Radiografisch Weerbericht «Thet proeven van 8^ I Mi CK r ipermunt j Jblijft U de aar iname, 'trachtige sm& *k in her. inerinc c*T"£u Vooingros bij: Fa. Jac. Verfaille, Den Helder. om d politie te dooden; dat hebt gij tel kens ïëdurende de instructie erkend. Ja. ient: Gij hebt van der Molen bij zien liggen en de anderen ook, I uw huis weer wilde binnengaan ie, dat er geen politie meer was. l Werkman zien loopen en ook hem neVgeachoten? Verd.y a, ik was heelemaal de kluts kvyt it: Toen later hebt gij Meijer die u toeriep: Mijn browning of zooiets, en op u schoot. Gij geweer 'een omtrekkende be- an maken om Meijer onder tijgen. Uw karabijn hebt gij met vi>r patronen geladen. Ejttelaan gekomen, hadt u toch de bedoiir^ om Meyer neer te schieten. Op al le^ vragen geeft verdachte een b ev estige.d antwoord. Prcsideit:\j hekt Meyer zien vallen en bent toen i% uw huis gegaan. Daarna hebt u naarHeyer loopen zoeken. Verdaohte:\c]1) dat niet, ik liep maar doelloos heemn weer. Ik was totaal de kluts kwijt. President: Ui ebt vroeger verteld, dat u langs de slooVjingt kijken of u Meyer daar ook vondt. Verdachte: Dalban ik nu niet meer zoo zeggen. Do president lea de vroegere verkla ring voor, waaruit hikt, dat vprdarhte de bedoeling heeft geha;Meyer op te zoeken. Verdachte: Ik heriger mij niet, dat ik dat gezegd heb. Ik wvt niet hoe het ge gaan is. Ik was de emtj boven. President: Gij hebt M dat Meyer langs de 1 trachtte te schieten. Ge hem geschoten. Wat he de karabijn gedaan? Verdachte: Dat weet ik tet meer. President: Gij bent toei naar Meyer gegaan en hebt hem met eéi mes ge sneden. Gaf hy geen teekenen van Iven meer? Verdachte: Neen. President: U bent toen naar Werkman en Hoving gegaan en hebt die <*k gesne den en gestoken. Was het je liedoeling ook hen dood te maken? ad ik dat Hl] was geheel de klu1| kwijt Verdachte: Neen, die bedoeling niet. Ik deed het zoo maar. Ik wi alles niet meer zoo precies. Ik wi opgewonden. De officier: Ge hebt zelfs eens voor de politb; muziek gemaakt. Verdaohte: Ik deed het geheel gedaoh- «nloos en instinctmatig. ongeveer 100 meter van zijn hui» TTjj schoot in zuideiyke richting. Daarna liep W., naar getuige verklaart, in zoekende houding, rondkijkende, met zijn geweer in den aansla.-*, langs de sloot, over het land in noor- Ujke richting in een boog langs zyn woning naar de Rottelaan. Van dat oogenblik af heeft getuige geen scho ten meer gehoord. Op een vraag van mr. Enklaar ver klaart getuige dat hy bang was voor W. en zyn kinderen daarom in veiligheid had gebracht. De president: Kwam Aaltje van der Tuin, voordat zy samenwoonden, veel by W.? Getuige: Ongeveer 2 8 keer per week. Getuige Homan te Doezum verklaarde dat verdachte met een boog om het huis liep in zoekende houding. Verdachte zegt dat hy niet in zoekende houding heeft geloopen. Het geweer had hy ln een hand, niet zoo zeer in den aan slag. Was vrouw Wobbes de verleidster? De landbouwer W. Dyk woont ln de buurt van W. en heeft het bewuste ge weer en eenige patronen in het afgebran de huis gevonden. Een week voor den moord zyn verdachte en Aaltje van der Tuin op een avond by getuige C. Sikkema geweest. Aaltje had toen de dagvaarding ontvangen en getuige heeft haar gezegd dat zy moest gaan. Veel kon het hem evenwel' niet schelen. Als je blijft zal ik, aldus getuige, een paar vette kippen slachten, dan hebben wy het ook goed. Uit de opmerkingen van Aaltje leidde ge tuige af dat zy liever niet ging. W. had tegen hem gezegd: als er veldwachters komen, zal ik me wel redden. Getuige maakte