VOOR DE VROUWEN. [schaken. BABBELUURTJE OVER MODE. nn n W HÉ ben blijde dat ik daar gebleven ben. Niet sleohts dat ik de ingenieurswerken van groot belang acht, maar lk ontdekte en ondervond een gastvrijheid en een begrij pen van Amerikanen en Amerikaansche toestanden, die lk ln Europa nergens anders vond. Ik vond de Nederlandsche ingenieurs onderzoekers en kenners van Amerikaansohe techniek en bewon deraars van de wijze waarop Amerikaan sche ingenieurs en aannemers hun in genieurswerken opvatten. E. Mehren. Een familie-doolhof. Een indertijd te Zevenaar gesloten hu welijk heeft een hoogst merkwaardig fa- miliekluw opgeleverd. Daar trad n.1. een vrij bejaarde weduwe in het huwelijk met een nog tamelijk jeugdig echtgenoot. De zoon dezer weduwe eohter huwde korten tijd later met een zuster van den tweeden man van zï)n moeder, door welke com plicatie de jonge vrouw haar eigen broe der met „vader" moest aanspreken. Deze „vader" is door zijn huwelijk voorts zwager geworden van zijn aangetrouwden schoonzoon, terwijl omgekeerd tusschen de moeder (na het beëindigen van haar weduwestaat) en haar eigen zoon zwager schap is geschapen, een verschijnsel dat zich slechts hoogst zelden zal voordoen. De menschen wonen te Zevenaar en zijn allen nog in leven. Persbericht ALS MEVROUW OP BEIS GAAT. Als mevrouw op reis gaatOok daar wordt voor gezorgd door „vrouw Mode". Want ook dan wil mevrouw er keurig en smaakvol uitzien, alleen op een ande re manier dan wanneer zQ een visite gaat maken. De kleeding voor de reis moet. ruim en makkelijk zijn, de stof moet niet kreuken en tegen een stootje kunnen wat regen, wind en stof betreft. Voor deze laatste eigenschappen moet men den vak- kundigen raad vragen van den stoffen- leverancier. Men neme natuurlijk de kleur niet te licht met 't oog op de stof die men langs de wegen opdoet. De modellen dienen ruim te zijn, daar men makkelijk moet kunnen in- en uit stappen en bovendien ook goed de klee- ren er onder moet beschermen. Heel dik wijls worden de reisjassen ook over een keurig tailleur-costuum gedragen. De modellen welke onze teekening aan geeft zijn volkomen berekend voor hun taak en beantwoorden geheel aan de elschen hierboven gesteld kasha. Het is een smaakvol model, met een aardige lijn op den heup, waaruit als van zelf de zak groeit. In het onderstuk zijn aan de zijnaden twee diepe naar elkaar toegevouwen plooien aangebracht, zoo dat hoewel de mantel smal vallend van vorm is er voldoende wijdte voor stap pen en bewegen is. De derde jas is van taupe-kleurig laken en rijk van dofzijden stiksels voorzien Tussohen de opgeknoopte zijstukken, zit ten de zakken verborgen en aan weers zijden dus voor en achter zijn er diepe plooien aan deze zijstukken. Verder is de jas vrij los van valling, zooals men duide lijk ziet aan de kleine afbeelding van den voorkant. Mantel no. 4 is van de geliefde ruiten tweed-stof. Vele dames blijven aan de idéé vast houden, dat de geruite mante" bij uitstek de jas is voor de reis. En 't is waar, 't blijft altijd gezellig staan en 't is ook wel zeer practlsoh, men ziet inderdaad bij deze stof