T
De Salon-Zeeman
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
VAN DINSDAG 14 MEI 1929
Bij het dezer dagen te 's-Gravenhage
gehouden examen, slaagde voor le stuur
man, Groote Vaart, onze vroegere stadge
noot, de heer W. A. Schot.
DE ZOMERTIJD.
Morgen (Woensdag 16 Mei) gaat de zo
mertijd in en hedenavond moet dus de
klok verzet worden. Bij1 het naar bed gaan
zette men dus de klok vanavond een uur
vooruit.
NED JEUGDHERBERGCENTRALE.
Tot voorzitter van den raad van toe
zicht en advies vian de Nederl. Jeugdher
bergcentrale is gekozen prof. van Poelje
te 's-Gravenhage, vroeger gem. secretaris
alhier.
R.K. VROUWENBOND.
De eerste week na Pinksteren, op een
nader vast te stellen datum, zullen de
lessen voor den „Moedercursus" een aan
vang nemen. De cursus wordt gegeven
door mevrouw GanzeboomStevens uit
Haarlem. Het bestuur verwacht dat zeer
velen zich voor deelname op zullen geven,
te meer daar zoo'n mooie gelegenheid
zich de eerste jaren wellicht niet meer
voor zal doen. Voor nadere bijzonder
heden zie men da advertentie in dit blad
geplaatst.
GEREF. ZANGVER. „HALLELUJA".
Donderdag 16 Mei a.s. geeft de Geref.
Zangver. „Halleluja" een openbare uitvoe
ring in de Geref. Kerk, Spoorstraat,
's avonds 8 uur.
Het programma bestaat uit werken voor
koor, soli en orkest. Voorts werken aan
dezen avond nog mede als solist de heer
Tj. Jöïi. Dito, viool, begeleid door den
heer J. A. v. d. Vliet, piano.
Men verzekere zich vroegtijdig van
programma's welke bij de leden en het
bestuur verkrijgbaar zijn.
De marine-vliegbooten naar Indië.
Te Cochin.
Bij het departement van defensie is be
richt ingekomen, dat de vliegbooten Zater
dagochtend 6.20 van Bombay naar Cochin
zijn vertrokken, en daar te 4.30 zijn aan
gekomen.
Te Trincomall.
Blijkens een gisteren bij het departe
ment van Defensie ontvangen bericht zijn
de Dornier-Walvliegbooten Zondagmiddag
om 2 u. 15 min. te Trincomali (op Ceylon)
aangekomen.
De étappes, die tot nu toe afgglegd
werden, zijn:
Den Helder—Bordeaux 1445 K.M. 3 April
Bordeaux—-Marseille 595 7
Marseille— Napels 890 11
NapelsAthene 1260 27
AtheneAlexandrette 1205 >29
AlexandretteBagdad 945 >30
Bagdad—'Bender Abbas 1490 4 Mei
Bender Abbas—Karatsji 1235 7
KaratsjiBombay 925 9
BombayCochin 1075 >11
CochinTrincomali 800 >12
In het plan ligt verder:
TrincomaliSabang 1620 K.M.
SabangPinang 1235
PinangBatavia 890
Reuter meldt aan het Handelsblad nog
uit Colombo, dat een der vliegers, die on
langs gewond werd (Reuter noemt geen
naam, hoogstwaarschijnlijk is hier sprake
van een lid der bemanning van het te
Bagdad verongelukte vliegtuig. Red. „H.")
aan boord van den Duitschen kruiser
„Enterprise", die thans te Trincomali ligt,
geopereerd is geworden.
Woensdag vertrekken de vliegbooten
naar Sabang. Er worden thans 1700 gallons
benzine ingeladen.
Een bericht uit Trincomali meldt nog:
Wij hebben een goede vlucht gehad zon-
door
J. M. B. C.
(met toestemming overgenomen uit
„Actueel Wereldnieuws en Sport in
Beeld" [Indië].)
Kees zag er, door de zeeziekte die hem
teisterde, min of meer als een onzinde
lijke vaatdoek uit, maar bij het woord
„linnenjuffrouw" scheen hij op te mon
teren en heel beleefd vroeg hij den hof
meester, waar genoemde dame te vinden
was.
„Stik vent", antwoordde de geweldige
en beende hevig verontwaardigd weg.
