VA ceni Mavrides van het nut niet behoeft te worden betoogd', e- Volkshuisvesting. De bestaande woningbouwvereenJgingen «Helder", „Algemeen Belang" en „Licht en Lucht" zijn opgeheven, en gezamenlijk geworden onze thans bestaande Woning stichting. Er werden onder uw bestuur niet minder dan 678 woningen! door deze .ver- lenigingen en de Stichting gebouwd1. L Economische zaken. De Economische Commissie werd inge steld. Medewerking werd' verleend aan de oprichting van de N.V. Zeebad Huisduinen. Tot de instandhouding van den Stoom- bootdienst op Amsterdam, de tegenwoordige Ejs.o.nja., werd 'krachtig meegewerkt. 'Door het nemen der garantie werd' de Tentoonstelling Stad Helder 1925 sterk on dersteund en mogelijk gemaakt. Medewer king werd verleend aan de Middenstands- en Electriciteitstentoonstelling in 1928. Teneinde de gemeente betrekken in baar omgeving werd' een autobusdienst WieringenHelder gesubsidieerd. Dit zijn slecht® hoofdzaken, welke mede onder uw bestuursbeleid tot stand' kwamen. Een rjjke oogst, na een werkzaam leven. Gij hebt het woord', fotf uwe installatie ge sproken, rijkelijk ingelost. Gijl hebt bet ver stand en de wijsheid gehad u aan te passen aan de begrippen van den nieuwen tijd. (Met een meer dan gewone breedheid van blik hebt gij gepoogd te zijn een goed hoofd der gemeente. Dat is u gelukt, omdat gij in de burgerij rist te waardeeren de verschillende levens beschouwingen, ook op het gébied van de inrichting der maatschappijn Gij. hebt u uit een milieu komend!, waar gecommandeerd en gehoorzaamd werd, in een booge, leidende functie wonderwel we ten aan te passen aan een nieuwe omgeving lr. de burgermaatschappij^ waar heel andere en vaak tegenovergestelde begrippen de beerschende zijn- Dat was uw succes. Wij eerbiedigen de reden van uw heen gaan, maar wij zien noode vertrekken iemand, met uwe karaktereigenschappen. Wij wenschen u een lang leven toe en de noodige bezigheid! om frisch van geest te blijven. Ingezonden Mededeellng. EGYPTIAN OGARETTES Met 1 Coupon bij 10 Sigaretten. JTloewel do ontvangst dus gastvrij was geweest, Zei Omar soms Iets, dat U beter niet leest Ook aan Mevrouw Houwing, uw deelge- noote in uw zoo rijke leven, wenschen wij al het goede, al het schoone, al het mooie, wat het leven nog kan schenken, gedurende tal van jaren. Spr. biedt hierop den Burgemeester een album aan met photo's van Den Helder, be nevens zijn portret in lijst. Langdurig applaus volgde op deze woor den. Het den Burgemeester aangeboden album werd verzorgd door de drukkerij O- de Boer Jr. Het is gebonden In bruin kalfs lederen band met het gestyleerde Helder- sche wapen uitgevoerd in rood en goud op hert titelblad. De bandstempel werd vervaardigd naar een ontwerp van den heer J. Ph. Klapmeijer. Het album bevat een anatal zeer mooie foto's van onze stad en van officieele gebeurtenissen, waarbij1 de Burgemeester tegenwoordig was. Deze ters De Geer en Kan. En bet lid van Gede puteerde Staten, de heer Kooiman, voegt daaraan toe, dat deze woorden verdienen door menig gemeentebestuur, dat wegens het beleid in moeilijke jaren ln lastige ge- \allen, met gulden letteren te worden ge boekstaafd. Mjjnhoer de Voorzitter, ik mag U met eerbied dank zeggen namens den geheel en Baad omtrent uw leiding in de jaren, die U als voorzitter van dezen Raad had. Aan geduld ontbrak het U niet, bij het aanhooren van de debatten en U gaf ieder gelegenheid om t# zeggen wat hü of zij op het gemoed had. Is er wel eens meeningsverschil ge weest en het hoofd van den een of anaer warm geworden, zoodat de debatten minder aangenaam werden, zoo vragen wij als Raad: Mijnbeer de Voorzitter, vergeef en vergeet hetgeen wij U