DE MILLIOENENNOTA VOOR 1928. Ia die mülioeneniiota lezen we ant, dat het overschot op den gewonen dienst van 1026 nog 2'U mMoen hooger is dan ver leden jaar werd verwacht Voor het jaar 1926 ls het voor den gewonen dienst be cijferd op BOf1/, millioen en in totaal op ruim 15 millioen. Van t dienstjaar 1927 wordt alsmede verwacht dat het met een overschot zal eindigen. De begrooting voor 1928 beloopt voor den gewonen dienst bijna 26,000 meer dan voor dit jaar. Hij sluit met een batig slot van haast 8millioen. De reeds aan gevangen zuiverder scheiding tusscben den gewonen en den buitengewonen dienst is verder voortgezet Wat nu de inkomstenbelasting betreft déze zal voor bijna alle aangesla genen met pLm. 20 pet verminderd worden maar misschien ra! tot een andere, min- dqr schadelijke heffing op overtollige uit geven moeten worden overgegaan. Een streng voortgezette beperking der uitga ven blijft echter in elk geval noodzakelijk Omtrent de herziening van de finan- cieele betrekkingen tusschen rijk en ge meenten merkt de minister op dat nog niet met zekerheid te zeggen is op welk oogenblik deze haar beslag zal krijgen, maar dat dit zeker niet „binnen enkele maanden" het geval zal kunnen zijn. Nochtans hoopt hjj, dat vóór het eind de zer parlementaire periode niet alleen de indiening, maar ook dé aanneming door dé beide Kamers van het wetsontwerp terzake zal kunnen plaats hebben. De minister van justitie deelt imee, dat het hem wenscheiyk voorkomt, om in verband met de P^chopathenwetten, van welke hij een spoedige Invoering zooveel mogelijk bevordert, op deze begrooting reeds een bedrag voor exploitatie uit te trekken. Met een bedrag van 100,000 verwacht de minister althans voorloopig te kunnen volstaan. Wat het hoofdstak binmenlandisohe zn ken en landbouw betreft, wordt voorge steld, het rijkssubsidie aan de burger wachten met 1501)00 te verminderen Hierdoor en door andere besparingen kan een bedrag van pLm. 800,000 meer aan den landbouw ten goede kamen. Ojn. wordt op de begrooting een som van 80,000 moer aangevraagd op den poet: subsidiën voor en verdere kosten van de lagere land- en tuinbouwscholen, ten einde de oprichting ln dat jaar van een stuk of tien nieuwe scholen op nader te bepalen plaatsen mogelijk te maken. De poet bijdragen in de kosten van uit voering van ontwateringswerken ls met 260,000 verhoogd van 90,000 tot 840,000, in de eerste plaats ter voortzet ting van de subaidieering der werken van het waterschap De Regge (noorde lijk deel) en die tot verbetering van de Baaksche Beek. De onderwi^begrootlng kondigt ojn. de instelling aan van een lectoraat ln de dierkunde aan de universiteit te Leiden (waar ook het lectoraat in de histologie zoo spoedig mogelijk bezet zal worden), en «en in de scheepebouwkundé aan de Technische HoogesohooL Aanmerkelijke opvoering van het be drag, dat jaarlijks van rijkswege voor monumentenzorg ter beschikking gesteld wordt, moet met ernst overwogen worden. Voorgesteld wordt het subsidie aan de Mij. tot bevordering der toonkunst, dat totnogtoe 12,000 bedraagt, te verhoogen met 600 ten behoeve van de vestiging van een leerstoel voor muziekwetenschap aan een universiteit hier te lande. In de begrooting van oorlog zien we o.m. dat de reorganisatie van de onbere den artillerie vóór 1 Januari 1928 zal zijn voltrokken. De samenstelling van het regiment kustaridllerie zal worden terug gebracht tot dén staf van het regiment en twee sohooloompaignieën, het detachement vesting-artillerie te Utrecht zal worden opgeheven, terwijl de detachementen ves tingartillerie te Gorlnohem en te Naarden iedér zullen worden hervormd in een re giment onbereden artillerie, elk regi ment deel uitmakende van een