T
Sanapirin
TWEEDE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS
SHoofd pij n A
k Kiespijn
a s ct
GÊMENGD NIEUWS.
VAN DINSDAG 19 FEBRUARI 1927
Taptoe.
Naar den Wereldvrede.
hAMn L ^plaats van tegen den
bal in het veld, zoodat hij met zijn been
m den grond bleef steken. Juist kwam
een andere speler achter hem aan en viel
op hem, tengevolge waarvan Cheret zijn
een brak. Nadat Dr. Rienks eerste hulp
had verleend werd hij naar het Hospitaal
overgebracht.
BtJ bet te 's-Gravenhage gehouden
examen slaagden toot derde Officier
Qioote Stoanrwuut de beeren W. van
Leeuwen uKJ. Motief, «OihleT.
Hedenavond
taptoe.
8 uur bi) gunstig weer
Door de afd. Helder der S.D.AP. en den
Helderschen Bestuurdersbond is Vrijdag
avond een openbare vergadering belegd,
waar de heer F. Hariot het onderwerp
„naar den wereldvrede" zal behandelen.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar
de advertentie in het „Advertentieblad"
van morgen (Woensdag).
„Sylvla de Danseres".
Tot ons leedwezen is in ons verslag
betreflende de opvoering van „Sylvia de
Danseres" vermeld, dat Antonio, het
jagertje, vertolkt werd door M. van der
kuil, terwijl ln het verslag over dit
meisje gesproken werd, alsof het een
jongen was. Het tegendeel is het geval;
All de Boer (want dit was de naam en
niet M. van der Kuil) is een der beste
meisjes-medewerksters van den heer Boe-
lens; zij vervult steeds alle haar opge
dragen rollen met animo en is welhaast
een volleerde actrice geworden, die de
knepen van het vak op een duimpje kent.
Geen wonder dan ook, dat zij eenige
malen hartelijk toegejuicht werd door het
publiek. Woensdag 9 Maart komt een
herhaling van deze operette..
Algemeene Coöperatie.
De algemeene coöperatie hier ter plaatse
hield gisteren eene algemeene ledeff-
veigadering.
Op de agenda stonden een 4-tal punten,
waaronder wijziging van de statuten in
verband met de verandering van de
coöperatieve wet. Dit punt moest van de
agenda worden afgevoerd omdat het bij
de bestaande statuten vereischte aantal
leden niet was opgekomen en in een
vervolgvergadering dit punt zal worden
afgedaan. Deze vervolgvergadering zal
gehouden worden op Dinsdag 8 Maart
1927.
De voorstellen tot het aankoopen van
de perceelen waarin de bakkerij der ver
eeniging z]jn gevestigd, zoomede het
aangaan van een hypotheek voor dezen
aankoop werden goedgekeurd.
Tot lid van het bestuur werd gekozen
mevrouw G. EmmengaFortuyn, terwijl
tot lid van den Raad van Commissarissen
benoemd werd de héér B. Zondervan.
Nadat de secretaris, de heer J. H. de
Nijs, eenige mededeelingen had gedaan
omtrent het ledental en de gevoerde
Ïropaganda, sloot de voorzitter, de heer
l G. van Kregten, deze goedgeslaagde
vergadering.
Dorus Rijkers 80 jaar.
Gisterenavond hield het plaatselijk
comité tot huldiging van DoruS Rijkers
op zijn 80sten verjaardag, zijn laatste
vergadering. Door den penningmeester,
den heer Meyer, werd flnantieel verslag
uitgebracht. In totaal werd aan bijdragen
ontvangen ruim f 1800.—. Tot op den
laatsten dag bleven de giften vloeien. De
uitgaven bedroegen rond f 1100.zoodat
dé penningmeester, die op zulk een over
vloed niet had kunnen rekenen, nog een
saldo in kas had van pl.m. f 7ö0.
Door het comité werd besloten, een
deel hiervan te gebruiken voor gratificaties
aan de alleroudste redders. Voorts ont
vangt Dorus Rijkers een tegemoetkoming
in de door hem gemaakte kosten op zijn
feestdag, f 160.wordt gestort in de
kas der Vereeniging »Moed, Volharding
en Zelfopoffering*, alhier, hetgeen dus
Indirect ook weer de oude redders ten
goede komt. Het overschot wordt afge
dragen aan het Dorus Rijkersfonds. Hier
onder is dan een klein bedrag, dat speciaal
voor dit fonds was ingekomen.
