TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
VAN DINSDAG 7 MEI 1929.
Een familielid! van den overledene
dankte tenslotte voor de betoonde belang
stelling.
{GËRO.
De marine-vliegbooten naar Indië.
t
BEGRAFENIS OFF.-VLIEGER
DUYKERS.
Op het kerkhof te Huisduinen had
Zaterdagsmiddag de ter aardebestelling
plaats van het stoffelijk overschot van den
officier-vlieger L>. J. Duykers, welke
Woensdag 1 Mei tengevolge van het vlieg
ongeval nahij het Balgzand om het leven
kwam, doordat het vliegtuig in een z.g.
vrille raakte. De begrafenis dkoeg geen
militair karakter.
Er was vrij groote belangstelling op
het kerkhof; behalve een 'groot aantal
collega's van den overledene waren aan
wezig: de kapitein-luitenant ter zee Re-
meynse, commandant van het vliegkamp
de Kooij namens ZLE. den Minister van
Defensie, de luit. ter zee le fel. Hetter-
schij, adjudant van Z.E. den commandant
der marine alhier, namens dien oomman.
dant, voorts de luit-, ter zee O. O. F. Jager,
commandant van het vliegkamp de Mok,
de kapt.-luit. ter zee Heerls, commandant
Kon. Inst. de kapitein Kalkman, adjudant
van den Garnizoenscommandant, de luit,
Bischoff van de Luohtvaartafdeeling te
Soesterberg, de heer Haverkamp, direc
teur der Zeevaartschool te Amsterdam,
aan welke instelling Duykers zijne oplei
ding heeft genoten.
Overste Remeynse voerde het eerst
het woord aan de groeve, zooals wij zei
den namens den Minister van Defensie,
en tevens namens de beide vliegkampen
alhier. Spr. kwam hier, zooals hij zeide,
om getuigenis af te leggen van onze ver
slagenheid. Binnen 24 uur is de marine
luchtvaartdienst geslagen met twee ram
pen. In de eerste plaats herdenkt spr. hieT
den dood van luit. Everts in het verre
Bagdad. Den dag daarvoor verloren wij
onzen kameraad Duykers, «an wiens
groeve wij hier staan. Spr. gaat het ver
loop van het ongeval na. In een handom
draai werd1 hier van een jeugdig leven de
levensdraad afgesneden. Duykers was
een levenslustig officier, een aardige ka
meraad. De snelheid waarmede het on
geluk plaats had, is oorzaak, dat hij, naar
spr. overtuiging, niet heeft geleden.
Spr. zal niet trachten de ontroering te
schetsen, die zich meester maakte van de
kameraden noch ook het mededoogen met
de familie. Woorden van troost kunnen
wij niet geven, daarvoor is de wond nog
te versch. Slechts de tijd kan heling
brengen,
Duykers, zegt spr., thans rust gij hier
aan het verre strand, waar de zilte zee
wind belet aan bloemen en planten tot
ontwikkeling te komen en1 waar de gol
ven rusteloos tegen de kust slaan. Maar
gij zult er liggen met vele kameraden, die
eveneens hier aan de oevers der zee hun
graf vonden. Wij houd'en u én Everts in
onze herinnering. Hoewel de techniek van
het vliegen zeer is verbeterd, kunnen on
gelukken als dit niet worden voorkomen.
Gij zijt gevallen in dienst van de weer
macht van uw land.
De heer Haverkamp, directeur van
de Zeevaartschool Amsterdam, spreekt
woorden van herinnering aan d'en oud
leerling der school. Ik heb je gekend als
3e rangs, later als le rangs, zoo zegt hij1,
en je hadt wegens je eerlijk en open ka
rakter aller sympathie. Er ging een pret
tige, zonnige sfeer van je uit, en het is
zoo jammer, dat je levensdraadi is afge
sneden, want je hadt nog zooveel geluk
kunnen verwachten, maar ook het kunnen
schenken. Dat is hard, Diemer, hard, ook
voor ons. Met diep leedwezen staan wij
aan je graf en nog jaren lang zulleij wij
aan je denken als een open, eerlijke kerel,
een trouw kameraad.
