KWINKSI VOOR DE VROUWEN. aan iets opwekkends. Zorgen zet gij z u al. Vc zoo veel en zoover mogelijk van u al. Voor- looplg begeeft u 's avonds niet in volle zalen of drukke gezelschappen. Gij moet uw geest In dén avonduren kalm houden, daarvan zult gij den gunstigen invloed 's nachts ondervinden. Dit zijn algemeen heden, die goed zijn voor ieder, die aan slapeloosheid lijdt en verder gezond is. Verder kan de slapeloosheid verschillende oorzaken hebben, die gij beter doet eens met uw huisdokter te bespreken. Verzonden brieven: Onderwijzer te H. Jong meisje te H. Opmerker te H. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, ojn. over de wijze waarop zt) hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld in dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct sohrifte- lijk aan de aanvragers. LIEDJE VAN DE WEEK. ZICH STAANDE HOUDEN Wanneer 'k voorheen in spel en tent Soms bontgekleurde heeren Of dames op 't gespannen koord Zoo los zag balanceeren. Dan dacht ik, wijl mijn kinderhart Zoo iets niet mogelijk waande: „Wat gaat de kunst toch ver op aard, Hoe houden zij zich staande?" Toen 'k ouder werd, zag 'k evenwel, Hoe er in vele zaken Gebalanceerd wordt, al is 't niet Door hen, die kunsten maken. Nog dagelijks bevreemdt 't mij Van mannen en van vrouwen, Die op 't punt van vallen staan, Hoe zij zich staande houen. Ben man, die altijd in de kroeg Zich occupeert met vrinden, Weet nu en dan te middernacht Zijn woning niet te vinden. Laatst, toen zijn vrienden hem fideel 's Nacht naar zijn woning sjouwden, Was 't voor gezelschap een probleem, Zich op de been te houden. Het is voor leden van den Raad, En ook voor Kamerleden De groote vraag soms, als 't hun tijd Is om weer af te treden, En als ze aan hen soms twijfelen, Die hun 't mandaat vertrouwden, Dan zuchten ze ook in stilte vaak: „Hoe zal 'k mij staande houden?" Als 't bang en slechte tijden zijn, Zooals wij thans beleven, Dan drukken zorgen ons terneer, Vergallen vaakt 't leven. De koopman, boer of handwerksman, Ja elk, wiens welvaart taande, Vraagt in zoo'n moeielijken tijd: „Hoe houdt ik mij nog staande?" Wie zich niet staande houden kan En vroeg of laat moet vallen, Die richte moedig zich weer op, Die raad geldt voor ons allen. Maar elk die staat, let op en waak, Hij zij staag op zijn hoede, En wie moog vallen, dat hij toch Zich staande houde in 't goede. B. HOE LANG WENSCHT GIJ TE LEVEN? Voor 16 dollars per jaar kan men in Amerika zijn leven laten verlengen, als men ml. toetreedt tot een vereeniging, welke door den vroegeren president Taft is opgericht, en over de hulp beschikt van 600 artsen en andere geleerden. Deze ver eeniging is eigenlijk een organisatie van levensverzekeringsmaatschappijen, welke op deze wijze meent voordeeÜger zaken te kunnen doen. Wie zijn 16 dollars heeft betaald, wordt eerst nauwkeurig onder zocht en er wordt een uitvoerige geschie denis van zijn lichaam opgesteld. Niets wordt den gekeurde verzwegen, als er iets aan hem mankeert, en nu kan men naar zijn eigen dokter gaan om goeden raad. Om de drie maanden wordt het on derzoek herhaald, en de uitkomst met die van de vorige vergeleken. Zoo weet het voorwerp van al die zorg, of hij voor of achteruit gaat. Dreigt een epidemie of zweeft een hittegolf over de stad, dan vindt het lid in zijn eerste post raad gevingen omtrent zijn