KANNEWASSER DE INDRINGER NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WEERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. IS ALTIJD OOEDKOOPER GRATIS. OOK VOOR DAMES-CO N FECTIE BUITENLAND. DONDERDAG 20 DECEMBER 1928 56ste JAARGANG ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BU VOORUITBETALING Htlderscb# Courant 11.60; fr.p.p. binnenland 12.—, Ned. O. «n W. IndU p. aeepoat 12.10, ld. p. mail en overig© landen 18.20. Zondagablad ie»p. IOCO, 10,70,10.70,11.—. Modeblad reap. 10.95,11.26,11.26, 11.86 Lo»»o uummere der Courant 4 at; Ir. p. p. I et. Zl], die zich van heden af, voor min stens drie maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de tot 1 Januari verschijnende nummers Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur-Uitgever: C. DB BOER Jr., DEN HELDER Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 «n 412 Poat-Qirorek«>BiBff Ne. 10066. ADYERTBNTXSN-. 20 ei p. regel (galjard) ïngea. meded. (Isleantreedte sis redaetlon tekst)dubbel tarief Kleine adrert. (gevraagd, te keep, t« bnnr)v. 1 t/m 8 regels 40 et., elke regel meer 10 et. bii reermitbetaling (adres: Baream d. blad en met br. onder no. 10 et. p. adv. extra). Bewl fijsno. 4 et Ingezonden Mededeellng. Lloht op voor Auto's en Fietsen*: Donderdag 20 Deo.4.20 uur. Vrijdag 214.20 - INGELAND. DE NOOD IN DE MIJNWERKERS DISTRICTEN. De maatregelen der regeering. Beter laat dan nooit, maar niet al te royaal heeft Baldwin aangekondigd in hoeverre de regeering bereid is, de wel dadigheidsbeweging der werklooze mijn werkers en hun vrouwen en kinderen te steunen. De conservatieve pers is tevre den en 150.000 in eens, 1 uit de schat kist bij elk door particulieren op te bren gen pond, benevens nog 100.000 voor naar andere streken te verplaatsen mijn werkersgezinnen, mag niet weggecijferd worden, maar men behoeft slechts te overwegen dat er ruim 200.000 werkloo- se mijnwerkera zijn om te beseffen dat deze hulp niet ver reikt en tot niet veel langer dan even na Kerstmis in den erg- aten nood voorzien kan. ring van de verkiezing van Borms en Henderickx bij opstaan en zitten aange nomen. Op voorstel van den sodalisti- schen leider Vandervelde zal Woensdag bij appèl nominaal over de verkiezing van mr. Baelde gestemd worden. VEREENIGDE STATEN. ITALIË. MAARSCHALK CADORNA. t Bordighera, 13 December. Maarschalk Cadorna is, naar verscheidene bladen melden, aan een hartverlamming over leden. DONAU-LANDEN. BELGIE. DE VERKIEZING VAN BORMS. Ongeldig verklaard. De spedale Kamercommissie belast met het onderzoek van het dossier der tus- schentydsche verkiezing op 9 dezer te Antwerpen heeft Dinsdag hare werkzaam heden geëindigd. Bjj het einde der bespreking, toen de Kamer-president een motie-Vos tot on middellijke invrijheidstelling van Borms niet ontvankelijk verklaarde en niemand op de regeeringsbank opstond om de spre kers van antwoord te dienen, kwam het tot een heftig incident tusschen Jaspar en den socialistischen oud-minister Anseele. Deze riep herhaaldelijk, dat het onwaar dig was van de regeering zich aldus aan haar plicht te onttrekken. Het antwoord van Jaspar ging In het tumult verloren. Ten slotte werd de ongeldigheidsverkla- FEUILLETON Uit het Engelsob door HAROLD BINDLOSS. 43) I) „De hak van mijn laars als htf 't me lastig maakt", zei de Witham kort. t Was al laat, toen ze eindelijk zijn hoeve bereikten, waar Dane, volgens afspraak, zou bUjven/ slapen. Bijl hun binnenkomen stond een jonge, slanke figuur in uniform van een stoel bij de tafel op. Een 0ogenblik lang- had Witham de gewaarwording, dat zijn hart opeens stU bleef staan; toen/, in een wanhopige poging om zich goed1 te houden, klemde hjj zijn tanden opeen en- kwam verder de kamer in. Gelukkig hing de lamp Jaag, zoodat zijln gezicht gedeelte lijk ln de schaduw bleef. HU kende de uni form en den jongen man, die haar droeg; een of twee maal had bjj hem op een voor uitgeschoven post meer dan zeshonderd mijlen! hiervandaan, imidd-en in de