sl llbOTlen e" 2iek,e doem- sa KLEINIGHEDEN. VAN £T GROOTEN DER AARDE, THORBECKE. Ikwam: wet o hervormlni De stichter party, van de liberale ïg flng "der plaatselijke acdjnsen, spoorweg wet, doorgraving van den Hoek van Hol land en het Noordzeekanaal. In Febr. 1860 kreeg Thorbecke zijn ontslag we gens gesohil met den Minister van Kolo niën, Franssen van de Putte. Toen een paar jaar later de liberale partij weer de Ïhet middelbaar onderwijs, er invoerrechten, afschaf- •AlSEftm"*"** eeb0ren'SêIS welhabet° ^nUterier'Sk-^arn Zoon van een in den Franschen tijd Bosse, doch er Been plaats verarmd tabakshandelaar uit Zwolle, kan Ten derde male, in Januari 1871 e voor den gemalen jongen ternauwemouu -~ o o innfis tel 8eld voor studie worden.gevon- ^ukklge keuze van den. Wanneer men zwarte kousen wascht, moet men bij het water, waarin men ze uitspoelt, een theelepel azijn gieten, dan blijven ze zwart, en krijgen niet die lee- lijke roest-zwarte kleur. Muizen verdrijft men door middel van terpentijn of pepermuntolie, waarmee men lapjes doordrenkt, die worden neer gelegd op de plaats, waar de lieve diertjes plegen te komen. voor den genialen jongen ««ejncod va™ ÏÏandsT Keiuoer hein beschermt en' straks voorden dit ministerie tot weinig vruchtbaar- groot deel der voedende bestanddeelen h,tjLV™zo^tomTemm staat te stel-jheid. Het trad in Mei,1872 at wegens del opgelost, len Dnitsehe universiteiten te bezoeken, verwerping van de belastingwet-Blussé. Als hij in Juni 1820 in de klassieke lette- Enkele weken later, 5 Juni 1872, overleed Het lastige beslaan van brilleglazen kan ren promoveert, is hij reeds drie malen t horbecke. bekroond voor een academische pr\s- vraag. Aanvankelijk schijnt de Literator een loopbaan als hoogleeraar in de wijste- geerte tegemoet te gaan. Hij weigert een professoraat daarin te Giesen, maar worat B. Snugger. Wielrijder (tot een boer): tot zijn teleurstelling in 1822 te Leiden 1 boorling dezer plaats? j „ïFoiovv. +111/1 Ttnp.r: Wablief? men tegengaan door ze dagelijks met zeep in te wrijven. Na toepassing van dit mid del, kunnen ze helder gewreven worden, maar toch blijft een onzichtbaar laagje erop zitten dat het genoemde euvel op heft. Is u in- Wie bij het opstaan heeschheid in de gepasseerd. Vrijwel in dienzelfden tijd. Boer: - Wablief? i keel voelt, spoele ferm den mond met lauw valt het drama voor hoe hij in Dresden Wielrijder: Of je inboorling van deze, water, waarin een weinig chloorkali. In de tot over de ooren verliefd wordt, maar zijn plaats bent? i meeste gevallen is dan het rauwe gevoel Boer: Of ik wat ben? Vrouw (over de onderdeur): Die me neer vraagt je Hans, of je hier in 't dorp «.o ,_-_L,iwoonde toen je geboren bent, of dat rechtT'in" 1825 'zijn" benoeming tot hoog- je geboren bent voor je hier kwam. Ant- leeraar te Genit, in staatkundige geschie- woordt dan toch, sukkel. denis, statistiek en staathuishoudkunde. En nu ontwikkelt hij zich als historicus. Als vrucht daarvan hebben wij zijn ant-1 i t% p> im woord op de prijsvraag voor de benoeming VOOR DE V ROU Vw E Ni voor rijksgeschiedschrijver en zijn bundel geliefde niet wint. Dan volgt de verschijning van een paar kleine brochures, waarin hij zich ontpopt als beoefenaar van de wijsbegeerte van het verdwenen. Zoo niet, spoel dan eenige malen per dag met bramensap of met een mengsel bestaande uit water met honing en azijn (dit laatste natuurlijk in de min derheid). De pijn is dan weldra ver dwenen. Historische schetsen. Met den opstand van 1830 keert hij naar Leiden terug, al waar men hem het volgend jaar benoemt tot doctor honoris causa in de> rechten en tot buitengewoon hoogleeraar, waarna in 1833 de aanstelling tot gewoon leeraar volgde om te doceeren: diploma tieke historie, van Europa, de grondwet, staatkundige rechtsgeschiedenis, handels