Nadat de voorzitter de comité-leden
dank gezegd had voor hunne medewerking
aan het tot stand brengen van den zoo
welgeslaagden avond, werd de bijeenkomst
gesloten.
Militair Personeel der Zeemacht
Men verzoekt ons alsnog te willen, ver
melden, dat den 4den Februari in een ge
combineerde vergadering van den Bond van
monteurs K. M. en de torpedomakersver-
eenlging „Ons Vakbelang" met algemeene
•temmen 6en motte te aangenomen, waarin
teleurstelling'wordt uitgesproken, dat de
mogelijkheid om langs wettigen weg tot
•alarisverbeterlng voor het militair perso
neel der zeemacht te geraken, nog steeds ls
benomen. .De vergadering geeft als hare
meening te kennen, dat d® wederinvoering
van de vroegere vaklledenregeling zeer ge-
wenscht is, en sou gaarne zien, dat aan de
commissie voor georganiseerd <>verieg
«aken van belang voor den rechtstoestand
van het militair personeel der zeemacht,
wederom voorstellen dienaan^^e kunnen
worden Ingediend. Aan bet bwfdbeetuur
wordt opgedragen met alle haar
•taande middelen hiervoor te Ijveren.
Een ongeluk op tal
Zondagmiddag heeft de korp.
maker <5. Cheret, lid ren de roettalver
■Batavier", op hot roathalterreln oan d
itawweg >ijn beso gsbxöksa.
Op onze informatie gisteren bij het
Hospitaal werd ons meegedeeld dat Ch.
tiet goed maakte, hjj had bij het ongeluk
ccn onderbeenbreuk bekomen.
Aanbesteding.
den bouwkundige H. Walboom te
Helder werd Maandag namens zijn prin
cipaal, den heer H. Heeman, aanbesteed
i bouwen van een landhuis met auto
stalling en werkplaats op een terrein te
Huisduinen. De volgende billetten waren
hiervoor ingekomen:
H. Hagen 7676, Gebr. Ran 7660,
Gebr. Boot 7545, H. F. Bosch 7465,
H. Freeke ƒ7436, C. Bot 7425, A. van
der Wouw 7420, T. Griek 6670. Het
werk is aan den laagsten inschrijver ge
gund.
Botter op den dijk geloopen.
Tengevolge van den zwaren mist is Zon
dagavond te kwart over acht de H.D. 37,
schipper Re zeiman, achter het Raadhuis
op den dijk geloopen. Met hoog water is
de botter op eigen kracht weer vlot geko-
miii, en naar de haven gestoomd.
Mr. P. J. Oud voor de
oud-gepensioneerden.
Voor een paar honderd belangstellenden
sprak mr. P. J. Oud, lid van de Tweede Ka
mer der Sta ten-Generaal, gisterenavond op
ultnoodigang van de Vereeniging „Pen-
sioenbelang" over het onderwerp „het Lot
der oud-gepensloaneerden en hun we
duwen".
De Voorzitter, de heer Tiessen, introdu
ceerde den spr. als een goed vriend van de
oud-gepensionneerden, die meermalen hun
belangen in de Kamer bepleitte. Jarenlang
voert de Bond reeds actie voor lotsverbete
ring met als aanvankelijk resultaat, dat een
toeslag werd bereikt. Dit is evenwel niet
genoeg; wij vragen recht.
Het woord is hierna aan den heer Oud,
die gaarne de uitnoodiging om te spreken
heeft aanvaard, omdat het doel der Vereeni
ging spr. volle sympathie heeft. Het is de
plicht van den Staat deze oud-gepension
neerden behoorlijk te verzorgen en spr.
heeft zelf ook pogingen gedaan tot lotsver
betering te komen.
De Vereeniging „Peosioenbelang" stelt
zich een tweeledig doel: naast verbetering
der pensioenen ijvert zij tevens voor pre-
mievrij Staatspensioen. Ten opzichte van
dit laatste zijn haar statuten zeer ruim. Hoe
wel dit doei niet ls het hoofddoel der Ver
eeniging zal spr. er toch eenige woorden
aan wijden.
