't Juttertje
UIT VLEGELJAREN
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
van Zaterdag 20 October 1928.
Tob Nooit Hoekje.
352. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
DE MAINTENON.
Ben beroemde vrouw-
JÜS® Ffnsche vrouw ls door velen in
word enigeschrift beoordeeld, bespro-
of beklad> zooals gewoonlijk
°P den voorgrond treden-
en noemt baar vaak een lis-
T door haar invloed op
J^ewijkKlV, Frankrijk tot een absolute
minarchk wilde maken. Tooh is dit niet
nar doe. geweest; haar lijfspreuk was
„uterheendung van de kerk in alle zaken"
enhierdocr wilde zij het diepgezonken hof-
te«nopletten. Haar geloof sterkte haar
en uit desd haar telkenmale opleven.
lranfoi|e d'Aibigny, de latere Mad. de
Mftntenon werd den 27sten November
lo» in d« gevangenis te Niort geboren,
ioh zij eï jaar was, stierf haar vader en
gli^en hair moeder en zij naar Frankrijk
waa" de eerste kort daarna overleed.
Fan^oise vond nu een tehuis bij haar
tant' de Vilette die haar protestant liet
opvjeden; haar andere bloedverwanten o.a.
Mau ie NBuillant duldden dit echter niet
on ilfatsten haar in een klooster; onder
baHer dwang en na veel beleedigingen,
die {ij hier had te verduren, moest zij ein-
delijc begeven en zwoer zij haar geloof at.
Toe» nocht zij (op 15-jarigen leeftijd) weer
het kkoster verlaten en kwam zij in huis
bjj ie z»r gierige Mad. de Neuillant te
Parjs, waar zij Paul Scarron, den beken
den dichter vaak ontmoette. Hij interes-
seetle zich zeer voor het arme in koude
ng opgegroeide kind, gaf haar de
keuje tusschen een huwelijk met hem of
een^'iu gelds, waardoor zjj in een kloos
ter ton kotnen. Zij koos het eerste en zoo
tromde de zeventienjarige Fran^oise
d'Aibigny met den veertigjarigen ver
lamden dichtei Scarron.
Mrt innige houw verzorgde zij hem;
hiel| hem in zin letterkundigen arbeid,
was tegenwoortb bij de vergaderingen,
die hij met hdg ontwikkelde personen
hiel4 waardoor h groote vaardigheid in
de conversatie krtg; zij zorgde er verder
voor dat het peifyan de gesprekken be-
achaifd bleef. ToenPaul Scarron echter 8
Jaar na zijn huwelijk*,ierf, brak voor haar
de gelukkigste tijd vu haar leven aan. De
woningen van de aanzienlijken stonden
voor dt weduwe van S^rron open en met
tact nari zij haar plaats de hoogere krin
gen In. Toch bevredigd haar dit leven,
zonder zorg en toewijdin voor haar zie-
kelijken man, waaraan zij^oo gewend ge
worden was, niet.
Na eenigen tijd kwam nip haar toe wij
ding vragen voor een spe<\al doel. Mad.
de Hontespan zicht een veheegster voor
de kinderen die zij Koning idewijk XIV
gesdionken had. Eerst aarzel^ Mad. Scar
ron om het verzoek van Mai <je Monte-
spaii aan te nemen, maar de kning beval
het tiaar en zoo gehoorzaamden en ging
methen in Faubourg St. Gerni(n wonen.
Vol liefde heeft zij de klndereityerzorgd;
zij wijdde zich geheel aan hen en kwam in
1673 als gouvernante van de konings
kinderen aan het Hof. Hier gevoelde zij
zich echter geheel niet gelukkig. Tusschen
Mad. de Montespan en haar werd de ver
houding gespannen; om financieele rede-
non wenschte zij echter te blijven. Lode-
wijk schonk haar veel geld en daardoor kon
zij het landgoed Maintenon koopen, zoodat
zij geen, neiging gevoelde deze bron van
inkomsten te stuiten. Niettemin achtte zij
haar zieleheil bedreigd door het verblijf
aan het hof; de kinderen die zij verzorgde
had zij evenwel te lief om zich van hen los
te scheuren; haar biechtvader raadde haar
bovendien ten sterkste af om heen te gaan
en zoo slingerde zij steeds tusschen twee
gedachten.
