T Na het Haarwasschen TWEEDE EN LAATSTE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS VAN DONDERDAG 10 NOVEMBER 1927 Onze vroegere plaatsgenoot, de heer H. J. P. Westra, slaagde bij het te 's-Gra- venhage gehouden examen voor le Stuurman, groote stoomvaart EERSTE ABONNEMENTS VOORSTELLING. Verlangend was uitgezien naar de eerste tooneeluitvoering, die dezen win ter zou worden gegeven en versohillende malen was ons al gevraagd of hierom trent reeds iets bekend was. En dus was het begrijpelijk, dat Casino Dinsdag avond geheel gevuld was met een pu bliek, dat de vertegenwoordiging was van, zooals men dat noemt „tout Helder". Het was het gezelschap van Adr. van der Horst en Jan Musch, dat dien avond voor het voetlicht kwam met een Fransch stuk ln vier bedrijven, „Het Geheim", van Ed- mond Guiraud. De oorspronkelijke titel ia „Le bonheur-du-jour", en het geheim houdt dan ook verband met een in een „bonheur-du-jour"-kaatje gevonden brie ven. NED. VEREENIGING VAN HUISVROUWEN. De afdeellng Helder der Ned. Vereeni- gmg van Huisvrouwen is deze week bi zonder actief. Die activiteit is er wel al tijd, maar zij demonstreert zich deze week in niet minder dan drie bijeen komsten. De eerste betrof een demon- stratie met knippatronen, de tweede een cursus in beschilderen van voorwerpen, de derde een verbandcursus door dr. Kienks te geven. Het is van het goede ïa' ve&h maar zooals mevrouw Dekker, de voorzitster der afdeeling, reeds zeide Dinsdagmiddag, was een samenloop van omstandigheden hiervan de oorzaak. Dinsdagmiddag dan hield mevrouw Verbeek-Haafe uit Leiden een demon stratie met gemakkelijke knippatronen en uitteraard, en te meer nog, daar de 'eden der afdeeling vrijen toegang had den, was de belangstelling zeer groot Het zaaltje van U. S. O. aan den Kanaal- weg was dan ook geheel gevuld. Maar die arme verslaggever! Eén on- noozele haan onder zooveelneen, dat is te oneerbiedig. Maar ik geef het u te doen als eenig vertegenwoordiger der sterke sexe (homo sapiens masculinum) in deze geheimen der vrouw door te dringen. Want mevrouw Verbeek hield geen rede, maar een cursus, en om daar van wat na te vertellen, is vrijwel on doenlijk. Eerst was er nog het Bonds lied. Ja, ja, er was een bondslied, maar het is er voorloopig nog een, dat onge zongen blijft, trots de loffelijke pogin gen die werden aangewend om het erin te krijgen. Maagdelijke beschroomdheid weerhoudt vooralsnog de dames. Maar de voorzitster heeft gezegd, dat ze het den volgenden keer allemaal kennen moeten en daar zullen we dan maar op hopen. Na het Bondslied, dat niet gezongen werd, kregen we dan mevrouw Verbeek. Deze dame was annex met een lange ta fel, en op die tafel lagen allerlei knip patronen. De kunst was nu uit een alge meen model verschillende andere model len te maken en die kunst, lieve lezeres, laat zich niet in een courantenverslag leeren, maar moet aanschouwelijk wor den geleerd. Als u het dus na het lezen van dit verslag niet weet, is dat niet mijn sohuld. Maar ook niet die van mevrouw Verbeek of mevrouw Dekker, dooh enkel en alleen uw eigen omdat u er niet ge weest zijfc Vooropgesteld natuurlijk, aat u er nog bij gekund had. Mevrouw Verbeek dan, om nog even te recapituleeren, had verschillende pa- tronenmodellen. Daarbij hoorde een in strumentje, dat als een soort maat ge bruikt wordt en op het model gelegd. Bij voorbeeld u meet de borstwijdte en legt dit maatje dan op het correspondeerend nummer op het model. In deze modellen zitten verschillende