daaruit op dat er iets ernstigs zou gebeuren. Aaltje kwam ongeveer iederen dag by W., aldus Sikkema. De vrouw Is naar myn meening de verleidster geweest. De president: Waar leidt u dat uit af? Get.: Doordat zy iederen dag by hem kwam. Vroeger gaf hy niets om vrouwen. Op eenige vragen van de rechters ver telde get. Sikkema dat W. de laatste da gen zonderling was; geheel anders dan vroeger. Verd. zegt dat hy de uitdrukking: dat zullen wy wel redden, niet gebruikt heeft. De president: deze uitdrukking heeft op get. Sikkema toch zooveel indruk ge maakt, dat hy het Hoving is gaan ver tellen. Verd. ontkent nogmaals dat gezegd te hebben. Mr. Levie gaat vervolgens eveni in op het eenigszins vreemde optreden van W. de laatste dagen voor den moord. Aaltje Lanting, de vrouw van Sikkema, vertelt, evenals haar man, dat W., toen hy met Aaltje by haar was, gezegd heeft, dat hy de dagvaarding in de kachel had gestopt. Zy heeft den indruk gekregen, dat Aaltje wel wilde gaan. W. heeft voorts gezegd: Er zullen wel blanke knoopen (veldwachters) komen om ons weg te ha len. Zy willen ons onder don grond' heb ben. Ook heeft W. gezegd: als zy my van het wyf halen, zal ik ze ook van het wyf halen. Get. zou aan wachtmeester Jutte hebben verklaard dat W. gezegd heeft: als er meer dan twee veldwachters komen, dan gaan zy er aan. zy ontkent dit echter thans. Get. vreesde eveneens dat er iets zou gebeuren. Zy leidde dit af uit W.'s woorden en uit zyn doen en laten. Get. mr. P. H. W. Ch. van Wicheren verklaart dat hy by het onderzoek zeven ulzen van patronen achter de deur van e woning heeft gevonden. De majoor-rechercheurs van der Woude Stiekema bevestigen dat zy W. aan Beerweg hebben aangehouden, e 41-jarige H. Gorter heeft den 4den Muari W. met de veldwachters van der M'drm, Hoving en Werkman by de Rotte- laaïyin gesprek gezien. De veldwachters kwayen om proces-verbaal te maken tegeiyAaltje, omdat zij haar kinderen ver lateneed. W. is toen dien avond by Gor- ter opkeZoek geweest om een brood te halen L t>y dat bezoek is de gebeurtenis van die morgen ter sprake gekomen. Toen he.ft W. gezegd: Zy zullen nog wel eens wet komen, maar dan zal ik ze in het veld uten byten. Get. heeft toen ge dacht dat tat nog wel wat mee kon vallen en dat W. ?i0h wel zou beheerschen, hoe wel deze vVg en sterk is en wel tegen twee of drieman op kan. De vrouw >an Gorter, Sietske Kuypers, verklaart datW. gezegd heeft: ik laat my niet dwingen;yjj moeten niet te veel spats maken. De uitlokking in het veld byten, heeft zy niet Mroord. Op den morgen van den moord \wam W. by haar en ver telde haar een^szins opgewonden (hy zag er verwilderd-uit) dat hy er reeds vier had neergelegd. 'Q-et. maakte daaruit op dat hy op jacht w*g geweest. Zy vroeg aan hem wat voor »oed( waarop W. zeidie dat hy vier politieagenten had neergelegd op een eenigszins «pschepperigen toon. Getuige zegt nog datW. er wel overstuur van was. Mr. Levie vraagt get of zy' nog teeke nen van opgewondenheid heeft gezien, schuim om den mond oi zooiets. Get. zegt dat niet gezhn te hebben. Getuigenis van vrouw Wobbes. De volgende get., vróiw Wobbes, is wat doof en moet vlak vocc de tafel ko men. Toen de dagvaarding kwam heeft W. die verbrand en gezegd! daar ga je niet heen. Ik heb je van je les kinderen afgehaald en nu zal ik je dop- veldwach ters weer laten weghalen?! Dat komt myn eer te na. Toen er weer een dagvaarding kwam, had hy haar beloofd nee naar Groningen te zullen gaan. Zy -wilde wel gaan, maar hy wilde haar niet laten gaan. Toen de veldwachters by het huis kwa men, heeft zy gehuild, maar zy is V. niet om den hals gevallen. De president: Hebt u ook gesohotea? Get.: Neen. President: Hebt u ook geen geweer in bn.jt1 uai< 111 -Knieienue nam zat te schieten op de Rottelaan, gen. Getuige: Neen, ik heb geen geweer gehad. By de achterdeur heeft hy haar verteld, dat hy vier veldwachters doodgeschoten had. Hy had een mes in de hand, waar bloed aan zat. Hy heeft petroleum geno men en het huls in brand gestok?