Radiografisch Weerbericht
«Thet proeven van
8^ I Mi CK r ipermunt j
Jblijft U de aar iname,
'trachtige sm& *k in her.
inerinc
c*T"£u
Vooingros bij: Fa. Jac. Verfaille, Den Helder.
om d politie te dooden; dat hebt gij tel
kens ïëdurende de instructie erkend.
Ja.
ient: Gij hebt van der Molen bij
zien liggen en de anderen ook,
I uw huis weer wilde binnengaan
ie, dat er geen politie meer was.
l Werkman zien loopen en ook
hem neVgeachoten?
Verd.y a, ik was heelemaal de kluts
kvyt
it: Toen later hebt gij Meijer
die u toeriep: Mijn browning
of zooiets, en op u schoot. Gij
geweer 'een omtrekkende be-
an maken om Meijer onder
tijgen. Uw karabijn hebt gij
met vi>r patronen geladen.
Ejttelaan gekomen, hadt u toch
de bedoiir^ om Meyer neer te schieten.
Op al le^ vragen geeft verdachte een
b ev estige.d antwoord.
Prcsideit:\j hekt Meyer zien vallen en
bent toen i% uw huis gegaan. Daarna
hebt u naarHeyer loopen zoeken.
Verdaohte:\c]1) dat niet, ik liep maar
doelloos heemn weer. Ik was totaal de
kluts kwijt.
President: Ui ebt vroeger verteld, dat
u langs de slooVjingt kijken of u Meyer
daar ook vondt.
Verdachte: Dalban ik nu niet meer zoo
zeggen.
Do president lea de vroegere verkla
ring voor, waaruit hikt, dat vprdarhte de
bedoeling heeft geha;Meyer op te zoeken.
Verdachte: Ik heriger mij niet, dat ik
dat gezegd heb. Ik wvt niet hoe het ge
gaan is. Ik was de emtj
boven.
President: Gij hebt M
dat Meyer langs de 1
trachtte te schieten. Ge
hem geschoten. Wat he
de karabijn gedaan?
Verdachte: Dat weet ik tet meer.
President: Gij bent toei naar Meyer
gegaan en hebt hem met eéi mes ge
sneden.
Gaf hy geen teekenen van Iven meer?
Verdachte: Neen.
President: U bent toen naar Werkman
en Hoving gegaan en hebt die <*k gesne
den en gestoken. Was het je liedoeling
ook hen dood te maken?
ad ik
dat
Hl] was geheel de klu1| kwijt
Verdachte: Neen, die bedoeling
niet. Ik deed het zoo maar. Ik wi
alles niet meer zoo precies. Ik wi
opgewonden.
De officier: Ge hebt zelfs eens voor de
politb; muziek gemaakt.
Verdaohte: Ik deed het geheel gedaoh-
«nloos en instinctmatig.
ongeveer 100 meter van zijn hui» TTjj
schoot in zuideiyke richting. Daarna liep
W., naar getuige verklaart, in zoekende
houding, rondkijkende, met zijn geweer
in den aansla.-*, langs de sloot, over het
land in noor- Ujke richting in een boog
langs zyn woning naar de Rottelaan. Van
dat oogenblik af heeft getuige geen scho
ten meer gehoord.
Op een vraag van mr. Enklaar ver
klaart getuige dat hy bang was voor W.
en zyn kinderen daarom in veiligheid had
gebracht.
De president: Kwam Aaltje van der
Tuin, voordat zy samenwoonden, veel
by W.?
Getuige: Ongeveer 2 8 keer per week.
Getuige Homan te Doezum verklaarde
dat verdachte met een boog om het huis
liep in zoekende houding.
Verdachte zegt dat hy niet in zoekende
houding heeft geloopen. Het geweer had
hy ln een hand, niet zoo zeer in den aan
slag.
Was vrouw Wobbes de verleidster?