artillerie- brigade van het veldleger. Een herziening van het toelagestelsel voor het reserve personeel ls ln voorbe reiding, in hoofdzaak hierop gegrond, dat met handhaving van de aanspraken op vergoeding van de verlofsofficieren, die deze thans reeds genieten, de overige verlofsofficieren, met uitzondering var het beroepspersoneel, dat met reserve plicht ls gepensionneerd. een toelage zul len genieten van het 40sW levensjaar af. De begrooting van arbeid, handel en nifyerheid, belooft meerdere aandacht voor <je noodlijdende klompenindustrie. Er is een post uitgetrokken tot steun van de bestudeering en bestrijding van de rheumatiek. In de begrooting van waterstaat ten slotte, zien we dat de nortmalisecring van de Nieuwe Merwedé zal worden hervat. Voor de Maaskanalisatie ls 1,900,000 uitgetrokken. Omtrent dé Maasbrug te Maastricht nog niets beslissends. Het eindcijfer ls geraamd op een be drag van 40.565.610. Zijnde 487.705 minder dan oorspronkelijk voor 1927 ls toegestaan en zulks niettegenstaande een automatische stijging der uitgaven plaats vond ten bedrage vun 267.898. Gesplitst ln militaire en niet-militaire uitgaven werd voor het dienstjaar 1927 toegestaan en wordt voor het dienstjaar 1928 aangevraagd: militaire uitgaven 84.682.124, 84.297.570; niet-mllltaire uitgaven 6.261.101, 6.198.040; onvoor zien 60.000, 60.000. Nieuwe aanbouw. in April 1927 uitspraak deed en spoedig daarop afwikkeling der rekening plaats vond. Wat betreft de verwachting, uitgespro ken ln de Mem. v. ToeL van de begroo ting 1927, dat de twee torpedobootjagera 1924 in 1927 ln dienst zouden komen en voor Oost-Indiö zouden kunnen worden uitgezonden, ls deze in zooverre niet verwezenlijkt, dat uitzending ln 1927 niet zal kunnen plaats hebben. Of die jagers in 1927 nog in dienst zullen ko men is niet met zekerheid te zeggen en hangt af van den uitslag der proef tochten. Hoogstwaarschijnlijk zal een dezer vaartuigen vóór 1 Januari in dienst gesteld kunnen worden, het ande re in begin 1928. De torpedojagers 1925 zullen naar alle waarschijnlijkheid in den loop van 1928 in dienst kunnen komen; verwacht wordt dat èn de jagers 1924 èn de jagers 1925 in den loop van 1928 ook naar Oost-Indiö zullen kunnen worden uitgezonden. De torpedojagers 1926 zullen vermoe delijk in den loop van 1929 in dienst kunnen komen. Voor de voortzetting van den bouw van een onderzeeboot ter vervanging van de „O. 2", zijn de noodige gelden BEZOEK VAN FRAN8CHEN EN ENGELSCHEN AAN DE ZUIDERZEEWERKEN. Onder leiding van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Men meldt <LdL Dinsdag aan de Nw. Rott. Ort: Vandaag hebben dé Fransche inge nieurs, die een bezoek aan ons land bren gen zich broederlijk vereenigd met de EngeLsche commissie voor droogmaking en gezamenlijk hebben de beeren een excursie gemaakt naar de Zuiderzeewer ken, De geheele tocht was uitnemend voorbereid en verliep dan ook vlot, onder de bekwame leiding van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Wijl een en an der op de meest doeltreffende wijze in oogenschouw diende te worden genomen, zou „het wijzertje rond worden gereisd". Reeds om 8 u. 8 vertrok daarom van morgen van het Centraal Station met be stemming Schagen een extra trein, waar in een groot gedeetle der deelnemers aan in verschillende gemeenten. Herziening ls niet tot stand te brengen door enkele nieuwe bepalingen, welke de flnantieelo verhouding regelen, maar moet langdurig worden voorbereid. Geen algemeene rtfksuitkeertag. De Commissie meent, dat het Stelsel van een algemeene rijksuitkeering mout worden verlaten evenwel moet het recht der gemeente op ultkeering naar mate van de opgelegde verplichtingen worden gewaarborgd. Algeheele herziening der