T TWEEÜE EN LAATSTE BLAD STADSNIEUWS. JjET VERTREK VAN DE D0RNIER WAL-VLIEGB00TEN. VAN DONDERDAG 4 APRIL 1929 deeling betreffend© den heer Ter Hall. Niet tijdens diens leiderschap werd de naam „Helderts Harmoniekapel" veran derd in dien van „Stedelijk Muziekcorps", maar deze verandering had nog onder ook op moeilijke wegen voort te gaan: Jezus ls opgestaan uit de dooden, ziet Hij komt! Door vlotte hulp van vele vrienden en vriendinnen heeft deze Bondsdag in alle Aether-debatten. tijd, een tijd om nooit te vergeten, dat luisteren naar geluiden, die van zoo'n on eindige verte naar je toe zouden komen. Ik ben midden op een groot weiland in een kleine houten keet gaan zitten met mijn ontvangtoestel. Heele avonden zat lk daar, te probeeren of lk een zwak geluidje uit Bandoeng in Indië kon opvangen. Bij 'besebikiking van den minister van, Financiën is de inspecteur der directe be last i ogen, eniz. J. Zwart verplaatst van Den Helder naar Allmelo en aangewezen als htoofd van de inspectie der directe belastin gen, enz. aldaar. De inwoners van het Verpleeghuis bedanken die Alg, Coöp. .„Helder1" voor de Paaschbroodieni, die hen heerlijk smaakten. JA AR VERG. R.-K. VOLKSBOND. Heden (Donderdag)avond vergadert de afd. Den Helder van den R.-K. Volksbond. Behalve de verslagen van secretaris en penningmeester, moet er op deze verga, dering ook bestuursverkiezing plaats heb ben. TWEEDE KAMER-VERKIEZINGEN. J.1. Zaterdag vergaderden te Alkmaar de samengevoegde Rljks-kieskringorganisa ties Haarlem—Den Helder. Aanwezig 22 afgevaardigden. Aan de orde is de uit voering van art. 19 van het Kiesreglement, nL de stemming over de ingediende can- didaten door de Kiesvereenigingen. Voor den zetel Handel, Nijverheid en Verkeer wordt benoemd dr. L. G. Korten- horst en als diens plaatsvervanger J. Kamphuis. Voor den zetel Vrouwenbelangen wordt benoemd niej. A. Meijer en als haar plaatsvervangster mej. Hutten. Voor de vrije plaats wordt gekozen Ch. L. v. d. Bilt en als diens plaatsvervan ger mr. A. J. M. Leesberg. De volgorde voor de kwaliteitszetels werd vastgesteld: 1 Handel, 2. Vrouwen- belangen. Straks moeten de kiezers uit boven staande 8 dubbeltallen hun keuze doen. Indien de heer v. <L Bilt bij de stemming gekozen wordt voor de vrije plaats, werd met algemeene stemmen besloten gebruik te maken van art. 23, lid 2, om aan het Partijbestuur te verzoeken den heer v. d. Bilt boven aan de lijst HaarlemDen Helder te plaatsen. DE HARINGVANGSTEN. De enorme vangsten houden aan. De prijzen blijven stabiel. De geweldige vangsten, die in de twee de helft van de vorige maand begonnen en waarover we voor een tweetal weken reeds schreven, hebben aangehouden en zijn zelfs in de laatste week van Maart nog belangrijk toegenomen. Daarbij komt dat de prijzen, die anders na Paschen direct aanmerkelijk zakken, tot nu toe prachtig op peil blijven. Tot heden werd nog een bedrag van 2.50 per tal betaald, het vorige jaar kon niet meer dan 0.20 gemaakt worden. De oorzaak hiervan is, dat er nog steeds op de Zuiderzee weinig gevangen wordt, zoodat de vraag in het binnenland groot blijft Reeds voor een tweetal weken werd met de haringvissche- rü op de Zuiderzee begonnen en men had daar alle hoop ook nog wat te verdienen. Deze hoop is voor de Zuiderzeevisschers vervlogen. Et werd zoo goedi als niets ge vangen. MIJ. TOT BEVORDERING DER TOONKUNST. Afd. „Den Helder". Diir.: A. J. Leefwtens. Naar men ona meJtedeielIti, geeft „Ores- oemla-Toonfouuat" op 16 