gaatje, en op een onderliggend vel papier teekent u nu een punt voor de aangegeven maat Dan verbindt u straks de verschillende pun ten met lijnen en u heeft op het papier het patroon, dat u noodlg heeft Het mo del kan dan weer worden gebruikt voor andere gelegenheden. U ziet het el van Columbus. De modelpatronen zelf koe ten 1.25, de bljbehoorende instrumen tjes zijn zeer goedkoop, zoodat men voor weinig geld op zeer eenvoudige wijze allelei patronen kan teekenen. Natuurlijk kan men de aldus vervaardigde kleeding- stukken garneeren, plisseeren en vergie ren naar eigen Inzicht en smaak. Maar Woensdagmiddag! Vele moeders hadden op dozen vrijen Woensdagmid dag hun kroost losgelaten op de boven zaal van Van Weelde en daar zaten ze, toen wij binnenkwamen, ln massa's langs de tafel, waar anders deftige en minder deftige groote menflohen zwaarwichtige en wufte gesprekken houden over poli tiek en wereldvrede en meer van dat soort onderwerpen. Maar deze sooieteito leden dachten er niet aan dergelijke dis cussies te openen, allemaal roerden ze met een kwastje in een potje. Want deze jeugdige ao. kunstbroeders en -zusters zouden dezen middag schilderen leeren van een aardige dame, die het ze voor deed, en ze hadden van moeder allemaal een petje of glaasje afgebedeld, met en benevens vijf centen voor een penseeltje. Zoo dan roerde Marietje in een leeg jamglaasje, welks inhoud vermoedelijk voor een niet onaanzienlijk deel via Ma- rietjete boterham door Marietje'e keeltje gegaan was den weg van alle jams. En Coba had een afgedankt piocadlillypotje op den kop getikt, waarop zij haar krach ten zou beproeven. Verder waren er wa terglazen, sierglazen en alles wat maar bruikbaar was en van glas was. En de dame, die het ze zou leeren, zei, dat er een paar aardige prijsjes beschikbaar waren voor de mooiste stukken. De kwestie was, dat mevrouw Smits uit Deventer een demonstratie kwam geven met de bekende Rlpolinverf, en zou laten zien hoe men op alleraardigste wijze daar mede allerlei afgedankte voor werpen kon beschilderen. De firma, die deze verf in den handel brengt, heeft tegenwoordig daarvan kleine potjes van 15 cent per stuk. Vroeger was ze alleen in de grootere potjes van 40 oent te krijgen, maar juist voor dit doel waren kleineije hoeveelheden noodig. Zij liet nu allereerst aan de kinderen zien op welke zeer een voudige wijze men de verf gebruikt en welke alleraardigste effecten men ermee bereikt. Ripolin is een aangemaakte verf, ge schikt voor buiten- zoowel als binnen werk, als glansverf en matverf te krijgen in een groot aantal kleuren, en buiten gewoon duurzaam. Zij barst niet, springt niet en bladdert niet af. De bereikte ef fecten op de glazen en bakjes waren wer kelijk zeer verrassend. Uit den aard der zaak werd den kinderen slechts zeer een voudig werk vertoond, maar des avonds had een dergelijke demonstratie voor vol wassenen plaats, waar wat Ingewikkelder werk weid gedemonstreerd. Moeilijk is het in geenen deele, het een is wat be werkelijker dan het andere. Als modellen worden teekeningen, uitknipsels uit bla den, enz., gebruikt, welke aan den bin nenkant tegen het voorwerp gelegd wor den en aan den buitenkant nageschilderd. Daarna, als dit droog is, gaat er een ach tergrond overheen, die natuurlijk zoo danig gekozen wordt, dat een mooi kieu- rengeheel wordt verkregen. Wat de kin deren te doen kregen, bepaalde zich tot het beschilderen met eenige uiteenloopen- de kleuren der verschillende glazen, waarbij dan de ln elkaar