kS^peMi^entrekkera^en'derg^ke
Sportterrein.
Grondbedrijf.
Grondbedrijf.
Woningen Pompstation.
Onderwijs.
Gemeenterekening.
Thans worden aangewezen de heeren De
Nijs, Van Os en Woud.
schillende belastingen binnenkomt dan
geraamd is. Als nu de stukken
zet werd was daarvan nog geen bedrag
^«uumuio. jiu ue stuKKen weertATiiw n ""k k^ou ucumg
gaan naar den minister is het «nni.™ !l j n0ff nlet °P 12 Juni, toen de
volg daarvan, dat dit conflict werft aadIiet °yfer van 6 aannam. Spr. is het
°°nriict wordt uit- met den heer van Dam eens, dat die ra-
Da?is ban^akery e"elenber8er:
De heer De Zwart: Dat is geen
ming de beste is, maar wij hadden haar
niet
lTv'rïeï RiTrn r k mt' *een cent meer
s van net Kjjk. Daar is geen mis op.
De heer Schoeffelenberger:
We kunnen het probeeren!
fP£fnhnnS D® ZwartWe moeten de
feiten onder de oogen zien.
„ii°H h®er B1 e r s t e k e r: U kunt 'het
uit de Gemeentewet niet bewijzen.
De heer D e Zwart: Met de wet heeft
deze zaak niets te maken. De minister
keert alleen het 1/10 uit als het heffings-
percentage is vastgesteld en als wij thans
dit 1 '10 al krijgen, is dat een groote gunst
van d< regeering, die zeer zeker wordt in
getrokken bij een conflict. De Raad stelt
het percentage vast, en de interpretatie
daarvan is, dat de kroon het feitelijk vast
stelt. Dus kan men niet in hooger beroep.
Ik geef toe, dat het staatsrechtelijk een
monstrum is, maar het is nu eenmaal zoo.
De heer Schoeffelenberger
interrumpeert en protesteert.
De heer De Zwart: Maar begrijp
het dan toch! U kunt niet in beroep gaan
bij de kroon, want het is de kroon zelf, die
beslist. Maar wij kunnen nog wel trachten
een weg te vinden om het percentage van
6 alsnog te doen goedkeuren. Indien B. en
W. de oorspronkelijke cijfera handhaven,
komt er van de goedkeuring van het
raadsbesluit niets terecht. Maar indien B.
en W. bereid zijn het conflict op te lossen
door alsnog nadere informaties in te win
nen of het inderdaad mogelijk is het per
centage van 6 te handhaven en zij deelt
dat mede aan Ged. Staten, is er nog een
kans, dat het raadsbesluit goedgekeurd
wordt. Anders zal de Raad toch gedwon
gen worden het percentage van 6.3 aan te
houden. Spr. vraagt aan het Ooilege of
dit bereid is op deze wijze mede te werken
aan de oplossing en indien men twijfelt
aan de juistheid der cijfers, alsnog daar
naar een onderzoek te doen instellen.
De heer Biersteker: De Oie.
Fin. heeft ditzelfde besproken. Er is ge
zegd: laat men die cijfers aan den minis
ter overleggen. Wat nu wordt voorgesteld
door den heer de Zwart, had al kunnen
gebeuren, als het advies van de Cie.'v
Fin. was overgelegd. Nu is er sedert
Aug. (datum waarop de Cie. vergaderde)
niets geschied. Spr. zal zich bij het voor-
stel-de Zwart neerleggen; men kan dan
mondeling de zaak bij den minister toe
lichten.