en 17 April a.s. (slbtnepetile en uil voering) Haydn's mees terwerk: .Dle Sohöpdjung", voor solo*, koor en orkest. Ais éolisteni zullen optreden Mevrouw Tr. VeltM—Henütoika, Amsterdam (sopraan), ,;e heer Theo de Vriesi, Den. Haag (tenor) en e heer Hendrik Koning, Ams.erdam tbaa-baritonl). De zeer gunstige beoordeelingeni dezer vocalisten zullen niadeir in dat blad worden gepubliceerd. Koor en orchest (de heer Pala was zoo bereidtwiilfigi de voorbereiding van het or chest op izlich te nemen) beijveren zich deze uitvoering tot een) waardige te maken in de rilj deir reelk® concerten reeds door „Toon kunst" gegeven. Aan den vleugel zal plaats nemen^Me'j. Reglna Beunlnigi, terwijl de orgelpartij, aan dien heer G. Veenstra is toevertrouwd. „HELDER'S HARMONIEKAPEL" EN „STEDELIJK MUZIEKCORPS". „Een Muziekliefhebber" maakt ons at tent op eene onjuistheid in onze mede- iden heer Van den Bogaerde plaatsgevon- onderdeel en zijn doel bereikt; dank daar- den. Twee jaar later werd de heer Ter voor, ook voor getoonde belangstelling, Hall directeur. I ge hebt er menigen jongeman door ge sterkt tot eenvoudigen arbeid op zijn ver- PROVTNCIALE BONDSDAG N. J. V. eeniging. (M1L Tehuis Kanaalweg.) Men schrijft ons: Zooals sinds vele jaren op den Hemel vaartsdag alle aïdeelingen van het Neder- landsch Jongelings Verbond komen, zoo gaan zij onder de leuze „Viert uwe vier dagen!!" op eiken 2den Paaschdag in Pro vinciaal verband op, om gemeenschappe lijke belangen te bespreken en zich tot nieuwe daden voor te bereiden. Dit jaar had de Heldersche afdeeling aangeboden de leden van Noord-Holland te ontvangen en toonde door deze daad een flinke hoeveelheid optimisme te bezit ten, want de meer dan ongunstige trein verbinding wettigde het vermoeden van vele bezwaren om den tocht naar een zoo afgelegen plaats als de onze te beginnen, en was o.a. ook de oorzaak dat een zeer geliefd gedeelte der Bondsdagen, n.L de Morgenwijdingsdienst moest vervallen. Bij de eerste gemeenschappelijke verga dering die dus pas om 12 uur aanving en daarom noodzakelijk een broodmaaltijd moest zijn, bleek al dat het vertrouwen, dat de Helderschen op de Bondsliefde had den, niet beschaamd werd, want de op komst van 50 vereenigingen, vertegen woordigd door ruim 2550 afgevaardigden, bewees, dat ook in Noord-Holland, dat zich op godsdienstig gebied meestal door negatieve kenmerken onderscheidt, nog een breede kring van goede belijders zich handhaaft. En zooveel goedgehumeurdheid hadden ze meegebracht dat hoe meer de lucht be trok en hoe dichter de regen viel de stem ming guller en opgewekter werd. Daar door was het mogelijk dat de vastgestelde wandeling niet geschrapt hoefde te wor den maar dat het grootste gedeelte gé bruik maakte van de gelegenheid de Ma rinewerf, Buitenhaven en Zeedijk te be zichtigen. Door de welwillendheid van de heeren Van Dam en Groenendijk werden onder deskundige leiding de sloepenloods, de scheepsbeschieterswerkplaats en mo delmakerij, de dokken en de scheepma- kerij bekeken. De belangstelling was groot en bovengenoemde heeren hadden ongetwijfeld een dankbare taak. Na deze wandeling volgden de gebrui kelijke middagvergaderingen, die door zang en muziek (piano mej. A. Kamp viool de heer D. Abbenes en fluit de heer Klooster), afgewisseld werden en door pl.m. 300 jongemenschen werden bijge woond. Op de Huishoudelijke Vergadering ge tuigde o.a. het jaarverslag der Provinciale Commissie langzamen groei: het aantal vereeniging was gestegen