HELDERS! COURANT
DE GEHEIME ZENDING.
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
FEUILLETON
edgab franxuss.
„Niet thuis? Waarom?"
Voor zaken".
Waar?"
'V uit de stad."
'ja maar waar?" drong Doris aan.
iSuThet spijt mij," zeide haar man
na' een oogenblik nadenkens, „maar ik
denk dat ik Je dat niet kan zeggen. Ik heb
SfoSJ Jo°« er reet I»,!™»"1
irib-tAnmet geen woord I
jzelfs niet tegen je vrouw?" vroeg Do-
^T^fenTin sterveling," zeide James
QT,"rirrthpprd)e bedarend te grijnzen.
Dat dat komt mij héél vreemd
voor," zeide mevrouw Folsom.
Het is niet zoozeer vreemd als wel af
gezaagd," zeide haar vader onverwachts,
met een eigenaardig
nr ffeen idee van dat iemand in onze dia
gen zich nog met zulke poesjes eruit
zou probeeren te redden.
James Henry Folsom. die zich strak op
richtte zag hem doordringend aan Het
was niet iemand van wie James Henry
hield Volgens James' opvatting had hij
een goedhartige oude heer met een lan
gen grijzen baard en fletse, welwillende
blauwe oogan moeiten sUru In plaats daan-
van had hij den slechten smaak van een
goede veertiger te zijn, zonder een enke
len rimpel of een enkel grijs haartje, imet
een bloeiende zaak en een verzameling
tennis-tropeeën, die hij vrij kort geleden
gewonnen had. En hij had ook een on
aangename manier om veelbeteekenende
knipoogjes te geven; het leek onmogelijk
dat deze Phelps de vader van Doris kon
zijn. Maar toch was het zoo.
„Ik vertel geen leugens, zie je", zeide
James.
„Bewaar me," zeide zijn schoonvader
gichelend. „Ik heb ook in mijn jonge jaren
heel© nachten gepokerd en zoo meer!"
Doris keek van den één naar den ander.
„O, is het dat een pokerpartijtje?"
vroeg ziji opgelucht. „Weet je ervan,
vader?"
„Hij weet er niet van, omdat er geen
sprake is van een partijtje pokeren!" zei
de James spinnijdig. „Het is voor zaken!"
„Neem m!ij niet kwalijk!" zeide zijn
schoonvader zachtzinnig. „Het is blijk
baar zoo. Maar je moet niet zoo geheim
zinnig doen, Jim. Zeg tegen Doris waar
je heen gaat; zij heeft er volkomen recht
op dit te weten."
„Misschien," zeide de zoogenaamde
heer des huizes stijfjes, „maar ik heb niet
het volkomen recht haar dit te vertellen."
Daarna verflauwde het gesprek aan
tafel, hoe dan ook. Phelps kroop in zijn
schulp en hield bescheiden zijn mond, al
wierp hij af en toe heimelijk vragende
blikken in James' zijn richting; bet kon
zijn dat James zijn schoonvader niet
graag mocht, maar deize beschouwde hem
vrijwel als een model-jong-eohtgenoot.
Mevrouw Folsom zeilde weinig of niatat
ofschoon haar glinsterende oogen die op
haar man gevestigd waren, af en toe zeer
welsprekend waren. James zelf at, in zijn
wiek geschoten, zonder commentaar.
„Ik heb niet veei tijd," zeide hij, toen
bij ten leste opstond. „Ik ga mijn boeltje
pakken."
Maar al zijn stijfheid, al zijn boosheid
versmolten toen hij alleen boven was. Een
neerslachtigheid, gelijk James maar zel
den gekend had, drukte hem neer.
Somber haalde hij zijn kleinste reis-
valies uit de kast en zette het, geopend,
op bed en daarna staarde hij er somber
naar. Met een vervaarlijken zucht ging
hij naar de latafel toe om een paar over
hemden en boorden te krijgen, die hij
noodtg kon hebben en toen hij zich
omkeerde botste hij bijkans op Doris,
zijn beminde vrouw.
„Kun je het mij vertellen nu wij
alleen zijn?"
„Het spijt mij, maar
„Is het dan te veel gevraagd als je
vrouw wil weten, wanneer je terug zult
zijn of dat je ooit terug zult komen?"
„Hoor eens, kindje", zeide hij bitter.
