e s] VOOR DE VROUWEN. Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven BABBELUURTJi: OVER MODE. n tijd alleen maar de jas en niet den man, die er in zit. Daarom raden wij U aan, Uw waarnemingsvermogen te scherpen. Dat kunt gij doen, wanneer of waar gij wilt en op ieder uur van den dag. Van nu af aan beziet gij alles nauwkeurig, let op bijzonderheden en gij zult bemerken, dat gij alles anders ziet dan vroéger. Als gij Uw waarnemingsvermogen hebt ver sterkt, zult gij den invloed daarvan in Uw dagelijksch leven ondervinden. Zoeker te H.: Het is altijd prijzenswaardig wanneer men tracht zichzelf te verbeteren. Iemand met een lastig karakter, kan daar zeker wel verandering in brengen. Het ligt er maar aan hoe men de dingen bekijkt. Het is een groot verschil, of men een land schap ziet bij somber weer of bij helder zonlicht. Toch is het landschap hetzelfde. Wanneer men moeilijkheden meemaakt en men is zelf somber gestemd, dan zal men alles van de zwarte kant bezien, is men evenwel hoopvol, zoo ziet men als het ware dóór de omstandigheden heen, uit komst. Gij moet dus boven de dingen ko men te staan en niet door tegenspoeden U in de put laten brengen, dat gij niet te genieten zijt voor Uw omgeving. Van nu af aan bekijkt gij de dingen van de zon zijde en Uw humeur zal er zeker bij win nen. Aan onderstaande personen is per soonlijk antwoord gezonden, aangezien de beantwoording te uitvoerig was voor plaatsing in dit blad. M. D. te H.; v. T. te H.; Mej. J. te H.; Mej. E. te H.; A. M. te N.; Zeeman te N. ring getoond zou hebben! Maar ze bleef Jnlge, occulte handeling, die buiten haar ^Sf^^chou0 stug en zakelijk. Ik kon haar toch geen begrip ligt. Zij spreekt over „het geluk op orediet kan zijn gekocht, dan bescno bloemen en bonbon, «uren onder de ïebben" van oogen van den ouden heer, die altijd op en z« beschouwt kapitaal maken als een ling, die zich door zijn vrouw laat ruïne* het kantoor bezig was. Ik kon haar toch heksenkunst. Sommige mannen verstaan niet op straat naloopen, zoo'n lief zedig die kunst en anderen niet en de vrouw kind in opspraak brengen! Opeens kreeg ik een schitterend denk beeld. Haastig begaf ik mij naar het post kantoor en schreef op een telegramfor mulier, zoo goed het met de slechte pen en den drabbigen inkt in den lessenaar ging: die een man met deze gave trouwt, treft het. Het schijnt nooit in haar op te komen, dat zijzelve en haar uitgaven iets met den vooruit- of achtergang van het gezin te maken hebben. Toch werkt de wijze, waarop de vrouw "ik bemin de telegrafiste van het post- j het geld uitgeeft, evenveel mee tot hetl kantoor te...." brengen van het gezin tot welvaart ofieischers achtervolgd Hier volgde de naam van de badplaats bankroet als de kunst van verdienen van en ik adresseerde het aan een vriend van; den man. Neen, meer nog, want in de mij ren. Eens vroegen we een slimmen, be rekenenden zakenman waarom hij zeke ren vertrouwenspost aan den eenen be diende had gegeven inplaats van aan den anderen, die toch bekwamer was. „Zijn vrouw geeft te veel geld uit", was het antwoord.. „Zij kleedt zich als een mil- lionaire op het salaris van een klerk". Een vrouw, die dat doet, brengt haar man DE REUZENVOETER8 EN DE KURK-ETER. In oen land hier ver vandaan HET RADIO-ECHTPAAR. Toekomstige «Nationale» Eleederdracht I SCHIJN BEDRIEGT. De zedige telegrafiste. Eideljjk, na maanden van ingespannen arbeid was ik erin geslaagd, ergens in een afgelegen dorpje aan zee, weg te schuilen om 'n beetje op mijn verhaal te komen, 'k Wist het beheer van mijn zaken in goede handen, mijn vrienden al len op reis naar oorden ver van dat, waar ik mijn toevlucht gezocht had; wat zou mij nu nog hinderen een paar weken in zalige rust door te