«n. Z3J heeft by het uit het huis gaan het lyk van van der Molen bovenop zien liggen. President: Van wie is de verhouding uitgegaan tusschen u en hem. Bent u niet begonnen hem binnen te tikken? Getuige: Neen, nooit. Ik kwam bij hem om zyn moeder te helpen. President: Wie is de schuld, dat het zoover tusschen u en hem is gekomen? Zeg de volle waarheid, dat is noodlg. Getuige: Van my niet. Verdaohte: De verhouding tusschen ons belden is van haar het eerst uitgegaan. President: Kwam hy vroeger ook wel by u? Getuige: Ja, by kwam al drie jaar by mij. Verdachte: Cm er wat hout te aakken. Mr. Enklaar: Toen u geen ondersteu ning kreeg, heeft hy toen niet gezegd, dat het min was. Getuige: Neen. Mr. Enklaar: Is hy toen niet voor u klompen gaan maken, om u te steunen? Getuige: Ja. Mr. Enklaar: En hebt u hem toen om den hals gepakt en is u toen met hem gaan vrijen? Getuige: Neen. President: Hebt u niet gezegd tegen H. B. Wykstra, dat het maar goed was, dat de politieagenten dood waren. Getuige: Laster, allemaal laster. Verdediger: Wilt u getuige de vraag stellen of zy ook geschoten heeft? Getuige: Ik heb niet geschoten: Ik heb geen geweer in mijn handen gehad. Dr. Mleremet verklaart, dat de moge- ïykheid bestaat, dat van der Molen nog geleefd heeft, toen hy gesneden werd. By de anderen was de verbloeding door de schoten zoo isterk, dat het aannemeiyk is, dat zy reeds waren overleden, toen W. het mes gebruikte. Verklaringen diécharge. De vrouw is de schuld van alles. Nog werden enkele getuigen décharge gehoord. Uit hun verklaringen teekenen wy op: Getuige H. B. Wykstra, timmerman te Doezum, neef van verdachte, deelt mede, dat de moeder van Yje zeer gezeten was. Yje was niet kerksch. Hy was altyd goed voor zyn moeder, die daarover tegen een getuige heeft gepocht. Yje was altyd goed voor zyn moeder, maar hy was in de laatste jaren veran derd. Vroeger kon getuige altyd ed met verdachte opschieten maar dat was ver anderd. Hy sprak altyd over vreemde boeken, over geesten en spoken en zag „voorloopen", zoodat getuige tegen zijn vrouw beeft gezegd Yje wordt nog krank zinnig. Met hem heeft getuige gesproken over de dagvaarding en daarvan heeft hy ge zegd: Als zy wil dan moet ze maar heen gaan en anders moeten we maar eens zien. Op den dag van den moord was hy by hem gekomen met de mededeeling, dat hy vier „polities" had doodgeschoten. Hy lachte en schreide tegeiyk. Hy zager verschrikkelyk uit. Hy heeft tegen getuige gezegd: wij moeten afscheid' nemen. Ik heb ze neer gelegd'. Ze hebben me zoo lang gepest, dat ik het wel moest. Hy had getuige ge vraagd: Wil jy voor Aaltje zorgen, want ik hen met dat wyf verlegen. Dat heeft getuige beloofd. Aaltje heeft getuige ver teld, dat zy tydens het drama op den zol der heeft gezeten. Yje had dikwyls gezegd, dat hy met de vrouw niet langer wou omgaan en dat er een einde aan moest komen Maar hy durfde dat niet, omdat zy dreigde zich te zullen ophangen, zy is de aanleiding van alles. Marechaussee Kleeft heeft van Aal tje nog getuigd, dat van de honderd woor den, die zij sprak er 99 leugenachtig wa ren. Grietje