mr DE HE DOOS.
VOOR DE VROUWEN.
van alles vragen. Op verzoek wordt nim
mer een brief in de oourant behandeld.
Aan onderstaande adressen is persoon
lijk antwoord gezonden, aangezien beant
woording in dit blad te uitvoerig werd:
Mevr. D. te H.; Inwoner te H.; O. K. te H.;
Mej. M. te H.; Winkelier te H.; Bode te
H.; Mej. O. te N.; G. te N.
Voor de lezeiB van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Job. de
Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven
hage gratis zielkundige adviezen, ojn.
over de wijze waarop zij hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld in dit blaï
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direot schrifte
lijk aan de aanvragera
ZOO ZIJN ZE!
Pietje (tot arme Kees, die van de St.
Nioolaas bedeeling gekregen heeft):
Kalk hall Die het niks as kleeren ge
kregen geeneens wat spelegoedl Niks
as fijne kleeren I
DE LUCIFER
Een cel als laboratorium.
De lucifer, een voorwerp door ieder
dagelijks zoo vaak gebruikt, dat het on
misbaar is geworden, werd uitgevonden
door een staatsgevangene, Kammerer,
geboren te Ludwigsburg, die tot zee
maanden vestingstraf was veroordeeld.
De vestingoommandant stond hem toe ln
zijn oei een klein chemisch laboratorium
in te richten. Kammerer had reeds vroe
ger het plan met zich omgedragen om de
ouderwetsche zwavelstokken door iets be
ters te vervangen. Deze stokjes waren
aan één eind met zwavel overtrokken;
zjj werden ln een klein fleechje met as
best gedoopt, dat met geconcentreerd
zwavelzuur bevochtigd was, waarna zij
ontbrandden. Was de vulling van het
glaasje veraoh, dan was de werking be
vredigend, doch was zij daarentegen oud,
dan liet en een onder zeer veel te wen-
schen.
Na vele mislukte proeven, begon Kam
merer proeven te nemen met phosphor
en ontdekte inderdaad, tegen,het einde
zfjner gevangenschap, de juiste verhou
ding, zoodat een aan den wand zijner cel
afgestreken houtje ontbrandde.
Nadat hij in vrijheid gesteld was, be
gon hij met de fabricatie der lucifers. On
gelukkigerwijze echter kon bij gebreke
van een wet op de patenten, de analyse zij
ner menging niet voor oonourrentie be
waard blijven. In 1886 werden de nieuwe
houtjes voor gevaarlijk gehouden, zoo
dat het gebruik in enkele steden verbo
den werd. Toen deze echter in Engeland
gefabriceerd en naar Duitschland ge
ïmporteerd werden, trok men het verbod
weer ln. Voor den uitvinder was het ech
ter te laat de voordeden ervan te genie
ten; hij stierf in 1867 in een krankzinni
gengesticht.
hun roastbeef nog in hun mag hebben."
En zoo dacht ook die hoveling van Lode-
wijik XTV, die, toen Prins Eugenius van
Savoye Frankrijk benauwde, hem toe-
wenscbte:
„Had hij maar acht dagen lang maag
verstoring I"
DE KRACHT VAN VLEIERIJ.
Een departements-klerk had zijn chef,
die zoo doof als een kwartel was, een
gunst te verzoeken, en toen bij bij hem
was htnnengelaten, zeide hij op luiden
toon:
„Het verheugt mij te bespeuren, mijn
heer, dat uw doofheid bijna geheel over
„Hé?" zeide zijn chef, zijn hand aan zijn
oor brengend; waarop de klerk zijn vlei
erij, zoo hard als hij kon, uitschreeuwda
De chef nam zijn hand van zijn oor af, en
schoof zijn ondergeschikte een stuk pa
pier en een potlood toe. De klerk, die zijn
geduld' bijna verloor, schreef nu: „Het
verheugt mij, mijnheer, te bespeuren dat
uw doofheid bijna geheel over is.'1
De chef las het, glipilaehte en zei vrien
delijk: „Dank u. Ja zoo is 't En zeg mij
nu, mijn waarde jonge vriend, wat ik
voor u doen kah?"
En dé gevraagde gunst werd onmid
dellijk toegestaan.
ESOPUS VERBETERD.
Een oude aap, die zijn zoons het voor
deel van eendracht wilde loeren, bracht
hun een aantal stokken, en liet hun zien
hoe gemakkelijk één tegelijk gebroken
kon worden.
