KAN NE WASSER De Bloembladen van Lao-Tze Eerste Blad. BS ALTIJD OOEDIKOOPER OOK VOOR DAMES-CONFECTIE ra. feuilleton. J. AT/LAN DUNN. niet? WA Schele hoofdpijn (Wordt vervolgd.) HELDERSCHE COURANT Verschijnt Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagmiddag Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412 Licht op voor Auto's en Fietsen: Dinsdag 28 Aug8/29 uur. Woensdag 29 8.27 ONVOLWAARDIGE ARBEIDS KRACHTEN. Wanneer men bij de verzorging van gebrekkigen stil blijft staan, nadat men ze óf door medische behandeling óf door speciale opleiding zoover heeft gekregen, dat zij maatschappelijk bruikbaar zijn, dan doet men half werk. Feitelijk nog minder dan half werk, omdat de kosten, aan een en ander be steed, en die zeer hoog zijn, dan zeker onnut zijn en dus beter niet besteed had den kunnen worden. Er zijn nog heel wat menschen, die deze kosten evengoed al niet nuttig be steed achten. Zij redeneeren als volgt, dat in de natuur alles wat zwak is, moet wijken voor de Bierkaren en dat onze maatschappij naar diezelfde natuurwet is opgebouwd. Wat zich in den strijd om het bestaan niet kan handhaven, moet maar verdwijnen en dezulken kunstmatig in stand houden is volgens deze leer niet minder dan zieke lijk. Het is het stelsel van het laissez faire, de liberale economie, voor welks conse quenties zelfs de liberalen van de laatste vijftig jaren zelf zijn teruggedeinsd. De steeds grooteren omvang van onze sociale wetgeving duidt daar reeds op en er is geen enkele reden, waarom men do bescherming, die men de validen meer en meer deelachtig doet worden, niet uit zou strekken tot de gebrekkigen tevens. Uit humanitair oogpunt zou men de laatsten reeds veel eerder hebben moeten beschermen en helpen. De oude volkeren maakten zooals wij reeds eerder zeiden de gebrek kigen en ouden van dagen, dus zij, die ren, eenvoudig af. Dat was een radicaal middel, waaraan in onze maatschappij vanzelf geen sprake meer zou kunnen zijn. Intusschen schijnt het ons dikwijls wreeder toe, de gebrekkigen aan hun lot over te laten, zooals nu grootendeels nog het geval is, dan ze, zooals vroeger, tijdig uit hun ellende te verlossen. Er is dus geen ontkomen aan, we zullen alles moeten doen, óók.de onvolwaardi- gen een zoo goed mogelijk levensbestaan te geven en de maatschappij een zoo groot mogelijk percentage van hun arbeids kracht te laten verkrijgen. En dan is men er niet mee af, de ge brekkige kinderen alléén 't voor hen be stemde onderwijs te doen geven. Zoo kamen we vanzelf tot het begrip der „Nazorg". Hoe staat het daarmee in ons land? De Inspecteur van het B. O. geeft aan die Nazorg de volgende omschrijving: le. Regelmatig toezicht door speciale nazorg-ambtenaren; 2e. Avönd-onderwljs; 8e. W rk-lnrichtingen voor laagstaande zwakzinnigen; 4e. Vakopleiding door een beperkt aan tal zwakzinnigen. Zooals men ziet, beperkt de heer van Voorthuysen de Nazorg hier tot de groep zwakzinnigen. Men v>.rgete echter niet, dat het gebied der Nazorg veel en veel grooter is. Niet alleen dat andere jeugdige gebrekkigen na het verlaten der school, evengoed die zorg van noode hebben. We hebben nog Ingezonden Mededeellng. door ^Zü nam een plaats in zijn leven in; mocht die onvervuld blijven, dan zou die een leegte achterlaten, een smart en een voortdurend verlangen naar iets, wat h« cevoelde dat het Lot voer hem bestemd bad Hij was een oordeel over haar hande- w'en ten slotte blijven opschorten Die wS haar door baar stiefbroeder inge- e^en en er waren misschien verzachten- §fo™!