levensgedrag. Ieder lid krijgt een cijfer, dat zijn mate van gezondheid weergeeft. Een veertiger heeft nog maar de helft van het weerstandsvermogen van den jongeling van 20 jaren. Men heeft be rekend, dat in de Vereenigde Staten jaar lijks 600.000 menschen sterven aan ziek ten, die hadden kunnen voorkomen wor den; dat de schade hierdoor veroorzaakt, meer dan 15 milliard dollars bedraagt en dat de mensch door de raadgevingen van het Instituut te volgen, gemiddeld 16 jaar ouder zou kunnen worden. Het lichaamsgewicht is van groot be lang; vooral menschen boven de dertig moeten niet te zwaar worden. Is een vijf tiger een 10 pond zwaarder dan het ge middelde gewicht, dan kost hem dit min stens 6 procent van zijn vooruitzichten op een lang leven, maar is hij 30 pond te zwaar, dan houdt hij nog maar 76 procent dezer vooruitzichten over. Vleiend. Onderwijzer: Wat heb je daar een mooi album, beste jongen; wacht, ik zal er dadelijk wat in schrijven. Kleine Bertus: Nee, dat mag niet, papa heeft gezegd, dat album mag nu niet dadelijk volgeknoeld worden. EEN MERKWAARDIG GEHEUGEN. Een blinde met een weergaloos geheugen. „Kalende ren". Als nummer 89 van de Opvoedkundige Brochurenreeks onder redactie van Fr. S. Rombouta is verschenen „Een merkwaar dig geheugen", door Fr. M. Augustino. De bezitter van dit merkwaardig geheu gen is een blinde, Jan Theunissen, die verpleegd wordt in het Blinden-Instituut St. Henricus te Grave. De schr. vond dit geval zoo belangwekkend, dat hij er prof. Roels, den Utrechtschen psycholoog mee in kennis stelde, die daarop ook meer malen Jan Theunissen beeft onderzocht. Toen Jan Theunissen vier maanden oud was, werd hij blind. Hff kwam te Grave op zesjarigen leeftijd en ging tot zijn 17e jaar school. In die 11 jaar heeft hij het niet verder gebracht dan tot het derde leerjaar, zoodat hij gebrekkig leest en schrijft. Hij heeft nooit muziek ge leerd. Zijn werkzaamheid bestaat in het draaien van de handpers van de eigen drukkerij van het gesticht. Uit dit alies blijkt wel, dat hij tot de achterlijken moet gerekend worden. Zijn geheugen is weergaloos. Wordt hem gevraagd op welken dag een bepaal de datum viel, dan geeft hij onmiddellijk het juiste antwoord binnen 2Va seconde. Verder weet hij in gemiddeld 2 seconden den juisten datum voor een veranderlij ken ohristelijken feestdag (Hemelvaart, Pinksteren) van een bepaald, jaar op te noemen. Ook vragen als: Hoeveel Zater dagen had Juli 1919? e.d. weet hij binnen 4 seconden te beantwoorden. Iets moei lijker schijnen de antwoorden op vragen als: „Op welken datum valt de vierde Za terdag van April 1911", te zijn. Hij geeft ook de weersgesteldheid op willekeurig gekozen dagen aan, b.v. 7 Januari 1918, mooi weer; 22 Augustus 1918, snikheet; 80 September 1918, hard gewaaid, enz. Men heeft deze gegevens zorgvuldig ge controleerd en juist bevonden. Dit soort geheugenwerk noemt de sch. „kalende ren". Hoogst merkwaardig is het, dat hij binnen 21 seconden een vraag weet te beantwoorden als: hoeveel tijd verloopt er tusschen 8 Maart en 8 Mei, terwijl hij voor zeer eenvoudige vermenigvuldigin gen en optellingen evenveel tijd noodig heeft. In 5 seconden geeft hij 18 Maart als datum voor de elfde Woensdag in 1914, 17 Juli voor de 29e Vrijdag in 1908 enz. Alle gebeurtenissen in het Blinden instituut ginds zijn komst in 1910 liggen absoluut vast in