KWINKSLAGEN
VOOR DE VROUWEN,
De .oogheelkundigen beweren dat de
meeste oogaandoeningen voorkomen tus-
schen het 20ste en 30ste jaar.
Oognao werd oorspronkelijk alleen als
geneesmiddel gebezigd. Er word en won
derlijke genezingen van verhaald.
Sommige arbeiders in de Londensche
dokken verdienen op het oogenibllk 12,
dl dlus 144 in de week.
Het nationaal vermogen van Australië
wordt geschat op een duizend millioen
pond; het totaal inkomen op twee hon
derd millioen pond.
De Italianen hebben het volgende
spreekwoord: „Waar de zon niet binnen
mag, komt de dokter binnen."
Eeni Zwitsersch geleerde heeft proef
ondervindelijk uitgemaakt, dat op 2000 M.
boven de oppervlakte van de zee geen
bacillen meer voorkomen.
Te Berlijn worden thans alle liften door
vrouwen bediend. Heit woord lift is na
tuurlijk als ztjhde van Engetecho oor
sprong verboden. De liftjuffetrs heeten
Hlsseirauen.
iDikko officieren zijn bij het Amerl-
kaansclio leger onbekend. Iemand die
meer dan 80 kilo weegt, wordt niet bij de
cavalerie opgenomen, terwijl de officieren
van alle wapens gepensioneerd worden,
zoodra zö ren bepaald lioftaaznsgcwlaht
hebben bereikt
Do Londensche straatnamen zijn vaalt
een 'bron van veel verwarring. Op dit
oögonMlk toltt de Engolsohe hoofdstad 151
■Chunch stroets, 129 i 'nion stroets en 117
New strocta. Het koningschap wordt her
dacht door 09 Queen, 05 King en 78
Prlnortr stroefs, terwijl vortstcltóko namen
worden gedragen door 119 John, 109
Goorge, 011 'Iharlcs, 88 Wllllam, 82
James en 53 Elizabötto etreota. -
1
De eerst» bankbiljetten worden in Ghlna
uigegeven, omstreeks 2697 v. O. Zij kwa-
m_ in all' hoofdpunten overeen mot do
moderne. ZUJ vertoonden den naam van
de bank, de handteckening van de auto
rite.-1, door wie ze werden uitgegeven,
aanduidingen van het bedrag In cijfers,
ln woorden, en ln een aanschouwelijke
voorstelling, ecnigo hcopen gclda, gelijk
aan bet volle bedrag; eindelijk straf
bepalingen tegen het namaken. Du biljet
ten waren gedrukt met blauwe inkt op
>apler, van den bast van den moerbeziön-
papioi
boom
vervaardigd.
DE DOMOOR
Walter Scott was op school geen goede
leerling, dikwijls zat hij1 op de achterste
bank van de klas. Toen hij een beroemd
schrijver geworden was, bezocht hij ©en
oudo school, oten de plaats van vroeger
lijden en ergernis weer te zien. De meester
wilde een goeden indruk maken en toonde
de leerlingon, die roeds het verst gevor
derd waren.
Nu eenlgo oogenblikken vroeg Soott:
Maar wie is nu eigenlijk de domoor
van de klas? Die zal er toch wel wezen;
de achterblijver de zondebok, waar is die?
Een tenger bleek kereltje werd geroe
pen en medelijdend door Soott toegespro
ken: Zoo, dus jij ben de domoor. Hier
heb je een souvereign, omdat je mijn
plaats zoo goed inneemt
DE REUZENWORM IN AUSTRALIË
De grootste tot nu toe bekende aard
worm komt voor in de kolonie Victoria in
- Australië en Baldwin Spencer, die onlangs
aan de academie te Melbourne tot pro-
fesor in de zoölogie werd benoemd, doet
over ddt karakteristieke Australische dier
belangrijke mededeeHingen.