Kees snelde naar het logies, deed een
schoon jasje aan, wiesch zijn handen en
noodzaakte me hem naar de linnenjuf
frouw te brengen.
Nu kon ons goede schip.er zich op
beroemen de mooiste stewardess van de
geheele lijn te bezitten en de hofmeester,
mitsgaders vele anderen waren tot over de
ooren verliefd op de mooie juffer. En juist
daarom was het de ezelachtigste streek,
dien de hofmeester kon uithalen door
dere bijzondere gebeurtenissen van Ka
ratsji naar hier. De eerste uren viel or
veel regen, nadat wij van Cochin vertrok
ken waren. De vliegbooten verkeeren in
goede conditie. Wij bereiden ons thans
voor op het langste traject van de vlucht,
dat den 15den Mei aanvangt.
VEREENIGING „TOT STEUN",
Afdeeling Den Helder.
Vrijdag 10 Mei hield de afdeeling Den
Helder der Vereeniging „Tot Steun" haar
jaarvergadering in de Consistoriekamer
der Doopsgezinde Kerk alhier.
Het aantal leden bedraagt 48, dat der
begunstigers eveneens 48. Bedroeg het
aantal puplilen op .1 Januari 1928 22, op
31 December 1922 was het aantal gestegen
tot 30. De meeste dezer pupillen zijn
ondergebracht in gezinnen, vier worden
verpleegd in tehuizen der Vereeniging,
omdat ze nog niet geschikt zijn voor ver
pleging in 't gezin. Het verslag der pen-
ningmeesteresse geeft aan een belangrijke
vermeerdering der uitgaven, zoodat het
batig saldo bij 1927 vergeleken, belangrijk
verminderde. De belangstelling voor het
werken van „Tot Steun" wordt steeds
geringer, mogelijk door de onbekendheid
met haar arbeid. Dank werd gebracht in
't bijzonder aan de Israëlietische Tooneel-
vereeniging alhier, die ook dit jaar weer
bereid was voor „Tot Steun" een uitvoe
ring te geven..
De afdeeling belast zich met de voogdij
over kinderen uit Den Helder en den al-
lernaasten omtrek. Ze helpt het verwaar
loosde kind redden door het over te plaat
sen in gezinnen, waar het zooveel moge
lijk als eigen kind wordt opgevoed. Wel
heeft de vereeniging „Tot Steun" vier
Doorgangshuizen, waarin aankomende
pupillen kunnen worden geplaatst, doch
de naam zegt reeds, dat de kinderen
hierin slechts korten tijd vertoeven, om
daarna in gezinsverpleging te worden
opgenomen. Ook het leven in deze tehui
zen nadert zooveel mogelijk het gezins
leven. Honderden kinderen werden reeds
door „Tot Steun" verzorgd. Het is een
voortdurende stroom: telkens vallen oude
ren af, die geslaagd de maatschappij in
treden, telkens wordt voor jongeren
plaatsing gevraagd. Of alle gevallen,
slagen? Natuurlijk zijn er mislukkingen.
Toch mag gezegd worden, dat ruim 80
der pupillen ordentelijke leden der samen
leving worden. Door den ernstigen arbeid
van „Tot Steun" wordt mede onze Maat
schappij behoed voor de ellende, die wel
licht de opgenomen kinderen, waren zij
in hun omgeving gebleven, zouden heb
ben veroorzaakt.
Wel ontvangt de afdeeling een groot
bedrag aan Rijkssubsidie, een toelage
van Burgerlijke Armbesturen, verplichte
bijdragen door de ouders, een aandeel uit
de opbrengst der Weldadigheidszegels,
doch de uitgaven voor een goede verzor
ging der pupillen overtreffen het bedrag
dier inkomsten. Uitbreiding van het leden
tal is zeker noodig, vrijwillige bijdragen
zijn zeer welkom. Het bestuur der afdee
ling wordt gevormd door Mevr. De Boer
Jongkees, presidente; de heer Y. Luns
hof, secretaris, Polderweg 52; Mej. G. G.
Witsenburg, penningmeesteresse, Hoofd
gracht; Mej. W. de Vos en de heeren Ds.
P. J. Smidts, Dr. P. v. d. Nieuwenhuizen
en Johs. Langhorst.
