't Juttertje UIT VLEGELJAREN Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven van Zaterdag 20 October 1928. Tob Nooit Hoekje. 352. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). DE MAINTENON. Ben beroemde vrouw- JÜS® Ffnsche vrouw ls door velen in word enigeschrift beoordeeld, bespro- of beklad> zooals gewoonlijk °P den voorgrond treden- en noemt baar vaak een lis- T door haar invloed op J^ewijkKlV, Frankrijk tot een absolute minarchk wilde maken. Tooh is dit niet nar doe. geweest; haar lijfspreuk was „uterheendung van de kerk in alle zaken" enhierdocr wilde zij het diepgezonken hof- te«nopletten. Haar geloof sterkte haar en uit desd haar telkenmale opleven. lranfoi|e d'Aibigny, de latere Mad. de Mftntenon werd den 27sten November lo» in d« gevangenis te Niort geboren, ioh zij eï jaar was, stierf haar vader en gli^en hair moeder en zij naar Frankrijk waa" de eerste kort daarna overleed. Fan^oise vond nu een tehuis bij haar tant' de Vilette die haar protestant liet opvjeden; haar andere bloedverwanten o.a. Mau ie NBuillant duldden dit echter niet on ilfatsten haar in een klooster; onder baHer dwang en na veel beleedigingen, die {ij hier had te verduren, moest zij ein- delijc begeven en zwoer zij haar geloof at. Toe» nocht zij (op 15-jarigen leeftijd) weer het kkoster verlaten en kwam zij in huis bjj ie z»r gierige Mad. de Neuillant te Parjs, waar zij Paul Scarron, den beken den dichter vaak ontmoette. Hij interes- seetle zich zeer voor het arme in koude ng opgegroeide kind, gaf haar de keuje tusschen een huwelijk met hem of een^'iu gelds, waardoor zjj in een kloos ter ton kotnen. Zij koos het eerste en zoo tromde de zeventienjarige Fran^oise d'Aibigny met den veertigjarigen ver lamden dichtei Scarron. Mrt innige houw verzorgde zij hem; hiel| hem in zin letterkundigen arbeid, was tegenwoortb bij de vergaderingen, die hij met hdg ontwikkelde personen hiel4 waardoor h groote vaardigheid in de conversatie krtg; zij zorgde er verder voor dat het peifyan de gesprekken be- achaifd bleef. ToenPaul Scarron echter 8 Jaar na zijn huwelijk*,ierf, brak voor haar de gelukkigste tijd vu haar leven aan. De woningen van de aanzienlijken stonden voor dt weduwe van S^rron open en met tact nari zij haar plaats de hoogere krin gen In. Toch bevredigd haar dit leven, zonder zorg en toewijdin voor haar zie- kelijken man, waaraan zij^oo gewend ge worden was, niet. Na eenigen tijd kwam nip haar toe wij ding vragen voor een spe<\al doel. Mad. de Hontespan zicht een veheegster voor de kinderen die zij Koning idewijk XIV gesdionken had. Eerst aarzel^ Mad. Scar ron om het verzoek van Mai <je Monte- spaii aan te nemen, maar de kning beval het tiaar en zoo gehoorzaamden en ging methen in Faubourg St. Gerni(n wonen. Vol liefde heeft zij de klndereityerzorgd; zij wijdde zich geheel aan hen en kwam in 1673 als gouvernante van de konings kinderen aan het Hof. Hier gevoelde zij zich echter geheel niet gelukkig. Tusschen Mad. de Montespan en haar werd de ver houding gespannen; om financieele rede- non wenschte zij echter te blijven. Lode- wijk schonk haar veel geld en daardoor kon zij het landgoed Maintenon koopen, zoodat zij geen, neiging gevoelde deze bron van inkomsten te stuiten. Niettemin achtte zij haar zieleheil bedreigd door het verblijf aan het hof; de kinderen die zij verzorgde had zij evenwel te lief om zich van hen los te scheuren; haar biechtvader raadde haar bovendien ten sterkste af om heen te gaan en zoo slingerde zij steeds tusschen twee gedachten. Zij stelde