loopende verf het effect nog verhoogde. In den handel zjjn thans etuis met 12 verschillende potjes verf en eenige pen seeltjes, welke bij de firma Zegel ver krijgbaar zijn. Het was voor de kinderen een alleraardigste middag, en dit is wel de manier om deze verf erin te krijsen. Er zullen de eerste dagen tenminste heel wat potjes en pannetjes worden beschil derd Want alle oude, afgedankte ge bruiksvoorwerpen, biscuitblikken, sohoen- ameeidoosjes, stukken glas, e. d„ kunnen voor het doel dienen en dat er zeer mooie resultaten mede bereikt worden, daarvan konden wij ons overtuigen. Des avonde werd de demonstratie her haald voor de huismoeders zelve, en de belangstelling daarvoor was zóó groot, dat velen moesten teleugesteld en afgewezen worden. Naar wijl vernemen, is het de be doeling eeni herhaling van deze demon stratie te geven. Het tweede Winterconcert van de Staf- muziek bracht ons een zeer mooi pro gramma, dat daarenboven van de vijf nummers drie nouvéauté's gaf. Het corps bewijst daarmede, dat het zijn tijd goed heeft besteed, en het publiek toonde zijn dankbaarheid weder door goede op komst, zoowel in de hoogere sferen als in de onderwereld. Don Juan's ouverture is welbekend, en nog eens weer konden we genieten van Mozart's brillante muziek. De sympho- nie G-moll van dezen zelfden componist was hier nog nimmer opgevoerdhet is een groot, passievol werk, een van de belangrijkste van dezen meester. Merk waardig is, dat het Andante (dat overi gens te lang is als het met alle her halingen gespeeld wordt) in zijn inzet geheel overeenstemt met Beethoven's eerste symphonie, hoewel dit deel ver der daarmee geen verwantschap toont. Het werk is frisch, origineel en vol kleur en glans, de vertolking viel zeer te roe men. Het tweede, voor ons nieuwe werk was een ouverture van Rossini, n.1. van zijn opera „die diebische Elster" (de diefach tige ekster). Brillante, welluidend melo- dieuse muziek van groote bekoring. Terecht gold in Rossini's tijd de Italiaan- sche muziek voor de beste. Ook dit werk vond een vlotte vertolking. Tenslotte was daar een werkje van Fauré, den FranBchen componist, door den dirigent, den heer Leistikow gear rangeerd. Het was goed bedoeld en zeer verdienstelijk. Met de eerste Peer Gynt- suite werd beslotenaltijd dankbare num mertjes om te hooren en de geheimzin nige muziek van den bergkoning zoowel als de vlotte dans van Anltra werden in het verelschte tempo gehouden. Summa summarumer ia veel werk verricht door den directeur, eefl groot opvoedend en beschavend werk. Dat het publiek dit weet te waardeeren, daarvan zijn de oonoerten zelf het bewijs. Hopen wij, dat deze waardeering ook bij's heeren Leistikow's chefs worde gevonden in een of anderen vormzooiets moedigt aan om te blijven voortgaan op den inge slagen weg. CHRISTELIJKE ZANGVEREEN. „ZINGT DEN HEERE". Na de opening met gebed werdi ton ge- boone gebracht „Psalm 8" van S. A. Appel, voor soli, koor, piano en strijkorkest. Plech- Ingezonden Mededeellofk msÉ tig klonk de religieuze zang in het kerkge bouw met de goede accoustiek. Zuiver en geschoold bleek de samenzang te zij®- Hoe zeer dé dames HoJleatelle en Sok over een fraai stemgeluid beschikken, werd uiter mate getoond Respectievelijk vervulden zij de alt- en sopraan-sold. Van Frdedrich Schiller werd vervolgens vertolkt rijn wereldberoemde meesterwerk „Het Lied van de Klok" (Das Lied von der Glockej), voor muziek bewerkt door A. Hom berg. Wie kent niet Schilleris schitterende, geniale meesterwerk, zooals