kS^peMi^entrekkera^en'derg^ke Sportterrein. Grondbedrijf. Grondbedrijf. Woningen Pompstation. Onderwijs. Gemeenterekening. Thans worden aangewezen de heeren De Nijs, Van Os en Woud. schillende belastingen binnenkomt dan geraamd is. Als nu de stukken zet werd was daarvan nog geen bedrag ^«uumuio. jiu ue stuKKen weertATiiw n ""k k^ou ucumg gaan naar den minister is het «nni.™ !l j n0ff nlet °P 12 Juni, toen de volg daarvan, dat dit conflict werft aadIiet °yfer van 6 aannam. Spr. is het °°nriict wordt uit- met den heer van Dam eens, dat die ra- Da?is ban^akery e"elenber8er: De heer De Zwart: Dat is geen ming de beste is, maar wij hadden haar niet lTv'rïeï RiTrn r k mt' *een cent meer s van net Kjjk. Daar is geen mis op. De heer Schoeffelenberger: We kunnen het probeeren! fP£fnhnnS D® ZwartWe moeten de feiten onder de oogen zien. „ii°H h®er B1 e r s t e k e r: U kunt 'het uit de Gemeentewet niet bewijzen. De heer D e Zwart: Met de wet heeft deze zaak niets te maken. De minister keert alleen het 1/10 uit als het heffings- percentage is vastgesteld en als wij thans dit 1 '10 al krijgen, is dat een groote gunst van d< regeering, die zeer zeker wordt in getrokken bij een conflict. De Raad stelt het percentage vast, en de interpretatie daarvan is, dat de kroon het feitelijk vast stelt. Dus kan men niet in hooger beroep. Ik geef toe, dat het staatsrechtelijk een monstrum is, maar het is nu eenmaal zoo. De heer Schoeffelenberger interrumpeert en protesteert. De heer De Zwart: Maar begrijp het dan toch! U kunt niet in beroep gaan bij de kroon, want het is de kroon zelf, die beslist. Maar wij kunnen nog wel trachten een weg te vinden om het percentage van 6 alsnog te doen goedkeuren. Indien B. en W. de oorspronkelijke cijfera handhaven, komt er van de goedkeuring van het raadsbesluit niets terecht. Maar indien B. en W. bereid zijn het conflict op te lossen door alsnog nadere informaties in te win nen of het inderdaad mogelijk is het per centage van 6 te handhaven en zij deelt dat mede aan Ged. Staten, is er nog een kans, dat het raadsbesluit goedgekeurd wordt. Anders zal de Raad toch gedwon gen worden het percentage van 6.3 aan te houden. Spr. vraagt aan het Ooilege of dit bereid is op deze wijze mede te werken aan de oplossing en indien men twijfelt aan de juistheid der cijfers, alsnog daar naar een onderzoek te doen instellen. De heer Biersteker: De Oie. Fin. heeft ditzelfde besproken. Er is ge zegd: laat men die cijfers aan den minis ter overleggen. Wat nu wordt voorgesteld door den heer de Zwart, had al kunnen gebeuren, als het advies van de Cie.'v Fin. was overgelegd. Nu is er sedert Aug. (datum waarop de Cie. vergaderde) niets geschied. Spr. zal zich bij het voor- stel-de Zwart neerleggen; men kan dan mondeling de zaak bij den minister toe lichten. De Voorzitter (de heer Verste gen): Er is gezegd bij het voorstel had een wijzigingsbegrooting moeten worden overgelegd, waarin het cijfer 6 was ver werkt. Maar er waren voor het College slechts twee dingen mogelijk: het indie nen eener wijzigingsbegrooting op 6.3 of op 6. Laten we nu in alle kalmte de din gen eens nagaan (er is hier met de vuist op tafel geslagen enz.) dan zien we de on mogelijkheid in van een dergelijke hande ling van het gemeentebestuur. Aan Ged Staten is het voorstel gezonden, zooals dat door de Cie. gedaan is, ook met alle mee vallers enz. er bij. Daarnaast zijn de cij fers gegeven van B. en W. en een resumé van de vergadering van den Raad. De z.g. opzettelijk weggelaten slotzin was volko men overbodig en is daarom weggelaten. De ambtenaren aan de prov. griffie heb ben meer aan een paar cijfers dan aan welke lange redeneering ook. Meer dan wij deden kon er niet worden gedaan, en het gemeentebestuur had zeer