prairie, ontmoet. Hif wist, dat hij groot gevaar liep, om herkend te worden, er bestond1 echter een geringe kans dat de jonge mareohaussée hem zonder zijn puntbaard van vroeger en- in 't vage Jicht van de petroleumlamp niet zou herkennen'. Was het eerste, gevaarlijke oogenbhk voorbij, dan zou gewoonte de rest ion. mm pw AAtnMikkei- lang bleef de SOCIALISTISCHE WAPENING TE WEENEN. Een onthulling van minister VauJgoin. "Vaugoin, de Oostenrijksche minister van oorlog, heeft op een partijvergade ring meegedeeld, dat de politie onlangs in de kelders van een nieuw gebouw, dat pas door de socialistische stad Weenen vol tooid was, wapens, modellen van wapens en munitie heeft gevonden. Klaarblijke lijk was dit alles het eigendom van de Re- publikeinsche Schutterij, die in het nieu we gebouw haar oefenlokaal had en wier voorzitter, de bode van een socialistisch ziekenfonds, in het gebouw woont. Deze mededeelingen, die door de socia listische Arbeiter Zeitung werden dood gezwegen, hebben te Weenen nogal op zien gebaard. Op dezelefde vergadering heeft Buresch,.j de gouverneur van Neder-Oostenrijk ge zegd, dat men mee moet werken om het staatsgezag te versterken, opdat er aan de (socialistische) terreur een einde kome. DE SENAAT EN HET VERDRAG VAN KELLOGG. Onveranderde aanvaarding waarschijnlijk. De commissie uit den Senaat heeft Dinsdag het verdrag van Kellogg bespro ken en na 3 uur gedachtenwisseling met 14 tegen 2 stemmen de ratificatie aan bevolen. Borah drong nog aan op spoedige be handeling in den Senaat, daar de ratifica tie z.i. voltrokken moest zijn voor de be grooting van marine, en de kwestie der nieuwe kruisers aan de orde zullen ko men. AFGHANISTAN. DE TOESTAND TE KABOEL. Naar uit Kaboel gemeid wordt, wordt de bezetting van de twee forten in de nabij heid van Kaboel geweten aan het feit, dat de commandanten dezer sterkten in ge heime betrekkingen gestaan zouden heb ben met de opstandelingen. De troepen buiten de stad zijn van de hoofdstad afge sneden. In Kaboel is de staat van beleg aigekondigd. Ook zou de telegrafische verbinding tusschen den opperbevelhebber der regeeringstroepen en den koning zijn onderbroken. Tq Kaboel zijn 600 aanhan gers der opstandelingen gearresteerd. jonge man hem onbeweeglijk staan, aankij ken; Witham beantwoordde ztja blik zoo rustig mogelijk, ofschoon hij zijn hart voel de -bonzen. „En waaraan heb ik dit genoegen te dan ken!, marecha-ussée?" vroeg hij/ opeens, om er een einde aan te maken. ,jHuis4nspectae, air", gaf de jonge man met een prettige 'beschaafde stam ten ant woord. „Mr. Courthorn als ik het wel heb.... neemt u me niet kwalijk, dat ik u zoo onbeleefd -bleef aanstaren, maar u lijkt sprekend op iemand, dien ik vroeger ge kend heb. Er zjjn in- den laatsten tijd' nogal wat veranderingen geweest lk ben van het Alberta Escadron, dat naar dit district overgeplaatst Is. Ik heb vandaag een paar maal pech gehad en/ omdat ik toen nogal laat was, hebben uw menschen me gastvrij opgenomen." Witham lachte. „Ik ben meer dan eens voor een ander aangezien; een -glas wijn of een' sigaar, -voordat je naar bed gaat, mare- cb a Neen, dank u, sïr", zelde de jonge man. „Als u even wilt teekenen, als bewijs, dat lk hier geweest ben, ga ik 't liefst maar dadelijk naar kooi. Ik heb morgen een' rit van zestig mijl voor me." Witba-m- deed1, wat hem gevraagd werd. Toen de jonge man met eeni (korten, be leefden groet, do kamer uitgegaan was, trok ken ze hun stoelen tot bij de kachel; om 'voor 't naar 'bed- gaan nog een' sigaar te rooken. Na de eerste paar trekken viel' het Dane op, dat 't gezicht van zijn metgezel ernstiger dan gewoonlijk stond. „Hoe vond' je het gezicht van. den mare ohaussée, toen we binnenkwamen?" begon tto°' htl gW8t" GEMEENTERAAD Den Helder. Vergadering van Dinsdagmiddag 2 uur. Bij. den aanvang afwezig de heer Borkeri, die evenwel iets later komt. De Wethouderskwestie. Bij de open-ing der vergadering zegt de Voorzitter, burgemeester Driessen, het