DE MILLIOENENNOTA VOOR 1928.
Ia die mülioeneniiota lezen we ant, dat
het overschot op den gewonen dienst van
1026 nog 2'U mMoen hooger is dan ver
leden jaar werd verwacht Voor het jaar
1926 ls het voor den gewonen dienst be
cijferd op BOf1/, millioen en in totaal op
ruim 15 millioen. Van t dienstjaar 1927
wordt alsmede verwacht dat het met een
overschot zal eindigen.
De begrooting voor 1928 beloopt voor
den gewonen dienst bijna 26,000 meer
dan voor dit jaar. Hij sluit met een batig
slot van haast 8millioen. De reeds aan
gevangen zuiverder scheiding tusscben
den gewonen en den buitengewonen
dienst is verder voortgezet
Wat nu de inkomstenbelasting betreft
déze zal voor bijna alle aangesla genen
met pLm. 20 pet verminderd worden
maar misschien ra! tot een andere, min-
dqr schadelijke heffing op overtollige uit
geven moeten worden overgegaan. Een
streng voortgezette beperking der uitga
ven blijft echter in elk geval noodzakelijk
Omtrent de herziening van de finan-
cieele betrekkingen tusschen rijk en ge
meenten merkt de minister op dat nog
niet met zekerheid te zeggen is op welk
oogenblik deze haar beslag zal krijgen,
maar dat dit zeker niet „binnen enkele
maanden" het geval zal kunnen zijn.
Nochtans hoopt hjj, dat vóór het eind de
zer parlementaire periode niet alleen de
indiening, maar ook dé aanneming door
dé beide Kamers van het wetsontwerp
terzake zal kunnen plaats hebben.
De minister van justitie deelt imee, dat
het hem wenscheiyk voorkomt, om in
verband met de P^chopathenwetten, van
welke hij een spoedige Invoering zooveel
mogelijk bevordert, op deze begrooting
reeds een bedrag voor exploitatie uit te
trekken. Met een bedrag van 100,000
verwacht de minister althans voorloopig
te kunnen volstaan.
Wat het hoofdstak binmenlandisohe zn
ken en landbouw betreft, wordt voorge
steld, het rijkssubsidie aan de burger
wachten met 1501)00 te verminderen
Hierdoor en door andere besparingen
kan een bedrag van pLm. 800,000 meer
aan den landbouw ten goede kamen.
Ojn. wordt op de begrooting een som
van 80,000 moer aangevraagd op den
poet: subsidiën voor en verdere kosten
van de lagere land- en tuinbouwscholen,
ten einde de oprichting ln dat jaar van
een stuk of tien nieuwe scholen op nader
te bepalen plaatsen mogelijk te maken.
De poet bijdragen in de kosten van uit
voering van ontwateringswerken ls met
260,000 verhoogd van 90,000 tot
840,000, in de eerste plaats ter voortzet
ting van de subaidieering der werken
van het waterschap De Regge (noorde
lijk deel) en die tot verbetering van de
Baaksche Beek.
De onderwi^begrootlng kondigt ojn.
de instelling aan van een lectoraat ln de
dierkunde aan de universiteit te Leiden
(waar ook het lectoraat in de histologie
zoo spoedig mogelijk bezet zal worden),
en «en in de scheepebouwkundé aan de
Technische HoogesohooL
Aanmerkelijke opvoering van het be
drag, dat jaarlijks van rijkswege voor
monumentenzorg ter beschikking gesteld
wordt, moet met ernst overwogen worden.
Voorgesteld wordt het subsidie aan de
Mij. tot bevordering der toonkunst, dat
totnogtoe 12,000 bedraagt, te verhoogen
met 600 ten behoeve van de vestiging
van een leerstoel voor muziekwetenschap
aan een universiteit hier te lande.