Veenstra, de vrouw van Hen drik Wykstra, legde een soortgelyke ver klaring af. Toen Wykstra aan getuige den moord vertelde, was hy in het geheel niet trotsch. Hy deed wel eenigszins vreemd, maar dat was in den laatsten tijd sedert "vier jaar byna altyd zoo. Verdachte aanleg voor krank zinnigheid? Dr. Jager, zenuwarts te Groningen, verklaarde, dat hy verdachte in 1918— 1916 onder behandeling heeft gehad. Verdachte heeft toen met hem ge sproken over waanvoorstellingen, spoe dige vermoeidheid en zenuwachtigheid. W. maakte op getuige destyds een be schaafden en sympathieken indruk, waar door hy hem niet in staat zou achten daden te doen als thans is gebeurd, ten- zy' onder een zeer sterke emotie. Op een vraag van den verdediger ant woordt dr. Jager, dat in een toestand van sterke emotie tydelyke verstandsverbys- tering zeer wel mogelyk is. Getuige Hessel Wykstra, arbeider te Doezum, achterneef' van verdachte, ver klaart dezen goed te kennen; een jaar of tien heeft hy hem van zeer naby gekend. Hy heeft bij verdachte het voegen ge leerd. Den laatsten tijd vond hy W. erg veranderd. Op 16 Januari, toen hy bij verdaohte aanliep, deed deze niets dan lachen, omdat, zooals hy zeide, het huis heen en weer wiebelde en het er spookte. Verdachte had hem verteld, dat Aaltje hem tot den moord had aangezet. Ver dachte's moeder heeft getuige eens ge zegd, dat zy het nergens zoo goed heeft gehad als by Yje. Ook hy heeft gehoord dat Aaltje tijdens den moord op den zol der heeft gezeten. Vervolgens werd gehoord J. Hut, de chauffeur, die verdaohte na den moord naar Groningen heeft gereden. Hi1 zag er zeer verwilderd uit. De oogen puilden hem uit het hoofd. Getuige zag direct, dat er iets vreeseiyks gebeurd moest zyn. Den laatsten tyd was verdaohte erg bevreesd geweest. Hy sprak veel over spoken, gees ten en boeddhisme. Hy was in de streek zeer gezien. Men mocht hem wel. Get., die W. reeds 9 jaar kent, heeft nooit van hem Iets gehoord over antipathie tegen de po litie. Tegen getuige heeft W. er zich nooit over uitgelaten 01 hy het al of niet goed vond, dat Aaltje van der Tuin na de ont vangst van de dagvaarding naar Gronin gen zou gaan. Getuige heeft den indruk gekregen, dat de vrouw steeds by hem kwam en dat niet van den man de ver standhouding uitging. Het is getuige op gevallen, dat W. de laatste 14 dagen voor den moord niet meer zoo goed harmonica speelde als vroeger. Hy haalde verschil lende melodieën door elkaar. Getuige R. Wykstra, een neef van ver dachte, heeft ook opgemerkt, dat Yje vreemder was dan vroeger. Als men W. tegenkwam, praatte deze in zichzelf, maar zei niets. H;j was den laatsten tyd zeer stil. Hy had in een gieter van getuige eens zoutzuur gedaan. Als vakman had hü moeten weten, dat dit niet kan. Ge» tuige vond dat ten minste heel vreemd. Ook sprak Yje vaak over dingen die hy las en over sterren en als er een ster ver sprong, noemde hy dat een vuurbal. Van spoken heeft hy hem nooit hooren spre ken. Getuige J. H. van der Meer verklaart, dat Yje een goed klompenmaker was, maar dat het laatste paar niet goed was uitgevallen. Tegenover dezen getuige sprak verdachte dikwyis over spoken en geesten, die in zyn huis waren. De laatst- geleverde klompen waren veel te groot. Getuige heeft zich daar toen niet over beklaagd, omdat hy den laatsten tyd heel vreemd deed, niets anders dan lachen. Vroeger was dat niet zoo. Getuige van der Meer te Surhulsterveen kent W. als een heel beleefd en fatsoen- ïyk man. In het laatst van December 1928 kwam W. op een avond by getuige en vroeg hem