voorschriften is dus urgent. De uitkee- ringen van het rijk zullen zich dus re gelen naar de uitgaven, waartoe de ge meenten worden verplicht. Hierdoor krij gen de minder welvarende gemeenten grooter vrijheid van beweging. De ver plichte uitgaven zouden ln twee catego rieën zijn te splitsen; die welke omschre ven zijn in art. 205 a tot en met w der ierneentewet (dat zijn ln 't algemeen de gewone gemeentelijke uitgaven); deze behoeven niet alle door elke gemeente te worden gedaan, en de Staatscommissie de overigen, die per electrisohen trein uit dén Haag waren gekomen, te Haar lem het gezelschap kwamen completeeren. In het geheel namen er bijna 600 per sonen aan deed. Te Schagen werd de trein ln tweeën gesplitst en werd elk gedeetle in een uitgetrokken, terwijl voorts een eerste sukkelgangotje naar Ewjjksluls getrok- termijn is aangevraagd voor twee onder zeebooten ter vervanging van de „O. 8" en „O 4", welke vervanging met het oog op hun ouderdom (resp. vijftien en veer tien jaar), dringend noodig ls. Verder ls de eerste termijn aange vraagd voor den bouw van een vaartuig voor politietoezicht op de visscherij. In de M. v. Antw. op het Voorl. Verslag naar aanleiding der begrooting 1927 deelde de minister mede, dat 't hem toen niet het geschikte oogenblik voorkwam om over te gaan tot den bouw van een nieuw dergelijk vaartuig, vooral in ver band met de mogelijkheid, dat eenlge stoomloodsvaortuigen zouden vrijkomen, welke door verbouwing geschikt ge maakt kunnen worden voor den politie dienst. Nu de loodsdlenst op de Schelde nog niet definitief geregeld ls en het tijdstip waarop dit wel het geval zal zijn nog niet te voorzien is, meent de minister niet langer te mogen wachten met stap pen te doen noodig ter vervanging van een der vaartuigen voor de vissoherfi- polltie. ln de Memorie van Toelichting Is op genomen het gebruikelijk overzicht van de sommen, ter zake van nieuwen aan bouw onder de verschillende begroo- tingsartikelen uitgetrokken: Voor torpedobewapening van 3e „09" t.m. „O 11" wordt voor 1928 noodig ge raamd 124.250; voor voortzetting van den bouw van de onderzeeboot 1927 is uitgetrokken L027.600; als eerste ter mijn voor het ln aanbouw brengen van twee onderzeebooten 1928 (ter vervan ging van „O 3" en „O 4") ls opgebracht bouwsom 600.000, terwijl als eerste ter mijn voor den bouw van een politievaar- tuig ter bescherming der visscherij, is uitgetrokken 620.000, totaal dus 2.271.760, welke som geheel komt ten aste der Staatsbegrooting. Verder worden aangevraagd voor: twee torpedobootjagera 1924 bouwsom 880.000; twee torpedobootjagere 1926 980.000; twee torpedobootjugt-rs 1926 2.870.700; twee torpedoboot jagers 1927 4.192.660. Onderzeebooten „K XI" tm. ,K XHT' aanvullingstorpedobewapeuing 124.260, totaal dus f 8.467.6110, van welk bedrag de helft komt ten laste der Staatsbegrooting, terwijl de wederhelft uit de begrooting van Ned.-Indiö wordt gerestitueerd. Personeel. Een nieuwe regeling werd vastgesteld betreffende de tegemoetkoming in uit- niHtingskosten bij uitzending voor lang durig verblijf binnen de keerkringen, waarbij werd rekening gehouden met de medeneming van de gezinnen. Een toelage werd ingevoerd voor kor poraal- en sergeant-monteur bij het be- ïalen van het brevet voor geschutmaker. Bepaald werd dat telken jare een cur sus zal worden gehouden voor bootslie den om zich vpor te bereiden voor het schippers-éxamen. Een wachtgeldregeling voor het perso neel der zeemacht met uitvoeringsvoor schriften werd vastgesteld. Bepaald is, dat het verblijf van onge huwd personeel in Oost-Indiö normaal drie achter een volgende jaren zal duren; voor gehuwden zonder gezin twee jaren en voor gehuwden met gezin vier jaren. Eeu