brengen? Edoch, het noodlot achtervolgde mij en zond op mijn pad een schepseltje, dat mij mjjn gemoedsrust ontnam en.... Maar laat ik bij 't begin beginnen. /-J«-«Z Ti met Met kloppend hart schoof ik het formu lier door 't loket. Zij las het telegram zon der een spier van 't gelaat te vertrekken en noemde het te betalen bedrag. Ik zocht in mijn portemonnaie naar klein geld, maar daar ik niet genoeg had schoof ik een biljet van honderd gulden naar haar toe. Zij bekeek het tegen het licht, scheen overtuigd te zijn van de deugdelijkheid en zei toen, met 'n stem die mjj opeens zeer onaangenaam in de ooren klonk: „Moet U geld terug hebben, mijn heer?...." B. HOE MAAK IK MIJN KAMER GEZELLIG?.... Een eigengemaakt lampekapje, krachteinspanning Een aardig lampekapje geeft reeds aanstonds iets heel gezelligs aan een kamer. We vertellen al eens vroeger hoe gewone vierkante lapjes daarin omge- tooverd kunnen worden; thans willen we iets zeggen over de versiering of garnee ring van die kapjes zelf. Silhouetjes staan er erg aardig op. En men komt daaraan gemakkelijker dan menigeen zelf vermoedt Hoe? Luister. In menig tijdschrift (vooral Engelsche of Amerikaansche magazines) vindt men een aardige kleine illustratie. Knip zoo'n leuk figuurtje uit met een fijnpuntig schaartje. Leg het uitknipsel dan op een velletje dun zwart, rood, blauw of ander kleurig apler (zwart is het mooiste en voldoet meeste gezinnen, danst de man naar de pijpen van de vrouw. Is zij zuinig en spaarzaam, dan wordt er geld opzij gezet. Is zij verkwistend en koopziek, dan gaan alle verdiensten op. Is zij er op gesteld rijk te worden, dan worden zij rijk; is zij zorgeloos en onverschillig, dan is het mooi, indien zjj juist rond komen. Een man moet al een buitengewoon financieel genie zijn om te kunnen werken tegen een verkwistende vrouw. Zij kan gemak in schulden en mannen, die door schuld- twee broers, die belde heel groote va»!!? tervolgd worden, moeten al hadden en heel kleine hoofden. Je bertt!? heel sterk zijn, zullen zij niet in de ver- j dat in die kleine hoofdje? niet veei leiding komen zich te vergrijpen aan het geld dat onder hunne berusting is. We zouden wenschen, dat iedere vrouw die deze regels leest, zich zelve eens wilde af vragen: „Ben ik een hulp of een hinder paal voor mijn man? Brengt de wijze waarop ik geld uitgeef, mijn man tot wel vaart of haalt zij hem neer tot armoede? Wat voor invloed heeft mijn manier van huishouden op de verhouding tusschen hem en zijn werkgever? Zou hij, Indien noodig, geld kunnen leenen op de vrouw kelijk tien gulden uitgeven tegen dat hij die hij heeft of weigert men nem crediet er één verdient en ten slotte wordt de ter wÖle van mij? En ben ik een hulp of man van zoo'n vrouw haast zonder uit- een hinderpaal in andere opzichten. Ben 'zondering moedeloos en geeft alle pogin gen op, om rekeningen te betalen die vlugger aangroeien dan hij ze kan vol doen. Aan den anderen kant is er niets, dat een man zoo opwekt tot vernieuwde als het zien van de ik een hulp of een hinderpaal ten opzich te van zijn geschiktheid tot werken? Houd ik hem krachtig met degelijk voed sel of voed ik hem met liflafjes en ver niel ik zijn zenuwgestel door hem halve nachten mee naar partijtjes te sleepen? ziohtbare resultaten van zijn werk in den Is hij er beter aan toe, doordat hij met vorm van een eigen huls of van een aar- i mij getrouwd is of slechter? Is hij er blij dig stapeltje effecten. Bijna al iemands kennissen weten pre cies wat voor uitgaven men zich kan ver oorloven en wanneer zij zien, dat een vrouw alle verdiensten aan haar lijf hangt om of betreurt hij het?" Btel U zelf deze vragen, mevrouw de echtgenoote, en als gij bemerkt, dat ge san den verkeerden kant