IQ? mMi postzegelsnippers. EEN KONINKLIJK POSTZEGEL VERZAMELAAR. VOOR DEN POSTZEOEL-LIEFHEBBER. H Croschtn POSTZEOELPRIJZEN. POSTZEGEL-VARIA. ENGELSCHE POSTERIJEN VAN REIZIGERS. OVER PHILATELIE. DE GESCHIEDENIS VAN EEN POSTZEOEL. DE POST OP HAÏTI. Zonderlinge toestanden. APRILGRAPPEN. BUITENGEWONE POSTZEGELS. KWINKSLAGEN XXXXXXXXX Gp de kruiijeslijuen Xnaar beneden deifaam X neeakundige. X - Op de le rij het ge Aan bet loket van het postkantoor te Leipzig in de 17de eeuw. De eerste Engehxhe postzegel. "Vele Jaren geleden reedis heeft Geonge V 'afscheid genomen van zijn eens zoo geliefde sport, het paardrijden. Deze lief hebberij Is op rijn zoon, den Prins van Wales, overgegaan, wiens verrichtingen op dit gebied meermalen vermelding heb ben gevonden. Zy het dan lm verhand met incidenten, die rihh daarbij hebben voorgedaan. Ben andere passie Is bij George V daarvoor in de plaats getreden: de Engel- sche koning is een hartstochtelijk post zegelverzamelaar en heeft de beste en meest gesorteerde collectie ter wereld. In drie prachtige vertrekken is deze verzameling ondergebracht. De poetzegels zijn alle apart gesorteerd en daar de ko ning persoonlijk de indeelimg op rich go- nomen heeft, legt de deskundige wijze, waarop dit geseliied is, getuigenis af van rijn groote kennis der phllatelle. De echadnwriJde. Voor den waren liefhebber, den aohttien- karaats phitatelist, is de na-oortogsche tijd niet prettig geworden. Terecht heeft hij reden tot zelfbeklag; immers hoe langer hoe meer dreigt bet verzamelen van poetzegels voor de groote massa te ontaarden in een speculatie. Teveel wordt het geldelijke naar voren geschoven' en dat hieraan regeeringen medewerken, valt niet anders dan te laken. Een specialiteit op dit gebied is de Italoaan- 9che post-adaniaistratie, die er niet voor terugdeinst, door opeenvolgende uitgiften, de verzamelaars heel netjes officlieell! te brandschatten. Ben bewijs van' haar voortvarendheid op dit gebied is b.v.: de serie, uitgegeven ter herdenking van den vijlftigstten sterfdag van den Italiaanschen schrijver Manzon! Zij bestaat uit de waarden 10, 16, 80 en 60 een» tesimi, 1 en 6 Lire. HA N HOVIR Op de laagste viier waarden ziet men in beeld gebracht eenlige van de belangrijkst» passages uit Manzonii's bekendste werk, den roman „I Promessi Sposi". 'De 1 Lire vertoont het huis, waar de dich ter in 1786 geboren werd (te Milaan), ter wijl de 6 Lire ons zijn portret laat zien. De zegels rijn alle vervaardigd in lang werpig formaat; het middenstuk grijszwart en de omranding in een andere kleur. In de eerste plaats is deze verzameling een historisch overzicht der Engelache postzegels. Natuurlijk berit de koning ook de meeste exemplaren van niet-Engelsche rijken en van exotische landen. Hoofdzaak der verzameling ls, dat zfj zonder een enkele gaping alle postzegels bevat, die het Engelsche rijk sinds de uitgifte van den eersten postzegel deed drukken. De postzegels der koloniön rijn daarbij inbegrepen. Engeland was, zooals algemeen 'bekend, het eerste rijk, dat den postzegel Invoer de en dit eerste exemplaar bevindt zich natuurlijk op de ©ereplaats: De grootste rariteit wordt gevormd door twee postzegels van Mauritius, waar van alleen deze 'beide exemplaren be kend zijn. Deze zegels, uit het jaar 1847, vormen het ideaal van eiken philatelist De uitvoering is tamelijk primitief. Zij zijn versierd met het portret van Queen Victoria. In 1910 heeft George de zegels van een Bngelsohen verzamelaar gekocht. De waardevolste van beide zegels is de Twopence-Mauritius, waarvoor hij 15.000 pond betaalde. Dit is het hoogste bedrag dat ooit, voor 1914, een zeldzame postzegel heef opge bracht. De andere Mauritiuszegel werd met 0000 pond betaald. 