tot 74 (dit geldt voor Noord-Holland buiten het Gooi, dat bij Utrecht ingedeeld is), het aantal leden dezer Jongemannenvereenigingen is 1700, het ledental der jongensafdeelingen be draagt 1200. De heer Gordeau, algemeen secretaris van het N. J. V. sprak hierna in een ge weldig pakkend betoog over „Opstandige Jeugd". Hij pleitte het recht, ja, de nood zaak van opstandigheid van jeugd, tegen onrecht en onwaarachtigheid, maar alleen de jeugd die opstaan kan na haar fouten hierbij gemaakt en leiding bij Jezus zoekt, zal het werk der ouderen op gezegende wijze kunnen voortzetten. Aan het slot van de gezellige avondbijeenkomst, welke door leiding stond van den heer J. Putters voprzitter der Regelingscommissie, wer den de bezoekers door een eenvoudig ta bleau, gebracht tot het uitgangspunt van het christelijk geloof: „het Kruis"; een mannenkoortje, onder leiding van den heer Van der Haagen, zong hierbij de goddelijke belofte uit het Bondslied Het Geloof zal niet bezwijken, zoolang het Kruis blijft staan! Ds. Barger van Hoorn vestigde ten slotte in zijn dagsluiting de aandacht op de Paaschboodschap, steunbrengend om door LEVY GRUNWALD. Lezer, ik herbaal, hetgeen volgt zal zijn een Impressie. Ik zal niet schrijven over de V.A R.A., de A.V.R.O., de A.N.R.O., over de K.R.O. Evenals in alle gelooven, in Boedhisme, Jodendom, Christendom, veel moois en verhevens is, zoo is ook in ieder van deze Radio-uitzendingen iets goeds.... ieder kan er uitmmer, wat hij wil. Laat men echter niet in bitterheid strijden. In alles ligt het sóhoone verborgen. De vaandeldrager der SJXA.P., die op 1 Mei zijn vaandel hoog verheft en be geesterd aan het hoofd der massa voort stapt. hij is een stuk poëzie. Kleine kinderen met oranjesjerp om hun teere lichaampjes, zij zijn een stuk poëzie. Een heilsoldaat In het plantsoen, die alles om zich heen vergeet, zijn ziel op heft in aandachtig gebed, is een stuk poëzie. Men begrijpe dit Alles wat Waarheid is, waardeere men! Niemand spotte met hetgeen zijn mede- mensch als ideaal uitdraagt.Critiek is alleen gepast op hem, die voorgeeft idealen te bezitten, maar het alleen doet, om een ander zand in de oogen te strooien. Als mooie verheven klanken uit de radio komen, dian spotte men niet: Neu trale radio! niks hoor! Zoo'n rooie radio! Zoo'n katholiekel Men neme het schoone, het goedé er uit over. Politieke twisten aan te hooren, hetzij door den Neutralen, Róoden, Katholieken Joodschèn omroep, kan echter nooit goed of verheven zijn, want politiek, van welke richting ook, is omwaar! Om een denkbeeld te geven van de enorme hoeveelheden haring, die in de laatste weken werden aangevoerd, geven we hier eenige cijfers. In de week van 24 tot 80 Maart werd aan den afslag ge bracht een hoeveelheid van 31.286 tal. Het vorige jaar was het in dezelfde week 10.615- taL Over de geheele maand Maart werd 46.978 tal aangevoerd. Daarbij moet men rekening houden met de omstandig heid dat er pas in de tweede helft van Maart met de visscherij kon worden be gonnen. Het vorige jaar, toen men de ge heele maand ter vangst ging, werd ruim 10.000 tal minder aangevoerd, n.1. 