°ndi«h«te- 't was met meer dan ecnliik de kwestie uit te praten. Met een man zou hij erop aangedrongen hebben d™te Hoi Falls te doen en nu ""stol* ga ik ree," reide hij. „Naar h/Sofsten. Wanneer wonschtmij wb«/hSêna°t Haat tamelijk «oed met hSn Misschien wilt ge hem ook zien; t zoniet meer dan billijk tegenover hem ziin Zult ge komen?" „Waar is het? In de zeven en negen- tlgi?He bloosde een weinig, want zij wist, dat hh zich de bijzonderheden herinnerde van de val, die men voor hem uitgezet had. de groote groepen volwassenen, door ziekte of ongevallen gebrekkig geworden, en die evenzeer geholpen dienen te wor den. Het vraagstuk in zijn vollen omvang wordt, zooals reeds eerder is opgemerkt, op het A.V.O. Congres in Ootober a.s. be handeld. In de genoemde vier punten, door Dr. v. Voorthuysen genoemd, zit alles, wat voor de zwakzinnige oud-leerlingen noo- dig is. Punt 1 is wel het voornaamste. Zonder een man, die zich er geheel en uitsluitend mee kan belasten, slaagt de Nazorg niet of slechts ten deele. Van de capaciteiten van dezen ambtenaar hangt ook zoo ontzettend veel af. Hij moet niét alleen ter zake bekwaam zijn, maar daar naast moet hij een groote liefde voor dit dikwijls zeer ondankbare en ontmoedi gende werk hebben Hij is de man, die als tusschenpersoon optreedt tusschen ouders en school, tus- Bohen school en maatschappij!. Hij geeft zijn raad1 en voorlichting bij de keuze van de tewerkstelling al naar de capaciteiten der gebrekkigen. Hij is de arbeidsbemid delaar en dient dus het vertrouwen te hebben van de werkgevers, die vrijwillig moeten worden gebracht tot de aanne ming van zulke onvolwaardige arbeids krachten. Hij is degene, die dadelijk bij allerlei moeilijkheden en conflicten als tusschen persoon optreedt. Want men vergete niet, dat vooral de zwakzinnigen door hunne gedragingen en omgangsfouten dikwijls tot moeilijkheden aanleiding geven. De taak van den nazorg-ambtenaar is dus zeer omvangrijk. Rusteloos is hij altijdbezig en is eigenlijk nooit klaar. Daarbij valt hij van de eene in de andere teleurstelling, zoodat hij wel iemand moet zijn met een sterke overtuiging en een groot geduld. De goede resultaten moe ten hem tenslotte de bevrediging schen ken, die voor leder in moeliyk werk on misbaar is. De slechte resultaten mogen heim daarbij niet ontmoedigen. De zwakzinnige, die de speciale school verlaat, moet nu voor de maatschappij voor het vrije bedrijf verder worden op- geleld1. Voor een eigenlijke vakopleiding ko men echter maar zeer weinigen in aan merking. Dit zijn de besten en deze zul len tot het beroep, voor hen geschikt, dus worden opgeleid. (Zie punt 4.) Het mee- rendeel zal altijd tot de ongeschoolden behooren. Maar ook daarvoor is een ze kere handvaardigheid noodlg, waarop reeds op de school voor B. O., waar de handenarbeid een zeer voornaam deel van het lesrooster Is, wordt gerekend. Men tracht dus de oud-leerlingen in het vrije bedrijf te werk te stellen. Maar la ar mede is de taak van de Nazorg niet afgeloopen. Het groote gevaar voor deze geestelijk achterlijken is juist de vrije tiijd. Niet allen komen uit gezinnen, waar het voor hen veilig is, ze aan hun lat over te laten. Ingezonden Mededeellng. Wij Breien de Aller Fijnste WoNen K ousen zeer netjes voor U aan. JAAP SNOR. Voor nieuw werk zijn wij nummer één. Tel. 251. Bij het volgende kruispunt riep Keeler een leeg rijtuig aan en stilzwijgend reden zij naar het pension. De laatste keer had den zij tezamen gereden naar de lan dingsplaats in Honolulu van de Wing- Wo-Wang bazaar af, toen hij voor haar de anjelier leis had gekocht en zij ge zegd had gaarne zijn vriendin te