recht, en administratief recht. Bijna twin tig jaar lang heeft Thorbecke deze col- BABBELUURTJE OVER MODE. Vesten voor Sportgebruik. De mouwlooze vesten zijn aardig inge- hoc>&- burgerd. Ze worden zoo wat voor alle doel einden gebruikt en kleeden bijna iedereen uitstekend. Ik zag ze al op heel wat ver schillende manieren dragen en altijd vond ik ze even aardig staan, Veel verschil in model is er niet— de leges gegeven aan een groote schare sta- eene sluit over elkaar en de andere valt denten, die hij daardoor gevormd heeft tot de keurbende, waarvan een aantal uit- nemendsten in het politieke leven een rol hebben gespeeld. Een belangrijke gebeurtenis was in 1889 het verschijnen van zijn boek: Aan- teekening op de Grondwet, terecht geka rakteriseerd als „een schot in een slapend woud." Minister van Maanen heeft hem willen ontslaan, omdat Thorbecke het had gewaagd aan te toonen hoe allengs een persoonlijk gouvernement was ontstaan en voortdurend tegen de grondwet werd gezondigd. Het volgend jaar kozen de Staten van Z.-Holland hem in de Dubbele Tweede Kamer, die de door de afschei ding van België noodig geworden grond wetsherziening behandelen moest. Hij stemde tegen, omdat al te weinig werd veranderd. Drie jaar later gekozen tot gewoon lid, diende hij met acht anderen een ontwerp tot grondwetsherziening in, da twerd verworpen. Om deza stoutigheid werd hij het volgend jaar niet herkozen. Onder den indruk van de revolutie van '48 droeg de .Koning aan een commissie van vijf personen onder leiding van Thor becke op een vèr-gaande grondwetsher ziening voor te bereiden (13 Maart). Even wel hebben geheime machinaties be werkt, dat hij buiten het ministerie werd gehouden. Aan zijn persoonlijken vijand graaf Schimmelpenninck, werd de vor ming daarvan opgedragen. Men vindt de historie hoe men Thorbecke daarin mis leid heeft in zijn Dagverhaal (Gids 1903). Nadat in Sept. 1849 het ministerie was afgetreden wegens een door Thorbecke voorgestelde "en aangenomen motie, werd aan Thorbecke de vorming van het nieu we ministerie (13 Nov.) opgedragen. Dit ging niet zonder tegenstribbelen, want Willem III kon hem niet uitstaan. De le gende verhaalt allerlei anecdoten, hoe beide mannen tegen elkaar aanbotsten. Bijv. hoe Thorbecke steeds zorgde van ieder besluit, dat hij den Koning ter tee- kening voorlegde, een paar afschriften bij zich te hebben, om als sire het besluit verscheurde, zeggende het niet te willen teekenen, terstond een nieuw papier te voorschijn te halen met verzoek daar onder zijn naam te willen zetten. Ook is bekend hoef Thorbecke met zeldzame werkkracht begaafd, van elk ambtenaar buitengewone krachtsinspanning soms tot in den nacht vergde. Zijn bewind ken merkte zich in zake benoemingen, door dat hij niemand ontzag, maar ook door gebrek aan menschenkennis. Tijdens zijn eerste ministerie bracht hij o.a. tot stand: de kieswet, de gemeente wet, provinciale wet, postwet, scheep vaartwet, telegraafwet, onteigeningswet, hervorming van het belastingwezen enz. Feitelijk gaf hij daarmee een geheel nieuwe organisatie van het binnenlandsch bestuur en is hij de grondvester gewor den van ons huidige constitutioneele stol sel. Zijn ministerie viel in 1853, tenge volge van de Aprilbeweging ontstaan, doordat de paus vijf bisschoppen had be noemd. Een tiental jaren lang leidde Thorbecke de oppositie van de liberalen, steeds tegen de conservatieve partij in strijd tot handhaving van de grondwet, die men telkens trachtte op zijde te zet ten door zich bij regeeringsdaden achter den wil des konings te verschuilen. Eindelijk in 1862 werd aan hem op nieuw de leiding van een ministerie toe vertrouwd. Ditmaal ging het minder voorspoedig. De Katholieken onttrokken hun steun wegens ontevredenheid weer open over een blouse maar des te meer verschil is er in het materiaal waar te nemen. Ik zag ze van velvet, van peau de pêche, van laken, van satijn, van wat al niet. 