zeker het recht zijn eigen inzichten aan de hand der cijfers weer te geven, doch heeft dat ook nagelaten. Op de prov. griffie is gezegd, dat het te gek is voor een gemeente als den Helder om nu maar bij den eersten den besten meevaller tot belastingverla ging over te gaan. De heer Van Dam protesteert daar tegen. De heer Verstegen: Ja, meneer van Dam, het zijn niet mijn woorden, het is ook niet mijn inzicht, dat ik hier ver kondig. Maar de cijfers, waarop de verla ging gebaseerd is, werden onvoldoende beschouwd om tot belastingverlaging over te gaan. Er is niets tegen bij suppl. be grooting te bepalen waarvoor de over schotten moeten dienen. Maar is het zoo erg als de gemeente eens een overschot heeft? Is het niet zuiverder, als men tot belastingverlaging overgaat, te zorgen dat die blijvend kan zijn? En het staat vol strekt niet vast, dat we een verlaging van thans het volgend jaar kunnen hand haven. Indien het waar was, dat gemeente bestuur behoorde af te gaan op cijfers van den inspecteur, zou spr. het met de rede- neering vfln dezo lodön 0©ns zijn. Maar in het rapport van den gemeente-ontvanger, waaraan onze cijfers ontleend ZÜ", staat „op de mij verstrekte gegevens en dat advies is gebaseerd op 6.3. De heer De Zwart: Maar die cijfers waren een jaar oud! De heer Verstegen: Goed, maar de officieele raming van den inspecteur was nog niet bekend. De heer De Zwart: U had de ra- mingscijfers van 1927 moeten gebruiken. De heer Verstegen: De controle dienst zegt, dat het belastbaar mkornen berekend is naar het dienstjaar 1927— 28. De heer Van Dam: Maar dat zijn de loopende kohieren! De heer V e r s t e g e n: Wat wilt u dan? De heer Van Dam: U krijgt in Juli 1927 een ramingscijfer voor 1928. De heer Verstegen: Een ramings- cüfer is nooit een basis, dat is alleen het bedrag, dat in werkelijkheid binnenkomt. l) Casuistiek is de leer om voor alle En toen dit door de controle op papier ge- gewetensvragen eene oplossir.7 te vindon. Hierover ontstaat nadere gedachtenwis- seling. Voortgaande betoogt de heer Ver stegen, dat het voor het Ooilege zeer moeilijk is de brug te betreden, welke door den heer De Zwart is geslagen. Het helpt niet, omdat we te goed weten wat het Rijk wil. Nog één ding moet spr. van het hart, namelijk naar aanleiding van 'sRaads ge griefdheid over de niet-uitvoering van het besluit. Er wordt gesproken van een con flict, van opzet e.d. Het is inderdaad op zet, dat er geen suppl. begrooting is ge zonden, omdat die er niet was. De heer Biersteker: Dat is casuis tiek! x) Er was toch een suppl. begrooting op 6.3! De heer Verstegen: Neen, die was er niet. Er waren alleen maar cijfers, maar er is hieromtrent geen begrooting inge diend. Er zou over deze zaak nog veel te zeggen zijn, maar spr. zal het achterwege houden. Alleen mag de Raad niet den in druk hebben alsof het Ooilege in dezen tegenwerkt. Trouwens, het Ooilege heeft toch ook wel raadsbesluiten uitgevoerd, die in flagranten strijd waren met de mee ning van het College, en wij hebben er nimmer aan gedacht den Raad deswegen van opzet tot tegenwerking te beschuldi gen. Laat men het omgekeerd ook niet doen. Als thans besloten wordt tot hand having van het cijfer 6, komt de gemeente in groote moeilijkheden. Men kan geen vuist zetten als men geen hand heeft en het is hier de raadsman van de kroon, die gesproken heeft, en waarop geen beroep is. Wordt besloten het cijfer 6 te hand haven, dan komt er geen belastingbiljet, terwijl de kans zeer groot is, dat we geen uitkeering meer krijgen en dus ook geen betalingen meer kunnen doen. Overigens is er voor dè meening, dat, door hand having thans van het cijfer 6.3, een vol gend jaar wellicht een blijvende ver laging kan tot standkomen, toch ook iets te zeggen? We hebben