Storm heeft er nauwelijks aan gedacht
dat hij mijn huiselijke vrede zou versto
ren toen hij het mij liet beloven maar
het ziet er naar uit, of het daar naar toe
gaat.
„Ga hem op zijn kantoor opbellen; als
hij daar niet is, moet je de 'buitensocieteit
opbellen en daar naar hem vragen. Zeg
heim, dat je denkt dat je man er van door
wil gaan met een andere vrouw en diat je
zijn verzekering wilt hebben dat dit niet
zoo is. Ik ben overtuigd dat hij je die zal
geven.1'
„Dat zal ik dan eenvoudig doen," zeide
Doris en weg was zij.
En toch scheen James Henry nog altijd
zijn opgewektheid niet terug te kunnen
krijgen. Hij ging op den kant van het
bed zitten en zuchtte en schudde het
hoofd.
Aha, nu sprak zij; hij ving het gemom
pel van woorden op, waarvan hij er niet
één verstond. Zij sprak ook vrij lang.
Storm was zeker bezig alles uit te leggen.
James stond stil, met opgezette borst,
zender glimlach. Hij zou haar vergeven,
maar pas op het laatste oogenblik van
zijn vertrek.
Toch zag zij er niet uit als een vrouwtje
dat kwam om vergiffenis te erlangen.
Haar oogen fonkelden in haar vreemd
bleebe gezicht.
„Hij is niet op het kantoor en evenmin
op de buitensocieteit!" zeide zij.
„Dan is hij er nog niet aangekomen!"
riep James wanhopig. „Bel hem over een
half uur op, dan zul je hem zeker aan de
telefoon krijgen!"
„O, neen," zedde Doris glimlachend en
schudde het hoofd. „Ik laat mij niet lan
ger in de maling nemen!"
„Maar
„Ik heb ook zjjn appartement opgebeld,
moet je weten en die Japansche bediende
van hem zeide dat Storm vanochtend de
stad was uitgegaan voor zoover hij wist,
en pas morgen terug zou zijn."
DERDE HOOFDSTUK.
Van huls.
James Henry Folsom stak zijn handen
ia da lucht; voor hot oogenblik kon hjj
geen woord meer uitbrengen.
Doris nam hem van top tot teen op; en
daarop doofde, heel merkwaardig, de
fonkeling in haar oogen en werden deze
gelijk de oogen van een dier dat gewond
is en haar boezem ging op en neer en
dadelijk daarop lag zij in de armen van
James, zonder tegenstand te bieden, maai
ook zender eenigszins te reageeren, ter
wijl liij hijgend uitbracht:
„Kindlief, die Japannees is gek! Storm
is in de stad of ergens vlak in de buurtl
En ik ben niet van plan, er met Mabei
van door te gaan; ik ga voor wettige za
ken voor de firma op reis, en ik zal
morgenavond! omstreeks dezen tijd terug
zijn, en wanneer je Storm te pakken
krijgt, zal hij je dit bewijzen! Geloof je
mij niet?"
,Ja, ik ik geloof je, Jim," zeide Do
ris dof.
„Maar In je hart doe je dat niet! Je
denkt wat denk je eigenlijk?"
„Ik weet niet wat ik denken moet; dat
is hetgeen mij zoo kwelt," lachte Doris
flauw. „Het lijkt niet aannemelijk dat
Storm jou verboden zou hebben mij te
zeggen, waar je heengaat; het lijkt niet
natuurlijk dat je telkens wanneer Mabel's
naam maar genoemd wordt, zoo overstuur
raakt!"
„Ik?" vroeg James versteld. „Maar
maar
Doris trok zich van hem los en knikte.
„Goed Jim. Ik ben zeker alleen maar
vermoeid' en kinderachtig.. Zal ik je goed
krijgen?'*
„Ik zal het zelf wel krijgen. Ga jij wat
liggen."
(Wordt vervolgd).
VAN DINSOAQ 27 NOVEMBER 1028
Den Helder.
Ie Utrecht le bevorderd tot doctor in
de wis- en natuurkunde de heer D. R
Koolhaas, geboren in Den Helder, op
proefschrift ,3ijdtrage tot d'e kennis der
bjoyohsche sesquiterperen eudesmol, ma-
chinol en selineen gedeeltelijke synthese
van bêta-thujon".
DE OPVOLGER VAN DEN HEER
VAN DER VEER
De heer Morihemius, welke opvolger is
in den Raad van wijlen den heer van dier
Veer, heeft zich, naar wij vernemen, be
reid verklaard het raadslidmaatschap te
vervullen.
