GEMAAKT houden wij eostuumsln
NAAK MAAT COLBERT-COSTUUMS
behoeft niet duur tl zijn.
voorraad vanaf IS gld.
tot 60 gld.
vanaf 60 gld.
WEKELIJKS NIEUWE ZENDINGEN.
ZIE DE ÉTALAGES.
JUBILEUM
JAAR 1829
bijzo n difs
voordeelaa.
KLEEDINGMAGAZIJN
DEN HELDER.
den! diefstal', tezamen! en in' vereeniging me;
eenl of meer andere pearsonieni, althans afzon
derlijk, de beid© laatster! subsidiair ook be
schuldigd van opzeWeldjikie heling:1 het uit
winstbejag vervoeren van den trommel met
gelid! eni het ten geschenke aannemen van
een gedeelte van het geM, wetende of be
grijpende dat de trommel met geld) van dief"
stal of misdrijf afkomstig waneni.
lEr ztijn in deze zaak 32 getuigen/ eni dtes-
touinidligeni charge gedagvaard» alsmede
eentige getuigen décharge.
(De veird'acihten ontkenldieni het hun ten
kste gelegde; zij zeiden miste 'Van de Baak
te wötön'i
De .eerste verdachte beweerde lm heit 'begin
van 1026 te hebben gewenkt» doch volgen»
een getuige komt hij1 niet op de loonlijsten
voor. Dit -bewijst volgen» verdachte echter
niets, want als hij niet op de loonlijsten
voorkomt, dan beteekentt dlait ailleeni, dait de
pal.no ons met d'e loonlijsten! hebben1 geknoeid.
Hiij. hield vei, dat hij iih' de eerste heiSt van
1926 bij de coöperatie JBen^jelzindhieiid!" in
de Maroo Polostraat heeft gewerkt
In het proces is een boekje en eenl brief.
Het boekje is op den metselaar bevonden
en 'is, volgens zijn bekentente,- door hem ge
schreven. Heit velletje papier te elders ge
vonden. Het houdt o. a. de Zinsnede in: ,*ik
ben de dader van het Oosterpark en! ik ga
naar Brussel, ze zullen mij niet pakken".
Volgens de deskundigen O. J. v. DedJden
Hulsebosch en dn J. Schrijiver is het schrift
varn het Maiadije 'papier identiek aan dat van
het boekje. Volgens dr. Schrijver aijln alle
typische kenmerken dezelfde en de afwiji-
kingeü zijn met van essentleefe betoeekeniis.
De metselaar beweerde niet de sohrijtver
te rijm van het blaadje papier; hlij heeft het
nooit geZien, laat staan geschreven.
Voorgelezen werden o.a. de verklarin
gen'1, door den overleden bainklooper in de
instructie afgelegd.
Een getuige, die in de eerste helft van
1920 met een ander een aiultozaak dreef, werd
door inspecteur Van Slobbe van hui» ge
haald!, als verdacht bij die zaak betrokken te
zijla Hij werd een paar uren op het bureau
gehouden. De heer Van Stobbe hoorde hém,
maar getuige legde zijn verklaringen dm volle
vrijheid! af. Geprest om iets te zeggen werd
hlij; heelemaal niet.
Getuige verklaarde den heer Stobbe des
gevraagd te weten, dat de timmerman kort
na de berooving een motorfiets 'had!, miaax
hij w'ist niet» dat hij- toen over veel geld be
schikte. Wel hoorde hij een gesprek van
den timmerman en zijn compagnon, waarin
de eerste vertelde, dat hij' een paar „ruggen""
hald gehad, maar getuige hechtte er geen
geloof aan, want die timmerman sneed nogal
eens op.
'Ook zed. getuige, dat de timmerman met
zooveel woorden tot hem gezegd heeft» dat
hlij met den 'metselaar en den brochure-han
delaar de berooviing heeft gepleegd..
Een getuige, 'die aan dien Oostzanerdlijk
een zaak heeft» verklaarde, dat de metselaar
in 'Maart 1926 ibttj hem een motorfiets kocht,
waarvoor hij een bankbiljet van 1000 in
'betaling gaf. 'De timmerman had bij die .ge
legenheid ook- een motorfiets voor 250
gekocht.
Ook blijkt er nog een ander biljet van
f 1000 door den metselaar te zijn gewisseld,
doch dit was volgens hem afkomstig van
een getuige, die een motorfiets van' heim
gekocht had. Die getuige bevestigde dit.