het minste de kreuken en de aangewaaide stof. Ook het model vertoont het geijkte type met z'n shawl-kraag en raglan-mouwen. Ook het vflfde jasje is er één van hei Het eerste model is van „double-face"- stof, zoodoende behoeft de loshangende cape niet gevoerd. Kraag, manchetten en belegstukken van den mantel worden ook van de keerzijde der stof gemaakt Het tweede model is van donkergrijze vrijwel-bekende soort en kleedt vooral jeugdig door z'n sportieve opvatting van model. Hiervoor werd gebruikt de ook zeer practische stof kasha-jaspé. Corry Brens. Reizigers-humor. Zeg, ik dacht, dat je een nieuwe firma vertegenwoordigde en je zit al maar thuis zonder te reizen, hoe lap je dat? Heel eenvoudig. Ik kan zelf thuis blijven en mijn artikel meelL n artikel op reis zenden; n,L zelfrijzend bak- 1 Roerde hem niet Wel gaf de patroon je verhooging? Neen. Ook niet, toen je hem zei, dat je in zijn dienst grijs was geworden? Neen, toen gaf hij mij een haarkleur- middel op! VAN EEN KLEIN ONDEUGEND MEISJE, DAT UIT LOGEEBEN GING door KTITY. n. Toen Josientjes verdriet een beetje be daard was, ging ze prentenboeken kijken, eerst van Roodkapje, toen van Sneeuw witje, daarna van „De zeven geitjes". Maar 't duurde toch wel lang, eer Oma terug kwam; wacht ze zou op den stoel voor 't raam gaan zitten, maar.daar lag juist Oma's japon, die de naadster zoo as thuis gebracht had. Josientje vond ar wel mooi, er zaten van die heele lange rijen zwarte kralen op; je kon ieder rijtje één voor één optillen en 't ritselde zoo leuk als je er met Je hand langs ging, hoor maar! rits, en terug weer „rrrlts?" Wat zouden dat een leuke kraaltjes zijn, om mee te spelen. Hé kon ze maar één zoo*n sliertje krijgen I Daar viel haar oog op Oma's openstaand naaimandje en zag ze een schaar; gauw haalde ze die er uit en voordat ze 't eigenlijk zelf goed wist, had ze 8 slierten uit de japon geknipt Maar toen zij ze er uitgeknipt had, zag ze de leelijke opening. Oh, wat had ze ge daan? Oma zou wel boos zijn, vooral nu ze vanmorgen ook al stout geweest was. Ze probeerde de andere slierten er al over heen te hangen, doch 't gaf niet veel. Ze vond de afgeknipte slierten ook niet half zoo mooi, als toen ze nog op de japon zaten. Wacht ze zou de kralen wegstoppen, misschien merkte Oma 't dan wel niet. Zoo gezegd, zoo gedaan en in een oog wenk had Josientje de kralen onder 't kus sen, waar poes altijd op lag, gestopt. Toen nam ze haar prentenboek en 'ging daar weer in zitten kijken. Eenige oogenblik- ken later kwam Oma binnen met een lek keren beker chocola en een koekje. „Wel Josientje, nu ben je toch heusch zoet ge weest," zei Oma. Gelukkig, Oma zag nog niets, nam de japon op en hing haar in de kast. 