alleen een Schiller of Goethe dit kan scheppen. „Ich rufe die Lebenden, ich beklage die Toten, ich breche die Blitze (ik roep de levenden, ik beklaag de doodèn, ik breek de bliksem) zegt Schiller in rijm lied Op waarlijk geniale wijze beschrijft h® in dit lied het geheele wordingsproces van een Mok, die bier een symbolische beteeken is gekregen heeft. Meesterlijk brengt h® de verschillende stadia van' ontwikkeling bij de samenstelling der klok ln verband1 met de menschheidL Om1 een schepping van ongerepten naam als Schilleris lied) op muziek te zetten en te zorgen, dat dit superieur 'blijft, is een heele zware taak, wélke de heer Romberg Zich opgelegd heeft, en mocht h® hierin eens falen, zoo kunnen' w® hem dit niet zwaar aanrekenen. Immers w® staan alen "oo heel ver beneden een Schiller of Goethe. De heeren Krijgsman, tenor, Abbenes, bariton, en Schendelaar, bas, staan te goed bekend, dan dat zij in de gestelde verwach tingen zouden teleuTSteflten» integendeel, rij vervulden hun taak uitstékende, evenals de hierboven1 meer genoemde damea De heer Van der Vliet toomde rijm instru ment goed te beheerechen en toomde ricb b® de verschillende solon/ummens een uit stekend begeleider. In het geheel kunnen wij' van het koor zeggen, dat het onder die leiding van den heer Brizée steeds crescendo gaat en hope lijk gaan zal. De samenzang ls buiten en kele kleinigheden goed en behoorlijk ge schoold. Met dit al was het een goed geslaagde avond, waarop „Zingt den Heere" met dankbaarheid kan terugzien. COMITÉ VOOR ABONNEMENTS CONCERTEN. Op het 2e concert morgen (Vrijdag) ln „Casino" zal het Dreedener Strijkkwartet, bestaande .uit de heeren Fnitsche, Schoei- der, Riphahn en Kropholler, optreden. Hun programma is Haydü, Mozart, Glière! Óver dit kwartet, hetwelk in het buitenland en ook hier te lande veel succes oogst, schrijft o. a. de „Nieuwe Rolt. Crt.": „Prachtig voornaam zingende toom; hoog ste cultuurf. UIT DE GESCHIEDENIS VAN HELDER EN HET HELDERSCHE KANAAL OVER DE LAATSTE 100 JAAR door P. G de Boer en J. Brouwer. Uitbreiding van de stad rondom de haven. De aanleg van de haven bracht evenwel mede, dat men zich in de nabijheid ging vestigen. Dit had geenszins de instemming van het plaatselijk bestuur van Helder in die dagen, hetgeen blijkt uit een „Keure", afgekondigd 8 November 1817, waarbij ver boden werd om „aan de Haven het Nieuwe diep Broodbakkers ovens op te bouwen, Slachterijen of Vleesohhouwerijen aan te leggen of eenige andere Trafiek, hoe ook genaamd; op een Boete van f 25.—, voor de genen die dat verbod mogten oontrariëeren, met Oondemnatle mede: van tot de Amotle, van het geen, het welk mogt worden bevonden, van eenige Trafiek, aldaar te zijn opgericht". Ook omtrent de redenen die tot dezen maatregel geleid hadden gaf de Keur uitsluitseL Gewezen wordt op de verkorting van 's Lands en Plaatselijke reohten en op „het onregtmatige en de ongelijkheid, welke plaats heeft door het oprichten van Trafieken aan het gezegde Nieuwe diep, als van Broodbakke rijen, Slachterijen en wat dies meer zij; en waarmede men, ondanks alle gegronde vermaningen, aan de belanghebbenden, om zulks voortekomen ingerioht; «chter voortgaat, ten préjudloe van allen, welke dit soort van Trafiek binnen den omtrek der Gebouwen te Helder exeroeeren, en welken aan velerlei Plaat- s 'jke Lasten en bezwaren onderhevig zijn: daar de genen, welke zloh aan het Nieuwe diep Etablis- seeren, voor de aan hun afgestane Grond, bij wijze van Erfpacht, aan de