In de begrooting van oorlog zien we
o.m. dat de reorganisatie van de onbere
den artillerie vóór 1 Januari 1928 zal zijn
voltrokken. De samenstelling van het
regiment kustaridllerie zal worden terug
gebracht tot dén staf van het regiment en
twee sohooloompaignieën, het detachement
vesting-artillerie te Utrecht zal worden
opgeheven, terwijl de detachementen ves
tingartillerie te Gorlnohem en te Naarden
iedér zullen worden hervormd in een re
giment onbereden artillerie, elk regi
ment deel uitmakende van een artillerie-
brigade van het veldleger.
Een herziening van het toelagestelsel
voor het reserve personeel ls ln voorbe
reiding, in hoofdzaak hierop gegrond, dat
met handhaving van de aanspraken op
vergoeding van de verlofsofficieren, die
deze thans reeds genieten, de overige
verlofsofficieren, met uitzondering var
het beroepspersoneel, dat met reserve
plicht ls gepensionneerd. een toelage zul
len genieten van het 40sW levensjaar af.
De begrooting van arbeid, handel en
nifyerheid, belooft meerdere aandacht
voor <je noodlijdende klompenindustrie.
Er is een post uitgetrokken tot steun
van de bestudeering en bestrijding van
de rheumatiek.
In de begrooting van waterstaat ten
slotte, zien we dat de nortmalisecring van
de Nieuwe Merwedé zal worden hervat.
Voor de Maaskanalisatie ls 1,900,000
uitgetrokken. Omtrent dé Maasbrug te
Maastricht nog niets beslissends.
Het eindcijfer ls geraamd op een be
drag van 40.565.610. Zijnde 487.705
minder dan oorspronkelijk voor 1927
ls toegestaan en zulks niettegenstaande
een automatische stijging der uitgaven
plaats vond ten bedrage vun 267.898.
Gesplitst ln militaire en niet-militaire
uitgaven werd voor het dienstjaar 1927
toegestaan en wordt voor het dienstjaar
1928 aangevraagd: militaire uitgaven
84.682.124, 84.297.570; niet-mllltaire
uitgaven 6.261.101, 6.198.040; onvoor
zien 60.000, 60.000.
Nieuwe aanbouw.
in April 1927 uitspraak deed en spoedig
daarop afwikkeling der rekening plaats
vond.
Wat betreft de verwachting, uitgespro
ken ln de Mem. v. ToeL van de begroo
ting 1927, dat de twee torpedobootjagera
1924 in 1927 ln dienst zouden komen en
voor Oost-Indiö zouden kunnen worden
uitgezonden, ls deze in zooverre niet
verwezenlijkt, dat uitzending ln 1927
niet zal kunnen plaats hebben. Of die
jagers in 1927 nog in dienst zullen ko
men is niet met zekerheid te zeggen en
hangt af van den uitslag der proef
tochten. Hoogstwaarschijnlijk zal een
dezer vaartuigen vóór 1 Januari in
dienst gesteld kunnen worden, het ande
re in begin 1928.
De torpedojagers 1925 zullen naar alle
waarschijnlijkheid in den loop van 1928
in dienst kunnen komen; verwacht wordt
dat èn de jagers 1924 èn de jagers 1925
in den loop van 1928 ook naar Oost-Indiö
zullen kunnen worden uitgezonden.
De torpedojagers 1926 zullen vermoe
delijk in den loop van 1929 in dienst
kunnen komen.
Voor de voortzetting van den bouw
van een onderzeeboot ter vervanging
van de „O. 2", zijn de noodige gelden
BEZOEK VAN FRAN8CHEN EN
ENGELSCHEN AAN DE
ZUIDERZEEWERKEN.
Onder leiding van het Koninklijk
Instituut van Ingenieurs.
Men meldt <LdL Dinsdag aan de Nw.