De landbouwer W. Dyk woont ln de
buurt van W. en heeft het bewuste ge
weer en eenige patronen in het afgebran
de huis gevonden. Een week voor den
moord zyn verdachte en Aaltje van der
Tuin op een avond by getuige C. Sikkema
geweest. Aaltje had toen de dagvaarding
ontvangen en getuige heeft haar gezegd
dat zy moest gaan. Veel kon het hem
evenwel' niet schelen. Als je blijft zal ik,
aldus getuige, een paar vette kippen
slachten, dan hebben wy het ook goed.
Uit de opmerkingen van Aaltje leidde ge
tuige af dat zy liever niet ging. W. had
tegen hem gezegd: als er veldwachters
komen, zal ik me wel redden. Getuige
maakte daaruit op dat er iets ernstigs zou
gebeuren. Aaltje kwam ongeveer iederen
dag by W., aldus Sikkema. De vrouw Is
naar myn meening de verleidster geweest.
De president: Waar leidt u dat uit af?
Get.: Doordat zy iederen dag by hem
kwam. Vroeger gaf hy niets om vrouwen.
Op eenige vragen van de rechters ver
telde get. Sikkema dat W. de laatste da
gen zonderling was; geheel anders dan
vroeger.
Verd. zegt dat hy de uitdrukking: dat
zullen wy wel redden, niet gebruikt heeft.
De president: deze uitdrukking heeft
op get. Sikkema toch zooveel indruk ge
maakt, dat hy het Hoving is gaan ver
tellen.
Verd. ontkent nogmaals dat gezegd te
hebben.
Mr. Levie gaat vervolgens eveni in op
het eenigszins vreemde optreden van W.
de laatste dagen voor den moord.
Aaltje Lanting, de vrouw van Sikkema,
vertelt, evenals haar man, dat W., toen
hy met Aaltje by haar was, gezegd heeft,
dat hy de dagvaarding in de kachel had
gestopt. Zy heeft den indruk gekregen,
dat Aaltje wel wilde gaan. W. heeft voorts
gezegd: Er zullen wel blanke knoopen
(veldwachters) komen om ons weg te ha
len. Zy willen ons onder don grond' heb
ben. Ook heeft W. gezegd: als zy my van
het wyf halen, zal ik ze ook van het wyf
halen. Get. zou aan wachtmeester Jutte
hebben verklaard dat W. gezegd heeft:
als er meer dan twee veldwachters komen,
dan gaan zy er aan. zy ontkent dit echter
thans. Get. vreesde eveneens dat er iets
zou gebeuren. Zy leidde dit af uit W.'s
woorden en uit zyn doen en laten.
Get. mr. P. H. W. Ch. van Wicheren
verklaart dat hy by het onderzoek zeven
ulzen van patronen achter de deur van
e woning heeft gevonden.
De majoor-rechercheurs van der Woude
Stiekema bevestigen dat zy W. aan
Beerweg hebben aangehouden,
e 41-jarige H. Gorter heeft den 4den
Muari W. met de veldwachters van der
M'drm, Hoving en Werkman by de Rotte-
laaïyin gesprek gezien. De veldwachters
kwayen om proces-verbaal te maken
tegeiyAaltje, omdat zij haar kinderen ver
lateneed. W. is toen dien avond by Gor-
ter opkeZoek geweest om een brood te
halen L t>y dat bezoek is de gebeurtenis
van die morgen ter sprake gekomen.
Toen he.ft W. gezegd: Zy zullen nog wel
eens wet komen, maar dan zal ik ze in
het veld uten byten. Get. heeft toen ge
dacht dat tat nog wel wat mee kon vallen
en dat W. ?i0h wel zou beheerschen, hoe
wel deze vVg en sterk is en wel tegen
twee of drieman op kan.