gedaan hebben of toegevoegd, wij doen dat wederkeerig, en willen schei den als vrienden, wat wij niet betwijfelen of dit ls bjj U ook het geval, daar U de man was als vader uweT gemeente voor elkeen te naderen, zoowel arm en rijk, laag of hoog in stand, ieder hebt U met woord en raad .kwaliteiten, een veel te bijgestaan als hij of zij bij U kwam. Die ongerekend dan nog het daad heeft U en zal U altijd tot sieraad zijn zoolang gij leeft, en voor hetgeen U daarin toonde als burgervader van ons zal een elk U dank en hulde brengen. Zoo zou ik door kunnen gaan, maar zal dat niet doen; elk van ons als raadslid is dat bekend, veel hebt U meegemaakt in die jaren, lief en leed. U hebt er veel om U heen zien wegvallen door den dood, en vertrekken naar elders; zoo is dan hier alles aan verandering onderhevig, en zoo staat U met uw gade ook gereed om ons te ver laten en een ambtloos leven te beginnen. U staat weder bij een mijlpaal van uw leven en wel een zware, die gij nu zult passeeren. Men die in de wettelijke voorschriften, lag opge sloten, Uw „intieme conviotie", zooals U het zelf meermalen noemde, deed U dikwijls opmerkingen maken, die mij, den vakman, een anderen kijk op de onderwerpeljjke aan gelegenheid gaven. En wanneer onze be raadslagingen gingen over zaken rakende de praktijk van het gemeentebeleid, heb ik dikwijls Uw scherpzinnigheid en daarmede gepaard gaand juist inzicht bewonderd. Maar, zooals ik reeds zeide, wat er ook te behandelen was en onverschillig of we dan niet tot overeenstemming kwamen, steeds heerschte er tussohen U en mij een geest van vertrouwen en waardeering. Of het nu vanwege die goede verstand houding ls, dat buitenstaanders wel eens hebben te kennen gegeven; dat het gemeen tebestuur eigenlijk in de richting werd ge voerd, zooals de secretaris dat wilde, weet ik niet, maar ik vermoed dat wel En daar om stel ik er prijs op, om bljj deze gelegen heid te verklaren, dat zij, die zoo spraken, het glad mis hebben gehad. Immers U was daarvoor, op grond van Uw straks genoemde zelfbewust man, feit, dat er toch ook nog heeren wethouders en raadsleden waren, die in de meeste gevallen een dui in 't zakje hadden te doen. (Maar, Burgemeester, zoo gaat het nu eenmaal in de wereld. U hebt Uw functie alhier bekleed in een voor de gemeente en haar financiën zwaren tijd, en hier zoowe als elders is heel wat gejammerd over zwa ren belastingdruk en wat dies meer zij. En hi moeilijke tijden zoekt de buitenwacht zoo heel gauw een zondebok, en wie zal ze daar voor beter vinden dan hem, die de leiding heeft en hem, die als eerste helper van de leiding fungeert? Doch verzekerd als Uzelf er van ls, dat U naar eer en geweten voor Den Helder zegt wel eens: niets te doen een j rustig leven, dat wordt mooi aangezien en gedaan hebt wat zonder zich door wien foto's werden geleverd door het fotobureau begeerd, maar het blijkt meest niet genoe- ook in een bepaalde richting te laten drij- ^Helderi*. Door de medewerking van den gelijk en men zoekt naar afleiding, daar er ven, meende te moeten doen, kan U van Marineluchtvaartdienst was het mogelijk, geen rust in ligt niets te doen. Maar wijhet ambt, dat Uw volle liefde had, zonder dat ook een eanta 1 mooie luchtfoto's van hopen, M. de V„ dat het voor U niet zoo is,eendg zelfverwijt afscheid nemen. Ik weet onze stad werden, opgenomen. De opdracht luidt: „Aan den, hoogedelachtbaren Heer W. (Houwing wordt bij het nederleggen van zijn ambt van Burgemeester der gemeente Dern Helder, dit foto-album aangeboden door den Raad van genoemde gemeente, ais bewijs van hukte en van groote waar deering voor de wijze, waarop hij van 4 Augustus 1916 tot 16 November 1928 