Rott. Ort:
Vandaag hebben dé Fransche inge
nieurs, die een bezoek aan ons land bren
gen zich broederlijk vereenigd met de
EngeLsche commissie voor droogmaking
en gezamenlijk hebben de beeren een
excursie gemaakt naar de Zuiderzeewer
ken, De geheele tocht was uitnemend
voorbereid en verliep dan ook vlot, onder
de bekwame leiding van het Koninklijk
Instituut van Ingenieurs. Wijl een en an
der op de meest doeltreffende wijze in
oogenschouw diende te worden genomen,
zou „het wijzertje rond worden gereisd".
Reeds om 8 u. 8 vertrok daarom van
morgen van het Centraal Station met be
stemming Schagen een extra trein, waar
in een groot gedeetle der deelnemers aan
in verschillende gemeenten. Herziening
ls niet tot stand te brengen door enkele
nieuwe bepalingen, welke de flnantieelo
verhouding regelen, maar moet langdurig
worden voorbereid.
Geen algemeene rtfksuitkeertag.
De Commissie meent, dat het Stelsel
van een algemeene rijksuitkeering mout
worden verlaten evenwel moet het recht
der gemeente op ultkeering naar mate
van de opgelegde verplichtingen worden
gewaarborgd. Algeheele herziening der
voorschriften is dus urgent. De uitkee-
ringen van het rijk zullen zich dus re
gelen naar de uitgaven, waartoe de ge
meenten worden verplicht. Hierdoor krij
gen de minder welvarende gemeenten
grooter vrijheid van beweging. De ver
plichte uitgaven zouden ln twee catego
rieën zijn te splitsen; die welke omschre
ven zijn in art. 205 a tot en met w der
ierneentewet (dat zijn ln 't algemeen de
gewone gemeentelijke uitgaven); deze
behoeven niet alle door elke gemeente
te worden gedaan, en de Staatscommissie
de overigen, die per electrisohen trein
uit dén Haag waren gekomen, te Haar
lem het gezelschap kwamen completeeren.
In het geheel namen er bijna 600 per
sonen aan deed.
Te Schagen werd de trein ln tweeën
gesplitst en werd elk gedeetle in een
uitgetrokken, terwijl voorts een eerste sukkelgangotje naar Ewjjksluls getrok-
termijn is aangevraagd voor twee onder
zeebooten ter vervanging van de „O. 8"
en „O 4", welke vervanging met het oog
op hun ouderdom (resp. vijftien en veer
tien jaar), dringend noodig ls.
Verder ls de eerste termijn aange
vraagd voor den bouw van een vaartuig
voor politietoezicht op de visscherij. In
de M. v. Antw. op het Voorl. Verslag
naar aanleiding der begrooting 1927
deelde de minister mede, dat 't hem toen
niet het geschikte oogenblik voorkwam
om over te gaan tot den bouw van een
nieuw dergelijk vaartuig, vooral in ver
band met de mogelijkheid, dat eenlge
stoomloodsvaortuigen zouden vrijkomen,
welke door verbouwing geschikt ge
maakt kunnen worden voor den politie
dienst.
Nu de loodsdlenst op de Schelde nog
niet definitief geregeld ls en het tijdstip
waarop dit wel het geval zal zijn nog
niet te voorzien is, meent de minister
niet langer te mogen wachten met stap
pen te doen noodig ter vervanging van
een der vaartuigen voor de vissoherfi-
polltie.
ln de Memorie van Toelichting Is op
genomen het gebruikelijk overzicht van
de sommen, ter zake van nieuwen aan
bouw onder de verschillende begroo-
tingsartikelen uitgetrokken:
Voor torpedobewapening van 3e „09"
t.m. „O 11" wordt voor 1928 noodig ge
raamd 124.250; voor voortzetting van
den bouw van de onderzeeboot 1927 is
uitgetrokken L027.600; als eerste ter
mijn voor het ln aanbouw brengen van
twee onderzeebooten 1928 (ter vervan
ging van „O 3" en „O 4") ls opgebracht
bouwsom 600.000, terwijl als eerste ter
mijn voor den bouw van een politievaar-
tuig ter bescherming der visscherij, is
uitgetrokken 620.000, totaal dus
2.271.760, welke som geheel komt ten
aste der Staatsbegrooting.