De strijd om preÉfevrty Staatspensioen is
ai een vijfentwintig jaar oud «n omvat leder
Nederlander, onverschillig van weike rich
ting of welk geloof. Deze allen kunnen) dus
van de Vereeniging „Penaioenbeiang" lid
worden. Helaas is dit vraagstuk een piolitiek
vraagstuk geworden, en daardoor schijnt het'
alsof deze kwestie ook een politieke is. Dat
ls evenwel niet het gevaL Spr. zal dit vraag
stuk dan ook zonder eenige politieke bijge
dachte behandelen.
Spr. gaat de geschiedenis van dat Staats-'
pensioen na; het zou aan iedereen op zeke
ren leeftijd moeten worden uitgekeerd en
het karakter van Armenzorg zou er op die
wijze aan worden ontnomen. Deze opvattint
van premievrij staatspensioen ls bij uitstek
„christelijk": het „heb uw naaste lief als u
zelf" ligt er aan ten grondslag.
Het is onbillijk iemand, als hij oud en
zwak is geworden, een armoedig bestaan te
verschaffen. In de meeste gevallen is het
niet de schuld van deze oude lieden zeiven
en het premievrjje staatspensioen is een
van de middelen om ons van een plicht der
gemeenschap te kwijten. Maar we hebben
niet het premievrije staatspensioen. Inte
gendeel, we hebben de ouderdomsverzeke-
ring met premiebetaling gekregen, die even
wel onbillijk is te noemen. Vooral de ver
plichte ouderdomsverzekering is dat, omdat
in perioden van werkeloosheid niet geplakt
worit en dus de uitkeering straks minder
ls dan van iemand), die weinig of niet wer
keloos was. Ook bij de vrijwillige ouder
domsverzekering is deze regeling onbillijk.
Die het 't meest noodig hebben, worden het
minst geholpen, Spr. heeft er minister Slo-
tamaker de Bruine nog onlangs attent op ge
maakt en gewezen op het premievrij» staats
pensioen, dat alleen afdoende helpt.
Spr. komt nu op het hoofdpunt van zijn
rede: het vraagstuk der oud-gepensionneer
den. Dat ziét er «enigszins anders uit dan
dat van het staatspensioen. De verhouding
der oud-gepenslonneerden tegenover den
Staat is nog eenlgszins anders, omdat het
hier een rechtstreeksche relatie betreft,
precies als die van werkgever tegenover
werknemer. Eem werkgever, die zijm arbei:
der zonder meer op straat zet, achten wij
een schande der maatschappij. Is het nu
niet heel erg, dat tot nu toe dé Staat der
Nederlanden in gebreke blijft zijn werkne
mers behoorlijk te pensionneeren? Onze
oud-gepensionneerden hebben veelal ge
diend in een tijd dat de gages laag waren.
Maar het pensioen werd a,tijd voorgesteld
als uitgesteld loon, en de pensioenen, die
ook toen al laag waren, bleken na den we
reldoorlog, toen de levensstandaard steeg,
geheel onvoldoende. En dat de regeering:
door de omstandigheden gedwongen, de la
tere loonen en pensioenen verhoogde,
maakte den toestand nog erger. Maar de
drang, die voor de in dienst zijnden gold,
gold niet voor de oud-gepensionneerden.
Met enkele cijfers toont spr. de groote
verschillen aan. Zoo heeft een adj.-onceroff.
van 1918 een pensioen van 18 tot 20,
van 1920 van 62; een serg.nmaj. 18 en
48; een serg. 17 f 18 en 42; een
korporaal 6, 8 en 10 en thans 36
een matroos 7 en 9 en 80, nog 60
meer dan een adjudant van 19181
Deze cijfer» zijn ook onder de oogen aer
regsering gebracht, en het gevolg was een.
ir—s
langdurige strijd in de Tweede Kamer ter
verbetering, een strijd, die heiaas nog niet
is geëindigd.
Enkele voorname punten uit dien strijd
zal spr. releveeren. Bij het algemeen be-
grootingsdebat in 1924 'is voor de zooveelste
maal deze zaak besproken en de heer Ter
Hall stelde een motie voor. Minister Ruys
de Beerenbrouck antwoordde met een be
lofte, die de regeering thans in staat zou zijn'
te vervullenals zij wilde. Toen was ex
noodtoestand, zoodra die voorbij is, zeide
min. Ruys, zuilen wj) die zaak ter hand
nemen. Een dergelijk antwoord was foutief,'Pothuis—Smit, Eerste Kamerleden, om een
opgaaf der vermoedelijke kosten, blijkt uit
door de Vereeniging verstrekte gegevens,
dat daarmee ca. I1/, milllcen gulden gemoeid
zouden zijn of, bij gedeeltelijke verhooging,
slechts de helft van dit 'bedrag. Bovendien
omdat het vraagstuk niet afhankelijk is van
den staat der financiën.
