GEMEENTERAAD v. HELDER
(Vervolg van Donderdag.)
Salarisverordening.
Voorstel tot wijziging van- de Salarlsver-
ordoning 1900.
De heer De N ij s vraagt en verkrijgt
inlichtingen omtrent de hierin gedane
voorstellen betreffende den klokkenist,
waarna het voorstel z.h.s. wordt aange
nomen.
Begrooting.
Voorstiel' tot vaststelling van de derde
wijzig!ngebegrooting, dienstjaar 1907.
Aangenomen.
Begrooting.
Voorstel1 tot wijziging der gemeente-
begrooting voor 1928 in verband met een
nota van opmerkingen van Ged. Staten.
De heer D e Z w a r t (merkt op, dat deze
voorschriften omtrent de inrichting der
begrooting meer en meer een debat wor
den tussohen ambtenaren, dat feitelijk
bulten den Raad en het Ooilege omgaat.
Voor den Raad zit <t deze onaangename
geschiedenis aan vast dat, als we niet op
passen we kans loopen de groote lijnen
ln de begrooting kwijt te raken. Maar
spr. zal hierop niet nader ingaan. Een
punt is er evenwol, dat spr. onder de aan
dacht van den Raad wensoht te brengen,
nl. den post voor werkverschaffing. Ged.
Staten wenschon dezen te verminderen,
en hebben blijkbaar geredeneerd: wij
geven wel 25 van het door de gemeente
uitgetrokken bedrag, maar omdat het
Rijk ook maar 8700 geeft, zeggen zij wij
verminderen dezen post tot dat bedrag.
Het mag verwondering wekken, dat nu
ook de post van uitgaven niet verlaagd'
wordt. Het Is spr. bekend, dat sinds ette
lijke jaren op de provinolale begrooting;
een bedrag voorkomt van 200.000 aan
subsidies aan de gemeenten voor werk
verschaffing. Deze som is nooit ten volle j
verbruikt. Waar nu de - gemeente
10.000 aanvraagt, is het verkeerd, dat dei
provincie slechts 8700 geeft en het ver
dient daarom, naar spr. meening, aanbe
veling den post van 10.000 te hand
haven. Doet men dit niet, dan komen wij
weer te staan voor mindere ontvangsten
dan wij noodig hebben.
De heer Bok betwijfelt of het veel
helpen zal als wij' opnieuw een rekest in
dienen. Ook verleden jaar is de post
teruggebracht. Intussohen geeft spr. toe,
dat door het gemeentebestuur geen spe
ciale drang op de provincie is uitge
oefend; wij hebben gemeend ons niet te
moeten verzetten en het meerdere uit den
post onvoorzien te bestrijden. Het Ooilege
zou kunnen overwegen of het alsnog
mogelijk is op hooger uitkeering aan te
dringen.
De Voorzitter meent, dat we goed
zullen doen de begrooting goedgekeurd
te krijgen en later te praten over een hoo
ger subsidie. Wij houden nu de zaak
tegen.
De heer De Zwart: De wethouder
heeft zelf erkend, dat geen aandrang op
Ged. Staten is uitgeoefend. Het feit staat
evenwel vast, dat men daar de besohik-
king hoeft over 200.000, die niet worden
gebruikt, terwijl men er zich blijkens uit
latingen, die spr. ter oore kwamen, op be
roept, dat nimmer eenlg gemeentebestuur
om meerder uitkeering is gekomen. En
automatisch krijgen we van het Rijk dan
ook meer.
De heer Bok: Dit kan een punt van
overweging worden nadat de begrooting
is goedgekeurd.
De heer De Zwart zal met deze toe
zegging genoegen nemen, maar stelt er
prijs op, aat de Raad met het resultaat in
kennis worde gesteld. Wij kunnen bij af
wijzing dan andere maatregelen nemen.
Het voorstel wordt vervolgens aange
nomen.
Zonder discussie of stemming passeeren
vervolgens den hamer:
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grond: aan A.
Go ver».
Grondbedrijf.