AANBESTEDING.
Door den architect G. die Beurs Gz.
werd gisteren aanbesteed het bouwen van
een veestalling op hoeve „Sohoten" te
Koegras. De volgende billetten kwam in:
P. Veter, Oallantsoog 8710,Gebr.
Boot, Den Helder ƒ9099,G. Hoornsiman
Jullansdorp 10465,—; P. Tuin, 't Zand)
10600,—; H. Hagen, Den Helder
12100,Doedes en Schilder, 't Zand
12921,—; G. Groot, Den Helder 18887.
NEDERL. CHRISTEN VROUWENBOND
Woensdagavond heeft in het gebouw
Palmstraat een lezing plaats, uitgaande
van bovengenoetmden Bond. Hierbij zal
door mejuffrouw Leynse van Ginnéken
een en ander worden medegedeeld uit
het zendingswerk in China, waarbij te
vens lichtbeelden zullen worden vertoond.
Donderdag is er tentoonstelling en ver
koop van Chineesche goederen.
GYSBERT JAPICX.
Tongersdeitsjoun de 22ste fen Slacht-
moanne hat Gysbert Japicx syn earste
gearkomste hélden fen dizze winter. De
seal fen Musis wier al hiel fol en diet mei
it rare waer, teiken fen greate bilangstel-
1'ing for üs krite. Der waexd spile „De
Stikelbaerch" fen R. W. Oanne, in stik
det bizonder yn 'e smaak foei, hiwent der
wier mar ien rop: Hwet is het mooi! hwet
is het mooil
De Helder sche Friezen, dy der Tonger-
deitsjoen net west binne hawwe hwet
forspttle!
A. G. O.
Film Staatsmanen.
Zooveel mogelijk is aan alle aanvragen
om plaatsen voor de film der Staatsmijnen
voldaan. Natuurlijk waren ook hier enkele
laatkomers, die teleurgesteld moesten
worden, evenals eenige aanvragers, die
een onleesbaar of geen adres opgaven.
Willen deze zich de moeite getroosten
's avonds even aan de kassa te infor-
xneeren, dan kunnen wellicht ook zij nog
geholpen worden. En dit 'wellicht^ is
»zeker« als iedereen, die kaarten ontving
en er geen gebruik van kan maken, deze
even vóór hedenavond 8 uur aan Tivoli
af wil geven. U helpt er een ander meel
NED. BOND VAN ABSTINENT
STUDEERENDEN.
Men schrijft ons:
Zaterdagavond gaf de jougdvereeniging
JSTederlandsche Bond van Abstinent Stu
deerenden". afdeeling Den Helder, een
propagiandaavond in het gebouw U.SJO.
Ondanks 't zeer slechte weer was er toch
nog een gedeelte der afdeeling Alkmaar
gekomen. Oam 8 uur opent die heer Lager-
tt ij verKa^|0ring en hostallen welkom.
Hij hoopt, dat het evenals 't vorige jaar
een geslaagde avond zal worden en dat in
de pauze een aantal nieuwe leden zldh
zullen opgeven. Hierna wordt er door de
dames Koch en de Lange een sonate
van Diabelly voorgedragen (quatremains).
Vervolgens is Willem Wiese aan het
woord met de gebruikelijke spech. Het
was een kernachtige rede. Aan 't debat
werd deelgenomen door 3 personen, met
de vragen: Wat is drankkapitaal? Waar
om mag er op N.B.AJS. door niet-N.-bas-
soris niet gerookt worden? en Wat komen
Anti-bassers op een prop.-avond doen?
Nadat die hoeren op hun vragen waren be
antwoord, wordt door Anton van Kampen
een stukje gedeclameerd: Opgebracht
(van Nianta). Als laatste nummer voor de
pauze nog een nummertje muziek: „der
Trompeter von Saokingen" (quatremains).
In de pauze werden er nieuwe leden ge
worven en met sommige nieuwsgierigen
wat gepraat over doel en streven van de
vereeniging. Na de pauze wordt 't pro
gramma vlug afgewerkt" Allereerst een
schimmenspel: „The Buried Treasure".