Hoofdadministratie der Domai- nen, slechts een zeer geringe Somme betalen; Invoe gen, dat wanneer, aan deze handeling voet wordt ge geven, zulks de Totale Ruïne van dezulken, welken hunnen Nering Te Helder, binnen den kring der Ge bouwen bl®ven uitoefenen, tengevolge moet hebben, en hune door prijswaardigen yver en vlyt verkregene Etablissementen, in een onherstelbaar verval gé- raken". Het oordeel van anderen over Heidér. Omtrent den ulterUjken staat van Helder en om trek vinden wij b® verschillende schrijvers uit die dagen htmn^Ar^An dia vel een typeerend beeld geven van de in dien tijd blijkbaar al heel trooste- looze omgeving, en die de afgelegen ligging van Helder doen uitkomen. In een alleraardigst geschre ven boekje van een onbekenden Zwitserschen reizi ger vinden wij een levendige schildering van het landschap. Per rijtuig vervolgt de reiziger z®n weg; na t Zand komt men in „l'immense plage que les eaux recou- vrent enoore quelquefols et qui porte le nom de Koe gras", 4) en weldra: „nous fümes blentót dans le pur désert, et pendant deux ou trois heuree auoun objet ne nous rappela que nous eussions des semblables sur cette terre".Allerlei vogels vliegen er rond, wilde ganzen, kievieten, maar vooral zeemeeuwen zwermen om hem heen, en maken een lawaai, waar van men geen denkbeeld kan vormen. Myriaden ko nijnen, „logés pêle-mèle aveo tous oes oiseaux", loopen er. Eindel®k zien de reizigers een klein, rood en blauw voorwerp, dat, na nauwkeurige beschou wing, noch een gans, noch een kon®n was. Het was Helder, „ses premiers fossés et ses sentinellee avan- cées". De schr. Is vol bewondering voor den zeed®k, die, met dien van West-Capelle in Zeeland, om zoo te zeggsn, geheel Cantraal-Europa heichsont, en voor de haven van Nieuwediep en de prachtige reede. Deze haven, zoo zegt de schr., een der vei ligste en fraaiste in Nederland, bestond een dertig tal jaren terug nog niet; de oudste werken dateeren van 1796. Over de gebouwen evenwel is h® niet te spreken: z® hebben niets opmerkel®ks, niets natio naals, behalve de stilte, het gebrek aan sierl®kheid en de helderheid. Daarentegen hebben de groote waaiereluizen van den ingenieur Blanken z®p groote bewondering en h® geeft daarvan een uitvoerige beschrijving en een kaartje. „On marche aveo une émotion respectueuse sur ces ponts étroits suspendus aux porters de 1'ocean". Heel wat minder sympathiek ls eene beschrijving over een reis naar Helder, voorkomende in „Karak terschetsen, zeden en gewoonten van Nederlandsohe mannen en vrouwen, in het jaar 1810 b®eenver- zameld op eene reize door het Koninkrijk der Neder landen door den Engelschen reiziger G. Johnson, en den schrijver van de „Ring van Gyges wedergevon- den"; Amsterdam b® E. Maaskamp1'.') In deze be schrijving wordt gezegd: „Hoe meer w® de Helder naderen, hoe akeliger en treuriger het land werd; aan alle kanten zag men niets andera dan dorheid en de treurige beeltenis van een verlaten oord. Welk een naargeestig denk beeld, zeide de heer Johnson, moeten .vele vreemde lingen, die, na lang op zee geschokt te z®n, hier voet aan wal zetten en de eerste uren niets anders zien dan eene woesten®, van het zoo vruchtbaar en gezegend Holland vormenl „Eindelijk komen w® op de plaats van onze be geerte, en namen onzen intrek in eene der beste her bergen, waar w® voor weinig gemak en eene sobere tafel zeer veel geld moesten betalen...." De schrij ver hangt dan een weinig gunstig beeld op van het karakter der bewoners van Helder en speciaal