Voorstel tot verhuring van de Moemis-
teriji aan de Van Galenstraat.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grondi aan
O. Rab.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grond aan
J. A, Sennekea
Grondbedrijf.
VoènatJel tot het aangaan van een) dading
met dien! Staat enl tot uitgifte van grond in
erfpacht aan diverse 'personen.
Bij het volgend punt:
Drankwet
Reclame tegen, dieni aanslag van" J. Bon
meke voor vergunningsrecht met voorstel
van' Burgemeester en Wethouders om den
opgelegden aanslag te handhaven.
bepleit de heer V/ o u d alsnog verlaging
van dezen aanslag op grond van den ver
minderden omzet van gedistilleerd. Deze
omzet bedraagt thans slechts 1850 L. per
jaar, en was onder den vorigen exploitant
heel wat meer. Groote zaken met hooge
huurwaarden betalen hetzelfde vergun-
ffiRS®£,BWMto
Jij® keer Bo k antwoordt, dat bij de huur
waarde van het perceel ook de huur van
de vergunning geteld wordt, zoodat de
huurwaarde niet bedraagt 18, maar 20
waarover betaald wordt. De aanslag is
volkomen aocoord.
De heer Woud is het daarmede niet
eens en zet dit nader uiteen. Als de eige
naar de zaak zelf exploiteerde, zou die
7 huur vervallen en kwam men tot een
ganaoh ander bedrag.
18
tus-
de
De heer Bok licht dit nader toe. Inder
daad zou dan de huurwaarde slechts
bedragen. Er 1b overigens geen speld
schen te krijgen.
De heer Woud vraagt stemming;
heer Grunwald bepleit aanhouding,
teneinde de zaak nog eens onder de oogen
te zien, waartoe de wethouder zich bereid
verklaart.
Aangehouden.
Aangenomen wordt het gewijzigde
Oorlogsgraven.
Voorstel ln zake afstand van graven
BrtLtsche militairen.
van
Melkcentrale.
Voorstel tot verlaging van dien huurprijs
van het gebouw der Metkoentrale.
De heer De Zwart vraagt aanhou
ding van dit punt B. en W. doen dit voor
stel op grond van het rapport van den
directeur van Publ. Werken, die evenwel
slechts globale cijfers geeft Spr. zou er
prijs op stellen eens over een aantal ja
ren de juiste rekeningscijfers te ontvan
gen. Ook de post onderhoud is niet onbe
langrijk. Aan de hand van deze cijfers
kan worden overwogen of inderdaad de
huurprijs verlaagd worden kan.
•Het voorstel wordt aangenomen.
Eveneens wordt aangehouden het vol
gend voorstel:
Electrlcltettsleverlng.
Voorste! tot wijziging van de voorwaar
den voor levering van gas, etectriciltedt en
water.
Aangenomen wordt:
Onderwijs.
•Voorstel tot benoeming van J. v. d. Vlifl
tot onderwijtzen: aan school' 11.
Belastingen.
Voorstel <xm Burgemeester en Wethou
ders te machtige in namens den Raad bezwa
ren in te dienen tegen die aanslagen ln de
plaatselijke 'inkomstenbelasting in oen an
dere gemeente ten name van K. O. Dekker
Jr. (belastingjaar 1928/1924) K. L. M.
Govarts, O. G. Defldker en H. Bonhotfer
(betastingjaar 1927/1928).
Ten inzage zijtn gelegd de volgende
stukken:
a. Brief van Burgemeester en Wethou
ders aan de Vereenliglng van) Nederland*
soha Gemeenten omtrent de financieel© ver
houding tusschen) Rijk enl gemeenten;
b. Antwoord van! Burgemeester en Wet
houders op de vragen van den heer D. O.
A. de Zwart omtrent de voorgenomen wij
ziging van de Kieswet, de Provinciale Wet
en de Gemeentewet;
c. Antwoord van Burgemeester en Wet
houders 'op de mag van den heer J. J.