Verder worden aangevraagd voor:
twee torpedobootjagera 1924 bouwsom
880.000; twee torpedobootjagere 1926
980.000; twee torpedobootjugt-rs 1926
2.870.700; twee torpedoboot jagers 1927
4.192.660. Onderzeebooten „K XI" tm.
,K XHT' aanvullingstorpedobewapeuing
124.260, totaal dus f 8.467.6110, van
welk bedrag de helft komt ten laste der
Staatsbegrooting, terwijl de wederhelft
uit de begrooting van Ned.-Indiö wordt
gerestitueerd.
Personeel.
Een nieuwe regeling werd vastgesteld
betreffende de tegemoetkoming in uit-
niHtingskosten bij uitzending voor lang
durig verblijf binnen de keerkringen,
waarbij werd rekening gehouden met de
medeneming van de gezinnen.
Een toelage werd ingevoerd voor kor
poraal- en sergeant-monteur bij het be-
ïalen van het brevet voor geschutmaker.
Bepaald werd dat telken jare een cur
sus zal worden gehouden voor bootslie
den om zich vpor te bereiden voor het
schippers-éxamen.
Een wachtgeldregeling voor het perso
neel der zeemacht met uitvoeringsvoor
schriften werd vastgesteld.
Bepaald is, dat het verblijf van onge
huwd personeel in Oost-Indiö normaal
drie achter een volgende jaren zal duren;
voor gehuwden zonder gezin twee jaren
en voor gehuwden met gezin vier jaren.
Eeu brevet van geoefend afstandwaar-
neiner is ingesteld en de toelage verbon
den aan de brevetten van kanonnier ziin
verhoogd.
Radio- mlstzendcrs.
Bij de afdeeling Niet-militaire uitgave
wordt o.a. een bedrag van 47.000 aan
gevraagd voor de oprichting van radio-
inistzenderB op twee onzer lichtschepen.
Het ls de bedoeling om ter uanvulling
van de radio-mistzendstatious in de na
burige landen drie lichtschepen en wel
die voor de stations Noord-Hinder, Maas
en Terschelllngerbank van radiophares
voorzien. Waar echter slechts onze!
ken.
Om kwart over tien trok de lange stoet
technici voortgeduwd door een straffen
wind, over den voltooiden afsluitdijk door
het Amsteldiep naar Westeriand op Wie-
ringen, waar de salonboot Van der WiJók
van dé Nederlandsche spoorwegen ge
moerd log. Het was kwart voor elf toen
de eensten de salonboot bereikt hadden
en eerst een kwartier later stapten de
laatste excursdsten aan boord. Dadelijk
werden de trossen losgegooid en begon
dé van der WJjck haar vaart over de
Zuiderzee naar den Oever, hel N.O. van
W leringen.
Om ruim 12 uur debarkeerdé daar het
gezelschap om de reeds verschillende
malen beschreven droge sluisput, een
reusachtig dal, waarin men druk bezig ls
met de voorbereidende werkzaamheden
voor den bouw van de sluizen, tn oogen-
schouw te nemen. De Nederlandsche in
genieurs dienden daar hun Fransche en
Engelsche collega's van voorlichting.
Omstreeks half twee vereenigde het ge
zelschap zich weer aan boord om in de
salons te lunchen en ook de van der
Wijck opnieuw in zee, haar reis vervol
gende naar Kornwerderzand, het kleine
iland op 4 K.M. van de Fricsche kust
dat zijn ontstaan alleen aan het vernuft
van Hollandsche Ingenieurs te danken
heeft
Ruim half vier meerde de van der
Wijck aan een primitieven aanlegsteiger
en ging een gedeelte van het gezelschap
aan land om ook daar de ln aanbouw
zijnde sluisput te bezichtigen.