De vrouw >an Gorter, Sietske Kuypers,
verklaart datW. gezegd heeft: ik laat my
niet dwingen;yjj moeten niet te veel spats
maken. De uitlokking in het veld byten,
heeft zy niet Mroord. Op den morgen
van den moord \wam W. by haar en ver
telde haar een^szins opgewonden (hy
zag er verwilderd-uit) dat hy er reeds vier
had neergelegd. 'Q-et. maakte daaruit op
dat hy op jacht w*g geweest. Zy vroeg
aan hem wat voor »oed( waarop W. zeidie
dat hy vier politieagenten had neergelegd
op een eenigszins «pschepperigen toon.
Getuige zegt nog datW. er wel overstuur
van was.
Mr. Levie vraagt get of zy' nog teeke
nen van opgewondenheid heeft gezien,
schuim om den mond oi zooiets.
Get. zegt dat niet gezhn te hebben.
Getuigenis van vrouw Wobbes.
De volgende get., vróiw Wobbes, is
wat doof en moet vlak vocc de tafel ko
men. Toen de dagvaarding kwam heeft
W. die verbrand en gezegd! daar ga je
niet heen. Ik heb je van je les kinderen
afgehaald en nu zal ik je dop- veldwach
ters weer laten weghalen?! Dat komt myn
eer te na. Toen er weer een dagvaarding
kwam, had hy haar beloofd nee naar
Groningen te zullen gaan. Zy -wilde wel
gaan, maar hy wilde haar niet laten gaan.
Toen de veldwachters by het huis kwa
men, heeft zy gehuild, maar zy is V. niet
om den hals gevallen.
De president: Hebt u ook gesohotea?
Get.: Neen.
President: Hebt u ook geen geweer in
bn.jt1 uai< 111 -Knieienue nam
zat te schieten op de Rottelaan, gen.
Getuige: Neen, ik heb geen geweer
gehad.
By de achterdeur heeft hy haar verteld,
dat hy vier veldwachters doodgeschoten
had. Hy had een mes in de hand, waar
bloed aan zat. Hy heeft petroleum geno
men en het huls in brand gestok?«n. Z3J
heeft by het uit het huis gaan het lyk van
van der Molen bovenop zien liggen.
President: Van wie is de verhouding
uitgegaan tusschen u en hem. Bent u niet
begonnen hem binnen te tikken?
Getuige: Neen, nooit. Ik kwam bij hem
om zyn moeder te helpen.
President: Wie is de schuld, dat het
zoover tusschen u en hem is gekomen?
Zeg de volle waarheid, dat is noodlg.
Getuige: Van my niet.
Verdaohte: De verhouding tusschen ons
belden is van haar het eerst uitgegaan.
President: Kwam hy vroeger ook wel
by u?
Getuige: Ja, by kwam al drie jaar by
mij.
Verdachte: Cm er wat hout te aakken.
Mr. Enklaar: Toen u geen ondersteu
ning kreeg, heeft hy toen niet gezegd,
dat het min was.
Getuige: Neen.
Mr. Enklaar: Is hy toen niet voor u
klompen gaan maken, om u te steunen?
Getuige: Ja.
Mr. Enklaar: En hebt u hem toen om
den hals gepakt en is u toen met hem
gaan vrijen?
Getuige: Neen.
President: Hebt u niet gezegd tegen H.
B. Wykstra, dat het maar goed was, dat
de politieagenten dood waren.
Getuige: Laster, allemaal laster.
Verdediger: Wilt u getuige de vraag
stellen of zy ook geschoten heeft?
Getuige: Ik heb niet geschoten: Ik heb
geen geweer in mijn handen gehad.
Dr. Mleremet verklaart, dat de moge-
ïykheid bestaat, dat van der Molen nog
geleefd heeft, toen hy gesneden werd. By
de anderen was de verbloeding door de
schoten zoo isterk, dat het aannemeiyk is,
dat zy reeds waren overleden, toen W.
het mes gebruikte.
Verklaringen diécharge. De
vrouw is de schuld van alles.
Nog werden enkele getuigen décharge
gehoord.
Uit hun verklaringen teekenen wy op:
Getuige H. B. Wykstra, timmerman te
Doezum, neef van verdachte, deelt mede,
dat de moeder van Yje zeer gezeten was.