zich nu ten taak het Hof te ver heffen; zij voelde dat ze nu niet aan haar eigen wensohen mocht toegeven, maar dat haar plicht was te blijven. Toen in 1680 de dauphin van Frankrijk huwde, werd Mad. de Maintenon als twee de hofdame van de jonge dauphine aange steld. Door deze nieuwe positie kwam zij meer in aanraking met den koning, die voor haar een groote sympathie opvatte. Hij vond het aangenaam, met haar van gedach ten te wisselen; hij was verheugd iemand aan het Hof te zien verbonden, die genoeg gezond verstand had om hem te begrijpen. Zij trok hem bijzonder aan en kreeg een grooten invloed op hem. Zoo leefde Mad. de Maintenon in do hoogste gunst, zoowel bij den koning als bij de koningin en toen Maria Theresia stierf, was Frangoise degene, die hem het meest troostte. Hij kwam meer en meer onder haar bekoring en ten slotte vroeg hij haar ten huwelijk. Zij wilde niet dade lijk toestemmen, doch na lange aarzeling gaf zij toe. Zij wist den godsdienstzin bij het Hof sterker aan te kweeken, maar jammer genoeg sproten uit dit streng godsdienstig gevoel indirect de noodlottige vervolgingen tegen andersdenkenden voort; wij herinneren in dit verband aan de opheffing van het Edict van Nantes (1686) ten gevolge waarvan zeer vele Hugehoten o.a. naar ons land uitweken. Haar streng religieuze opvattingen bestendigden haar koud karakter, uiteraard gmotendeels ont staan door haar liefdelooze jeugd Na den dood van haar gemaal trok zij zich terug in het door haar gestichte kloos ter St Cyr, waar zij 16 April 1719 overleed. Die stichting was deels gebaseerd op baar streven naar veredeling van karakter en verhooging van het intellect der jonge dames, maar vond ook haar grond in het feit d«t Mad. de Maintenon bijzondere voorliefde en een aangeboren gave voor on derwijs en opvoeding had. Oorspronkelijk was St. Cyr een zeer klein opvoedingsge sticht voor jonge meisjes uit den armen adellijken stand. De meisjes werden hier geheel in haar geest opgevoed, ontvingen onderwijs in talen, letterkunde, muziek, handenarbeid en zang, en zouden wanneer zij St Cyr verlieten, Frankrijk kunnen helpen hervormen. De lessen werden eerst door wereldlijke dames gegeven, doch toen Mad. de Main tenon bemerkte, dat de opleiding te mon dain werd, liet zij kloosterzusters aanstel len; teneinde de letterkundige ontwikke ling te bevorderen en de jonge dames van Tb eerste morgen/ was tot genoegen loomn en wonderlijk vlug waren de j< lui net elkander gemeenzaam' geworden cheid en pratend lieten zijl zich de stee ■tramen afdalen om met een beleefden g vooi den directeur, het schoolgebouw T5t aanstonds hadden zich afzon dep Hjkti groepjes gevormd, welke als fractie/ dencursus tot èèn geheel vormden. Tot een der liubies behoorden Rustenburg en van der Woedt die elkaar eens hadden gemon- stert, ondeugend lachten, om dan eeuwige vrindschap te sluiten. „Jj deugt niet boy, en dat bevalt me had Woed vastgesteld, toeivi de door krul len tmtooide snoet van. Rustenburg nauw- lette d had bekeken. JBi iii bent geen haair beter, amice bepslde Rustenburg, wanneer-a de guitige ooge van Woöd dfep „,Iin moeesten we maar vrienden zij -b veerde Van. der Woed' gedecideerd, was de warme vriendschap daar. Zt die svml>athie waarachtig warm iSk wel Uit hun onafscheidelijkheid rsus erv straat, in kamer of bataal, overal- Waar ook de slanke gedaante -oed opdook, zweefde als z'n kortere scna« w Rustenburg achteraan, zoodalal zeer poedig het edele duo on opvallend paar nerd, gekend door ieder dir andere cursUen. Want het dient