zijn geheugen, van alle verpeegden' en broeders b.v. weet Jan dag, maand en jaar, waarop ze in het In stituut zijn gekomen, tot op een kwartier nauwkeurig geeft hij jaar, maand, dag en uur van allen die er de laatste 17 jaar zijn gestorven. Jan Theunissen is, zooals wij zeiden, een achterlijke blinde. Het Is een bekend feit, dat blinden gewoonlijk een beter ge heugen hebben dan zienden, volgens sommige onderzoekers is het onmiddel lijk geheugen 14 pet. beter en de repro- ductietljd kleiner. De schrijver vermeldt de buitengewone prestaties van Fleury, blindgeboren en geestelijk minderwaar dig, die bv. den kubiekwortel uit 485.484.875 in 18 seconden uitrekende, Een Duitsch meteoroloog, dr. Richard Henning, die over zichzelf heeft geschre ven', vertelt, dat hij van zijn vele reizen in bijna 40 jaar nauwkeurig kan opgeven, waar hij zich van dag tot dag bevond, wat hij zag enz. Belangstellenden in deze zaak kunnen wij de lezing van Fr. Augustlno's werkje aanbevelen. HET UR DER CHALDEEEN. Een koninklijke grafkelder ont dekt Een gruwelijk schouwspel. Leonard Wooley, de leider van de ge meenschappelijke expeditie van de univer- seit van Pennsylvania en het Britsche Mu seum, die archaeologische onderzoekingen gedaan heeft in het oude Ur der Chal deeën, heeft meegedeeld dat de expeditie rondom het lijk van koningin Sjoeb-Ab, een Soemerische vorstin, die een vijfdui zend jaar geleden gestorven is, een vondst gedaan heeft zooals er nog geen tweede in Ur gedaan is. Dieven hadden de graf stee van haar gemaal vlakbij verbroken, maar de hare is de eeuwen door onaan geroerd gebleven. De eerste vondst werd gedaan op de helling, die naar den graf kelder leidde. Daar lagen de lijken van zes garde soldaten, met ingeslagen schedel onder de gedeukte koperen helmen. Zij zjjn neer geslagen op de plaatst, waar zjj stonden, opdat zij immer de schildwachten van de doode zouden blijven. Het graf zelf was een slachtplaats, want in de nieuwe ruimte lagen vijftig lijken van hen, die aan den geest des doods wa ren gewijd. Aan de eene zijde lagen man nen met dolken ter zijde en tegen den voet van het graf lagen de voornaamste haremvrouwen. Elf harer droegen een ge waad, dat tot de hoogste galadracht moet hebben behoord en naast haar stonden schelpen met schmink en kleine albasten vazen met smeerselen. Aan het hoofd en de voeten van de koningin lagen de eer biedig voorover gebogen lijken van haar hofdames. De haardracht van de koningin bood een wonderbaarlijken aanblik. Slingers van gouddraad omgaven een groote pruik en daarop en over het voorhoofd hing een frontplaat van lazuursteen en kornoelje kralen, waaraan zware gouden ringen be vestigd waren. Daarboven stak een krans uit van gouden moerbeibladen, bekroond met nog een krans van groote gouden bloemen, waarvan de bladen ingelegd wa ren met lazuursteen en witte schelpen. De koningin droeg een nauwsluitenden halsketting en, om haar knieën, gouden kousenbanden. Het bovengedeelte van het lichaam was bekleed met een gewaad, het welk geheel met kralenwerk was bezet, terwijl aan den zoom afhangende gouden ringen waren aangebracht Het kleed was op den rechterschouder vastgeheoht met drie pennen van goud en lazuursteen. Op een dier steenen was de naam der konin gin gegrift. Het rapport van Wooley stelt vast, dat het graf van den koning naast dat van de koningin