volgende: Mevrouw, Mijne Heeren, Alvorens over te gaan tot de behande ling der agenda zou ik gaarne eene per soonlijke zaak naar voren urcngen. Reeds onmiddellijk na de vriendelijke ontvangst bij mijn installatie werd ik pijn lijk getroffen door eene kwestie, die èn in den Raad èn in de gemeente de gemoe deren verhit. Ik bedoel hiermede de kwestie-Van Breda. Dat het in het belang der gemeente is, dat deze kwestie wordt opgelost, zal wel door niemand worden betwijfeld en daar om heb ik na rijp -beraad enkele be sprekingen gevoerd, die geleid hebben tot het feit, dat de heer Van Breda gaarne eene verklaring zou afleggen. Alvorens echter het woord aan den heer Van Breda te verleenen, moet ik opmer ken, dat ik eene discussie over die ver klaring hoogst ongewenscht vind, doch uit den aard der zaak zal ik gaarne het woord geven tot het afleggen van eene verkla ring, aan hen die dit vragen. Het woord is thans aan wethouder Van Breda. De heer Van Breda heeft dankbaar de medewerking van den Voorzitter aan vaard om een einde te maken aan een on-ge- wenschten -toestand en spr. in de gelegen heid te stellen- tot het afleggen van de volgende Verklaring. „In verband met het tusschen mij en den gemeenteraad gerezen conflict stel ik er prijs op Ie verklaren, dat ik erken lost te zjjn geweest Ik verklaar voorts mij aan te sluiten bij de opvattingen, neergelegd in het rapport van den Eereraad, doch kan de eind conclusie in zake de beschikbaarstelling van mijn zetel niet aanvaarden. Ik ver klaar ten slotte dat de door mij begane fouten mij leed doen. Onder aanbieding mijner verontschuldi gingen wil ik het vertrouwen uitspreken, dat deze verklaring het conflict volledig opheft". De Voorzitter Mevrouw, Mijne Heeren, Het is thans na de verklaring van den heer Van Breda, dat ik, mede namens _de wethouders Verstegen en Bok, een korte mededeeling wil doen en wel deze: dat o.i. het belang der gemeente vordert, dat de kwestie Van Breda hiermede een einde neemt. De heer Biersteker legt naar aan leiding hiervan de volgende verklaring af: Naar aanleiding van de verklaring van den heer Van Breda en de door den Bur gemeester, mede namens de Wethouders Verstegen en Bok gedane mededeeling, willen wij uitspreken dat we in het be lang van een goede functioneering der ge meentediensten, mede zullen gaan om B. W. uit te noodigen de functies opnieuw te verdeelen. Evenwel doen wij dit omdat ons geen wettige middelen ten dienste staan om den heer Van Breda te dwingen om als wet houder af te treden. Vast staat nu, uit zijn eigen verklaring, dat de geheele schuld van het conflict is veroorzaakt door den heer Van Breda. Wij blijven het betreuren, dat de heer Van Breda, niettegenstaande de vooraf door hem afgelegde verklaring zich aan de uitspraak van den Eereraad te zullen onderwerpen, zich heeft ontrokken aan de verplichting om de conclusie van den Eereraad te aanvaarden. Dat we ons dus nu neerleggen btf het aanblijven van den heer Van Breda als wethouder, geschiedt noodgedwongen, en ntf wel schijnbaar het conflict uit den weg is geruimd, doch dat het vertrouwen in den Wethouder Van Breda zoodanig is geschokt, dat van een aangename samen werking wel nooit meer sprake kan zijn. Namens de SJXA.P. wordt door deni heer Van der Vaart de volgende mededee ling gedaan: Mijnheer de Voorzitter, als onze fractie nu tioor den wethouder Van Breda een verklaring is afgelegd, waarbij- hij- de ge maakte fouten erkent en daarvoor zjjn ver ontschuldigingen den Raad- aanbiedt zich genegen/ zal toonen medewerking te ver eenen om een normale samenwerking tus schen het Col-lege van B. en W. en- den Raad weer mogelijk te maken, dan is dit niet omdat wij. volkomen bevredigd zijn door de verklaring van wethouder Van Breda. /Wij blijven onverkort van oordeel, dat het de moreele plicht was van den geheelen Raad dus ook van de wethouders om de conclusiën van den Eereraad- te aanvaar den, waarbij dan de wethouders hun mandaat ter beschikking hadden