Een brievenbesteller verklaarde, dat het
briefje, dat de heer Van Ledden Hulsebosch
cm onderzochten en' dat dOor den eersten
verdachte geschreven heet te zijn, in het
Centraal Station gevonden is in een mand
met poststukken. De brievenbesteller over
handigde het. aan' een zijner chefs, die het
weer aan een andieren oh'ef .ter hand stelde,
waarna het tenslotte lr het bezit van den
reohter-oommissaris kwam.
Na afloop van het getuigenverhoor kreeg
het O. M., mr. De Bléoouri, ha* werd voor
rijm
Requisitoir.
Niet alleen bij die justitie en da politie la
de overtuiging sterk,,,, dat de metselaar en
de timmerman de daders jfljr. van den, dief
stal, maar het is z. 1, ook wett'g en over-
■tuigend'.bewezen;, dat zit zich' aan dan dief-
stel' hebben schuldig 'gemaakt.
De Kroongetuige was de getuige, aan
wlen de timmerman verklaarde, dat hij met'
de belde anderen de 'berooving pleegde. En
de metselaar ls zoo dom geweest om, toen
een' onschuldige weidl gearresteerd» een
briefje te schrijven, waarvan hij de schrij
ver Is gebleken' te rijn»
Dit Is reeds voldoende. Maar er is veel
meer. De timmerman was steuntrekker, had
geen aeldi ert de metselaar evenmin, Hoe zij
ploteeMng aan zooveel' gelid gekomen1 rijn»
hebben zij niet aannemelijk kunnen makien.
Elsoh tegen den metselaar en den tl romer-
■aai' ladto date Jus traaftuitaatotf.
Voor den brochure-handelaar vorderde
spreker vrijspraak.
Pleidooien.
Mi. Manslag van, Qhamante, de verdedi-
8» van den metselaar, meende, dat op het
M. de taak rust om te bewijzen, dat rijn
cliënt het eerst den banktooper heeft aan
gevallen en beroofd, want alleen dan zou
men hem diefstal' kunnen tenlasteleggen.
Ook betwistte pleiter, dat in dit proces
Sbtetkien ax>u Hjju, dat atUm cliënt alen na net
X zulke buitengewone uitgaven heeft ver
oorloofde
Dan hebben wij ai» tweede feitelijke aan
wijzing het beroemde anonieme document,
dunt voljgiena dc van dc hflnu
van den metselaar zou zijn. Dit document te
op een volmaakt onopgehelderde wijze ten
posttkaintore gevonden erï ph staat er bui
tengemeen wantrouwenidi tegenover. Het
papier komt niet overeen met hef papier en
het formaat van verdachtete zakboekje. Ook
mag men van verdachte» die inteügenit'
handig 'is, niet veronderstellen!, dat hij, zoo
onbegrijpelijk dwaas zou zijn om maar ©veri-
tjies op een1 stukje papier te gaan vertellen),
dat hij de dader van' het misdrijf zou- zijn en
dit nog wel niet ito een bnel met' eeni ver
trouwd' adres, rnnar bij wijze van. algemeen©
proclamatie.
Dat verachte niét öe schrijver kan zyn,
daarvoor heeft pL een sterk argument. Het
document is nJL veel' te mooil De schrijver
beroept zich op rijn.' ouders. Maar de vader
van verdachte os reeds acht jaren doodl
'Mr. Benno J. Stokvis, verdediger van den
tinTiimip.Tim.am, merkte op, idat het O. M. het
bewijs slechts trachtte op te ibouwen) uit
aanwijzingen uit de tweede en de derde
hamdl Ook! dieze pi concludeerde tot- vrij
spraak en vroeg tevens ontslag uit de pre
ventieve hechtenis.
'Mir. s. de Jong» verdediger van 'den bro
chure-handelaar, sloot zich aan bij het re>-
quisitolr tot vrijspraato van zijn cliënt.
De metselaar In vrijheigesteld.
Na langdhrige raadkamer besliste de
Rechtbank» dat er geen aanleiding is om de
preventieve hechtenis nog lang,er. te doen
voortduren voor dien (mctseLaan, zoodat zijin
onmiddellijke MvrijheddateMinig werd gelast.
Termen voor de invrijheidstelling van. den
timmerman achtte de Rechtbank niet aan-
wërig. Hij, blijft dus in hechtenis»
(De brochiune-handelaai; voor wien vrij
spraak werd' gevorderd, werd' reeds eerder
uit de voorloopige hechtenis ontslagen).