ligt. Hij oppert de veronderstel ling dat het de rouwenden waren, die zijn graf profaneerden en plunderden. Pen verdere belangwekkende mededeling in het rapport is, dat het graf ingangen had bekroond door een boog in baksteen, ter wijl voor dezen de oudste boog, waarvan men kennis droeg, van slechte 3000 j. v. O. dateert. BABBELUURTJE OVER MODE. Aardige toiletjes. Mooi zijn de voorjaars-étalages. Keurige tentoonstelling van een weelde in stoffen. De Hoofdtoon is beige en zand kleur, daarnaast ook de ons bekende tin ten en nuances in rood, groen, blauw en lila. 't Zijn echter alle gedistingeerde tin ten. De schelle lavendel-tinten, die twee jaar terug zoo plotseling ingeburgerd wa ren, zijn „eruit". Er schijnt een algeheele verfijning van kleeding en kleuren op til te zijn, zonder dat we nu juist terug behoeven te keeren tot de zeer beperkte kleurenkeus van een 25 jaar geleden. Er zal in ieder geval heel veel moois en smaakvols voor ons over blijven. Er zijn onder de nieuwe zij den en crêpe-de-chine's en andere zachte, Er is dezen zomer voor iedere beurs iets moois te krijgen en de modellen zullen hupsch, vriendelijk en smaakvol zijn. De modellen van onze teekening geven al een aardig idee hiervan. Het eerste toiletje is van orêpe-de-ohine gemaakt. Het lijfje is van zwart met roode patronen, met zwarte zoomen afgezet Het rokje is van zwarte crêpe-de-chine met een bedrukten zoom afgezet en in stollepiooien geplisseerd. De middelste japon is van één van die beeldige oomposé-marocain gemaakt De effen stof en de fond van de bedrukte stof in perlgrijs, terwijl de patronen in bleu, rood en lucht-blauw getint zijn. Er is aan de afwerking zeer veel werk besteed; men lette maar eens op de garneering van de soepele stofsoorten allerbeeldigste dessins. Mooie groote en kleine patronen in veie en weinige kleur-oombinaties, in groote kleurenweelde en fijnen eenvoud, 't Is een bepaald genot ai die mooie weefseltjes te bekijken en u eenige jurken ervan te droomen. Hier ziet ge een beeldige z.g. afgepaste crêpe de chine, waarvan ge in gedachte al het bedrukte gedeelte als bo venstuk en het effen gedeelte als rokje ziet Of wel die beeldige oompose's in zij den orêpe-marocain, waarvan zulke heel gezellige gecombineerde jurken zijn te maken. Ook die fijne effen faille's, crêpe- salin's, popeline's etc., eto., kunnen u in hunne fraaie kleurenpracht wel bekoren. Ook in de cotton voile's en wollen mous- selines zijn smaakvolle en lieve patronen. bedrukte stof op het effen rokje en öp den onderkant der mouwtjes. Het lijfje is in figaro-model gehouden, hetwelk zoo'n aar dig jeugdig effect aan het toiletje geeft. Daar helpt bovendien ook nog het smalle roode ceintuurtje aan mee. Het derde costuumpje is van wijnroode crêpe-faille. Zeer gedistingeerd model met borduurwerk op heup en ceintuur. Het vest en manchet-gedeelte is van cham pagne-kleurige orêpe-georgette. 