willen wezen. Dat soheen al lang geleden. Hij volgde haar in een vertrek, dat als bibliotheek was ingericht en achter de officieele ontvangkamer lag. Hooge open slaande ramen gaven toegang tot een bal kon, dat op een tuin uitzag. Zij exuseerde zich voor enkele oogenbMkken on kwam zonder hoed en mantel terug; haar haar glansde in de zon, die door het raam soheen. „Wij, zullen hier ongestoord zijn," zeide zij toen zij de jalousieën half neerliet en met haar rug naar het venster ging zitten. „Ik heb er voor gezorgd, dat wij met rust gelaten worden, ik zal .u niet lang ophou den. „Mijn moeder huwde Richard Cart- wright," vervolgde zij met zachte stem. „Hij was ingenieur aan eenige spoorwe gen, welke in China aangelegd moesten worden. Hij had reeds een zoon, die bijna twintig jaar was. Twee dagen voor het Bokseroproer, dat in Beking zijn hoogte punt bereikte, snelde een priester hulp zoekend naar ons toe; Hij werd door de Boksers vervolgd. Ik was toen zeven jaar oud." „Dan ben je nu vier en twintig," re kende Keeler stilletjes voor zich uit. „Ik herinnerde me niet veel meer van het gebeurde, want ik zag het niet. Maar de man was verschrikkelijk door messte ken verwond. Mijn stiefvader verjoeg de Punt 2 is dus het Avondonderwijs; dat echter voor een groot percentage tevens ontspanning bedoelt te zijn. De oud-leerlingen worden dus vastge houden en onder leiding van het perso neel van het B. O. worden zij! in hun vrijen tijd met voortgezet onderwijs en ontspannende bezigheden aan de gevaar lijke omgeving van de straat onttrokken. De avondverzorging is dus een voor naam onderdeel van de Nazorg. Ten slotte is het heele streven er op gericht, het aantal geestelijk minder waardigen, dat zonder bijzondere hulp in eigen onderhoud voorziet, zoo groot mo gelijk te maken. Dit lukt reeds voor 60 h 70 Van de rest lukt dit gedeeltelijk en voor een deel heelemaal niet. Maar dit residu moet toch zoo klein mogelijk wor den gehouden. Dit nu is nog mogelijk door speciale werkplaatsen, zooals in punt 8 genoemd1. In deze werkplaatsen arbeiden dus zwakzinnigen, die anders onherroepelijk in de gestichten terecht komen bij ge breke aan wat beters. Daar in die kleine omgeving van lot- genooten, onder voortdurend toezicht en bezigheid, kunnen zij nog een deel van hun levensonderhoud verdienen en spaart de overheid de dure gestichtsverpleging nog uit. Natuurlijk is er nu wel in den loop der jaren verschuiving zoowel naar boven als naar onder in die drie verschil lende groépen. Van de hesten dalen er door allerlei omstandigheden wel eens af naar de tweede en deTde groep, zoo ook van de tweede naar de derde en van do derde naar het gesticht. Het omgekeerde komt ook voor en het is de ambtenaar van de Nazorg, die al deze verschijnselen moet weten, ze nagaat en in elk bijzonder geval zijn zorgeu wijdt aan de beste oplossing. In ons land is de Nazorg nog in de kinderschoenen. Het in dit jaar uitgekomen Rapport van het Bureau voor kinderbescherming te Amsterdam, samengesteld door den secretaris van bet'' bureau, den heer Hoogland1 en den Ambtenaar van de Na zorg aldaar, den heer de Boer, vermeldt er het volgende van. In Noordholland bestaat het instituut te Amsterdam en Haarlem, in welke beide gemeenten een speciale ambtenaar de leiding heeft. Alleen ln Haarlem is het avondonderwijs tevens opgenomen. In belde plaatsen is een werkplaats, te Haarlem van gemeentewege, te Amster dam door particulieren, (het Antonia Wil- helminafonds) gesticht. De voorwaarden zijn in deze plaatsen dus aanwezig, om van de resultaten van het zwakzinnigenonderwijs