's Middags ging Josientje met Oma uit. Ze vergat heelemaal de afge knipte kralen en misschien was 't nog wel niet zoo gauw uitgekomen, als poes dien middag haar kussen niet op was gaan schudden, waardoor zij een puntje van de kralenslierten zag. Poes vond ze al even mooi als Josientje en in een oogenblik had ze de slierten er onder uit getrokken, pakte een punt in haar bek en holdie er de kamer mee door. Juist toen Oma met Josientje thuis kwam, had ze de slierten om de tafelpoot gedraaid en pro beerde nu met haar bek de slierten er weer af te trekken. Oma wist niet wat ze zag en begreep er eerst niets van, doch ineens kreeg Josientje een kleur. Oma deed de kast open, haalde de japon eruit en zag wat er gebeurd was. Neen, dat kon poes niet gedaan hebben. Nu moest Jo sientje vertellen wat er gebeurd was. Eerst kwamen1 er een heeleboel waterlan ders, doch daar trok Oma zich niets van aan. Oma vroeg Josientje hoe zij 't zou vinden als Oma nu eens haar mooiste jurkje met een schaar ging bewerken. Josientje vondi t nu todh wel hèèl erg, wat ze gedaan had, verbeeld je als Oma dat eens deed! Gelukkig dat Oma verstandi ger was dan haar kleindochtertje. Voor straf moest Josientje 's middags al om 4 uur naar bed en werden de gordijnen dicht getrokken, net alsof 't al avond was. Josientje had nu alle tijd om over haar kattekwaad na te denken. De volgende week vertel ik eens iets grappigs van Josientje. RAADSELS. I. Oplossingen der vorige raadsels. II. RotteOtter. Eland b I s o n R e G g e r a p E n g a p e N D e 1 H i T s A a r B A. f 1 o Rozen A D o 1 f vuist 1 e e S t t r a a G stoOm 8 1 U i B o D e u r Water k A a r s b a A r s D o o R n b o o r D Nieuwe raadsels. L Het geheel is een spreekwoord van 10 woorden of 84 letters. 4, 5, 11, 9, 84, 24 is een kleedingstuk. 8, 80, 14, 16, 0, 29 is een muziekin strument. 2, 18, 18, 20 is een vuurspuwende berg. 21, 8, 9, 12, 27 is een zoetwatervisch. 10, 17, 10, 20, 19, 88 is een feestelijke wapenschouw. 82, 28, 25, 10, 17 is een viervoetig dier. 0, 28, 7, 81 is een jongensnaam. 22, 20, is een voedsel. Ingez. door J. de M. H. Als er tien kaarsen branden en men blaast er zes uit, hoeveel blijven er dan over? Ingez. door Dora R. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: J. B.; K. B.; F. A. de B.; H. B.; J. B.; T. v. B.; J. F.; W. F.; R. en I. G.; D. R. I.; P. J.; G. en O. K.; T. W. K.; O. K.; N. 8. K.; Z. v. d. M.; P. J. M.; J. J. P.; J. P.; D. R.; J. K. S.; J. 8.; P. S.; H. V.; A. W. Wim F., ik hoop ook dat Je een prijsje wint, maar daar er eerlijk om geloot wordt, kan ik je dat niet beloven. Je mag evengoed wel raadsels inzenden en goede antwoorden geven. Je opgegeven raad sel krijgt wel een plaatsje. Roosje G. Den vorigen keer zijn jullie raadsels te laat gekomen. Er had Juist Zaterdags nog ingostaan „Woensdag vóór 0 uur". Dus opletten voortaan. De oplossing van het probleem van A. O. White is: 1 La5. Na b5 volgt dan de aardige zet cb0e. p. De oplossing van het probleem van F. K. is1 Tf3. Er zijn dan twee changed mates, n.1. voor den sleutelzet kon c5, TdBt en c8, Lc6f. Na den sleutelzet kan c6, Lc8t en c8, Td8f. Dezelfde en passant strategie komt voor in het volgende probleem. J. Berger. Illustrirte Zeitung 1906. TW Spielmann. e4 d4 Pc8 Hönlinger. 