brevet van geoefend afstandwaar- neiner is ingesteld en de toelage verbon den aan de brevetten van kanonnier ziin verhoogd. Radio- mlstzendcrs. Bij de afdeeling Niet-militaire uitgave wordt o.a. een bedrag van 47.000 aan gevraagd voor de oprichting van radio- inistzenderB op twee onzer lichtschepen. Het ls de bedoeling om ter uanvulling van de radio-mistzendstatious in de na burige landen drie lichtschepen en wel die voor de stations Noord-Hinder, Maas en Terschelllngerbank van radiophares voorzien. Waar echter slechts onze! ken. Om kwart over tien trok de lange stoet technici voortgeduwd door een straffen wind, over den voltooiden afsluitdijk door het Amsteldiep naar Westeriand op Wie- ringen, waar de salonboot Van der WiJók van dé Nederlandsche spoorwegen ge moerd log. Het was kwart voor elf toen de eensten de salonboot bereikt hadden en eerst een kwartier later stapten de laatste excursdsten aan boord. Dadelijk werden de trossen losgegooid en begon dé van der WJjck haar vaart over de Zuiderzee naar den Oever, hel N.O. van W leringen. Om ruim 12 uur debarkeerdé daar het gezelschap om de reeds verschillende malen beschreven droge sluisput, een reusachtig dal, waarin men druk bezig ls met de voorbereidende werkzaamheden voor den bouw van de sluizen, tn oogen- schouw te nemen. De Nederlandsche in genieurs dienden daar hun Fransche en Engelsche collega's van voorlichting. Omstreeks half twee vereenigde het ge zelschap zich weer aan boord om in de salons te lunchen en ook de van der Wijck opnieuw in zee, haar reis vervol gende naar Kornwerderzand, het kleine iland op 4 K.M. van de Fricsche kust dat zijn ontstaan alleen aan het vernuft van Hollandsche Ingenieurs te danken heeft Ruim half vier meerde de van der Wijck aan een primitieven aanlegsteiger en ging een gedeelte van het gezelschap aan land om ook daar de ln aanbouw zijnde sluisput te bezichtigen. Om vijf uur waren allen weer aan boord en toen men om half zes aan tafel ging, werden de trossen losgegooid en zette de van der Wijck koers naar Enk huizen, waar zij te kwart voor acht meer de. Tenslotte verzamelden de vermoeide excursisten zich aan bet kleine station netje, waar zij met een extra trein den terugtocht aanvaardden. De financieele verhouding tusschen rijk en gemeente. ueuit a. ja b. ja c. ja De grondslag der berekening van de vergoeding. Een samenvatting der voorstelleu. 4. In de toekomst mogen wettelijke vóorschriften, waarbij gemeenten tot uit gaven worden verplieht, niet worden vastgesteld, zonder dat regeering en wet- ever zich rekenschap gevsn van de aarbij betrokken financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten. twee nieuwere lichtschepen voldoende or de bijplaatsing van nstallatie, is voor 1928 vÜe ruMte bi^n voor bhDlaaSn» vnnl 4 zuilen de zwaarst getroffen dergelijkeZtallatie 1 gemeüUteD hiervan voordeel hebben; voor de derde Installatie zal gepaard moeten gaan met de aanvraag van gel den voor den bouw vau eeu nieuw licht schip Tersohellingerbank. Deze aanbouw is niet zoo urgent, dat daarop reeds in 1928 gerekend zul be hoeven te worden. De vloot bouw voor Indlö. Het aandeel van Ned. Oost-Indië ln den vioolbouw, Is gumuuil op i 4J22&8U6, voor noodmaatregelen kunnen worden ingevoerd. De commissie nam evenwel de normale toestand tot maatstaf. In de tegenwoordige regeling kun de commissie geen systeem onderscheiden. Het mag in bet vervolg evenwel niet meer geoorloofd zijn aan de gemeenten plichten op te leggen zonder vergooding. Het gemis aan stelsel leidt tot willekeur en verwarring en bovendien tot verscher ping van den ougelijken belastingdruk Een afzonderlijke nota. Zooals hierboven werd gezegd, heeft een lid der Staatscommissie een