T
Na het Haarwasschen
TWEEDE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS
VAN DONDERDAG 10 NOVEMBER 1927
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
H. J. P. Westra, slaagde bij het te 's-Gra-
venhage gehouden examen voor le
Stuurman, groote stoomvaart
EERSTE ABONNEMENTS
VOORSTELLING.
Verlangend was uitgezien naar de
eerste tooneeluitvoering, die dezen win
ter zou worden gegeven en versohillende
malen was ons al gevraagd of hierom
trent reeds iets bekend was. En dus was
het begrijpelijk, dat Casino Dinsdag
avond geheel gevuld was met een pu
bliek, dat de vertegenwoordiging was
van, zooals men dat noemt „tout Helder".
Het was het gezelschap van Adr. van der
Horst en Jan Musch, dat dien avond voor
het voetlicht kwam met een Fransch stuk
ln vier bedrijven, „Het Geheim", van Ed-
mond Guiraud. De oorspronkelijke titel
ia „Le bonheur-du-jour", en het geheim
houdt dan ook verband met een in een
„bonheur-du-jour"-kaatje gevonden brie
ven.
NED. VEREENIGING VAN
HUISVROUWEN.
De afdeellng Helder der Ned. Vereeni-
gmg van Huisvrouwen is deze week bi
zonder actief. Die activiteit is er wel al
tijd, maar zij demonstreert zich deze
week in niet minder dan drie bijeen
komsten. De eerste betrof een demon-
stratie met knippatronen, de tweede een
cursus in beschilderen van voorwerpen,
de derde een verbandcursus door dr.
Kienks te geven. Het is van het goede
ïa' ve&h maar zooals mevrouw
Dekker, de voorzitster der afdeeling,
reeds zeide Dinsdagmiddag, was een
samenloop van omstandigheden hiervan
de oorzaak.
Dinsdagmiddag dan hield mevrouw
Verbeek-Haafe uit Leiden een demon
stratie met gemakkelijke knippatronen
en uitteraard, en te meer nog, daar de
'eden der afdeeling vrijen toegang had
den, was de belangstelling zeer groot
Het zaaltje van U. S. O. aan den Kanaal-
weg was dan ook geheel gevuld.
Maar die arme verslaggever! Eén on-
noozele haan onder zooveelneen, dat
is te oneerbiedig. Maar ik geef het u te
doen als eenig vertegenwoordiger der
sterke sexe (homo sapiens masculinum)
in deze geheimen der vrouw door te
dringen. Want mevrouw Verbeek hield
geen rede, maar een cursus, en om daar
van wat na te vertellen, is vrijwel on
doenlijk. Eerst was er nog het Bonds
lied. Ja, ja, er was een bondslied, maar
het is er voorloopig nog een, dat onge
zongen blijft, trots de loffelijke pogin
gen die werden aangewend om het erin
te krijgen. Maagdelijke beschroomdheid
weerhoudt vooralsnog de dames. Maar de
voorzitster heeft gezegd, dat ze het den
volgenden keer allemaal kennen moeten
en daar zullen we dan maar op hopen.
Na het Bondslied, dat niet gezongen
werd, kregen we dan mevrouw Verbeek.
Deze dame was annex met een lange ta
fel, en op die tafel lagen allerlei knip
patronen. De kunst was nu uit een alge
meen model verschillende andere model
len te maken en die kunst, lieve lezeres,
laat zich niet in een courantenverslag
leeren, maar moet aanschouwelijk wor
den geleerd. Als u het dus na het lezen
van dit verslag niet weet, is dat niet mijn
sohuld. Maar ook niet die van mevrouw
Verbeek of mevrouw Dekker, dooh enkel
en alleen uw eigen omdat u er niet ge
weest zijfc Vooropgesteld natuurlijk, aat
u er nog bij gekund had.