36.956 tal. De totaal-omzet bedroeg in Maart 1928 96.855.50. In Maart 1929 171.242.75. Een meerdere opbrengst dus over één maand van bijna 75 duizend gulden. Nu moet men niet denken dat de haringtrekkers nu plotseling allemaal rijk geworden zijn. Er is ongetwijfeld flink verdiend en men heeft een aardig centje over kunnen houden. Maar vergeten mag niet worden, dat deze winter zoo goed als niets verdiend is en men dus noodzakelijk heel wat schulden heeft moeten maken. De verstandige huisvader en -moeder zal nu natuurlijk eerst deze schulden delgen en zal dan tevens nog een appeltje over houden voor den dorst Onze visschers mogen meer dan tevre den zijn, met dit zeer gunstige resultaat en wanneer de prijzen nog wat op peil blijven en de ansjovisvangst straks ook meeloopt, kunnen zij een aardig spaar bankboekje hebben. 'jf:Wojth a erown Voor engros bij: Fa. Jac. Verfaille, Den Helder Als deze regelen onze lezers onder de oogen komen, zitten de mannen, welke de drie marine-vliegbooten, de D 21, 22 en 23, naar Indië overvliegen, al weder mijlen ver van het vaderland verwijderd. Wij leven snel, en eerst bij een afscheid als dit, dat wij medemaakten, beseft men eigenlijk hoe snel. Want vóór wjj den tijd hebben gehad) een behoorlijk verslag van den gang van zaken te doen, en vóór de lezer zich behoorlijk op zijn gemak heeft genesteld in den prettigsten stoel, dien hij vinden kan, zijn de vliegers al vele duizenden mijlen ver weg; is hun vertrek al, in den volsten zin des woord's, verleden geworden. Dit neemt niet weg, dat leder marineman of -vrouw met belangstelling naar het verslag zal uitzien. De een, omdat onder de opvarenden zijn beste vriend of een nog nauwer verwant is, de ander om de prestatie op ziohzelve, een derde om weer een andere reden, en daarom zullen wij ér maar niet lang om heenpraten, doch dadelijk met de deur in huis vallen. Afscheid van de bemanning. Dinsdagmiddag te half twee vertrok in twee bootjes een aantal dames en heeren naar het vliegkamp, welke speciaal voor de plechtigheid van het afsóheidnemen en vaarwel zeggen waren uitgenoodigd. Dit waren in de eerste plaats natuurlijk de echtgenooten en verwanten der vliegers; verder waren aan boord van het Mokbootje ZDxc. Generaal Snijders, voorzitter van het Comité „HollandIndlë-vlucht", den heer Zuiderhout, voorzitter der vereen. „Oost en West", de burgemeeters van Den Helder, Anna Pauïowna en Papendrecht (de burgemeester van Texel was op het vliegterrein aanwezig), kol. Hardenberg, commandant van de Luchtvaartafdeeling Soesterberg, met kapitein' Versteeg en eenige offio., de garnizoenscommandant van Den Helder, Ridder van Rappard met zijn adjudant, de Heldersche leden der Kamer Van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar met den secretaris, den heer Scheffel, het Departement Den1 Helder der Maatsch. van Nijverheid, het Bestuur der Vereeniging „Ambachtsschool voor Den Helder en Omstreken", een deputatie onderofficieren van het vliegkamp „de Koojj", enz. al door uw gezicht voor we ons nog goed en wel georiënteerd hadden op onze kleine ruimte. Maar gelukkig is er een kajuitje en ook was er een oppertje, en nadat je de eerste oplage te pakken had, werd het verdere gevaar daar op die beschutte plekjes, bezworen. Groote bedrijvigheid op de Mok. En zoo kwamen we dan, een klein beetje drijfnat, maar overigens zonder ongeluk ken, aan de Mok. Daar heerschte een groote bedrijvigheid; allerwegen was men er bezig] de laatste hand te leggen aan de toebereidselen voor het vertrek; en een groote massa photographen en film operateurs krioelde er dooreen. Twee van de drie vliegbooten lagen bereids in het water voor het vliegveld; de derde stond nog op den wal. We konden dezen grooten en sierlijken watervogel eens goed op nemen; de grootte viel mee, maar toch zal het voor de