Schoeffeüenberger, luidende:
,Js het waaT, dat op Woensdag 28 Maart
j.L onze vigeerende Directeur van de gas
fabriek met nog twee andere personen, voor
den Rechter van Instructie te Alkmaar
heeft moeten' verschijnen/?
Zoo ja, wat zijn daartoe de reden?"
Het antwoord op vraag o is door ons
bereids opgenomen in ons nummer van
Zaterdag j.L, de antwoorden op de beide
andere vragen zullen wij in ons volgend
nummer in het kort mededeelen.
Vervolgagenda.
Voor kennisgeving aangenomen worden:
Ingekomen stokken.
a. Goedkeuring van Ged en. Staten op
het Raadsbesluit van 18 Maart 1928 tot
verhuur van tuingronden.
b. Dankbetuiging van het Bestuur van
de Vereeniging voor voorbereidend La
ger Onderwijs „Joaohin" voor de verhoo
ging van het subsidie voor haar Fröbel-
schooL
o. Adres van het Comité tot behartiging
van de algemeene belangen van het
marine-personeel beneden de rang van
officier (Cambo) houdende verzoek „maat
regelen te treffen opdat aan het tekort
aan woningen dat thans te dezer stede
bestaat een einde worde gemaakt en de
plannen van de Stichting om een 100-tal
woningen te bouwen zoo spoedig mogelijk
worden goedgekeurd, teneinde daarna de
goedkeuring voor dezen bouw van het
Rijk te verkrijgen waardoor althans bin
nen enkele maanden bedoeld tekort tijde
lijk zal worden opgeheven en alle thuis-
vaanders of van andere plaatsen komende
marinemenschen niet langer gedupeerd
behoeven te worden dan strikt noodzake
lijk is."
voor prae-adnries gerenvoyeerd wordt naar
B. en W.
De heer Denijs dringt aan op spoe
dig prae-advies, en krijgt hiervan de toe
zegging van den Voorzitter.
Zonder discussie of stemming worden
achtereenvolgens aangenomen:
Autobusd lens ten.
Voorstel om Burgemeester en Wethou
ders te machtigen om de exploitatie der
autobusdiensten op te dragen »«n s.
Moorman en H. Heoman.
Leges verordening.
Voorstel tot wijziging van de Legesver
ordening.
Gnmclbetïrilf.
Voorstel tot verkoop van grond Th.
van der Sterre.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grond Dr.
H. W. van ITrk.
Grondbedrijf.
Voorstel tot uitgifte van grond ln erf
pacht aan N. P. Krul.
Grondbedrijf.
wLUlt«lft4Van f™1"* «rf-
pacht »m Weduwe Wesetaan-juageiak.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verhuur van weiland aan J.
Lagrange.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grond aan H.
Riemers.
Men is nu genaderd tot de
Rondvraag.
De heer Van Os vraagt naar de ver
ordening betreffende een ventverbod voor
melkslijters op Zondag, waaromtrent
spoedige indiening was toegezegd. Uit het
antwoord van den heer Verstegen
blijkt, dat enkele melkslijters op hun aan
vankelijk ingenomen standpunt om mede
te werken aan zoo'n verbod, teruggekomen
zijn, waardoor stagnatie is ontstaan. Ver
schillenden willen liever wachten op de
rijksregeling, en het is niet gemakkelijk
tusschen al deze verschillende meeningen
door te zeilen.
De hqer De Zwart vraagt inlichtin
gen betreffende het werk der Commissie
van onderzoek, welke is Ingesteld om een
onderzoek ln te stollen naar de mogelijk
heid van bezuiniging op drukwerk en
ambtenaren. Deze oommissie heeft nog
geen enkel toeken van leven gegeven.
Spr. vraagt voorts bij de beantwoording
van vragen van ruadsledon aan de vra-
Sers een afdruk te willen toezenden van
et antwoord. Spr. wil in den volgenden
raad gaarne over de beantwoording van
zijne vragen interpelleeren, daar het ant
woord hem niet bevredigt.