gezegd': Tw*« meerherkwaardige typen te,ue de t'ehec.e Zeevar;school niet. Onder het gehee. coriièSioopvaard'ij'-offlQieren en aspiranten wel k .top de Vlissinger Ruiterschool ter studiewaren, was geen enkel equivalent van H wondere duo Woed-Rustenburg te onderinnen. Op elk lustig divertissement waar t student en-«ee- en aspirant-zeevaar ders hu dol vermaak vonden, was het eoe- 'Zd Eii was, op schie van scha< pel tweetal present en gaf door geest, plus dol/zinnige moppen den toon van den avond aan. Echter niet speciaal de zeevaartcursdsten, ook, ja vooral het jeugdig deel van Vliissing's schoone sexe, begon een meer dan hebbelijk belang in de vrienden te stellen. Ontelbaar waren de lieve groetjes, welke de boezem- kameraden op de Vlissinger wegen te be antwoorden kregen. En het was geen wonder. Want Van der Woed, die zeker 2 meter mat, en Rustenburg, welke de twee meter bedenkelijk nabiji kwam, waren een paar lustige kwanten. Echter niet alleen waren zjj vroolijk, waardoor zij belangrijk de dames 1 ^interesseerden, ook hun onbehoorlijk uiter- en 'ijk wekte steeds diepe belangstelling. Was 'an der Woed' een schrale twee meter slank werd tfn scherpe kop getooid door een ;r dan weelderige haarmassa, wier kleur mdddden hield tusschen rood en donker- nj©, Rustenburg was niet veel' korter, sltk met een rond gelaat, waarlangs een .tamelijke verwarring van bruine haar- kriioni afhing en meer dan gewoon z'n jas- krat dekte. (Daarbij kwam, dat de beide zee- bon^, een groote voorliefde demonstreer den w excentrieke kleeding, zoodat onder hun tappe sombrero een sla-nik jongeman- nenMoeaim neerlljnde, waarom soepel' van coupe,\enj schilderachtig costuum mantelde. En bo\j) de dieprood-flluweelen fantasie- vesten fdderden lustig hun vlindervormige vrijbeidiagoei^ Log van al'lesl Zoo, l die merkwaardige zeemanskiee- ding, hielgn, zjj de rustige straten van Vlis- singen bekken en het duurde niet over matig lanfof bjj, differente families waren ze ingeburj^d. Het werden vroolijke en ge ziene gaste, die met hun leutige moppen menig leuk W,je vulden. Erhter voyien de beide studenten zich vrij en, was Wfhankelijk-izijn hun devies, De directeur <er zeevaartschool kon dat slechts matig a^recieeren. In dien te waar- iteeren leider el leeraar stak namelijk nog bet al-oude zeetinsbloed' en hij was van meening, dat oriten tucht twee niet te ela- mineeren factoitt in het maatschappelijk de klassieken te doen genieten, werden er in St. Cyr tooneelstukken opgevoerd, o.a. vanden beroemden Franschen treurspel dichter, Raclne, welke speciaal voor de meisjes geschreven waren. Zoo zagen zij Esther en Athalie opge voerd; dit bleek echter op den duur geen beletsel om met de buitenwereld in contact te komen, ten gevolge waarvan dè opvoe ringen gestaakt werden. Daar het aannemen van den sluier als een zeer goede daad werd beschouwd, gin gen vele meisjes hiertoe over en zoo werd St. Cyr langzamerhand een voorbereiding tot het klooster. Tusschen het leven van Madame de Maintenon en de ontwikkeling van St. Cyr is een groote overeenstemming. Beide begonnen wereldsch en vergeestelijkten meer en meer. B. DE ONTDEKKER VAN DE PETROLEUM. Abraham Schreiner wordt in zijn Gal lische geboorteplaats „de vader van de petroleum" genoemd, want hij is inder daad de ontdekker en grondlegger van die kolossale industrie van den nieuweren tijd, het raffineeren en zuiveren van de petroleum, hij deelde het lot van de meeste uitvinders en groote weldoeners der menschheid, hij vermeerderde den rijkdom der wereld met