thans een nieuw belastingsysteem ingevoerd en als we hierop nu een aantal overschotten kunnen kweeken, kunnen die straks de basis wor den voor een blijvende verlaging. Het College heeft door zijn houding den Raad geenszins willen dwarsboomen, evenmin als de Raad ooit het College heeft gedwarsboomd, ofschoon ik persoon lijk daarover wel eens anders heb ge dacht. Bij B. en W. is niets omtrent vermoede lijke hoogere opbrengsten hekend. De heer Bok: Eerst eergisteren heeft de ontvanger ons medegedeeld, dat er 69.000 meer ontvangen wordt. De heer Biersteker zal gaarne het door hem gebezigde woord „sabotage na deze toelichting terugnemen. Maar de indruk tegenover den Raad was niet pret tig. Het gold een met algemeene stemmen genomen raadsbesluit en wij hadden mo gen verwachten, dat het College er de schouders onder gezet had. Er zijn toch vaststaande cijfers naar voren gebracht, zoodat er voor het College alle reden was die aan te houden en het voorstel zoodanig in te kleeden, dat het mogelijk ware er uitvoering aan te geven. Met hetgeen de Raad wist, kwam men met het percentage van 6 geheel uit. Spr. wil ook het woord „opzet" wel terugnemen, maar het heeft er allen schijn van alsof het College ge tracht heeft het raadsbesluit door een hoo ger College te doen vernietigen. Spr. geeft tenslotte in overweging om bij de kroon een percentage van 6.1 aan te bevelen en op die manier te trachten tot een compromis te komen. De heer V erstegen: Als het moge lijk was op het oogenblik het cijfer op 6 klaar te krijgen, zou het College zeer ze ker in den geest van den Raad handelen, maar het is tijd verspelen. Een dergelijk aesluit wordt niet goedgekeurd. Spr. zou hieromtrent wel nadere mededeelingen kunnen doen, doch alleen in comité. De heer Biersteker stelt voor in comité te gaan teneinde den wethouder te hooren. De heer Verstegen is bereid aan het einde der vergadering in comité te gaan. Op een eventueel besluit hebben die mededeelingen geen invloed, zoodat de Raad zijn beslissing even goed nemen kan. De heer Bok meent, dat de heer Bier steker te zwaar aan de zaak tilt. Nieuwe mededeelingen, welke hierop betrekking hebben, komen door eventueele mededee lingen in comité niet. Maar heeft de heer Biersteker den brief van het College wel goed doorgelezen? De heer Biersteker: Waar ziet u mij eigenlijk voor aan? De heer Bok: Als de minister den in druk had gekregen, dat de Raad gelijk rad, zou het College er zich bij hebben neergelegd. Maar de minister was van een andere meening. Laat de heer Biersteker nu niet vasthouden aan zijn meening, maar met het cijfer van 6.3 meegaan. Te recht heeft de heer De Zwart gewezen op de bezwaren, welke annex zijn aan uitstel. Wij kunnen geen betalingen doen, onze kasgeldleening loopt vast, enz. Er moet dus vanavond eene beslissing komen. t De heer De Zwart heeft aan het slot van zijn laatste betoog gevraagd of B. en W. bereid zouden zijn mee te werken het cijfer op 6 te brengen door rectificatie der cijfers. Daarop is gezegd: dit geeft ons niets. Als we voor volgende jaren dit meerdere cijfer vasthouden, kunnen we daarop de begrooting opzetten. Op de hans overgebleven 69.000 van vorige dienstjaren kunnen we een volgend jaar niet rekenen. De heer Bok: Dat wisten wij ook eerst nu! De heer De Zwart: Maar wij wisten het al in de eerste vergadering der Oom missie. Het College beaamt, dat door he; percentage 6.8 een overschot van een kleine 100.000 ontstaat. Als het College dat wil rectificeeren, is de mogelijkheid aanwezig, dat men op het departement als nog toegeeft. Dat aan het departement bij voorbaat al medegedeeld is, dat het cijfer 6.3 zal moeten worden, is ook fout ge weest. Spr. vraagt of het College bereid is zich nader te beraden om alsnog op deze wijze