Mevrouw Verbeek dan, om nog even
te recapituleeren, had verschillende pa-
tronenmodellen. Daarbij hoorde een in
strumentje, dat als een soort maat ge
bruikt wordt en op het model gelegd. Bij
voorbeeld u meet de borstwijdte en legt
dit maatje dan op het correspondeerend
nummer op het model. In deze modellen
zitten verschillende gaatje, en op een
onderliggend vel papier teekent u nu
een punt voor de aangegeven maat Dan
verbindt u straks de verschillende pun
ten met lijnen en u heeft op het papier
het patroon, dat u noodlg heeft Het mo
del kan dan weer worden gebruikt voor
andere gelegenheden. U ziet het el van
Columbus. De modelpatronen zelf koe
ten 1.25, de bljbehoorende instrumen
tjes zijn zeer goedkoop, zoodat men voor
weinig geld op zeer eenvoudige wijze
allelei patronen kan teekenen. Natuurlijk
kan men de aldus vervaardigde kleeding-
stukken garneeren, plisseeren en vergie
ren naar eigen Inzicht en smaak.
Maar Woensdagmiddag! Vele moeders
hadden op dozen vrijen Woensdagmid
dag hun kroost losgelaten op de boven
zaal van Van Weelde en daar zaten ze,
toen wij binnenkwamen, ln massa's langs
de tafel, waar anders deftige en minder
deftige groote menflohen zwaarwichtige
en wufte gesprekken houden over poli
tiek en wereldvrede en meer van dat
soort onderwerpen. Maar deze sooieteito
leden dachten er niet aan dergelijke dis
cussies te openen, allemaal roerden ze met
een kwastje in een potje. Want deze
jeugdige ao. kunstbroeders en -zusters
zouden dezen middag schilderen leeren
van een aardige dame, die het ze voor
deed, en ze hadden van moeder allemaal
een petje of glaasje afgebedeld, met en
benevens vijf centen voor een penseeltje.
Zoo dan roerde Marietje in een leeg
jamglaasje, welks inhoud vermoedelijk
voor een niet onaanzienlijk deel via Ma-
rietjete boterham door Marietje'e keeltje
gegaan was den weg van alle jams. En
Coba had een afgedankt piocadlillypotje
op den kop getikt, waarop zij haar krach
ten zou beproeven. Verder waren er wa
terglazen, sierglazen en alles wat maar
bruikbaar was en van glas was. En de
dame, die het ze zou leeren, zei, dat er een
paar aardige prijsjes beschikbaar waren
voor de mooiste stukken.
De kwestie was, dat mevrouw Smits
uit Deventer een demonstratie kwam
geven met de bekende Rlpolinverf, en
zou laten zien hoe men op alleraardigste
wijze daar mede allerlei afgedankte voor
werpen kon beschilderen. De firma, die
deze verf in den handel brengt, heeft
tegenwoordig daarvan kleine potjes van
15 cent per stuk. Vroeger was ze alleen in
de grootere potjes van 40 oent te krijgen,
maar juist voor dit doel waren kleineije
hoeveelheden noodig. Zij liet nu allereerst
aan de kinderen zien op welke zeer een
voudige wijze men de verf gebruikt en
welke alleraardigste effecten men ermee
bereikt.
Ripolin is een aangemaakte verf, ge
schikt voor buiten- zoowel als binnen
werk, als glansverf en matverf te krijgen
in een groot aantal kleuren, en buiten
gewoon duurzaam. Zij barst niet, springt
niet en bladdert niet af. De bereikte ef
fecten op de glazen en bakjes waren wer
kelijk zeer verrassend. Uit den aard der
zaak werd den kinderen slechts zeer een
voudig werk vertoond, maar des avonds
had een dergelijke demonstratie voor vol
wassenen plaats, waar wat Ingewikkelder
werk weid gedemonstreerd. Moeilijk is
het in geenen deele, het een is wat be
werkelijker dan het andere. Als modellen
worden teekeningen, uitknipsels uit bla
den, enz., gebruikt, welke aan den bin
nenkant tegen het voorwerp gelegd wor
den en aan den buitenkant nageschilderd.
Daarna, als dit droog is, gaat er een ach
tergrond overheen, die natuurlijk zoo
danig gekozen wordt, dat een mooi kieu-
rengeheel wordt verkregen. Wat de kin
deren te doen kregen, bepaalde zich tot
het beschilderen met eenige uiteenloopen-
de kleuren der verschillende glazen,
waarbij dan de ln elkaar loopende
verf het effect nog verhoogde.