De Voorzitter (de heer Verste
gen): Er is gezegd bij het voorstel had
een wijzigingsbegrooting moeten worden
overgelegd, waarin het cijfer 6 was ver
werkt. Maar er waren voor het College
slechts twee dingen mogelijk: het indie
nen eener wijzigingsbegrooting op 6.3 of
op 6. Laten we nu in alle kalmte de din
gen eens nagaan (er is hier met de vuist
op tafel geslagen enz.) dan zien we de on
mogelijkheid in van een dergelijke hande
ling van het gemeentebestuur. Aan Ged
Staten is het voorstel gezonden, zooals dat
door de Cie. gedaan is, ook met alle mee
vallers enz. er bij. Daarnaast zijn de cij
fers gegeven van B. en W. en een resumé
van de vergadering van den Raad. De z.g.
opzettelijk weggelaten slotzin was volko
men overbodig en is daarom weggelaten.
De ambtenaren aan de prov. griffie heb
ben meer aan een paar cijfers dan aan
welke lange redeneering ook. Meer dan
wij deden kon er niet worden gedaan, en
het gemeentebestuur had zeer zeker het
recht zijn eigen inzichten aan de hand der
cijfers weer te geven, doch heeft dat ook
nagelaten. Op de prov. griffie is gezegd,
dat het te gek is voor een gemeente als
den Helder om nu maar bij den eersten
den besten meevaller tot belastingverla
ging over te gaan.
De heer Van Dam protesteert daar
tegen.
De heer Verstegen: Ja, meneer
van Dam, het zijn niet mijn woorden, het
is ook niet mijn inzicht, dat ik hier ver
kondig. Maar de cijfers, waarop de verla
ging gebaseerd is, werden onvoldoende
beschouwd om tot belastingverlaging over
te gaan. Er is niets tegen bij suppl. be
grooting te bepalen waarvoor de over
schotten moeten dienen. Maar is het zoo
erg als de gemeente eens een overschot
heeft? Is het niet zuiverder, als men tot
belastingverlaging overgaat, te zorgen
dat die blijvend kan zijn? En het staat vol
strekt niet vast, dat we een verlaging van
thans het volgend jaar kunnen hand
haven.
Indien het waar was, dat gemeente
bestuur behoorde af te gaan op cijfers van
den inspecteur, zou spr. het met de rede-
neering vfln dezo lodön 0©ns zijn. Maar in
het rapport van den gemeente-ontvanger,
waaraan onze cijfers ontleend ZÜ", staat
„op de mij verstrekte gegevens en dat
advies is gebaseerd op 6.3.
De heer De Zwart: Maar die cijfers
waren een jaar oud!
De heer Verstegen: Goed, maar de
officieele raming van den inspecteur was
nog niet bekend.
De heer De Zwart: U had de ra-
mingscijfers van 1927 moeten gebruiken.
De heer Verstegen: De controle
dienst zegt, dat het belastbaar mkornen
berekend is naar het dienstjaar 1927— 28.
De heer Van Dam: Maar dat zijn de
loopende kohieren!
De heer V e r s t e g e n: Wat wilt u dan?
De heer Van Dam: U krijgt in Juli
1927 een ramingscijfer voor 1928.
De heer Verstegen: Een ramings-
cüfer is nooit een basis, dat is alleen het
bedrag, dat in werkelijkheid binnenkomt. l) Casuistiek is de leer om voor alle
En toen dit door de controle op papier ge- gewetensvragen eene oplossir.7 te vindon.
Hierover ontstaat nadere gedachtenwis-
seling. Voortgaande betoogt de heer Ver
stegen, dat het voor het Ooilege zeer
moeilijk is de brug te betreden, welke
door den heer De Zwart is geslagen. Het
helpt niet, omdat we te goed weten wat
het Rijk wil.
Nog één ding moet spr. van het hart,
namelijk naar aanleiding van 'sRaads ge
griefdheid over de niet-uitvoering van het
besluit. Er wordt gesproken van een con
flict, van opzet e.d. Het is inderdaad op
zet, dat er geen suppl. begrooting is ge
zonden, omdat die er niet was.
De heer Biersteker: Dat is casuis
tiek! x) Er was toch een suppl. begrooting
op 6.3!