De heer Ter Hall trok zijn motie maar in,
daar die toch niets veranderd had.
In 1926 (Mei) kwam het wetsontwerp tot
wijziging van de Pensioenwet ter sprake.
De heer Ter Laan stelde een amendement
tot gelijkstelling va» oude en nieuwe pen
sioenen voor, hetgeen natuurlijk van meer
beteekenis is dan een motie. Het betrof hier
de militaire pensioenen en min. Van Dijk
en Westerveld gaven in overweging dit
amendement niet te handhaven. Men moest
deze gelijkstelling niet in de wet vastleggen,
zoo zeiden zij, omdat er misschien oud-ge
pensionneerden zouden zijn, die het niet
Sirect noodig hadden. Dit was een element
dat er niet in hoorde, n± het element van
Armenzorg. De heer Ter Laan hield vast
aan zijn amendement; de heer Dresselhuys
verdedigde het amendement, maar meende,
dat men niet zoover zou kunnen gaan als de
heer Ter Laan wilde. En hij kwam met een
motie waarin de regeering werd uitgenoo-
digd maatregelen te nemen. Het amende
ment is door de Kamer verworpen; de
motie-Dresseihuys kwam niet in behande-
img, doch werd door den V oorzitter als een
afzonderlijke zaak beschouwd.
Hat was een uitstel voor langen tijd; de
verkiezingen begonnen, en nauwelijks was
de nieuwe Kamer bijeen of er kwam de
regeeringscris.8 en het werd 11 Maart 1926
vóórdat de regelmatige werkzaamheden wer
den hervat. In Mei 1926 een vol jaar
later werd de motie-Dresselhuys behan
deld, en met een veikeerde verandering van
den heer Boon, die namens den heer Dres
selhuys sprak, aanvaard.
De Minister van Oorlog nam schijnbaar
een welwillende houding aan jegens de
motie. Doch onder den indruk van de wel
willende houding van den Minister werd het
woordje „sommige oud-gepensionneerden"
ingelascht. En de motie werd zonder stem
ming aangenomen, hetgeen altijd al een
veeg teeken is. Het bleek dan ook al spoe
dig, dat men te oud-gepenssionneerden hel
pen wilde uit het geld van de Stichting, die
opgericht was van het resteerend bedrag
van het Kom Nat Steuncomité. De heer
Ketelaar begreep dit dadeüik en wij hadden
als Kamer.eden een moeilijke beslissing.
De heer Ter Laan sprak toen een ernstig
woord, zeide, dat de regeering den toestand
zoo slecht gemaakt had, dat men ook niet de
geringste hulp mocht afwijiea Maar wij
zelden er bij, dat voor ons de zaak niet af-
ge.oopen was.
BÜ de begrooting 1926 heeft spr. deze
kwestie weer aangebonden, gewezen op de
uitlating van Min. Ruys de Beerenbrouck.
Het tekort op de Staatsbegrooting was weg,
er was een overschot van ruim 30 millioen.
Kon hieruit niet wat afgezonderd worden
voor de oud-gepensionneerden? En was het
nu redelijk, dat men niets voor hen deed,
maar wel diverse belastingen verlaagde?
De heer De Geer is er niet mede veront
schuldigd door te zeggen, dat niet hij het
beloofd he„ft: het was de Nederi. regeering
die het deed in de persoon van den regee
renden minister.
Bij de Marine-begrooting zijn toen een
tweetal moties ingediend; door den heer
Ter Laan en door spr. Die van spr. ging
niet zoover, maar was noodig ornaat mis
schien de Kamer niet vóór algeheel» gelijk
stelling van oude en nieuwe pensioenen zou
zjjn.
Noch spr. motie, noch die van den heer
Ter Laan konden de meerderheid krijgen.
Spr. motie kreeg 1 stem meer dan de andere,
die van den heer Van de Bilt, die dus tegen
gelijkstelling was.