't Voornaamste is dat men de juiste stoffage kiest en rekening houdt met het feit waarvoor men het vest ge bruiken wil. Dient het als aardige aanvulling van ons badpak, dan doet men verstandig er een zware taftzijde voor te gebruiken of, zoo dit te luxieus is, een stevige gekleurde linnen, wat tegen een paar waterspatjes kan. stofje aan te bevelen, waarvoor men niet al te bang behoeft te zijn, dat er een paar spatjes water tegen komen. Gelukkig zijn er nog voldoende wollen en linnen stoffen te vinden welke aan dezen eisch voldoen. Onze teekening laat zien hoe men voor diverse gelegenheden toch een en het zelfde model van vest kan gebruiken. Maar door het kiezen van het juiste mate riaal krijgt het pas de kleur van de eigen lijke bestemming. Aardig is de garneering die men op deze vesten heeft toegepast. Voor ieder stuk apart zijn toepasselijke tafereeltjes gedrukt, en gebezigd als zakjes. Zoo ook is iedere kant-afwerking ver schillend van de andere. De eene heeft een metaal randje, de andere weer een hel biesje, een derde is weer geborduurd en de vierde heeft weer een rand van ringètjes, enz., enz. 't Is met de vesten alweer precies een- Moet het echter in den auto te pas ko men, dan is één van peau de pêche zeer op z'n plaats. Zelfs is het dan aan te be velen om er een wattine-laagje in te doen, daar men het vooral in een open wagen niet gauw te warm heeft. Voor een amazone zeker wanneer dit een jong meisje is staat zoo'n vest b.v. van donkergroen, of donkerbruin, of zwart laken, boven de Engelsche rijbroek, zeer origineel, 't Heeft bovendien het voordeel, dat het bewegen oneindig veel gemakkelijker is, dan in den strengen amazone-mantel. Voor tennis- en golf-spelen staat een vest van lichte, b.v. crème wollen stof, j <0over zeer flatteerend. Men kan dan de buiten- de m 18o7 tot stand gekomen wet op het lijnen met een hei-kleurig biesje afwer- lager onderwijs (van der Brugghen). ken, waardoor de geheele vorm zeer goed Eenige liberalen onder Van Zuylen tot tot z'n recht komt. Nyevelt, voerden oppositie. Tot stand1 Voor watersport is ook al weer een tier als met alle andere kleeding: fantasie hebben en de juiste keuze.. veel Het uitgebaggerde zwembad. Nog al gevaarlijk. „Is hier ergens in de buurt goed visoh- water, ventje?" „Ja, meneer. U loopt dit pad maar of, totda u aan een bord komt: „Verboden toegang". Dan gaat u het veld dwars over totaan een vijver, m.t een bord: „Verbo den te visschen". „Ja, en \fat dan?" „Dat is goed vischwater, mijnheer." Onfeilbaar middel. Marktventer: En hier, mijnheer, is een boek, dat u bepaald moet koopen, als u er voor zorgen wilt, dat u nooit verdrinkt. Als gij 't ongeluk hebt in 't water te val len, dan behoeft ge slechts bi adzdjde 45 op te slaan, en gij vindt daar de nauw keurigste aanwijzing hoe u zich houden moet om niet te verdrinken. Gevolgtrekking. Moeder: Piet, telkens als jij ondeugend bent krijg ik er grijze haar van. Piet: Wat moet u dan ondeugend ge weest zijn, moeder, want grootvader heeft niets dan grijze haren. De Jeugdige menschenvriend. Mama: De vorige maand was ik zoo verheugd, Charles, dat jij de eerste van de klas waart, en nu ben je niet meer de eerste. Charles: Een andere moeder mag toch ook wel eens verheugd zijn. Zcon'n bengel. Agent: Zeg ventje, hoe oud ben je? Jantje: Tien jaar meneer. Agent: Weet je wel dat je onder de zes tien jaar nog niet rooken mag? Jantje: Jewel meneer, maar die schoor steen daarginds is pas twee jaar oud en die rookt ook al! De „VUf minuten". Vader komt thuis: Waar is je moeder, Jantje? Ze is anderhalf uur geleden naar de juffrouw" hiernaast gegaan en zei: .,ik ga even praten bij buurvrouw, over