afwij kende meeuing omtrent deze materie. Hjj beeft dit ln een minderheidsrapport neer gelegd. H]j meent, dat het beelo,doorde Staatscommissie voorgestelde stelse 1waar bij slechts voor een deel de door wette lijke verplichtingen aan de gemeenten opgelegde uitgaven worden vergoed, te veroorueelen is en bsveelt een andere oplossing aan, n.1. grondige herziening van de taakverdeelhug ten aanzien van overheidsbemoeiing. Een andere, minder verkieslijke oplossing, ware, dat de ge meente orgaan worde van bet staatsgezag. Ook tegen de andere voorstellen der staats commissie heeft de beer van Doorninck overwegende bezwaren. VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER. Bij Koninklijk besluit van 21 Septem ber no. 1 ls tot voorzitter der Tweede Kamer van de Staton-Geueraal voor het tijdvak der tegenwoordige zitting be noemd jhr. nir. Oh. J. M. Ruys de Beerenbrouok, HET DEPARTEMENT VAN DEFENSIE. Aaa de Eerste Kamer verwar, ping van hek wetsontwerp ver. zocht De gronden, waarop de minister van c >rl< tevens minister van marine a i het wetsontwerp tot samenvoeging van dere beide departementen baseert, zijn h. i. door de meest deskundige en tot oordeelen be voegde autoriteiten met zulke krachtige ar gumenten weerlegd, dat zij rich van een verdere bestrijding van die gronden mogen onthouden. Niet alleen heeft oud-opperbevelhebber, generaal C. J. Snijders, in de vergajeprg var» 15 Mei in Den Haag op grond van zijn, gt lurende vele jaren als chef van den ge neraten staf opgedane ervaring, op de meest afdoende wijze weerlegd, dat de fusie nu. dig zou zijn voor eene behoorlijke voorbe reiding in vredestijd van de landsdefensie, maar ook werden, aldus adr., stuk voor stuk met kracht van argumenten alle ove rige gronden bestreden, die de ministar meent te kunnen aanvoeren om de instel!'ng van een departement van defensie aanneme- lijk te maken, welke instelling, daar op het lep. van oorlog vrijwel niets verandert, fei telijk niet anders is dan een onderbrenging van marine onder oorlog. De bestudeering van de behandeling van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer wet tigt hun oordeel, dat de minister geen enkel b-r tegen zijne plannen aangevoerde argu menten zelfs heeft trachten te ontzenuwen Adr. vestigen de aandacht op het feit, lat de meerderheid, die zich voor minis ters voorstellen verklaarde, gevormd werd 1< >r hen, die meermalen verklaard hebben geen man en geen cent voor 's lands verde diging beschikbaar te willen stellen, verder door hen, die in de laatste jaren uitdruk kelijk verklaard hebben eenzijdige rn'wa- l<eniiig voor te staan, alsmede door degenen, die, ten onrechte, meenen, dat deze samen voeging tot de door hen gewenscHte bezui niging zal leiden Overtuigd, dat een goede verdediging ter zee van ons koloniaal rijk een landsbelang is van de hoogste orde, zijn adr. van oor deel, dat bij een meerderheid, verkregen door motieven, die zeker niet die der re geering, noch die van bet overgroote deel van het Nederlandsche volk zijn, elke waar- bot g ontbreekt, dat de genomen beslissing erkelijk in 's lands belang is. Bovendien spreken zij als hun meening uit, dat de geheele voorbereiding van deze aangelegenheid zóó oppervlakkig is en dat lc consequenties, ook in politiek opzicht zóó weinig zijn voorzien, dat zij een gron dige bestudeering daarvan door een com missie van hoogstaande, alleszins deskun dige, mannen noodzakelijk achten. Uaa eerst kan de volksvertegenwoordiging e« op goede gronden gebaseerd oordeel uit spreken over de gevolgen van dezen op pervlakkig wellicht onschuldig lijkenden, maar in wezen h. i. hoogst gevaarlijken maatregel. Een groote reeks adhaesiebetuigingen vergezelt dit adres. Uit de Pers. DE TROONREDE 18' Troonrede lftkt de Nieuwe Rot- terdamsohe (Jourant juist op bel voor het oogenblik meest op den voor grond gedwongen punt der lundspolitiek DE MARINEBEGROOTING. 