'De waarde van de bedde zegels laat zich niet taxeeren daar andere Mauritius- zegels van deze uitgave niet bekend' zijn en de prijs van dergelijke preatosa in bui tengewoon sterke mate gestegen la De Australische afdeeling is in haar volkomenheid eenig. Het bedrag dat de ooUeCtie in haar geheel waard is, wordt door bevoegde deskundigen op 600.000 pond getaxeerd. Nu weten we waar het geld blijft! Als men zoo van menschen hoort, die miïhoenien hebben of krij&en, vraagt men zich wel eens af: wat doen ze er mede? Een, antwoord geeft een veiling van oude postzegels, een dezer dagen door de heeren Glemnedy te Londen gehouden. Uitsluitend Transvaai-postaegels werden verkocht En men gaf 1800 gulden voor een vier kantje van vier blauwe zeestuivers postze gels van 1876, dat de treffende en schoone onderscheiding kon toonen van één post zegel, die op zijn kop stond, en 720 gulden werd gegeven voor een postzegel van één stuiver rood en zwart van 1877, welke de bekooridjke, de meesieepende, die hartver- overende aantrekkingskracht had van bet woord Transvaal verkeerd gespeld hebben. 720 gulden was het den liefhebber waard, bewonderend een postzegel te mogen aan staren waarop staat gedrukt „Transvral" in plaats van Transvaal. Ik kan den millionnair voor minder geld zetfouten te koop aanbieden. Op elke zes geef ik er gaarne een toe. [Maar welke vreemde liefhebberij is hel toch eigenlijk om bij voorkeur dingen, die gebrekkig of verminkt zijn, te verzamelen! Weinigen zullen weten dat de tegen woordige koning van Engeland boven dien teekenlngen heeft vervaardigd voor een serie postzegels. Dit rijn de G&nadee- sche zegels, uitgave 1903. De postmeester-generaal van Canada maakte van een bezoek, dat hij in 1902 aan Engeland bracht, gebruik om den Prins van Wales te raadplegen over de nieuwe postzegels welke Canada voor neme na was uit te geven. Prins Geonge zette zich onmiddellijk aan het vervaardigen van een ontwerp, hierin bijgestaan door den heer Tillaard, van de Royal Philatec Society. Deze post zegels kunnen derhalve bogen op de zeld zame onderscheiding dat rij de ©enige zijn, ooit door een koninklijke hand ont worpen en rij doen hun hoogen oor sprong eer aan. Misschien ontfermt Koning George zich ook nog eens over onze Hollandsche aegeis. Afbeelding van een oude Fransche Postzegel van het jaar 1896. Uil Monaco. Tengevolge van de groote vraag naar postzegels van Monaco zijn verscheidene verzamelaars en handelaren op de gedachte gekomen de postzegels direct aan het post kantoor aldaar te besteillen. „L'Ectho de la Timbrologie" bevat thans het bericht, dat het aan de Postkantoren in Monaco onmo gelijk is aan de meer dan talrijke aanvragen uit het buitenland te voldoen, en brieven, aangeteekend of niet, ongeopend aan den afzender zullen woiden teruggezonden. De ambtenaren hebben geen lust om na een lü-urigem arbeid hun vrijen tijd door te brengen met correspondentie aan verzame laars, temeer daar het reglement der poste rijen bepaalt, dat de postzegels -slechts aan de postkantoren verkrijgbaar zijn. Koning en soldaat Koning George V van' Engeland ontmoette in het „tireat Windsor Parki" een oorlogs invalide, een sergeant genaamd F. W. J Winter. De Koning informeerde waar hi gewond was, waar hij woonde, hoe thans zijn gezondheid was, enz. De sergeant, zelf verzamelaar zijnde en wetende, dat de Ko ning ook verzamelt,- vroeg den Koning of hi ieeds in het bezit was van een penny zegel 'met eeni zeker bijzonder wutermerK. Nadat de Koning ontkennend had geant woord, boor de sergeant den Koning het zegel aan, die het accepteerde eni beloofde eenige zegels in ruii te zenden. En werkelijk een;ge dagen later kwanien de zegels in bet bezit) van den sergeant: een 10/twee puren van de 2/6, een 6/een 2d en een ld met de beeltenis van Koning Edward II. Inderdaad een goede ruilt Het doel van den philatelist moet in [d'eerste plaats zijn: «Moederland en Koloniön volledig in ft album, gaaf en rein!« Dit is wel lastig, kost tijd, moeite, [zorgen en geduld, Dooh des te meer vreugd' en genot [U daarna smaken zultl Ofschoon niet aan haar opgedragen is bij het samenstellen van dit nummer toch in het bijzonder gedacht aan de Postzegelvereeniging «Pelder», te Helder. Opgericht 21 October 1922. Dat zij bloeiel Te Haarlem bestaat een vereeniging die heet: Nederlandsche Philatelistische Vereeniging «Op Hoop van Zegels*. Opgericht 1 Maart 1911. De tmensch als gefrankeerde brief! ...