Yje was niet kerksch. Hy was altyd goed
voor zyn moeder, die daarover tegen een
getuige heeft gepocht.
Yje was altyd goed voor zyn moeder,
maar hy was in de laatste jaren veran
derd. Vroeger kon getuige altyd ed met
verdachte opschieten maar dat was ver
anderd. Hy sprak altyd over vreemde
boeken, over geesten en spoken en zag
„voorloopen", zoodat getuige tegen zijn
vrouw beeft gezegd Yje wordt nog krank
zinnig.
Met hem heeft getuige gesproken over
de dagvaarding en daarvan heeft hy ge
zegd: Als zy wil dan moet ze maar heen
gaan en anders moeten we maar eens
zien. Op den dag van den moord was hy
by hem gekomen met de mededeeling, dat
hy vier „polities" had doodgeschoten. Hy
lachte en schreide tegeiyk. Hy zager
verschrikkelyk uit.
Hy heeft tegen getuige gezegd: wij
moeten afscheid' nemen. Ik heb ze neer
gelegd'. Ze hebben me zoo lang gepest,
dat ik het wel moest. Hy had getuige ge
vraagd: Wil jy voor Aaltje zorgen, want
ik hen met dat wyf verlegen. Dat heeft
getuige beloofd. Aaltje heeft getuige ver
teld, dat zy tydens het drama op den zol
der heeft gezeten.
Yje had dikwyls gezegd, dat hy met de
vrouw niet langer wou omgaan en dat er
een einde aan moest komen Maar hy
durfde dat niet, omdat zy dreigde zich te
zullen ophangen, zy is de aanleiding van
alles. Marechaussee Kleeft heeft van Aal
tje nog getuigd, dat van de honderd woor
den, die zij sprak er 99 leugenachtig wa
ren. Grietje Veenstra, de vrouw van Hen
drik Wykstra, legde een soortgelyke ver
klaring af. Toen Wykstra aan getuige
den moord vertelde, was hy in het geheel
niet trotsch. Hy deed wel eenigszins
vreemd, maar dat was in den laatsten tijd
sedert "vier jaar byna altyd zoo.
Verdachte aanleg voor krank
zinnigheid?
Dr. Jager, zenuwarts te Groningen,
verklaarde, dat hy verdachte in 1918—
1916 onder behandeling heeft gehad.
Verdachte heeft toen met hem ge
sproken over waanvoorstellingen, spoe
dige vermoeidheid en zenuwachtigheid.
W. maakte op getuige destyds een be
schaafden en sympathieken indruk, waar
door hy hem niet in staat zou achten
daden te doen als thans is gebeurd, ten-
zy' onder een zeer sterke emotie.
Op een vraag van den verdediger ant
woordt dr. Jager, dat in een toestand van
sterke emotie tydelyke verstandsverbys-
tering zeer wel mogelyk is.
Getuige Hessel Wykstra, arbeider te
Doezum, achterneef' van verdachte, ver
klaart dezen goed te kennen; een jaar of
tien heeft hy hem van zeer naby gekend.
Hy heeft bij verdachte het voegen ge
leerd. Den laatsten tijd vond hy W. erg
veranderd. Op 16 Januari, toen hy bij
verdaohte aanliep, deed deze niets dan
lachen, omdat, zooals hy zeide, het huis
heen en weer wiebelde en het er spookte.
Verdachte had hem verteld, dat Aaltje
hem tot den moord had aangezet. Ver
dachte's moeder heeft getuige eens ge
zegd, dat zy het nergens zoo goed heeft
gehad als by Yje. Ook hy heeft gehoord
dat Aaltje tijdens den moord op den zol
der heeft gezeten.