Uitspraak 10 Mei as.
STROOPEN MET EEN AUTO!
Reeds «enige nachten toerde door de
bosschea van het landgoed »De Treek*
onder Leusden bij nacht een auto. Een
zonderlinge liefhebberij leek dit.... tenzij
de autorijders iets te verbergen hadden,
dat het daglicht niet kon velen.
Rijksveldwachters en jachtopzieners,
nieuwsgierig als deze menschen van huis
uit zijn, legden zich in hinderlaag. Het
toeval wilde, dat een dezer nachten een
auto, een fonkelnieuwe Chrysler, juist bij
de hinderlaag stopte. Drie dames en drie
heeren stapten uit. Eén van de heeren
nam een sierlijken wandelstok mede en
zoe wandelde het gezelsohap het bosoh
in, naast de lichtbaan, die de kopliohten
van de auto daarin wierpen.
Toen begrepen de jachtopzieners wat
het doel van de nachtelijke autoritjes
waa. Het gezelschap werd aangehouden;
de sierlijke wandelstok bleek een z.g
stokgeweer te zijn, de autolantaarns deden
als lichtbakken dienst.
Tegen het jachtgezelschap werd proces
verbaal opgemaakt en de Chrysler-lichtbak
werd in beslag genomen.
Buitenland.
MEVROUW JURGENS BESTOLEN.
Reuter seint uit Londen:
Donderdagavond zijn in het Hyde Park
hotel juweelen, waarvan de waarde op
600.000 gulden geschat wordt, gestolen.
De eigenares ervan is mevrouw Anton
Jurgens, de vrouw van den margarine-
mlllionair.
Waarde van het gestolene
thans geschat op 10 a IS duizend
pond sterling.
Het blijkt, dat de bult van den dief, die
de hotelkamer van mevrouw Jurgens in
het Hyde Park hotel binnendrong, niet
zoo groot is als men aanvankelijk ver
onderstelde. Thans wordt gemeld, dat de
waarde tusschen de 10.000 en 15.000 pond
sterling beliep, al ontbreekt aan dit be
richt ook de officieele bevestiging der
politie.
DE MOORD OP GENERAAL
OBREGON.
De moeder-overste Oonoepcion, die we-
Jens medeplichtigheid aan den moord
oor Toreal (sindsdien terechtgesteld) ge
pleegd op generaal Obregon, was veroor
deeld tot 20 jaar gevangenisstraf, zal naar
de gevangenenkolonle op het eiland Las-
tres Marlas worden gebraoht. Dit wordt
wel het „Duivelseiland" van Mexioo ge
noemd.
NOODLOTTIGE BRAND.
Hst hotel Germanla te Heldeklng in het
Mamelgebled ls gistermorgen afgebrand.
Twee personen zijn gestltk en twee meis
jes die uit een zolderkamertje moesten
springen, zijn zwaar gewond. De sohade
bedraagt ongeveer 400.000 llt 100.000).
EEN NOORSCH STOOMSCHIP IN
BRAND.
Donderdagmiddag ls het Noorsóhe
stoomschip Thalatta uit Oslo brandend de
haven van BgereundJZ. Noorwegen) bin-
nengeloopen. Reeds woensdagavond vu
sr op het eohlp brand uitgebroken, son*
dar dat het aossUjk vu bï» vuus la volle
zee meester te worden. De bemanning
hoopte echter het schip nog tot Egersund
te kunnen brengen, waar blueshlngs-
materlaal gereed lag. Toen het eohlp eoh-
ter in de nabijheid van de haven kwam,
werd de hitte zoo ondragelijk, dat de ma-
ohinlsten niet meer op bun posten konden
blijven. Nadere berlohten omtrent het lot
van het motorschip en de bemanning ont
breken nog.
Men meldt nader uli Berlijn, dat de
kapitein het schip op bet strand heeft
laten loopen. De bemanning sloeg ver
volgens gaten in den romp van het schip,
ten einde te trachten den brand met zee
water te blusschen. De bemanning van
de Thalatta bevond zich Vrijdagochtend
nog aan boord.
EEN BESCHULDIGING BIJ EEN
BEGRAFENIS.
zelfmoord de voortdurende mishandelhi
gen waren, waaraan het kind had hiootr
gestaan. Toen do pleegvader tegen deze
beschuldiging opkwam.ontstondeenve
woed gevecht, waaraan tenslotte do pc
een einde maakte. v
DE ONTPLOFFING IN EEN
POTLOODENFABRIEK TE
NEURENBERG.