Deze worm, die in exemplaren van zes
voet voorkomt, werd in 1879 het eerst door
professor Ooy genoemd en behoort tot
een eigenaardige groep, waarvan slechts
vijf soorten bekend zijn. Hij komt in Vic
toria, voor zoover mén weet bij uitsluiting
vin het district Gippsland voor, en leeft
meest aan de zacht-heUende oevers van
kleine rivieren. Soms huist hij onder ge
vallen boomstammen en dikwijls brengt
ook de ploeg hem voor den dag:
Bij het zoeken naar deze dieren be
merkte de geleerde al spoedig, dat zij
hunne aanwezigheid verraden door een
eigenaardig gorgelend geluid, dat het dier
voortbrengt ais bot, nadat men met dien
voet op den grond heeft gestampt, zich in
'zijn aardgang terugtrekt.
Zoer opmerkelijk Is het, dat de groote
aardworm geen ophoopingen van aarde
aan de oppervlakte van len bodem ver
oorzaakt; waar die zich wel vertoonen zijn
zij het werk van een soort van landkrab,
ln wienis gangen en holen de groote aard
worm veel huist Het ls geen gemakkelijk
werk den worm, zonder hem te kwetsten,
uil den grond tQ halen, vooreerst om zijn
velo leden, om de snelheid waarmee hij
zich in den grond voortbeweegt en om
het vermogen, dat hij heeft om óf het voor
ste óf het achterste vdeel van zijn Virihnwm
te doen opzwellen.
Zoodra namelijk de aardgang wordt
blootgelegd ziet men den worm voortglij
den: met dat genoemde gorgelend geluid
dat ontstaat door het passeeren van het
slijmerige vocht hetwelk in den gang aan-
BABBELUURTJE OVER MODE.
Zfj kunnen u zeker van pas komen, deze details,
wanneer ge uw <Jhde japonnen wat wilt opfris-
schen of wanneer ge zoekt naar een aardig kraagje,
mouwtje of slipje voop uw nieuwe japon. Stel, u
hebt nog een in uitstekenden staat verkeerende
rechte nauwe jurk van 't vorig jaar. Is het dan
niet een klein kunstje om het rokgedeelte tot aan
heupshoogte in te knippen, met gelijke reepen
van b.v. 12 oM. breedte Om ieder van die reepen
aan den onderkant af te werken tot een punt en
dan tussohen die reepen geplisseerdeslipjes
te zetten (hetzij van 't zelfde materiaal der japon
of van iets wat goed harmonieert ermede.)
Het geplisseerde jabot je geeft een aardig variant
op de meer bekende stropdas.
Molyneux geeft hiervan een paar aardige ge
gevens.
Het geplooide doekje met lange afhangende
slip is flatteerend om een wat te slank halsje,
vooral wanneer het gemaakt is van georgette,
ninon of gaze de sole. Het is een scheppinkje
van „DreooU".
Bovendien geeft deze ook nog een aardig idee
voor een overhemd-blouse en van een overhemd
kraagje met een stropdas van 't zelfde materiaal
als de blouse.
Van Béohofl krijgen we eenige aardige kragen
te bewonderen. De 'groote, van kant met om de
hals het staande geplisseerde boordje is weer
uiterst geschikt voor een zeer slank halsje. De
„Marie Antolnotte" vraagt eohter om een „mollige"
hals.
Het andere ls aardig om van batist of linnen
te maken op een wasoh-japon.
Jean Magnln zorgde voor een paar elegante
m'ouwon in uw avond-toilet. De eerste houdt don
bovenarm ongeveer 10 12 oM. bedekt, om dan
vsrder ln tweeën gespleten als losse slippen
langs den arm neer te hangen.
De tweede ls goed voor haar die van Iets
aparts houdt Do bovonarm wordt geheel "bloot
gelaten en vlak boven den elleboog bevindt zich
een smal gameerbandje dat het strakke onder
mouwtje en de losse slip te samen houdt.
Het derde mouwtje ls van boven een weinig
soepel gehouden en zit om den onderarm vrij
strak.
Alloe Beraard vangt vele vliegen in één klap.
Zij geeft aan één figuurtje twee verschillende
mouw-modellen en nog een alleraardigste sohou-
der pas.'
Ook het kraagmotief daarboven ls smaakvol
en origineel.