De heer Verstegen: Neen, die was
er niet. Er waren alleen maar cijfers, maar
er is hieromtrent geen begrooting inge
diend. Er zou over deze zaak nog veel te
zeggen zijn, maar spr. zal het achterwege
houden. Alleen mag de Raad niet den in
druk hebben alsof het Ooilege in dezen
tegenwerkt. Trouwens, het Ooilege heeft
toch ook wel raadsbesluiten uitgevoerd,
die in flagranten strijd waren met de mee
ning van het College, en wij hebben er
nimmer aan gedacht den Raad deswegen
van opzet tot tegenwerking te beschuldi
gen. Laat men het omgekeerd ook niet
doen. Als thans besloten wordt tot hand
having van het cijfer 6, komt de gemeente
in groote moeilijkheden. Men kan geen
vuist zetten als men geen hand heeft en
het is hier de raadsman van de kroon, die
gesproken heeft, en waarop geen beroep
is. Wordt besloten het cijfer 6 te hand
haven, dan komt er geen belastingbiljet,
terwijl de kans zeer groot is, dat we geen
uitkeering meer krijgen en dus ook geen
betalingen meer kunnen doen. Overigens
is er voor dè meening, dat, door hand
having thans van het cijfer 6.3, een vol
gend jaar wellicht een blijvende ver
laging kan tot standkomen, toch ook iets
te zeggen? We hebben thans een nieuw
belastingsysteem ingevoerd en als we
hierop nu een aantal overschotten kunnen
kweeken, kunnen die straks de basis wor
den voor een blijvende verlaging.
Het College heeft door zijn houding den
Raad geenszins willen dwarsboomen,
evenmin als de Raad ooit het College
heeft gedwarsboomd, ofschoon ik persoon
lijk daarover wel eens anders heb ge
dacht.
Bij B. en W. is niets omtrent vermoede
lijke hoogere opbrengsten hekend.
De heer Bok: Eerst eergisteren heeft
de ontvanger ons medegedeeld, dat er
69.000 meer ontvangen wordt.
De heer Biersteker zal gaarne
het door hem gebezigde woord „sabotage
na deze toelichting terugnemen. Maar de
indruk tegenover den Raad was niet pret
tig. Het gold een met algemeene stemmen
genomen raadsbesluit en wij hadden mo
gen verwachten, dat het College er de
schouders onder gezet had. Er zijn toch
vaststaande cijfers naar voren gebracht,
zoodat er voor het College alle reden was
die aan te houden en het voorstel zoodanig
in te kleeden, dat het mogelijk ware er
uitvoering aan te geven. Met hetgeen de
Raad wist, kwam men met het percentage
van 6 geheel uit. Spr. wil ook het woord
„opzet" wel terugnemen, maar het heeft
er allen schijn van alsof het College ge
tracht heeft het raadsbesluit door een hoo
ger College te doen vernietigen.
Spr. geeft tenslotte in overweging om
bij de kroon een percentage van 6.1 aan te
bevelen en op die manier te trachten tot
een compromis te komen.
De heer V erstegen: Als het moge
lijk was op het oogenblik het cijfer op 6
klaar te krijgen, zou het College zeer ze
ker in den geest van den Raad handelen,
maar het is tijd verspelen. Een dergelijk
aesluit wordt niet goedgekeurd. Spr. zou
hieromtrent wel nadere mededeelingen
kunnen doen, doch alleen in comité.
De heer Biersteker stelt voor in
comité te gaan teneinde den wethouder te
hooren.
De heer Verstegen is bereid aan
het einde der vergadering in comité te
gaan. Op een eventueel besluit hebben die
mededeelingen geen invloed, zoodat de
Raad zijn beslissing even goed nemen
kan.
De heer Bok meent, dat de heer Bier
steker te zwaar aan de zaak tilt. Nieuwe
mededeelingen, welke hierop betrekking
hebben, komen door eventueele mededee
lingen in comité niet. Maar heeft de heer
Biersteker den brief van het College wel
goed doorgelezen?
