegaan. Hij had de winkel deur niet gesloten, wel het ijzeren scherm voor de étalage. Onmiddellijk na zijn uitgaan moeten de dieven zijn binnen geslopen. De deur in het ijzeren scherm is gesloten met een z.g. pompslot. Dit openden de Inbrekers met een pompsleutel. Toen moesten zij eerst de étalage hebben leeggeplunderd, daarna eenige vitrines. Het zilver lieten zij met rust, maar de groote voorraad gouden horloges, horloge- armbanden, ringen, broches, spelden enz., vele met diamanten bezet, was van hun gading. Uit een buffetlade stalen zij een een portefeulle met 1200.De bedden waren eveneens overhoop gehaald, blijk baar in de hoop, dat daarin nog meer geld verborgen zou zijn. Maar dit was niet het geval. Toen de heer Vecht om 10 uur thuis kwam, trof hij zijn winkel en zijn huis in chaos. De vogels waren echter gevlogen. Dadelijk werd de politie gewaarschuwd, die nog des avonds een onderzoek begon. MOORDAANSLAG. Zaterdag is onder Schaarsbergen, bij Arnhem, een moordaanslag gepleegd. Een landarbeider, die ongeveer een jaar ge huwd was, woonde met zijn vrouw bij zijn schoonouders in. Het echtpaar had her haaldelijk ruzie en de vrouw moet meer malen mishandeld zijn. Zij was onlangs van haar man weggeloopen en had bij familie een onderkomen gezocht. De man was voorloopig blijven wonen bij zijn schoonouders, doch was onlangs naar zijn vader in Kootwijkerbroek bij Barneveld gegaan. Na dien tijd is hjj eenige malen terug geweest om zijn vrouw te spreken, wat hem echter niet gelukte. Vrijdag, toen de vrouw bij haar ouders was terug gekeerd, heeft haar man, zooals thans gebleken is, in Barneveld een automatisch piotooi gekocht. Daarmee heeft hij Vrij dagnacht om de woning gezworven, in de hoop zijn vrouw ie kunnen 'spreken. Zaterdagmorgen in de vroegte verschool hjj zich achter een regenton en toen de vrouw omstreeks half tien naar buiten kwam om water te halen, loste hij op korten afstand een schot op haar, dat evenwel niet trof. De vrouw vluchtte in huis, terwijl de dader het hazenpad koos en door de bosschen naar Wolfheze trok, waar hij den trein naar Barneveld nam. Hij is daar 's middags gearresteerd en heeft aan de politie bekend, den aanslag te hebben gepleegd. De ontsporing op de lijn Leeuwarden— Harllngen. Het Volk meldt nog omtrent de ont sporing op de lijn LeeuwardenHarlln gen bij Schenkenschans ten gevolge van het breken van een as van een tweede klas rijtuig, het derde van den trein, waardoor twee wagens uit het spoor liepen: Van een der reizigers vernamen wij het volgende. De trein, die om 2.86 uit Leeuwarden vertrok, bestond uit acht personenrijtuigen en een goederenwagen, getrokken door twee lokomotieven. Daar het marktdag te Leeuwarden was, zat de trein vol reizigers. Op de spoorbrug over de Sneekervaart werden de reizigers plotseling opgeschrikt door een harden slag De trein schokte hevig doch reed door en men dacht, dat er niets gebeurd was. Toch was het rijden, niet als gewoonlijk. Een 600 700 meter voorbij de brug voelde men een tweeden schok en meteen stond de trein stil. De portieren werden opengeslagen en in groote consternatie spoeden de reizigers zich uit de coupé. Toen zag men, dat de twee achter den goederenwagen gekop pelde rijtuigen uit de rails waren ge loopen. De kussens van het rijtuig lagen door- elkaar en sommige banken waren ver splinterd. De menschen, die in dit rijtuig zaten, hebben angstige oogenblikken beleefd. Het ia van de spoorbrug af meegesleurd. Het achtergedeelte van den wagen sleepte bijna over den grond, de wielen staken door den vloer. De schroeven van de Ijzeren stoelen, waarmede de raila op de liggers bevestigd zijn, waren over ten groote lengte afgeknapt. Verscheidene liggers waren totaal versplinterd. Men mag van een groot geluk spreken, dat geen persoonlijke ongelukken zijn voorgekomen. Slechts een der reizigers van het 2de klas rijtuig bekwam een kwetsuur aan de hand. De materieels schade is groot Ruim 6 uur was men met het opruimingswerk zoo ver gevorderd, dst het verkeer weer kon pisats hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 5