Ook Doeulllet wil ons toonen hoe met een
voudige middelen heel aardige resultaten te
verkrijgen zijn.
De ovaal uitgesneden bals krijgt 8 4 cM.
lager in de rondte een lintje langs gezet, wat
van voren in een strikje met lange slipjes eindigt.
Het smalle shawl-kraagje verloopt zeer puntig
en eindigt ln een sierlijk strikje.
Vier Boutaches onder elkaar vormen een boog,
dit naast en bovenelkaar geetf een smaakvolle
garneering voor Wat u maar wilt. Een hoogst
eenvoudige gesloten mouw, maar onder bij de
pols op een sierlijke manier afgewerkt. Ziedaar
bewezen hoe met eenvoudige middelen smaak
volle resultaten te verkrijgen zijn.
,a zeker! Dl» jongedame, die daarnet
weggaat is een telefoon-Juffrouw. En nou
heb ilk or ook es 'n verkeerd nummer ge-
wezig is. Voor hij zich er niu uit laat ne
men drukt hij de beid© einden van zijn
lichaam stijf tegen de wanden van den
aardgang, en door te trekken kan men den
■wormi enkel doen scheuren, niet te voor-
schijn doen komen. Levend verspreidt het
dier een sterken reuk, die aan creosoot
herrinnert; na den dood neemt die reuk
nog toe en als het overschot bederft gaat
het ln een olieachtig vocht over, dat vol
gens oudon van dagen goed ls voor rheu-
matiek. Vogels raken noch dén levenden,
noch den dooden worm aan.
Bij nauwkeurig onderzoek ziet men, dat
het lichaam van den worm bedekt is met
een vloeistof, die uit zijn poriën afscheidt
en die de wanden Van Zijn aarden woning
glad en vochtig houdt, waardoor hij snel
en gemakkelijk zich voortbeweegt, door
het eene of het andere eindi van zijn
lichaam uit te zetten en zich daarvan als
van een steunpunt te bedienen. Buiten de
aardgangen, als hij dus niet geheel inge
sloten is door de aarde, ligt hij stil en
doet geen moeite om zich te verplaatsen.
AMERIKAANBOHE PLAATSNAMEN.
De Amerikanen zijn zonder twhfel ork
gineelo menschen. Zonder de instellingen,
overleveringen en overblijfselen van oude
wereld of middeleeuwen, overal te ont
moeten, hebben zij hun geschiedenis, als
op een wit vel papier, kunnen aanvangen,
zooals zij 't zoiven wilden. Maar in het be
noemen van hunne steden zijn zij niet bij
zonder origineel of vindingrijk geweest.
Gij zijt bij hen nui eens in Holland, dan
eens in Egypte, dan in Frankrijk 1 Nu, dat
is uit oude betrekking en het bloed' kruipt
waar het niet gaan kan: maar wat moe
ten we er van denken, wanneer de Ame-
rikaansohe Business Dictionary voor
1866, 6 CJhieago's, 8 Phiiadelphia's en Gin-
cimnati's, 9 Rome's, 18 Pittslburg's 18 Bos-
ton's, 15 Louisvüles, 17 Rochesters, Ole-
v el andi's en Brooklyn's, 18 Newmark's en
Buff aio's, 19 Londen? a, 20 Bridgeport's en
82 Washington's opgeeft.
Het is met het benoemen van plaatsen
soms zonderling in zijn werk gegaan. In
1832 b.v. werd den Attorney-G ener aal van
New York opgedragen vierhonderd plaats
namen te maken. Met behulp van Rollin's
Oude Geschiedenis en een ouden atlas
kwam hö in één avond zoo goed als ge
reed. Den volgenden morgen bracht hij
zijn taak ten einde door de overgescho
ten plaatsen met namen te noemen van
zijn zusters, tantes en nichtjes, die op dat
oogenblik niet dachten, dat zij peet ston
den over zulk een toekomst.
Noga] logisch.
Jan: Als mfn baas z"n woorden, die
hij van morgen uitte, niet intrekt, zal ik
verplicht zijn m'n betrekking te verlaten.
Zijn moeder: Zoo! Wat een verbeel
ding. En wat zei hij dan wei?
