VOOR DE VROUWEN. HERINNERINGEN UIT MIJN AMBTELIJK LEVEN. v. WETENSWAARDIGHEDEN. De groei van onze nagels bedraagt per "week 8/16 mdd. In Londen wordt per jaar gemiddeld ivoor een waarde van 800,000 naar de c Is den ganschen dag druk geweest j lommerd gebracht, op het belastingkantoor. Zéér velen heb-l ben gevolg gegeven aan de ontvangen waarschuwing om binnen 8 dagen aan hunne verplichting tot betaling te vol doen. Reeds is het sluitingsuur een kwartier overschreden en de kassier haast zich om de op dat sluitingsuur nog aanwezige betalers in de gelegenheid te stellen den Keizer te geven wat des Keizers is. Een paard gebruikt pier jaar ongeveer negenmaal zijn eigen gewicht aan voedsel. Bvenzoo die os en die koe. Een schaap is bescheidener, en stelt het met zes maal zijn gewicht over. De oorsprong van de trom moet wor den gezocht bij de Tartaren, waar hij twee duizend jaar lang het eenigst be kend muziekinstrument was. De truffel is een van de merkwaardig ste eetbare gewassen, daar zij geen wor tels, stam, bladeren, bloesem of zaad ven- toont. Het is een soort fungus, verwant aan den paddestoel, en wordthet over- vloedigst in Frankrijk aangetroffen. In Japan is het baden een manie. In Tokio zijn 800 open badinrichtingen, iwaar men een koud. of warm bad kan Zich eenigszins op den achtergrond i nemen tegen een vergoeding van 21/» houdend, staat een vrouwtje, dat blijk- i cent ongeveer, baar met opzet haar beurt heeft laten voorbijgaan en wacht, tot zij als laatste Enkele jaren geleden werd1 een vlloer- voor het loket kan verschijnen. tapijt verbrand, dat een tijdlang in de Daarvoor heeft zij een bepaalde reden. Munt te Londen in gebruik was geweest. Zij wil in de gelegenheid zijn, om buiten i Er bleef voor 600 waarde aan goud tegenwoordigheid van ander publiek, het doel van haar komst kenbaar te maken. Eindelijk treedt zij als „hekkesluitster" tevoorschijn. Het blijkt echter, dat zij niet kwam om zich van haar betalingsplicht te kwijten, doch dat iets anders haar schreden naar 't belastingkantoor deed richten. Zij heeft een dwangbevel ontvangen en bomt nu meedeelen, dat zij niet tot beta len in staat is. In zeer deemoedige hou ding en met klagende stem geeft zij te kennen, dat zij en haar zuster een woning bewonen, waarvan de huur zooveel be draagt, dat die woning in de Personeele Belasting is betrokken. Zij moeten ech ter met naaiwerk in hare behoeften trachten te voorzien. Zij leiden een arme lijk bestaan. Haar verdiensten zijn ge ring. Zij hebben bijna niets „om den mond open Ie houden". Met den besten wil ter wereld is het der zusters niet mogelijk de gevorderde belasting te vol doen. Dit alles en nog V6el meer wordt op een toon en oen wijze, die hot hardste hart zou kunnen vermurwen meege deeld. Toch was er iets in haar houding, dat den ambtenaar, die haar te woord stond, niet beviel. Die ambtenaar had door jarenlange ervaring geleerd, dat men in de meest smeekende houding en met de meest roerende woordbn, de grootste leu gens kan opdisschen. Nochtans hij kende het vrouwtje niet. Wist niets van haar omstandigheden. 't Kon best zijn, dat zij de waarheid sprak en toch.... er rees twijfel daar omtrent. Hij besloot dus tot een „krijgslist". In dien deze gelukte, dan zou de klaagster zijn ontmaskerd, en Indien niet, dan was er nog niets verloren; 't geval kon dan nader worden onderzocht Nadat hij den stroom van klagende woorden, zonder onderbreking over zijn hoofd had laten gaan, zegt hij plotseling haar streng aanziende: „En hoe komen jullie dan aan zoo'n groot bedrag op de spaarbank?" Ais bij tooverslag verandert de houding van hot vrouwtje: Haar statuur wordt recht en 'fier. Haar oog fonkelt. En met een van drift verwrongen gelaat stoot zij uit: „Wie heeft dat verraden?" Do ambtenaar had goed gezien. Den volgenden dag was het verschuldigde geheel betaald. Nkp. A. v. D. ZIJN KANS. BABBELUURTJE OVER MODE. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Drie mlllloen per uur. Een enkele pers, die voor die Bank of Engïand werkt, levert per uur 8000 bank biljetten van 1000 ai. Times. Ons voorgeslacht Ieder mensch heeft 2 ouders, 4 groot ouders, 8 overgrootouders, 16 bet-over grootouders, 82 voorgrootouders in den 6den graad, 64 in den zesdfen, 128 in den zevenden, 266 in den1 achtsten, 612 in den negenden cn iOÖ4 in den tienden graad. In den zestienden graad heeft ieder reeds 66.682 voorouders. Zestien geslachten nemen een tijdruimte van ongeveer 600 jaar in. Answer. „Rult"-stoffen. Men kan dit nieuwe seizoen niet be paald één stof noemen of aanwijzen die d e modestof is voor het seizoen, zocals dit met vele seizoecs wel het geval is geweest. Was het de ééne keer Kasha, wat de toon aangaf, de andere keer Crepe-maro- cain, dan weer Velours-de laine; dit sei zoen is er niet zoo'n heerschend arti kel. Alles wordt gedragen en a 11 o s is mode wat de laatste seizoenen reeds mode was. Wel zijn er eenige stofjes uitgezocht, maar overigens kan men haast allen ge bruiken. 't Voornaamste is dat men de moderne In allerlei combinaties, modellen en stoffen kan men ze krijgen en bewonde ren. Ze staan heel aardig voor sportieve costumes in wollen stofjes, en elegant en geestig in toftzjjde voor gekleede toilet jes. Groote ruiten zijn geschikt en apart voor reismantels en kleine ruitjes voor keurige wandelcostuums. 't Is met deze stoffen als met alle anderen, men moet de juiste stof voor de juiste persoon weten te kiezen. De cliché's geven een overzicht wat men van ruitstof maken kan en hoe het soms aardig te verwerken is. B.v. dat eerste costuum; 't bestaat uit een zwart jasje, op een rokje van grijs zwart-geel geruite stof. De fond is licht grijs met een groote zwarte ruit erop met smalle gele streep erboven, 't Aardige van dit rokje is dat de staande streep der ruit juist weggeplooid is, zoodat bij 't openspringen der plooien steeds die donkere inkijk te zien komt. Het tweede modelletje is van een bruin jasje, op een bruin met wit geruit-rokje, 't Is zeer eenvoudig maar staat èn voor de wandeling èn voor sport-gebruik keu rig. Een marineblauw jasje op een ragfijn- geruit rokje in de kleuren marineblauw met grijs staat ook bijzonder gedistin geerd. Dit is ook zeer te prefereeren voor den reis daar deze gemengde stof weinig stof aanneemt. Het volgende costuum van mosgroene effen kasha voor het jasje en geruit met de kleuren mosgroen beige en zwarte lijntjes voor het rokje, is een zeer mooi geheel voor een blond typetje, die er bepaald fijn in zal uitzien. Een hoogst elegante verschijning is de 6e figuur, in haar los hangende man tel van groot-geruite stof gemaakt. De fond van deze stof is peil-grijs. De dun ne en dikke ruit erop is groen, evenals de kleur der effen garneerstof. Van deze effen stof zijn de randen en het vest op de japon gemaakt. Om zoo'n costuum te kunnen dragen moet men echter niet al te klein zijn, over een rank figuur beschikken en met zekere durf het tollet kunnen dragen. Verboden vrucht smaakt zoel •De reden w'aarom de menschen genoeg waiter drinken ii waarschijnlijk, dat er nog geen wet bestaat die het ver biedt Daily Financial AanerLca. Schuimende milllaenen. Tqen Richard Colgate, de man van de scheerzeep, te New York overleed, liet hij een fortuin na van