WETENSCHAPPELIJK VISSCHERIJ-
ONDERZOEK.
Zondagavond is te Niéuwediep aangeko
men het Duitsche onderzoekingsvaartuig
„Poseidon" met eenige Duitsche, Engel-
sche, Belgische en Hollandsche biologen.
Onder de Hollanders bevindt zich Dr.
Tosch van het Rijksinstituut voor Biolo
gisch Visscherij-onderzoek, met zijn as
sistent, de heer de Veen.
Het doel van dit bezoek is het quanti-
tatief onderzoek naar het broed van de
schol. In Duitschland en Denemarken
wordt dit onderzoek reeds sedert eenige
jaren gedaan en doordat men de beschik
king heeft over het Duitsche onderzoe
kingsvaartuig, kan men nu dezelfde me
thode toepassen en krijgt men dus verge
lijkbare gegevens.
EEN AVONTUURLIJKE TOCHT VAN
DEENSCHE VLIEGTUIGEN.
De drie Deensche watervliegtuigen, op
weg naar de wereldtentoonstelling te Bar-
celona, zouden Zaterdagmiddag een tus-
schenlanding maken op het vliegkamp
„De Mok", voor het aanvullen van den
benzinevoorraad. Om twee uur werden de
vliegtuigen, die om 10 uur te Kopenhagen
waren gestart en voor zes uur benzine
Kees op de aanvallige schoone los te
laten.
Ik stelde mijn makker aan de gebiedster
van de linnenkamer voor. Kees maakte
een buiging als een hoveling voor een
vorstin en begon met het gemak, den vol
leerden Don Juan eigen, de juffrouw te
vertellen, «dat hem de aangename taak
beschoren was haar het zware werk uit
de poezele handen te nemen. Zijn in
nemende glimlach veroverde stante pede
het hart van de vroolijke dame en ik
voelde mij totaal overbodig bij de gezel
lige conversatie, die zich tussohen Kees
en z;jn nieuwe vlam ontspon.
Met eenig leedvermaak dacht ik aan
den hofmeester, die zich zoo uitgerekend
op Kees dacht te wreken door hem tot
„mangelaar" te degradeeren.
Toen mijn vriend het honderd zoo-
veelste laken door den mangel getrokken
had, offreerde de linnenjuffrouw hem een
glas bier. Kees wierp de edele geefster
een blik toe, zoo roerend van dank en
vol van liefde, dat de juffrouw er van
verkleurde.
Juist hapte hij1 den kop van zijn biertje
toen de hofmeester op het tooneel ver
scheen. De goede fee van Kees voelde,
dat er iets in de lucht hing en leidde op
handige wijze, alleen vrouwen eigen, den
bliksem, die op het punt stond in te slaan,
hadden, op het vliegkamp verwacht, 7e
kwamen evenwel niet op dien tijd en ook!
eenige uren daarna was er nog geen be
richt gekomen van het escadrille, zoodat'
men op „De Mok" ongerust begon te wor
den. Verondersteld werd dat de benzine
voorraad van de vliegtuigen, die met een
sterken tegenwind hadden te kampen ge
had, op zou zijn en dus trok een escadrille
watervliegtuigen, dat juist uit Veere
kwam, op onderzoek uit. Om half zeven
werd gestart. Men had benzine meegeno
men, om de vliegtuigen daarvan even
tueel te kunnen voorzien.
T'usschen Oudeschild en Oosterend werd
het eerste vliegtuig aangetroffen en nadat
benzine overgeladen was, kon dit met een
van de Hollandsche vliegtuigen naar het
vliegkamp vertrekken. De beide andere
vliegtuigen vlogen door. Met de invallen
de duisternis keerde een van de vlieg
tuigen naar „De Mok" terug, het derde,
de W. 54, zette den onderzoekings
tocht voort. Geregeld gaf men licht
signalen en tusschen Schiermonnikoog en
Ameland werden deze beantwoord en
streek de W 54 neer. Het bleek dat hier
het Deensche vliegtuig H. 98 was geland,
wegens gebrek aan benzine. Door middel
van een lijn, werd in het donker benzine
overgeladen en toen werd getracht, lang
zaam taxiënd, de kust te bereiken. Door
de duisternis werd tegen eenige stokken
gevaren, waaraan vischnetten waren be
vestigd. Hierdoor werd de onderkant van
de vleugels beschadigd en was men ge
noodzaakt terug te gaan.