De heer Biersteker: Waar ziet u
mij eigenlijk voor aan?
De heer Bok: Als de minister den in
druk had gekregen, dat de Raad gelijk
rad, zou het College er zich bij hebben
neergelegd. Maar de minister was van een
andere meening. Laat de heer Biersteker
nu niet vasthouden aan zijn meening,
maar met het cijfer van 6.3 meegaan. Te
recht heeft de heer De Zwart gewezen op
de bezwaren, welke annex zijn aan uitstel.
Wij kunnen geen betalingen doen, onze
kasgeldleening loopt vast, enz. Er moet
dus vanavond eene beslissing komen.
t
De heer De Zwart heeft aan het slot
van zijn laatste betoog gevraagd of B. en
W. bereid zouden zijn mee te werken het
cijfer op 6 te brengen door rectificatie der
cijfers. Daarop is gezegd: dit geeft ons
niets. Als we voor volgende jaren dit
meerdere cijfer vasthouden, kunnen we
daarop de begrooting opzetten. Op de
hans overgebleven 69.000 van vorige
dienstjaren kunnen we een volgend jaar
niet rekenen.
De heer Bok: Dat wisten wij ook eerst
nu!
De heer De Zwart: Maar wij wisten
het al in de eerste vergadering der Oom
missie. Het College beaamt, dat door he;
percentage 6.8 een overschot van een
kleine 100.000 ontstaat. Als het College
dat wil rectificeeren, is de mogelijkheid
aanwezig, dat men op het departement als
nog toegeeft. Dat aan het departement bij
voorbaat al medegedeeld is, dat het cijfer
6.3 zal moeten worden, is ook fout ge
weest. Spr. vraagt of het College bereid is
zich nader te beraden om alsnog op deze
wijze mede te werken aan de totstand
koming van het percentage 6 of desnoods
6.1. In de verouderde cijfers is alleen ge
rekend met lagere inkomsten, maar niet
met lagere uitgaven. Laat men den Raad
nu niet het mes op de keel zetten.
De heer G r u n w a 1 d: Het College kan
aan Ged. Staten mededeelen, dat we een
straatbelasting en tal van andere hebben
ingevoerd en dat dit de reden is der ver
laging van het cijfer. Ged. Staten zoowel
als de minister zullen toch de groote nood
zakelijkheid gevoelen eener verlaging.
De Voorzitter: Gemakkelijk is het
niet wat de heer Grunwald wil. Dat in het
voorjaar het cijfer 6.3 is genoemd, was
noodzakelijk voor de goedkeuring der ver
ordening. Al die nevenbelastingen zijn be
kend aan de hoogere college's. Opschor
ting van het raadsbesluit heeft ten
gevolge, dat de aanslagbiljetten niet uit
gaan en wie weet hoe lang weer vertra
ging ontstaat. Nu kunnen wij het probee
ren, maar ik waarschuw den Raad, dat het
geen succes zal hebben. En de zaak der
belastingheffing wordt erdoor vertraagd.
Hier moet met uiterst veel tact en voor
zichtigheid gewerkt worden.
De heer Grunwald voelt de bezwa
ren, die het College heeft tegen een terug
treden. Spr. stelt voor op het oogenblik
het percentage van 6.3 aan te nemen, en
aan het College te verzoeken dit alsnog te
willen terugbrengen en het verschil aan
de belastingschuldigen te restitueeren.
De heer Biersteker: Hoe kan dat
nu? Dat is toch niet doenlijk!
De heer Grunwald: Het geschiedt
op meerdere plaatsen. Als we ons besluit
handhaven, gooien we den kop in den
wind en dat is voor het prestige van den
Raad niet goed.
De heer Biersteker: Het plan
brengt onuitvoerbare moeilijkheden mee.
Het geluid van den voorzitter hoorende,
zou ik zeggen, laat de Raad dan liever
eenparig het percentage op 6.1 stellen en
dat toelichten. Dat zou de situatie zuiver
der maken, en hieromtrent kan in een
week beslist worden.