ruim 12 mallioen gulden. New York Herald'. Een electrlsche stroom van 1.000.000 V. De ingenieurs van die Gen. El. Qy. in Massachusefcts zijn er in geslaagd,een electrlsche stroom van één millioen volt te transmitfceeren. Door dit resultaat van dertig jaar lange proefnemingen wordt het mogelijk geacht electrlsche kracht over een afstand! van 1000 mijl over te brengen. De ingenieur, miet de proeven belast, gaf te (kennen, dat bet overbren gen van dezen stroom van een- imiLlioen volt zeer goed' mogelijk is op economische wijze en zonder noemenswaardige kracht verspilling, doch de 'geleiding zou zeer hoog boven den grond moeten zijn, daar personen, die binnen vijftien voet afstand van den draad zouden komen, groot ge vaar zouden loopen. New York Tinnes. modellen aanhoudt en wat ook veel de moderne combinaties. g Naast de vele andere fantasie-B^«»„ kiezen660 minder °Pvallend costuum te Dat nu Juist niet! Examinator: Is er soms een vraagstuk dat u bijzondere moeilijkheden baart? Examinandus: Dat niet, 't zijn meer bepaald de antwoorden die ik lastig vind. Verkeerd begrepen. Beklaagde (die door zjjtn advocaat flink wordt verdedigd): „Lieve tijd. wat die ke rel mij ophemelt, hij zal toch niet een paar ongehuwde dochters hebben! De lafaard. Generaal: Jij bent gedeserteerd! Je bent 'n lafaard. Soldaat: Ik ben liever m'n heele leven lang 'n lafaard, dan 'n kwartier 'n Hjk. Hardnekkig. Zeg Pieterse, hoe staat het met je verkoudheid? O, die is van een hardbekkigen aard. En hoe is het met je vrouw? O, precies hetzelfde. Niet uit te houden. Een dief was een villa binnengedron gen en bevond zich in de muziekkamer. Hij hoorde voetstappen en vluchtte ach ter een gordijn. Van 89 kreeg de oudste dochter zangles, van 910 kreeg de jongste dochter pianoles. Van 10—11 kreeg de oudste zoon vioolles. Van 1112 kreeg de tweede zoon les op de fluit. Te 12oiur kwamen de broeders en zusters allen bijeen en begonnen een oorverdoo- vend stuk in te st/udeeren voor zang, piano, viool en fluit. Na 10 minuten kwam de dief wanke lend van achter het gordijn te voorschijn en riep: „Haal nu asjeblieft een politie agent; ik kan het niet langer uithouden." Een handig koopman. Een koopman met doosjes zilverpoets- goed belt aan. Mevr. doet zelf open, en de man zegt: Mevrouw, ik heb zilverpolitoer van de beste kwaliteit. Ik heb niets noodig, zegt roevrouw. O, is het antwoord, dan had me vrouw van hiernaast het toch bij het rechte eind. Hoe zoo? Wel, die zei: dat u heelemaal geen zilver heeft. Nu, geef me dan maar zes doosjes. Aanleg voor negotie. Kleine Emma kreeg een kwartje voor haar spaarpot omdat zij zoo zoet lever traan innam, hoewel zü dit heilmiddel niet kon uitstaan. Den volgenden dag ging ze in den tuin en verzamelde een mandje vol' pruimen en peren, dio waren afgevallen. Wat geef je me daarvoor? vroeg ze na den inspamuenden arbeid aan haar ouderen broer. Een dubbeltje! was bet antwoord. Och, kom, zei het kind, dan verdien ik nog meer als ik levertraan inneem. Taalstudie. Zeg Betsy, ken jij al Willem: Franfech? Betsy: Een beetje jij ook? Willem: Ja ik versta 't goed; altijd als pa en ma Fransch spreken, weet ik, dat ik 'n klap om mijn ooren krijg, MIA'S VERJAARSCADEAUTJE. „Wel gefeliciteerd, mijn Bchat. En dat het volgend jaar een beetje prettiger voor je mag zijn", zei Mia's moeder, toen Mia zich over haar bed heen boog. Mia's moeder was erg ziek geweest en nu mocht ze nog maar alleen 's middags op zijn. „Kijk eens", zei ze: „Ik kon natuurlijk niets voor je gaan koopen. En veel kan ik nu ook niet missen. Maar hier heb je een gulden. Koop daar zelf maar wat voor, als