het (burgemeestersambt heeft bekleed. Na mens den Raad: Verstegen, loco-burge meester, J. Kamman, secretaris. Den Helder, 12 November 1928". De secretaris, de heer Kamman, vraagt namens den heer Van der Veer het woord. Deze laatste zou als oudste raadslid in jaren, namens den Raad een afscheids woord spreken, doch kan dit, wegens onge steldheid, niet persoonlijk doen en vroeg den secretaris het voor hem uit te spreken. (Hetgeen de heer Van der Veer had te zeggen, volgt hier: Mijnheer de Voorzitter en Mevrouw Houwingl Het is voor U en ons als Raad een oogenblik: om bij. stil te staan, daar scheiden zwaar valt voor beid© partyen, die gaat en die blijft. En zoo moet het ook zijn als alles goed is onder elkander. Nu is mij opgedra gen om namens den gehéelen Raad U en uw echtgenoote een afscheidwoord toe te spreken, nu valt zulks niet mee dat te doen, maar ik wil in korte woorden het zien te doen. (Mijnheer de Voorzitter, het ti]<Jpeifc dat U als burgervader hier hebt geregeerd, is miet van de gemakkelijkste geweest, daar de crisistijd' in uw dagen veel van U heeft ge vraagd en ook veel geld heeft geëdscht van de gemeente, door verschillende wetsvoor stellen aan de gemeente opgelegd, wat som men geld kostte en nog kost. Wij als Raad weten dat allen heel goed, hoewel het ons ook wel eens tot verschil van meening bracht, en zoo door de burgers van onze gemeente wel eens verkeerd' is opgevat en de gemeente ln opspraak kwam. Dan is het hoofd van den Raad soms de wrijfpaal, waar men op aan loopt, en de zondebok. Maar, mijnheer de Voorzitter, zoo is het niet, de Raad is het die beslist, dus ook mee verantwoording schuldig is voor de daden, die gedaan zijn in uw tijdperk, maar ook het Ry'k, hetgeen uit de woorden van dè Ministers van Financiën en Binnenlandsche Zaken bij de aanbieding van het nieuw© wetsontwerp op de financieel© verhouding tussohen het Rijk en de gemeenten blijkt. In de memorie van toelichting hebben deze ministers erkend, dat het abnormale ver schil in belastingdruk der gemeenten niet in de eerste plaats zijn oorsprong vindt in uitecnloopend beleid, maar in uitwendige omstandigheden. Welke personen ook aan hot roer staan en hoe verschillend in beheer en levensopvatting de meerderheid' der ge meentebestuurders is, doet hieromtrent met ter rske, zoo ongeveer zeiden het de mlnk- wij wenschen dat de laatste jaren van uw leven de beste mogen zijn. En U, mevrouw Houwing, U kan en zal dat leven met uw man zoo genoegelijk ma ken als het kan, en in den ouderdom zult gij elkander steunen, in het leven, totdat de laatste stonde aanbreekt, wat voor een elk Ls weggelegd, dat is de dood, want wij weten, dat die tot ons komt zonder onderscheid, en wij moeten het allen bekennen, dat het zoo is. M. de V„ ik zou kunnen eindigen, maar ik wil nog enkele wenschen U en mevrouw toeroepen, waar ook wel de meerderheid mee zal instemmen. Mijnheer de Voorzitter en Mevrouw Houwing, dat de algoede God U nog vele jaren moge sparen voor uw kinderen en uw dierbaren en gü een goeden ouderdom zeker, dat U persoonlijk daarvoor niet noo- dig hebt het onlangs door onze beide eerste Ministers afgelegde getuigenis, dat de finan- cieele misère der gemeenten in het alge meen niet is te zoeken in de gestes van de betrokken bestuurders. Burgemeester, ik ben U dankbaar voor de groote welwillendheid, die U steeds te mijnen opzichte betracht hebt, dankbaar ook voor hetgeen ik van wege Uw in vele opzichten voortreffelijke hoedanigheden van U heb geleerd. En wanneer ik op deze plaats aan die dankbaarheid uiting geef, houd ik me er van overtuigd, dat ik U mede namens het overgroote deel der ambtenaren van de gemeente dank mag