Om vijf uur waren allen weer aan
boord en toen men om half zes aan tafel
ging, werden de trossen losgegooid en
zette de van der Wijck koers naar Enk
huizen, waar zij te kwart voor acht meer
de. Tenslotte verzamelden de vermoeide
excursisten zich aan bet kleine station
netje, waar zij met een extra trein den
terugtocht aanvaardden.
De financieele verhouding
tusschen rijk en gemeente.
ueuit
a. ja
b. ja
c. ja
De grondslag der berekening
van de vergoeding.
Een samenvatting der voorstelleu.
4. In de toekomst mogen wettelijke
vóorschriften, waarbij gemeenten tot uit
gaven worden verplieht, niet worden
vastgesteld, zonder dat regeering en wet-
ever zich rekenschap gevsn van de
aarbij betrokken financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten.
twee nieuwere lichtschepen voldoende
or de bijplaatsing van
nstallatie, is voor 1928
vÜe
ruMte bi^n voor bhDlaaSn» vnnl 4 zuilen de zwaarst getroffen
dergelijkeZtallatie 1 gemeüUteD hiervan voordeel hebben;
voor de derde Installatie zal gepaard
moeten gaan met de aanvraag van gel
den voor den bouw vau eeu nieuw licht
schip Tersohellingerbank.
Deze aanbouw is niet zoo urgent, dat
daarop reeds in 1928 gerekend zul be
hoeven te worden.
De vloot bouw voor Indlö.
Het aandeel van Ned. Oost-Indië ln
den vioolbouw, Is gumuuil op i 4J22&8U6,
voor noodmaatregelen kunnen worden
ingevoerd. De commissie nam evenwel
de normale toestand tot maatstaf.
In de tegenwoordige regeling kun de
commissie geen systeem onderscheiden.
Het mag in bet vervolg evenwel niet
meer geoorloofd zijn aan de gemeenten
plichten op te leggen zonder vergooding.
Het gemis aan stelsel leidt tot willekeur
en verwarring en bovendien tot verscher
ping van den ougelijken belastingdruk
Een afzonderlijke nota.
Zooals hierboven werd gezegd, heeft
een lid der Staatscommissie een afwij
kende meeuing omtrent deze materie. Hjj
beeft dit ln een minderheidsrapport neer
gelegd. H]j meent, dat het beelo,doorde
Staatscommissie voorgestelde stelse 1waar
bij slechts voor een deel de door wette
lijke verplichtingen aan de gemeenten
opgelegde uitgaven worden vergoed, te
veroorueelen is en bsveelt een andere
oplossing aan, n.1. grondige herziening
van de taakverdeelhug ten aanzien van
overheidsbemoeiing. Een andere, minder
verkieslijke oplossing, ware, dat de ge
meente orgaan worde van bet staatsgezag.
Ook tegen de andere voorstellen der staats
commissie heeft de beer van Doorninck
overwegende bezwaren.
VOORZITTER VAN DE TWEEDE
KAMER.
Bij Koninklijk besluit van 21 Septem
ber no. 1 ls tot voorzitter der Tweede
Kamer van de Staton-Geueraal voor het
tijdvak der tegenwoordige zitting be
noemd jhr. nir. Oh. J. M. Ruys de
Beerenbrouok,
HET DEPARTEMENT VAN
DEFENSIE.
Aaa de Eerste Kamer verwar,
ping van hek wetsontwerp ver.
zocht
De gronden, waarop de minister van
c >rl< tevens minister van marine a i
het wetsontwerp tot samenvoeging van dere
beide departementen baseert, zijn h. i. door
de meest deskundige en tot oordeelen be
voegde autoriteiten met zulke krachtige ar
gumenten weerlegd, dat zij rich van een
verdere bestrijding van die gronden mogen
onthouden.