ontelbare mil- lioenen, verrijkte duizenden van men- schen, legde den grondsteen tot onmete lijke vermogens, maar zelf bleef hij.... een arm man. In de Vereenigde Staten dateert de petroleumindustrie van het midden dezer eeuw, de eerste verkoop van ruwe Ame- rikaansche olie geschiedde in 1854, doch reeds in 1853 fabriceerde Abraham Schreiner een lichte olie, gelijk uit het archief van Weenen blijkt. Hij bezat een stuk land in Borysflaw en hier vond hij in spleten van den grond een vettige, op teer gelijkende zelfstan digheid, welke de landlieden in den ont trek al sinds onheugelijke tijden niet alleen als geneesmiddel voor wonden, maar ook als wagensmeer gebruikten. Schreiner kwam nu op het idee dat de in de weeke aarde gevonden vloeistof welicht ook voor andere doeleinden ge bruikt kon worden. Hij kneedde uit dit slijk 'n bal, stak er een katoenen pit in en ziedaar: de pit brandde helder met een roodachtige vlam en bleef branden tot alle vloeistof uit de aardkluit verdienen was. Hoogstwaarschijnlijk is dit dus de eerste petroleumlamp geweest Hij verschafte zich een grooten ijzeren ketel, herschiep hem zoo goed ais het ging in een distilleertoestei, vulde hem met aarde en zette hem op een vuur, zoodat het distilleeren plaats kou hebben. Dit geschiedde echter veel sneller en krach tiger dan hij gewenscht had, want de olie ontplofte, de ketel sprong in duizend stukken en Schreiner's lichaam was met brandwonden overdekt Hij bleef echter volharden. Zoodra hij «enigszins genezen was, begon hij nieuwe proefnemingen en ditmaal was hij gelukkiger- Hy verkreeg een product dat op een sterkriekende, vuile olie geleek de petroleum was gevonden. Hij deed het in lleschjes en verkocht het aan een apotheker te Dro- hovyoz; dit was in het jaar 1853. Hij was bijgevolg niet alleen de ontdekker van de petroleum, maar ook de eerste, die haar in den handel bracht. Hij fabrioeer- leven waren, en zeer zeker niet op. een cursus, waar een joiig jongelieden/gezelschap gehouden was enkele uren van den dag samen te hokken. En het dienit gezegd: Met z'n st roef ne rustige zeemanskop, waarover de vroegere zeevaairttSjd zfu verweerde sporen kennelijk had nagelaten, wist hij oud/ en jong ter cursus een niet matig ontzag in te boezemen. Zoodait, met hun jolige vrijheids zin, Van der Woed en Rustenburg in hun hoogsten docent 'n geestelijken tegenstander voelden te ontmoeten. En dit nu zou op hen een weinig diepe impressie hebben ge maakt, ware het niet de directeur, doch een gewoon leeraar geweest, want deze hoeren wisten ze zoo noodig wel van beleefde, doch handige repliek te dienlen. Echter de direc teur liet weinig met zich spotten en legde, figuurlijk gesproken, er al heel spoedig het traditioneel zeilvaarttampie over de weerbar stige ruggen der muitende zeevaartcursisten. De Meeding nu van Woed en Rust droeg maar zeer bescheiden de sympathie van den hoogsten schoolgezaghebber weg en indach tig aan de opvatting dat het karakter van den menech in de kleeding tot uitdrukking komt, was hij; tot de weinig waardeerende conclusie gekomen, dat het betreffend stu- dentenl-duo verwijfd was. Verwijfd. Gelaten, als schuldige zondaren, lieten de vrienden zich dat oordeel aanleunen, want ze wisten, dat in deze de directeur, hoe gewaardeerd als leeraar ook, niet serieus te nemen was en hij1 liefst z'n pupillen ter cursus zag ver schijnen in de negenitien'-eeuwsche zeemans- pijljekker, stram en stijf gegoten om een verweerd zeemanscorpus, waarboven de blauwe lakensche fclepmuts, eenl ernstig oogenpaar