Zij stelde zich nu ten taak het Hof te ver
heffen; zij voelde dat ze nu niet aan haar
eigen wensohen mocht toegeven, maar dat
haar plicht was te blijven.
Toen in 1680 de dauphin van Frankrijk
huwde, werd Mad. de Maintenon als twee
de hofdame van de jonge dauphine aange
steld.
Door deze nieuwe positie kwam zij meer
in aanraking met den koning, die voor
haar een groote sympathie opvatte. Hij
vond het aangenaam, met haar van gedach
ten te wisselen; hij was verheugd iemand
aan het Hof te zien verbonden, die genoeg
gezond verstand had om hem te begrijpen.
Zij trok hem bijzonder aan en kreeg een
grooten invloed op hem.
Zoo leefde Mad. de Maintenon in do
hoogste gunst, zoowel bij den koning als
bij de koningin en toen Maria Theresia
stierf, was Frangoise degene, die hem het
meest troostte. Hij kwam meer en meer
onder haar bekoring en ten slotte vroeg
hij haar ten huwelijk. Zij wilde niet dade
lijk toestemmen, doch na lange aarzeling
gaf zij toe. Zij wist den godsdienstzin bij
het Hof sterker aan te kweeken, maar
jammer genoeg sproten uit dit streng
godsdienstig gevoel indirect de noodlottige
vervolgingen tegen andersdenkenden
voort; wij herinneren in dit verband aan de
opheffing van het Edict van Nantes (1686)
ten gevolge waarvan zeer vele Hugehoten
o.a. naar ons land uitweken. Haar streng
religieuze opvattingen bestendigden haar
koud karakter, uiteraard gmotendeels ont
staan door haar liefdelooze jeugd
Na den dood van haar gemaal trok zij
zich terug in het door haar gestichte kloos
ter St Cyr, waar zij 16 April 1719 overleed.
Die stichting was deels gebaseerd op baar
streven naar veredeling van karakter en
verhooging van het intellect der jonge
dames, maar vond ook haar grond in het
feit d«t Mad. de Maintenon bijzondere
voorliefde en een aangeboren gave voor on
derwijs en opvoeding had. Oorspronkelijk
was St. Cyr een zeer klein opvoedingsge
sticht voor jonge meisjes uit den armen
adellijken stand. De meisjes werden hier
geheel in haar geest opgevoed, ontvingen
onderwijs in talen, letterkunde, muziek,
handenarbeid en zang, en zouden wanneer
zij St Cyr verlieten, Frankrijk kunnen
helpen hervormen.
De lessen werden eerst door wereldlijke
dames gegeven, doch toen Mad. de Main
tenon bemerkte, dat de opleiding te mon
dain werd, liet zij kloosterzusters aanstel
len; teneinde de letterkundige ontwikke
ling te bevorderen en de jonge dames van
Tb eerste morgen/ was tot genoegen
loomn en wonderlijk vlug waren de j<
lui net elkander gemeenzaam' geworden
cheid en pratend lieten zijl zich de stee
■tramen afdalen om met een beleefden g
vooi den directeur, het schoolgebouw
T5t aanstonds hadden zich afzon dep
Hjkti groepjes gevormd, welke als fractie/
dencursus tot èèn geheel vormden. Tot een
der liubies behoorden Rustenburg en van
der Woedt die elkaar eens hadden gemon-
stert, ondeugend lachten, om dan eeuwige
vrindschap te sluiten.
„Jj deugt niet boy, en dat bevalt me
had Woed vastgesteld, toeivi de door krul
len tmtooide snoet van. Rustenburg nauw-
lette d had bekeken.
JBi iii bent geen haair beter, amice
bepslde Rustenburg, wanneer-a de guitige
ooge van Woöd dfep
„,Iin moeesten we maar vrienden zij
-b veerde Van. der Woed' gedecideerd,
was de warme vriendschap daar.