487.70S minder. Ten vervolge op het vroeger medege deelde aangaande de eindafrekening vun de elebea 1 kan thaxiB worden vernield, dat de betrokken nmnmi^i. VJW de excursie had plaats genomen, terwijl bepaalt zich daarom tot de uitgaven door Wij hebben dezer dagen aan de band van een courantenbericht mededeellngen gedaan uit een interview met den beer Wibaut betreffende de conclusies van het rapport Inzake de financieels verhoudin tusschen rijk en gemeenten. Bedoel rapport van de staatscommissie ls thans, na een arbeid van zes jaren,verschenen. Zooals wij ook reeds mededeelden, ls de commissie eenstemmig tot baar conclusies gekomen, met uitzondering van één enkel lid, den heer rnr. dr. van Dooruinck, van wien een afzonderlijke nota is verschenen. Een uitgebreid onderzoek betreffende den werkelijken toestand der financiën van verschillende gemeenten ook Hel der heeft reeds geruimen tijd geleden een reeks vragen beantwoord leidde tot de zekerheid, dat deze gegevens on derling niet met elkander te vergelijken waren. De commissie heeft daarna de uitwerking afgewacht van de voor 1924 gewijzigde voorschriften voor begrooting en rekeningen der gemeenten en schonk tevens aandacht aan het vraagstuk der uooduitkeeringen. Haar arbeid werd ver traagd doordat veel statistisch materiaal moest worden verwerkt. De arbeid der staatscommissie. De commissie behandelde niet de ge heele financieele verhouding tusschen Kijk en gemeentenzij deed geeu poging tot verbetering bijv. van bet comptabel beheer en bemoeide zich niet met he^ vraagstuk der leeningeu of beleggingen van gemeentegelden. Zy heeft zich uit sluitend bepaald tot voortzetting van den arbeid der Staatscommissie voor de finan ciën van 1908. Uitgezien werd uuar een hoogere rijksuitkeering, nu ook de ver ruiming van de gemeentelijke belastingen den belastingdruk ln vele gemeenten heeft verzwaard. Wanneer maatregelen worden genomen ten bate van de gemeenten in de Gemeentewet zelf of door bizondere wetten aan de gemeenten opgelegd (art. 205 x Gemeentewet). Door tal van wetten en vooral Kon. besluiten worden de ge meenten verplicht tot bestuurshandelin gen en aan deze houding van het Rijk wil de Commissie een eind maken. Als basis der berekening van de ver goeding wordt genomen de helft van de: aarwedde burgemeester; aarwedde gemeente-secretaris aarwedde gemeente-ontvanger d. jaarwedde wethouders; e. netto kosten van de gemeente-secre tarie, bet kantoor van den ambtenaar van den burgerlijken stand, het kantoor van den gemeente-ontyanger en het gemeente archief daaronder begrepen. Hierbij ls dan tevens rekening gehouden met de kosten in het bijzonder van bet Bevol kingsregister em met de kosten, welke voor de gemeenten verbonden zijn aan de verkiezingen voor rijk, provincie en gemeenten tezamen en aan ae uitvoering van wetten als de Leerplichtwet, Arbeids wet, Dienstplichtwet, Hinderwet, Veilig heidswet, welke de gemeentebesturen verplichten tot uitgaven, zonder dat bier voor eenlge vergoeding wordt gegeven. Behalve de salarissen dezer functiona rissen genoten, ia ln evenredigheid een gelijke ultkeering onder dit hoofd bere kend voor de kosten van ln koopsommen van pensioenen en van pensioenbijdragen, waarbij het wettelijk verhaalbaar bedrag dezer kosten echter niet onder de door de gemeentebesturen gemaakte kosten ls begrepen f. netto kosten voor de verpleging van armlastige krankzinnigen; g. netto kosten voor de instandhouding der plaatselijke politie. In bet rapport wordt dan verder uit voerig nagegaan de financieele uitkomst, turwjjl nog een samenvatting der voor stellen wordt gegeven. Die samenvatting geven wij verkort als volgt weer: 1. De wet van 24 Mei 1897 8.166, ver valt. 2. De tegenwoordige bepalingen ten aanzien van de financieele* verhouding voor bet Rijk en de gemsenten behoeven herziening. 