behoorde te overluifelen. OHelaaa de Logos bepaalde anders, want gedurende al den zeilvaart/tijd van den direc teur was ?fn chronometer staag blijven voortloopen. Jaar na jaar. Zoodat met het stijgen der jaren de tijd dlanig veranderd was. En: Tempora mutantur.de tijden veranderen en wij met hen. Had 'de oude leider dan ook een scherpen blik in zeevaartkundige problemen, voor het fedt, dat de tijden, dus ook de zeelui veran derd waren, hield hij hardnekkig het oog de het nu in grootere hoeveelheid, ver kocht eenige flesschen aan apotheken in Sambor en 100 pond aan den scheikun dige Nikolasoh, in Lemberg, voor 16 gul-1 den. Laatstgenoemde stelde levendig be lang in de zaak, reinigde de olie en ver-1 kreeg een heldere, kleurloc*' vloeistof./ Hjj was de eerste petroleurarafflnadeur. In datzelfde jaar kocht de TCeizer-Ferdi- j nand-Noorder-Spoorwegmaatschappij te Weenen 8000 pond tegen 100 gulden per centenaar, ten behoeve van de seinliohten op de baan. Nu breidde Schreiner zijn zaak uit en produceerde hij groote hoe veelheden olie. In den grond werden kuilen gegraven, waarin zich olie en water verzamelde en in 1866 werd de eerste Gailicische petro leum bron geboord. Schreiner liet een dis tilleer- en rafflneergerouw zetten en het geluk scheen heim te begunstigen, totdat in 1866 de beele inrichting afbrandde. Dapper ging hij weder opbouwen, maar nauwelijks was de fabriek weder aan den gang of zij brandde opnieuw af, en de zwaar beproefde man was geruïneerd- Hy was thans te arm om weder te kun nen beginnen, hy was inmiddels ook te •oud geworden, terwql alle geestkracht hem verlaten had. „Met tranen in de oogen," aldus verhaalt een geleerde, die h m omstreeks dezen tijd bezocht, „liet de grijsaard my de officieele stukken le zen, die bevestigden dat hij de eerste geweest is, die in 1863 petroleum ter ver lichting produceerde en in den handel bracht. B. TEGENWOORDIGHEID VAN GEEST OP HET TOONEEL. In 1844 kwem Edmond Got als twintig- te spelen, waarmee hy veel succes had, Zoo moest hy eens in een drama van Scribe een ouden Notaris voorstellen. Het was een zwoele Juli-avond. Got moest al leen maar in de eerste en derde acte op treden. In de tweede akte trok hy zich daarom in een koel 'hoekje van zijn kleed kamer terug en maakte het zich gemak- keiyk. Nadat hy zyn kaal hoofd en zyn witte bakkebaarden had afgelegd, sluimer de hy in. Plotseling wekten hem stemmen: „Het is de hoogste tydl Uw wachtwoord is al gezegd!" Hij sprong op, snelde naar het tooneel zonder aan zyn uiteriyk te denken, zonder het kale hoofd weer op te zetten noch zyn bakkebaarden weer te bevestigen. Tot bezinning kwam hy eerst, toen zyn medespelenden hem verbaasd aanstaar den. Hy herkreeg spoedig zyn tegenwoor digheid van geest en zei: „Myn vader heeft het zoo druk, dat 'hy onmogeiyk zelf kon komen en stuurt my nu in zijn plaats. Maar wat is er? U r -"'rt? Wilt u my uw vertrouwen niet schenken? Dan zal ik wel gedwongen zyn mqn vader te vragen u toch eenige oogenblikken van zyn kost baren tyd te geven. Misschien gelukt het my hem over te halen. Een oogenblik ge duid ik ga al". Hy maakte een diepe buiging, verdween, maake in de kleedkamer zyn toilet weer in orde en verscheen ten tweede male nu als grijsaard op het tooneel. Met bevende stem zei hy: „Myn zoon deelt my mede, dat u my absoluut zelf wenscht te spre ken. Waarmee kan ik u van dienst zijn?" Nu konden de beide tooneelspelers aan het woord komen en de derde akte werd voortgezet gesloten. Niet dan met groeten, tegenzin, en dan nog wed tegenover