Vervolgens werd gehoord J. Hut, de
chauffeur, die verdaohte na den moord
naar Groningen heeft gereden. Hi1 zag er
zeer verwilderd uit. De oogen puilden hem
uit het hoofd. Getuige zag direct, dat er
iets vreeseiyks gebeurd moest zyn. Den
laatsten tyd was verdaohte erg bevreesd
geweest. Hy sprak veel over spoken, gees
ten en boeddhisme. Hy was in de streek
zeer gezien. Men mocht hem wel. Get., die
W. reeds 9 jaar kent, heeft nooit van hem
Iets gehoord over antipathie tegen de po
litie. Tegen getuige heeft W. er zich nooit
over uitgelaten 01 hy het al of niet goed
vond, dat Aaltje van der Tuin na de ont
vangst van de dagvaarding naar Gronin
gen zou gaan. Getuige heeft den indruk
gekregen, dat de vrouw steeds by hem
kwam en dat niet van den man de ver
standhouding uitging. Het is getuige op
gevallen, dat W. de laatste 14 dagen voor
den moord niet meer zoo goed harmonica
speelde als vroeger. Hy haalde verschil
lende melodieën door elkaar.
Getuige R. Wykstra, een neef van ver
dachte, heeft ook opgemerkt, dat Yje
vreemder was dan vroeger. Als men W.
tegenkwam, praatte deze in zichzelf, maar
zei niets. H;j was den laatsten tyd zeer
stil. Hy had in een gieter van getuige
eens zoutzuur gedaan. Als vakman had
hü moeten weten, dat dit niet kan. Ge»
tuige vond dat ten minste heel vreemd.
Ook sprak Yje vaak over dingen die hy
las en over sterren en als er een ster ver
sprong, noemde hy dat een vuurbal. Van
spoken heeft hy hem nooit hooren spre
ken.
Getuige J. H. van der Meer verklaart,
dat Yje een goed klompenmaker was,
maar dat het laatste paar niet goed was
uitgevallen. Tegenover dezen getuige
sprak verdachte dikwyis over spoken en
geesten, die in zyn huis waren. De laatst-
geleverde klompen waren veel te groot.
Getuige heeft zich daar toen niet over
beklaagd, omdat hy den laatsten tyd heel
vreemd deed, niets anders dan lachen.
Vroeger was dat niet zoo.
Getuige van der Meer te Surhulsterveen
kent W. als een heel beleefd en fatsoen-
ïyk man. In het laatst van December
1928 kwam W. op een avond by getuige
en vroeg hem eerst of hy bang was, Ver
dachte sprak daarna voortdurend over
een groot ding, dat nu eens wit, dan weer
zwart was. Getuige begreep er niets van
en heeft W. toen maar gauw op den weg
gebracht om hem zoo spoedig mogeUjk
kwyt te raken.
Op een vraag van den president ant
woordt verdachte, dat omstreeks Augus
tus van het vorige jaar de betrekking met
Aaltje van der Tuin is begonnen.
Het requisitoir.
In zyn rede qualificeert de officier van
justitie, mr. Meindersma, het misdryf als
gruwelyk, en de taak voor hem, als amb
tenaar van het openbaar ministerie, moei-
lyk. Daar verdachte direct bekende de be
doeling te hebben gehad om te dooden,
kon de dagvaarding betrekkeiyk kort
zyn. Er mag worden aangenomen, dat van
voorbedachten rade sprake was, ook, dat
verdaohte geleideiyk tot zyn besluit ge
komen is. Reeds op 14 Januari had hij
zioh in dien geest uitgelaten. Ook de
lange tyd, die verliep tusschen de komst
der veldwachters en het schieten, bewyst,
dat er opzet was, want er was tyd genoeg
voor verd. geweest voor overleg. De
tweede vraag, die gesteld moet worden,
is of verd. toerekenbaar is. Hy is niet
iemand van gebrekkige ontwikkeling, ook
geen geestelyke minderwaardige. Ook
spr. constateert, dat vrouw Wobbes groo-
ten invloed op hem heeft gehad, een on
gunstigen invloed. Hy concludeert tot
levenslange gevangenisstraf.
Het pleidooi.