Zt die svml>athie waarachtig warm
iSk wel Uit hun onafscheidelijkheid
rsus erv straat, in kamer of bataal,
overal- Waar ook de slanke gedaante
-oed opdook, zweefde als z'n kortere
scna« w Rustenburg achteraan, zoodalal
zeer poedig het edele duo on opvallend
paar nerd, gekend door ieder dir andere
cursUen. Want het dient gezegd': Tw*«
meerherkwaardige typen te,ue de t'ehec.e
Zeevar;school niet. Onder het gehee.
coriièSioopvaard'ij'-offlQieren en aspiranten
wel k .top de Vlissinger Ruiterschool ter
studiewaren, was geen enkel equivalent
van H wondere duo Woed-Rustenburg te
onderinnen. Op elk lustig divertissement
waar t student en-«ee- en aspirant-zeevaar
ders hu dol vermaak vonden, was het eoe-
'Zd
Eii
was,
op
schie
van
scha<
pel tweetal present en gaf door geest, plus
dol/zinnige moppen den toon van den avond
aan.
Echter niet speciaal de zeevaartcursdsten,
ook, ja vooral het jeugdig deel van Vliissing's
schoone sexe, begon een meer dan hebbelijk
belang in de vrienden te stellen. Ontelbaar
waren de lieve groetjes, welke de boezem-
kameraden op de Vlissinger wegen te be
antwoorden kregen.
En het was geen wonder.
Want Van der Woed, die zeker 2 meter
mat, en Rustenburg, welke de twee meter
bedenkelijk nabiji kwam, waren een paar
lustige kwanten. Echter niet alleen waren
zjj vroolijk, waardoor zij belangrijk de dames
1 ^interesseerden, ook hun onbehoorlijk uiter-
en 'ijk wekte steeds diepe belangstelling. Was
'an der Woed' een schrale twee meter slank
werd tfn scherpe kop getooid door een
;r dan weelderige haarmassa, wier kleur
mdddden hield tusschen rood en donker-
nj©, Rustenburg was niet veel' korter,
sltk met een rond gelaat, waarlangs een
.tamelijke verwarring van bruine haar-
kriioni afhing en meer dan gewoon z'n jas-
krat dekte. (Daarbij kwam, dat de beide zee-
bon^, een groote voorliefde demonstreer
den w excentrieke kleeding, zoodat onder
hun tappe sombrero een sla-nik jongeman-
nenMoeaim neerlljnde, waarom soepel' van
coupe,\enj schilderachtig costuum mantelde.
En bo\j) de dieprood-flluweelen fantasie-
vesten fdderden lustig hun vlindervormige
vrijbeidiagoei^ Log van al'lesl
Zoo, l die merkwaardige zeemanskiee-
ding, hielgn, zjj de rustige straten van Vlis-
singen bekken en het duurde niet over
matig lanfof bjj, differente families waren
ze ingeburj^d. Het werden vroolijke en ge
ziene gaste, die met hun leutige moppen
menig leuk W,je vulden.
Erhter voyien de beide studenten zich
vrij en, was Wfhankelijk-izijn hun devies,
De directeur <er zeevaartschool kon dat
slechts matig a^recieeren. In dien te waar-
iteeren leider el leeraar stak namelijk nog
bet al-oude zeetinsbloed' en hij was van
meening, dat oriten tucht twee niet te ela-
mineeren factoitt in het maatschappelijk
de klassieken te doen genieten, werden er
in St. Cyr tooneelstukken opgevoerd, o.a.
vanden beroemden Franschen treurspel
dichter, Raclne, welke speciaal voor de
meisjes geschreven waren.
Zoo zagen zij Esther en Athalie opge
voerd; dit bleek echter op den duur geen
beletsel om met de buitenwereld in contact
te komen, ten gevolge waarvan dè opvoe
ringen gestaakt werden.
Daar het aannemen van den sluier als
een zeer goede daad werd beschouwd, gin
gen vele meisjes hiertoe over en zoo werd
St. Cyr langzamerhand een voorbereiding
tot het klooster.
Tusschen het leven van Madame de
Maintenon en de ontwikkeling van St. Cyr
is een groote overeenstemming. Beide
begonnen wereldsch en vergeestelijkten
meer en meer.
B.
DE ONTDEKKER VAN DE
PETROLEUM.
Abraham Schreiner wordt in zijn Gal
lische geboorteplaats „de vader van de
petroleum" genoemd, want hij is inder
daad de ontdekker en grondlegger van
die kolossale industrie van den nieuweren
tijd, het raffineeren en zuiveren van de
petroleum, hij deelde het lot van de
meeste uitvinders en groote weldoeners
der menschheid, hij vermeerderde den
rijkdom der wereld met ontelbare mil-
lioenen, verrijkte duizenden van men-
schen, legde den grondsteen tot onmete
lijke vermogens, maar zelf bleef hij....
een arm man.