veel te mo gen verwachten. Overigens is men in Hilversum bezig. Buiten Noordholland is alleen in Dor drecht sind's 1926 de Nazorg geregeld In Delft subsidieert de gemeente een parti culiere vereeniging, te Arnhem, Vlaardln- gen, den Haag en Rotterdam is de zaak in voorbereiding. Ziehier alles. Ongetwijfeld is dit niet veel en wordt het wel tijd, dat het vraag stuk eens in vollen omvang wordt beke ken, opdat dit tevens een spoorslag zij voor de overheid, zich er rekenschap van te geven. Boksers en deed wat hij kon voor den priester, maar dat was niet veel, want binnen het uur stierf hiji. Echter was er in de vouwen van zijn vest een gouden plaatje verstopt met vreemde lettertee- kens erop. Mr. Cartwright bewaarde het meer als een herinnering, dan dat hij het voor waardevol hield, geloof ik. In elk geval, twee dagen later zagen wij ons genoodzaakt met de overigen een schuil plaats te zoeken in de Britsche legatie en werd het tijdelijk vergeten. Toen de redding kwam opdagen verlieten wij Pe king en begaven ons naar Shanghai. De spooraanleg werd natuurlijk niet voortgezet. Mijn stiefvader verloor al zijn gold, en de vernietiging zijner plannen, waaraan hij jaren gewerkt had, soheen zijn levenslust te ondermijnen. Hij was niet jong meer en stierf het volgende jaar. Wij, mijn moeder, mijn stiefbroeder en ikzelf gingen naar Amerika en woon den een poosje in Hoosac Falls. Mijn moeder was daar geboren, had de boer derij van „de Eglantier" in eigendom. Zij bracht niet veel op en had toen vol strekt geen waarde. Zij stierf toen ik achttien was. Tegelijkertijd1 had mijn broeder een be trekking gekregen als Secretaris bij Mo. Vea in New York. Hij woonde bij Mo. Vea en droeg zorg voor zijn zaken, wan neer deze op reis was, hetgeen 't' grootste gedeelte van den tijd het geval was, tot twee jaar geleden. Richard kreeg die be trekking gedeeltelijk door zijn kennis van het Mandarijnsch ik onderhield de mijne door met Richard het te blijven spreken, grootendeels voor de grap om een taal voor ons zelf te hebben, vooral echter, ofschoon Mr. Ma Vea eerst daar Intusschen is het vraagstuk van de plaatselijke werk-inrichtingen, ren voor naam onderdeel van de Nazorg, nog lang niet opgelost Als we zien, dat in de betrekkelijk kleine werkplaatsen te Amsterdam en Haarlem (pl.m. 20 tot 25 tewerkgesteld en) al overproductie is, blijkt dit voldoende. Dezelfde klacht treffen we in de ver slagen der blindenwerkplaatsen aan. En dit is begrijpelijk. Het werk, dat door al deze gebrekkigen kan worden verricht, bepaalt zich tot het maken van zeer eenvoudige producten. Het vlechten van matten, het maken van bezems en borstelwerk, eto. en dit zou nog niet bet ergste zijn, maar in alle krankzinnigengestichten, in gevangenis' sen en opvoedingsgestichten worden de zelfde artikelen eveneens in groote hoe veelheden gemaakt. Daarbij komt, dat de particuliere indu strie dezelfde producten op de markt gooit voor prijzen, die de helft lager zijn, dan den kostprijs in de laatste inrich tingen. Het is derhalve onmogelijk, om de werk-inrichtingen zóó te exploiteeren, dat zij een dekkende rekening opleveren. Nu is dit op zichzelf niet zoo erg. Men kan het verlies dezer inrichtingen be schouwen als een post, die men anders dubbel en dwars aan ondersteuning zou uitgeven, m.a.w. in het loon, dat de ge brekkigen ontvangen, zit sleohts een klein deel verdiend arbeidsloon (en dit moeit de prijzen der producten bepalen) de rest Is ondersteuning, die ais loon wordt uitgekeerd. Het voordeel is dan, dat men deze on- voliwaardigen buiten de armenzorg houdt. Maar