Met meeat gewildle vocht in OARRIERE. Vitamines voor boekenwurmen. HET GEHEIM VAN DE WAAR ZEGSTER. HET SPROOKJE VAN DE GOEDE FEE allerbedroevendst te zien hoe onhar- Er was eens een goede fee, die glig1 monisch onze hedendaagsohe grootmoe- wandelen. ders zijn, die trachten om met een oud Ondiervinding contant BABBELUURTJE OVER MODE. Aparte tolletjes. DE SCHADELOOSSTELLING. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? De oude bok en het groene blaadje. Zaken zQn zaken. Doorzien. Dat zal weL Hatelijk. Het bewijs. Alleen dan. JOPPO. RAADSELS. Oplossingen der vorige C das aarde stroomen oarousse d u i a ter m u s o h Lak Nlenwe X X XXXXXXXXXXXXXker. Op de 2e V AmarltaL In Noord-Amerika telt men 1 schoen- maker op 6000 inwoners, 1 drogist op 1400 inwoners, 1 auto-reparatie-inriohting op 266 inwoners en 1 benzinestation op 80 inwoners. De Auto. Een moordenaar ontving in zijn oei het eerste bezoek van den advocaat, die met1 zijn voidediging was belast. Toen zij el-! kaar zagen, uitten beiden een kreet vanLjjke Overdadige famfliezegen. verwondering. wereld. Geen wonder dat de oogen van „Als ik me niet vergis," zei de bekla g- den vaderkrab zoover uitpuilen. eten. Geheel en al heeft men bij ons ook de rechterhand niet kunnen verdringen: het zal niemand in het hoofd komen, soep b.v. met de linkerhand te nuttigen. De visch moet men echter weer met de lin kerhand eten. Men moet echter vooral ver mijden het mes naar den mond te bren gen. Deze manier om met de vork in de linkerhand en met het mes in de rechter hand te eten, is uit de Vereenigde Staten ingevoerd; zij verbreidde zich het eerst onder de weinige de beschaving huldigen- v.„ beweert brenirt de vrouwe- de volkeren en heerscht nu bijna sou- ke krab een millioen jongen tegelijk ter j ™reIn in alle geciviliseerde landen van de Punch. Werken Ib zalig. Een van de eerste voorwaarden voor, 's menschen geluk is bezigheid. The Spectator. Er „jed zitten vitaminen in boeken even-, als in levensmiddelen. Dr. A. Oompton-RioketL de, heeft u me vijf en twintig jaar ge\e- den al verdedigd, toen ik ais jongen v e- gens diefstal terecht stond." „Waarachtig!" riep de advooaat uit, je bent mijn eersite cliënt geweest! Dat v as mijn eerste rechtzaak." „En de mijne ook." Met warmte voegde de schurk er ibij: „U zult met me eens zi; n, dat we sinds dien tjjdl het een heel elid verder hebben gebracht in de wereld." j i Een jonge dame had op een bazar reeds j een groote som gelds verzameld als waar- zegster. I Tot een meisje, dat haar tent bezocht zei ze: „Tlr zie aan uw hand, dat u zult gann trouwen." „Hoe is 't mogelijk," riep de verbaasde toehoorster uit „En," vervolgde de waarzegster, „uw matrone, die den strijd tegen den aanstaande heet Dirksen." I tijd aanbindt de grootmoeder, die hoopt „Maar dat is onbegrijpelijk! riep net wor(jei1 aangezien voor een jong meis meisje andermaal uit „Hoe kunt^u nuaan begaan de vrij algemeene fout, schoon heid als iets uiterlijks te beschouwen, terwijl schoonheid in werkelijkheid niet door het uiterlijk, doch door het innerlijk, door de ziel wordt bepaald. Wanneer de vingsring, dien ik de vorige week aan gesteldheid verandert, móet Dirksen heb teruggegeven. ook 't uiterlijk zich wijzigen. Zonder har- „no™ monie is schoonheid onbestaanbaar en het Daar trof ze een arme man aan, die in hart de genoegens der jeugd te smaken en lompen aan den weg lag en zijn roes uit- wier uiterlijk niet in overeenstemming sliep. Dit deed de goede fee leed en «ij met haar innerlijk ia besloot, als naar gewoonte, een of andere Daily Malli Ondervinding kan men op deze wereld niet op doen op afbetaling. Des Moines Capital. Oude harten onder jeugdmaskera de lijnen van mijn