In de Vereenigde Staten dateert de
petroleumindustrie van het midden dezer
eeuw, de eerste verkoop van ruwe Ame-
rikaansche olie geschiedde in 1854, doch
reeds in 1853 fabriceerde Abraham
Schreiner een lichte olie, gelijk uit het
archief van Weenen blijkt.
Hij bezat een stuk land in Borysflaw en
hier vond hij in spleten van den grond
een vettige, op teer gelijkende zelfstan
digheid, welke de landlieden in den ont
trek al sinds onheugelijke tijden niet
alleen als geneesmiddel voor wonden,
maar ook als wagensmeer gebruikten.
Schreiner kwam nu op het idee dat de
in de weeke aarde gevonden vloeistof
welicht ook voor andere doeleinden ge
bruikt kon worden. Hij kneedde uit dit
slijk 'n bal, stak er een katoenen pit in en
ziedaar: de pit brandde helder met een
roodachtige vlam en bleef branden tot
alle vloeistof uit de aardkluit verdienen
was. Hoogstwaarschijnlijk is dit dus de
eerste petroleumlamp geweest
Hij verschafte zich een grooten ijzeren
ketel, herschiep hem zoo goed ais het ging
in een distilleertoestei, vulde hem met
aarde en zette hem op een vuur, zoodat
het distilleeren plaats kou hebben. Dit
geschiedde echter veel sneller en krach
tiger dan hij gewenscht had, want de olie
ontplofte, de ketel sprong in duizend
stukken en Schreiner's lichaam was met
brandwonden overdekt Hij bleef echter
volharden. Zoodra hij «enigszins genezen
was, begon hij nieuwe proefnemingen en
ditmaal was hij gelukkiger- Hy verkreeg
een product dat op een sterkriekende,
vuile olie geleek de petroleum was
gevonden. Hij deed het in lleschjes en
verkocht het aan een apotheker te Dro-
hovyoz; dit was in het jaar 1853. Hij was
bijgevolg niet alleen de ontdekker van
de petroleum, maar ook de eerste, die
haar in den handel bracht. Hij fabrioeer-
leven waren, en zeer zeker niet op. een
cursus, waar een joiig jongelieden/gezelschap
gehouden was enkele uren van den dag
samen te hokken. En het dienit gezegd: Met
z'n st roef ne rustige zeemanskop, waarover de
vroegere zeevaairttSjd zfu verweerde sporen
kennelijk had nagelaten, wist hij oud/ en
jong ter cursus een niet matig ontzag in te
boezemen. Zoodait, met hun jolige vrijheids
zin, Van der Woed en Rustenburg in hun
hoogsten docent 'n geestelijken tegenstander
voelden te ontmoeten. En dit nu zou op hen
een weinig diepe impressie hebben ge
maakt, ware het niet de directeur, doch een
gewoon leeraar geweest, want deze hoeren
wisten ze zoo noodig wel van beleefde, doch
handige repliek te dienlen. Echter de direc
teur liet weinig met zich spotten en legde,
figuurlijk gesproken, er al heel spoedig het
traditioneel zeilvaarttampie over de weerbar
stige ruggen der muitende zeevaartcursisten.
De Meeding nu van Woed en Rust droeg
maar zeer bescheiden de sympathie van den
hoogsten schoolgezaghebber weg en indach
tig aan de opvatting dat het karakter van
den menech in de kleeding tot uitdrukking
komt, was hij; tot de weinig waardeerende
conclusie gekomen, dat het betreffend stu-
dentenl-duo verwijfd was. Verwijfd. Gelaten,
als schuldige zondaren, lieten de vrienden
zich dat oordeel aanleunen, want ze wisten,
dat in deze de directeur, hoe gewaardeerd
als leeraar ook, niet serieus te nemen was
en hij1 liefst z'n pupillen ter cursus zag ver
schijnen in de negenitien'-eeuwsche zeemans-
pijljekker, stram en stijf gegoten om een
verweerd zeemanscorpus, waarboven de
blauwe lakensche fclepmuts, eenl ernstig
oogenpaar behoorde te overluifelen.