Het aantal slachtoffers van de ontplof
fing in de potloodenfabriek te Neuren
berg ls tot 10 gestegen.
TREINBOTSING AAN HET
GARE BT.-LAZARE.
l
Vier en zestig «©wonden.
Bij een botsing tusschen twee lokaal-
treinen aan het Gare St. Lazare te Parijs,
welke Donderdagavond plaats had, wer
den vierenzestig personen gewond.
En een gevecht j TREURIGE SAMENLOOP VAN
geëigende plaats. Zonder humor bereikt
men In het leven, en dus ook ln een
Museum, zegt Heyenbrook, niets!
Steeds ook, 't ls nog een ander stok
paardje dat hier bereden wordt, vindt
men in het arrangement der stukken en
in de „opschriften" de ldée gepropageerd,
dat de .Regelende Geest" die in ae na
tuur aan den arbeid ls, „ongescheiden on
derscheiden" is van wat wij menschen ln
onzen arbeid prestoeren. Eén der vele
illustraties" hiervan zij vermeld: naast
voorbeelden van hoe „de natuur", door
middel van gletschers, eriz. het marmer
„slijpt" en er» soma' Baten ln „boort",
vindt men een marmerplaat die door „ons
menschen" geslepen en „uitgeboord"
werd: het is.... een oud marmeren blad
'van een loket aan het Centraal Station,
waarin wij, met ons, vele jaren achtereen
1 neergetelde reispenningen, een groef
slepen en, tenslotte, een gat „boor
den".... Lawine van gletschers: lawine
van „het geld"! ongescheiden onderschei-
den!....
Bij een begrafenis te Berlijn is het
uiterst pijnlijk incident gekomen, waarbij
de politie tenslotte moest ingrijpen.
Er werd een 16-jarig meisje begraven,
dat bij pleegouders woonde en oqfangs
zelfmoord had gepleegd. Toen de geeste
lijke in zijn rede te kennen gaf, dat het
meisje wegens een liefdesgeschiedenis een
einde aan haar leven had gemaakt, vielen
hem eenige aanwezigen, buren van de
pleegouders van de doode, in de rede met
de woorden, dat de ware reden van den
OMSTANDIGHEDEN.
Een treurige samenloop van omstandig
heden heeft heden de familie van een
melkboer te Marienratschitz rouw en
vreugde tegelijk gebracht. Terwijl de
vrouw van den melkboer het leven schonk
aan een kind, werd haar 7-jarig oudste
kind door een vrachtauto overreden en
gedood. De vrachtauto werd bestuurd door
den zoon van de vroedvrouw, die de moe
der bijstond.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Onze musea. Een levend museum. - Handwerkers Vriendenkring.
Het slat-tafereel van het Paleis-drama,
Nu het jaarlijksche vreemdelingen-sei
zoen voor onze stad weer heeft ingezet,
wat dan o.m. blijkt uit het sinds kort
weer dagelijks standplaats nemen van en
kele groote touring-cars op den Dam,
voorzien van groote borden, waarop in het
Engelsch de prijs der rondritten ver
meld staat, breekt ook weer de gulden
tijd voor onze musea aan. 't Wordt er druk
en steeds weer nieuwe gezelschappen gaan
de deuren van deze instellingen in en uit.
Zij behooren voor een deel tenminste
tot de „bezienswaardigheden" van Am
sterdam, die onze vreemde gasten in Bae-
deker of andere reisgids met een kruisje
vermeld vinden en die zij wel op hun pro
gramma moéten nemen. De Nachtwacht en
hier en daar misschien nog een ander
doek, moet men, na een bezoek aan Neder-
land's hoofdstad „gezien" hebben.... En
men is dus wel verplicht het Rijksmuseum
en een enkel ander te bezoeken....