De verdediger, mr. Levie, ontkent, dat
verd. geen berouw over zyn daad zou
hebben. Het tegendeel is het geval; het
berouw achtervolgt hem als hij slaapt en
als hy waakt. Ook heeft hij geen hekel aan
de politie, hy staat met haar op goeden
voet. Uit het reelasseeringsrapport blykt,
dat de vrouw hem heeft verleid. Spr. is
overtuigd, dat als de publieke opinie alles
omtrent hem wist, zy heel anders zou oor-
deelen. De verdediger wyst er op, dat
verd. weliswaar zeer wispelturig, maar
steeds absoluut eerlijk was, gunstig be
kend stond, en dat iedereen hem mocht.
Doordat hy veel las over spiritisme en
geestverschyningen, werd hy angstig en
vreesachtig. Verdediger beschryft daar
na hoe verd. in kennis kwam met vrouw
W., die hem in den letteriyken zin des
woords heeft verleid, hem als een klit
aanhing en hem ook dat is de meening
van pleiter tot den moord heeft aange
zet. Hy heeft pa9 geschoten toen de deur
werd gerameid en in doldritfige waan
zinwoede de veldwachters gedood. Hy
kan geen reden voor zyn daad opgeven.
Hy denkt er niet aan te ontvluchten en is
totaal overstuur.
Spr. maakt nu naar aanleiding van de
dagvaarding eenige opmerkingen. ïïy be
twist, dat de moord na rijp beraad en
overleg is uitgevoerd; zyn wapens had hy
in huis, daar hy voor een volksgericht
vreesde. In geen geval is hy kalm ge>
weest, en ten lastelegging van moord acht
spr. onjuist. Van den beginne af heeft de
verd. „opzetteiyk dooden" ontkend. Hy
meent, dat men de daad niet beschouwen
moet als vier afzonderiyke handelingen,
maar als één voortgezette handeling (het
geen, volgens de bestaande jurispruden
tie, verschil maakt in de bepaling der
strafmaat, red. H. Ort.), en daarom is de
beschuldiging van moord onjuist. By het
eischen van levenslange gevangenisstraf
is noodig, zegt verdediger verder, dat er
niets ten gunste van verd. kan worden
aangevoerd, en dat is hier niet het geval.
Hij dringt aan op een psychiatrisch onder
zoek (onderzoek naar de geestvermogens).
De uitspraak wordt bepaald op 7 Mei.
GEEN DIEFSTAL.
Uit een perceel in de Soerabajastraat
te Amsterdam zou een portefeuille inhou
dende 5000, een schuldbekentenis groot
1000, en een ohèque van f 46 gestolen
zyn zoo vertelde men de politie op den
17den van deze maand.
Intussohen ls de portefeuille terugge
vonden in de woning van den aangeven
Van diefstal is geen sprake; meer van
verstrooidheid?
EEN NALATIG VADER
Het Hoog Militair Gerechtehof heeft
uitspraak gedaan in de zaak tegen een
adjudant-onderoff.-inatructeur, die door
den Krygsraad te Den Bosch wegens
driémaal gepleegde overtreding van de
Leerplichtwet (het uit godsdienstige over
wegingen weigeren zyn kinderen naar
school te zenden), werd veroordeeld tot
drie geldboeten van vijf-en-twlntlg gulden,
subsidiair driemaal tien dagen hechtenis.
Het Hof bevestigde het vonnis van den
Krygsraad.
DE VERMISTE BOTTER R.O. 42.
De voor de visscherij bestemde logger
SCH 82 (Wouter) heeft op oiroa 80 mijl
W. t. N. van IJmuiden het lijk, van een
vlssoherman opgehaald. De logger kwam
met het lijk, dat vermoedeiyk afkomstig
is van één der opvarenden van den ver
misten motorbotter R.O. 42, de haven bin
nen.
Groote brand te Dreumei.
Zeven huisjes afgebrand.