„Prins Houseein wandelde door de straten der rozengeurige stad Bdsnagar. Verwonderd .bleef hij staan luisteren naar een bandelaar, die een stuk tapijt aan de menigte te koop aanbood, er de wonderbaar lijkste eigenschappen van opsommende. .Door dit tapijt", zoo riep de eigenaar, kunt ge U terstond overal been verplaat sen waar het U goeddunkt, en gij zuljt U onverwijld ter bestemder plaats bevinden, zonder dat «enige hinderpaal, welke ook, U zal kunnen weerhouden. Vertang slechts, en Uw wenach is vervuld". Dit was de verdichting der Arabische Nachtvertellingen; maar het had een een voudig feit der negentiende eeuw kunnen zijn. De hedendaagsche handelaar zou dan de heer Raphael rijn geweest, die voor jaren geleden (1869) met een plan voor den dag kwami om de spoorwegen te exploiteeren, wek plan in zijn uitkomsten even verba zend beloofde te zijn als betgeen de koop man te Bisnagar van zijn tapijt vertelde. Het door 8'r Rowland Hili voor de En- elsche posterijen ontworpen plan, eenvou- g toegepast op de spoorwegreizigera. Hij wilde een reiziger als brief behande len en door het ganscbe land zenden, zonder den afstand in aanmerk.ng te nemen, en wel voor een onverandertöjken prjjB. Een kaartje van 8 pence (16 oenits) gaf recht om in de derde klasse een reis af te leggen in welke richting men verkoos; zoo ge liever tweede klas zat, dan een kaartje van 6 pence, en wildet ge U de weelde van een' eerste klas veroorloven, dan zou een kaartje U 12 pence kosten. Dat klinkt al even dwaas als vroeger de uniiorrapont van een penny. Maar de heer Brandon toonde in zijn geschrift zeer be daard aan, dat elk er voordeel van zou heb ben, de aandeelhouders, het publiek, en. de staat, terwijl het daarenboven een krachti- gen stoot zou geven aan alle nijverheid. Gp het laatst van 1865 bedroeg de som van heit kapitaal van alle spoorwegonderne mingen in Engeland; Schotland en Ierland 448V, mitloen pond sterling (5322 millioen guldens). Het gemiddelde dividend, dat van dit gan- srhe kapitaal betaald werd, was slechts 4*/» percent: waaruit blijkt, dat spoorwegen in dien tijd nog geen goede geldhe egg'ng aan boden. Niettemin is het plan van den heer Bran don nimmer werkelijkheid geworden. Postzegelbenrzen. 'Zouden sommigen van onzè lezers wel gedacht hebben, dat de poetzegel-verzamie- ia&rs-mande, zóó hoog zou komen), döt uien formeele beurzen voor dien handel heeft? Toch is het' zoo. iMet de ontwikkeling van het postwezen is de poetzegel' niet alleen een voorwerp voor verzamelaars, maar ook een handelsartikel geworden. 'De „Pbilatelieten" hébben' tegenwoordig bun vaktijdschriften, hun vereeniigingen, hun congressen, bun tentoonstellingen en ookhun beurzenl In Berlijn bestaat een beurs voor Post zegelhandelaars, waar een druk en levendig verkeer plaats heeft, onder de leiding van de Berliijnsche „postzegelverzamelaans-ver- eeniging". 'Meer dlan 200 ledien beeft die beurs, zoo wel uit Berijm als daar buiten, en de zit tingen vinden elke 14 dagen plaats in het hotel „Badischer Hof Onder de Linden. Een zeer bijzondere geschiedenis is die van den eersten postzegel van Haïti, een treffende illustratie tevens van het aan humor en tragiek afwisselende lot van het hoofd van deze roerige aegerrepubliek. Haïti trad in 1881 tot de Internationale Postunie toe en moest er dientengevolge postzegels op na houden. De toenmalige president generaal' Salomoo wilde echter zijn portret niet op 'de postzegels gedrukt hebben, en de graveur kreeg de opdracht, een vrouwenkop als allegorie van de vrijheid voor de Haïtische postzegels te snijden. iMaar de burgens en vooral de burgeressen waren daarmee allesbehalve ingenomen, want men meende, dat Salomon zijn vrouw als model had laten gebruiken. Toen de postzegeibeweging tb hoog l;ep gaf Salomon toe, dat de po->tzegeHkop en het gelaat van de presidentsvrouw werkelijk overeenkomst vertoonden; hij het dus rijn eigen oonterfeitsèl op de postzegels drukken. 