Namens de „vrienden van die Longroom
van Speyk" herdenkt een officier den
goeden vriend.
Daarna is het woord aan den vlootpre-
dlkant, d s. W a r n e r s. Op verzoek van
de familie is spr. hier tegenwoordig. Maar
zijn dienst was ditmaal niet gemakkelijk.
Toen hij1 hierheen ging, vroeg hij zich af:
Wat ga je nu doen aan dat graf? Een
slap troostwoord zeggen tegen do familie
en dan weer heengaan? We staan hier
voor een gebroken leven, een gebroken
liefde, maar we kunnen niets. We kunnen
een handdruk geven en gaan dan weer
heen.
Wat moet ik doen aan dit graf? Moet ik
zeggen „memento mori", gedenk te ster
ven? terwijl het ons, dag in dag uit over
de zeeën toegeroepen wordt? Dat ware
toch te gering een taak!
Wat is er dan nog, dat ik zou kunnen
zeggen? Gelukkig, de familie zelve heeft
het mij gemakkelijk gemaakt; zij1 is mij
voorgegaan om te wijzen op d'en eeuwigen
grond der dingen. Heerlijk is het, dat
God bij de familie al gewerkt heeft. Wel
vragen ook wij: waarom moest dlit?
maar ik ben dankbaar, dat God al ge
werkt heeft. Immers, het essentieele van
God is, dat hiji van ons overigave eischt.
Dat dit een sterke worsteling is, die wij
®ldus te voeren hebben, behoeft geen be
toog, maar het waarom zal later duidelijjk
worden.
CHRISTEN-GEMEENTE.
De Christen-gemeente alhier zal bij gun
stigweer, a.s. Donderdag (Hemelvaarts-
openluchtsamenkomsten houden te
Wieringen.
INTREDE DS. R. O. W. J. HOEK
Na in den ochtenddienst door zijn broer,
Ds. W. A. Hoek van Amsterdam, te zijn
bevestigd, deed Ds. R. C. W. J. Hoek
Zondagavond zijn intrede in de Evangeli
satie Palmstraat. Er was, ook van de zijde
van de andere kerkgenootschappen, groote
belangstelling bij deze intrede.
Na het uitspreken van den zegen, het
voorlezen van de 12 art. des geloofs, die
staande werd enaangehoord, en het zin
gen van Gez. 52 13, richtte de nieuwe
predikant tot zijn nieuwe gemeente het
woord.
Hij begon met te wijzen op het groote
verschil tussohen dezen Zondag en den
vorigen. Toen stond alles in het teeken
van het afscheid en was er weemoed in
het hart als op een oudejaarsavond, waar
op allerlei herinneringen opdoemen en
waarbij wij stil staan bij het verleden.
Thans zoo zegt spr. is er een nieuw
begin, zooals wij op den nieuwjaarsmor
gen voor een nieuw begin staan, dat vaak
zoo nuchter is, omdat alles even onbekend
is. Ik voor u en gij voor mij.
Wellicht zult gij vragen: „wat. zullen
wij hebben aan -dezen nieuwen prediker?"
omdat dit raakt uw eigen geestelijk be
lang, den opbouw van uw persoonlijk
geestelijk leven. En ook ik vraag mij af:
„wat zal ik er aan hebben?" Met allerlei
verwachtingen ben ik hier gekomen. Zul
len deze vervuld worden? Voor de toe
komst hangt een zwaar gordijn en wij
weten niet wat zij brengen zal.
Alvorens tot de ontvouwing van zijn
geestelijk werkprogramma over te gaan,
naar aanleiding van Nehemia 220, le
ged., zingt de gemeente Ps. 89 1, 7 en 8.
Nehemia gaf er zijn schitterende we
reldlijke positie aan (hij was schenker bij
den koning Artahsasta) om zijn volk, dat
in nood zat, te helpen. Jeruzalem was
verwoest, de tempel was een puinhoop,
Nehemia zou heengaan om beiden te hel
pen opbouwen. Ontzaglijke moeilijkheden
moet hij eerst overwinnen. Hij wordt be
spot en uitgelachen door zijn vijanden.