mede te werken aan de totstand koming van het percentage 6 of desnoods 6.1. In de verouderde cijfers is alleen ge rekend met lagere inkomsten, maar niet met lagere uitgaven. Laat men den Raad nu niet het mes op de keel zetten. De heer G r u n w a 1 d: Het College kan aan Ged. Staten mededeelen, dat we een straatbelasting en tal van andere hebben ingevoerd en dat dit de reden is der ver laging van het cijfer. Ged. Staten zoowel als de minister zullen toch de groote nood zakelijkheid gevoelen eener verlaging. De Voorzitter: Gemakkelijk is het niet wat de heer Grunwald wil. Dat in het voorjaar het cijfer 6.3 is genoemd, was noodzakelijk voor de goedkeuring der ver ordening. Al die nevenbelastingen zijn be kend aan de hoogere college's. Opschor ting van het raadsbesluit heeft ten gevolge, dat de aanslagbiljetten niet uit gaan en wie weet hoe lang weer vertra ging ontstaat. Nu kunnen wij het probee ren, maar ik waarschuw den Raad, dat het geen succes zal hebben. En de zaak der belastingheffing wordt erdoor vertraagd. Hier moet met uiterst veel tact en voor zichtigheid gewerkt worden. De heer Grunwald voelt de bezwa ren, die het College heeft tegen een terug treden. Spr. stelt voor op het oogenblik het percentage van 6.3 aan te nemen, en aan het College te verzoeken dit alsnog te willen terugbrengen en het verschil aan de belastingschuldigen te restitueeren. De heer Biersteker: Hoe kan dat nu? Dat is toch niet doenlijk! De heer Grunwald: Het geschiedt op meerdere plaatsen. Als we ons besluit handhaven, gooien we den kop in den wind en dat is voor het prestige van den Raad niet goed. De heer Biersteker: Het plan brengt onuitvoerbare moeilijkheden mee. Het geluid van den voorzitter hoorende, zou ik zeggen, laat de Raad dan liever eenparig het percentage op 6.1 stellen en dat toelichten. Dat zou de situatie zuiver der maken, en hieromtrent kan in een week beslist worden. De Voorzitter doet voorlezing van een door den secretaris aan de hand ge dane Oplossing, waardoor er voortgewerkt kan worden. Van de zijde van het College zal dan alle mogelijke materiaal worden aangebracht ter staving van dit stand punt. De heer Biersteker wil de zaak liever omkeeren: de Raad besluite den factor vast te stellen op 6.1 onder de restrictie, dat B. en W. gemachtigd wor den bij niet-goedkeuring dien op 6.3 te bepalen. De heer De Zwart: Dat kan niet; de Raad moet den factor vaststellen en de kroon keurt dien goed. Maar daar we van avond toch niet met deze agenda klaar komen en dus waarschijnlijk zeer spoedig weer moeten vergaderen, zou het door den heer Biersteker aan de hand gedane plan wellicht kunnen worden uitgevoerd. Tenslotte zegt de gemeente-secretaris, dat het raadsbesluit wel zoo kan worden geredigeerd, dat het op beide gevallen toe passelijk kan worden gemaakt, zoodat geen aparte vergadering meer noodig is. In stemming wordt tenslotte gebracht het voorstel om het heffingspercentage te brengen op 6.1 en als de kroon dat niet goedkeurt, op 6.3 en met 16 tegen 2 stem men aangenomen. Tegen stemden de hee- ren Schoeffelenberger en Trap. Zeebad Huisduinen. Verzoek van de N. V. ,Zeebad Huis duinen" om haar een bedrag van ten hoog ste 45.000 te willen leenen, met voorstel van Burgemeester en Wethouders om daartoe te besluiten. De heer Van Dam wenscht de ver klaring af te leggen dat hij tegen de voor dracht is. De heer E y 1 d e r s vindt dit een on verkwikkelijke geschiedenis. Wordt hier mede het particulier initiatief niet ge dood? vraagt spr. De N.V. staat op het standpunt, dat zij Huisduinen vooruit wil brengen. Maar dit kost de gemeente thans al elk jaar 2500, waarbij nu nogmaals dit bedrag zal komen door de tweede hy potheek. Wij krijgen er dus een semi- overheidsbedrijf bij. Is deze zaak niet