te stellen. De wethouder Van Breda heeft aan dezen moreelen plicht niet voldaan en wenscht daar -blijkbaar thans nog niet aan -te voldoen, trots den sterken aandrang, van den Raad. Beschermd door het omschrerene in de Ge meentewet negeert hij de conclusiën van den Eereraad- en de uitspraak van den Raad. Door deze handeling zag de Raad zich gedrongen tet het nemen- van een beslissing, waarbij: het vertrouwen in den wethouder Van Breda werd opgezegd en elke samen werking met hem werd verbroken-. Met nadruk willen we er op wijzen, dat deze uitspraak in- de Gemeente met instem ming is begroet. Ook buiten den Raad is men dus van oordeel, dat de belangen van de Gemeente door de gedragingen van den wethouder Van Breda worden geschaad/. De wethouder Van- Breda schijnt dit echter niet te kunnen inzien en blijft "zijn persoonlijk belang stellen vóór d-e belangen van de Ge meente. Niettemin ligt er than9 in zijin verklaring een erkenning, dat óók door hem fouten zijin gemaakt. Wij nemen daarvan acte. Voorts blijkt uit de verklaring, dat óók de wethoudér Van Breda in het belang van de Gemeente een wijziging in den bestaan- den toestand noodzakelijk acht. Dit doet on» genoegen en wiji sluiten ons volkomen bij deze meening aan. Het niet aanwezig zijn van een volledige normale samenwerking tusschen den Raad en het College van B. en W. brengt onver mijdelijk moeilijkheden met zich. Doordat de Raad met den wethouder Va-n Breda elke samenwerking heeft verbroken, is bovendien een situatie ontstaan, waarin wèl aan dien wethouder het salaris en ver dere rechten moeten worden toegekend zonder dat hiervoor ©enigen arbeid- kan worden gepresteerd-. De overige led-en van het College, die -thans óók de werkzaamheden van den be trokken) wethouder moeten verrichten, zul len dit- -niet permanent kunnen blijven' doen, zonder dat er aan dien arbeid schade wordt toegebracht. De Raad kan en mag nu eenmaal -niet eischen, dat arbeid van 4 per sonen op gelijkwaardige wijze ook wel door 3 zal kunnen worden verricht. De mogelijkheid om een 4den wethouder te benoemen kent ontegenzeggelijk ook zijn bezwaren, -temeer waar het hier geen benoe ming van een tijdelijken wethouder geldt. Naast de moeilijkheden, die ongetwijfeld verbonden zullen zijn aan het verkrijgen k beslu I van den -Raad, zitten daaraan bovendien nog belangrijke financieel© consequenties. Al deze overwegingen -moeten den Raad wel doen inzien, dat het belang van de Ge meente er tem zeerste mede gediend is, al9 tot een bepaalde oplossing kan worden ge komen. Wij: meenen, dat de verklaring, door den wethouder Van Breda thans afgeleerd een gelegenheid biedt -tot een compromis, waar door een dergelijke oplossing kan worden verkregen. Resumeerende, wensch-t onze fractie te verklaren, dat zij van oordeel blijft, dat de wethouder Van Breda zich behoorde te on derwerpen aan de uitspraak van- den TNed. die steunt op de conriusiën var <j°n Ec*°- raad. en dus als- wethouder dient af te treden; wemouuer, gescmeui noexigeawongen, eu de ^keuring op een dergelijk besluit daarom spreken wij uitdrukkelijk uit, datjva_ "R.njid -ritten daaraan bovendien nou Witham lachte. „Ja, waarschijnlijk dacht hij dat ook. Ito weet, dat er in het district, waar hjji vandaan komt, een man was, die volgens 't beweren- van de menschen spre kend op me leek. Ik heb de gelijkenis nooit kunnen zien.als ik 't goed heb, Is hij een/ maand of zes geleden verongelukt." „Ja, 't is eigenaardig, zooals de menschen op elkaar kunnen lijken", gaf Dane -ten ant woord, „maar 't is nog eigenaardiger, zooals sommige menschen kunnen veranderen. Op.