„Wat is dit voor een ding dat gijliede"
doet?" zoo vraagt men ironisch aan Ne
hemia en dan antwoordt hij: „God van
den hemel, die zal het ons doen gelukken,
en wij zijne knechten zullen ons opmaken
en bouwen".
In die kracht is Nehemia's overwinning
en zijn volk zal hem helpen,
Spr. zal zich niet vermeten een verge
lijking te maken tusschen het offer van
Nehemia en het zijne, toch is er eenige
overeenkomst. Bij spreker waren het niet
zijn vijanden, die hem vroegen: „wat gaat
gij doen?", maar zijn vrienden, zijn kerk
gangers, de ambtsdragers en de kerke-
raad. En dat is niet een vraag, die tot mij
alleen gericht wordt zoo zegt spr.
maar een, die tot u allen komt.
Gij hebt mij beroepen. Wat is dit voor
een werk? zoo vraagt spr. Waarom is
er dit gebouw, waarom het bestuur van
dezen kring, waarom die mannen en vrou
wen, die zich gegeven hebben, met hart
en ziel, aan dit werk? Daar is maar één
antwoord op, en dat is: „Want niemand
kan een ander fundament leggen dan
Jezus Christus. Hij is de algenoegzame
en eenige zaligmaker, in wien wij onze
zaligheid bezitten. Hij het fundament,
waarop wij voort kunnen bouwen. Niet de
menschen, maar God in den hemel zal ons
werk doen gelukken, en wij zijne knechten
zullen ons opmaken en bouwen."
Zooals Nehemia zich niet boven, maar
naast zijn volk stelde, dat hem meehielp,
zoo moet het met ons zijn. Samen moeten
wij opbouwen de gemeente van Christus.
Voor een predikant is het het meest ver
lammend, waardoor alle energie kan ge
dood worden, wanneer hij geen contact
heeft met zijn gemeente, wanneer hij voelt
alleen te staan in zijn strijd. Maar ontzag
lijk bezielend is het als hij weet, dat ande
ren meehelpen en opbouwen, wanneer hij
zich gedragen weet door hét gebed van
zijn gemeente.
Van het gebed gaat een groote geeste
lijke kracht uit van een gemeente. En zoo
moet het zijn.
Nadat door de gemeente gezongen is
Gez. 50 1 en 4, richt spr. achtereenvol
gens woorden van dank tot zijn vader en
enkele andere aanwezige familieleden en
tot zijn broer, die hem „op zoo broederlijke
wijze" in zijn ambt hee t bevestigd. Hij
brengt het evangelisatiebestuur dank voor
het vertrouwen in hem gesteld en voor de
vriendelijke ontvangst, bij zijn komst in
de gemeente en hoopt, dat 'een innerlijke
band, die Jezus Christus om de harten kan
leggen, hen samen zal binden.
Den heer Kamman (gem.-secretaris)
brengt spr. dank voor zijn tegenwoordig
heid, vervolgens dankt hij Ds. Damsté
(Huisduinen) en Ds. Borgers èLuthersche
Gemeente), in het bijzonder den eerste, die
■het consulentschap tijdens de vacature
heeft waargenomen en zooveel voor de
gemeente deed.
Spr. hoopt, dat het orgelspel van den
organist, den heer Graaf, mag medewer
ken tot stichting van de gemeente en hij
hoopt ook op de medewerking van den
koster en de kosteres. Van de gemeente
vraagt hij liefde en toegenegenheid.
De heer Harms spreekt den nieuwen
predikant daarna met een kort woord toe,
waarin hij in de eerste plaats hem en zijn
vrouw nog hartelijk welkom heet in Den
Helder. Het karakter van de bewoners
van Den Helder is het karakter van onze
haven zoo zegt spr. wij ontvangen
gaarne. En dan zonder twijfel u allereerst
en allerliefst, omdat gij de ons van God
geschonken leeraar en dienaar zijt. Onze
verwachtingen waren hoog -en sterk ge
spannen en wij hopen, dat wij, evenals u,
daarin niet teleugesteld zullen worden.
Spr. verzoekt de gemeente Ds. Hoek
staande toe te zingen Ps. 134 :3:
„Dat 's Heeren zegen op u daal'."