Jan: Dat ik kon ophoepelen.
Op den handelscursus.
Onderwijzer: Ik heb U nu duidelijk de
verhouding verklaard tussohen een schul
denaar en een schuldeiischer. Als ik nu
aan iemand 100 gulden leen, Kroeskops,
wat ben ik dan?
Kroeskops: E.een.
Onderwijzer: Nu ja, zeg het maar, het
zal zoo wel zijn.
Kroeskops: Een ezel en een uil, mees
ter, want vader zegt, wie tegenwoordig
nog geld aan iemand leent, is een ezel
en een uil
Op school
„Jantje, geef eens een zin, waarin het
woord „kompas" voorkomt?"
Jantje: Ik kom pas van achteren.
Reisbeschrijving van een meisje
op middelbaren leeftijd.
Ie dag: Wondere vaart op zee.
2e dag: Kapitein op mij verliefd.
8e dag: Kapitein doet mü een liefdes
verklaring.
4e dag: Liefdesverklaring hooghartig
afgewezen.
6e dag: Kapitein zegt tot mij: als U mij
geen gehoor schenkt, zoo laat ik de ge
heel© boot met al de passagiers in de
lucht vliegen.
6e dag: 200 menschen 't leven gered!
De achterste rij.
N
De vader had z"n kleine zoontje Willie
voor de eerste maai meegenomen, naar
een Zondagsschool Op den terugweg
wensebte hij te weten, of Willie iets ge
leerd had! en vroeg hem:
Nou, wie was het, die Goliath doodde?
Ik weet het niet, zei de kleine Willie.
ik zat immers op de achterste rij en kon
dus niets zien!
Als hij wat te zeggen had.
President: Beklaagde, je kunt het
woord krijgen als je wilt Heb je iets te
zeggen?
Beklaagde: Als ik iets te zeggen had
sprak ik me eigen vrij.
Onze veelelschende huiseigenaars.
Huiseigenaar: U hebt natuurlijk
geen kinderen?
Sollicitant naar een woning: Neen.
Honden of katten?
Neen.
Piano of gramofoon?
Neen. Ik heb echter een vulpen die
krast bij het schrijven. Maar ik beloof U,
dat ik die zal opdoeken.
Gewroken.
„Nou, zeg, ik hem me lekkertjes gewro
ken," zei de winkelier in schoenen, han
denwrijvend tot ,'n kennis, toen "n jonge
dame zijn zaak verlaten had.
„Hoezoo? Gewroken?
geven.*.'
Uit „Geishaland".
De vrouw werkt in Japan veel meer
buitenshuis dan in andere landen van het
Oosten. Men ziet haar in de steden als
conductrice op bus of tram en door het
verkeer van Tokio sturen verscheidene
vrouwen haar taxi.
Typisten en stenografen vindt men er
op de kantoren en het Japansche Parijs
kent evenzeer als het Europeesche zijn
„midinettes". Tienduizenden Japansche
vrouwen doen haar werk in winkels als
verkoopsters en in de textielindustrie
werken naar verhouding ginds nog meer
vrouwen dan bij ons. In den landbouw
werken ongeveer 6 millioen vrouwen. Niet
alleen bij den pluk van bloemen en fruit,
maar ook in de modder der rijstvelden.
Zelfs in de mijnen werken ginds vrou
wen. Men schat haar aantal op honderd
duizend.
Steeds grooter wordt er vooral het
arbeidsveld der vrouw ln de beroepen,
die intellectueele scholing vereischen. Zoo
zijn er bijv. thans ruim driehonderd vrou
welijke artsen.
WAT HET RAAM FLUISTERDE.
„Regen regen. regenweer-
Ga heen en kom een und'ren keer!"
Zoo zong Jaapje, terwijl bij op een bank
voor het raam zat en zijn neusje haast
plat tegen de ruiten drukte.
Heit schoon wel of het kleine kereltje
heeft vrooflljk was, want hij bleef maar
doorzingen -van „Regen, regen, regen
weer." Maar eigenlijk had hJJ liever ge
build dan gezongen. Het was den heelen
morgen heerlijk zonnig weer geweest en
duist, toen hij aangekleed weid om met
Moeder uit te gaan, verdween de zon ach
ter een dikke donkere wolk en vielen de
eerste groote regendruppels.