1 'Maar ze waren nog rfiet in omloop ge bracht, of het rijk van dezen president was uit; zwaar gewond moest Salomon van Haïti vluchten. Wat nu te doen met de nieuwe postzegels? Men was practisoh en besloot, den kop van den weggejaagden president wel te ge bruiken, maar de postzegels verkeerd op die enveloppe te plakken. DM vond algemeen© instemming. De al dus gefrankeerde brieven werden, behoor Dijk afgestempeld, maar de ontvangers van brieven, met reetotgeplakte postzegels had den strafport te betalen,! 'Boerin (aan het Poet-Weet): Mi neer, gief me twee postziegels veur 'o brief! Ambtenaar: Waar moet hij naar toe? Boerin: Dat geet U niemendal' an, mineer, dat biu maln zaken! TTYSTi p SMT^ m '1ICM C 1® Wat verschilt die Berttynsche 'beurs van de ParijBche! In Berlijn allen deftig In huis, deftige ge zichten, studiekoppen, in een goedgetneu- belde salen, en in Parijs.de beurs onder den biooten hemel, ouder de schaduw van de groote platanen in. de „iGhamps Ely- aAjxo" ÖVTwS Dèér geen lidmaatschap of entréegeld. Iedereen, groot en kléin, kan er komen, de makelaars hebben er hun vaste plaats, en de belangstelling is er zóó groot, dat gere geld Donderdags en Zondags deze beurs plaats heeft. Zoo is het ook in Amsterdam. Op het pleintje van den N. Z. Voorburg wal tegenover het gebouw van „De Tele graaf" is lederen Woensdagmiddag open- lucbt-postzegelbeurs. Wié op dit tijdstip dn de hoofdstad is, doet goed daar eens even 'n ktfkje te nemen. Als men een Duitsohen schrijver mag gelooven, die vóór den oorlog een reis door Zud-Amerika deed en ook Haïti bezocht, beerscben daar te lande frissche toestanden by de post In de eerste plaats kreeg de post-meester- gemeraal rijn traktement in postzegels uit betaald; verder beschouwde hij ook de ove rige postzegels, die hij ten verkoop onder zich had, als zijn particulier eigendom. Den meesten tijd verkocht hij de geheel© partij met 20 korting aan een der buiten- landsche kooplieden te Port de. Paix. Wie dus postzegels noodig had, ging niet naar het postkantoor, maar naar den koop man, die de partij opgekocht had. Overigens stond de minister der poste rijen in nauwe en aangename relatie met een aantal groote posteegeihandeiaars in Londen, Parijs, Berlijn, enz. Had zjjn Excellentie weer eens wat geld noodig, dan bestelde hij een nieuwe serie postzegels, hij de American Note, te New- York, die een zeer klein deel der zegeis aan de HaïLaensche post-administratie afle ste, doch l et gros .der partij regelrecht \erzond aan de Europeeeche handelaars. Daar Z. Exc. geen gunstige reputatie ge noot, wat betreft de afwikkeling zijner fi- nancieeie verplichtingen, gaf de American N'ote Co. er de voorkeur aan, z'ch, door de afnemers 'n Europa te laten betalen en een minister der posterijen een deel van de op brengst af te dragen bjj wijze van com missie. Af en toe wordt in een vergeten hoek op het ministerie nog een restant zegels van een of andere oude uitgave gevonden en dan door middel van een opdruk opnieuw geldig gemaakt. Zoo kwamen de Haïtiaansche overdruk ken in de wereld. van'ewi' heer, die om rijn gierigheid be- End staat): Er hoe wilt u de zakken g*v zoo, d*t Ik «r nil«t te gemakkelijk 'bij kan komen. „Alahastor?" vroeg een Jonge d^eaan de nrneeumigide, toen 2» hij een stonden. „Neen," antwoordde de glds, m* lichtelijk opgetrokken wenk t.mw, ©- nua". leerling: J« roeeeter. Leeraar: En wat doen we met de boenen? A_ Leerling: Die leggen w® netjes op den rand van ons 'bord. Jullie hebt al gehoord, dat April ln 't geheel geen zin had, naar de aarde te gaan, toen het haar beurt was, maar hoe ze toch moest van vader Tijd. April had erg verdriet en schreide voortdurend, tot de Zon door allerlei grapjes haar traantjes zoo nu en dan wist op te drogen. Maar Aprils verdriet ging toch niet heeleraaal over. Nu vroeg de vriendelijke Zon haar «Zullen we samen wat spelen? Zeg jij maar watl» April dacht na en antwoordde toen: «Ik wou dé menschen zoo graag wat voor deu mal houden I» «Rakker», lachte de Zon. «Maar ja, vandaag mag je dat doen. De menschen probeeren elkaar ook voor den mal te houden op den eersten dag, dat jij er bent. Dat is de eenige dag in het jaar, dat iedereen mag jokken zonder oneerlijk genoemd te worden i» «Fijn zeg. Dan doen wij het vandaag ookl» riep April uit. «Maar toe!