Tenslotte vraagt spr. of door de politie
niet beter kan worden gewaakt tegen de
overtreding van de arbeidswet ter zake
van overwerk. Met name aan den Brakke-
veldweg wordt door den heer Geurts de
wet overtreden.
De Voorzitter antwoordt, dat hem
hieromtrent nog geen klachten bereikt
hebben.
De heer Bok beantwoordt de overige
vragen van den heer De Zwart. De be
trokken stukken van de Oommissie zijn
rondgezonden, maar als wij er den secre
taris naar vragen krijgen we een ontwij
kend antwoord. Het schijnt, dat ze zoek
geraakt zijn.
De heer Behoef f elenberger
vraagt hoe het staat met het afsluiten van
prijzen voor koolteer en cokes.
De heer Verstegen antwoordt, dat
van cokes nimmer sprake is geweest hier
voor bepaalde contracten af te sluiten. Er
is destijds alleen gesproken over koolteer
en toen is gezegd, dat de Raad in kennis
zal worden gesteld met de nieuwe prijzen.
De heer Van Loo stemt gaarne in
met 's Voorzitters woorden Inzake Dorus
Rijkers. Maar spr. zou gaarne vernemen
om welke reden het gemeentebestuur niet
officieel op het kerkhof heeft gesproken.
Wij hebben dienaangaande wel het ant
woord in de Held. Courant gelezen, maar
spr. zou toch gaarne ook een officieel ant
woord hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat het
hier een uiterst delicate zaak betreft, die
liever niet in het openbaar besproken
moest worden. Het gemeentebestuur heeft
zich onthouden omdat het zich met de
door het Dorus Rijkersfonds getroffen
regeling inzake de sprekers niet kon ver
eenigen.
De heer Biersteker vraagt of het
gemeentebestuur bereid is ter inzage te
verstrekken een overzicht over het afge-
loopen seizoen betreffende het gasver
bruik voor de centrale verwarming in het
Oudeliedenhuis. Wordt toegezegd.
De heer De Nijs zal voortaan gaarne
de stukken voor den Raad wat eerder toe
gezonden hebben. Nog gisteren kregen de
raadsleden belangrijke stukken, die dan
niet meer kunnen worden bestudeerd.
Het wordt hoe langer hoe later met die
toezending.
De Voorzitter antwoord, dat deze
kwestie ook in het College besproken is.
Maar er komen steeds stukken in en er
is wei eens overwogen een bepaal
den termijn te stellen, maar dat is niet te
handhaven. Ditmaal zijn er evenwel ver
zuimen gepleegd met de toezending van
belangrijke stukken. Overigens aoht spr.
het niet van zoo groot belang, want als de
Raad ze onvoldoende kent, worden ze
meestal wel tot een volgende vergadering
uitgesteld, en wij verzetten ons daar dan
niet tegen.
De heer Biersteker stelt er prijs
op de belangrijke stukken vroeger te ont
vangen; Zaterdagmiddag had spr. fractie
vergadering, en van verschillende punten
wisten wij nog niets.
De Voorzitter brengt tenslotte een
woord van dank aan de oommissie uit
den Rqad inzake de autobusverbinding
met Huisduinen en. sluit te ruim elf uur
de vergadering.
Waarom de rijkswerven
weg moeten.
In een brochure, onder bovenstaanflen
titel, wijdt de Nederlandsche Bond van
Personeel in Overheidsdienst eenige be
schouwingen aan het rapport-Guépin om
trent de rijkswerven. Daarin wordt de
minister en de Kamer in overweging
gegeven, dat voorloopig geen uitvoering
aan het advies van ile commissie-Guépin
wordt gegeven, doch dat anderzijds wordt
onderzocht eü gerapporteerd, of een an
dere bedrijfsvorm aan de bestaande wer
ven kan worden gegeven en welkereor
ganisatie noodig zal blijken om de werven
zoo rendabel mogelijk te maken9
Wij ontleenen aan deze brochure het
volgende
I>« samenstelling van Os
Commissie.
vf^nï*!.CllikklU8 van d6n Minister van
lfarin» a.i. via 1» Juli 1929 werd een
Oommissie ingesteld ter bestudeering van
de vraag, of de Rijkswerven in 's lands
belang in den tegenwoordigen vorm en
omvang behooren te worden gehandhaafd.