erg riskant? vraagt spr. De onroerende goede ren staan te boek voor een waarde van 64.890, maar de beide leeningen vormen tezamen 90 van de waarde. De reëele waarde kan meer, maar ook minder zijn. Is, vraagt spr., dit groote kapitaal wel ge waarborgd tegenover de boekwaarde? De gemeente is met een eerste hypotheek ver genoeg gegaan, en spr. zal zich op dien grond thans tegen deze tweede leening verklaren. De heer De Zwart: Als men ziet welke groote bedragen aan de N. V. zijn verschaft en daarmede betoogen wil, dat het particulier initiatief in deze tekort schoot, is spr. het hiermede eens. Eh het is wel eigenaardig, dit juist uit den mond te moeten vernemen van éon voorstander van het particulier initiatief. Ook is het voorstel voor deze leening uitgegaan van iemand, die juist altijd het particulier initiatief verdedigt. Van particuliere zijde zou men op deze basis geen geld krijger, dat is zeker. De B.d. bezien de zaak uit eo^-mlsoh oogpunt en wij meenen, dot al het moge lijke moet worden gedaan ons zeebad zoo veel mogelijk te bevorderen om daaruit een bron van Inkomsten te kunnen schep pen. Dan zullen de tegenstanders van overheidsbedrijven moeten erkennen, dat zjj de hulp van de overheid niet kunnen missen en dus daarop niet verder mopten afgeven. Ik kan me voorstellen, dat de heer Eylders teleurgesteld is, dat B. en W. met deze voordracht meegaan, maar de gemeente Den Helder kan niet vooruit gaan als haar niet nu en dan de helpende hand wordt toegestoken. Het bedrag is groot genoeg om vooraf hieromtrent advies van de Cie. van Bij stand in te winnen, en hoewel het punt al tweemaal op de agenda heeft gestaan, en het advies der Cie. voor een belangrijk deel gevolgd is, wordt geen advies overge legd. Een der leden heeft zich ertegen uit gesproken. Wat de heer Eylders zei, dat de gemeente er belangrijk bij geïnteres seerd is, is waar, en de vraag kan worden gesteld of het niet gewenscht is van ge meentewege rechtstreeks controle uit te oefenen op den gang van zaken. Thans is die controle er ook wel, maar achteraf en men heeft in het loopend jaar geen toe zicht. De heer Biersteker: Er is een commissaris voor aangewezen. De heer De Zwart bedoelt meerdere zekerheid voor het kapitaal, dat verstrekt wordt. Vandaar dat de Cie. voor de Fin. voorstelde alle goederen aan de gemeente te cedeeren. Er is toen genoegen geno men met in pandgeving zooals uit het na dere voorstel 78bis blijkt. Spr. heeft deze vraag in het openbaar gesteld teneinde meerdere zekerheid hieromtrent te krij gen. Door de aangebrachte wijziging is spr. bezwaar in hoofdzaak ondervangen; het geld is door verpanding ten volle ver zekerd, maar in de Cie. van Bijstand is gewezen op eene uitspraak van den Hoo- gen Raad, waarbij beslist werd, dat het pand feitelijk moet berusten bij den pand gever. Hier is dat niet het geval: het wordt in bruikleen afgestaan aan de N.V. Hoe stelt, vraagt spr., het College zich voor deze moeilijkheid op te lossen? Dat kan slechts door aanstelling van een be paald persoon als pandhouder namens de gemeente. Er zou inderdaad aanmerking zijn te maken op het feit, dat gelden wor den verstrekt op de basis der boekwaarde, maar uit de stukken is gebleken, dat alle afschrijvingen zeer reëel zijn en alle vori ge verliezen radicaal ingehaald. Ook moe ten de objecten niet alleen beoordeeld worden naar hun bouwwaarde, maar ook naar de plaats, waarop zij staan. Een taxa tie-commissie acht spr. niet noodig; hij aanvaardt de cijfers, zooals die verstrekt zijn en ook de gewijzigde clausule, indien de gemeente voor dit pandrecht eene op lossing weet aan te geven. De heer Van Dam had geen discus sie verwacht, vandaar zijn aanvankelijke verklaring, die spr. thans gaarne motivee- ren wil. Hij heeft zich