Ds. Hoek dankt den heer Harms voor
de gesproken woorden en hoopt, dat de
wenschen in vervulling zullen gaan.
Een zangkoortje, onder leiding van den
heer C. v. d. Haagen, zingt den nieuwen
predikant dan nog de zegenbede toe, waar
na deze dienst door Ds. Hoek, met het
wiens bruidje bij de inrichting
van haar huis streeft naar intieme
gezelligheid en daarbij blijk geeft
Van praktischen zin. Zij weet.
dat een goed verzorgde tafel de
maaltijden tot feestelijke momenten
in het huiselijk ieven maakt, dat
een mooie en volledige collectie
tafelzilver daarbij een eerste ver-
eischte is. En toch zorgt zij ervoor
hierin geen onnoodig kapitaal vast
te leggen, want natuurlijk kiest zij
Gero-zilver
HAi-tsrrBA.
Twee vliegbooten zetten den
tocht naar Indië voort
Blijkens bij bet departement van defen
sie ontvangen telegram zijn de marine-
vliegbooten D 21 en D 23 Zaterdagochtend
6 uur, ter voortzetting van de reis naar
Ned.-Indië, van Bagdad naar Henjam ver
trokken.
Te Henjam aangekomen.
Bij het departement van defensie is be
richt ingekomen, dat de Dornier-Wall
vliegbooten D 21 en D 23 Zaterdagmiddag
te 3 u. 40 te Henjam zijn aangekomen.
Naar Karachl.
Hedenmorgen zijn de 2 vliegbooten van
Bender-Abbas naar Karachi vertrokken.
Het officieele bericht over het
ongeluk bij Bagdad.
Bij het departement van defensie is Za
terdagochtend van den gezant te Londen
het bericht ontvangen dat op 1 Mei van
den aohtermotor van de D 22 eenige cylin-
ders verwisseld waren en dat de officier
vlieger Everts op 2 Mei ten 11 ure 15 min.
v.m. voor een proefvlucht startte. Van
den grond af te hooren liep de motor
goed. Ten 11.35 v.m. botste het vliegtuig
tegen de vlotbrug over de Ti-gris te Bag
dad. Vermoedelijk doordien het tegen tele
foondraden, welke over de rivier gespan
nen waren, gevlogen was. Het vliegtuig
landde normaal op het water, maar kwam
door de nog zeer groote snelheid tegen
de brug. Officier-vlieger Everts was op
slag dood; sergeant Langeraar slechts
licht gewond aan been en hoofd, maar het
geheugen kwijt. Volgens den dokter is dit
niet blijvend, maar zou hij na een dag
weer geheel goed zijn. Korporaal Symons
was Licht gewond aan de heup, overigens
niets.
De begrafenis van officier-vlieger
Everts zou door de Royal Air Force met
militair% eer geschieden. Langeraar en
Symons zijn in het hospitaal en zullen per
boot naar Indië vertrekken na geheel her
stel.
Luit Everts deed ztjn plicht
tot het laatste.
Na aankomst van de D 21 en D 23 te
Hendjam wordt ons vandaar geseind:
Het ongeval te Bagdad was uitsluitend
hieraan te wijten, dat de piloot de tele
graafdraden niet heeft gezien. Luitenant
Everts heeft tot het laatste oogenblik zijn
plicht gedaan en daardoor waarschijnlijk
de levens der beide andere leden van de
bemanning der D 22 gereed.
Hij- is met volle militaire eer begraven
op het kerkhof van het aerodrome te Hi-
naidi. Alle officieren en manschappen van
het aerodrome namen aan de plechtigheid
deel. De kist was bedekt met de Neder-
landsche vlag en er waren vele kransen.
De mannen der Royal Air Force hebben
prachtig geholpen.
De bemanningen der D 21 en D 23 zijn
diep onder den indruk van het ongeluk,
maar zetten door.
Deelname H.M. de Koningin-
Moeder.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder
heeft telegrafisch hare deelneming be
tuigd aan Z.E. den1 Commandant der ma
rine alhier met die aan de marine over
komen rampen. Tevens heeft H.M. den
Vice-Admiraal opgedragen hare deel
neming te betuigen aan de nabestaanden
van de beide omgekomen vliegers, van
welke opdracht zich Z.E. Zaterdagmiddag
heeft gekweten.