8. Het Rijk kan aan de gemeenten rijksuitkeeringen verleenen, over eenkomstig het aan dit verslag toeg^ voegde ontwerp-Rijksultkeeringswet. 6. Met erkenning van het begi&sel dat aan de gemeenten krachtens nieuwe wet telijke regelingen rijksbijdragen bebooren te worden toegekend, worde nader onder zocht op welke wijze en in welke mate dit beginsel zal worden uitgewerkt. 6. Het Rijk kent eeu nadere r ij k s u i t- keerin ten van in de kos- overeen- swet. e ge- .oeleinden, 1'.» g«.uUe„t»p ntatvoW g toe tot vergoeding het Lager indurwijs, komstig bet outwerp-Rijksultkeeringi 7. Het Rijk kan aan noodlfidendt meenten, voor algemeene doelen rijkssteuu toekennen. 8. Ingesteld wordt een Permanente Commissie voor de gemeenteflnauciëu met raadgevende bevoegdheid ter voor bereiding van de verdere regeling van financieele verhouding. 9. Aan bet Ministerie van Financiën worde een afdeeling of permanent amb telijk bureau voor de gemeentefinanciën ingesteld. Gep. luit.-generasl H. N. A. Swart, ou<j. vice-president van den Raad van Ned - Indië; de heer P. J. de Kanter, oud-lid der Tweede Kamer; gep. generaal G J. Snij. Iers, oud-opperbevelhebber; prof. dr. E. Moresco, oud-vice-president van den Raad van Ned.-Indië; prof. mr. M. W. F. Treub oud-minister van financiën, voorzitter van den Ondernemersraad van Ned.-Indië; da heer M. C. Koning, directeur van' Stoomvaartmaatschappij „Nederland"; heer H. M. van Bemmelen, voorzitter' van de Kon. Ned. Vereenigmg „Onze Vloot"- luit.-generaal, oud-chef van den generale» staf R- Zuijderhoff, lid van de Alg. Reken, kamer, voorzitter van Oost en West; vice- ■idmiraal C. Fock, oud-commandant der Marine te Helder, en prof. dr. F. C. Ger. retson, zeggen in een adres aan de Eerste Kamer overtuigd te zijn, dat een voeging van het departement van marine met dat van oorlog strijdig is met het be lang van het Rijk der Nederlanden Liberale stemmen. ouizeker en aarzelend. Zij wekt den indruk van opgesteld te zijn door eene regeering, die, tusschen twee vurea geplaatst, niet goed weet wat zij wil. In Je» aanhef maakt zij met dankbaarheid gewag vat de „voortschrijdende Verbetering" in de wij*® van bedrijfsuitoefening en ontginning en van het toenemende voortbrengingsvermogen van land- en tuinbouw; zij vestigt de aandacht op verschillende „moedgevende" verschijnselen, die zich voor handel en nijverheid voordoeik doch de blijde woorden worden aanstonds ge dempt door eene verwijzing naar „bemioeilih kinK van den afzet in den vreemde" en .kunst matige belemmeringen, die aan het internatio naal ruilverkeer worden in den weg gelegd." Gaat de regeering dus toch door den wind? Zal zij toch wijken voor de dreigementen van de voorstanders der actieve handelspolitiek? •Men zou het vreezet», geneigd zijn in d» boven afgedrukte zinsneden er eene aanwij zing van te lezen, zoo niet bot daarop volgde, dat „de zware lasten, op de bevolking gelegd; de herleving der welvaart en de verruiming der werkgelegenheid vertragen", Men vindt in de verdere rede niets, waaruit zelfs maar afgeleid worden kan, dat de regccring inderdaad er eene welvaartpoll- tiek op na houdt, dan de aankondiging van een wetsontwerp tot verlaging van de inkom stenbelasting, waarvan het nog de vraag of het uit eene vooropgestelde welvaartspoli- tiek voortspruit, dan uit de cijfers van eene tiioevallcudie 'begrooting

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 6