De Voorzitter doet voorlezing van
een door den secretaris aan de hand ge
dane Oplossing, waardoor er voortgewerkt
kan worden. Van de zijde van het College
zal dan alle mogelijke materiaal worden
aangebracht ter staving van dit stand
punt.
De heer Biersteker wil de zaak
liever omkeeren: de Raad besluite den
factor vast te stellen op 6.1 onder de
restrictie, dat B. en W. gemachtigd wor
den bij niet-goedkeuring dien op 6.3 te
bepalen.
De heer De Zwart: Dat kan niet; de
Raad moet den factor vaststellen en de
kroon keurt dien goed. Maar daar we van
avond toch niet met deze agenda klaar
komen en dus waarschijnlijk zeer spoedig
weer moeten vergaderen, zou het door den
heer Biersteker aan de hand gedane plan
wellicht kunnen worden uitgevoerd.
Tenslotte zegt de gemeente-secretaris,
dat het raadsbesluit wel zoo kan worden
geredigeerd, dat het op beide gevallen toe
passelijk kan worden gemaakt, zoodat
geen aparte vergadering meer noodig is.
In stemming wordt tenslotte gebracht
het voorstel om het heffingspercentage te
brengen op 6.1 en als de kroon dat niet
goedkeurt, op 6.3 en met 16 tegen 2 stem
men aangenomen. Tegen stemden de hee-
ren Schoeffelenberger en Trap.
Zeebad Huisduinen.
Verzoek van de N. V. ,Zeebad Huis
duinen" om haar een bedrag van ten hoog
ste 45.000 te willen leenen, met voorstel
van Burgemeester en Wethouders om
daartoe te besluiten.
De heer Van Dam wenscht de ver
klaring af te leggen dat hij tegen de voor
dracht is.
De heer E y 1 d e r s vindt dit een on
verkwikkelijke geschiedenis. Wordt hier
mede het particulier initiatief niet ge
dood? vraagt spr. De N.V. staat op het
standpunt, dat zij Huisduinen vooruit wil
brengen. Maar dit kost de gemeente thans
al elk jaar 2500, waarbij nu nogmaals
dit bedrag zal komen door de tweede hy
potheek. Wij krijgen er dus een semi-
overheidsbedrijf bij. Is deze zaak niet erg
riskant? vraagt spr. De onroerende goede
ren staan te boek voor een waarde van
64.890, maar de beide leeningen vormen
tezamen 90 van de waarde. De reëele
waarde kan meer, maar ook minder zijn.
Is, vraagt spr., dit groote kapitaal wel ge
waarborgd tegenover de boekwaarde? De
gemeente is met een eerste hypotheek ver
genoeg gegaan, en spr. zal zich op dien
grond thans tegen deze tweede leening
verklaren.
De heer De Zwart: Als men ziet
welke groote bedragen aan de N. V. zijn
verschaft en daarmede betoogen wil, dat
het particulier initiatief in deze tekort
schoot, is spr. het hiermede eens. Eh het
is wel eigenaardig, dit juist uit den mond
te moeten vernemen van éon voorstander
van het particulier initiatief. Ook is het
voorstel voor deze leening uitgegaan van
iemand, die juist altijd het particulier
initiatief verdedigt. Van particuliere zijde
zou men op deze basis geen geld krijger,
dat is zeker.
De B.d. bezien de zaak uit eo^-mlsoh
oogpunt en wij meenen, dot al het moge
lijke moet worden gedaan ons zeebad zoo
veel mogelijk te bevorderen om daaruit
een bron van Inkomsten te kunnen schep
pen. Dan zullen de tegenstanders van
overheidsbedrijven moeten erkennen, dat
zjj de hulp van de overheid niet kunnen
missen en dus daarop niet verder mopten
afgeven. Ik kan me voorstellen, dat de
heer Eylders teleurgesteld is, dat B. en
W. met deze voordracht meegaan, maar de
gemeente Den Helder kan niet vooruit
gaan als haar niet nu en dan de helpende
hand wordt toegestoken.