Deelname uit het geheele land.
De Vice-Admiraal, als-mede. de com
mandant van he vliegkamp de Kooij, ont
vangen uit alle oorden van het land brie
ven en telegrammen van deelname in de
ongevallen, welke de marine hebben ge
troffen.
EEN ONGELUKJE.
Zaterdagmiddag te ongeveer 5 uur is de
matroos le kl., bij het meren van een jacht
HANDELSAVONDSCHOOL DER ALG.
HELD. WINKELIERS VEREENIGIN G.
Vrijdag had in de Handelsschool aan
de Hoofdgracht, in tegenwoordigheid van
bestuur en leeraren der school, de jaar-
lijksche uitreiking plaats van de diploma's
der 8- en 5-jarige cursussen door de leer
lingen, die daarvoor in aanmerking kwa
men. Vóór tot deze uitreiking werd over
gegaan, werden de leerlingen door den
voorzitter van het bestuur, den heer H.
van Willigen, gelukgewenscht met het
behaalde succes en werd door hem den
wensch uitgesproken, waaraan eöhter niet
werd getwijfeld, dat het thans door hen
behaalde diploma hun te stade zou komen
op hun verderen levensweg. Hij prees in
hen hun ijver en wilskracht, noodig om
gedurende zoo langen tijd na het vol
voeren van hun dagtaak nog op de school
banken plaats te nemen tot verruiming
en vermeerdering van hun kennis. Hij
mankte tevens, namens het bestuur, direc
teur en leeraren, die eveneens na bet
volbrengen van,hun dikwijls reeds moei
lijken dagelijkschen arbeid zich met zoo
veel lust en opgewektheid aan deze zeker
niet gemakkelijke taak geven.
Ook de directeur der school, de heer
Zuidervliet, sprak een toepasselijk woord
tot de scheidende leerlingen. Ook hij
wenschte den leerlingen geluk met het
behaalde diploma en zeide, dat hij dit te
eerder kon doen, wijl in den laatsten tijd
zich symptomen voordeden, die er op
wezen, dat de jongelui, die in het bezit
van een dezer diploma's waren, door de
werkgevers hier ter plaatse en ook buiten
de gemeente, meer dan vroeger werden
begeerd als jeugdige arbeidskrachten in
hun verschillende branches. Er is in de
jaren, die achter ons liggen, wel eens
moeite geweest om deze jongelui hier en
elders geplaatst te krijgen, doch dank zij
velerlei omstandigheden vertoont de plaats
onzer inwoning een opleving in econo-
mischen zin. De verruiming en de ver
betering der verkeersmiddelen, de ver
fraaiing der stad, niet het minst doen
het verrrijzen van tal van nieuwe en
fraaie winkels, de bloei van den bloem-
bollenbandel in de naaste omgeving, dit
alles kwam den handel ten goede, waar
door meerdere jongelui in en buiten de
gemeente een plaats konden vinden, ja,
waarvoor bet zelfs moeilijk werd steeds
aan de gevoelde behoefte aan jeugdige
werkkrachten tegemoet te kunnen komen.
Dit moest voor ouders en leerlingen een
spoorslag zijn om van deze gunstige gele
genheid, om hun kennis te verrijken, een
ruim gebruik te maken.
Tenslotte dankte hij ook bestuur en
leeraren voor de aangename samenwer
king, die steeds van beide zijden werd
ondervonden.
Na 't uitreiken van de diploma's,dankte
eea der leerlingen van het oudste studie
jaar in eenige welgekozen verwoordingen
bestuur en leeraren voor het genoten
onderwijs.
Eind- en Overgangsexamens dier
Handelsavondschool
Bevorderd van de le naar de 2e klasse:
G. H. Bakker, W. Bedorf, Fr. Bontes,
houdgroep, laksch.), M. Hofland (N. Cor-
resp. boekhoudgroep, Eng., Steno), M.