Deze Oommissie bestond uit:
1 oud-direct, der Nederlandsehe Han
delsmaatschappij (Mr. O. H. Guépin,
voorzitter) te Santpoort;
1 oud-directeur van het Marine-Eta
blissementte Soerabaja te 's-Gravenhage;
2 directeuren van particuliere maat
schappijen voor scheepvaart te Rotter
dam en Haarlem
1 particuliere ingenieur te Rotterdam
2 bezuinigingsinspecteurs te 's-Graven
hage;
1 accountant te 's-Gravenbage
1 kapitein-luitenant ter zee te 's Gra-
venhage, Raadsadviseur van den Minister
van Marine
1 kapitein luitenant ter zee te 's-Gra
venhage
1 luitenant ter zee le kl. (secretaris)
te 's Gravenhage.
De benoeming van deze commissie
heeft een zeer partijdig karakter gekre
gen, omdat bij de samenstelling niet de
minste rekening is gehouden met belang
hebbenden, daar nooh de directie, noch
de bedrijfsleiding, nooh het personeel in
de oommissie zijn vertegenwoordigd.
De poging, onzerzijds aangewend om
ook vertegenwoordigers van belangheb
bende organisaties in de commissie te
benoemen, leidde tot geen resultaat,
de hoofd- en andere Ingenieurs enz., ver
bonden aan de Rijksmarinewerven.
Ware meer rekening gehouden met de
hoofdpersonen aan de Rijkswerven, die
bij het onderzoek sleobts „gehoord" zijn,
ongetwijfeld zou de oommissie meer re
kening hebben moeten houden met dat
deel van de opdracht van den minister,
hetwelk handelt over de vraag, of door
reorganisatie en beteren bedrijfsvorm de
werven nog niet voordeellger waren te
exploiteeren en daardoor ook nog meer
voordeelen aan de schatkist zouden kun
nen opleveren, dan eenvoudig door in
krimpen en opheffen der bedrijven, tot
welke conclusie de commissie door haar
eenzijdig onderzoek en partijdige samen
stelling moet komen.
Op grond van een en ander meende
ons hoofdbestuur zijn op- en aanmerkin
gen op schrift te moeten stellen, in de
verwachting, dat dit zal mogen bijdragen
tot uitstel van eenige beslissing ln den
geest, als de conclusies van het rapport-
Guépin en tot het Instellen van een
nader onderzoek over de niet onderzochte
vraag, of met behoud van de werven niet
een gunstiger resultaat kan worden ver
kregen.
De directeuren der Rijkswerven
geweerd.
Waarom zijn de directeuren der beide
marinewerven buiten de Commissie ge
houden
Omdat het belanghebbenden zijn Zijn
de particuliere werkgevers dat dan niet
in deze Commissie
Waarom zijn de adviezen en rapporten
van de directie der marinewerven niet
in het rapport van de Commissie opge
nomen
Alles wijst er op, dat de Commissie
met een vooropgezet plan: vervanging
van het eigen beheer door aanbesteding,
haar arbeid heeft aangevangen, weinig
rekening houdende met de nader door
den Minister verduidelijkte bedoeling
blz. 8 van het rapport namelijk ver
eenvoudigen en bezuinigen.
De werven concurreeren.
Voor het herstellen van een steven
werd door de particulieren een gemid
deld bedrag van f 1900.gevraagd. Het
werk werd door de werf voor f 890.—
gereed gemaakt, een besparing dus van
ongeveer de helft van het bedrag, door
particulieren gevraagd.