je uit school komt". „O, dank u moedertje", riep Mla uit. „Ik dacht .niet, dat Ik nog wat zou krijgen. Fijn, nu kan ik een verfdoos koopen". Na schooltijd liep Mia zoo vlug ze maar kon naar den boekwinkel, waar ze een verfdoos gezien had. Maar plotseling stond ze stil, om te kijken naar de teeke- ningen, die door een jongen op het asphalt gemaakt waren. De jongen zelf zat er bij en naast hem stond een bakje, waar bijgeschreven was: „Goede men schen, mijn moeder is ziek. Geef een klei nigheid, als u mjjn teekeningen mooi vindt". Nu mooi vond Mia ze zeker. Als zij zóó eens teekenen kon! Ze las de woorden nog eens. „Och, zijn moeder is ook ziek", dacht ze. „En ze is nog wel arm. Ze zal wel geen dokter kunnen betalen en melk en eieren. En dan wordt ze vast niet beter, zooals moedertje". Mia was een heel goedhartig kindje, maar ze verlangde toch zóó erg naar een verfdoos. „En als zijn moeder dan eens.." dacht ze. „Nee, nee, dat mag niet" Mia haalde eens heel diep adem. 't Was wel moeilijk, maar dapper haalde ze den gulden uit haar beursje en legde hem in het bakje .bij de paar oenten die er reeds in waren. „Ik vraag alleen maar een kleinigheid", zei de jongen met een trillende stem. „Mag je dat wel geven?" „Ja, het is mjjn eigen geld. En je moe der moet beter worden en je teekeningen zjjn prachtig!" „Dank u wel, jongejuffrouw", ant- woordde de Jongen. „Wat aal moeder blij zijn!" Glimlachend liep Mia een paar passen verder, toen een oude dame haar staande hield en vroeg: „Zeg vindt je jezelf geen dom klein meisje, om dien vreemden bede laar zooveel geld te geven?" „Het is geen bedelaar, mevrouw. Hebt u die mooie teekeningen gezien. Die heeft hij gemaakt, om wat geld voor zijn moe der te verdienen. Zij is ziek". „O, ik weet zeker, dat het waar Is", riep Mia uit „De jongen was zoo verlegen met mijn gulden". De oude dame lachte vriendelijk en vroeg: „Heb je altijd zoo veel geld bij je Krijgt zoo'n klein meis je al zooveel zakgeld?" „O nee, mevrouw. Maar ik ben jarig vandaag. En ik mocht zelf een verldooa gaan koopen, omdat mijn moeder ook ziek is". Eenige oogenblikken zei de oude dame niets en Mia wilde haar juist goedendag zeggen en naar huis gaan, toen de dame vroeg: „Zoo gaf jij je verjaarscadeautje aan dien jongen? Wel, wel. Waar woon je kindlief?" „In de Albertstraat no. 36" antwoordde Mia. r „Zoo! Dag kindje! Ik moet verder". „Dag mevrouw". Thuis gekomen vertelde Mia wat er met haar verjaarsgeschenk was gebeurd. Moeder zei, dat het erg lief van haar was en dat ze hoopte, dat de jongen haar niet bedrogen had, toen er plotseling gebeld werd. Mia opende de deur. „Een pakje jongejuffrouw", zei een jongen» terwijl hij Mia het pakje overhandigde en meteen wegliep. „Een pakje!" riep Mia verbaasd uit, ter wijl ze het open maakte. „O, moeder, een verfdoos. En wat een pracht! Wat een tu bes en penseelen. Veel mooier dan die ik gezien had!" „Staat er geen naam op het papier?" „Neen, nergens," zei moeder, die het pa pier aan beide kanten bekeek. „O, daar ligt een briefje op den grond. Kijk eens auw." ia raapte het briefje op en las: „voor het jarige meisje van een eenzame oude vrouw 1" „O, Moedertje," riep Mia uit „Dat moet van die oude dame zijn, die tegen me ge sproken heeft" Daar weid weer gebeld. Mia holde naar de voordeur en daar stond de oude dame op de stoep. „O, ik dank u wel voor de prachtige verfdoos. Komt u toch even binnen, me vrouw." „Ik kwam juist even vragen of je je cadeautje al ontvangen had." Daar kwam Moeder de gang in, om te zien wie er was. Natuurlijk bleef de oude dame gezellig thee drinken en zij en Moe der waren spoedig dikke