„O, dat ls niets Jaapje," had Moeder
gezegd. „Het zal' wel een bul zijn, die niet
lang duurt." En toen had Moeder Jaapje
het kleine versje geleerd en gezegd, dat
hij dat maar steeds moest zingen. Mis
schien kreeg de regen dan wel medelijden
met hem en misschien zou de regen dan
wel wachten tot een-anderen keer.
En nu zat Jaapje dapper te zingen, maar
de regen scheen geen lust te hebben, hem
te 'gehoorzamen. Dikke droppels sloegen
tegen heit raam en stroomden dan als
straaltjes omlaag.
„Arm raam!" zei Jaapje, terwijl hU het
streelde met zijn mollige handjes. J)oet
de regen je pijn?"
Tot Jaapjes groote verrassing antwoord
de het raam: „Niet zoo erg, Jaapje. Je
moet denken, ramen zijn er juist, om wind
en regen tegen te houden. li ben hier, om
te zorgen dat jij niet koud en nat wordt"
„Ja," zei Jaapje. „Daar had ik nooit
aan gedacht, maar Ik vind het erf lief van
je hoor!"
„Wat zong je zoo juist toch Jaapje,"
vroeg het raam nu weler. ,Jk kon dioor het
lawaai van den regen aan mijn oenen kant
de woorden van jouw liedje aan imrjn an
dere zijde niet zoo goed verstaan."
Luider dan eerst zong Jaapje nog eens
„Regen, regen, regenweer!
Ga heen en kom eten and*ren keerl"
Dat liedje heejt Moeder me geleerd. Ze
zei, dat de regen dan misschien heusch
op zou houden en een anderen keer terug
komen, zoodat ik nu met Moeder uit zou
kunnen gaan. Maar Ik geloof dat de regen
er vandaag niets om geeft", voegde Jaapje
er met een bedroefd stemmetje aan toe.
„Ik weet nog iets anders dat dikwijls
helpt. Maar het ls een geheimpje hoor.
Kom dicht met je oortje bij me, dan zal ik
het fluisteren."
Jaaipje luisterde aandachtig en sprong
toen met een verheugd gezichtje van de'
bank af op den grond, waar hü met zijn
rug naar het raam toe ging zitten spelen.
Spoedig was hij zóó in zijn spel verdiept,
uut hij de regen geheel vergeten was.
Daar ging de deur open en Moeder
kwam Ij innen, terwijl ze zei: ,Je bent een
lief vifrgtandig jongetje hoor. Heb je al
gezien, hoe mooi de zon weer schijnt?"
v orrast keek Jaaip om en waarlijk het
regende piet meer en de zon had zelfs de
ruiten al' weer droog gemaakt.
„Hoera," schreeuwde Jaapje opsprin
gend, „Hoera, het heeft geholpen."
Jïoo," zei Moeder. „Heb je dapper het
uedje gazongen van „Regen, regen, regen-
weer r
„Eerst wel Moeder," antwoordde Jaapje,
„maar dat Melp niet veeL Toen heeft het
raam me een geheimpje in gefluisterd dat
Ut aan niemand mag vertellen. Ik heb ge
daan, «rat het raaimi zei. En dat heeft ge
holpen, gaan we nu nog uit Moeder?"
„Zeker, mijn jongen," antwoordde Moe
der glimlachend. Ze vroeg niet verder
naar Jaapjes raam-geheimpje, maar ik
denk dat ze het zóó wei raden kan. En
jullie, kun Jullie ook raden wat het raam
Jaapje had ingefluisterd?
RAADSELS.
Oplossing van het vorige raadselrijmpje:
De honger.
Nieuw raadseltje, ook ingezonden door
Age lJska.
Wie het heeft, zegt het niet,
Wie het aanneemt, weet het niet.
Wie het kent, wil het niet,
Wat is het?
0
Q&ct— 'bfimjvuL
Details voor Japonnen.
Qorry Brens.