Ten aanzien van de beteekenis van de
marine zijn verschillende stroomingen in de
Kamer. De heer Snoeok Henkemans hijv.
denkt er heel anders over dan spr. en de
heer Ter Laaa En het is eigenaardig dat
juist menschen als Snoeck Henkemans
die voor het hooghouden der weermacht zijn
den oud-gepensionneerden het recht wil
len onthouden wat wij hen willen geven.
Een treffend moment was de betooging
van twee gepensionneerden op de publieke
tribune. iMaar zoo'n stem van de tribune
beteek ent een stuk tragiek; men doet zulke
dingen alleen bij zeer hevige gemoedsbe
weging. En is het niet beschamend voor de
Nederlandsche regeering als op dergelijke
wijze gedemonstreerd wordt?
Spr. bestreed de meening van den heer
Snoeck Henkemans als zou dit geen armen
zorg zijn, en deelt daarvan een frappant
staaltje mee van een gepensionneerd mari
nier, die wel een kleine uitkeering kreeg
uit de Stichting, doch welk bedrag hem
daarna werd gekort door het Burg. Arm
bestuur van Amsterdam.
Ook voor de weduwen is de toestand
treurig. Het is een schande voor ons land;
met 1 2 millioen zou men zooveel kunnen
doen, te meer, daar het hier een afloopend
bedrag is.
Spr. heeft met genoegen hier gesproken,
omdat hij gaarne een steentje wil bijdragen
het lot der oud-gepensionneerden te ver
zachten, Maar het feit, dat een dergelijke
redevoering noodig is, is op zichzelf lang
geen genoegen. En spr. eindigt met den
wensch uit te drukken, dat vergaderingen
als deze niet meer noodig zullen zjjn.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd een druk gebruik gemaakt en
•treffend was het te hooren hoe hier oude
menschen met hun leed en zorgen naar
buiten kwamen, in de hoop in den heer Oud
een pleitbezorger te vinden voor hun toe
stand
Eén ls er, die verteit van een gebrekkige
weduwe, die zichzelf niet mees redden kan
en voor wie spr. nu moet bijspringen. Het
door de regeering toegezegde onderzoek iaat
veel te wenschen over, zoo constateert hij.
Een tweede verhaalt hoe hij met een goede
4.— in 1906 den dienst, verliet als zenuw
patiënt; hij heeft nu een plaats in het arm
huis, waar hjj zich tusschen visschers e. d.
niet thuis gevoelt.
Een derde en vierde hebben weer andere
narigheden, en als vijfde spr. komt de heer
Van der Wal weder betoogen, dat het geld
eer wel ia Immers, naar aanleiding van de
vragen van prof. Van Embden en Mevr.
is het woord „verhooging" voor deze pen
sioenen onjuist, onze levensstandaard is
sedert zoozeer gestegen, dat een gulden niet
meer dezelfde waarde heeft van vroeger. En
dan vraagt men in de Heldi. Ort. neg .geen
Russische spinazie te willen zaaien op Hol-
landschen bodem. Wie heeft dien bodem
toegankelijk gemaakt voor deze Russische
groente?
Steunverlening individueel acht spr. on-
gewenscht, daar die zeer ongelijk werkt.
Nog een spr„ de heer Blom, meldt zich
aan.
De heer Oud1, de verschillende sprekers
beantwoordend, merkt op, dat dit alles het
betoog van dezen avond heeft onderstreept.
Zij hebben het inderdaad slecht. Wat de
eerste spr. zeide, bewijst hoe verkeerd zoo'n
Individueel onderzoek is. De tweede spr. Is
zelf9 in het armhuis opgenomen. Een ander
wees erop, dat op zijn paspoort staat, dat de
Staat zelfs nog de beschikking houdt over
de werkkracht der oud-gepensionneerden.
De heer Van der Wal heeft er nog eens
weer op gewezen, dat het niet zooveel be
hoeft te kosten. Zijn opmerking, dat men
van verhooging eigenlijk niet spreken mag,
is volkomen juist. Maar in de Kamer ls er
herhaaldelijk op gewezen, zonder resultaat
en spr. herhaalt nogmaals zijn wensch, dat
de oud-gepenslonneerden spoedig geholpen
worden.
De heer Tiessen dankt den spr. voor zijn
redevoering en sluit daarna de vergadering.
Uit het Politierapport
Inbraak.
Zaterdagmorgen werd telefonisch me
degedeeld, dat in het kantoor van de hout
zagerij van den heer Oorfcgijzen, aan het
einde van de Janzenstraat, was ingebro
ken.