Het bedrag is groot genoeg om vooraf
hieromtrent advies van de Cie. van Bij
stand in te winnen, en hoewel het punt al
tweemaal op de agenda heeft gestaan, en
het advies der Cie. voor een belangrijk
deel gevolgd is, wordt geen advies overge
legd. Een der leden heeft zich ertegen uit
gesproken. Wat de heer Eylders zei, dat
de gemeente er belangrijk bij geïnteres
seerd is, is waar, en de vraag kan worden
gesteld of het niet gewenscht is van ge
meentewege rechtstreeks controle uit te
oefenen op den gang van zaken. Thans is
die controle er ook wel, maar achteraf en
men heeft in het loopend jaar geen toe
zicht.
De heer Biersteker: Er is een
commissaris voor aangewezen.
De heer De Zwart bedoelt meerdere
zekerheid voor het kapitaal, dat verstrekt
wordt. Vandaar dat de Cie. voor de Fin.
voorstelde alle goederen aan de gemeente
te cedeeren. Er is toen genoegen geno
men met in pandgeving zooals uit het na
dere voorstel 78bis blijkt. Spr. heeft deze
vraag in het openbaar gesteld teneinde
meerdere zekerheid hieromtrent te krij
gen. Door de aangebrachte wijziging is
spr. bezwaar in hoofdzaak ondervangen;
het geld is door verpanding ten volle ver
zekerd, maar in de Cie. van Bijstand is
gewezen op eene uitspraak van den Hoo-
gen Raad, waarbij beslist werd, dat het
pand feitelijk moet berusten bij den pand
gever. Hier is dat niet het geval: het
wordt in bruikleen afgestaan aan de N.V.
Hoe stelt, vraagt spr., het College zich
voor deze moeilijkheid op te lossen? Dat
kan slechts door aanstelling van een be
paald persoon als pandhouder namens de
gemeente. Er zou inderdaad aanmerking
zijn te maken op het feit, dat gelden wor
den verstrekt op de basis der boekwaarde,
maar uit de stukken is gebleken, dat alle
afschrijvingen zeer reëel zijn en alle vori
ge verliezen radicaal ingehaald. Ook moe
ten de objecten niet alleen beoordeeld
worden naar hun bouwwaarde, maar ook
naar de plaats, waarop zij staan. Een taxa
tie-commissie acht spr. niet noodig; hij
aanvaardt de cijfers, zooals die verstrekt
zijn en ook de gewijzigde clausule, indien
de gemeente voor dit pandrecht eene op
lossing weet aan te geven.
De heer Van Dam had geen discus
sie verwacht, vandaar zijn aanvankelijke
verklaring, die spr. thans gaarne motivee-
ren wil. Hij heeft zich in de Cie. zijn stem
voorbehouden en tenslotte besloten tegen
te stemmen. Ook bij de vorige leening
deed hij dat Naar spr. meening ligt de
zaak buiten de belangen der gemeente,
als deze er geld in wagen wil, moet dat
geschieden om er den stoot aan te geven.
Dat is thans geschied, en niet meer noo
dig, en door deze thans voorgestelde gestie
wordt het voor de gemeentenaren steeds
moeilijker bij concurrentie met het zeebad
iets te beginnen. Particulieren komen dan
altijd achteraan, hun risico wordt grooter
en eenmaal op dezen weg, moet men ver
der en steeds verder gaan, zooals thans
ook weer geschiedt, hetgeen niet op den
weg der gemeente ligt.