hand zien, hoe mijn verloofde heet?" „Ik heb geen woord over lijnen gespro ken, juffrouw, maar u draagt den ver-.o- Voor de liefhebsters van artistieke of aparte toiletjes is er toch meer aardigs dan men aanvankelijk zou vermoeden. Gaven we de vorige week reeds een reeks van die aardige toiletjes, dat be hoeft niet te verhinderen, dat de nadien nog „opgeduikelde" bijzondere modellen ook nog aan een beschouwinkje onder worpen worden. lieve gave ten beste te geven. Dus wekte zij den man en toen haar dit na veel moeite gelukt was, zeide zij tot bem: „Hoor eens, mijn vriend, ik ben een goéde fee en je armoede, je armzalige toe stand doen mij leed. Alzoo wil ik, zooals dit bij ons, goede feeën, mode Is, je toe staan, een wensch te uiten, en die zal ver vuld worden, zoodra jij 'm uitspreekt Zeg dus, wat je gaarne wenscht. De man was nijdig, omdat men hem in den slaap gestoord had, en beet de goede fee gramstorig toe: „Och de duivel mag je halen. En op 't zelfde oogenblik verscheen de vorst der onderwereld, en sleepte de goede fee, trots hare jammerkreten mee. En daarom bestaat er heden ten dage geen goede fee meer, die iemands wen- schen vervult Een auto komt tn razend tempo den hoek van den straatweg om. Opeens ziet de chauffeur een man met een geweer en een hond; het dier ziet er armelijk uit en loopt midden op den weg, zonder op zij te gaan, hoe de chauffeur ook toetert Jawel de wagen gaat over den hond heen, en nu blijft de hond eerst recht op de plaats. De auto houdt sül, een heer stapt uit en vraagt: Is dat uw hond? want hij is voorzich tig geworden, nadat hij aan een boer eens andermans kalf vergoed heeft. De irinn geeft ten antwoord1: JaweL Dus is u de eigenaar? Ja. Naar 't schijnt hebben we dien hond overreden), en is hit dood. 'n Kostbaar dier? Neen. Zijt gij met tien gulden tevreden? Ja. De man steekt het geld in den zak en de ander meent er nog hoffelijk aan toe te moeten voegen: Het spijt me, dat we uw jachtvermaak verstoord hebben. Jacht? Ik wou maar naar 't bosch gaan, om den hond dood te schieten. Voor en tegen van den Oorlog. Het moderne geweten beschouwt den oorlog van twee tegenovergestelde stand punten óf als een goed, daar hij kracht, teeltkeus, vitaliteit, het zegevieren van gezamenlijke energie bevordert; óf als een kwaad, waarmede moet worden ge broken, daar oorlog beteekent vernieti ging van levens en goederen, den voor uitgang tegenhoudt en ellende na zich sleept. Beide stroomingen geven toe, dat oorlog een verschijnsel is, dat kan wor den beperkt door de macht van den wil, dus te een voortbrengsel van den men- schelijken wil. Hibbert Journal, lederen man zijn kans. In Amerika wandelt Iemand een kan toor binnen en vraagt een baantje. Dan ls de wedervraag niet zoozeer: „Welke ervaring hebt u reeds opgedaan?" als wel: „Hier ls een plaats open denkt u In staat te zijn het werk te kunnen doen?" Over het algemeen krijgt de man een behoorlijke baan om kans van slagen te hebben, maar zelfs-nlet-elagen betêe- kent niet, dat hij nu in het geheel geen kans meer zal krijgen. Jackson ln Times. Volgens de Russische bladen is in het dorp Lato aan den oever van de Zwarte Zee, in de buurt van Batoem, de oudste man der wereld ontdekt. Het is een zeke re Tsjakofski, die den eerbiedwaardigen leeftijd van 148 jaar zou bereikt hebben. Volgens een dagbladcorrespondent, die hem is gaan opzoeken, geniet Tsjakofs ki een, zijn hoogen ouderdom in aanmer king genomen, betrekkelijk goede ge zondheid. Hij is natuurlijk min of meer verschrompeld en gebogen, maar hij kan nog loopen, zij het ook langzaam. Zijn ge zichtsvermogen is nog vrij goed, maar de spraak schijnt hem de laatste maanden te gaan begeven. Tsjakofski, die de zoon