staat, stap dan over naar de goede zijde. B. •JM! Costuums voor den Herfst plooien. Aangezien de hoofdtlnten der mAoih «n „,„4 Alg men °P oogenblik door de stad «tof in dit geval bleu met grijs waren nntlnod ns h«t Üii dwaalt en al da etalages van de groi.ie werd er een soepel wollen overhemdblou- hoïte Kledingmagazijnen eens bekijkt, dan zou se op dit rokje gedragen in grijze tint houetje uit en plakt het zorgvuldig op de men zich al werkeiyk mld^eJ den De vorm van het jagje Jn of me„ Winter wanen, 't Is al bont en warms wat sportief waardoor het dan ook geschikt is men ziet Heerlijke dikke winterjassen, voor morgen- zoowel als voor middag- mooie zijden mantels met wattlne gevoerd Ig op de dunne zij waarvan het lampekapje is of wordt gemaakt. Dat staat alleraardigst In huishoudens maaktT.Xn nn' v8.?™* 6n met bont versierd, mooie wol- I? uf p JKelijke wijze kaarsen- jen op fiuwee! lijkende jurken, heele wol mpn Ln ii? "r» 4 gebreide japonnen enz. enz. Daarnaast ffn^lnnn1 l c^pepapler. Dat Zjet men ook de echte avondjaponnen zoo- als 26 alléén des wintel op feesten, dan eens erfrischt worden. aan ^ers en in den schouwburg gedra- gen worden rx VOORZORG Echter we zijn toch nog niet aan den winter toe en.... als we goed toezien, getuigen ook hiervan de etalages. Want, zoo heel bescheiden gluurt zoo hier en daar toch nog een eenvoudig mantelpak of wandelpak of een meer of mindere een voudige blouse, tusschen al die chique en gewichtige kleedingstukken uit Ja ons klimaat is wel veeleischend. Men heeft minstens drie verschillende soorten kleeren noodig: „voor de warmte, voor de kou, en dan nog voor de seizoens-over- gangen". Want we kunnen toch nu in September al niet in onze warme winter- jas kruipen en ons zomerjasje is nou wel wat dun. Zoo vervallen we dus noodzake lijkerwijs in een luchtig-warm tuaschen- pak. rgen- zoowel als voor middag dracht. Bij deze oostuums worden altijd zeer eenvoudige hoedjes gedragen; 't liefst van peau de suede of vilt Het tweede oostuum van onze teekenlng is ook een verrukkelijk najaarepak. Hier voor was gebruikt, de bij uitstek geschik te kasha. De kleur was donkerbruin en in de eenvoudige jurk was ter opvroolijklng een geplooid vest gemaakt var room-kleu- rige crêpe de ohine. Ook deze jurk is voor en achter geheel glad gehouden aan het rokdeel en heeft eveneens aan de zijkanten een groep ge perste plooien. Op deze japon wordt voor de variatie nu eens geen lange of korte mantel gedragen, maar een heel gezellige half lange cape. 't Model hiervan is zeer eenvoudig. Op de rug en op de borst glad gehouden heeft de mantel op zij zeer royale klok-deelen, wat natuurlijk zeer te prefereeren is voor de vrije beweging der armen. Als men het nu heel chique wil doen, dan voere men de cape met dezelfde crêpe de chine waarvan het vest is ge maakt Ook deze kleeding vraagt om een een- Hoe mijnheer Wortels zijn maatregelen Nadat "Ik "mijV hef gezellig p*ensionTte v„ooi;komen,datzjjn vriendelijke met uitzicht op zee geïnstalleerd had, be- bezoekers zijn druiven mee hielpen opeten, gaf ik mij naar het postkantoor, om mijn y herstellende was! moeder mijn adres te seinen. Een lompe oudachtige heer nam mijn telegram in ontvangst telde zeer nauw keurig de woorden en noemde kortaf het te betalen bedrag. Ik had intusschen het kantoor eens rondgezien en bemerkte een jonge dame, die vol ijver een Hughestoe- stel zat te bewerken, met een gezicht alsof ze ook vol genot piano speelde. „Een ijverig plichtsgetrouw schepsel- tje", dacht ik niet zonder spijt want, met wat minder ijver bezield, zou ze misschien even naar mij opgezien hebben. Den volgenden morgen ging ik, zoo vroeg mogelijk weer naar het postkan toor. Ditmaal was ik gelukkiger. Zij zat voor