„Nu zal ik jelui 'n duchtige les geven,"
zei de vader, en hij begon de stokken tot
een bundel bijeen te binden. Maar de
jonge apen, die daohten dat hij hen slaan
wilde, vielen allen tegelijk op hem aan
en takelden hem duchtig toe.
„Daar zie je nu het voordeel van een
dracht!" zeide de mishandelde vader.
„Als jelui mij met één tegelijk hadden
aangevallen, zou ik jelui één voor één
doodgeslagen hebben."
EEN OUDHEIDKENNER
Een parvenu, die een oud kasteel aan
den Rijn met «1 zijn toebehooren had ge
kocht, legde op den eersten kouden dag
vuur aan in een oude stalen wapenrus
ting. Terwijl hij bij den gloed zijn handen
zat te warmen, kwam zijn dochter de ka
mer binnen.
„O, papa, wat hebt ge daar gedaan?"
riep zij uit.
Waarop de heer van het kasteel met
zelfvoldoening antwoordde:
„De vent, die zoo'n kachel heeft uit
gevonden, moet wel stapelgek zijn ge
weest; maar ik heb het oude ding toch
gloeiend gekregen,"
HET DUURSTE BOER
Onder de schatten, die het Vatioaan be
vat, bevindt zich een oeroud boek. Het is
een manuscript, dat wel eenige eeuwen,
vóórdat de cfrukkunst werd uitgevonden
door een geleerd schriftkundige werd
vervaardigd. Het is een Bijbel, uit He-
breeuwsche letterteekens bestaande.
Het formaat is kolossaal groot, want
met zijn band weegt het bijna 81/» cente
naar. Dit heilige boek werd in het begin
der zestiende eeuw door de Israëlietische
bevolking van Rome als een heiligdom
vereerd en in 1512, dus het jaar van het
Latijnsche Concilie, vereenigden zich,
zoowel de notabelen van het ghetto der
Eeuwige stad, als de Joden uit de andere
Italiaansche steden, om den Paus te be
wegen het werk te willen afstaan.
Paus Julius II was toen het hoofd der
kerk. Hij hoorde het verzoek welwillend
aan, evenals het aanbod, <M gedaan werd:
het manuscript met zooveel goud te be
talen als het woog. Dat zou ongeveer in
den tegenwoordigen tijd een bedrag van
ruim een millloen zijn. Maar Julius H
dacht na en weerstond de verleiding. Zoo
bleef het waardevolle boek, dat wel het
duurste op de wereld is, voor het Vatioaan
behouden.
werden
dragen.
op
dof zwarte stof-rokjes ge-
Corry Brens.
GEVAT ANTWOORD.
Onlangs wilde een Russisch student,
die zich op zijn doorreis naar Berlijn
eenigen tijd te Koningsbergen opülew
daar het beroemde standbeeld van Kant
zien. Hij sprak ervan iö zijn hot'1 en
verzocht, hem iemand als geleider mee
te geven. Hoe eenvoudig dit verzoek ook
was, bracht het den hotelhouder echter
in groote verlegenheid; want wegens den
nieuwen aanbouw achter het monument,
is het tegenwoordig door een houten
schutting, die het tegen de afvallende
pannen en steenen moet beveiligen, ge
heel verborgen. Toch wilde hij den
vreemdeling niet geheel onbevredigd
laten; hij wist wel niets anders van den
wijsgeer, dan dat hij een beroemd man
was, maar dat was reden genoeg, meende
hij, om als een goed burger trotsch op te
zijn. Hij besloot dus, iden student een
ander standbeeld te laten zien dan het speelgoed en alles vond ze „wel aardig,
verlangde. Te dien einde nam hij zijn maar zeebad net ai.
commissionair, een man op wiens slimheid
hij kon vertrouwen, in 't geheim en deze
beloofde dat hij zich tot genoegen van
beide partijen van zijn taak zou kwijten.
Hij hield zich van zijn geschiktheid daar
toe des te meer overtuigd, omdat hij, in
zijn tienjarige loopbaan als hotelbedlende
en gids voor vreemdelingen, het Fransch
genoeg machtig was, om met den Rus,
die geen Duitsch verstond, te kunnen
spreken.
mooiste van de heele wereld En 't ls net
of ze tegen me lacht Als Sinterklaas haai
tooh eens bij mij bracht. Maar Moeke zegt,
dat Sinterklaas in leelijke oude huisjes
toch niet zulke mooie dingen kan bren
gen."