De heer Grunwald is verbaasd van
den heer Eylders te vernemen, dat hier
door het particulier initiatief gedood
wordt. Als de bloei van Huisduinen van
het particulier initiatief zou afhangen,
kwam van eenigen vooruitgang niets te
recht. Er zijn aandeelen geplaatst op een
gegarandeerde rente van 5 pet. met risico,
dat van die rente niets terechtkomt. Dat is
geschied door aandeelhouders, die zelf
geld van de banken moeten opnemen tegen
7 pet. Nog dezer dagen was spr. fe Wijk
aan Zee. Wat daar tot stand is gebracht,
doet mij de vraag stellen of wij hier, waar
een zooveel mooier strand is, al die jaren
geslapen hebben. Het bestuur van het
Zeebad neemt con amore en zonder eeni-
ge vergoeding de zaak waar. Aan een zaak
als deze zijn tal van moeilijkheden ver
bonden en het is volstrekt niet erg als de
gemeente er de schouders onder zet. Vroe
gere pogingen hier een hotel te krijgen,
zijn niet gelukt, en het is wel gebleken,
dat tal van menschen naar een rustig zee
strand verlangen.
Spr. onderschrijft hetgeen de heer De
Zwart hieromtrent zeide.
Het is niet de bedoeling van de N. V.
winst voor zichzelf te maken. Wat het
pandrecht betreft, uit de toegevoegde clau
sule blijkt, dat de gemeente het recht heeft
alle eigendommen der N.V. in beslag te
nemen...
De heer De Zwart: Alleen de vaste!
De heer Grunwald: Maar de roe
rende goederen vormen slechts een be
trekkelijk klein bedrag. Bovendien zijn
door de N. V. tal van villa's gebouwd, die
ook weer hun belasting opbrengen en
medewerken aan den vooruitgang van
Huisduinen. Een hotel zal ongetwijfeld
goed bezet zijn, omdat inderdaad Huls
duinen een der mooiste punten is van ons
strand. Wat de gemeente hier doet, komt
haar ten volle ten goede. Waar de Oom
missie van het Zeebad bestaat uit men
schen, die geheel gratis hun arbeid aan dit
werk geven, is naar spr. meening de clau
sule betreffende het pandrecht overbodi
ge voorzichtigheid.
De heer Van Dam meent, dat de zaak
buiten de lijn van het gemeentebestuur
ligt. Dat is ook zoo, indien dat niet zoo
was, zou niet met dienzelfden ijver worden
gewerkt. Wat de concurrentie betreft, het
Zeebad zou het toejuichen als door een
particulier een hotel word gebouwd. Er
wordt thans reeds door tal van inwoners
gebouwd en de gemeente zal er goed aan
doen dit voorstel aan te nemen. Ook zon
der de clausule van bijlage 78bls zal spr.
voor het voorstel stemmen.
De heer Sohoefl elenberger
stelt de vraag of inderdaad de vraag naar
pension zoo groot is, dat een hotel noo
dig is. In Juli waren nog verscheidene
woningen onbewoond, bovendien zjjn er
twee permanente bewoners en zijn er nog
verscheiden Heldersohen, die van de wo
ningen gebruik maken. Het is dan ook
niet „Huisduinen vooruit" maar „N.V.
Zeebad Huisduinen vooruit". Spr. heeft
geïnformeerd ter plaatse; de heer Kreu-
ger heeft nog kamers beschikbaar, waar
nimmer vraag naar geweest is; de Ruyter
heeft in Juni en Juli niets gehad. De clau
sule 78bis is ter meerdere zekerheid inge
voegd. De zaak Kreuger, die bij bouw
83.000 heeft gekost, bracht in veiling
veel minder op en Kr. heeft er thans al
spijt van. Het is wel gemakkelijk te bou
wen zooals het Zeebad dat doet, men
heeft geen risico. De N.V. heeft maar 65
aandeelhouders van 100.
De heer Biersteker schiet in den
lach. „Zooveel waren er op de laatste ver
gadering aanwezig", roept hij uit
De heer Sohoeffelenberg er,
voortgaande, meent, dat er van vooruit
gang van Huisduinen geen bewijzen zijn;
het staat thans vrijwel stil. De Raad is dan
ook niet verantwoord tegen zulke lage
rente geld voor te schieten. Een vennoot
schap als deze kan niet eens failliet wor
den verklaard.