In den handel zjjn thans etuis met 12
verschillende potjes verf en eenige pen
seeltjes, welke bij de firma Zegel ver
krijgbaar zijn. Het was voor de kinderen
een alleraardigste middag, en dit is wel
de manier om deze verf erin te krijsen.
Er zullen de eerste dagen tenminste heel
wat potjes en pannetjes worden beschil
derd Want alle oude, afgedankte ge
bruiksvoorwerpen, biscuitblikken, sohoen-
ameeidoosjes, stukken glas, e. d„ kunnen
voor het doel dienen en dat er zeer mooie
resultaten mede bereikt worden, daarvan
konden wij ons overtuigen.
Des avonde werd de demonstratie her
haald voor de huismoeders zelve, en de
belangstelling daarvoor was zóó groot, dat
velen moesten teleugesteld en afgewezen
worden. Naar wijl vernemen, is het de be
doeling eeni herhaling van deze demon
stratie te geven.
Het tweede Winterconcert van de Staf-
muziek bracht ons een zeer mooi pro
gramma, dat daarenboven van de vijf
nummers drie nouvéauté's gaf. Het
corps bewijst daarmede, dat het zijn tijd
goed heeft besteed, en het publiek toonde
zijn dankbaarheid weder door goede op
komst, zoowel in de hoogere sferen
als in de onderwereld.
Don Juan's ouverture is welbekend, en
nog eens weer konden we genieten van
Mozart's brillante muziek. De sympho-
nie G-moll van dezen zelfden componist
was hier nog nimmer opgevoerdhet is
een groot, passievol werk, een van de
belangrijkste van dezen meester. Merk
waardig is, dat het Andante (dat overi
gens te lang is als het met alle her
halingen gespeeld wordt) in zijn inzet
geheel overeenstemt met Beethoven's
eerste symphonie, hoewel dit deel ver
der daarmee geen verwantschap toont.
Het werk is frisch, origineel en vol kleur
en glans, de vertolking viel zeer te roe
men.
Het tweede, voor ons nieuwe werk was
een ouverture van Rossini, n.1. van zijn
opera „die diebische Elster" (de diefach
tige ekster). Brillante, welluidend melo-
dieuse muziek van groote bekoring.
Terecht gold in Rossini's tijd de Italiaan-
sche muziek voor de beste. Ook dit werk
vond een vlotte vertolking.
Tenslotte was daar een werkje van
Fauré, den FranBchen componist, door
den dirigent, den heer Leistikow gear
rangeerd. Het was goed bedoeld en zeer
verdienstelijk. Met de eerste Peer Gynt-
suite werd beslotenaltijd dankbare num
mertjes om te hooren en de geheimzin
nige muziek van den bergkoning zoowel
als de vlotte dans van Anltra werden
in het verelschte tempo gehouden.
Summa summarumer ia veel werk
verricht door den directeur, eefl groot
opvoedend en beschavend werk. Dat het
publiek dit weet te waardeeren, daarvan
zijn de oonoerten zelf het bewijs. Hopen
wij, dat deze waardeering ook bij's heeren
Leistikow's chefs worde gevonden in een
of anderen vormzooiets moedigt aan
om te blijven voortgaan op den inge
slagen weg.
CHRISTELIJKE ZANGVEREEN.
„ZINGT DEN HEERE".
Na de opening met gebed werdi ton ge-
boone gebracht „Psalm 8" van S. A. Appel,
voor soli, koor, piano en strijkorkest. Plech-
Ingezonden Mededeellofk
msÉ
tig klonk de religieuze zang in het kerkge
bouw met de goede accoustiek. Zuiver en
geschoold bleek de samenzang te zij®- Hoe
zeer dé dames HoJleatelle en Sok over een
fraai stemgeluid beschikken, werd uiter
mate getoond Respectievelijk vervulden zij
de alt- en sopraan-sold.
Van Frdedrich Schiller werd vervolgens
vertolkt rijn wereldberoemde meesterwerk
„Het Lied van de Klok" (Das Lied von der
Glockej), voor muziek bewerkt door A. Hom
berg. Wie kent niet Schilleris schitterende,
geniale meesterwerk, zooals alleen een
Schiller of Goethe dit kan scheppen.