Voor de ingezetenen zelf echter zijn
't moet naar waarheid geconstateerd
worden onze musea geen „geliefkoosde"
oorden waar men geregeld en in groote
getale naar toe trekt.... Men heeft na
tuurlijk ook wel eens de Nachtwacht ge
zien men weet zelfs wel eens van het
bestaan der „Staalmeesters" en van het
„Joodsche Bruidje" mitsgaders 't „Straatje
van Vermeer", of maar verder blijft de
massa, waarvoor tenslotte toch alle „open
bare verzamelingen" in onze musea wer
den bijeengebracht en uitgestald, verre
van deze instellingen van openbaar nut,
die men wel eens, in een wat venijnlg-
kritische bui „knekelhuizen van het ver
leden" heeft genoemd. Feit is dan ook,
dat de meeste, tot „het groote publiek" be-
hoorende menschen, bij 't woord „musea"
denken aan vermoeide voeten, hoofdpijn
en vermoeide hersenen, waarin zelfs de
enkele, hier en daar opgedane schoone
indrukken van een bepaald „stuk" dat ons
inderdaad ontroerde, nog dreigen onder
te gaan in een grauwe zee van verveling
die in de herinnering blijft na-kabbelen!
Men denkt in vele gevallen zoo, al zegt
men 't dan ook, uit valsche schaamte, niet
altijd!
Toegegeven moet worden dat de betref
fende autoriteiten en museum-beheerders
de laatste jaren gelukkig de deuren van
hun studeerkamers waar zij zich zoo
lang in hadden afgezonderd met hun vak
boeken en vak-genooten, hier en daar
wat op een kier hebben gezet, waardoor
zij in staat waren de werkelijke verhou
dingen (i. c. de verhouding: publieke be
langstelling moeite en kosten aan de
musea besteed) te leeren kennen, met het
gevolg, dat er „reorganisaties" in gang
werden gezet of althans beraamd.
Maar toch heeft het groote publiek aan
onze tegenwoordige hoofdstedelijke mu
sea niet bijster veel, al doen instelling als
Kunst aan allen door middel van collectief
museum-bezoek onder deskundige leiding
enz., wel iets om hierin verbetering te
brengen. Dat publiek komt er óf plicht
matig óf „omdat je er tijdens 't koffie-
uurtje zoo geschikt onderdak bent"....
Wat hier gezegd werd geldt niet alleen
voor de musea van schilderijen of andere
kunst; 't geld maar al te dikwijls ook voor
de musea van „natuurlijke historie", van
„gebruiksvoorwerpen" of van andere
dingen, die ook voor hen die zeggen niet
om „kunst" te geven, hun Interesse heb
ben. - Een „levend" museum lijkt dan
ook wel een soort „wederspreking ln de
woorden zelf"! Dat dit zoo ls mag zeker
wel voor 'n goed deel worden toegeschre
ven aan de „methode", die men bU den op-
bouw en Inrichting van 'n museum tot nu
toe .vrijwel zonder uitzondering volgde; de
methode n.1. waarbij men uitging van de
„oude historie" die men dan, noodzakelij
kerwijze min of meer kunstmatig reoon-
atrueerde, om vandaar, wederom Ietwat,
soms zelfs erg kunstmatig de „ontwikke
ling" met voorbeelden to laten zien, ten
einde tenslotte „het heden" te bereiken.
Een levend museum nu kan zulk een
methode niet volgen; het moet 't sohljnt
'n eenvoudige waarheid, (maar dergelijke
waarheden worden nu eenmaal 't moei
lijkst aanvaard!), ultgnan van de direct
voorhanden werkelijkheid, van het leven
de heden.... Aandaoht vragen, belang-
lalllng wekken roe» 4ii wat ^elttkaahi
en vlak om ons heen ls, d a t moet het uit
gangspunt zijn.
U loopt eiken dag op de, gelukkig met
den dag sohaarscher wordende beruchte
Amsterdamsche keien of op het asphalt
u woont, uw heele leven lang, tusschen
muren, opgetrokken uit onze vaderland-
sche baksteen of uit beton u eet en
drinkt van en uit allerlei steenen vaat
werk. Ik zet die dingen, waar gij voort
durend op loopt, voortdurend tusschen
vertoeft, voortdurend van „tafelt", nu nog
eens afzonderlijk voor u neer.... Aan
schouw ze wat aandachtiger, hier in hun
rust dan ge in den dageüjkschen sleur
gang, waar zij zoo „vanzelf" spreken
maar u toch zoo weinig zeggen, doet»
en tien tegen één, dat ge moet erkennen:
„Ja, dat is toch wel merkwaardig, zoo'n
kei zoo'n beker zoo'n baksteen!"
hoe maken „ze" die waar komen ze
vandaan? Wat voor arbeid hebben mensch
en natuur er aan ten koste gelegd?