hoe dan ook de moeilijkheden van don verkoop blijven, ook al verkoopt men tegen ooncurreerende prijzen en daarom is dit een aangelegenheid, die wed dege lijk nader onder de oagen moet worden gezien. Want levering uitsluitend aan de Overheid zal ook niet helpen. De gemeen telijke blindenwerkplaats te Amsterdam, waar 20 blinden aan den slag zijn, voor ziet ruim in de behoefte van alle gemeen telijke instellingen en bedrijven. Gelukkig is het dan ook, dat werkplaat sen voor slechts kleine aantallen noodlg zijn. De Amsterdamsche Nazorg-amb tenaar rekent, dat het voor die gemeente nog geen 100 bedraagt in totaal, als hij alleen de zwakzinnigen in het oog houdt. Maar ook al is dit getal juist, dan zul len er globaal genomen, in ons land toch altijd nog een goede 600 zwakzinnigen bui ten Amsterdam zijn, die in aanmerking i voor dergelijke werkplaatsen komen. 1 En voor een deel dezer inrichtingen, ui. die voor het platteland, rijst dezelfde moei lijkheid als bij de scholen van het B. O., de kwestie van het vervoer en het ver blijf. Want ook hier zuilen gezamenlijk gestichte en geëxploiteerde werkplaatsen noodig zijn, waardoor een aantal der te- werkgestelden moet reizen en ter plaatse verblijven al of niet in internaat. Wel is waar zullen er naar rato ln de steden altijd veel meer gebrekkigen in aanmerking komen voor die werkplaatsen als op het platte.and, omdat in den land en tuinbouw, dus ter plaatse, een goede gelegenheid voor arbeid ln 't vrije bedrijf te vinden is, algeheele opheffing der ge schetste moeilijkheid is daarmede niet te verkrijgen, nog daargelaten, dat uien óók ten plattelande niet alléén met zwakzin nigen maar evenzoo met aile andere vor men van gebrekkigheid te maken heeft, die toch evenzeer op hulp zijn aangewezen. Het is te hopen, dat op het Congres te Amsterdam voor deze moeilijkheden wegen worden gevonden. Dit staat wel vast, de oplossing zal geld kosten. Geld, dat deels later minder zal worden uitge geven, maar toch meer geld, dan men er cu voor uitgeeft. Met 't meerdere gewen we wat levensgeluk en levensvreupde aan duizenden van onze meest ongelukkige medemenschen, zoodat de hoogere kosten zeker gewettigd zijn. In de bekende gebrekkigen-werkplaat- sen te Frankfort a/Main, waar bijna 900 invaliden van alle vormen arbeiden, wordt een tekort van pl.m, 860.000 per jaar ge maakt of 400 per arbeider. Dit bedrag zou andiers in allerlei vorm waarschijnlijk aan ondersteuning worden besteed, terwijl thans de tewerkgestelden het gevoed hebben, dat zij niet bedeeld zijn en hun levensonderhoud zelf verdie nen. Welk een gewichtige factor dit in een menschenJeven is, kan alleen hij beseffen, die het ongeluk wel eens heeft getroffen, om te moeten bestaan van liefdegaven. Hoe meer men dus ook de gebrekkigen aan dien geesel kan onttrekken, hoe beter. Zie hier de zedelijke beteekonis van de Nazor®. A. W. MICHELfi. Haarlem, 15 Auf. 1928. Het 2e gedeelte van dit artikel is op genomen in de Held. Ort. van Dinsdag 21 Aug. BUITENLAND. ENGELAND. DE L 55. De onderhandelingen met Rusland. Naar Reuter verneemt, duren de onder handelingen met de Sowjet-Unie over de terugbrenging naar Engeland van de lij ken, die uit de in den grond geboorde duikboot L 55 zijn gehaald, voort. De En- gelsche regeering stelt zich voor het koop vaardijschip, dat de lijken aan boord zal nemen, te laten voorafgaan door het oor logsschip Champion, die de lijken in de Oostzee zal overnemen. DUITSCHLAND. HET GESCHIL IN DE RIJNSOHEEP- VAART BIJGELEGD. Tusschen de patroons en werknemers in de Rijnscheepvaart is thans een loon