OHelaaa de Logos bepaalde anders, want
gedurende al den zeilvaart/tijd van den direc
teur was ?fn chronometer staag blijven
voortloopen. Jaar na jaar. Zoodat met het
stijgen der jaren de tijd dlanig veranderd
was. En: Tempora mutantur.de tijden
veranderen en wij met hen.
Had 'de oude leider dan ook een scherpen
blik in zeevaartkundige problemen, voor het
fedt, dat de tijden, dus ook de zeelui veran
derd waren, hield hij hardnekkig het oog
de het nu in grootere hoeveelheid, ver
kocht eenige flesschen aan apotheken in
Sambor en 100 pond aan den scheikun
dige Nikolasoh, in Lemberg, voor 16 gul-1
den. Laatstgenoemde stelde levendig be
lang in de zaak, reinigde de olie en ver-1
kreeg een heldere, kleurloc*' vloeistof./
Hjj was de eerste petroleurarafflnadeur.
In datzelfde jaar kocht de TCeizer-Ferdi- j
nand-Noorder-Spoorwegmaatschappij te
Weenen 8000 pond tegen 100 gulden per
centenaar, ten behoeve van de seinliohten
op de baan. Nu breidde Schreiner zijn
zaak uit en produceerde hij groote hoe
veelheden olie.
In den grond werden kuilen gegraven,
waarin zich olie en water verzamelde en
in 1866 werd de eerste Gailicische petro
leum bron geboord. Schreiner liet een dis
tilleer- en rafflneergerouw zetten en het
geluk scheen heim te begunstigen, totdat
in 1866 de beele inrichting afbrandde.
Dapper ging hij weder opbouwen, maar
nauwelijks was de fabriek weder aan den
gang of zij brandde opnieuw af, en de
zwaar beproefde man was geruïneerd-
Hy was thans te arm om weder te kun
nen beginnen, hy was inmiddels ook te
•oud geworden, terwql alle geestkracht
hem verlaten had. „Met tranen in de
oogen," aldus verhaalt een geleerde, die
h m omstreeks dezen tijd bezocht, „liet
de grijsaard my de officieele stukken le
zen, die bevestigden dat hij de eerste
geweest is, die in 1863 petroleum ter ver
lichting produceerde en in den handel
bracht.
B.
TEGENWOORDIGHEID VAN GEEST
OP HET TOONEEL.
In 1844 kwem Edmond Got als twintig-
te spelen, waarmee hy veel succes had,
Zoo moest hy eens in een drama van
Scribe een ouden Notaris voorstellen. Het
was een zwoele Juli-avond. Got moest al
leen maar in de eerste en derde acte op
treden. In de tweede akte trok hy zich
daarom in een koel 'hoekje van zijn kleed
kamer terug en maakte het zich gemak-
keiyk. Nadat hy zyn kaal hoofd en zyn
witte bakkebaarden had afgelegd, sluimer
de hy in. Plotseling wekten hem stemmen:
„Het is de hoogste tydl Uw wachtwoord is
al gezegd!"
Hij sprong op, snelde naar het tooneel
zonder aan zyn uiteriyk te denken, zonder
het kale hoofd weer op te zetten noch zyn
bakkebaarden weer te bevestigen.
Tot bezinning kwam hy eerst, toen zyn
medespelenden hem verbaasd aanstaar
den. Hy herkreeg spoedig zyn tegenwoor
digheid van geest en zei: „Myn vader
heeft het zoo druk, dat 'hy onmogeiyk zelf
kon komen en stuurt my nu in zijn plaats.
Maar wat is er? U r -"'rt? Wilt u my uw
vertrouwen niet schenken? Dan zal ik wel
gedwongen zyn mqn vader te vragen u
toch eenige oogenblikken van zyn kost
baren tyd te geven. Misschien gelukt het
my hem over te halen. Een oogenblik ge
duid ik ga al".
Hy maakte een diepe buiging, verdween,
maake in de kleedkamer zyn toilet weer
in orde en verscheen ten tweede male nu
als grijsaard op het tooneel. Met bevende
stem zei hy: „Myn zoon deelt my mede,
dat u my absoluut zelf wenscht te spre
ken. Waarmee kan ik u van dienst zijn?"