zeggen, hetgeen ik dan ook gaarne doei Dat de verhouding tusschen U, den eersten magistraat der ge meente, en de gemeente-ambtenaren1 zoo moogt bereiken, en zalig moogt sterven, en 1 goed is geweest, is zeker voor een groot de kroon des levens moogt beërven, die wel toe te schrijven aan Uw juiste opvat- weggelegd is voor allen, die in dit leven tot Hem vluchten, met al hun zonden en nood'en. Moog* U somtijds zorgen kwellen, (Baart de toekomst U verdriet, (Laat geen klacht uw mond ontvallen, En vergeet uw God dan niet, Want de Heer der Heeren, die is het, Die U alles schenkt, Die U de jaren doet vermeeren, Ach, dat gij beiden daar steeds aan denkt. Vervolgens neemt de heer Kamman het woord voor een persoonlijk afscheid van den Burgemeester. Hij zegt het volgende Hooggeachte Burgemeester. Als secretaris dezer gemeente wil ik gaarne van de gelegenheid gebruik maken, om in deze laatste vergadering van den Raad, die U presideert, ©enige woordon tot U te spreken. Wij hebben, Burgemeester, ruim 91/1 jaar samen gewerkt in het beiang der gemeente Den Heldor, Schier eLken dag hebben we elkander ontmoet om) verschillende gemeen tezaken te bespreken, en ik stel er prijs op hier te verklaren, dat die ontmoeting en samenwerking steeds van den meest vriend- schappelijken aard is geweest. Niet was dat het geval omdat we het altijd zoo roerend eens waren omtrent/ de verschillende zaken en kwesties, die ons dag aan dag bezig hiel den, o neen, want meermalen bleek daarbij van venschillend inzicht. Maar wat wèl de goede verstandhouding steeds 'bevorderde en deed voortbestaan, was de wijze waarop U immer respecteelfde de meening van 's Raads eersten ambtenaar, die zich, al kent de wet hem zóó niet, ook gevoelde Uw eerste ambtenaar en die, juist door Uwe hoedanigheden, zich in dat gevoel gelukkig prees. (Zeker, Burgemeester, U was niet een, ais Ik het ook hier eens noemen mag, vak- bingemeester, en wanneer er dius bij het afdoen onzer zaken wetsuitlegging te pas kwam, dan liet U vaak aan mij de leiding, maaT tooh niet zóó, dat U, op hetgeen ik beweerde, maar steeds ja en amen zei. Neen, Uw gezond) oordeel omtrent de bedoeling, üng van het begrip „overheid", namelijk deze, dat de ambtenaren een deel van de overheid vormen. U en ik moeten thans schelden, en1 voor ons beiden zal gelden het aloude gezegde, dat scheiden wee doet, maaT heerlijker is het zóó van elkander te gaan, dan dat het gebeurt met de, el dan niet •uitgesproken, gedachte: gelukkig, dat ik van hem af ben. Gij gaat thans heen om rust te nemen; ik blijf hopelijk nog eenige jaren om. mijn krachten te geven aan de gemeente, die ons beidon lief is geworden, zooals ik dat ln Uw tijd heflb mogen doen. Ik hoop daarbij nog dikwijls aan U te denken en te profi- •teeren van wat ik van U geleerd heb, en U wensch ik toe, dat Gij met Mevrouw Uw echtgenoote nog vele gelukkige jaren moogt beleven. De Burgemeester merkt op, dat men naar zijne meening in de eerste plaats van den burgemeester verwachten mag niet alleen, dat hij zijn ambt op waardige wijze weet te vervullen, maar ook op waardige wijze het tijdstip van zijn heengaan weet te kiezen. Dit laatste is nog niet zoo eenvoudig als het schijnt, vooral niet wanneer de natuur daartoe niet medewerkt. Toen ik hier circa 14 Jaar geleden kwam als burgemeester was mijn eenige drijfveer eigenbelang en ik ambieerde het ambt van burgemeester van Den Helder, maar ook van geen enkele andere gemeente, en ik beschouwde het, toen ik benoemd werd, dan ook als mijn raoreelen plicht mijn gehcele verdere leven aan mijn burgemeesterschap te moeten wijden, en dit niet te mogen gebruiken als ge legenheid om den voet in den stijg