regeling getroffen. Deze geldt tot 31 Maart 1929 en kan dan door beide partyen wor den opgezegd. Men is in bevoegde kringen overtuigd, dat thans voor goruimen tyd vrede in de Rynvaart zal heerschen. Ingezonden MododeeUng. U vaak te wijten aan •Icchle spijsvertering. Foster'i MaagplUen verdrijven spoedig uw kwaal, werken uiterst zacht en verschaffen o een gezonden eetlust nieuwe energie en een opgeruimd humeur, Fosler's Maagplllen Alom verkrijgbaar I 0.65 per flacon. omtrent onwetend' was, omdat deze van zijn bezit van dit bloemblad afwist. By j hun tweede onderhoud toonde hij het Mr. j Mo. Vea aangezien ham bekend was dat I hy een' verzamelaar van Oostersohe cu riositeiten was. Mr. Mo. Vea was dadelijk vol belangstelling en vertelde hem dat hy ook een plaatje had, precies gelijk aan dit. Het had eenige waarde zeide hij en hy bood Richard' de betrekking aan en honderd dollars in ruil voor het plaatje; de verkoop was een conditie voor zijn benoeming tot secretaris. Ik wist niet totdat totdat gij; te Hoo sac FaU® kwaamt, van het geheim van het blaadje af, of liever van dat van die ge- heele bloem. Dit wensch ik u duidelijk te maken." Zy sjprak met grooten ernst en Keeler boog zyn hoofd. Hy had gehoopt iets der- gelyks te zullen vernemen. „Ik wist noch dat mijn broeder afgiet sels had genomen van de blaadjes, die rechtens Mr. Mc. Vea toebehoorden, noch dat hy eenige gedroogde kruiden geno men had, particuliere brieven had geco- pieerd en luistervink speelde by eenige gesprekken, die Mr. Ma Vea met profes sor Mo. Adie hield. Nadat hy gewond werd vertelde hly mij-alles. Ik zal niet trachten myn broeder te excuseeren." „Uw stiefbroeder," verbeterde Keeler. „Mijn stiefbroeder. Eerst werd hy mee gesleept door het denkbeéld' dat men hem onrecht aandeed, ten tweede door dezelfde manie, die Mc. Vea te pakken had. Ik weet alleen dat hy op een. zomer in hoogst opgewonden toestand te Hoosac Falls kwam en mij vertelde, dat Mr. Mc. Vea hem bedrogen had met de waarde van het bloemblad, dat zijn lastgever reusachtige sommen uitgaf om de andere blaadjes te bemachtigen en dat de bloem in haar geheel een geheim' bevatte van onberekenbare waarde. „Hij was zonderling ontroerd, over het geen hy*' Ma Vea's verraad noemde. Richard heeft een eigenaardig karakter, Mr. Keeler. Ik vermoed, dat zyn leven in China zijn eigenlyke natuur veranderd heeft. Hy houdt zich afgezonderd, is, be halve tegen mij,, zeer uit de hoogte. „Geen eigen broeder zou vriendelijker kunnen zyn of zou meer voor me hebben kunnen doen. Wy waren heel arm en na myn moeders dood heeft hiji byna alles, wat hij verdiende, besteed voor mijn op voeding en voor myn geluk. „Hij sprak met Mr. Mc. Vea over de waarde van het blaadje, wees er op, dat hy genoeg op de hoogte zyner particu liere zaken was, om te weten, hoeveel geld voor de andere besteed was. Mr. Ma Vea lachte hem uit. 't Is een man, die verkwistend is op 't punt van uitgaven welke aan zyn grillen tounnen voldoen, maar gierig op een penny waar 't de za ken van anderen betreft. Hij1 maakte er geen geheim, van, dat hy veel meer had willen betalen om het blaadje van Richard te krygen, maar bespotte hem over 't idee van eenige verdere belooning. „Richard wilde nnj toen gaarne naar het Weslesley College zenden. Ilc had er myn hart op gezet, daarheen te gaan en hy legde 't zóó aan, dat hy mij daarheen kon sturen; ik was te jong en te zelfzuch tig om te bedenken, welke opofferingen hem d'it kostte. Maar hy bleef altyd van oordeel dat Mc. Vea hem bestolen had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 1