bemanning, die hem straks veilig over moet brengen naar Indië, geen onverdeeld genoegen zijn in deze nauwe ruimten zoovele uren zoek te moeten brengen. Maar plicht en vermaak gaan niet samen. Toespraak van Generaal Snijders. Voor de groote loods van het vliegkamp stelden de officieren en manschappen zich in carré op; de vliegers, met hun comman dant, luit ter zee Ttetenburg, in het mid den, en daar was het, dat Generaal Snijders het woord nam voor een laatst vaarwel. Het comité waarvan spr. voorzitter is, verheugt zich over dezen tocht, omdat we er een krachtig, opgewekt leven onzer marine in zien, maar tevens om het vlag vertoon en omdat elke bijdrage, die den band tusschen Indië en het moedérlam. nauwer aanhaalt, ons tot blijdschap stemt, Hoewel deze tocht niet te maken heeft met de door het burgercomité georganiseerde tochten, is hij toch ook voor ons comité van belang, omdat er weer meerdere er varing door wordt opgedaan. Hartelijk hoopt spr., dat de tocht een succes moge zijn voor den commandant van het es kader, opdat hij aldus bijdrage tot verhoo ging van dén roem onzer marine en van dé eer der bouwmeesters van de toestellen. Het is een klein bootje en er stond een een driewerf „hoera" voor de beman- aardig zeetje. Zoodat toen we t-eroauwer- waarmede de aanwezigen enthousiast instemmen, eindigt spr. N Andere sprekers. Na generaal Snijders kwam kolonel nood de haven uit waren driekwart der opvarenden al voor zevenachtste nat was. Want de 'zeetjes wachtten niet tot we behoorlijk op de ree waren, maar slierden Maandag j.1. was Ik in het hoofdkwar tier van de A.V.R.O., daar kom je zoo maar niet een twee drie binnen. Op het sous-terrain staat een lange portier.de deur is hermetisch gesloten. Als ik hem het doel van mijn komst vertel, trekt h}j, net als de wolf van Roodkapje aan een lang touw en dan gaat de deur van zelf open en kom ik in een gewelf met lange gangen en vele deuren. Tweede deur rechts. Ik sta voor een groot kantoor. Nogmaals verhaal ik het doel van mijn komst. „O, u ls.die meneer, die met Dorus naar Parijs was.Ja.gaat u maar naar de directie-kamer. Meneer zal het genoegen déen, u te zien." Ik loop een paar groote trappen op, kom in een groote marmeren "gang, treed de directie-kamer binnen. „Morgen meneer Grunwald," -zegt Wil lem Vogt. „Grunwald, kent u mij dan," zeg ik ver wonderd. „U bent toch de reporter van de Hel dersche Courant, bij de Boer, zou ik u niet kennen? Ik ben ook van het vak, eerder nog als u. Ook bij de Boer ge weest, ik ben toch ook een echte Helder sche jutter." „Die is eenig," zeg ik, „daar moet ik meer van weten, tenminste, als ik u niet ophoud1." „De Blauwe Zeeridders interesseeren mij nog altijd', en'den Helder ook," zegt Willem Vogt op warmen toon„Kijk maar." Vlak voor hem ligt een boek van „Dorus Rijkers", geschreven door Tjeerd Adema. „Zoo u weet geven wij vanavond een uitzending voor een nieuwe redding boot." „Voor het moniftient, dat in den Helder opgericht zal worden, voor de red ders van heel Nederland, rekenen we ook op u," sprak ik kaulmfinnisch, op het Jutterhart van Willem Vogt speculee- rend. „Maar vertelt u wat van uw ervar- ringen?" „Toen ik aan de Heldersche krant kwam," vertelde Willem Vogt, „was ik nog een aap van een jongen. De leiding van de Heldersche krant, die heette toen nog ,,'t Vliegend Blaadje", berustte*' in handen van den ouden heer de Boer. 