eerst of hy bang was, Ver dachte sprak daarna voortdurend over een groot ding, dat nu eens wit, dan weer zwart was. Getuige begreep er niets van en heeft W. toen maar gauw op den weg gebracht om hem zoo spoedig mogeUjk kwyt te raken. Op een vraag van den president ant woordt verdachte, dat omstreeks Augus tus van het vorige jaar de betrekking met Aaltje van der Tuin is begonnen. Het requisitoir. In zyn rede qualificeert de officier van justitie, mr. Meindersma, het misdryf als gruwelyk, en de taak voor hem, als amb tenaar van het openbaar ministerie, moei- lyk. Daar verdachte direct bekende de be doeling te hebben gehad om te dooden, kon de dagvaarding betrekkeiyk kort zyn. Er mag worden aangenomen, dat van voorbedachten rade sprake was, ook, dat verdaohte geleideiyk tot zyn besluit ge komen is. Reeds op 14 Januari had hij zioh in dien geest uitgelaten. Ook de lange tyd, die verliep tusschen de komst der veldwachters en het schieten, bewyst, dat er opzet was, want er was tyd genoeg voor verd. geweest voor overleg. De tweede vraag, die gesteld moet worden, is of verd. toerekenbaar is. Hy is niet iemand van gebrekkige ontwikkeling, ook geen geestelyke minderwaardige. Ook spr. constateert, dat vrouw Wobbes groo- ten invloed op hem heeft gehad, een on gunstigen invloed. Hy concludeert tot levenslange gevangenisstraf. Het pleidooi. De verdediger, mr. Levie, ontkent, dat verd. geen berouw over zyn daad zou hebben. Het tegendeel is het geval; het berouw achtervolgt hem als hij slaapt en als hy waakt. Ook heeft hij geen hekel aan de politie, hy staat met haar op goeden voet. Uit het reelasseeringsrapport blykt, dat de vrouw hem heeft verleid. Spr. is overtuigd, dat als de publieke opinie alles omtrent hem wist, zy heel anders zou oor- deelen. De verdediger wyst er op, dat verd. weliswaar zeer wispelturig, maar steeds absoluut eerlijk was, gunstig be kend stond, en dat iedereen hem mocht. Doordat hy veel las over spiritisme en geestverschyningen, werd hy angstig en vreesachtig. Verdediger beschryft daar na hoe verd. in kennis kwam met vrouw W., die hem in den letteriyken zin des woords heeft verleid, hem als een klit aanhing en hem ook dat is de meening van pleiter tot den moord heeft aange zet. Hy heeft pa9 geschoten toen de deur werd gerameid en in doldritfige waan zinwoede de veldwachters gedood. Hy kan geen reden voor zyn daad opgeven. Hy denkt er niet aan te ontvluchten en is totaal overstuur. Spr. maakt nu naar aanleiding van de dagvaarding eenige opmerkingen. ïïy be twist, dat de moord na rijp beraad en overleg is uitgevoerd; zyn wapens had hy in huis, daar hy voor een volksgericht vreesde. In geen geval is hy kalm ge> weest, en ten lastelegging van moord acht spr. onjuist. Van den beginne af heeft de verd. „opzetteiyk dooden" ontkend. Hy meent, dat men de daad niet beschouwen moet als vier afzonderiyke handelingen, maar als één voortgezette handeling (het geen, volgens de bestaande jurispruden tie, verschil maakt in de bepaling der strafmaat, red. H. Ort.), en daarom is de beschuldiging van moord onjuist. By het eischen van levenslange gevangenisstraf is noodig, zegt verdediger verder, dat er niets ten gunste van verd. kan worden aangevoerd, en dat is hier niet het geval. Hij dringt aan op een psychiatrisch onder zoek (onderzoek naar de geestvermogens). De uitspraak wordt bepaald op 7 Mei. GEEN DIEFSTAL. Uit een perceel in de Soerabajastraat te Amsterdam zou een portefeuille inhou dende 5000, een schuldbekentenis groot 1000, en een ohèque van f 46 gestolen zyn zoo vertelde men de politie op den 17den van deze maand. Intussohen ls de portefeuille terugge vonden in de woning van den aangeven Van diefstal is geen sprake; meer van verstrooidheid? EEN NALATIG VADER Het Hoog Militair Gerechtehof heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen een adjudant-onderoff.