het loket en ik zag haar mooie don kere oogen en hoorde haar lieve stem toen ze mij de postzegels overhandigde, DE VROUW. Woorden om te overdenken. De president van een groote Ameri kaansche financieele onderneming, die voornamelijk geld op hypotheek leent, vertelde onlangs, dat de grootte van het crediet dat hij een man verleent afhangt van de soort vrouw met wie hij ge-' O—, frouwd ifi-_ Is de vrouw verkwistend of die ik aan het loket op de brieven plakte, kinderachtig of zeer gesteld op wereld- om nog een praatje uit te lokken. sche vermaken en zoekt zij het gezel Maar de jongedame boog zich over een register en schreef ijverig verder. lede ren dag kwam ik geregeld. Ik wist al spoedig de uren dat zij loketdienst had. Mijn vrienden zuilen zich stellig verbaasd hebben dat ik hun zooveel schreef en mijn huisgenooten konden zoo lang zamerhand wel een kamer met mijn an sichten behangen hebben. Op 'n morgen verzond ik een in het Duitsch geschreven telegram en nadat zij de woorden geteld en het bedrag van de kosten genoemd had ontdekte ik, dat ze een woord teveel gerekend had. Ik, dol blij 'n aanleiding gevonden te hebben voor 'n gesprek, maakte er haar op attent. „Schrijf dan duidelijker", gromde ze, toen ik constateerde dat ze van het woord „Bestehen" „beste hen" gemaakt had. Zij scheen geen of althans niet veel Duitsch te verstaan en verborg haar ergernis daarover in een snauw tegen mij. Inplaats van daardoor 'n beetje af te koelen, werd ik steeds meer verliefd op het mooie telegrafistetje, dat zoo hard werkte, zoo zedig teruggetrokken was 1 Zoo'n meisje tot vrouw te hebben! Dat denkbeeld liet mij niet meer los en ik zon op 'n middel, om haar mijn liefde te be kennen. Ais ze maar een weinig toenade- schap van menschen in beteren doen dan zyzelve, dan waagde hij niet veel geld aan dien echtgenoot. Die man zou toch nooit in staat zijn zjjn schulden af te lossen en vroeg of laat zou de hypotheek op zijn huis moeten worden opgezegd. Is de vrouw echter verstandig, vlijtig en zuinig, is ze een vrouw die haar uitgaven be perkt tot een geringer bedrag dan het in komen van haar man bedraagt dan kan hij het er met den man op wagen. Zoo iemand komt bijna zeker vooruit in de wereld, betaalt zijn schulden, komt in het bezit van een eigen huis en zal te zijner tijd zijn plaats onder de soliede, wel varende mannen der gemeenschap in nemen, zoodat de bank hem gaarne een ruim crediet geeft. vragen ons af, hoeveel vrouwen zich zeiven ooit in dat licht bezien, en hoevelen beseffen, dat zij een werkelijke tastbare waarde voor haar mannen zijn en dat haar gedrag en karakter de borg- Het mantelpak van onze teekenlng is stelling zijn, waarop men den man geld daarvoor een goed voorbeeld, wil leenen of het hem weigert. Niet velen Dit is gemaakt van een wollen Engel- want vrouwen hebben een eigenaardig, sche stof: een schakeerin«r van allerlei vaag, onzuiver inzicht, hoe zeer de wel- kleurtjes, heel heel fijntjes in elkaar ge stand van het gezin van haar afhangt, weven. Het rokje is zeer hupsoh van De duorsneevrouw beschouwt het ver- vorm, voor èn achter een glad baantje en werven van welvaart als een geheimzin- aan de beide zijkanten een breede groep voudig bijpassende hoed, hoewel ze des- gewenscht een ietsje gekleeder mag zijn als bij het eerste costuum; maar noo dig is het nlbt. Corry Brena. - - Ml AU was voor hersenen; de broers warei <ja niet erg slim en iedereen in het ltnd acht* om hen en schold hen uit voer: „sbtami reuzenvoeters". De broers had„en daar natuurlek verf verdriet van, maar wisten niets ie oedemen om dat gescheld te doen ophouden*. Ik den. dat een enkele maal een trap met ee» reu. zenvoet of misschien alleen maar e<vi be dreiging wel nuttig geweest