't Was de eerste generatie. Nooit zal ik dien ouden heer vergeten. Als ik mijn oogen sluit, zie ik hem nog zoo in leven de lijve voor mij. Een zwart zijden petje had hij op zijn hoofd. Daar was ook nog een Jan den Dolder. De eenigste repor ters waren toentertijd Roukens en Char les v. d. Bilt Die Roukens ls een taaie hoor hij is pas tachtig Jaar geworden, 't Vliegend Blaadje was toen nog niet in de Koningstraat ,maar daar op den hoek van de Spoorstraat, bij Jacob Bak ker Dzn. Be zat op 't kantoor me suf te pennen. Want de de Boers, 't zijn goeie menschen, maar de ouwe hield van aan pakken. Ik heb er verduiveld goed geleerd. Van groote stukken wit papier sneden wij adressen voor de krant, die op Texel en Wieringen en in Koegras reeds veel lezers teldeSstsstging de schaar door de papieren," lachte dé aether- koning. „Met een reuzenzwier wist ik de schaar te gebruiken. De oude heer de Boer, de grootvader van den jonge, die nu ln de drukkerij ls, stond achter zijn! pagina op te maken. Dan pakten wjj de1 Hardenberg, commandant van de leger- vliegafdeeling namens het corps vliegers van Soesterberg dé beste wenschen voor het welslagen van den tocht Mengen. De marine-vliegdienst en die van het leger zijn kinderen uit één gezin, zoo zegt hij. En als de oudere broers de jongere deze reis zien aanvangen, dan komt bij die oudere broers van het leger het spreek woord in de gedachte: „het is beter benijd dan beklaagd". Ja, wij benijden onze jon gere zuster voor de gelegenheid, die haar hier geboden wordt te toonen, wat zij ver mag. De burgemeester van Den Helder, de heer Driessen, spreekt namens het ge meentebestuur den wensch voor een voor- spoedigen overtocht uit Wij in den Helder leven in de eerste plaats mee met alles wat de marine betreft, en dus ook met de watervliegtuigen en onze beste wenschen vergezellen u. Een vertegenwoordiger van de Aviolan- da-fabriek maakt van deze gelegenheid gebruik der Nederlandsche regeering dank te brengen voor de gelegenheid, die zij de fabriek schonk eens te toonen wat Neder landsche industrie vermag. Wat Aviolan- da heeft gedaan om de toestellen zoo vol maakt mogelijk te doen zijn, was alles wat bij menschenmogelijkheid kon ge schieden; voor het overige moeten wij vertrouwen op de Hoogere Macht, die de vliegers beschermen zal. /Als het u ge lukt deze toestellen veilig naar Indië te brengen, aldus wendt spr. zich tot den heer Tetenburig en de zijnen, dan hebt gU niet alleen de marine, maar ook de Ne derlandsche industrie een grooten dienst bewezen. Rede van den heer Kolster. De heer Kolster spreekt namens de Kamer van Koophandel. £lhoewel het thans een vlucht van marine-vliegtuigen geldt, ziet de Kamer daarin toch ook een poging om het ver keer tusschen Holland en Indië weer een flinke schrede vooruit te brengen. Toen eenige jaren geleden dé Kamer te Alkmaar een commissie in het leven riep om de verkeersbelangen in haar Dis trict te bevorderen, had zij niet durvon bevroeden, dat een kort aantal jaren daarna, n.L in 1929, uit dit gewest drie vliegbooten zouden opstijgen, om, naar zij van harte hoopt, over ongev. een maand in ons Indië neer te strijken. Het is voor onze Kamer een historisch gebeuren van groote beteekenis! Voor het verkeer in Nederland liggen schoone projecten kl'Bar voor wegenaanleg en -verbetering, doch de uitvoering gaat ons handelsmenschen doorgaans te langzaam en de mogelijk heid is niet uitgesloten, dat men binnen kort wellicht veiliger en geriefelijker van Holland naar Indië kan vliegen dan een autotochtje over de veelal slechte en ge vaarlijke