't Is een weliswaar zeer eenvoudig toi let, maar 't is in alle onderdeelen uiter mate smaakvol en zeer verzorgd, waar aan het dan ook in hoofdzaak z'n fijne cachet te danken heeft. Het ijs in de sloot was al gedooid, de waterplanten begonnen te groeien en de kikkers ontwaakten uit hun winterslaap, kropen langzaam uit de modder, zwom men nog wat onwennig heen en weer en koesterden zich Op den oever in de heer lijke voorjaarszon. Een paar weken later kon je overal kikkerrit zien drijven, en nog wat later kikkervischjes, die al gauw hun staartjes verloren, pootjes kregen en mooie groene kikkertjes werden. Wat haiden zo een plezier in de sloot. Ze hielden zwemwed strijden en ze dreven op de fissche plompe- en waterlelie-bladeren. De oude kikkers leerden hen, ho* ze doodstil moesten zitten om met hun lange tong vliegjes en mugjes te kunnen vangen En dan de lessen, die kikker Langpoot gaf in het springen. Eiken ochtend, als het mooi zonnig weer was, kwaakte hij alle jonge kikkertjes bij elkaar ta het gras op den oever. Dan sprong hij vóór en de leerlingen probeerden hem na te doen. Na eenige lessen konden ze allen springen, de een wat verder, de ander wat minder ver, maar kleine Wrok-kok, die zoo genoemd was, omdat hij zoo laag kwaakte, kon het het best van alle jonge kikkertjes. Lieve help, wat maakte dat kleine ding al sprongenl Nog niet zoo ver als meester Langpoot natuurlijk, maar deze zei toch, dat Wrok-kok het vast wel eens tot „springmeester" zou brengen. Als meester Langpoot vond, dat de 8j ringles lang genoeg geduurd had, dan nep hij ineens: „De Ooievaar!" En wip. wip, in een oogenblik waren alle kikker- tjes in de sloot verdwenen. In werkelijk heid was er nog nooit een ooievaar bij de sloot geweest, maar de kikkertjes moesten toch vast leeren, dat er zoo'n gevaarlijk wezen bestond. Meester Langpoot keek dan, welk kikkertje het eerst onder dook en altijd was Wrok-kok ook de vlugste duiker en altijd werd hij toegejuicht en geprezen door de andere kikkera Je be grijpt, dat Wrok-kok dat heerlijk vond, maar Rik-kik, een van zijn broertjes, kon het niet uitstaan. Hij was ook een goede springer, maar kon het toch nooit win nen van Wrok-kok. Als hij zich maar eens meer kon oefenen, dan zou hij het nog wel beter leeren. En waarom zou hij zich niet gaan oefenon, heel stilletjes, als alle kikkers in de sloot waren? Zoo ge dacht zoo gedaan. Den volgenden mid dag toen alle kikkers hun middagslaapje deden, kroop Rik-kik op den kant, keek naar alle zijden of er geen gevaar dreigde en toen dat niet het geval bleek, begon hen te springen. Wat deed hjj zijn bestl Zou hij al zoo ver springen ais Wrok- kok? Wacht hij zou eens meten. Bij dit rietstrootje begonnen ze alijd bi} wed strijd-springen. Wrok-kok kwam dien ochtend tot bij de dotterbloem; zou hij dat roode stokje daar vlak achter kunnen bereiken? Wacht, eerst nog een klein stapje vooruit. Meester Langpoot was er nu toch niet bij. En nu wip, en net tegen liet stokje. Maar o! wat was dat? Daar wend de kleine rakker beetgepakt en daar ging bet omhoog de lucht in, al hooger en hooger. Rik-kik begreep nu wel, dat hij ln den snavel van den grooten kikker- vijand terecht gekomen was. Hij had ook heelemaal vergeten nog eens om zich heen te kijken. En ook wist hij niet, dat roode stokjes meestal ooievaarsbeenen ztya Arme Rik-kik! Hij draaide en wrong, maar het hielp hem niets. Toen begon hij te praten tegen zijn vijand. „Och lieve mijnheer Ooievaar, wat doet u met mij? Ik ben nog maar zoo'n heel klein kikkertje. Laat me eerst nog wat groeien en kom me dan het volgend jaar halen, dan zal ik zóóveel springen, dat ik lekkere dikke pootjes heb gekregen." Nu moest de ooievaar toch lachen. Klepperdeklep deed de snavel open en. Rik-kik buitelde om en om naar beneden, niet anders verwachtend