Het streven was goed, maar 't had! wer
kelijk wel wat beter opgevoerd mogen
worden. Vervolgens nog een der Spanische
Tfinze van Moszkowsky, die heel goed ge
speeld werd. Alkmaar kwam' toen pp de
planken met een tooneelsfcukje: „de Paar
dendief' in boersch dialect. Als slot gaf
Willem Wiese een nocturne van Chopin,
die op brillante wijze voorgedragen werd.
Na een slotwoord van den heer de Wit Jr.
werd er met een fiksohen Bakmarsohe ge.
eindigd.
Met fllnken moed weer aan den -gang
N.-'bassers en 't ideaal, dat de vereeniging
zich ten doel stelt, in vervulling zien
te brengen.
CONCERT VAN JAN KUBELIK.
Het op Donderdag as. aangekondigde
concert van het Don Kozakken-koor gaat
niet door, aangezien dlit koor Zaterdag in
Italië moét optreden en door, veranderde
spoorwegver bindingen hier dien avond niet
meer kan zingen, willen zij tijdig in Italië
zijn voer een tournée aldaar. Zij' komen ech
ter in het begin van 1929 terug en komen
dan hier.
'Om het gemis van dezen avond te ver
goeden komt er een ander concert voor dn
ce plaats en wed' niemand minder dan de
wereldberoemde Kubelik. Met groote gelde
lijke opofferingen is 't gelukt hem naar Den
Helder te krijgen. Een unicum!
Kubelik is in-1880 in een plaatsje nabij
Praag geboren. Reeds als 6-jarige kreeg hdj
vioolondeirricht, en twee jaar. later 'trad hij
reeds in het openbaar op.
Ailis violist kenmerkt biji Zich door een
fraaien, warmen toon, kristalheldere tech
niek, die de grootste technische moeilijk
heden als het ware spelend ovërwint. Zijn
muzikale voordracht en de bovenstaande
eigenschappen waren oorzaak van zijn snel
groeiende algemeen© sympathie. Een zijner
critici schreef over hem: „In de middel
eeuwen had men Kubelik' als toovenaar ver
brand". In' Budapest moest hij in-1898 (toen
hij daar op 18-jarigen leeftijd debuteerde)
14 concerten bij uitverkochte zalen geven,
letterlijk iedereen wilde hem hooren. Hier
schreef een criticus: „Sedert Paganini's
optreden hebben we zooiets inliet meer mee
gemaakt".
Kubelik is thans weder in ons land, naar
wij meenen voor de derde maal. Dat hjj
daarbij in Den Helder fcomit, mogen, neen
moeten wij' toonen te apprecieeren, nimmer
treedt hij: in de kleinere plaatsen op. Boven
dien kunnen wiji dat, daar de prijzen hier
uiterst laag zijn. Als men rekent, dat in de
groote steden meestal 5 voor een goedé
plaats betaald wordt, terwijl hier de prijzen
1 en 0.75 zdjn', kan men hier bijna spre
ken van een „volks"-concert.
Kubelük's begeleider is prof. Otto Hasa.
As een merkwaardigheid kunnen we nog
mededeelen, dat Kubelik Sinds 30 jaar ver-
gezeild wordt door een zwarten Britsch-
Indiër, deze reist mede en fungeert als tolk.
In het Advertentieblad van morgen, ko
men. wjj nog nader op dit belangrijke en
voor Den Helder unieke concert terug. Wij
verwijzen voorts wat plaatsbespreking enz.
betreft, naar de advertentie in' dit nummer
en bevelen het concert van Donderdagavond'
ten zeerste aan bij onze lezers hier en in de
omgeving,.
BRANDJE IN DE MOLENSTRAAT.
Hedenmorgen 0 uur ontstond een begin
van brand in het pakhuis van den sohoen-
maker de Vroone, in de Molenstraat.
Eenige voorbijgangers ontdekten den
brand en waarschuwden de politie en
brandweer. De brandweer, onder leiding
van den hoofdbrandmeester, den heer
Dokter, was spoedig ter plaatse.
Met een slang op de waterleiding werd
het brandje gebluscht
De oorzaak is onbekend
TRAGISCH.
Zaterdagmorgen heeft de 41-jarlge los-
werkman P. M., Zwaanstraat, zich door
gasverstikking van het leven beroofd De
man was gehuwd en vader van 2 kin
deren.
DAK VAN EEN STAL GELICHT.
Paard doodgeslagen.
Zondagavond ongeveer 10 uur is in de
Paardenstraat het dak van den stal van
den groentenhandelaar Koning gewaaid.