Daar versoheen opeens een hand in de
etalage en die paktede elfenpop. Ma-
rietje strekte verschrikt de handjes uit,
maar de elfenpop was al verdwenen en
bedroefd liep Marietje naar huis. Och, als
de pop tenminste maar was blijven staan.
Dan had ze er nog telkens naar kunnet
kijken. Maar nu zou ze haar nooit meoi
zien!
De winkelier toonde de elfenpop lntus-i
schen aan een mooi klein meisje in een
wit bontjasje, dat met haar kinderjuf.
frouw inkoopen deed.
Zoodra de elfenpop dat rijke meisje zag
dacht ze: „O, nee. haar pop wil ik nooii
zijn. Ik zou me bij haar erg ongelukkig
voelen. Ze heeft natuurlijk zóóveel speel
goed en poppen, dnt ik na een paar dagen
al vergeten zou zijn. Als ik ergens heen
wil dan is het naar die arme Marietje Ko
ning, die met zooveel liefde en verlangen
naar me keek!"
Met meisje in het bontjasje keek naar
de elfenpop en zei toen: „Ja juf, ze is niet
onaardig, maar ik weet toch niet, of ik
haar wel hebben wiL Ik heb al zoo'n
massa poppen."
De elfenpop werd dus weer op haar
plaats in de etalage gezet en de winkel
juffrouw toonde het meisje allerlei ander
BABBELUURTJE OVER MODE.
Kleeding voor Rouw.
Is men, door het een of andere treurige
familie-verlies in de noodzakelijkheid en
tot den lust gekomen om rouwkleeren
te dragen dan heeft men in hoofdzaak aan
twee dingen te denken. Deze zijn n.L:
prima stoflages gebruiken en een fijne
sobere stijl kiezen voor de te dragen ja
ponnen. Wanneer men deze beide voor
waarden niet over "t hoofd ziet, dan zal
men zich met deze japonnen tot den laat-
sten dag van den rouwtijd keurig blijven
gevoelen. Met goedkoop zwart goed heeft
men voortdurend last. Het ziet vlug stof
fig, het kreukt snel en de kleur is spoe
dig vaaL Bij gekleurde stoffen is dit al
'n jammerlijk iets, maar bij zwart is de In
druk dubbel zoo leelijk. Zoo de beurs het
dus even toelaat, houde men zich maar
het allerbeste aan prima kwaliteit Im
mers „duurkoop is goedkoop".
Ten tweede het model:
(zie teekenlng). De krip n.1. was ove:
bovenop gezet zoodat dit weg
nemen was zonder dat de japon uit elkaar
getornd moest worden.
De modellen waren bovendien vlot en
vriendelijk en toch stemmig genoeg.
Het eerste model was van wollen po-
peline en had een ingezette voorbaan van
krip, waarvan het gedeelte op de borst
was vervangen door zwart crépe-georget-
te over wit georgette. Hierdoor was het
erg sombere in t gezicht wat opgelost
De bestemming van deze japon was dan
ook voor een jong meisje. Op de onder
kant der stof waren in figuren streepen
van krip genaaid. De musquetier-man-
chet hielp mee om het model jeugdig te
houden.
De japon hiernaast was ook uiterst
eenvoudig en tegelijkertijd zeer gedistin
geerd. Hierbij was de krip op een zeer
aparte manier verwerkt Het vest was
DE MACHT VAN DE MAAG.
Brillat-Savarin de beroemdste autori
teit op het gebied' van goeden smaak, voor
zooverre de maag betreft, beweert dat de
meeste onzer zedelijke hoedanigheden en
handelingen van dén toestand onzer
spijsverteringsorganen afhangen. „Een
dik mensch, een goed' mensoh!" zegt hij;
en 't is waar dat vele misdaden alleen uit
honger bedreven worden. Cesar is (bij
Shakespeare) van dezelfde meening en
verdenkt „de mannen, die er zoo welge
daan uitzien en 's nachts goed slapen"
niet van verraad. Maar Savarin gaat nog
verder en verklaart zelfs de richting van
den geest der dichters (die, volgens de
meening van anderen, alleen als zij hon
ger hebben den Pegasus goed berijden)
uit het vermogen van hun maag. Wie een
goede maag hebben, verzekert hij, hellen
tot het luimige genre over, wie een
slechte hebben, tot het tragische; tussohen
die twee in, staat de dichter van elegieën
en idyllen, met een langzame of trage
spijsvertering. Ieder, die met hoofdi-
werk te doen heeft, zal trouwens moeten
bevestigen, dat denken en spijsvertering
in omgekeerdo verhouding staan.