„Ich rufe die Lebenden, ich beklage die
Toten, ich breche die Blitze (ik roep de
levenden, ik beklaag de doodèn, ik breek
de bliksem) zegt Schiller in rijm lied Op
waarlijk geniale wijze beschrijft h® in dit
lied het geheele wordingsproces van een
Mok, die bier een symbolische beteeken is
gekregen heeft. Meesterlijk brengt h® de
verschillende stadia van' ontwikkeling bij
de samenstelling der klok ln verband1 met
de menschheidL
Om1 een schepping van ongerepten naam
als Schilleris lied) op muziek te zetten en
te zorgen, dat dit superieur 'blijft, is een
heele zware taak, wélke de heer Romberg
Zich opgelegd heeft, en mocht h® hierin
eens falen, zoo kunnen' w® hem dit niet
zwaar aanrekenen. Immers w® staan alen
"oo heel ver beneden een Schiller of
Goethe.
De heeren Krijgsman, tenor, Abbenes,
bariton, en Schendelaar, bas, staan te goed
bekend, dan dat zij in de gestelde verwach
tingen zouden teleuTSteflten» integendeel,
rij vervulden hun taak uitstékende, evenals
de hierboven1 meer genoemde damea
De heer Van der Vliet toomde rijm instru
ment goed te beheerechen en toomde ricb
b® de verschillende solon/ummens een uit
stekend begeleider.
In het geheel kunnen wij' van het koor
zeggen, dat het onder die leiding van den
heer Brizée steeds crescendo gaat en hope
lijk gaan zal. De samenzang ls buiten en
kele kleinigheden goed en behoorlijk ge
schoold.
Met dit al was het een goed geslaagde
avond, waarop „Zingt den Heere" met
dankbaarheid kan terugzien.
COMITÉ VOOR ABONNEMENTS
CONCERTEN.
Op het 2e concert morgen (Vrijdag) ln
„Casino" zal het Dreedener Strijkkwartet,
bestaande .uit de heeren Fnitsche, Schoei-
der, Riphahn en Kropholler, optreden.
Hun programma is Haydü, Mozart,
Glière! Óver dit kwartet, hetwelk in het
buitenland en ook hier te lande veel succes
oogst, schrijft o. a. de „Nieuwe Rolt. Crt.":
„Prachtig voornaam zingende toom; hoog
ste cultuurf.
UIT DE GESCHIEDENIS VAN HELDER
EN HET HELDERSCHE KANAAL
OVER DE LAATSTE 100 JAAR
door P. G de Boer en J. Brouwer.
Uitbreiding van de stad rondom
de haven.
De aanleg van de haven bracht evenwel mede,
dat men zich in de nabijheid ging vestigen. Dit had
geenszins de instemming van het plaatselijk bestuur
van Helder in die dagen, hetgeen blijkt uit een
„Keure", afgekondigd 8 November 1817, waarbij ver
boden werd om „aan de Haven het Nieuwe diep
Broodbakkers ovens op te bouwen, Slachterijen of
Vleesohhouwerijen aan te leggen of eenige andere
Trafiek, hoe ook genaamd; op een Boete van f 25.—,
voor de genen die dat verbod mogten oontrariëeren,
met Oondemnatle mede: van tot de Amotle, van het
geen, het welk mogt worden bevonden, van eenige
Trafiek, aldaar te zijn opgericht".
Ook omtrent de redenen die tot dezen maatregel
geleid hadden gaf de Keur uitsluitseL Gewezen
wordt op de verkorting van 's Lands en Plaatselijke
reohten en op „het onregtmatige en de ongelijkheid,
welke plaats heeft door het oprichten van Trafieken
aan het gezegde Nieuwe diep, als van Broodbakke
rijen, Slachterijen en wat dies meer zij; en waarmede
men, ondanks alle gegronde vermaningen, aan de
belanghebbenden, om zulks voortekomen ingerioht;
«chter voortgaat, ten préjudloe van allen, welke dit
soort van Trafiek binnen den omtrek der Gebouwen
te Helder exeroeeren, en welken aan velerlei Plaat-
s 'jke Lasten en bezwaren onderhevig zijn: daar de
genen, welke zloh aan het Nieuwe diep Etablis-
seeren, voor de aan hun afgestane Grond, bij wijze
van Erfpacht, aan de Hoofdadministratie der Domai-
nen, slechts een zeer geringe Somme betalen; Invoe
gen, dat wanneer, aan deze handeling voet wordt ge
geven, zulks de Totale Ruïne van dezulken, welken
hunnen Nering Te Helder, binnen den kring der Ge
bouwen bl®ven uitoefenen, tengevolge moet hebben,
en hune door prijswaardigen yver en vlyt verkregene
Etablissementen, in een onherstelbaar verval gé-
raken".