van hen, die van „jutten" een beroep maaiden, en ver volgt dan: „Na den middag deden w® eene wandeling door het dorp, hetwelk noch groot, noch aangenaam ge legen is, er wordt hier ook weinig lommer bevonden, de hevige winden, voor welke dit land van alle kan ten bloot ligt, verhinderen den wasdom van het ge boomte". Tenslotte volge hier nog eene aanhaling uit een ander werk uit dien t®d. „Reis door Holland ln de jaren 1807—1812", waarin over Helder gezegd wordt: „Intusschen is de Helder, hoe schoon ook gelegen, niet zeer gezond. De straten z®n niet geplaveid, en veranderen ln den winter ln moerassen, waardoor man tot halvarwegan waden moet Da huizen zjjn andera wèl gebouwd. Van de twee (Gereformeerde en Roomsche) kerken, dient de eerste tot een barak voor de bataillons Spaansche krijgsgevangenen, die aan de vestingwerken arbeiden. Een voorname tak van bestaan alhier is de vangst van den kabeljaauw, die ingezouten en tot labberdaan of zoogenaamde zoute visoh verkocht wordt, en ook, ofschoon voor den echten labberdaan moetende zwichten, zeer goed van smaak is". Notes sur la Nord Hollande (Juin 1822). Par un voyageur suisse. Bruxelles, 1827. Au profit des mala- des des Provinoes du Nord. „Deze kunstmatige bergen of soms ook de door gangen, die ze scheiden, z®n bezaaid met een menig te armoedige hutten, van stroo, graszoden, soms van planken. Aldaar huist door elkander met hun ge zinnen het uitschot van velerlei naties, waaruit het leger werklieden, dat aan het kanaal arbeidt, bestaat. Er z®n er meer dan tienduizend; en niet een vierde deel ervan behoort tot het land, niet één hunner heeft het kenmerk van het ras dezer r®ke boeren, die men op de wegen ontmoet...." „de prachtige ontwerpen, die gemaakt z®n voor het graven van een groot en mooi kanaal, loo- pende van Alkmaar naar zee, het geluk van een handwerksman, die zonder werk te Alkmaar was aangekomen en hier werk gevonden had aan het kanaal". 4) het enorme vlakke land, dat dlkw®ls door de zee bedekt wordt en den naam Koegras draagt. w® kwamen weldra in de barre woest®n, en gedurende twee of drie uren herinnerde geen enkel voorwerp er ons aan, dat w® nog soortgenooten op deze aanie hadden. met al deze vogels bijeen huizend. de eerste grachten en vooruitgeschoven posten, met eerbiedige ontroering loopt men over deze smalle bruggen, opgehangen boven de toegangen van den oceaan. Schrijver van dit werk is Willem Kist, geboren in 1758, rector van de Lat®nsohe scholen te Middel burg, en auteur van een groot aantal romans, reis beschrijvingen, enz. H® overleed ln 1841. 1#) Met de bestrating werd in 1811 een aanvang gemaakt In genoemd jaar werd, ter gelegenheid van het bezoek van keizer Napoleon, de Smidstraat waarin het Raadhuis stond geplaveid. (Wordt vervolgd). Onze vroegere plaatsgenoot, do hoer W. J. K. Labout, is Dinsdag .te Amsterdam goaiaagd voor het examen 'Ned. Taal en Letterkunde M. O. Het is een1 typisch Fransch stuk, voor een niet-Fransoh publiek slechts matig ge nietbaar. Er komen enkele aardige toonee- len in voor en ook door de dialogen is het niet zonder literaire waarde. Technisch is het zwak; het tweede en derde bedrijf wor den bijna geheel gevuld (met uitzondering* van de aardige scène van het kastanje- poffen) met dialogen tusschen vader en (vermeenden) zoon, op z'n ouderwetsch, in melodramatische!! geest. Hoewel wij het «tuk als tooneelwerk niet zeer bewonderen (ook b® het publiek viel het niet erg in den smaak) zou wellioht, in dien het aangepast werd aan