beugel te zetten. Ook meende ik dit ambt niet te lang te mogen waarnemen, on zoodra ik oordeelde niet meer ten volle mijn krachten aan de gomeente te kunnen wijdon, te moeten heengaan. Maar het juiste oogenblik hiervoor te kiezen, was niet gemakkelijk. Bij een vroegere got legenheid heeft de heer Verstegen den weusoh uitgesproken mij' nog lang aan het hoofd der gemeente te mogen zien Ik heb toen geantwoord: Laten we nuchter blijven. Toen al had ik het plan heen te gaandat dit oogenblik vertraagd werd, kwam, omdat ik moeilijk kon scheiden van mijn ambt, dat mij lief ge worden was. Maar het ligt in mijn natuur dat ik, eenmaal een besluit genomen hebbend, dat ook doorvoer. Zwaar valt het mij afscheid te nemen van do bevolking, dié mij altijd vriendelijk tegemoetgekomen is. Ook van Uw Ooi lege. Ik ben nooit een voorstander ervan geweest om het voorzitterschap van den Raad te scheiden van het burgemeesters ambt ik meen dat dit het relief is voor den Raad, en ik ben altijd van meening geweest in den Helderschen raad een raad te hebben gehad, die tamelijk hartig was. Nooit zal Ik mijn Intrede hier in den Raad vergeten. Niettegenstaande lang niet alle Raadsleden mij wenschten, ben ik welwillend ontvangen. Door die ont vangst had de Raad al dadelijk mijn hart gewonnen. Ik ben gehecht geraakt aan nijjn omgeving en ik zoek altijd naar wat daarin het meeste aantrekt. Het is dan ook nimmer een frase geweest, dat ik altijd in hartelijke verstandhouding met den Raad heb verkeerd. Dat dit met het burgerlijke gedeelte het geval was behoeft geen betoog, omdat ik zelf uit dat bur gerlijke milieu stam. Dok met de socia listische fractie is het het geval geweest. In dit verband zou ik het Fransche spreekwoord willen aanhalen dat zegt égratignez ie Russe et vous découvrez Te Tartare. (Ontbolster den Rus en gij houdt den |Tartaar over. Misschien komt het doordat ik achter den mast en zij vóór den mast stonden en zij dus méér te Hjden hadden van het bulswater. Misschien ook was mijn verf van een betere kwaliteit (vrool}jkheid). Maar als de verf wordt afgeschraapt dan komt de zeeman bloot. Het is de laatste maal, dat ik thans deze vergadering presideer. Veel is er beleefd in den loop der jaren en moeilijk valt het te scheiden. Voortdurend blijf ik belangstellen in hetgeen hier wordt be handeld en het zal mij bizonder verbeugen als men voortgaat in de richting die thans ingeslagen is en den Helder de plaats tracht te doen innemen, die het als belang rijk bevolkingscentrum toekomt. Ik neem afscheid met een woord van dank aan den heer Verstegen, die alles, wat hier in de afgeloopen jaren tot stam is gekomen, op mijn rekening plaatste, Ook den heer van der Veer dank ik zeer voor zijn goede wenschen. De mij geschon ken trophee zal voortdurend de aange name herinnering bewaren aanden Helder ik beschouw dit geschenk als een der grootste dat mij gegeven is. Dank aan allen, die medewerkten mij het ambt van burgemeester te veraangenamen. In de eerste plaats het College. Dank zij de Evenredige Vertegenwoordiging zijn de beraadslagingen in dat College niet gemakkelijker geworden. Minstens drie richtingen zijn er vertegenwoordigd, waardoor het uitgesloten is, dat anders dan door een compromis tot eene beslis sing kan worden gekomen. Het is altijd een genoegen geweest de vergaderingen van burgemeester en wethouders te presi- deeren, omdat daar steeds persoonlijk heden vermeden werden, ook al ging het er wel eens hartig toe. In de tweede plaats dank aan de ambte naren. Ik heb het altijd gewaardeerd.dat de ambtenaren naar bun beste vermogen medewerkten aan de gemeentelijke zaken, en ik heb wel eens meer gezegd: onze ambtenaren