zou zijn, maa- de Reuzenvoeters waren voel te dom on aan zoo leis eenvoudigs te leuken en mis schien ook wel veel te goedig om zoo iet» te doen. Op zekeren dag stapten ze naar Sylvi? de wijze vrouw, en vroegen haar om raad ze konden het gescheld niet langer ver dragen. „Och", zelde Sylvia: „JuHie moest je e' niets van aantrekken. Verstandige men schen schelden niet Wie 't hardste sebeld is meestal zelf 'n groote domoor. Dia dom ooren schelden om de aandacht van hui eigen domheid af te kiden, begrijp jullie?' De Reuzen-voelers dachten oven zo* hard ze maar denken konden en antwoord den toen, dat se het wel begrepen, maar da daarmee het gescheld toch niet over was. Nu was Sylvia voor een oogenblik ver legen. Maar plotseling kreeg ze een goedei Inval. „V/eet je wat juiüe moet doen", vroe» ze. „Op zoek gaan naar Iemand, die no; dommer is dan juilie. Dan zd iedereen on hem lachen en jullie heelemaal vergeten! „Ja, ja", riepen de reuzenvoeters ver heugd uit. „Dank U wel voor uw goedei raad, 8y!vla". De Reuzenvoeters paken wat kieeren b| elkaar, namen een wandelstok en gingei op stap. Ze sochten er keken overal of n iemand zagen, die nogdommer en belach» Ijker waa dan zijzelf maar nergens zagn ze iemand en overal werden ze ultgelachei en -gescholden; Eincbltfk echter kwamen in een land, waar niemand scheen te wonen „Wat is het hie? prettig", zei de een» Reuzenvoeter tegm den andere. „Laat ont hier bljjven wonei". Ja, daar had de ander< ook wel zin ln. Kaar die zin ging spoedig weer over, wan» in het land. waar niemand woonde, was mtuurlijk ook geen bakker o! melkboer of sager of groenteboer, zoodal de Reuzenvoeters ui gauw honger kregen. Ze zochten ru ln het bosoh naar vruchten, maar vonde» niets dan een paar stukkeu kurk. „Kurk kannen we toch niet eten", zucht te de een» Reuzenvoeter. Daar klonk op eens een stem: „O, ja, best hoor. Probeex het maar eens met mij. Ik ben dol op kurk eten. Hrf vult zoo, moet je weten!*' De Reuzenvoeters zagen op een boomtak boven Jun hoofden een grappig kereltje zitten met een heel dom gezicht en een heel dikkei bulk. Ze keken elkaar eens aan en zeidal toen: „Ja deze man is nog belache lijke: dan wij. Laten we vragen, of hij mee- gaaf'. De kurk-eter vond het best, als de Reu- zesvoeters hem maar altijd kurk zouden given. Dat beloofden de Reuzenvoeters en net hun reisgenoot kwamen ze na een pooa terug in hun eigen land. Nu, je begrijpt, dat iedereen! lachte om het gedrochtelijke kereltje, dat alleen kurk at en wiens buik daardoor hoe langer hc* dikker werd. Werkelijk vergaten de men schen te lachen om de Reuzenvoeters er toen eindelijk de kurk-eter barstte, toer waren de menschen zoo aan de Reuzenvoe ters gewend geraakt, dat zij hen niet meet' uitscholden. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I V I I O t u I a, vlieg, tuig. Zomervaoantle OranjeNasaau Maatschappij Eewljksluis Rotterdam Veeteelt Ameland Crisis Akker Nauw T o 1 I k E Nieuwe raa&els. Met a ben ik een jongensnaam, met e een plant, met aa een vrucht en met oo een stof. Wat ben ik. H. Het geheel is een spreekwoord van 7 woorden of 29 letters. 27, 10, 4, 20, 8, 6, 1», 18 1b een ander woord voor dwaasheid, 15, 11, 18, 28,24, 20 is niet goed, 9, 22, 26, 1, 14 is een Germaansche god, 7, 6, 26, 2, 8, 28 is een geluidsherhaling, 29 is een mede- klinker, 12, 6, 1, 16, 17, 21 is een woord, dat in de natuurkunde, vooral in de me chanica veel gebruikt wordt. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: A. A„ A. v. d. B„ A. O., M. O., G. D., D. en V. D., A. E., P. 8. E. G„ A. H„ J- van H., A. K„ G. K„ P. K„ J. de M., J. J. P„ A. en J. 8., 8. T„ J. v. d. V., T. V., A. W., M. W„ M. H. W. en W. W,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 8