In het voorloopig verslag der
Marine-begroot ln g-1928 herhaal
den eenige leden der Tweede Kamer hun
reeds bij de behandeling van de vorige
begrooting ter sprake gekomen klacht,
dat in deze commissie zoo weinig per
sonen, ln marine-dienst werkzaam, zitting
hebben en werd ook daar de opmerking
gemaakt, dat daarentegen wel drie leden
zijn opgenomen, die verbonden zijn. aan
particuliere werven en daardoor niet
kunnen worden geacht onbevooroordeeld
te staan tegenover dea arbeid der ma
rinewerven.
Er zeer terecht wordt dan ook verder
gezegd
„Het belang der particuliere werven
brengt immers mede, tot cphefüng
van de marine-werven te geraken,
omdat bet Rijk door deze laatste een
middel in de hand heeft om onge
breidelde kostenberekening van par
ticulieren tegen te gaan".
Ook naar onze meening ware het wen-
schelijk geweest als tegenwicht tegen de
ruime vertegenwoordiging van het par
ticuliere bedrijf ook een .vertegenwoor
diging van de directie der Rijkswerven
en van het bij deze zaak betrokken ma
rlne-peraoneel in de commissie op te
nemen.
In 1920 is den Minister, bij de behan
deling van de begrooting ió de afdee-
lingen dor Tweede Kamer, de vraag ge
steld, ook één of meer vertegenwoordi
gers van de organisaties op te nemen,
wat de minister niet gewensoht achtte,
omdat de werkzaamheden der commissie
in de meeste opzichten vallen buiten den
eigenlijken werkkring dier organisaties.
Nu hef rapport verschenen is, blijkt
maar al te duidelijk, dat de eenzijdige
samenstelling der commissie de indiening
van een eenzijdig, dus niet te aanvaarden,
rapport tengevolge heeft gehad.
Ten aanzien van de marine- en defen-
siebelangen was slechts één actief die
nend hoofdofficier bij de marine aange
wezen, die hot met de conclusies van de
commissie niet eens is en zijn meening
in een afzonderlijke nota heeft neergelegd.
Is de eenzijdige samenstelling reeds
op zlohself een grondfout geweest, de
wjjie, waarop het onderzoek 1» ingesteld,
brengt aan het lioht, dat ook dit zeer
eenzijdig heeft plaats gehad.
Uit niets blijkt uit het rapport de
meening van ter'zake kundige personen,
n.1 het oordeel van de werfdirecteuren,
Het vervangen van een gescheurden
oylinder van een Marineschip kon door
een particulier worden uitgevoerd voor
f 2460.— in 12 dagen. De werf te Heile-
voetsluis voerde dit werk uit in 6$ dag
voor f 298.
Zoo zijn er meer voorbeelden.
Wij herinneren er bijvoorbeeld aan,
dat voor een mijnenveger de laagste in-
sohrijver voor f436.000.inschreef, ter
wijl de werf te Hellevoetsluis f 270.600.—
berekende.
In 1919 werden een paar scheepsbou
wers uitgenoodigd in te schrijven voor
de reparatie van stoomloodsvaartuig nr,
10. Eén wenschte niet in te schrijven en
de andere schreef in voor f 84.600.
exclusief dokwerk en inventaris.
De reparatie, op de werf te Hellevoet-
sluis verricht, kostte met inbegrip van
dokwerk en inventaris f 11.674 of f 22.920
minder.
Reparatie van stoomloodsvaartuig ur.
16 kostte bij een particulier f40.189.—,
een gelijksoortige reparatie aan stoom-
dsvaartuig nr. 11, op de werf te Hel-
oetsluis gedaan, f 27.864.— of ruim
f i2.000.minder.
Deze voorbeelden zijn met tal van an-
dere aan te vullen, waarmede voldoende
is aangetoond, dat de werven in staat
zijn ook die te Hellevoetsluis - te
kunnen ooncurreeren tegen de particu
liere wervea.
Toch zou het ernstige aanbeveling ver
dienen, dit rapport voorloopig ter zijde
te leggen en alsnog een onderzoek te
doen instellen door een deskundige com
missie, waarbij ook met de ervaringen
van uitvoering van werk ln eigen beheer,
wordt rekening gehouden.