ingewyden, erkende hij die ijzeren natuurwet en biliykte een weinig het toilet van de moderne zee vaarders. Was dit het geval met de doorsnee cur sisten, voorzeker gold dit oordeel geeii enkel lid van het bekende duo Woed-Rust. fWant 'n dergelijk zich optuigen als dezen deden, was en bleef een ergerlijke zeemans bespotting. Dat voelde d© directeur wel zeer diep. En waar nu wywel elk groot man ten eenenmale ook een minder groote zijde heeft, deed1 de zeevaartkundige nestor ten opzichte van Woedi-Rust zich wei eens var zyn minst breeden kant bezien. Zoodat het verbond'en tweetal' een enkele maal met hun leider slag moest leveren, welke meestal faükant voor hen afliep. En dit nu zoi.den zy zeer sportief verwerkt hebben, wanneer zulks slechts in het schoolgebouw bad' plaats gevonden, dus de buitenwereld niets van hun vederlating zou hebben kunnen mer ken. Wanneer echter zoo'u eclatante neder laag hen) in 't openbaar werd toegebracht, zwoeren ztq. Moedige wraak. En diit nu had den ze dien morgen gezworen. Die zonnige najaarsmorgen lachte zi'n blijde lach over de 'bonte mengeling van jionge- en oudetieden, welke die Vlissingsche straten bevolkte. En tusschen het fleurig gewemel, dat voort- deinde over de smalle trottoirs, bevonden zich WoedMRusL In duld jubilo. (Want hot tintelend zonnetje begloeide hun biudschende zeemansbodles eni het volle zonneleven verwekte een warm voelen van U tot U. Zoodat Uit de tallooze dameskor- niisjes zij met zorg een aardig tweetal kozen, om daarmee het blijde voeten uit te kunnen babbelen. En ook die meisjes, op wier fris- sche gezichtjes een blos van bloeiend leven gloedde en bruischende levensvreugde de klare 'kykers ulttlntelde. Meten zich niet op- betuigd' in dezet Waardoor zich In minder dan geen tydl een discours ontwikkelde, van zoodanige intensiteit, dat voor het viertal geen buitenwereld meer betond. De jeug dige overmoed welde hunne keten uit en geene der hiyde praters was zoo booshartig Geen bezit zonder verovering, zonder inspanning. Georges DubameL Het woord van Duhamel, dat wy hier aanhalen, houdt een waarheid In, die wel door niemand zal worden betwist. Wie zich in deze wereld bezit wil veroveren moet aan het veroveren gaan, moet zioh inspanning getroosten. Dit geldt zoowel voor stoffeiyk als voor geesteUjk bezil De menschen, die zioh in onze samen leving een aanzieniyke mate van stoffe- iyk bezit veroveren, zullen zich daarvoor in verreweg de meeste gevallen een groote mate van inspanning moeten heb ben getroosten. Natuuriyk zijn er uitzon deringen, gevallen, waarin een plotselinr gen rijkdom meer aan het geluk dan aan de wysheld te danken ls. Maar het over- groote deel van hen, die zioh materieelen welstand schiepen, hebben daarvoor hard moeten werken, ten koste van allerlei of fers. Wie succes wil hebben ln den eoo- nomischen strijd moet dan ook bedacht zyn op het zich getroosten van veel In spanning. Zulk een ingespannen leven kan echter alleen geleefd worden door lieden, die over een flinke dosis energie beschikken, hetzy, dat zy deze van nature hebben meegekregen, dan wel, dat zy zich de moeite hebben getroost om stelselmatig hun wilskracht en doorzettingsvermogen, hun zelfbeheersching en zelfvertrouwen te versterken. Niet anders is het zooals gezegd op- geesteiyk gebied. Wie tot innerMjken vrede wil komen, wie rust en evenwicht wil vinden, zal op verovering uit moeten. Het is zooals Goethe het zegt. dat het ge luk maar niet zoo voor het grijpen ligt, dat de mensch er wel degeiyk voor ïyden en strijden