Dat persoonlijke moed ook uit de maag
ontstaat, dacht die Bngelsche Generaal
toen h# den raad gaf: „Haasten wij onze
soldaten ten strijde te voeren, terwijl zij
De student wordt aan zijn geleide toe
vertrouwd en zij gaan eamen op weg. In
Koningsbergen is niet veel keus van
standbeelden; daarom bracht de commis
sionair den vreemdeling regelrecht naar
bet paradeplein, waar het ruiterstandbeeld
van Frledrich Wilhelm III ötaat, en wees
hem dit als het verlangde aan, kortaf
zeggende: „La voilé!"
De student loopt om bet monument
heen, bekijkt het van alle kanten en
schudt bet hoofd, want in dien met lau
werkrans gekroonden ruiter ziet hij wel
En wat deed de elfenpop, denk Jullie
Wel ze stapte door het open etalage-
deurtje en sloop voorzichtig naar buiten.
Juist zag ze in de verte Sinterklaas aan
komen op zijn hoogen schimmel. Ze ging
hem tegemoet en Piet roeg haar, toen
hij haar zag, wat ze wilde. Nu vertelde de
elfenpop alles van Marietje Koning en
van het rijke meisje aan den goeden Sint
en zijn kneoht Ze smeekte Sinterklaas,
haar toch mee te nemen en haar bij Ma
rietje Koning te brengen.
„Wel Piet," zei Sinterklaas. ..Kijk eens
in je boek, of Marietje wel een braaf meis
je is." Piet zocht en zocht in het groote
boek, en toen hij Marletjes naam gevon
den had, lachte hij met heel zijn grappige
zwarte gezicht, terwijl hij zei: „Sinter
klaas, ze een van de liefste meisjes van
dr heele stad."
Sinterklaas knikte goedkeurend: „Stop
haar dan maar ln je zak, Piet, dan zullen
we Marietje en de elfenpop gelukkig ma
ten." Voorzichtig pakte Plet de pop ln
z*n zak en 'e nachts, toen de gewone tocht
over de daken begon, werd ze door den
een veldheer, maar niets wat naar een
werkelijk Kaot Ik en Wj kiob niet
elfenpop zag. En wat was ze blij. Jaren
lang speelde ze met de pop.
Na Sinterklaas kreeg het rijke meisje
toch ineens zin in de elfenpop. Ze mocht
haar gaan koopen met juf, toen ze een%'
vlug haar boterhammetjes had opgegete
Maar de juffrouw ln de speelgoedwink
kon de pop nergens meer vinden.
Alleen Sinterklaas had kunnen vertel*
len, waar ze gebleven was, maar Sinter
klaas verklapt nooit geheimpjes, hoeveel
hij er ook weet
erkeljjk Kant is en of hij
gist heeft Maar zijn geleider houdt voi:
„("est lui". In weerwil van deze gerust
stellende verzekering heeft de Rus er
tooh geen vrede mee en betoogt dat men
gewoonlijk dichters en geleerden tooh
niet te paard voorstelt, met rul terlaarzen
en een degen. Tegen de waarheid van dit
betoog was niet veel in te brengen; maar
de commissionair moest tot eiken prijs
volhouden, wat hij zoo stellig verzekerd
had, en om zich er maar zoo spoedig
mogelijk van af te maken, zeide hij na
even nagedacht te hebben: Monsieur,
q'est wrai! Mais on 1'a figuré oomme il
acheva son an de service chez les dra
gons lithaniens." (Dat is waar, mijnheer,
maar hij is afgebeeld, zooals hij was toen
hij bij de Litausche dragonders diende.)
De vreemdeling lachte om de gevatheid
van dit antwoord en gaf den commissio
nair een ruime fooi, maar ging heen zon
der het monument van Knnt. gezien te
hebben.
B.
RAADSELS.
Oplossingen dar vorige raadsels.
Een held.
Professor: „Mijne Heeren, dit is een
der meest gevaarlijke proeven. De klein-
ate misgreep doet den bewerker onmid
dellijk in de lucht vliegen. Ik moet thans
naar een mijner collega's, inmiddels zal
mijn assistent U de proef laten zien.
Adieu!
Betrapt
Huisvrouw: „Je hebt zeker kleine voe
ten Anna?"
Dienstbode: „Waarom vraagt U dat
mevrouw?"