vriendinnen. „Uw dochtertje was wijzer dan ik," zei de dame. „De jongen had waarheid ge sproken. Ik ging vanmiddag zijn moeder eens bezoeken. Ze zal nu verzorgd wor den en als ze beter is, komt ze als huis houdster bij me met haar jongen, die dan de teekensehool bezoeken kan." „O, wat bent u goed! Wat zal hij dat heerlijk vinden!" zei Mia. „Jij bent een lieve meid," zei de oude dame. „En ik ben een eenzame oude vrouw en zou erg graag wilton, dat je moeder en jij me eens gezelschap hielden, als ik een autotochtje ga maken. Dat doe ik haast lederen Zaterdag- en Woensdag middag." „O, Moeder, wat verrukkelijk. Toe, doet u het U moet van dokter veel naar bui ten!" riep Mia uit En óf Moeder het deed. En óf alle drie van de tochtjes genoten. En Mia's verjaardag bleef altijd een groot feest, voor de oude dame, voor haar huishoudster en voor den jongen teeke naar ook. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. L In Mei leggen alle vogeltjes el. Vlieg, mallemolen, negen, lammetjes, gevel, 1, L n 1 Leeuwerik. 2 Lepelaar. 8 Zilvermeeuw. Nleówe raadsels. op de 6e rij een bekend tandmiddelop de 6e rij een familielid; op de 7e rij een muzieknoot; op de 8e rij een medeklinker. IL Welk spreekwoord lees je hieruit? a e .o*. n o n. Goede oplossingen werden ontvangen van: J. A.; A. M. B; F. A. d. B.; J. B.;D.en V. D.; M. G. D T. D.; W. D.; W. O. van D.; A. E.; C. G.; N. v. d. G.A. H.; L. H.; H. K.; T. W. K.; A. v. d. M.; J. M.; K. en M. M.; J. J. P.;P. de R.; A. S.; S. T.; J. de V.; M. W.; W. W. en 8. en M. van Z. De prijzen zijn ditmaal ten deel ge vallen aan: T- A. de Boer, Slulsdijkstraat 87. M. G. Dekkers, Goversstraat 84. D. en V. Dordtmundt, 2de Vroonstraatl2. Cor Groeneveld, Janzenstraat 78. Nellie van Garderen, Torenstraat 4. Hendrik Kramer, Kuiperdwarsstraat 18- K. en M. MarkuB, Torenatraat 12. J. Minneboo, Sluiadijkatraat 26. J. J. PooMet, Vrn Galenstraat 106. A. Smit, Sluiadijkatraat BS. Een dot van een kansje, werd hem laatst geboden, Hij had al veel laat van z'n schoonma beleefd, Hij greep deze kans, had er zes pop voor over, Hij liet haar toen vliegen, en zij heeft toen gebeefd. Hij moest haar nauurlijk er voor zien te lijmen. Hij trok z'n gezicht in de vriend'lijkste plooi, Hij zei tot.z'n schattige, snoezige schoonma: De vliegsport die is toch zoo wonderlijk mooi. Ze wou hem natuurlijk direct niet gelooven, Maar toen hij haar zei, dan ga ik met je mee, Toen was schoonmama daar direct voor te vinden, En hij was gelukkig, en lachte tevrêe. En stiekum ging hij toen bespreken Tevoren met dien vliegenier. De man heeft hem direct begrepen En gunde 'm gaarne dat pleizier. Hij heeft z'n vliegtuig laten duik'len, Maakte kurketrekkers enzoovoort, De schoonma vond zoo iets verschrik'lijk, Ze vond het tergend, ongehoord. En toen ze later op den grond stond, Was ze een tijdlang sprakeloos. Voor 't eerst in haar geheele leven Ontbrak bij haar de woordenhoos. En toen ze weer een beetje bijkwam, Toen zei ze met een stem uit 't graf: 'k Kom nooit meer bij jou thuis jou engert, Je bent met eere van mij af. De man ging vroolijk fluitend huiswaarts, Hij voelde zich Napoleon, Hij kocht zichzelve een medaille, Omdat ie z'n schoonma overwon. JAN MENS. Beschikke men niet over deze ver schillende eigenschappen dan doet men niet Corry Brem. „Zoo", zei de oude dame. „Maar hoe weet je, of dat waar is?" e e e e e XXXXXXX Op de krulejeslljnen komt de naam van een boom. Op de 2e rij het tegenovergestelde van vroolijk; op de 8e rij een bewoner van Indifi op de 4e rij iets, dat ✓n geen werkelijkheid is;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8