| de Grange hebben ze een portret van je als jongen 't gezicht is nog wel te herken nen, maar niemand zou ooit gedacht hebben, dat die jongen! tot 't -type man, dat jij- bent, zou opgroeien. Enfin, dat Is ten slotte maar bijtzaaflc vertel me liever, hoe je gemerkt hebt, dat er valsch gespeeld werd. Ik heb toch ook wel verstand van spelen; in mljin vlegel/jaren heb ik er veel ondervinding duur betaalde ondervinding, dat kan- lk je verzekeren van opgedaan en van die wijsheid heb ik heel' wat onthouden, maar ik moet je zeggen/, ondanks ail mijn aan dacht, heb ik vanavond niets gezien, dat me op het denkbeeld valsch spelen gebracht zou hebben." Witham keek hem lachend- aan. „Voor het grootste gedeelte was het bluf. Ik hield zjjn gezicht in de gaten en op een gegeven- oogenWLiik zag ik iets in zijn- oogen, dat me de overtuiging gaf: hjj' speelt valsch! Maar pas b en hij de tafel omwipte, was ik zeker. „Wel," antwoordde Dane droogjes, Je behoeft tenminste nooit te zeggen, dat je zenluwen niet in orde zijn. Een gevaarlijk spel.... niets dan een verdenking, om op af te gaan! Maar 't Is waar, jij was in een gunstige positie." ,Jk geef Js toe, dat ik nèg «en keer ln ■MJa leven een gevaarlijk spel gespeeld heb, Ingezonden Mededeellng. (757) WOfcST- maar behalv© dat, had ik geen- enkele onder vinding, om op af te gaan", zeid© Witham met een eigenaardipen glimlach. Dane mikte zijn sigaar in den aschbak en stond op. „Kom, 't is bedtijd!" zeide hij nonchalant; toen ging hij, opeens ernstiger voort: „Nu het gesprek toch die richting uitgegaan is, is 't meteen een goede gele genheid om je iets te zeggen, dat ik allang op mij-n hart heb. 't Is waar, dat ik je zoo nu en dan- niet begrijp, maar ondanks dat, als je ooit in moeilijkheden mocht komen en je hebt iemand noodig om- je te helpen, dan hoop ik, dat je je tot inij wenden zult En- je vertrouwen geef je me wel, als je dat noodig en nuttig vindt!" Met een vriendschappelifkeni knik ging hjj de kamer uit. Onbeweeglijk bleef With am zitten; zoo met zijn armen op zijn knieën en zijn -uitgedoofde sigaar tusschen zlj-n slap neerhangen/die vingers staarde hij nog wol een uur lang ernstig voor zich uit. HOOFDSTUK XIIL Een vrijwillig pleit Door de handige manier, waarop de hotelhouder na 't vertrek van Witham d-e zaak wist te regelen, kwam- de man met de smoking er met het verlies van zijn winst af; een paar uur na het gebeurde was hij alweer op weg naar de grens. En daar geen van die mannen, die bjj de schermutseling aanwezig geweest weren, er een eer in stelde, om t feit, dat ze door een valschen speler gedupeerd waren, bij hun vrienden bekend te maken, zou nie mand in1 Süverdale er ooit iets van ver nomen hebben Dane was iemand; op wiens stilzwijgen1 onroorwaavdelijk gere kend kon worden als één van de jon gere Silverdalesche boeren niet een paar dagen later op reis gegaan was, wat een bezoek aan de nederzetting noodzakelijk maakte. Een woord hier en een woord1 daar deed bij hem 't vermoeden rijzen, dat er iets ongewoons gebeurd was; maar daar niemand er iets voor scheen te voe len, om hem volledig ln te lichten, kwam hij na een dag of wat gezond en wel, maar met een onbevredigende nieuwsgierig heid, weer ln Silverdale terug. De dag na zijn thuiskomst werd er op de hoeve van Macdonald de gewone maandelijk- sche ruenie gehouden en toevallig was een van de eersten, die hij daar ont moette, Ferrlia ,,'t Schijnt of eT ln de nederzetting let» ongewoon» gebeurd is," begon hij dade lijk, „Verleden week Zaterdag, iets met een beroepsspeler van over de grens; de lui wilden niet loslaten-, maar uit som mige opmerking enheb ik begrepen, dat er ook een Silverd'aler bij betrokken ge weest moet zijn." Zonder het te weten, dat hij wat luidler gesproken had dan gewoonlijk en onder de aanwezigen, voor 't meerendeel Silver dalesche boeren met hun vrouwen en dochters, waren er veonsohöidenen wier aandacht maar een klein stootje noodig had om van het niet zeer brillante piano spel van Mrs. Macdonald naar belang rijker dingen af te dwalen. De slotacooor- den waren nog niet weggestorven, toen een vrij luide stem de stiltte, die er op volgde, verbrak. „Ferris zal je wel inlichtingen kunne* geven. Die 1» er dien avond geweest." (Wordt vervolgd). heldersch courant ADM. HELD. CRT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 1