dan met een smak op het weiland neer te vallen. Maar dat viel mee. De ooievaar vloog Juist over een vijver, toen hij lachte en zoo kwam ons kikkertje in een vijver terecht, bij allemaal onbekende familieleden. Hij vertelde hen zijn vreeselijk avontuur en ried alle aan, om, als de ooievaar ze soma te pakken kreeg, hem ook aan het lachen te maken. Of het gelukt is? RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. L Als er één schaap over den dam is volgen er meer. Schevenlngen, Ameland, Veere, Marsdiep, Groenlo, graa. 1 Klein Duimpje. 2 Doornroosje. 8 Sneeuwwitje. I Welk spreekwoord leest ge hieruit? W so a tk e n. X Op de kruisjes- X lijnen komt de naam van een bloem. X Op de le rij sen XXXXXXXXX klinker; op de 2e X rij een 60ort van X vaartuig; op de 8e X rij iets, dat bij het X wasschen gebruikt wordt; op de 4e rij een soort invaliden; op de 5e rij bet gevraagde woordop de 6e rij een witte stof, die veel in schoon maaktijd wordt gebruikt; op de 7e rij een wapen; op de 8e rij een boom; op de 9e rij een medeklinker. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: O. A.; A. v. d. B.; J. A.; W. A.; A. v. B.; J. B.; H. B.; J. B.; J. B.M. B.; R. B.R. B.; S. B; A. S. en H. D.; D. en V. D.; M. G. D.; N. v. D.; W. D.; A. E.; W. F.; A. v. G.; O. G.; A. H.;N. H.; N. v. G.; P. S. E. G.; J. d. V.; N. V.; P. H.; A. J.; C. K.; G. K. H. K.; E K.M. K.P. K.T. W. K; G. L.; N. L.; A. v. d. M.; A. M.; J. d. M.; J. M.; J. M.; L. v. d. M.; M. M.; D. N.; P. N. J. O.; A. A. v. P; J. J. P.; M. P.; Pi de R.; S. T.; 8. T.; W. T.; O. V.;J.V.. A. W.; E. W.; M. W.; M. H. W.; W; W.; S. en M. v. Z. Denk Jullie er om de oplossingen voor Woensdagavond 6 uur in te zenden? Oplossingen die later ingezonden wor den vallen buiten mededinging. bsZZkd Hoe hfl er zich wist uit te redden. Een grenadier van het leger van den maarschalk van Saksen werd op heeter- daad betrapt van diefstal, en nadat hem het geetolene, een horloge ter waarde van tien gulden, ontnomen was, ter dood ver oordeeld. Schaam Je je niet, voegde de maar schalk hem toe, je leven voor tien gul den in de waagschaal te stellen? In uw dienst waag ik het wel voor vijf stuivers per dag, antwoordde hij on verschrokken. Zijn tegenwoordigheid van geest redde hem het leven. Gulle bekentenis. In een der groote steden werd een dief op heeterdaad betrapt. Toen men in zijn woning een onderzoek bewerkstelligde, vond men een zeer net meubilair, een paar duizend gulden aan contanten, en aanzien lijke hoeveelheden koffie, thee, chocolade, hammen en andere etenswaren en versna peringen. Heb je dat ook allemaal gestolen? vroeg de oommisaaris van politie. Het fiere antwoord Luidde: Ik koop nooit wat DE HELDERSCHE HELDERZIENDE. In 't nauw gedreven door Shankara Gaf Berghui», de occultist En helderziende, in Casino Een seance, waarin hij zich heeft vergist. Hij dacht daar het publiek te boeien, Was van 't succes vast overtuigd Maar 't loopt verkeert af in den regel. Wanneer men van te voren juicht. Ik snap niet dat die Helderziende Uit Helder niet vóóruit kon zien, Dat het voor hem een strop zou worden, Of was het soms zijn doel misschien Om het publick wat te vermaken? Dan was 't een reuze aardigheid. U wordt bedankt dan voor uw werken Ten bate der liefdadigheid. JAN MENS. Corry Brens. Nlenwe raadsels.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 12