worden door de gemeente goed behandeld, maar ze zijn dan ook goed. Evenals men van de marine zegt met de marine is alles mogelijk, kan men dat ook van de gemeente-ambtenaren zeggen. Zij zijn goed ontwikkeld, dank zij mede de stuwkracht van den gemeente secretaris. Bij het 40-Jarig ambtsjubileum van den heer Kamman heb ik zijn verdiensten als secretaris al genoegzaam gereleveerd, en behoef dat hier niet te herhalen. Het spreekwoord zegt: niemand is groot voor zijn omgeving; dat geldt ook voor den heer Kamman. Ik stel de milde beoordeeling van mijn arbeid door den secretaris op prijs. Met weemoed leg ik mijn ambt neer, iet hartelijke afscheid van de bevolking, dat mij de laatste dagen ten deel viel, heeft mij goed gedaan en veel van dien weemoed verzacht. Binnen enkele dagen zal mijn ambt door een jongere kracht worden overgenomen. Hartelijk hoop ik, dat onder zijn bewind de lasten der ge meente mogen worden verminderd. In dit opzicht is het al„Het daghet in het Oosten". In de tweede plaats hoop lk, dat den leider tot grooten bloei mag geraken en dat, als er belangrijke gebeurtenissen ilaats vinden, men den ouden burge meester niet zal vergeten, die zoo harte- ijk met de bevolking heeft meegeleefd. Namens mijn vrouw dank ik u voor de haar gebrachte bloemenhulde, die mij zeer veel genoegen deed. Ik heb het geluk gehad een echte zeemansvrouw tot echtgenoote te hebben, die er tegen kan als de man op zee is en hem niet lastig valt met klaagliederen. Deze eigenschap van mevrouw Houwing is mij als burge meester ten goede gekomen. daarbij uitgeleide worden gedaan door 3e Stafmuziek der Marine Omtrent de raadsvergadering van Don derdagavond, waar burgemeester Dries- sen wordt geïnstalleerd, kunnen wij mede- deelen, dat deze is uitgeschreven om 8.16 uur. De heer Driessen komt met den trein van 8.02 uur en zal door den heer Ver stegen worden afgehaald. Behalve de installatie komen geen andere onder werpen aan de orde. Deze rede, op bewogen toon uitge sproken, en af en toe, als de ontroering den spr. te machtig werd, onderbroken, werd met langdurig, hartelijk applaus jeantwoord. Hiermede was deze buitengewone raadszitting geëindigd. Do den burgemeester overhandigde photo in ambtscostuum werd door hom aan den Raad geschonken, teneinde haar een plaatsje in de raadszaal te geven, en door den Raad in dank aanvaard. Donderdag vertrek. Naar wij vernemen, zuilen do burge meester en mevrouw Houwing Donder dagmiddag 12.47 vertrekken. Zij zullen HET VERTREK VAN BURGEMEESTER HOUWING. Men heeft er ons attent op gemaakt dat wij in ons overzicht betreffende de afgeloopen jam.' ;51b1928 wel hebben gewezen op den sie.ui, dien burgenie»Bter Houwing ontving van den heer van Povlje, maar den tegenwoordigen secretaris, den heer Kamman, in het geheel niet noemden, hetgeen den indruk zou kunnen vestigen als of wij dezen opzettelijk negeerden. Daar dit ln het geheel niet het geval was en de opmerking geenszins onge grond was, stellen wij er prijs op mede te deelen, dat het gepleegde verzuim geheel onwillekeurig isgesohied. Iedereen begrijpt, en de butgemeester heeft er in den Raad ook op gezinspeeld, ook de heer van der Veer, dat, hetgeen in de afge loopen jaren tot stand is gekomen ln onze gemeente, volstrekt niet alleen het werk is van den burgemeester, dooh dat in zoo'n geval het burgemeesterschap het symbool is van den bloei of den vooruitgang eener gemeente. En ook be grijpt iedereen, dat bij den gemeentelijken arbeid vooral de secretaris de «stille kracht» is, die door zijn raad en advies, juist voor een burgemeester van zoo groote beteekenis is. Wij hebben bet ge luk in onze gemeente een secretaris te bezitten, die