Niet alleen heeft oud-opperbevelhebber,
generaal C. J. Snijders, in de vergajeprg
var» 15 Mei in Den Haag op grond van zijn,
gt lurende vele jaren als chef van den ge
neraten staf opgedane ervaring, op de meest
afdoende wijze weerlegd, dat de fusie nu.
dig zou zijn voor eene behoorlijke voorbe
reiding in vredestijd van de landsdefensie,
maar ook werden, aldus adr., stuk voor
stuk met kracht van argumenten alle ove
rige gronden bestreden, die de ministar
meent te kunnen aanvoeren om de instel!'ng
van een departement van defensie aanneme-
lijk te maken, welke instelling, daar op het
lep. van oorlog vrijwel niets verandert, fei
telijk niet anders is dan een onderbrenging
van marine onder oorlog.
De bestudeering van de behandeling van
dit wetsontwerp in de Tweede Kamer wet
tigt hun oordeel, dat de minister geen enkel
b-r tegen zijne plannen aangevoerde argu
menten zelfs heeft trachten te ontzenuwen
Adr. vestigen de aandacht op het feit,
lat de meerderheid, die zich voor minis
ters voorstellen verklaarde, gevormd werd
1< >r hen, die meermalen verklaard hebben
geen man en geen cent voor 's lands verde
diging beschikbaar te willen stellen, verder
door hen, die in de laatste jaren uitdruk
kelijk verklaard hebben eenzijdige rn'wa-
l<eniiig voor te staan, alsmede door degenen,
die, ten onrechte, meenen, dat deze samen
voeging tot de door hen gewenscHte bezui
niging zal leiden
Overtuigd, dat een goede verdediging ter
zee van ons koloniaal rijk een landsbelang
is van de hoogste orde, zijn adr. van oor
deel, dat bij een meerderheid, verkregen
door motieven, die zeker niet die der re
geering, noch die van bet overgroote deel
van het Nederlandsche volk zijn, elke waar-
bot g ontbreekt, dat de genomen beslissing
erkelijk in 's lands belang is.
Bovendien spreken zij als hun meening
uit, dat de geheele voorbereiding van deze
aangelegenheid zóó oppervlakkig is en dat
lc consequenties, ook in politiek opzicht
zóó weinig zijn voorzien, dat zij een gron
dige bestudeering daarvan door een com
missie van hoogstaande, alleszins deskun
dige, mannen noodzakelijk achten. Uaa
eerst kan de volksvertegenwoordiging e«
op goede gronden gebaseerd oordeel uit
spreken over de gevolgen van dezen op
pervlakkig wellicht onschuldig lijkenden,
maar in wezen h. i. hoogst gevaarlijken
maatregel.
Een groote reeks adhaesiebetuigingen
vergezelt dit adres.
Uit de Pers.
DE TROONREDE
18' Troonrede lftkt de Nieuwe Rot-
terdamsohe (Jourant juist op bel
voor het oogenblik meest op den voor
grond gedwongen punt der lundspolitiek
DE MARINEBEGROOTING.
487.70S minder.
Ten vervolge op het vroeger medege
deelde aangaande de eindafrekening vun
de elebea 1 kan thaxiB worden vernield,
dat de betrokken nmnmi^i. VJW
de excursie had plaats genomen, terwijl bepaalt zich daarom tot de uitgaven door
Wij hebben dezer dagen aan de band
van een courantenbericht mededeellngen
gedaan uit een interview met den beer
Wibaut betreffende de conclusies van het
rapport Inzake de financieels verhoudin
tusschen rijk en gemeenten. Bedoel
rapport van de staatscommissie ls thans,
na een arbeid van zes jaren,verschenen.
Zooals wij ook reeds mededeelden, ls de
commissie eenstemmig tot baar conclusies
gekomen, met uitzondering van één enkel
lid, den heer rnr. dr. van Dooruinck, van
wien een afzonderlijke nota is verschenen.