landwegen in ons eigen land te wagen. Dappere luchtlieden, wanneer morgen de motoren zullen snorren en de vlieg booten zullen opglijden in het luchtruim, zal het contact niet zijn verbroken. Wij zullen in de dagbladen uwe vorderingen nauwkeurig blijven volgen en wanneer gij straks in Indië zult zijn gedaald, zal er een gevoel van1 vreugde zijn in onze harten, niet slechts omdat gij de daad hebt volbracht en met u en uwe familie, leden de initiatiefnemers gelukkig kun nen zijn, doch vooral ook, omdat het re sultaat grooter zal zijn, dan wij thans durven uit te spreken. „Vliegende Blaadjes" bij elkaar. Dat noemden wij dan een bout adresseeren. 't Was hollen bij de Boer. Van Berk hout naar de Spoorstraat. De meneer de Boer, die thans de oudste is op de druk kerij, was er toen ook al. Nee, de De Boer's hebben nooit stil gezeten. Ais ik wat niet goed deed, kreeg ik flink over mijn scha len. Op een avond kreeg Ik een reuzen- uitbrander van den ouden heer, omdat ik niet beleefd was geweest tegen notaris Stammes hij t advertentie opnemen. „Tjé, ik zie hem nog zoo voor mij", zegt Willem Vogt peinzend, „dien ouden heer, zooals hij 's avonds met de bril op 't puntje van zijn neus, de „Rotterdammer" las. 't Was werken op de drukkerij, maar Ik heb er geleerd. Van alles was ik er! Daar ben ik met het rondbrengen van de „Nieuwe Rotterdammer" begonnen. Dat was toen voor Berkhout, die Rotterdammer. Bij Heeroma was ik op school, bij Schlamilch en meester Janzen heb ik in de klas ge zeten. Ik weet 't nog heel goed en kan ze nog op een deun opzeggen die aardrijks kunde: Den Helder, Anna Paulownapol- der, Schagen. Het was bepaald vermake lijk, dat deuntje, waarop wij al die plaats namen noemden, maar ze werden er zoo goed ingehamerd. Later kwam ik bij de genie in Utrecht, als opzichter van de fértdcatiën. Ik voelde echter niet veel voor kalk en steen, wel voor telegrafie en zoo was ik een der eersten die, in' 1906, met radio den boer opging. Mijn weg leidde zelfs naar Indië, waar ik 'bij' Dr. de Groot 9 jaar ben geweest Toen ik met groot verlof in Holland terug kwam seinde Dr. de Groot uit Indië naar de N.S.F.: „Vraag of Willem Vogt naar me luisteren wil, of ie wil probeeren con tact met me te krijgen. Dat was een Ideale Mooie heerlijke zomeravonden en -nach ten heb ik daar in de eenzaamheid door gebracht. Alleen de koeien hielden mij; ge zelschap. Eindelijk werd mijn moeite be loond, kreeg ik Bandoeng via den aether te pakken. De verduivelde koeien, lachte Vogt plots luide op, die houten hut, waarin ik zat, was erg bouwvallig. Vaak juist als ik Bandoeng had, kwam er zoo'n idoot koebeest en ging met zijn volle logge lijf staan schuren tegen de hut, 't leek wel een aardbeving, zoo'n geluld als dat maak te. Door de kracht ervan, ging de heele hut met al zijn hebben en houden op en neer, als de golven van 't Marsdiep". „Zie zoo, nu weet u genoeg voor 't Jut- tertje", sprak Willem Vogt. „Doe alle Helderschen, zonder eenige uitzondering, mjjn hartelijke groeten, speciaal aan Ooen Bot en de familie de Boer. Ik vond het leuk je eens gesproken te hebben". Als oude kennissen schudden wij elkaar de hand, toen ging ik heen. Een eenvoudige, flinke, Heldersche jon gen, die een Groot-Nederlander werd, die iets presteerde waarop zijn vaderland trots kan zijn. Good luck, Willem Vogt. Gij, de beste omroeper van Nederland, staat onaantastbaar te midden van den radiostrijd. Trrarva,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 5