Kaamer (laksch.) P. v. d. Kleijn (N. Gor-
resp. boekhoudgroep, Eng.) J. Klut
(laksch.), J. Rosloot (N. corresp. boek
houdgroep, Eng., laksch.), J. Schellinger
(laksch.), P. Swaters (N. Corresp. boek
houdgroep), H, Tydeman (N. Corresp.,
Boekhoudgroep, Eng. laksch.), D. Veen
(boekhoudgroep, lakseh.), N. Werner (N.
Corresp., boekhoudgroep. Eng., laksch.,
steno).
In den loop v. d. cursus is een type
diploma uitgereikt aan G. v. Ballegooij,
R. Klijn, W. Steilberg, A. v. Willigen,
C. v. Asperen, J. Rosloot, M. Evelo, J.
Rosloot, P. v. Wensem, A. Buis, C. Trap,
P. Westenberg, M.v. Mierlo, J. de Vries,
H. Sohenkius, J. Plooy, M. Kwast, J.
Mlnneboo, P. Faassen de Heer, L. v.
Mierlo (in volgorde van de datum).
KAMERVERKIEZINGEN.
Zondag had alhier de stemming plaats
voor de verkiezing van candddaten der
R.K. Staatspartij voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal. Deze stemming had
in het geheele land plaats en daaraan kon
worden deelgenomen door alle georgani
seerde kiezers. Voor iedere groep moest
zoowel een lid als plaatsvervanger wor
den aangewezen. In deze gemeente namen
ruim 300 kiezers aan deze stemming deed.
De uitslag was als volgt:
1. Voor den kwaliteitszetel Handel, Nijver
heid en Verkeer:
J. Kamphui», Zaandam 63 31
Dr. L. G. Kortenhorst, Den Haag 31 63
4 stemmen van onwaarde. 94 94
2. Voor den kwaliteitszetel Vrouwen-
belangen:
Mevr. W. M. Bro-uns-van Besouw,
Den Bosch
Mej. A. Huttep, Utrecht.
Mej. J. A. J. M. Meijer,'Rotterdam
Mej. C. M. Post, Delft
uitspreken van den zegen wordt gesloten, "hospitaal gebracht.
J. Boomsluiter, C. Dusseldorp, I. Kerk-
hoff, O. Koorn, J. Smit, H. Tiemes, J.
Visser, Joh. ter Wal, niet bevorderd 4.
Bevorderd van de 2e naar de 3e klasse:
M. Amsterdam, D. Bezemer, N. v. Dijk,
J. v. d. Graaf, W. Hulpusch, M. Kwinke-
lenberg, S. Lak, G. Moses, G. Snor, J.
Vossenberg, A. v. d. Vugt, niet bevor
derd 5.
Einddiploma voorbereidende 3 j. cursus
verwiervenE. Bakker, A. Bot, L. Broek
huizen, A. Dolstra, Th. Jacobs, R. Klein-
bloesem, W. v. d. Kleijn, Kl. Lastdrager,
M. Maas, M. Oosternijk, A. Snel, J. Valke
nier, J. de Vries; bevorderd als vak
leerling W. Steffens; geen diploma 3-j.
cursus 3.
Bevorderd van de 4e naar de 5e klasse:
M. Kwast, J. de Kok, J. Landman, J.
Minneboo, J. Nauta, N. v. Peperzeel, D.
v. Suijlekom, niet bevorderd vier.
Einddiploma 5-j. cursus verwierven
A. v. Baaren (lakschilderen), A. Braaf
van de Marine-jachtclub bekneld geraakt (Nederl. Corresp., boekhoudgroep), R.
in een tros, waardoor de man zijn knie- Beuning (Nederl. Corresp., Eng., laksch.,
schijf bezeerde. Hij werd naar het Mar.- j steno), H. Gorter (lakseh.), D. Gras,
8 stemmen van onwaarde.