Nu konden de beide tooneelspelers aan
het woord komen en de derde akte werd
voortgezet
gesloten. Niet dan met groeten, tegenzin, en
dan nog wed tegenover ingewyden, erkende
hij die ijzeren natuurwet en biliykte een
weinig het toilet van de moderne zee
vaarders.
Was dit het geval met de doorsnee cur
sisten, voorzeker gold dit oordeel geeii enkel
lid van het bekende duo Woed-Rust.
fWant 'n dergelijk zich optuigen als dezen
deden, was en bleef een ergerlijke zeemans
bespotting. Dat voelde d© directeur wel zeer
diep. En waar nu wywel elk groot man ten
eenenmale ook een minder groote zijde
heeft, deed1 de zeevaartkundige nestor ten
opzichte van Woedi-Rust zich wei eens var
zyn minst breeden kant bezien. Zoodat het
verbond'en tweetal' een enkele maal met hun
leider slag moest leveren, welke meestal
faükant voor hen afliep. En dit nu zoi.den
zy zeer sportief verwerkt hebben, wanneer
zulks slechts in het schoolgebouw bad' plaats
gevonden, dus de buitenwereld niets van
hun vederlating zou hebben kunnen mer
ken. Wanneer echter zoo'u eclatante neder
laag hen) in 't openbaar werd toegebracht,
zwoeren ztq. Moedige wraak. En diit nu had
den ze dien morgen gezworen. Die zonnige
najaarsmorgen lachte zi'n blijde lach over de
'bonte mengeling van jionge- en oudetieden,
welke die Vlissingsche straten bevolkte. En
tusschen het fleurig gewemel, dat voort-
deinde over de smalle trottoirs, bevonden
zich WoedMRusL
In duld jubilo.
(Want hot tintelend zonnetje begloeide hun
biudschende zeemansbodles eni het volle
zonneleven verwekte een warm voelen van
U tot U. Zoodat Uit de tallooze dameskor-
niisjes zij met zorg een aardig tweetal kozen,
om daarmee het blijde voeten uit te kunnen
babbelen. En ook die meisjes, op wier fris-
sche gezichtjes een blos van bloeiend leven
gloedde en bruischende levensvreugde de
klare 'kykers ulttlntelde. Meten zich niet op-
betuigd' in dezet Waardoor zich In minder
dan geen tydl een discours ontwikkelde, van
zoodanige intensiteit, dat voor het viertal
geen buitenwereld meer betond. De jeug
dige overmoed welde hunne keten uit en
geene der hiyde praters was zoo booshartig
Geen bezit zonder verovering,
zonder inspanning.
Georges DubameL
Het woord van Duhamel, dat wy hier
aanhalen, houdt een waarheid In, die wel
door niemand zal worden betwist. Wie
zich in deze wereld bezit wil veroveren
moet aan het veroveren gaan, moet zioh
inspanning getroosten. Dit geldt zoowel
voor stoffeiyk als voor geesteUjk bezil
De menschen, die zioh in onze samen
leving een aanzieniyke mate van stoffe-
iyk bezit veroveren, zullen zich daarvoor
in verreweg de meeste gevallen een
groote mate van inspanning moeten heb
ben getroosten. Natuuriyk zijn er uitzon
deringen, gevallen, waarin een plotselinr
gen rijkdom meer aan het geluk dan aan
de wysheld te danken ls. Maar het over-
groote deel van hen, die zioh materieelen
welstand schiepen, hebben daarvoor hard
moeten werken, ten koste van allerlei of
fers. Wie succes wil hebben ln den eoo-
nomischen strijd moet dan ook bedacht
zyn op het zich getroosten van veel In
spanning. Zulk een ingespannen leven
kan echter alleen geleefd worden door
lieden, die over een flinke dosis energie
beschikken, hetzy, dat zy deze van nature
hebben meegekregen, dan wel, dat zy zich
de moeite hebben getroost om stelselmatig
hun wilskracht en doorzettingsvermogen,
hun zelfbeheersching en zelfvertrouwen
te versterken.
Niet anders is het zooals gezegd
op- geesteiyk gebied. Wie tot innerMjken
vrede wil komen, wie rust en evenwicht
wil vinden, zal op verovering uit moeten.