Besloten werd toen den dag af te wach
ten. Door de loodsboot „Vliestroom" wer
den de vliegtuigen naar „De Mok" ge
bracht".
Zondagmorgen vier uur startte een
nieuwe groep vliegtuigen van „de Mok"
om het nog vermiste derde vliegtuig op
te sporen. Dit werd bij de Griend gevon
den en kon, na van benzine te zijn voor
zien, op eigen kracht naar het Vliegkamp
komen.
Hedenmorgen 9 uur zijn de vliegtuigen
van „de Mok" naar Cherbourg vertrok
ken. De volgende étappe is tot Bordeaux.
Commandant van het escadrille is de
luit. ter zee H. Jastrau.
HELDERSCHE MELKCENTRALE.
10-jarig bestaan.
In het gebouw aan den Dijkweg achter
het postkantoor in de oorlogsjaren opge
richt als centrale keuken, zetelt sinds een
aantal jaren de Heldersche Melkcentrale.
Deze vereeniging van melkslijters werd
1 Mei 1919 opgericht, en herdenkt thans
dus haar 10-jarig bestaan. De bedoeling
bij de oprichting was een eigen melkin
richting te krijgen, maar voor een derge
lijke onderneming ontbrak het> kapitaal.
Nochtans wensdhten de melkslijters een
centraal punt waar zij hun product aanvoe
ren en vandaar over de stad konden dis-
tribueeren. Zij wenschten dit in hoofdzaak
omdat melk een lastig product is om te
bewaren en zij door middel van deze cen
trale nu gemakkelijker hun voorraden
regelen konden. Wat zij aan het einde van
den dag overhouden, wordt in de centrale
verwerkt, omgekeerd, als deze of gene
tekort komt, kan hij het in elke hoeveel
heid aldaar aanvullen.
In den loop der jaren is toch aan het
oorspronkelijke doel beantwoord en is hier
geleidelijk een bedrijfje gegroeid, dat aan
alle eischen van een melkinrichting vol
doet. Dit kon geschieden doordat iedere
contribuant een gedeelte van zijn winst
afstond ter wille van dit bedrijf, en zoo
kreeg men langzamerhand de verschillende
machinerieën bijeen. Het is een zeer eigen
aardig bedrijf geworden; 'hoewel geen
coöperatie in den zin der wet, werkt het
toch coöperatief, doordat het bedrijf als
zoodanig met die verschillende machine
rieën behoort aan de aangesloten leden der
centrale. De eerste vijf jaar van haar be
staan had het met groote moeilijkheden te
kampen; zelfs kwam meermalen de vraag
naar voren oi instandhouding ervan ge-
wenscht was. De moeilijkheden zijn, naar
mate men meer de beschikking kreeg over
alles wat noodig was om het bedrijf te
doen functionneeren, geleidelijk vermin
derd. Een nieuw bestuur trad op, een reor
ganisatie kwam tot stand, allerlei verwik
kelingen met veehouders moesten worden
overwonnen enz. Het ging den goeden
kant op toen men zoover was, dat de cen
trale zelf karnemelbsgort kon fabriceeren.
Later werd electrische beweegkracht aan
geschaft, er werd een nortonpomp gesla
gen, een groote koelmachine werd aange
schaft, men ging gepasteuriseerde en ge-
stereliseende melk fabriceeren en thans is
het, zeiden we, vrijwel een volslagen melk
inrichting geworden.
af. Met een coquet lachje bedankte zij
,den hofmeester voor de haar gezonden
hulp waarvoor ze hem toch zóó dankbaar
wasEn de blik, die bij deze woorden
den geweldige geschonken werd, deed
diens woede als sneeuw voor de zon
smelten en bracht zijn gemoed op lente-
temperatuur.
Kees voelde, dat hij terrein won en
vroeg den hofmeester of hij even op het
dek een luchtje mocht gaan scheppen. Hij
kreeg het verlof, doch moest aan de juf
frouw beloven weer terug te komen om
haar te helpen met het vouwen van ser
vetten. En Kees beloofde maar te graag.