Het oordeel van anderen over Heidér.
Omtrent den ulterUjken staat van Helder en om
trek vinden wij b® verschillende schrijvers uit die
dagen htmn^Ar^An dia vel een typeerend beeld
geven van de in dien tijd blijkbaar al heel trooste-
looze omgeving, en die de afgelegen ligging van
Helder doen uitkomen. In een alleraardigst geschre
ven boekje van een onbekenden Zwitserschen reizi
ger vinden wij een levendige schildering van het
landschap.
Per rijtuig vervolgt de reiziger z®n weg; na t Zand
komt men in „l'immense plage que les eaux recou-
vrent enoore quelquefols et qui porte le nom de Koe
gras", 4) en weldra: „nous fümes blentót dans le pur
désert, et pendant deux ou trois heuree auoun objet
ne nous rappela que nous eussions des semblables
sur cette terre".Allerlei vogels vliegen er rond,
wilde ganzen, kievieten, maar vooral zeemeeuwen
zwermen om hem heen, en maken een lawaai, waar
van men geen denkbeeld kan vormen. Myriaden ko
nijnen, „logés pêle-mèle aveo tous oes oiseaux",
loopen er. Eindel®k zien de reizigers een klein, rood
en blauw voorwerp, dat, na nauwkeurige beschou
wing, noch een gans, noch een kon®n was. Het was
Helder, „ses premiers fossés et ses sentinellee avan-
cées".
De schr. Is vol bewondering voor den zeed®k,
die, met dien van West-Capelle in Zeeland, om zoo
te zeggsn, geheel Cantraal-Europa heichsont, en
voor de haven van Nieuwediep en de prachtige
reede. Deze haven, zoo zegt de schr., een der vei
ligste en fraaiste in Nederland, bestond een dertig
tal jaren terug nog niet; de oudste werken dateeren
van 1796. Over de gebouwen evenwel is h® niet te
spreken: z® hebben niets opmerkel®ks, niets natio
naals, behalve de stilte, het gebrek aan sierl®kheid
en de helderheid. Daarentegen hebben de groote
waaiereluizen van den ingenieur Blanken z®p groote
bewondering en h® geeft daarvan een uitvoerige
beschrijving en een kaartje. „On marche aveo une
émotion respectueuse sur ces ponts étroits suspendus
aux porters de 1'ocean".
Heel wat minder sympathiek ls eene beschrijving
over een reis naar Helder, voorkomende in „Karak
terschetsen, zeden en gewoonten van Nederlandsohe
mannen en vrouwen, in het jaar 1810 b®eenver-
zameld op eene reize door het Koninkrijk der Neder
landen door den Engelschen reiziger G. Johnson, en
den schrijver van de „Ring van Gyges wedergevon-
den"; Amsterdam b® E. Maaskamp1'.') In deze be
schrijving wordt gezegd:
„Hoe meer w® de Helder naderen, hoe akeliger en
treuriger het land werd; aan alle kanten zag men
niets andera dan dorheid en de treurige beeltenis
van een verlaten oord. Welk een naargeestig denk
beeld, zeide de heer Johnson, moeten .vele vreemde
lingen, die, na lang op zee geschokt te z®n, hier
voet aan wal zetten en de eerste uren niets anders
zien dan eene woesten®, van het zoo vruchtbaar en
gezegend Holland vormenl
„Eindelijk komen w® op de plaats van onze be
geerte, en namen onzen intrek in eene der beste her
bergen, waar w® voor weinig gemak en eene sobere
tafel zeer veel geld moesten betalen...." De schrij
ver hangt dan een weinig gunstig beeld op van het
karakter der bewoners van Helder en speciaal van
hen, die van „jutten" een beroep maaiden, en ver
volgt dan:
„Na den middag deden w® eene wandeling door
het dorp, hetwelk noch groot, noch aangenaam ge
legen is, er wordt hier ook weinig lommer bevonden,
de hevige winden, voor welke dit land van alle kan
ten bloot ligt, verhinderen den wasdom van het ge
boomte".