3. Voor den vrijen zetel:
Ch. L. vari de Bilt, Haarlem
F. Brussel, Den Haag
G. Bulben, Voorhout
Dr. C. A. M. Droog, Heemstede
Jac. Groen Az., Zuidscharwoude
L. A. Guit, Den Haag
Mr. J. A. G. M. van Heltenberg Hubar,
Rijswijk
G. W. Kampschoer, Monster
J. Th. v. <1. Laan, Zuilen
Mr. A. J. M. Leesberg, Alkmaar
Dr. H. W. E. Moller, Tilburg
H. F. van Nuland, Schagen
Dr. A. J. B. Oomen, Utrecht
M. J. M. van Poll, Helmond
Mr. C. P. M. de Romme, Amsterdam
Jac Vos, Azn., Roosendaal
17
6
70
73
6
a
10
9a
92
285
1
18
X
8
a
a
ao
1
13
6
1
1
200
16
a
1
a
5
I
X
4
294
294
Het voorste getal geeft het aantal stemmen
voor lid aan en het achterste voor plaatsver
vanger.
UITSLAG VAN DE VERLOTING
N. M. G. AFD. DEN HELDER.
Prijzen vielen op onderstaande nummers:
31
79
157
302
331
410
469
502
534
551
696
930
976
1133
1205
1391
1434
1683
1705
1755
1796
1818
1839
1871
1893
1938
1989
De
48
81
177
303
388
415
470
511
535
567
724
941
979
1138
1219
1393
1466
1691
1708
1766
1797
1820
1844
1872
1896
1941
1990
50
56
62
68
70
74
92
119
130
133
151
152
181
185
188
212
220
294
306
310
320
322
328
329
345
354
355
356
386
399
422
426
438
451
468
465
471
472
475
481
483
499
517
520
527
528
630
532
536
538
541
542
545
549
573
579
599
637
681
688
732
735
737
741
907
912
944
952
954
967
970
975
988
993
997 1028 1033
1082
1143 1146 1148 1160 1180 1196
1220 1326 1371 1374 1377 1382
1397 1399 1401 1403 1414 1419
1474 1497 1513 1623 1630 1681
1693 1694 1696 1701 1702 1704
1712 1715 1726 1729 1741 1753
1770 1779 1782 1785 1788 1789
1798 1799 1800 1802 1803 1809
1821 1825 1828 1831 1837 1838
1849 1854 1857 1859 1861 1869
1874 1875 1876 1887 1889 1892
1899 1902 1905 1906 1908 1910
1943 1945 1947 1969 1974 1987
prijzen kunnen afgehaald worden
a.s. Woensdag- en Zaterdagmiddag van
2 tot 5 uur, in het Clubhuis »Oostbatterjj«
der Padvindsters. (Ingang achter de
Kolensteeg).
„DE FEE VAN DE BRON".
Dalcroxe Kinder- en Melsjes-
klasse Muziekschool „De Toon
kunst".
Twee vuurroode kabouters zaten mid
den op het tooneel. Eigenlijk waren ze
pages, maar dan toch kabouterig klein.
De koning en de koningin stonden rondom
de wieg en ze zongen dat het een lieve
lust was. Maar twee volle coupletten Is
een heele tijd en als je, page zijnde, als
maar stil moet zitten in tegenwoordigheid
van H.H. M.M., dan heb je een slechte
beurt. Ik heb dat ook 's avonds in bed, als
de slaap niet direct komt. Pas ben je met
je rechterbeen klaar, of het linkeroor
vraagt een beurt en als ook dat zijn portie
heeft gehad, zit het midden op het hoofd,
zoodat je onder het warme dek vandaan
moet. Ik wil maar zeggen, dat de eene page
begon te gapen, de ander zich ging krab
ben. Want het roode mutsje, dat z'n leuk
jongenskopje zoo aardig omlijstte, was
warm, en zei niet reeds de groote Boer-
haave: „Houd het hoofd koel en de voeten
warm, dan kunt ge met alle artsen den
draak steken"?
Toen kwam het volk. Dat was in het
blauw, de kleur der hope. En de kolen
branders brachten een betooverd berke
takje aan het pasgeboren prinsje, de ka
bouters gaven een lantaarn. En de hoofd
man der kabouters bleek bovendien een
reuzenzanger te zijn ook. Dan de bronfee
met haar goede gaven, en toen., brl we
schrokken er allemaal vanl Het was Mies
Denker zoo beweerden ze tenminste,
(laksch.), M. Herkemij (N.Corresp., boek- maar ze kwam als booze fee, onder donder