Voelt ge, dat een museum dat zóó „be
gint", en dan, volgens de z.g. „retro
spectieve methode", teruggaat, langs 't fa-
bricatie-proces, naar de grondstoffen en
vandaar, langs dat andere fabricatie-
proces: het werk der natuur, tot den.
chaotischen vuurnevel waaruit onze aarde
ontstond voelt gij dat een, aldus ver
zamelde en gearrangeerde collectie inder
daad „pakt", inderdaad „levend" is, dat
hier het oude „hoofdpijn-begrip" niet van
toepassing is?
Onze stad nu, bezit een dergelijk
„levend" museum. In aanleg en in staat
van wording ten minste. 't Was in 1922
dat de schilder Herman Heyenbrock, be
kend door zijn schilderijen en pastels,
waarop hij 't moderne „epose van den ar
beid", dat zich voltrekt temidden van den
gloed der hoogovens, de gigantische ge
daanten van scheepsrompen en kranen in
de havens, de stoom-omhulde chaos van
locomotieven, rails en seinliohten op de
stations-emplacementen in suggestieve
„documenten" beeldend wist vast te leg
gen, het was Herman Heyenbrock, die
toen in ons Stedelijk Museum met een
kleine tentoonstelling, die hij den titel gaf
van „Het dier als leverancier der produo-
ten voor de industrie" een denkbeeld gaf
van hoe hij zich zulk een levend museum,
dit keer dan speciaal een „Museum van
den Arbeid", dacht.
Medestanders, die begrepen waar deze
„pionier" heen wilde, werden daarna al
spoedig gevonden en zoo werd, einde
1923, de Vereeniging „Het Museum van
den Arbeid" opgericht, met een bestuur
waarin ir. R. A. Gorter, directeur van het
Veiligheidsmuseum; W. F. Detiger, direc
teur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs, en
G. M. v. d. Molen, onder-directeur der Am
sterdamsche Bank, resp. als voorzitter,
secretaris en penningmeester fungeerden.
Het Museum van den Arbeid vond, in de
eerste jaren, mede door toedoen van ir.
Gorter, een tijdelijk onderdak In het
Veiligheidsmuseum, waar de bovenge
noemde groep „het dier", werd onder
gebracht, aangevuld in 1926 met „Het
IJzer als grondstof voor de industrie".
Al kon men hier het prlnoipe, naar het-
welke Heyenbrock en zijn medestanders te
werk wilden gaan, duidelijk gedemon
streerd vinden, ruimte om de armen uit
te slaan had men er weinig. Die ruimte
heeft men nu onlangs, en dit gaf ook
aanleiding tot het schrijven van deze kor
te aanteekenlng, gekregen toen ons Ge-
meentebestuur een „buiten de rust" ge
stelde sohool in bruikleen afstond. En
daar, in die Jaoob van Maerlandtschool,
hoek Rozengracht—Marnlxstraat ('t loont
de moeite dit adres ln de ooren te knoo-
pen en er bij gelegenheid eens „gebruik"
van te maken!) kan men nu ons levend
Museum met den dag zien groeien. Naast
de belde bovengenoemde afdeellngen treft
men er nu ook reed» aan: „De berg als
leveranoler van grondstoffen voor de In
dustrie" (aardewerk, glas, enz.) en ln voor
bereiding zijn „Het papier", j)e kleur
ln het leven", „Het lioht in den loop
der eeuwen".
Ook de humor vindt u ln dit Museum,
dat in het bestek ven een brief el» dezen
niet verder Wwahrerea Ion worden, ajjn
Geen levend Museum, maar een levende
vereeniging, met en. benevens haar
„levend" tehuis, heeft dezer dagen haar
60-jarig bestaan herdacht: de alom in
stad en land bekende vereeniging „Hand
werkers Vriendenkring" met haar gebouw
in de Rocherstraat. Een jubileum dat veel
belangstelling, ook van officieele zijde,
trok. Handwerkers Vriendenkring heeft
in velerlei opzicht in onze stad pioniers
werk verricht: allereerst wel op het ter
rein van ziekenzorg en hygiëne. Zij waa
o.a. de eerste die ijverde voor betere bad
gelegenheid voor de arbeiders: zoo ver
kreeg men b.v. met steun van den toenma-
ligen wethouder Zitta, het volksbadhuis
op het Jonas Daniël Meyerplein, waar
men het jaarlijksch aantal gewone baden
van 27.000 tot 72.000 wist op te voeren!