vijf mi nuten ben ik terug". Getroefd. Een boertje is in gezelschap van studen ten geraakit. „Zeg", zegt een dezer,jij hebt mooi haar, hoorl' „Dat heb ik ook", zegt heft boertje. ,,'t Is net een hooiberg". „Dat 'is nou precies wat ik. dacht, toen ik zooveel ezels om mij heen zag staan".. Uit voorzorg. Befcje komit bij den schoenmaker en be stelt een paar pantoffels voor haar me vrouw. „Maar ze moeten kraken!" zegt zt er bij. „Wat", vraagt de schoenmaker verwon derd, „kraken?" „Ja zeker, .k moet toch hooren als zij e: aan komt, als ik in de keuken ben". DE OVERWINNING. Jaap en Kees waren twee heel ver schillende jongens. Jaap was een tengere jongen, niet sterk, maar in de klas num mer één, terwijl Kees een stevige boy was, in de gymnastiekzaal haantje-dê- voorste, maar in de klas geen uitblinker. Toch waren ze de b set vrienden en 't was aardig om te zien, hoe Kees zijn zwakkere vriend beschermde tegen aan- yallen van andere jongens, terwijl Jaap altijd klaar stond om Kees bij zijn som men te helpen of jaartallen te verhooren. Op zekeren dag echter kregen de on afscheidelijke vrienden hoogloopende ruzie, 't Was heerlijk zomerweer en Kees had niets geen zin om na vieren huis werk te gaan maken. Toen Jaap dan ook bij het naar huis toe gaan zei: „Schiet je gauw op met je werk, Dan kunnen we straks nog best naar het Boschjel" toen antwoordde Kees: „Maak jij die thema maar, dan schrijf ik hem morgenochtend wel even over." „Welzeker," antwoordde Jaap lachend. „Nee man, dat is me él te lui. Zóó zul jij wel Fransch leeren." „Lui!" stoof Kees ineens op. „Je bent zelf te lui, te lui, om je best te doen op gymnastiek, te lui, om hard te loopen Zóó zul jij wel sterk worden." Jaap schrok even van de booze woorden van zijn vriend, maar antwoordde toen- „Je weet heel goed, dat ik altijd mijn best doe op gym. En ik kan vast even hard loopen als jij!" „Ha, ha, spotte Kees: „Dat zou lk wel eens willen zien. Ja, zoo'n heel klein stukje misschien, zoo'n halve straat. Maar vólhouden. een heel groot eind, nee ven tje, dat zal je niet lukken." Jaap werd vuurrood', toen Kees hem „ventje" noemde, de bijnaam, die hij op Anna Paulowna. Het zwembad wordt 8C^(K>1 droeg, maar die zijn vriend anders nooit gebruikte. En driftig zei hij: „Dat zul je dan eens zien. Morgenmiddag hard- loopen van hier naar „Vredelust" en terug." „Aangenomen ventje," lachte Kees. „Je uitgebaggerd en schoongemaakt. Held. Crt., 12 Juni. Zóó vlak hij Helder en zóó vuil!. Kindermond. naar holde hij meteen naar zijn ka- J?"i<Ten buiwe «t)n verdriet utt over het verlies van zijn besien vriend. Had hij maar toegegeven. Maar als Wr dim zag, dat Kees en hij dezelf fouten hadden.... Nu dan kon hij toA iel zeggen, dat hij Kees alleen gehol,,jn had Maar dat was liegen en liegen deed Jaap niet.Zou hijtoch Kees de thema gaan brengen? - Maar dan zöu Kees denken, dat hij den wedstrijd niet aan durfde. En een lafaard was Jaap ook En Keee? Hij raffelde vlug zijn thema af en zocht toen op het dorpsplein zjjn klasgenooten op, om te vertellen, dat entje" morgen t gen hem hardloopen zou De jongens lachten, maar een paar vonden het niet flink van Kees, om tegen „ventje" te loopen. Dat was toch geen P' Kees vond echter, dat Jaap die praatjes maar eens af moest loeren, wat ander* jongens, eveneens geen studiozen en wat afgunstig op Jaaps inooie cijfers, rotrend met Kees eens waren. Den volgenden ochtend keken de vrien den elkaar ternauwernood aan. Kees deed brutaal, Jaap meer verlegen. Maar toen Kees om twaalf uur vroeg: Halftwee," antwoordde Jaap vast: „Goed. Bij de pomp!" Al vóór half twee waren alle jongens op het dorpsplein verzameld en een luid hoera ging op, toen Jaap van links en Kees van rechts de pomp naderde. „Vooruit, ik tel tot drie," schreeuwde Dirk. Over een uurtje verwacht ik