Geroep: Watblieft? Wat is dat nu?
De heer Schoeffelenberger:
Een N. V. wordt opgericht om particulie
ren te vrijwaren. Spr. is tegen het voor
stel.
De heer Van der Veer is het eens
met de heeren Schoeffelenberger en Eyl
ders, mits dezen dan ook nooit iemand
helpen. En men kan dan beter Huisduinen
dichtplakken met kranten. We weten toch
allen wel, dat we hier geen rijke men
schen hebben, die een dergelijke onder
neming financieren. Men sture dan maar
rouwkaarten rond, dat de menschen niet
meer naar hier moeten komen. Er is
tegenwoordig veel vraag naar goede
hotels op badplaatsen.
Den heer Bok doet het genoegen, dat
de heer de Z.wart thans uit een ander
vaatje tapt dan bij het vorige punt. Er is
natuurlijk altijd eenig risico aan de zaak
verbonden, maar daarnaast is er toch een
ideëele zijde aan betreffende den vooruit
gang van Huisduinen. De eerste opzet
was, dat door particulieren 45.000 bijeen
gebracht werd; daarna is de aanvraag ge
komen voor een leening. Het Zeebad heeft
altijd aan zijn verplichtingen voldaan,
royaal afgeschreven en is thans in stij
gende lijn. Weliswaar wordt het nu een
groot bedrag, dat de gemeente heeft uit
staan, maar het is gebleken een loonend
bedrijf te zijn. Steeds meer aanvragen om
plaatsing komen van buiten. Dat de ge
meubileerde woningen niet volledig be
woond zijn, en ook gebruikt worden door
inwoners van den Helder, is waar, maar
de opzet is ook geweest uitsluitend in de
vacantieperiode te verhuren en door ver
huur aan inwoners wordt de exploitatie
rekening gesteund.
De discussies worden gesloten. De vraag
van den heer De Zwart beantwoordt de
Voorzitter door de mededeeling, dat
de directie der Vennootschap zal worden
gemachtigd als pandhouder op te treden.
Op deze wijze is er voortdurend toezicht
op het roerend goed.
In stemming gebracht, wordt het voor
stel van B. en W. met 14 tegen 4 stemmen
aangenomen. Tegen de heeren Schoeffe-
lonberger, Eylders, van Dam en Trap.
Wegens het late uur worden nog slechts
enkele hamerstukken behande.d.
Dit zijn:
Voorstel tot het inrichten van een sport
terrein en tot het aangaan van een over
eenkomst te dier zake met de voetbalver-
eeniging „H. R. C."
waarbij tegelijkertijd wordt behandeld het
hierboven genoemde voorstel inzake het
in eigen beheer doen uitvoeren, beide
voorstellen worden z. h. s. aangenomen.
Legaal
Voorstel tot het aanvaarden van een
legaat van Mejuffrouw Pietje Jaantje
t Hoen, Weduwe van Sacom Roosen
daal.
Eveneens, na eene opmerking van den
heer Eylders, aangenomen.
Voorstel tot uitgifte van grond in erf
pacht aan Wed. O. J. N. Wezelman geb.
Langerak.
Voorstel tot verkoop
mejuffrouw E Verheus.
van grond aan
Voorstel tot verbouw van de woningen
bij het pompstation te Huisduinen.
Voorstel tot het vaststellen der vergoe
ding ingevolge art. 101 der Lager Onder
wijswet over 1924 aan het Bestuur der
Vereeniging „Laat de Kinderkens tot MIJ
komen" en de driejaarlijksche afrekening
voor de scholen aan de Koningstraat en
den Kanaalweg.
Conform.
Benoeming van leden van de Commis
sie voor het nazien der gemeenterekening
over 1927.
(Vorig jaar werden in de Commissie
benoemd de heeren: J. Borkert, G. J. Eyl
ders en L. F. van Loo).