« Wacht ik weet al iets. Jij gaat vroolijk achyneu, zoodat de menschen denken, dat ze best zonder parapluie of regenjas uit kunnen gaan. Als de menschen dan uit zijn. ver step jij je ineens achter een woik en ik zet de regensluizen open en giet de menschen kletsnat!* Ja, ja«, riep de Zon, verheugd nu April haar heimwee scheen te vergeten, «Dat is een kostelijke mop«. En hU scheen en sobeen dat de menschen op ae derde uitriepen: >Hè wat is hst verrukkelijk weerl« Ze setten bun ramen open en wie tijd bad, ging uit, om van het lenteweer te genieten.Toen April en de Zon vonden, dat er genoeg menschen bulten liepen, verdween de Zon plotseling achter een wolk. Vlug zette April de regensluixen open en voor de wandelaars een schuil plaats konden zoeken, viel er een stort regen op de aarde. April en de Zon ge noten bij bet zien van de bollende men schen. Na twee minuten waren de straten verlaten en nu barstten April en de Zon in een schaterlach uit. De wolk was leeg geregend en de menschen mopperden: •Ook wat moois, nu schijnt de Zon weer, maar wij zijn intusschen kletsnat ge worden*. April vond de grap zóó leuk, dat se iederen dag hetzelfde spelletje weer wilde spelen eu de Zou was haar trouwe speel kameraad, terwijl ook de Wind zoo nu eu dan meedeed eu zoo koud en hard blies, dat de menschen op aarde bang werden dut de winter terugkwam. Toen Aprils tijd kwam, om naar vader Tijd terug te keeren, zei ze tegen de Zon: «lk heb me dit juar niets verveeld. Dank je wel hoor voor het prettige spelen. En zullen we het volgend jaar weer zoo doen?« Dat beloofde de Zon, zoodat de men schen wel nooit zonder regenjas of para pluie mogen uitgaan ln Apyil. KAAD8KL& Oplossingen der vorige raadsels. Zuiderzeewerken n. W o u w e r m Oostwoud Uurwerk Witter Eiber Rest M o 1 A r N De grootste en de kleinste. De grootste postzegel, die ooit in omloop geweest is, was honderd millimeter breed en vijftig boog; het was namelijk de oude Ame- riiuansche vijfcents-postzegel voor dag bladverzending. I>e k wartsh'iili'ngszegel van Mecklenburg- Schwerin, uitgegeven in 1866, was het kleinste in zijn soort, daar rijn oppervlak niet veel grooter was dan een, vierde van die der tegenwoordige DuLtsche postzegels. n „Edelachtbare," zei de inbreker, Jk was zonder voedsel, vrienden of tehuis." „Man," antwoordde de rechter, Jk ben dieip bewogen; voedsel, onderdak en ge zelschap zal Je negen maanden worden uitgedeeld. Onderwijzer: Noem me de namen van de beentjes in Je hoofd. Leerling. Gek. de heb se ia mijn hoofd en lk kan er maar niet opkooien. Nieuwe L Ik ben een dier. Ontdoe mij van mijn kop en ik word een veel grooter dier. Wie ben ik? Ingez. door Age lJska. IL X komt van Unka naar X rechts en van beven van een beroemd ge- vvwwww.' X vraagde woordjopde xXXX \X 2e rij een booge berg in Europa; op de 8e ry de naam van boom mot hangende takken; op de 4e ry een stad in Spanje; op de 6e rij een groot buitenlandsch dier; op de 6e rij '■••n ander woord voor laatste elscbop 'Ie ie rij de naam van een Nederlandsche provincie;op de 8e ry de namen van de eerste menschen; op de 9e rü weer het gevraagde woord. Ingez. door J. H. v. Schalk. 1 loede oplossingen van beidie raadsels ontvangen van: J- A.J K. A.; A. en A. B.; J. O.; A.O.; M. C.; C. A. en M. A. D.; G. en A. D; M. H.; A H.; B. en D. I.; P. K.; A. K.; A. en N. M.; J. O.; B. R.P. v. S.J. én A. 8.; 8. T.; T. V.; M. Wj A. W j M. H. W.; A. Y.8. sn M. v. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 8