de Fransche sfeer, en' met Franachen zwier en Fransch sentiment- gespeeld werd, dit alles mee vallen. Men neemt nu eenmaal de dingen van zob'n Franschman zooals ze zijin en men waardeert de Fransche keuken het meest op reds in Frankrijk zelve. Maar bij „Het SchouwtooneeP ontbrak die Fransche geest geheel en al, en hadden we Ko van Dijk niet gehad met zijn voortreffelijke vertolking van dr. Pleseöers, dan ware de voorstelling vrijwel mislukt te noemen ge weest. Want Jeanne van Rijn, met waar deering van haaT goede bedoelingen, maakte er maar wat van, en de overigen waren na venant. Hein Harms was een aardige Agénor (huisknecht), wiens lach aansteke lijk werkte. Zooals gezegd, was er gelegenheid voor goed spel en werden af en toe door een geestigheid je de lachspieren geprikkeld. En in ieder geval was er een vole zaal aan dachtig luisterende toehoorders, gevangen in den ban. van het spel en een nadans, waarvan ongetwijfeld velen hebben gepro fiteerd. TWEEDE MARINEOONCERT. De Christelijke Zangvereeniging „Zingt dén Heere", directeur de heer P. Brizée, gaf gisterenavond haar eerste zanguitvoe ring in dit seizoen in dé Gereformeerde Kerk in de Spoorstraat 'Behalve het bovengenoemd koor, hadden eenige welbekende damee en heereni hunne medewerking verleend, en. wel Meij. Lize Sok, Mej. Jeanme Hoiiestelle, en de heeren Krijgsman, Abbenes en Schendelaar, allen namen, die in de Heldersche zangerswereld een goede klank vinden. De heer J. A. van der Vliet (piano) en eenige dames en hoe ren musici begeleidden het geheeL is het haar droog èn stug. Wr(jf een weinig PUROL tussthen de handen en strijk dit door de haren, dan wordt het onmiddel lijk weer zacht en handelbaar en knnt ge het wederom kammen aooals gy weuscht. 't Voldoet iedereen. „Algemeen Handelsblad'": „Superieur samenspel, meester op hun instrumenten; expressieve, warme vol maakt equilibreerde klank." De plaatsbespreking vangt heden (Don derdag) in „Casino" van 3—6 uur aan. Di ploma's. voor de twee komende concerten f 3.50, alsmede entréekaarten, zijn aan de cassa verkrijgbaar. 2) W® lezen daar (Hoofdstuk H, „Le Helder*):.... „Parsemées sur oes montagnes artificielles ou dans les gorges qul les séparent, s'élèvent une foule de caban es misérables, en pallle, en gazon ou quelque- fois en planohes. Lè gissent pêle-mêle aveo leurs families les rébuts de nations diverses dont se com- posent les légions d'ouvriers employés au canaL II y en a plus de dix mille; et pas le quart qulsoit du pays, pas un qui al'air de la même raoe que oes riches paysans que 1'on renoontre sur les routes",. De schrijver meent onder de geluiden, die hem ln de ooren klinken, een vaderlandsche (La Zwit- sersche) melodie te hooren, een lied van de ber gen. Dit was evenwel niet zoo en voor een duit (dutte) wordt h® eigenaar van het gedloht, waarin verhaald werd van „les beaux projets falte pour établlr un grand et superbe canal, allant d'Alkmaar la mer, le bonheur d'un manouvrier qul était arrivé Alk maar sans ouvrage, et avalt trouvé h être employé aux travaux du canal". En het gedioht eindigt met de plechtige verzekering, dat men „goede jongens" uitsluitend onder de arbeiders aan het kanaal moet zoeken. Niemand van het auditorium, zegt de schr., deed twijfel aan deze verzekering rijzen, en h® is van meening, dat men dit unieke dichtstuk moest ver talen om het te verspreiden ter aanmoediging en overdenking van ieder, die een dusdanig werk leiden moet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 5