De beschermende hand van de linnen
gravin döftd bij Kees den ouden over
moed terugkeeren. De hofmeester zwoer
bij zichzelf, dat hij den galanten algemee-
nen dienst „er wel uit zou pesten", doch
toen hij zag hoe hij daarmede bij zijn aan
gebedene averechtsche gevoelens op
wekte, stopte hij subiet zijn vijandelijk
heden tegenover Kees, ja ging zelfs zoo
ver. vriendschap voor dezen te huichelen.
Eenige dagen voor wij New-York be
reikten, kwam Kees, toen ik 's avond laat
de waschketels een grondige beurt gaf,
het hok binnenloopen, onder den arm een
pakje, dat bij nader onderzoek een flesch
fijne Bourgogne en een tiental after-
dinners bleek te bevatten.
Er zijn thans circa 34 aangesloten leden,
hoewel dit aantal in vroeger jaren groot-er
was. Wekelijks wordt ruim 30.000 L. melk
verwerkt. Deze nie'k Verrit bij enrvoe; in
een tank en wordt vandaar door buizen in
een grootën koeler gebracht en opgepompt
in een afgekoelden bewaarbak. Deze bak is
voorzien van een dubbelen wand, die kan
worden gevuld met water, zoodat de melk
hier steeds koel in blijft. Verder is er,
zooals wij zeiden, een pasteuriseerinrich-
ting, een stereliseerapparaat, een gort-
kokerij, een flesschenvul- en waschappa-
raat, een karn, enz. Een en ander wel pri
mitief en eenvoudig, maar toch voldoende.
De statuten verbieden het maken van
winst. De winst wordt dan ook aangewend
yoor uitbreiding en onderhoud e. d. De
laatste jatan gaat de inrichting goed
vooruit.
Men zal zich afvragen: wat is dan de
reden, dat men deze instelling in stand
houdt, aangezien winstmaken verboden is.
Die reden is vaak van verschillenden aard;
dat het geen philantropische instelling is
en dat de melkslijters er hun voordeel van
hebben zal ieder wel begrijpen. Naar ons
verzekerd werd, is haar bestaan niet van
invloed op de melkprijzen. De voordeden
voor de aangeslotenen zeiden wij boven al
zfj kunnen voordeeliger hun productie
regelen, het te veel aan melk wordt terug
genomen en tot karnemelk enz. verwerkt,
hetgeen uit den aard der zaak hier beter
kan geschieden dan ten huize van iedcren
slijter afzonderlijk. Gezamenlijk kan meer
worden bereikt dan afzonderlijk, daar nu
alle restanten verwerkt worden. Verder is
het publiek gewaarborgd voor versche en
vooral koele waar. Ook ten opzichte van
karnemelk is dit van belang, daar dit pro
duct uit de centrale altijd versch wordt
afgeleverd.
Het tegenwoordig bestuur bestaat uit de
heeren M. S. Bremer, voorzitter; Th. Bruin,
2e voorzitter; E. Scheer, secretaris; M.
Koorn, 2e secretaris; P. Paans, Y. Stompe-
dissel en P. Koning. Bedrijfsleider is de
heer W. Brondsema tezamen met den heer
Bremer.
De instelling, die thans haar 10-jarig
bestaan viert, ontving vele brieven en tele
grammen en stelt zich voor dit jubileum
dezer dagen in besloten kring feestelijk te
herdenken.
KRANIGE REDDING.
Zaterdagmiddag fietste een dame op de
Achtergracht Westzijde, bij de magazij
nen van den heer Van Willigen, toen zij'
in het gedrang raakte door een fietser en
door de kisten en emballage die voor ge
noemde magazijnen liggen opgestapeld. Zij
koos toen haar weg achter de boomen
langs, met het gevolg dat zij het beheer
eer haar stuur verloor en te water reed.
De fietsrijder, de heer Molenkamp,
hoorde den kreet van de dame, en zonder
een oogenblik te aarzelen sprong hij te
water.
De dame was reeds naar het midden af
gedreven en zonk daar.
De heer Molenkamp, een eminent
zwemmer, was genoodzaakt te duiken.
Hierbij had hij echter het ongeluk met
zijn hoofd op de fiets terecht te komen,
waardoor hij een groote bloedende hoofd
wond opliep. Niettegenstaande dit, slaag
de hij er in de dame naar de oppervlakte
te brengen, waarop door het personeel
van den heer Van Willigen een lijn werd
uitgeworpen, door middel waarvan de
redder en de drenkeling op den wal kon
den worden getrokken.