moet. Ieder ding in de wereld heeft zyn prys. Ein nu is het de tragiek van zeer velen onzer, dat zy altijd op de koopjes uit zyn. Zy willen zich op een koopje een stoffeiyk succes verschaffen en wanneer het gaat om de verovering van een geesteiyke levenshouding, dan komen zy al niet anders voor den dag. Vandaar, dat wy ditmaal eens het woord van Duhamel „Geen bezit zonder ver overing, zonder inspanning" in de herin nering hebben willen brengen. Het bevat een vingerwyzing, die velen den weg naar hun doel zal kunnen duideiyk maken. Dr. JOS. DE COCK. Zakenman te H.: Wat U ontbreekt is vaardigheid in het handelen, waardoor dikwyis een ander U voorgaat. Door te langzaam handelen, kan men vaak een zaak verknoeien. Wie een zaak waardig opneemt en haar terstond afwikkelt, geniet allerlei voordeelen. Gy werkt beter, wanneer gy onder de versche ii drukken van Uw opdracht begint te ar beiden, want dan spaart gy Uw geheugen, doordat ge U niet meer behoeft in te den ken, in een situatie van weken geleden. Ook maakt een vlugge afwerking van een arbeid op den belanghebbende den In druk, dat gy U voor zyn zaak byzonder interesseert wat altyd vertrouwen wekt Wilt ge dus Uw zaak tot groöter bloei brengen, tracht dan steeds een ander voor te zyn. Wees niet bang voor mislukkin gen, want een enkele mislukking is niet zoo erg, als steeds te laat te komen. Gaar ne willen wy U nog verder van dienst zijn. wanneer U dit verlangt, wy wensohen U veel succes in Uw onderneming. Verzonden brieven: V. J. te H.; Moeder te EL; Mej. S. te N. Voor de lezers van ons blad geeft onzr psychologische medewefker Dr. Jos. de Oock, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, o.m. over de wyze waarop zy hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld in dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schrifte lijk aan de aanvragers. ie onaer&rei.en, dat er nog iemand ter aarde kon wezen weie hen het vreugdevol genie ten niet gunde. En toch.'toch was er zoo'n snoodaard. Eén was er, die aanstoot naim aan de jeugdige vierschaar. iWant, ongezien door de oonverseerenden, deinde 't stroef-ernstig hoofd van den ge biedenden docent boven de rustig vooort- schu/ifelende wandeiaars. En bij het zien van 't snaterend viertal was-ie verstoord gaan staan kijken. Sombere rimpels waren z'n denkersvoorhoofd' komen verduisteren. En een diepe discipiinegroef ploegde zich boven den neus. Waren dèt zijn zeelui? Waren dèt zijin studenten? Was het wondieir, dat zooveten hunner af gewezen werden bij U examen? Was dat het nageslacht van de ijzeren mannen, welke vroeger z'n houten schepen bemande? En „last not least", was dit het verwqfde duo zottelingen n'iet, welke z'n spiedend zee- mansoog ontwaarde? Hier en gunderl dat moest toch uit wezen 'En zich ruw losscheurend uit den zachten ermdruk zijner echtgenoote, wasrie met zware dnaafpassen op het niets-vermoedende viertal aangestormd: „Moeten jullie hier staan zwetsen?" ,JIeb je niets anders te doen?" „Is je werktuigkunde voor morgen in orde?" „Nee?? Ja? Ingerukt, da'ljjk naar huis dan en het nog eens nagekeken F" „Maar m'neer.wilde Rust zioh nog vaardig voor debat maken. Doch het baatte niet meer, want tot ont stellende verwondering van de kalme Zon dagswandelaars, stentorde het door de stille straat: „Mond dicht, vlegel! Ingerukt.marschll" Waarna, ooi erger te voorkomen, Woed en Rust maar afgemarcheerd1 waren en Ber- tha, het leuke blondje, hen nog nariep: „Rust jij, vtegel, ingerukt, marsch hél" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 7