is van een Poolsch officier, is vier malen gehuwd geweest Zijn eerste huwelijk sloot hij op 24-jarigen, zijn vierde op ruim 90-jarigen leeftijd. Bij deze laatste gele genheid was de bruid een meisje van 20 jaar. Naar Tjsakofski met nadruk ver zekert, was het een huwelijk dat weder zijds uit liefde werd gesloten. Bü deze vrouw heeft hij nog 6 kinderen gehad, waarvan er twee nog in leven zijn, te weten: een zoon van 45 en een dochter van 21 jaren. Krantenbericht HOE MOET MEN ETEN. „Zooals de mensoh eet zoo ls hij", zegt een oud spreekwoord, als de zeden en gewoonten maar niet zoo geheel verschil lend waren. Moet men de spijzen met de rechter- of linkerhand naar den mond brengen? Zooals vanzelf spreekt, blijft vooropgesteld, dat men zich van de ge bruikelijke instrumenten bedient: mes, vork, lepel, staafjes, enz. Terwijl in het jaar 80 en 40 van de vorige eeuw ieder een nog met de rechterhand at, is het tegenwoordig bij de meeste beschaafde volkeren mode geworden, met de linker hand te eten, ofschoon sinds duizenden jaren de menschen over het algemeen rechtsch zijn. De oude Egyptenaren, In diërs, Grieken en Romeinen aten, zooals historisch bewezen is, slechts met de rechterhand. Ook Mohammed, prentte het alle belijders van zijn godsdienst in, zioh bij deze behandeling slechts van de rechterhand te bedienen. Zoowel bij de Turken als bij verschil lende andere volkeren is het niet alleen hoogst onwellevend om met de linker hand te eten maar geldt het zelfs voor zonde. Ja, het wordt reeds als een mis daad tegen de goede zeden, als een ab soluut gebrek aan opvoeding aange merkt, als men een enkel hapje droog brood met de linkerhand naar den mond brengt Bij de Chineezen en de Japanners vinden wij soortgelijke opvattingen. Wel bestaan in het land der Mikado's geen godsdienstige of andere bepalingen van welken aard ook, wat betreft het gebruik van de rechterhand en van de staafjes bij het eten, maar het ls evenwel gebrui kelijk zich van de rechterhand te bedie nen. In het Hemelsche Rijk bestaan ook geon voorschriften wat het eten betreft echter is het een regelmatig gebruik bij de toon aangevende klasse, met de rechterhand te Het zwart zijden toilet b.v. is hoogst eenvoudig, maar toch een merkwaardig geheel Dit is ln hoofdzaak te danken aan de ooupe van de rok-achterbaan. Deze is gesneden als een halve cirkel die van onder wat „afgeplat" is en die aan den rechten kant voor een gedeelte achter om de taille is gehecht en verder vrij-uit los blijft hangen. Ten'tweede zit de bijzon derheid in de garneering: de buitenrand der blouse is van witte zijde wat weer benaaid is met zwarte biezen. Zoo ook is een gedeelte van het rokstuk bewerkt. Ook te nog op te merken dat de achter kant der rok bijna een zoom langer hangt dan de voorkant. Het vierde jurkje te leuk en flossig. Het is van wit crêpe marocain met een fijn blauw ruitje gemaakt en de geplte- seerde strooken plus de jabot en de bal lonnetjes in de mouwen zijn van wit of naar verkiezing blauw crêpe-georgette. Het te een eenvoudig maar heel fijn mo delletje, hetwelk men voor velerlei doel einden kan gebruiken. Corry Brena. Henri, riep het blozende meisje uit, je aanzoek overstelpt mij; ik was er hee- leinaal niet op voorbereid, ik wist wer kelijk niet wat te zeggen ik voel me zoo zenuwachtig. Daar was ik al bang voor, zei de jon ge apotheker, en daarom heb ik al een fleschje van mijn uitstekende zenuw- stillende drank meegebracht. Deze drank, lieveling, die ik zelf heb uitgevonden, vervolgde hij, een fleschje uit z'n zak halend en daaruit een scheutje gietend op een lepel, die hij eveneens had mee gebracht, zal je dadelijk weer tot kalmte brengen en behalve dat hij de zenuwen