Bij onderzoek bleek dat een lessenaar
in genoemd kantoor was opengebroken.
Uit de lessenaar was een geldkistje met
een bedrag van pl.m. 20 gulden en een
bakje met 4 gulden wisselgeld ontvreemd.
Ook was een gouden ring verdwenen.
De politie heeft onmiddellijk een onder
zoek ingesteld.
Mishandeling.
Een bewoner van de le yroonstraat
deed Zaterdagmiddag aangifte dat hij mis
handeld was door een in die straat wo
nende man. wiens vrouw hem bovendien
nog met water had gegooid.
Door een auto aangereden.
Dienzelfden middag deed een bewoner
van Weltevreden (achter Onrust) aan
gifte dat hij Donderdag op den Strooweg
door een hier thuisbehoorende auto waa
aangereden.
Hij sloeg tegen den grond, beschadig
de zijn kleeren en bekwam een verwon
ding, tengevolge waarvan hij zich onder
geneeskundige behandeling moest stel
len,
Rijwt ei ontvreemding.
Een marine-officier deed Zaterdag
avond aangifte dat hij uit de rijwielberg
plaats van de Marine-kazerne een geheel
nieuw damesrijwiel vermiste. Dienzelfden
avond deed de Off. van de wacht telefo
nisch mededeeling, dat ook nog een hee
renrijwiel uit de kazerne was ontvreemd.
Het vermoeden viel op twee miliciens
die beiden gestraft waren en dien avond
spoorloos uit de kazerne waren verdwe
nen, zoodat zij zich zeer waarschijnlijk op
de rijwielen bulten hadden begeven. De
politie in Alkmaar werd dan ook telefo
nisch met een en ander in kennis gesteld.
Te half een 's nachts kwam uit Alkmaar
bericht, dat de beidé vluchtelingen waren
aangehouden. Zondagmorgen werden de
miliciens naar hier overgebracht en na
verhoor ter beschikking van den com
mandant van de Marine-kazerne gesteld.
Drankellende.
Zaterdagavond werd aan een agent in
de Spoorrtraat meegedeeld dat er in de
Molenstraat een beschonken man lag. De
agent ging naar de aangewezen plaats en
trof er den man aan. Met behulp van een
korporaal van de Marine werd de man
naar zijn woning in dezelfde straat over
gebracht.
Door een rechercheur uit den Haag
werd hier Zaterdagmiddag een 20-jarig
meisje gebracht, die zich bij de politie al
daar om onderstand had gemeld. Het
werd door haar moeder van het Hoofd
bureau gehaald.
Correspondentlei.
Een dezer dagen kwam een postwissel in
ons bezit, groot f 3.20, afgestempeld
42—*27 te Amsterdam, Hemonyetraat,
met de bemerking: ab. le en 2e kw. 1927,
op weike postwissel de naam eni het adres
van den) afzender evenlwel iiiet voorkomen.
Beleefd verzoeken wij den afzender ons
naam en adres te willen opgeven.
Admirt Heldersche Cit
Ingezonden Mededeeling. (669)
mtk. stilt men spoedig met ^ÊÊtWÊÊ
n tabletten
Binnenland
BRUTALE INBRAAK IN EEN JUWE
LIERSWINKEL TE AMSTERDAM.
Vrijdagavond 1b op zeer brutale wijze
ingebroken in een juwelierswinkel te
Amsterdam en wel in den winkel vantien
heer M. E. Davidson, Nieuwendijk 222.
In totaal werd voor een waarde van
f 40.000 medegenomen. De (vermoedelijk
2) inbrekers zijn met groote brutaliteit
te werk gegaan. Dat blijkt alleen al uit
het uur, waarop de daad gepleegd is aan
dezen drukken verkeersweg. Het perceel
wordt bewoond door den heer Vecht, een
schoonzoon van den eigenaar van de zaak.
Deze was om 8.80 uur des avonds met
zijn vrouw uitgegaan. Hij had de winkel
deur niet gesloten, wel het ijzeren scherm
voor de étalage. Onmiddellijk na zijn
uitgaan moeten de dieven zijn binnen
geslopen. De deur in het ijzeren scherm
is gesloten met een z.g. pompslot. Dit
openden de Inbrekers met een pompsleutel.
Toen moesten zij eerst de étalage hebben
leeggeplunderd, daarna eenige vitrines.