in de Cie. zijn stem voorbehouden en tenslotte besloten tegen te stemmen. Ook bij de vorige leening deed hij dat Naar spr. meening ligt de zaak buiten de belangen der gemeente, als deze er geld in wagen wil, moet dat geschieden om er den stoot aan te geven. Dat is thans geschied, en niet meer noo dig, en door deze thans voorgestelde gestie wordt het voor de gemeentenaren steeds moeilijker bij concurrentie met het zeebad iets te beginnen. Particulieren komen dan altijd achteraan, hun risico wordt grooter en eenmaal op dezen weg, moet men ver der en steeds verder gaan, zooals thans ook weer geschiedt, hetgeen niet op den weg der gemeente ligt. De heer Grunwald is verbaasd van den heer Eylders te vernemen, dat hier door het particulier initiatief gedood wordt. Als de bloei van Huisduinen van het particulier initiatief zou afhangen, kwam van eenigen vooruitgang niets te recht. Er zijn aandeelen geplaatst op een gegarandeerde rente van 5 pet. met risico, dat van die rente niets terechtkomt. Dat is geschied door aandeelhouders, die zelf geld van de banken moeten opnemen tegen 7 pet. Nog dezer dagen was spr. fe Wijk aan Zee. Wat daar tot stand is gebracht, doet mij de vraag stellen of wij hier, waar een zooveel mooier strand is, al die jaren geslapen hebben. Het bestuur van het Zeebad neemt con amore en zonder eeni- ge vergoeding de zaak waar. Aan een zaak als deze zijn tal van moeilijkheden ver bonden en het is volstrekt niet erg als de gemeente er de schouders onder zet. Vroe gere pogingen hier een hotel te krijgen, zijn niet gelukt, en het is wel gebleken, dat tal van menschen naar een rustig zee strand verlangen. Spr. onderschrijft hetgeen de heer De Zwart hieromtrent zeide. Het is niet de bedoeling van de N. V. winst voor zichzelf te maken. Wat het pandrecht betreft, uit de toegevoegde clau sule blijkt, dat de gemeente het recht heeft alle eigendommen der N.V. in beslag te nemen... De heer De Zwart: Alleen de vaste! De heer Grunwald: Maar de roe rende goederen vormen slechts een be trekkelijk klein bedrag. Bovendien zijn door de N. V. tal van villa's gebouwd, die ook weer hun belasting opbrengen en medewerken aan den vooruitgang van Huisduinen. Een hotel zal ongetwijfeld goed bezet zijn, omdat inderdaad Huls duinen een der mooiste punten is van ons strand. Wat de gemeente hier doet, komt haar ten volle ten goede. Waar de Oom missie van het Zeebad bestaat uit men schen, die geheel gratis hun arbeid aan dit werk geven, is naar spr. meening de clau sule betreffende het pandrecht overbodi ge voorzichtigheid. De heer Van Dam meent, dat de zaak buiten de lijn van het gemeentebestuur ligt. Dat is ook zoo, indien dat niet zoo was, zou niet met dienzelfden ijver worden gewerkt. Wat de concurrentie betreft, het Zeebad zou het toejuichen als door een particulier een hotel word gebouwd. Er wordt thans reeds door tal van inwoners gebouwd en de gemeente zal er goed aan doen dit voorstel aan te nemen. Ook zon der de clausule van bijlage 78bls zal spr. voor het voorstel stemmen. De heer Sohoefl elenberger stelt de vraag of inderdaad de vraag naar pension zoo groot is, dat een hotel noo dig is. In Juli waren nog verscheidene woningen onbewoond, bovendien zjjn er twee permanente bewoners en zijn er nog verscheiden Heldersohen, die van de wo ningen gebruik maken. Het is dan ook niet „Huisduinen vooruit" maar „N.V. Zeebad Huisduinen vooruit". Spr. heeft geïnformeerd ter plaatse; de heer Kreu- ger heeft nog kamers beschikbaar, waar nimmer vraag naar geweest is; de Ruyter heeft in Juni en Juli niets gehad. De clau sule 78bis is ter meerdere zekerheid inge voegd. De zaak Kreuger, die bij bouw 83.000 heeft gekost, bracht in veiling veel minder op en Kr. heeft er thans al spijt van. Het is wel