kalmeert, bevordert hij ook den eetlust en de spijsvertering. Ik verkoop het voor vijf-en-zeventig cent per fleschje. Hier, dit te een doste voor een volwassene; neem die nu maar gauw in, liefste. Zijn die twee eerst afgebeelde jurken niet snuitig? Het eerste model geeft ons een garneerwjjze van vroeger terug. De rand onderlangs het rokje met de teeke- ning van een groote flanelsteek te opge werkt met zelfgestikte rouleau's van crêpe de chine in iets donkerder tint waarvan de jurk is gemaakt. Vroeger gebruikte men soutache kunnen gebruiken. In ieder wel bekend het zijden rattestaart. Dit koopt men zoo bij de meter, dus te dit veel minder bewerkelijk; ook zou men soutach kunnen gebrtiiken. In ieder geval te de valling van het rokje en deze garneering zeer apart. Het zeer eenvoudi ge lijfje heeft ook een oude garneerwijze n.1. een gefronsd strookje zijde om den hals. Het hiernaast staande jurkje te ook ar tistiek van opvatting. Zoo men lust heeft, kan men er z'n borduurkunde op uitvieren 't Is een aardig kleurig en grillig patroon tje, waar dit toiletje mee versierd te en het te op de meest willekeurige plaateen aangebracht Hieraan heeft de japon eigenlijk dan ook het meest 'r aparte ef fect aan te danken, hoewel de ooupe toch ook wel zeer apart is. Wanneer men deze japon in wat schilderachtige kleuren kiest, dan heeft men er stellig een fijn artistiek toiletje aan. De derde en vierde japon zijn meer apart dan wel artistiek. Handelsreiziger (opsnijdend tot een klant): Van deze stof heb ik vandaag al meer dan duizend stukken verkocht weet u wat dat zeggen wil? Klant: Ja, jawel, tien! Jansen: Eigenaardig! In dit restau rantmenu zijn verschillende woorden tweemaal gedrukt! Pietersen: Waarschijnlijk heeft de zetter gestotterd. Jong dichter: En wat zou u mij aan raden? Wat zal ik met mijn geesteskin deren doen? Criticus: Ik zou ze verstootenl Hutevrouw (tijdens het middageten): Zeg mannie, onze buurvrouw heeft me vanmiddag onder het etenkoken een nieuwtje verteld. Man: Ja, ik heb 't al geproefd! Een oude dame kwam op den kapitein toe en vroeg hem waarom het schip stopte. We kunnen niet verder door den mist. Maar kunt u dan niet op de sterren afgaan? Dien kant kunnen we alleen maar uit als de ketel springt, mevrouw. DE BLOEMEN-ELFJES. L' „Dat is niet aardig", riep Bob tegen Fik, zijn hondje en trouwe vriendje. „Mia's zaad te opgekomen en het mijne niet En ik heb evengoed mijn tuintje iederen dag begoten. Maar het kan me niks schelen. Ik haal alles er weer uit". Hij pakte zijn schopje en wou het juist in de aarde steken, toen.... „Ho, stop", riep een fijn stemmetje en Bob zag twee snoezige elfjes. „Wat wou je beginnen?" „Het zaad uitgraven", antwoordde Bob boos. „Ik heb het precies gelijk met Mia gezaaid en evenveel water gegeven. En nu is Mia's zaad al lang boven den grond en het mijne nog niet". „Weet je wel, hoe dat komt?" vroegen een van de elfjes. „Omdat je niet de goe de elf gehad hebt om je te helpen. Ik weet wel wie zij had. Die ondeugende kleine kobold „ongeduld" en die maakte, dat je telkens in den grond ging wroe ten, om te zien of het zaad al begon te groeien. Ls het niet zoo?" Ja, het was waar, dat Bob telkens in de aarde had gewroet, maar hij wist niet, dat dat de schuld van een stouten kobold was. „En Je zusje had ons, om haar te hel pen", vertelde een van de elfjes verder „Wij zijn de tweelingen Geduld en Ver trouwen. Mia vertrouwde dat haar zaad goed op zou komen, als zij het maar ge regeld water gaf en geduldig afwachtte, tot ze groene puntjes zag versahijnen". „Hé",- zuchtte Bob, „ik wou, dat u bei den mij ook wilde helpen. Ik wou zoo dolgraag een mooi tuintje hebben „Dat te goed!" zeiden de elfjes. „We willen