jullie wel terug. Dirk telde: „Een.twee. drie!". Daar liepen de strijders in flinken looppas naast elkaar het dorpsplein af en den weg op naar „Vredelust", een uit- spanning, bijna een uur van het dorp ver wijderd De armen gebogen langB het lijf zwaaiend, de lippen op elkaar geperst, de oogen boos, zoo liepen ze in regelmatig tempo, diep in- en uitadement. Na vijf minuten passeerden ze de eerste boer derij. Een knecht, die aan het hooi- afladen was riep spottend: „Hó, studeer jullie voor harddraver op de volgende kermis." Maar Jaap en Kees holden ver der, zonder antwoord. Een eindje verder •werd de weg heel zonnig en al spoedig gutste het zweet in sjaaltjes langs twee gefronste voorhoof den neer. „Hè," dacht Kees. „Tooh geen werk voor zoo'n warme dag. En we zijn nog niets eens op een kwart. Ik ben wel niet moe, maar zoo warm. Beter weer om te zwemmen. Ik wou, dat Jaap maar ophi-id. Dan behoefde lk ook niet verder." Maar Jaap dacht niet aan ophouden. Zijn hard bonsde, of het barsten zou, maar in zijn hoofd dreunde het steeds door: „Geen „ventje". Dat zou Kees ïens zien." En werktuigelijk liep hij door, recht voor zich uitstarend. Kees keek eens voorzichtig terzijde. Jongen, wat zag die Jaap er uit. "En hij bleef maar doorloopen. Dat was vast niet goed voor hem. Als Jaap maar oplreld. Stel je voor, dat hij erbij neen-iel. Dan zou het zijn schuld zijn. En plotseling. liet Kees zich in het gras aan den kant van den weg neen-allen en riep buiten adem: „Jaap.hou op.ik kan niet meer!" Jaap stond even verder verbaasd stil, itromp 1de terug naar Kees en vie.' snik kend voorover in het gras. Kees klopte hem zachtjes op den rug en zei: „Kom kerel, blijf nou fliik. Je hebt het toch gewonnen. En 't Tas er -igenlijk veel te warm voor. Kom laten we niet boos meer zijn. Gelukkig bedaarde Jeap al gauw. En ■adat de vrienden een kwartiertje gerust hadden, wandelden ze kalm mar het dorp terug, waar Kees aan de verbaasde jongens vertelde, dat Jaap nog erg ge makkelijk „doortipp:-lde". toen hj het op moest geven. „Ja," zei Jaap. „Ik heb zeker niet zoo gauw last van de wornEe, omdat ik zoo mager" ben." Alle jongens bekeken „ven tje" nu met andere oogen dan eerst. Maar geen van hen heeft ooit geweten, dat Kees het Jaap liet winnen. En Kees cenoot nog meer van de overwinning op zich zelf dan Jaap van zijn vermeende overwinning op Kees. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. Ia Vogelmelk. n Zoo de wind waait, waait mijn jasje. Oost-Indië, Jan Steen, waanwijs, zwam, Ida, j. Nieuwe raadsels. I Welk spreekwoord staat hieronder? G d g ij i H Op de staande en liggende kruisjes- lijnen komt de naam van een soort on misbare kleine pa piertjes, die over de heelewereld gebruikt worden. Op de le rij een Marietje (wijzend op den kapelmeester, verwi^e op'V pakken." k'16"' die de maat slaat): Moeder, waarom „En jij mag wel aan je thema begin- slaat die heer die j^™e zoo? nen Anders is die morgen nog niet af," Moeder. Och kind hij slaat haar niet. snauwde Jaap terug, terwijl hij zich om- Marietje: W aarom schreeuwt ze dan draaide en langs een anderen weg naar huis ging. X X X - - XXXXXXXXX X - - X - - -X X medeklinker; op de 2e rij een lichaams deel; op de 3e rij een hoofdstad in een onzer provinciënop de 4e rij een be ambte bij groote gebouwen; op de 5e rij het gevraagde woord; op de 6e rij een vak van Bchool; op de 7e rij iets, dat dient tot afsluiting van waardevolle din gen op de 8e rij een vogelop de 9e rij een medeklinker. Goede oplossingen werden ontvangen van: H. B.; J. B.; F. A. d. B W. O. v. D.J M. G. D.; W. D.; A. E.; J. v. E. G-l F. F.; N. v. G.; A. H.; L. H.; H. K-l P. K.; T. W. K.; G L.; A. v. d. M.; K- en M. M.; A. S.J. O. Sch.; S. T.; W- T.; M. W. en W. W. Corry Brens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8