De heer Molenkamp begaf zich weer te
water en slaagde erin ook de fiets op te
duiken en op het droge te brenegen, het
geen, gezien zijn verwonding een flinke
prestatie mag worden genoemd.
De redder en de drenkelinge werden
per auto naar hun woning vervoerd.
TUBERCULOSE BESTRIJDING IN
HET LEGER.
Woensdagavond zal een radio-uitzen
ding plaats hebben, welke ten doel heeft
het publiek te doen kennismaken met de
Stichting „Het Sanatoriumfonds", van de
Vereeniging van Onder-officieren „Ons
Belang", welke stichting, ten doel heeft
steun te verleenen aan de bestrijding van
de tuberculose in het leger. Naast Gene
raal Snijders zal het woord worden ge
voerd door onzen oud-plaatsgenoot, den
kapitein der genie J. Zwart, verder door
den serg.-maj. van Rijswijk, beiden van
het Regt. Genietroepen. Medewerking
wordt verleend door het muziekcorps van
dit regiment, een dubbel mannenkwartet,
den heer van Trotsenburg, serg.-maj.-in-
structeur b. h. Reg. Genietroepen, welke
levensliedjes zal zingen, terwijl voorts on
der leiding van den heer O. H. Goossens
volkszang zal worden uitgevoerd door de
bewoners van de Geniekazerne. Het slot
woord zal worden gesproken door den len
luit. jhr. Storm van 's-Gravensande, even
eens van het Geg. Genietroepen.
Het programma, dat men ons toezond,
biedt zeer veel afwisselends en zeker zul
len velen dien avond van 8 tot half tien
het uitgezondene willen beluisteren.
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK.
In de maand April werd de leerzaal
bezocht door 1424 mannen en 148 vrou
wen, totaal 1572 personen.
Uitgeleend' werden: 638 studieboeken,
1869 romans en 2306 kinderboeken, totaal
4812 banden.
De navolgende werken werden aange-
schaf: de Balzac: De vrouw van dertig
jaar; Bartsch: Een zoon der muzen; Egge:
Hansine Solstad; Gresihoff Mirande:
Lyriek; Hoogewerff: De gave Gods; Iba-
nez: Wijn en liefde; Kollewijn e,a. Neder
landse woordelijst; Simons: Problemen
van het strafrecht; Thiess: Verwording;
Zahn: 's Levens spel.
Ten geschenke 'ontvangen: van den
Bosch: Taal en spelling; en Vereenvou
diging; Engelkens: Do spelling Kollewijn;
Graaff: Nederlandsche doopnamen; Kol
lewijn: Vereenvoudigers-arsenaal; Oppen-
heim: The pliunderers; Rottier: De spel
ling Kollewijn; Schepers e.a.: Kritiek op
het verslag van de staatskommissie, 2
dln.; Schriften van de Maatschappij tot
jnut v. h. algemeen, 36 dln.; Simons: Hij,
1 of ziji, of het? De verbreiding van de ver
eenvoudigde sipelling (18921928); De
vereenvoudigde spelling; Staatsmijnen in
Limburg, jaarverslag over net jaar 1928;
Talen e.a.: Nederlandsche taal.
ZOMERSCHE ZONDAG.
En Zondagsche zomer.
.Op Hemelvaartsdag, wij hebben het
reeds vermeld was de Mei-maand ons
goedgezind, mild en vriendelijk, gaf zij
ons reeds een voorproefje van den zomer,
waarnaar wij allen met zooveel verlangen
uitzien. Maar de wind woei nog uit den
verkeerden_ hoek.
Dezen Zóndag voor Pinkster deed zij
het nog eens over, en nu in den vergroo
tenden trap. Het was de eerste mooie
zomersche dag en zelfs de nog koele, maar
niet onaangename wind, die in den voor
middag woei, ging liggen en de dag ein
digde in een volledige zomerstemming.