doorkneed ls ln alles wat tot de gemeentelijke zaken behoort, die te dien opzichte een gevestigde reputatie heeft tot ver ln den lande. En na bet vertrek van den heer van Poelje was juist de heer Kamman de geschikte man voor een burgemeester, die, zooals de heer Kamman het zelf uitdrukte, niet was een »vak-burgemeester«, maar leek in al die dingen, waarin de heer Kamman hem adviseeren kon. Niemand weet dat beter dan wij en daarom was het inder daad jammer, dat in bedoeld overzicht dit niet is naar voren gekomen. Wij meenen goed te doen, teneinde een mogelijk vorkeerden indruk weg te nemen, dit als nog toe te voegen aan wat wij schreven. De burgemeester zelf heeft het in April van dit jaar, bij 's heeren Kam- man's jubileum, zoo teekenachtig uitge drukt: »Hij (de heer Kamman) hoeft de taak van den heer van Poelje zoodanig voortgezet, dat het gemeentebestuur bet verlies niet voelde.» Wij maken die woor den gaarne tot de onze. DE WITTE POOLZEERIDDER IN DE STAD DER BLAUWE ZEERIDDERS. Door Levy Grunwald. Zoo geschiedt het dan ten derde male, nu in onze eigen veste, dat ik verslag uitbreng van Sjef van Dongen. Van Amsterdam af heb ik Sjef op zijn reis naar Den Helder vergezeld. Toen de trein alhier binnen boemelde en bij uitstapte, werd door de talrijke aanwe zigen op het perron een donderend hoera aangeheven. In de wachtkamer 2e klasse werden de gasten voorgesteld. Het was oen treffend oogenblik toen 8Jef zicht baar onder den indruk de vereelde knuisten drukte van de dappere blauwe zeeridders. De heer Verstegen, voorzitter van het Comité, sprak ook namens höt gemeentebestuur van Dongen toe. Door drukke besognes, aldus Z.Ed., is de burgemeester van Den Helder ver hinderd. Onze mannen, die zich beroemd hebben gemaakt door hunne dapper» daden, wilden niet achter blijven. Wij weten hier wat gevaren trotseeren is, hier zijn ook menschen die alleen liefde lieten spreken als het gold anderen te redden. Zij zien in u niet alleen een gelijke, neen meer dan een gelijke, een meerdere. Wij zijn niet in staat uwe daden volkomen te beoordeelen, omdat de streken, waarin u uwe heldendaden jedreef, voor ons onbekend zijn. Wel was ik op Spitsbergen, toen ik bij de marine was, om de graven der Hollanders te restaureeron. Het verheugt ons; datu in de gemeente hebt willen komen, ge loof, dat dit door ons ten zeerste ge waardeerd wordt. (Applans). Sjef van Dongen beantwoordt heel geestig do rede van den heer Verstegen. Hjj protestrort er tegen, dat men in hem de meerdere ziet, zij, de Blauwe Zeerid ders, deden grootere daden dan ik. Toen naar buiten, maar ook hier moest do politie regelend optreden en zij deed dit zooals wij dat van de Heldersche politie on hun chefs gewend zijn, keurig. Inmiddels begon eon dichte haag men schen zich voor Bellevue op te stellen. Hot leek wel alsof do Koningin moest comen, zoo enthousiast was de menigte, vooral de jonge meisjes. Wie durft tegen woordig nog spreken vanHelder is een dood gat I 't Lijkt wel of onze veste een Boise stad ls. Daar ls 't ook lederen avond muziek, optocht, lol en vroolijkheid. Vroolijk en opgewekt liep en hoste on jubelde de iflele burgerij mee. Voor Bellevue ston- len de auto s, de fakkels en de muzi kanten gereed. Hoera jongens, daar is Sjef Daar- s-ie. Waar-is-ie? Waar-ls-ie? Nou ver draaid, zie je 'm nou nog niet daar-is-ie. Hij heb de lengte anders waarachtig wel. Tjó, da's een eenigert, een knappe jon gen, zegt een snoeperig bakvischje, dat aan den arm van haar galant, smachtend naar Sjef opziet. ,,'t Is mo nog al wat, een lantaarnpaal zoo lang as-die is", ant woordt de jaloersohe minnaar, Maar 9' (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 6