Tenslotte volge hier nog eene aanhaling uit een
ander werk uit dien t®d. „Reis door Holland ln de
jaren 1807—1812", waarin over Helder gezegd wordt:
„Intusschen is de Helder, hoe schoon ook gelegen,
niet zeer gezond. De straten z®n niet geplaveid, en
veranderen ln den winter ln moerassen, waardoor
man tot halvarwegan waden moet Da huizen zjjn
andera wèl gebouwd. Van de twee (Gereformeerde
en Roomsche) kerken, dient de eerste tot een barak
voor de bataillons Spaansche krijgsgevangenen, die
aan de vestingwerken arbeiden. Een voorname tak
van bestaan alhier is de vangst van den kabeljaauw,
die ingezouten en tot labberdaan of zoogenaamde
zoute visoh verkocht wordt, en ook, ofschoon voor
den echten labberdaan moetende zwichten, zeer goed
van smaak is".
Notes sur la Nord Hollande (Juin 1822). Par un
voyageur suisse. Bruxelles, 1827. Au profit des mala-
des des Provinoes du Nord.
„Deze kunstmatige bergen of soms ook de door
gangen, die ze scheiden, z®n bezaaid met een menig
te armoedige hutten, van stroo, graszoden, soms van
planken. Aldaar huist door elkander met hun ge
zinnen het uitschot van velerlei naties, waaruit het
leger werklieden, dat aan het kanaal arbeidt, bestaat.
Er z®n er meer dan tienduizend; en niet een vierde
deel ervan behoort tot het land, niet één hunner
heeft het kenmerk van het ras dezer r®ke boeren,
die men op de wegen ontmoet...."
„de prachtige ontwerpen, die gemaakt z®n
voor het graven van een groot en mooi kanaal, loo-
pende van Alkmaar naar zee, het geluk van een
handwerksman, die zonder werk te Alkmaar was
aangekomen en hier werk gevonden had aan het
kanaal".
4) het enorme vlakke land, dat dlkw®ls door de zee
bedekt wordt en den naam Koegras draagt.
w® kwamen weldra in de barre woest®n, en
gedurende twee of drie uren herinnerde geen enkel
voorwerp er ons aan, dat w® nog soortgenooten op
deze aanie hadden.
met al deze vogels bijeen huizend.
de eerste grachten en vooruitgeschoven posten,
met eerbiedige ontroering loopt men over deze
smalle bruggen, opgehangen boven de toegangen
van den oceaan.
Schrijver van dit werk is Willem Kist, geboren
in 1758, rector van de Lat®nsohe scholen te Middel
burg, en auteur van een groot aantal romans, reis
beschrijvingen, enz. H® overleed ln 1841.
1#) Met de bestrating werd in 1811 een aanvang
gemaakt In genoemd jaar werd, ter gelegenheid van
het bezoek van keizer Napoleon, de Smidstraat
waarin het Raadhuis stond geplaveid.
(Wordt vervolgd).
Onze vroegere plaatsgenoot, do hoer
W. J. K. Labout, is Dinsdag .te Amsterdam
goaiaagd voor het examen 'Ned. Taal en
Letterkunde M. O.
Het is een1 typisch Fransch stuk, voor
een niet-Fransoh publiek slechts matig ge
nietbaar. Er komen enkele aardige toonee-
len in voor en ook door de dialogen is het
niet zonder literaire waarde. Technisch is
het zwak; het tweede en derde bedrijf wor
den bijna geheel gevuld (met uitzondering*
van de aardige scène van het kastanje-
poffen) met dialogen tusschen vader en
(vermeenden) zoon, op z'n ouderwetsch, in
melodramatische!! geest.