-inatructeur, die door den Krygsraad te Den Bosch wegens driémaal gepleegde overtreding van de Leerplichtwet (het uit godsdienstige over wegingen weigeren zyn kinderen naar school te zenden), werd veroordeeld tot drie geldboeten van vijf-en-twlntlg gulden, subsidiair driemaal tien dagen hechtenis. Het Hof bevestigde het vonnis van den Krygsraad. DE VERMISTE BOTTER R.O. 42. De voor de visscherij bestemde logger SCH 82 (Wouter) heeft op oiroa 80 mijl W. t. N. van IJmuiden het lijk, van een vlssoherman opgehaald. De logger kwam met het lijk, dat vermoedeiyk afkomstig is van één der opvarenden van den ver misten motorbotter R.O. 42, de haven bin nen. Groote brand te Dreumei. Zeven huisjes afgebrand. Gistermorgen 8 uur werd brand ont dekt in een woning aan de Oud-Maas- dykstraat te Dreumei (Gelderland). Het vuur verspreide zich ln korten tyd over zes naastgelegen huisjes, waartoe het feit, dat de huisjes met riet gedekt waren, niet weinig toe meewerkte. De brandweer uit Dreumei, geassisteerd door die uit Wamel, kon niet veel tegen de vlammen ultrlohten. Om verdere uitbreiding te voorkomen deed men een landbouwsohuur instorten, waardoor het vuur gestuit kon worden. Veel is verloren gegaan. Ongeveer dertig personen zijn door dezen brand dakloos geworden. Zy werden bij buren ondergebraoht. De oorzaak Tan den brand is onbekend. Haven van Nleuwediep Marktberichten. naar waarnemingen verricht ln den morgen van 25 April. Medegedeeld door het Kon. Nederlandsoh Meteorologisch Instituut te De Bilt Hoogste stand 769.4 te Janmayen. Laagste stand 744.7 te Karlstadt Verwachting: Meest matige N.W. tot W. wind, afwis selende bewolking, wellicht enkele bui- tjea, weinig verandering in temperatuur. Worth a crown Presid nog gezifc is mg gd zijt net weghg schot te nog niet te opeens gezien, )t lag en op u ibt toen ook op ree daarna met kZOO President: Toen gy hem gesnedeiien gestoken hadt, hebt ge de woning in brVid gestoken en Aaltje is naar W. gegaan ge bent naar den dokter gegaan? Verdachte: Ja. Verd, herkent, desgevraagd, de wap nen waarmede hy de daad heeft gepleegd De president: In een brief hebt ge uw levensgeschiedenis geschreven, maar ge schryft geen enkel woord van medelyden met de nagelaten betrekkingen der slacht offers. Hebt gy daar geen medelyden mee? Verdacht: Ja zeker, ik heb er .genoeg moe te doen; ik heb er over geschreven. Rechter Enklaar vraagt of verdachte het mes geopend in den zak heeft gehad, of dat hy het eerst heeft moeten openen, waarop verdachte geen nadere verklaring kan geven. De officier van justitie vraagt naar de reden waarom verd. die deur gesloten had en waarom hy na aanmaning door de po litie zelf niet naar buiten kwam. Daarin ligt de bedoeling toch dat zy er niet in mocht. Verdaohte: Neen, dat niet; de politie had viy toegang by my. Ik kan heel goed met de politie opschieten; ik draag de po litie geen haat toe. Ver ichte: Ja, ik kan goed met de po litie. Daarna werd voorlezing gedaan van het rapport ten aanzien van de verklaringen van verdachte van de toedracht der zaak toen de politie Aaltje kwam ophalen. Daaruit blykt nog dat verdaohte van oor deel vas dat de burgemeester persoonlyk mee noest komen om Aaltje te dwingen met de politie mee te gaan. Voorts