gemakkelijk te bou wen zooals het Zeebad dat doet, men heeft geen risico. De N.V. heeft maar 65 aandeelhouders van 100. De heer Biersteker schiet in den lach. „Zooveel waren er op de laatste ver gadering aanwezig", roept hij uit De heer Sohoeffelenberg er, voortgaande, meent, dat er van vooruit gang van Huisduinen geen bewijzen zijn; het staat thans vrijwel stil. De Raad is dan ook niet verantwoord tegen zulke lage rente geld voor te schieten. Een vennoot schap als deze kan niet eens failliet wor den verklaard. Geroep: Watblieft? Wat is dat nu? De heer Schoeffelenberger: Een N. V. wordt opgericht om particulie ren te vrijwaren. Spr. is tegen het voor stel. De heer Van der Veer is het eens met de heeren Schoeffelenberger en Eyl ders, mits dezen dan ook nooit iemand helpen. En men kan dan beter Huisduinen dichtplakken met kranten. We weten toch allen wel, dat we hier geen rijke men schen hebben, die een dergelijke onder neming financieren. Men sture dan maar rouwkaarten rond, dat de menschen niet meer naar hier moeten komen. Er is tegenwoordig veel vraag naar goede hotels op badplaatsen. Den heer Bok doet het genoegen, dat de heer de Z.wart thans uit een ander vaatje tapt dan bij het vorige punt. Er is natuurlijk altijd eenig risico aan de zaak verbonden, maar daarnaast is er toch een ideëele zijde aan betreffende den vooruit gang van Huisduinen. De eerste opzet was, dat door particulieren 45.000 bijeen gebracht werd; daarna is de aanvraag ge komen voor een leening. Het Zeebad heeft altijd aan zijn verplichtingen voldaan, royaal afgeschreven en is thans in stij gende lijn. Weliswaar wordt het nu een groot bedrag, dat de gemeente heeft uit staan, maar het is gebleken een loonend bedrijf te zijn. Steeds meer aanvragen om plaatsing komen van buiten. Dat de ge meubileerde woningen niet volledig be woond zijn, en ook gebruikt worden door inwoners van den Helder, is waar, maar de opzet is ook geweest uitsluitend in de vacantieperiode te verhuren en door ver huur aan inwoners wordt de exploitatie rekening gesteund. De discussies worden gesloten. De vraag van den heer De Zwart beantwoordt de Voorzitter door de mededeeling, dat de directie der Vennootschap zal worden gemachtigd als pandhouder op te treden. Op deze wijze is er voortdurend toezicht op het roerend goed. In stemming gebracht, wordt het voor stel van B. en W. met 14 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Schoeffe- lonberger, Eylders, van Dam en Trap. Wegens het late uur worden nog slechts enkele hamerstukken behande.d. Dit zijn: Voorstel tot het inrichten van een sport terrein en tot het aangaan van een over eenkomst te dier zake met de voetbalver- eeniging „H. R. C." waarbij tegelijkertijd wordt behandeld het hierboven genoemde voorstel inzake het in eigen beheer doen uitvoeren, beide voorstellen worden z. h. s. aangenomen. Legaal Voorstel tot het aanvaarden van een legaat van Mejuffrouw Pietje Jaantje t Hoen, Weduwe van Sacom Roosen daal. Eveneens, na eene opmerking van den heer Eylders, aangenomen. Voorstel tot uitgifte van grond in erf pacht aan Wed. O. J. N. Wezelman geb. Langerak. Voorstel tot verkoop mejuffrouw E Verheus. van grond aan Voorstel tot verbouw van de woningen bij het pompstation te Huisduinen. Voorstel tot het vaststellen der vergoe ding ingevolge art. 101 der Lager Onder wijswet over 1924 aan het Bestuur der Vereeniging „Laat de Kinderkens tot MIJ komen" en de driejaarlijksche afrekening voor de scholen aan de Koningstraat en den Kanaalweg. Conform. Benoeming van leden van de Commis sie voor het nazien der gemeenterekening over 1927. (Vorig jaar werden in de Commissie benoemd de heeren: J. Borkert, G. J. Eyl ders en L. F. van Loo).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 7