Hoewel wij het «tuk als tooneelwerk niet
zeer bewonderen (ook b® het publiek viel
het niet erg in den smaak) zou wellioht, in
dien het aangepast werd aan de Fransche
sfeer, en' met Franachen zwier en Fransch
sentiment- gespeeld werd, dit alles mee
vallen. Men neemt nu eenmaal de dingen
van zob'n Franschman zooals ze zijin en
men waardeert de Fransche keuken het
meest op reds in Frankrijk zelve. Maar bij
„Het SchouwtooneeP ontbrak die Fransche
geest geheel en al, en hadden we Ko van
Dijk niet gehad met zijn voortreffelijke
vertolking van dr. Pleseöers, dan ware de
voorstelling vrijwel mislukt te noemen ge
weest. Want Jeanne van Rijn, met waar
deering van haaT goede bedoelingen, maakte
er maar wat van, en de overigen waren na
venant. Hein Harms was een aardige
Agénor (huisknecht), wiens lach aansteke
lijk werkte.
Zooals gezegd, was er gelegenheid voor
goed spel en werden af en toe door een
geestigheid je de lachspieren geprikkeld.
En in ieder geval was er een vole zaal aan
dachtig luisterende toehoorders, gevangen
in den ban. van het spel en een nadans,
waarvan ongetwijfeld velen hebben gepro
fiteerd.
TWEEDE MARINEOONCERT.
De Christelijke Zangvereeniging „Zingt
dén Heere", directeur de heer P. Brizée,
gaf gisterenavond haar eerste zanguitvoe
ring in dit seizoen in dé Gereformeerde
Kerk in de Spoorstraat
'Behalve het bovengenoemd koor, hadden
eenige welbekende damee en heereni hunne
medewerking verleend, en. wel Meij. Lize
Sok, Mej. Jeanme Hoiiestelle, en de heeren
Krijgsman, Abbenes en Schendelaar, allen
namen, die in de Heldersche zangerswereld
een goede klank vinden. De heer J. A. van
der Vliet (piano) en eenige dames en hoe
ren musici begeleidden het geheeL
is het haar droog èn stug. Wr(jf een weinig
PUROL tussthen de handen en strijk dit
door de haren, dan wordt het onmiddel
lijk weer zacht en handelbaar en knnt ge
het wederom kammen aooals gy weuscht.
't Voldoet iedereen.
„Algemeen Handelsblad'":
„Superieur samenspel, meester op hun
instrumenten; expressieve, warme vol
maakt equilibreerde klank."
De plaatsbespreking vangt heden (Don
derdag) in „Casino" van 3—6 uur aan. Di
ploma's. voor de twee komende concerten
f 3.50, alsmede entréekaarten, zijn aan de
cassa verkrijgbaar.
2)
W® lezen daar (Hoofdstuk H, „Le Helder*):....
„Parsemées sur oes montagnes artificielles ou dans
les gorges qul les séparent, s'élèvent une foule de
caban es misérables, en pallle, en gazon ou quelque-
fois en planohes. Lè gissent pêle-mêle aveo leurs
families les rébuts de nations diverses dont se com-
posent les légions d'ouvriers employés au canaL
II y en a plus de dix mille; et pas le quart qulsoit
du pays, pas un qui al'air de la même raoe que oes
riches paysans que 1'on renoontre sur les routes",.
De schrijver meent onder de geluiden, die hem ln
de ooren klinken, een vaderlandsche (La Zwit-
sersche) melodie te hooren, een lied van de ber
gen. Dit was evenwel niet zoo en voor een duit (dutte)
wordt h® eigenaar van het gedloht, waarin verhaald
werd van „les beaux projets falte pour établlr un
grand et superbe canal, allant d'Alkmaar la mer,
le bonheur d'un manouvrier qul était arrivé Alk
maar sans ouvrage, et avalt trouvé h être employé
aux travaux du canal". En het gedioht eindigt met
de plechtige verzekering, dat men „goede jongens"
uitsluitend onder de arbeiders aan het kanaal moet
zoeken. Niemand van het auditorium, zegt de schr.,
deed twijfel aan deze verzekering rijzen, en h® is van
meening, dat men dit unieke dichtstuk moest ver
talen om het te verspreiden ter aanmoediging en
overdenking van ieder, die een dusdanig werk leiden
moet.