Het zilver lieten zij met rust, maar de
groote voorraad gouden horloges, horloge-
armbanden, ringen, broches, spelden enz.,
vele met diamanten bezet, was van hun
gading. Uit een buffetlade stalen zij een
een portefeulle met 1200.De bedden
waren eveneens overhoop gehaald, blijk
baar in de hoop, dat daarin nog meer
geld verborgen zou zijn. Maar dit was
niet het geval. Toen de heer Vecht om
10 uur thuis kwam, trof hij zijn winkel
en zijn huis in chaos. De vogels waren
echter gevlogen. Dadelijk werd de politie
gewaarschuwd, die nog des avonds een
onderzoek begon.
MOORDAANSLAG.
Zaterdag is onder Schaarsbergen, bij
Arnhem, een moordaanslag gepleegd. Een
landarbeider, die ongeveer een jaar ge
huwd was, woonde met zijn vrouw bij zijn
schoonouders in. Het echtpaar had her
haaldelijk ruzie en de vrouw moet meer
malen mishandeld zijn. Zij was onlangs
van haar man weggeloopen en had bij
familie een onderkomen gezocht. De man
was voorloopig blijven wonen bij zijn
schoonouders, doch was onlangs naar zijn
vader in Kootwijkerbroek bij Barneveld
gegaan. Na dien tijd is hjj eenige malen
terug geweest om zijn vrouw te spreken,
wat hem echter niet gelukte. Vrijdag,
toen de vrouw bij haar ouders was terug
gekeerd, heeft haar man, zooals thans
gebleken is, in Barneveld een automatisch
piotooi gekocht. Daarmee heeft hij Vrij
dagnacht om de woning gezworven, in de
hoop zijn vrouw ie kunnen 'spreken.
Zaterdagmorgen in de vroegte verschool
hjj zich achter een regenton en toen de
vrouw omstreeks half tien naar buiten
kwam om water te halen, loste hij op
korten afstand een schot op haar, dat
evenwel niet trof. De vrouw vluchtte in
huis, terwijl de dader het hazenpad koos
en door de bosschen naar Wolfheze trok,
waar hij den trein naar Barneveld nam.
Hij is daar 's middags gearresteerd en
heeft aan de politie bekend, den aanslag
te hebben gepleegd.
De ontsporing op de lijn Leeuwarden—
Harllngen.
Het Volk meldt nog omtrent de ont
sporing op de lijn LeeuwardenHarlln
gen bij Schenkenschans ten gevolge van
het breken van een as van een tweede
klas rijtuig, het derde van den trein,
waardoor twee wagens uit het spoor liepen:
Van een der reizigers vernamen wij
het volgende. De trein, die om 2.86 uit
Leeuwarden vertrok, bestond uit acht
personenrijtuigen en een goederenwagen,
getrokken door twee lokomotieven. Daar
het marktdag te Leeuwarden was, zat de
trein vol reizigers.
Op de spoorbrug over de Sneekervaart
werden de reizigers plotseling opgeschrikt
door een harden slag De trein schokte
hevig doch reed door en men dacht, dat
er niets gebeurd was. Toch was het rijden,
niet als gewoonlijk. Een 600 700 meter
voorbij de brug voelde men een tweeden
schok en meteen stond de trein stil. De
portieren werden opengeslagen en in
groote consternatie spoeden de reizigers
zich uit de coupé. Toen zag men, dat de
twee achter den goederenwagen gekop
pelde rijtuigen uit de rails waren ge
loopen.
De kussens van het rijtuig lagen door-
elkaar en sommige banken waren ver
splinterd. De menschen, die in dit rijtuig
zaten, hebben angstige oogenblikken
beleefd. Het ia van de spoorbrug af
meegesleurd.
Het achtergedeelte van den wagen
sleepte bijna over den grond, de wielen
staken door den vloer. De schroeven van
de Ijzeren stoelen, waarmede de raila op
de liggers bevestigd zijn, waren over ten
groote lengte afgeknapt. Verscheidene
liggers waren totaal versplinterd.
Men mag van een groot geluk spreken,
dat geen persoonlijke ongelukken zijn
voorgekomen.
Slechts een der reizigers van het 2de
klas rijtuig bekwam een kwetsuur aan
de hand.
De materieels schade is groot Ruim
6 uur was men met het opruimingswerk
zoo ver gevorderd, dst het verkeer weer
kon pisats hebben.