Door neerstortende balken werd het
paard in den stal gedood.
GEMEENTERAAD.
Verschenen is een
Vervolg-agenda
voor de vergadering van den Raad der
gemeente Den Helder op hedenavond.
Ingekomen stukken.
Een adres van den Bond van Belas
tingbetalers tegen den zwaren belasting
druk, nopens de door de gemeente ge
sloten geldleening ad 679.000.
(Voorgesteld wordt dit stuk voor ken
nisgeving aan te nemen.)
Benoeming.
Voorstel tot het benoemen van een
onderwijzer aan school 7.
Voorgedragen worden:
1. A. de Ruiter,
2. G. Houtman,
3. J. B. 't Hoofd.
Leerboeken christelijke scholen.
Door het bestuur der Vereeniging „Laat
de Kinderkens tot 'Mij1 komen" alhier wordt
hij adres d.d. October 1928 aan. den Raad
verzocht, overeenkomstig art. 72 e.v. der
L.O.wet 1920 medewerking te verleenen
door het verstrekken van die noodige gelden
voor het 'aanschaffen van nieuwe leer
boeken.
De aanvrage is gegrond op de invoering
van een nieuw leerplan op de bijzondere
lagere school aan de Koningstraat voor wat
betreft het vak Bijibelsche Geschiedenis en
op de invoering ©ener nieuwe taalmethode.
Het komt B. en W. voor, dat de Raad in
dit geval, zonder zijn standpunt prijs te
geven, het verzoek kan inwilligen,, hetgeen
nadler wordt uiteengezet. Zij, stellen voor het
verzoek ini te willigen.
De stranding van de
„Eugenia".
't Zijn merkwaardige dagen geweest, wel
de Den'Helder thans heeft doorgemaakt.
Merkwaardig wegens de vele gebeurte
nissen, die zich in luttel uren ooncen-
treeren. Zoo moet, dunkt ons, de geschie
denis ontstaan: een snelle opeenvolging
van gebeurtenissen van heftig bewogen
of zwaar romantisch karakter, die fel in
grijpen in het dagelijksch gebeuren: dan
vloeit de effen stroom van het leven weer
verder tot een nieuwe fase weer nieuwe
gebeurtenissen brengt
Merkwaardige dagen zijn het van intens
beleven. Van bespiegelingen, conferenties
en photografeeren, van des- en ondeskun
dige beschouwingen, over de positie van
het schip op den dijk. „Meneer, is dat nu
die Grieksche boot?" vroeg Zondagmor
gen een juffrouw, wier coiffure ze. was
vanwege den wind maar blootshoofds ge
gaan dreigde van haar hoofd af te
waaien. De vraag was tamelijk overbodig,
maar toch meenden wij goed te doen de
twijfelende juffrouw gerust te stellen en
de verzekering te moeten geven, „dat dat
'm was", waarop de verrassende repliek
kwam: „ja ziet-u, ik heb er geen ver
stand van". Een ander, die de vruchte-
looze pogingen zag der sleepbooten, wilde
een handje helpen door eenige domme
krachten onder het schip te brengen en
het zoo op te vijzelen; „misschien kap-
sijst-ie dan". Terwijl nummer drie hoopte,
dat Hendrik-Ido-Ambacht er maar aan te
pas zou komen (bekende scheepsslooperjj),
dat gaf weer werkverschaffing.
De „Eugenia" intusschen zit hoog en
droog op den dijk. Leek het den eersten
dag alsof men het sohip, dat Zaterdagmor
gen vrijwel rechtstandig met den kop op
den dijk zat, gemakkelijk zou kunnen af
brengen, de zware slagzeeën, die telkens
kwamen aanzetten, gaven het schip even
zoovele zetjes naar boven, zoodat het ln
den namiddag dwars op de steenglooiïng
zat en-de kans het er af te halen heel wat
geringer was geworden. En sedert is de
positie van het schip nog ongunstiger ge
worden. Want de storm is, wel verre van
te bedaren, in den nacht van Zaterdag op
Zondag met onverminderde kracht blij
ven woeden; weliswaar was hij niet van de
windkracht van de vorige week, maar
evengoed was deze toch groot. Zondag
avond 11 uur en des nachts tusschen 1
Een foto toen de „Drente" verbinding had.
Het Grieksche s.s. „Eugenia", zooals men het op den dijk zag,
kort na de stranding.
Het gestrande stoomschip.