Gistermorgen 8 uur werd brand ont
dekt in een woning aan de Oud-Maas-
dykstraat te Dreumei (Gelderland). Het
vuur verspreide zich ln korten tyd over
zes naastgelegen huisjes, waartoe het
feit, dat de huisjes met riet gedekt waren,
niet weinig toe meewerkte. De brandweer
uit Dreumei, geassisteerd door die uit
Wamel, kon niet veel tegen de vlammen
ultrlohten. Om verdere uitbreiding te
voorkomen deed men een landbouwsohuur
instorten, waardoor het vuur gestuit kon
worden. Veel is verloren gegaan.
Ongeveer dertig personen zijn door
dezen brand dakloos geworden. Zy werden
bij buren ondergebraoht. De oorzaak Tan
den brand is onbekend.
Haven van Nleuwediep
Marktberichten.
naar waarnemingen verricht ln den
morgen van 25 April.
Medegedeeld door het Kon. Nederlandsoh
Meteorologisch Instituut te De Bilt
Hoogste stand 769.4 te Janmayen.
Laagste stand 744.7 te Karlstadt
Verwachting:
Meest matige N.W. tot W. wind, afwis
selende bewolking, wellicht enkele bui-
tjea, weinig verandering in temperatuur.
Worth
a crown
Presid
nog gezifc
is mg gd
zijt net
weghg
schot te
nog niet te
opeens gezien,
)t lag en op u
ibt toen ook op
ree daarna met
kZOO
President: Toen gy hem gesnedeiien
gestoken hadt, hebt ge de woning in brVid
gestoken en Aaltje is naar W. gegaan
ge bent naar den dokter gegaan?
Verdachte: Ja.
Verd, herkent, desgevraagd, de wap
nen waarmede hy de daad heeft gepleegd
De president: In een brief hebt ge uw
levensgeschiedenis geschreven, maar ge
schryft geen enkel woord van medelyden
met de nagelaten betrekkingen der slacht
offers. Hebt gy daar geen medelyden
mee?
Verdacht: Ja zeker, ik heb er .genoeg
moe te doen; ik heb er over geschreven.
Rechter Enklaar vraagt of verdachte
het mes geopend in den zak heeft gehad,
of dat hy het eerst heeft moeten openen,
waarop verdachte geen nadere verklaring
kan geven.
De officier van justitie vraagt naar de
reden waarom verd. die deur gesloten had
en waarom hy na aanmaning door de po
litie zelf niet naar buiten kwam. Daarin
ligt de bedoeling toch dat zy er niet in
mocht.
Verdaohte: Neen, dat niet; de politie
had viy toegang by my. Ik kan heel goed
met de politie opschieten; ik draag de po
litie geen haat toe.
Ver ichte: Ja, ik kan goed met de po
litie.
Daarna werd voorlezing gedaan van het
rapport ten aanzien van de verklaringen
van verdachte van de toedracht der zaak
toen de politie Aaltje kwam ophalen.
Daaruit blykt nog dat verdaohte van oor
deel vas dat de burgemeester persoonlyk
mee noest komen om Aaltje te dwingen
met de politie mee te gaan. Voorts blykt
uit hst rapport dat d© toedracht van het
drama is geschied op de wyze als hier-
bovei is weergegeven en door de verkla
ringen van de eerste getuigen en van ver
dachte zelf is bevestigd. Hierna worden
verdichte door den president weer ver
schillende vragen gesteld naar aanleiding
van verdachte's aanval op zyn laatste
sl achtoffer, veldwachter Meyer.
De president: Toen u getroffen was
hsbt ge een omweg gemaakt om by Meyer
te komen; waarom deedt ge dat? Was dat
fltet om terzyde van Meyer te komen?
De president: Uit uw omtrekkende be
weging bly'kt eerder overleg.
Op een vraag aan get. Jutte antwoordt
Mize den president, dat de afstand tot de
■"ottelaan 125 meter Is.
Getuige Ate Postma te Doezum heeft
ffzien dat van der Molen een paar maal
raam ging, terwyl de anderen op
s-ngien afstand bleven. By het hooren ü«»UOu.. u w«. Bu™ODV au
haÜ/v n kil dat W. In knielende handen gehad. U moet de waarheid zeg-
34 April 1929.
Aangekomen van Londen en vertrokken na&»
Harllngen Eng. t.s. „Leeuwarden".