Huisvrouw: „Omdat ik zoo dikwijls
watjes in de teenen van mijn wandel
schoenen vindl"
Ook dit moet vooral met zorg gekozen
worden. Zwart staat uiteraard somber,
men moet dus oppassen voor een saai
modeL Anderzijds moet rouw-kleeding
volstrekt sober zijn en is het een onver
geeflijke fout om er met deze kleeren
„chic" te willen uitzien. Men diene dus
het gulden midden te houden. Daar de
meeste japonnen met krip gegarneerd
worden dient daar bovendien mee reke
ning gehouden te worden.
Een Fransche modeshow vertoonde
eenige zeer keurige modellen, waarbij de
krip zoodanig verwerkt was, dat deze er
na den rouwtijd heel gemakkelijk af te
nemen was en door zijde of fluweel of iets
dergelijks eenvoudig te vervangen was
aanvankelijk middenvoor, maar bij de
taille gekomen draait het zich geheel naar
links om zich dan geheel te verliezen in
het rugpand. Nog een aardige bijzonder
heid was het schuin-overslaande stuk
van boven aan het rechtervoorpand. Door
dit even los te maken bij den hals ont
popte dit zich als een revers. (Zie teekefl
ningetje lwven den schouder).
De beide blouses waren ook keurig van
opvatting. De bovenste was gemaakt van
dof crêp-de-chlne, met zeer breede ban
den van krip en de onderste was van
zwarte spun-silk (een sterke soepele dof
zwarte zijde). Ook deze was elegant ge
garneerd met krip-banden. Beide model
len waren overigens zeer eenvoudig en
Slephenaon
Telegraaf
E n g e 1 s o h
P 1 c o o 1 o
Hommel
Enkel
Noot
Spa
O p
N
n
2
Hlndeloopen.
Kampen.
Nieuwe raadsels.
Welk spreekwoord staat hierf
ooa.0..
0 0 0
DE ELFENPOP.
net was Sinterklaasavond. Alle winkel
ramen waren helder verlicht en vooral
de speelgoedwinkels, zagen er prachtig uit.
Je kon zóó mooi of zóó mal geen speel
goed bedenken, of je zag het in de uit
stalkasten. Maar het aller-aller-mooiste
was tooh wel de pop in het midden van
een etalage. Die pop was precies gekleed
als een elfje, alleen was haar jurkje na
tuurlijkniet van spinrag, maar van het
fijnste zilverdraad geweven en de dauw
drupjes erop, waren mooie schitterende
steentjes. Ze had stralend blauwe oosries
en op het gouden haar prijkte een dia
manten kroontje, terwijl ze in haar hand
je een gouden tooverstafje hield.
Kleine Marietje Koning stond de mooie
pop met open mondje aan te staren. O
zuchtte zij: ,Wat is ze mooi. Ze ls'hèt
a
XXXXXXXXXX Op de kruir
jeslijnen komt
een wereldbe-
roemd man. 'P
de 2e rij een in
woner (van een
deel van Afrika
op de 8e rij een
stad in ons land;
op de 4e rij een
provincieop de
öe rij een bepaalde breedtecirkel op aarde;
>p de (Je ry een bloem; op de 7e rij een
soort hertop de 8e rij een ander woord
voor vervelend; op öe rij een meisjts-
uaum; op 10e rij een voorzetsel; op de
11e rij een medeklinker.
Goede oplossingen van beide ruudseH
ontvangen van:
A. v. A.; J. B.; J. B.; A. O.; M. 0.;P'
en V. D.; M. G. D.; A. E.; A. H.; G.
P. K.; M. en J. d. M.; D. N.; J. D. O.;
J. P.; D. M. R.; H. 8.; J. v. 8.; A. J;
T.; T.; A. V.; B. J. d. V.; J. V.; T. V*
T. V.; A. W.; E. W.; M. W.; W. H.
W. W.; 8. en M. v. Z.
De prijzen zijn ten deel gevallen a#D'
Mario Oornielje, Molenstraat 6(k
Axinle lieyblok, Goverstraat 0.
J. de Man, Koningstraat
J. J. Pootjes, van Galenstraat
J. van schalk.
8.joukje Troost Polderweg 1 rood-
Johanna Tol, Jan ln t Veltstraat
Tiny Verbeij, Goversstraat 60.
J. Vos, Sohagenstraat 18.
Dartel J. Vlieger, Junzenstraat 61-
B.
B.
Koleer,,, lukt. I Ui ra,,, derheho. .,f Ut te