Een uitgebreid onderzoek betreffende
den werkelijken toestand der financiën
van verschillende gemeenten ook Hel
der heeft reeds geruimen tijd geleden
een reeks vragen beantwoord leidde
tot de zekerheid, dat deze gegevens on
derling niet met elkander te vergelijken
waren. De commissie heeft daarna de
uitwerking afgewacht van de voor 1924
gewijzigde voorschriften voor begrooting
en rekeningen der gemeenten en schonk
tevens aandacht aan het vraagstuk der
uooduitkeeringen. Haar arbeid werd ver
traagd doordat veel statistisch materiaal
moest worden verwerkt.
De arbeid der staatscommissie.
De commissie behandelde niet de ge
heele financieele verhouding tusschen
Kijk en gemeentenzij deed geeu poging
tot verbetering bijv. van bet comptabel
beheer en bemoeide zich niet met he^
vraagstuk der leeningeu of beleggingen
van gemeentegelden. Zy heeft zich uit
sluitend bepaald tot voortzetting van den
arbeid der Staatscommissie voor de finan
ciën van 1908. Uitgezien werd uuar een
hoogere rijksuitkeering, nu ook de ver
ruiming van de gemeentelijke belastingen
den belastingdruk ln vele gemeenten heeft
verzwaard. Wanneer maatregelen worden
genomen ten bate van de gemeenten in
de Gemeentewet zelf of door bizondere
wetten aan de gemeenten opgelegd (art.
205 x Gemeentewet). Door tal van wetten
en vooral Kon. besluiten worden de ge
meenten verplicht tot bestuurshandelin
gen en aan deze houding van het Rijk
wil de Commissie een eind maken.
Als basis der berekening van de ver
goeding wordt genomen de helft van de:
aarwedde burgemeester;
aarwedde gemeente-secretaris
aarwedde gemeente-ontvanger
d. jaarwedde wethouders;
e. netto kosten van de gemeente-secre
tarie, bet kantoor van den ambtenaar van
den burgerlijken stand, het kantoor van
den gemeente-ontyanger en het gemeente
archief daaronder begrepen. Hierbij ls
dan tevens rekening gehouden met de
kosten in het bijzonder van bet Bevol
kingsregister em met de kosten, welke
voor de gemeenten verbonden zijn aan
de verkiezingen voor rijk, provincie en
gemeenten tezamen en aan ae uitvoering
van wetten als de Leerplichtwet, Arbeids
wet, Dienstplichtwet, Hinderwet, Veilig
heidswet, welke de gemeentebesturen
verplichten tot uitgaven, zonder dat bier
voor eenlge vergoeding wordt gegeven.
Behalve de salarissen dezer functiona
rissen genoten, ia ln evenredigheid een
gelijke ultkeering onder dit hoofd bere
kend voor de kosten van ln koopsommen
van pensioenen en van pensioenbijdragen,
waarbij het wettelijk verhaalbaar bedrag
dezer kosten echter niet onder de door
de gemeentebesturen gemaakte kosten ls
begrepen
f. netto kosten voor de verpleging van
armlastige krankzinnigen;
g. netto kosten voor de instandhouding
der plaatselijke politie.
In bet rapport wordt dan verder uit
voerig nagegaan de financieele uitkomst,
turwjjl nog een samenvatting der voor
stellen wordt gegeven. Die samenvatting
geven wij verkort als volgt weer:
1. De wet van 24 Mei 1897 8.166, ver
valt.
2. De tegenwoordige bepalingen ten
aanzien van de financieele* verhouding
voor bet Rijk en de gemsenten behoeven
herziening.
8. Het Rijk kan aan de gemeenten
rijksuitkeeringen verleenen, over
eenkomstig het aan dit verslag toeg^
voegde ontwerp-Rijksultkeeringswet.