Het is zooals Goethe het zegt. dat het ge
luk maar niet zoo voor het grijpen ligt,
dat de mensch er wel degeiyk voor ïyden
en strijden moet. Ieder ding in de wereld
heeft zyn prys. Ein nu is het de tragiek
van zeer velen onzer, dat zy altijd op de
koopjes uit zyn. Zy willen zich op een
koopje een stoffeiyk succes verschaffen
en wanneer het gaat om de verovering
van een geesteiyke levenshouding, dan
komen zy al niet anders voor den dag.
Vandaar, dat wy ditmaal eens het woord
van Duhamel „Geen bezit zonder ver
overing, zonder inspanning" in de herin
nering hebben willen brengen. Het bevat
een vingerwyzing, die velen den weg naar
hun doel zal kunnen duideiyk maken.
Dr. JOS. DE COCK.
Zakenman te H.:
Wat U ontbreekt is vaardigheid in het
handelen, waardoor dikwyis een ander U
voorgaat. Door te langzaam handelen, kan
men vaak een zaak verknoeien. Wie een
zaak waardig opneemt en haar terstond
afwikkelt, geniet allerlei voordeelen. Gy
werkt beter, wanneer gy onder de versche
ii drukken van Uw opdracht begint te ar
beiden, want dan spaart gy Uw geheugen,
doordat ge U niet meer behoeft in te den
ken, in een situatie van weken geleden.
Ook maakt een vlugge afwerking van een
arbeid op den belanghebbende den In
druk, dat gy U voor zyn zaak byzonder
interesseert wat altyd vertrouwen wekt
Wilt ge dus Uw zaak tot groöter bloei
brengen, tracht dan steeds een ander voor
te zyn. Wees niet bang voor mislukkin
gen, want een enkele mislukking is niet
zoo erg, als steeds te laat te komen. Gaar
ne willen wy U nog verder van dienst zijn.
wanneer U dit verlangt, wy wensohen U
veel succes in Uw onderneming.
Verzonden brieven: V. J. te H.; Moeder
te EL; Mej. S. te N.
Voor de lezers van ons blad geeft onzr
psychologische medewefker Dr. Jos. de
Oock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m.
over de wyze waarop zy hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld in dit blad
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan de aanvragers.
ie onaer&rei.en, dat er nog iemand ter aarde
kon wezen weie hen het vreugdevol genie
ten niet gunde.
En toch.'toch was er zoo'n snoodaard.
Eén was er, die aanstoot naim aan de
jeugdige vierschaar.
iWant, ongezien door de oonverseerenden,
deinde 't stroef-ernstig hoofd van den ge
biedenden docent boven de rustig vooort-
schu/ifelende wandeiaars. En bij het zien
van 't snaterend viertal was-ie verstoord
gaan staan kijken. Sombere rimpels waren
z'n denkersvoorhoofd' komen verduisteren.
En een diepe discipiinegroef ploegde zich
boven den neus.
Waren dèt zijn zeelui?
Waren dèt zijin studenten?
Was het wondieir, dat zooveten hunner af
gewezen werden bij U examen?
Was dat het nageslacht van de ijzeren
mannen, welke vroeger z'n houten schepen
bemande?
En „last not least", was dit het verwqfde
duo zottelingen n'iet, welke z'n spiedend zee-
mansoog ontwaarde?
Hier en gunderl dat moest toch uit
wezen
'En zich ruw losscheurend uit den zachten
ermdruk zijner echtgenoote, wasrie met
zware dnaafpassen op het niets-vermoedende
viertal aangestormd:
„Moeten jullie hier staan zwetsen?"
,JIeb je niets anders te doen?"
„Is je werktuigkunde voor morgen in
orde?"
„Nee?? Ja? Ingerukt, da'ljjk naar huis dan
en het nog eens nagekeken F"
„Maar m'neer.wilde Rust zioh nog
vaardig voor debat maken.
Doch het baatte niet meer, want tot ont
stellende verwondering van de kalme Zon
dagswandelaars, stentorde het door de stille
straat:
„Mond dicht, vlegel! Ingerukt.marschll"
Waarna, ooi erger te voorkomen, Woed
en Rust maar afgemarcheerd1 waren en Ber-
tha, het leuke blondje, hen nog nariep: „Rust
jij, vtegel, ingerukt, marsch hél"
(Wordt vervolgd).