00 dB de4 Wit begint en geeft mat in 8 zetten. Wit: Kbl, Db0, Lg0, Pe0 en h2, pi b6, c2, f6 en h6. Zwart: Ke4, Lal, pi b2, c8, e6, f0, g7 en h8. Door de Duitsche meesters Hönlinger en Spielmann werd onlangs een match gespeeld, die door laatstgenoemde gewonnen werd. De 8e matohpartij verliep als volgt Pg4 16 Dd8 Pf6 moet verdedigd worden. Pe8 10 Pd6 Dit paard mag niet spelen. Dh5 17 g0 Pg4 18 Lf0 Er dreigt Ph8f. Pf8:t 19 Pf0: Dh0 20 Tc8 ïa Tadl 21 De7 Tfel 22 Pe8 Pf6 28 Dc6 ia j Na gfBvolgt Lf5en mat. Te6 24 Ld5 Pe7+ 26 opgegeven. Na De7volgt Dh7Kh7ThBt, Kg8 en Th8f. Een schitterend slot. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Zwart speelt de Oaro-Kann opening. Pe44 Pf6 Pg8 6 e0 Ook Pf0: is een bekende voortzetting. Pf8 0 c5 Verzwakken van het oentrum. Ld8 7 Pc0 dc6: 8 Lc6: a8 9 0-0 0-0 10 b0 b4 11 Le7 Zwart staat nu wat gedrongen. Lb2 12 Do7 b5 18 Pa5 Pe5 14 Lb7 iQ Die was goed. Kastelein: Zeg eens vriend, hier staan al een jaar zes glazen bier voor je. Klant: Nou baas, drink die dan maar uit voor mij', want die zullen wel zuur rijn. DAMMEN. 1 Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan: G. L. GORTMANS Haltastraat 28 Zandvoort-Bad. Eindstand partij J. WitJ. Stoll (zie vorige rubriek). Na Zwart's zevenenveertigsten zet was de stand als volgt: mm. m: 4 W W 4 m mm. ÜH Wm W4A p m r l mm mm w. mÊ, I m. Indien 8.28—284. 20—421 8.82-87 4. 20-141 In beide varianten wint Wit weet op tempo. Een leerzaam probleempje: Auteur: Jean Voisin. („Lyon Republicain"). Wit speelde hier 48. 34—29 waarna, na Z. 14-201 de partij remiae werd. Als volgt was winst te behalen (zie diagram) 48. 84-801 24-29 (a, b, c) 49. 83X24 27-82 (d) 50. 80-25 82-87 51. 24-20 14—19 62. 15-10 (ook 20—14 wint) 62. 87-41 68. 10—61 gewonnen. (a) 48.14-20 49. 80X19 27 -82 60. 15X24 82-27 61. 19-14 87-41 52. 14—10 41—47 (gedw.) 53. 33—29 12—18 54. 10—51 gewonnen. (b) 48.14-19 49. 15—10 27—81 60. 10—61 gewonnen. (c) 48.27-81 49. 30X10 31-37 50. 10—61 gewonnen. (d) 49.14—20 60. 16-10 20X29 51. 80—24 29X20 62. 10-4 27—82 58. 4—10 82—88 64. 10161 gewonnen. Naar aanleiding hiervan eenige zeer eenvoudige eindspelletjes Zwart: 14, 87. Wit: 24 en dam op 16. Wit speelt en wint L 2419,14X282.1610wint op tempo. Zwart: 14, 82. Witdam op 16. Wit speelt en wint 1. 16-42, 14—19; 2. 42—15, 19—28; 8. 16—20gewonnen. Wit speelt en wint. Oplossing in de volgende rubriek. HELDERSCHE DAMCLUB. Koninklijk goedgekeurd dd. 11-11-1911. Klasse I. Naam D. Dissel J. Stoll J. Wit S. Slort J. O. Koaeen J. J. Amiabel D. v. El H. Berghuis gesp. gew. rem. 9 4 6 7 7 9 9 0 0 8 6 8 4 2 2 2 1 Klasse II. L. F. van Loo 18 8 A. A. Bremer 11 7 L. Simonse 18 0 M. Kwast 14 7 P. Kwast 14 7 P. H. O. Groene- meijer 12 0 P. Kramer 10 6 A. J. Bezemer 18 3 H. G. Fonteijn 14 1 P. J. Arends 14 1 Klasse III. J. Burger 9 7 D. Jongepier 11 4 P. Slort 8 4 W. A. Agema 8 8 J. do Waard 10 8 R. Dol 9 1 J. Baas 7 2 1 2 0 1 0 0 1 2 8 4 2 2 8 1 1 5 5 0 4 1 2 2 4 1 verl. pnt. 0 18' 1 11» 2 8 6 8' 6 6 4 4 4 4 1 8' 3 18 l 17 i 10 5 10 b 16 8 16 4 11 0 7 8 7 8 7 2 14' 8 12 8 9 8 8 6 8 4 0 4 6' KI. cijfer beteekent aant. afgebr. partijen. De wedstrijd wordt gehouden lederen Donderdagavond van half 8 tot half 1L in de bovenzaal van het Evangelisatie- gebouw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor niet-leden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 6