Was het wonder, dat oud en jong uit
liep om aan het wijde strand en in de
duinen met volle teugen van dezen zomer
te genieten? Dat van het badpaviljoen de
vlaggen vroolijk wapperden en dat de
koeien in de weide ons met verheerlijkte
gezichten aanstaarden en ons knipoogjes
gaven als wilden ze zeggen: o zoo, dat
hebben we toch alvast! En zien jelui men-
schen wel hoe lekker malsch intusschen
het gras is geworden? Je zou nu, als koe
zijnde, voor je pleizier hongerlijden, al
leen maar om in dat malsche gras te kun
nen bijten. En hebben jelui wel gemerkt,
hoe ontzettend hard de laatste dagen al
les in de natuur groeide? Het was het
spelletje van: zoo zie je me niet en zoo
zie je me wel. Wat tot voor enkele dagen
nog maar een nauwelijks zichtbaar puntje
was, zóó, dat je nog aarzelend zeggen
moest: ik weet niet, maar ik geloof, dat
het het weer ophaalt na de vorst, dat is
nu, met een paar dagen zonneschijn, al
centimeters ver uit den grond gekropen;
de vruohtboomen, de vroege bloeiende
heesters, staan al in bloei of op opengaan.
De koe intusschen vliet den buik in het
warme gras en gaat fijn liggen herkau
wen. Wij doen het ook, ons neervleien ten
minste, niet op het gras, maar op het
warme zand, en herkauwend alleen in zoo
ver we onze apennootjes niet weg kunnen
krijgen. Want waar menschen zijn, daar
zijn ook apennootjes. We stammen niet
voor niemendal van de apen af.
Het was dan, om het kort te zeggen, een
algemeene uittocht Zondag. Vooral tegen
den middag trok heel Den Helder naar
strand en duin; ieder oogenblik snorden
Nadat wij eikaars gezondheid gedron
ken en eens opgestoken hadden, begon
Kees:
„Zeg X, ik deserteer in New-York; heb
een fijne baan gekregen."
En hij vertelde hoe hij een zeer zee
zieke dame, die eigenaresse van een der
grootste hotels in Amerika's hoofdstad
was, bij een zware slingering van de boot
in zijn armen opgevangen en zoodoende
voor een zwaren val had behoed.
De dame had hem bedankt en Kees, die
zijn Engelsoh, dank zij een driejarige op
leiding bij een der handelskantoren in
Londen, correct sprak, had beweerd dat
hij het oogenblik zegende, dat hem in
staat had gesteld mevrouw van dienst te
kunnen zijn.
De hotol-eigenares, verrast door een
„mindere" schepeling zoo te worden toe
gesproken, had belangstellend geïnfor
meerd, hoe Kees in een milieu verzeild
was geraakt, waarin hij blijkbaar niet
thuishoorde, en na een meewarig verhaal
van een teleurgestelde liefde in Holland
was het aanbod gevolgd om boekhouder
van het hotel te worden op een salaris,
waarvoor menigeen alles zou vergeten.
Zijn bezittingen, als daar waren buisjes,
linnen broeken en modelboordjes, lega
teerde Kees royaal aan mij. In ruil daar
voor zou mijn aandeel in zjjn desertie be
staan in het aan den wal brengen van
kleine souvenirs, die mijn vriend niet
gaarne wildé missen.
Ook de linnenjuffrouw was in het com
plot betrokken en had beloofd dat zij, om
alle argwaan te voorkomen, haar uit
gangsavond op dien van Kees zou zetten
en dus den indruk verwekken als ging
zfj met Kees passagieren.
Eh zoo zag de hofmeester op den avond,
dat hij juist de wacht had, een elegant ge
kleed heer met aan den arm de coquet
gekleede heerscheres van de linnen
kamer, van de loopplank stappen.
Beneden gekomen, draaide Kees zich
nog eens om, zag den hofmeester, groette
dezen op een wijze, die bij den man, wien
deze beleefdheid gold, een bron van ijse-
lijke woorden deed ontspringen en been
de, vreeselijk lief tegen zijn dame doende,
het hek van het terrein uit.
Nog hoor ik een ouden kwartiermeester,
die het aardige span glimlachend nage
oogd had, tot den hofmeester zeggen;
„Nou, as die terugkomen, dan verspeel
ik me halve gage." "Waarop de hofmees
ter wederom demonstreerde niet zuiver
in de „leer" te zijn door het derde gebod
met voeten te treden.
Hoe het Kees verder ging?
But that is another story.
T&KNIXÏfil
3)