blykt uit hst rapport dat d© toedracht van het drama is geschied op de wyze als hier- bovei is weergegeven en door de verkla ringen van de eerste getuigen en van ver dachte zelf is bevestigd. Hierna worden verdichte door den president weer ver schillende vragen gesteld naar aanleiding van verdachte's aanval op zyn laatste sl achtoffer, veldwachter Meyer. De president: Toen u getroffen was hsbt ge een omweg gemaakt om by Meyer te komen; waarom deedt ge dat? Was dat fltet om terzyde van Meyer te komen? De president: Uit uw omtrekkende be weging bly'kt eerder overleg. Op een vraag aan get. Jutte antwoordt Mize den president, dat de afstand tot de ■"ottelaan 125 meter Is. Getuige Ate Postma te Doezum heeft ffzien dat van der Molen een paar maal raam ging, terwyl de anderen op s-ngien afstand bleven. By het hooren ü«»UOu.. u w«. Bu™ODV au haÜ/v n kil dat W. In knielende handen gehad. U moet de waarheid zeg- 34 April 1929. Aangekomen van Londen en vertrokken na&» Harllngen Eng. t.s. „Leeuwarden". Aangekomen van Harllngen en vertrokken naar Londen Eng. b.s. „Heron". Aangekomen van Harllngen en vertrokken naar Huil Ned. s.8. „Prof. Buijs". AMSTERDAM, 24 April. Aardappelenmarkt. Op de heden gehouden aardappelenmarkt waren de prijzen' onveran derd. Geen aanvoer. AMSTERDAM, 24 April. Veemarkt. Aangevoerd: 259 vette kalveren, 1 kw. 1.061.20; 2e kw. 0.90—1.04; 3e kw. 0.76—0.88; 126 nuchtere kalveren 8—13; 740 varkens, Holl. ie kw. 0.991; ae kw. 0.970.98; een prima varken lete hooger; overz. en Geldersche te kw. 0.99— 1; vette varkens 0.970.98. BROEK OP LANGENDIJK, 24 April. Peen 2.80—3.80; roode kool ie s. 11.10— 21.20; roode kool 2e soort 10.10—15.30; gele kool ie soort 10.90—16.40; gele kool 2e s. 8.4011.10; Deensche witte kool 1114.60; spinazie 25.80; uien 5.30—5.50; grove uien 2.80—3.80, per 100 kg.; kropsla 10.30 per 100 krop; radijs 0.110.14 p. bo». Aanvoer: 6200 kg. peen, 30,000 kg. roode kool, 95,000 kg. gele kool, 24,000 Jcg. Deensche witte kool, 66 kg. spinazie, 1400 kg. uien, 400 kroppen sla en 25 bos radijs. NOORDSCHARWOUDE, 24 April. Uien 45.30, drielingen 3.603.80, grove uien 3.80—4.30; peen 3.70—4.80; kleine peen 1.702; roode kool f 12.1022; .gele kool 10.2016; Deenische witte 10.30—15.60; alles per 100 kg.; Aanvoer: 6000 kg. uien, 6100 kg. peen, 97.600 kg. roode kool, 98,600 kg. gele kool en 147,200 kg. Deensche witte. PURMEREND, 34 April. Aardappelen 1.05 per zak van 25 kg.; wit lof 8—24 per 100 kg.; roode kool 27.80, savoye kool 8.90—18.60 per 100; spinazie 1.30—0.15 per mand van 6 kg.; sla 3.10 6.70 per 100 krop; radijs 43.80, raapstelen 4,20—7.60, per 100 bos; bieten1 7 per 1000; uien 5.20—5.90 per 25 kg.; prei 16—18 per 100 bos; present van Engeland 68 per 100 kg. WARMENHUIZEN, 24 April. Peen 4—4-60, kleine peen 1.30—1.50, roode kool 12.4019, 2e soort 11.40—12, uitschot 6.50—7.10, gele kool 8.70n.90, 2e soort 811.10, Deensche witte 10.50 14.20, uitschot 2.50-^2.90, per 100 kg. Schagermarkt van Donderdag 25 Mei. 6 paarden 100200; 159 geldekoeien ma gere 140340; 80 idm vette 250—450; 63 kalfkoeien 220375; 33 pinken 75140; 265 nuchtere kalveren 10—20; 260 overhouder» 3242; 30 varkens magere 4548; 65 idem vette per kg. 0.80—0.83; 202 biggen 20—00; 30 konijnen 13; 52 kippen 150—3; 81 ka. boter per kg. 1.501.85. Eierenveiling. 161,849 stuks kipeieren: bruine 5.40—3.60, witte 5.105.40; 16281 eendeleren 4.60— 4-70, 33 kalkoeneieren 7.30—8.10, 53 reiger- eieren 3.30, 63 kievitsieren 57! alles per 100 stuks.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 7