je grag helpen, maar dan moet je ook nooit meer luisteren naar „Onge duld". Dat moet je beloven!" Bob beloofde het, waarop de elfjes plotseling verdwenen en Mia kwam den tuin in hollen. „Is er nu al wat te zien in je tuintje Bob?" vroeg ze. „Nog niet", antwoordde Bob. „Maar het zal nu toch wel lukken. Wacht maar al'" m En waarempel. Twee dagen al waren er enkele en na nog een dag een heele mas sa teere groene puntjes te zien. Wat was Bob in zijn schik! IL Joppo was geen slechte elf, maar toch ook geen goede. Hij deed niets liever dan streken uithalen en plagen. Al dikwijls had hij daarvoor standjes gehad, maar na een paar uur was hij alle standjes weer vergeten en zon hij op nieuwe pla gerijen. Maar op zekeren dag maakte hij het toch al te bont. HU antwoordde den ka bouter-schatbewaarder die een groote zak droeg. Joppo vroeg den kabouter wat er in dien zak zat, waarop de kabouter ant woordde: „Wel goud van de koning Oberon". „Laat eens zien", vroeg Joppo. De ka bouter deed de zak open, Joppo keek, maar pakte tegelijk een der onderste pun ten van de zak beet en.keerde die onderst boven, zoodat alle kleine ragfijne goudstukjes en gouden sieraadjes ln het gras vielen. Wip! weg was Joppo en de arme kabouter mocht urenlang zoeken, eer hij den schat weer bijeen had. Natuurlijk hoorde de Elfenkoningin van deze laatste streek en ze besloot Joppo te straffen. Ze vulde haar zakken met al lerlei betooveringen en vloog naar Jop- po's huisje. Lang voordat de kleine rak ker zelf thuis kwam was ze alweer ver dwenen. Toen hij thuis kwam had Joppo ergon honger. Hij ging naar de kast waar nog een heerlijke pastei moest staan. Ze stond er ook werkelijk, maar zoodra Joppo haar aanpakte fft.... was ze verdwenen en hoe Joppo ook zocht de pastei was weg en bleef weg. Moe van het zoeken, wilde Joppo wat rustig gaan zitten. Hij trok zijn boombast schoentjes uit en stapte in z]jn spinrag slofjes. Maar o wee, de schoentjes waren ook al betooverd en Jop po begon te dansen en te dansen tot hij er bij neer viel en de slofjes van zijn voe ten vlogen. Nu kroop de geplaagde ell maar ln zijn bedje. Maar van slapen kwam niets, want z]jn anders zoo zachte bedje was nu vol bobbels en bulten die Joppo er met klop pen en schudden niet uit kon krijgen. „Och, och", zuchtte hij, „wat ben ik nu toch een geplaagde stakker. „Maar".... en opeens vloog het ventje overeind in zijn bedje: „Maar ik denk, dat anderen ook niet altijd om mijn streken lachen en dat ze het niets prettig vinden. Ik zal er voortaan altijd aan denken of ik zelf de grap wel aardig zou vinden en niemand meer verdriet doen met mijn streken". Zoodra Joppo dat gezegd had, weken de betooveringen. Joppo viel rustig in slaap en vond den volgenden ochtend zijn pastei terug en een paar rustige slofjes. 1. 2. 8. Oliebollen Poffertjes Wafelen W h Welk spreekwoord leees Je hieruit? e s kt m a H Op de kruis- Jeslijneri komt de naam van een bloem. Op de le rij een medeklin- w a W a W i i t rij een nuttig en gevaarlijk X voorwerp. Óp V de 8e rij de O naam van een O maand. Op de 4e rij een polder in N.-Holland. Op de 6e rij een plaats ln Drente. Op de rij een stad in Zuid Holland. Op de 7e rij het gevraagde woord. Op de 8e rij een hall werelddeel. Op de 0e rij een soort ongeval. Op de 10 rij het tegenovergestelde van kleurlingen. Op de 11e rij een bedekking voor paden. Op de 12e rij een getal, uP de 13e rij een medeklinker. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: F. A. de B.; M. G. W. D.; W. O. v. D.;J. v. E. G.; A. B-j N. v. G.; L. H.; H. K.; P. K.; T. W. K., G. L.; A. v. d. M., T. M.: J. J. U.: J. O. S.; T.; W. T.; A V.; G. V. on W. W,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8