Nu het rapport en de conclusies zoo
weinig vertrouwen en bevrediging schen
ken en de op papier staande onjuiste
voorstelling van zaken 1d wezen een
sohijnbezulnlglng beteekent, mag men
zich toch wel ernstig afvragen, of het
niet alleszins noodzakelijk is, dat ook de
andere kant van het belangrijke vraag
stuk eener reorganisatie uit een flnan-
cieel- en bedrijfsoogpunt wordt bekeken.
Reorganisatie van de Rijks
werven een lands- en marine-
belang.
Naar onze meening ligt bet op den
weg van den Staat na te gaan, op welke
wijze de Rijkswerven nog economischer
kunnen worden Ingericht.
Waar vast staat, dat de opheffing van
de werf te Hellevoetsluis geen besparing
zal geven en bet werk alleen verplaatst
wordt, grootendeels naar de particulie
ren, dient nader te worden onderzocht,
welke bedrijfsvorm voor een goede wer
king dier bedrijven is aan te geven.
Een oordeel van een particulier
werkgever.
O.a. beeft de werf te Willemsoord de
laatste jaren geregeld werk voor de di
rectie der Zuiderzeewerken.
Omtrent de bijna tweejarige ervaring
van deze Aannemings-Maatschappij word',
door de directie, gevraagd naar haar
oordeel, o.m. gezegd
„Door toevallig omstandigheden was
ons materiaal bij den aanvang van dat
werk ln slechten toestand. Na bijna twee
jaar, waarin van bet materiaal zeer veel
gevergd is, is het nu zeer goed in orde.
Da,t resultaat is bereikt door de aan de
werf zeer goed uitgevoerde reparaties.
De medewerking, welke wij daarbij van
elkeen op de werf hebben ondervonden,
om zich aan onze elschen aan te passen,
zoodat w]j zoo min mogelijk bedrijf»-
stoornissen hadden, of om bedrijfs»toor-
nissen in zoo kort mogelijken tijd op te
heffen, is boven allen lof verheven ge
weest.
WIJ kunnen dan ook volmondig ver
klaren, dat het bij ons werk in Oost-
Oever een groote steun is geweest, dat
wij zoo in de nabijheid hebben kunnen
beschikken over een zoo goed geoutil
leerde fabriek en werf met een zoo des
kundigen en bereldwllligen staf en zoo
goed geschoold personeel".
Na dan enkele bezwaren te hebben
opgesomd, welke aan het werken bij een
Rijksinstelling als de Marinewerf aan
kleven, besluit het schrijven:
„Uit het feit, dat wij'desondanks ge
durende de twee jaren, dat wij te Oost-
Oever werkten, al onze reparaties bij de
werf hebben laten uitvoeren, volgt, dat
wij die bezwaren zelfs geenszins als een
al te ernstige belemmering hebben be
schouwd, te minder waar aan transport
kosten en tijd werd gespaard in verge
lijking met bet repareeren bij Amster-
damsche werven".
Slotbeschouwingen.
Aan het slot van onze beschouwingen
komende, doet ons hoofdbestuur een De-
roep op allen, die onbevooroordeeld te
genover het Overheidsbedrijf Btaan, om
mede te werken tot uitstel van eiken
maatregel in den geest van het advies,
waartoe de Oommissle-Guépin is geko
men, opdat alsnog de andere zijde van
dit belangrijke vraagstuk kan worden
belicht.
Mogen deze opmerkingen door den
Minister en de leden der Tweede Kamer
ernstig in overweging worden genomen
en mogen zij hun aanleiding geven te
besluiten, bet advies der commissie ten
aanzien van opheffing van de werf te
Hellevoetsluis niet op te volgen.
Een moderne Japon ls mis een modern
huwelijk. Z]J bestaat uit ongelijke doelen,
die samen gevoegd worden en gemakke
lijk weer ven elkander gaan.
i
9
Een nader onderzoek naar
beteren bedrijfsvorm gewensoht