Aangekomen van Harllngen en vertrokken
naar Londen Eng. b.s. „Heron".
Aangekomen van Harllngen en vertrokken
naar Huil Ned. s.8. „Prof. Buijs".
AMSTERDAM, 24 April.
Aardappelenmarkt. Op de heden gehouden
aardappelenmarkt waren de prijzen' onveran
derd. Geen aanvoer.
AMSTERDAM, 24 April.
Veemarkt. Aangevoerd: 259 vette kalveren,
1 kw. 1.061.20; 2e kw. 0.90—1.04; 3e kw.
0.76—0.88; 126 nuchtere kalveren 8—13;
740 varkens, Holl. ie kw. 0.991; ae kw.
0.970.98; een prima varken lete hooger;
overz. en Geldersche te kw. 0.99— 1; vette
varkens 0.970.98.
BROEK OP LANGENDIJK, 24 April.
Peen 2.80—3.80; roode kool ie s. 11.10—
21.20; roode kool 2e soort 10.10—15.30;
gele kool ie soort 10.90—16.40; gele
kool 2e s. 8.4011.10; Deensche witte kool
1114.60; spinazie 25.80; uien 5.30—5.50;
grove uien 2.80—3.80, per 100 kg.; kropsla
10.30 per 100 krop; radijs 0.110.14 p. bo».
Aanvoer: 6200 kg. peen, 30,000 kg. roode
kool, 95,000 kg. gele kool, 24,000 Jcg. Deensche
witte kool, 66 kg. spinazie, 1400 kg. uien, 400
kroppen sla en 25 bos radijs.
NOORDSCHARWOUDE, 24 April.
Uien 45.30, drielingen 3.603.80, grove
uien 3.80—4.30; peen 3.70—4.80; kleine peen
1.702; roode kool f 12.1022; .gele kool
10.2016; Deenische witte 10.30—15.60;
alles per 100 kg.; Aanvoer: 6000 kg. uien, 6100
kg. peen, 97.600 kg. roode kool, 98,600 kg. gele
kool en 147,200 kg. Deensche witte.
PURMEREND, 34 April.
Aardappelen 1.05 per zak van 25 kg.; wit
lof 8—24 per 100 kg.; roode kool 27.80,
savoye kool 8.90—18.60 per 100; spinazie
1.30—0.15 per mand van 6 kg.; sla 3.10
6.70 per 100 krop; radijs 43.80, raapstelen
4,20—7.60, per 100 bos; bieten1 7 per 1000;
uien 5.20—5.90 per 25 kg.; prei 16—18 per
100 bos; present van Engeland 68 per 100 kg.
WARMENHUIZEN, 24 April.
Peen 4—4-60, kleine peen 1.30—1.50,
roode kool 12.4019, 2e soort 11.40—12,
uitschot 6.50—7.10, gele kool 8.70n.90,
2e soort 811.10, Deensche witte 10.50
14.20, uitschot 2.50-^2.90, per 100 kg.
Schagermarkt van Donderdag 25 Mei.
6 paarden 100200; 159 geldekoeien ma
gere 140340; 80 idm vette 250—450; 63
kalfkoeien 220375; 33 pinken 75140; 265
nuchtere kalveren 10—20; 260 overhouder»
3242; 30 varkens magere 4548; 65 idem
vette per kg. 0.80—0.83; 202 biggen 20—00;
30 konijnen 13; 52 kippen 150—3; 81 ka.
boter per kg. 1.501.85.
Eierenveiling.
161,849 stuks kipeieren: bruine 5.40—3.60,
witte 5.105.40; 16281 eendeleren 4.60—
4-70, 33 kalkoeneieren 7.30—8.10, 53 reiger-
eieren 3.30, 63 kievitsieren 57! alles per
100 stuks.