6. Met erkenning van het begi&sel dat
aan de gemeenten krachtens nieuwe wet
telijke regelingen rijksbijdragen bebooren
te worden toegekend, worde nader onder
zocht op welke wijze en in welke mate
dit beginsel zal worden uitgewerkt.
6. Het Rijk kent eeu nadere r ij k s u i t-
keerin
ten van
in de kos-
overeen-
swet.
e ge-
.oeleinden,
1'.» g«.uUe„t»p ntatvoW
g toe tot vergoeding
het Lager indurwijs,
komstig bet outwerp-Rijksultkeeringi
7. Het Rijk kan aan noodlfidendt
meenten, voor algemeene doelen
rijkssteuu toekennen.
8. Ingesteld wordt een Permanente
Commissie voor de gemeenteflnauciëu
met raadgevende bevoegdheid ter voor
bereiding van de verdere regeling van
financieele verhouding.
9. Aan bet Ministerie van Financiën
worde een afdeeling of permanent amb
telijk bureau voor de gemeentefinanciën
ingesteld.
Gep. luit.-generasl H. N. A. Swart, ou<j.
vice-president van den Raad van Ned -
Indië; de heer P. J. de Kanter, oud-lid der
Tweede Kamer; gep. generaal G J. Snij.
Iers, oud-opperbevelhebber; prof. dr. E.
Moresco, oud-vice-president van den Raad
van Ned.-Indië; prof. mr. M. W. F. Treub
oud-minister van financiën, voorzitter van
den Ondernemersraad van Ned.-Indië; da
heer M. C. Koning, directeur van'
Stoomvaartmaatschappij „Nederland";
heer H. M. van Bemmelen, voorzitter' van
de Kon. Ned. Vereenigmg „Onze Vloot"-
luit.-generaal, oud-chef van den generale»
staf R- Zuijderhoff, lid van de Alg. Reken,
kamer, voorzitter van Oost en West; vice-
■idmiraal C. Fock, oud-commandant der
Marine te Helder, en prof. dr. F. C. Ger.
retson, zeggen in een adres aan de Eerste
Kamer overtuigd te zijn, dat een
voeging van het departement van marine
met dat van oorlog strijdig is met het be
lang van het Rijk der Nederlanden
Liberale stemmen.
ouizeker en aarzelend.
Zij wekt den indruk van opgesteld te zijn
door eene regeering, die, tusschen twee vurea
geplaatst, niet goed weet wat zij wil. In Je»
aanhef maakt zij met dankbaarheid gewag vat
de „voortschrijdende Verbetering" in de wij*®
van bedrijfsuitoefening en ontginning en van
het toenemende voortbrengingsvermogen van
land- en tuinbouw; zij vestigt de aandacht op
verschillende „moedgevende" verschijnselen,
die zich voor handel en nijverheid voordoeik
doch de blijde woorden worden aanstonds ge
dempt door eene verwijzing naar „bemioeilih
kinK van den afzet in den vreemde" en .kunst
matige belemmeringen, die aan het internatio
naal ruilverkeer worden in den weg gelegd."
Gaat de regeering dus toch door den wind?
Zal zij toch wijken voor de dreigementen van
de voorstanders der actieve handelspolitiek?
•Men zou het vreezet», geneigd zijn in d»
boven afgedrukte zinsneden er eene aanwij
zing van te lezen, zoo niet bot daarop volgde,
dat „de zware lasten, op de bevolking gelegd;
de herleving der welvaart en de verruiming
der werkgelegenheid vertragen",
Men vindt in de verdere rede niets,
waaruit zelfs maar afgeleid worden kan, dat
de regccring inderdaad er eene welvaartpoll-
tiek op na houdt, dan de aankondiging van
een wetsontwerp tot verlaging van de inkom
stenbelasting, waarvan het nog de vraag
of het uit eene vooropgestelde welvaartspoli-
tiek voortspruit, dan uit de cijfers van eene
tiioevallcudie 'begrooting