Ook wat de woningtoestanden betreft
wist deze „Vriendenkring" veel goeds tot
stand te brengen: hij heeft thans b.v. de
exploitatie van verschillende huizenblok
ken, die aan moderne, hygiënische eischen
voldoen in diverse volksbuurten. En ook
met de woekerbestrijding wist de Ver.
een helpende hand te bieden door het be-
heeren van een voorschotkas waaruit ren-
telooze leeningen verstrekt worden. Een
bloeiende nijverheidsschool dankt men
verder ook nog, onder andere sociaal nut
tige zaken, aan dezen sympathieken zes
tigjarige die tien jaar geleden reeds de
gouden medaille van de stad Amsterdam
kreeg en die nog steeds bloeit en groeit,
getuige ojn. het voortdurend toenemend
ledental. Handwerkers Vriendenkring is
een hoofdstedelijke instelling waar we
met recht trots op mogen zijn.
Dezen Vrijdag ging t laatste, nog over-
eindstaande restje van het „Paleis" om-
vér. Daarmede kwam het definitieve einde
van wat eens de „glorie" (al hadden velen
„aesthetische" bedenkingen!) van het Fre-
deriksplein was. Het zal nu ook gauw uit
zjjn met de bezienswaardigheid der „Pa
leis-ruïnes". Binnen enkele dagen komt er
een schutting omheenEn nu reeds,
zoo snel leven we tegenwoordig, gaat
in (handelend!) Amsterdam de belangstel
ling meer uit naar die schutting, dan
naar wat daar achter eenmaal verree»!
Wie zal, voor reclame-doeleinden!,
die schutting „in pacht" krijgen?.Daar
moet „heel wat aan zitten"! En dan: de
aandeelen van het Paleis zijn, ter beurze,
na de ramp, aanzienlijk gerezen: ze
staan al bijna pari! Saalborn en zijn
gezelschap, komt terecht: van alle
kanten komen immers steungelden bin
nen. Hij wordt er ook misschien juist wel
beter van. Ziethier de algemeene ge-
dachtengang, ni\ men, na de eerste
schrik en verbijstering, weer verder leeft,
handelt en rekent.
De eenige „zwarte" factor die er dan
tenslotte nog overblijft is het corps Paleia-
employé's die zonder meer, werkloos, „op
straat staan".... Mogen die, voordat men
er heelemaal niet meer aan het tragische
van de ramp gedacht wordt, voordat men
zich heelemaal weer overgeeft aan het ge
makkelijk optimisme-van-allen-dag, nog
even onder de aandacht blijven en mogen
de steunlijsten die men hier en daar voor
hen heeft neergelegd flink geteekend
worden1
Hedendaagsche wonderen.
Een persbericht brengt het schokkende
nieuws, dat de schrijver Shaw en de bok
ser Tunney, tezamen op het eiland Brioni
(Italië) vertoevend, aldaar vriendschappe
lijk (bedoeld persbericht spreekt zelfs van
„zeer vriendschappelijk") met elkander
omgaan en zalfs te zamen wandelen. Ja,
het bericht beweert zelfs, dat zij tezamen
zouden praten. Onwaarschijnlijk is dit
geenszins, daar beiden uitstekend En
gelsch spreken.
Nu zijn wij voor Tunney niet zoo bang.
Dergelijke krachtmenschen zijn meestal
zeer goedaardig en onze bokskampioen zal
G. B. dan ook wel geen kwaad doen. Maar
omgekeerd: de oude heer Shaw ls een
wonderlijke oude heer, vlijmscherp, sar
castisch en bijtend. Zoodat Tunney nog
wel eens kwade oogenbliiken zou kunnen
beleven. Overigens is de ontmoeting als
nieuw soort anti-these niet zoo kwaad:
kapitaal en arbeid vechten al jarenlang,
men geve intellect en kraohtpatserlj nu
ook eens een kansje zich te metenl Voor-
looplg verliest Shaw het.
Vissoherljberlohten.
a6 April.
4 tel geep per tel s9.oo_s7.oo
aalmea par etuk al |o~-«7 te
In ons
as April.
Aangebracht door harln«vl»Kheri:
538 tal haring per tal f 3.75— 0.85
a tal geep per tal .35.00—31.00
3 zalmen per »tiu 36.5099.00
Aangebracht door harlngviMehen:
1289 tal haring per tel f a,jo— 0.54