T De Salon-Zeeman TWEEDE EN LAATSTE BLAD. STADSNIEUWS. VAN DINSDAG 14 MEI 1929 Bij het dezer dagen te 's-Gravenhage gehouden examen, slaagde voor le stuur man, Groote Vaart, onze vroegere stadge noot, de heer W. A. Schot. DE ZOMERTIJD. Morgen (Woensdag 16 Mei) gaat de zo mertijd in en hedenavond moet dus de klok verzet worden. Bij1 het naar bed gaan zette men dus de klok vanavond een uur vooruit. NED JEUGDHERBERGCENTRALE. Tot voorzitter van den raad van toe zicht en advies vian de Nederl. Jeugdher bergcentrale is gekozen prof. van Poelje te 's-Gravenhage, vroeger gem. secretaris alhier. R.K. VROUWENBOND. De eerste week na Pinksteren, op een nader vast te stellen datum, zullen de lessen voor den „Moedercursus" een aan vang nemen. De cursus wordt gegeven door mevrouw GanzeboomStevens uit Haarlem. Het bestuur verwacht dat zeer velen zich voor deelname op zullen geven, te meer daar zoo'n mooie gelegenheid zich de eerste jaren wellicht niet meer voor zal doen. Voor nadere bijzonder heden zie men da advertentie in dit blad geplaatst. GEREF. ZANGVER. „HALLELUJA". Donderdag 16 Mei a.s. geeft de Geref. Zangver. „Halleluja" een openbare uitvoe ring in de Geref. Kerk, Spoorstraat, 's avonds 8 uur. Het programma bestaat uit werken voor koor, soli en orkest. Voorts werken aan dezen avond nog mede als solist de heer Tj. Jöïi. Dito, viool, begeleid door den heer J. A. v. d. Vliet, piano. Men verzekere zich vroegtijdig van programma's welke bij de leden en het bestuur verkrijgbaar zijn. De marine-vliegbooten naar Indië. Te Cochin. Bij het departement van defensie is be richt ingekomen, dat de vliegbooten Zater dagochtend 6.20 van Bombay naar Cochin zijn vertrokken, en daar te 4.30 zijn aan gekomen. Te Trincomall. Blijkens een gisteren bij het departe ment van Defensie ontvangen bericht zijn de Dornier-Walvliegbooten Zondagmiddag om 2 u. 15 min. te Trincomali (op Ceylon) aangekomen. De étappes, die tot nu toe afgglegd werden, zijn: Den Helder—Bordeaux 1445 K.M. 3 April Bordeaux—-Marseille 595 7 Marseille— Napels 890 11 NapelsAthene 1260 27 AtheneAlexandrette 1205 >29 AlexandretteBagdad 945 >30 Bagdad—'Bender Abbas 1490 4 Mei Bender Abbas—Karatsji 1235 7 KaratsjiBombay 925 9 BombayCochin 1075 >11 CochinTrincomali 800 >12 In het plan ligt verder: TrincomaliSabang 1620 K.M. SabangPinang 1235 PinangBatavia 890 Reuter meldt aan het Handelsblad nog uit Colombo, dat een der vliegers, die on langs gewond werd (Reuter noemt geen naam, hoogstwaarschijnlijk is hier sprake van een lid der bemanning van het te Bagdad verongelukte vliegtuig. Red. „H.") aan boord van den Duitschen kruiser „Enterprise", die thans te Trincomali ligt, geopereerd is geworden. Woensdag vertrekken de vliegbooten naar Sabang. Er worden thans 1700 gallons benzine ingeladen. Een bericht uit Trincomali meldt nog: Wij hebben een goede vlucht gehad zon- door J. M. B. C. (met toestemming overgenomen uit „Actueel Wereldnieuws en Sport in Beeld" [Indië].) Kees zag er, door de zeeziekte die hem teisterde, min of meer als een onzinde lijke vaatdoek uit, maar bij het woord „linnenjuffrouw" scheen hij op te mon teren en heel beleefd vroeg hij den hof meester, waar genoemde dame te vinden was. „Stik vent", antwoordde de geweldige en beende hevig verontwaardigd weg. Kees snelde naar het logies, deed een schoon jasje aan, wiesch zijn handen en noodzaakte me hem naar de linnenjuf frouw te brengen. Nu kon ons goede schip.er zich op beroemen de mooiste stewardess van de geheele lijn te bezitten en de hofmeester, mitsgaders vele anderen waren tot over de ooren verliefd op de mooie juffer. En juist daarom was het de ezelachtigste streek, dien de hofmeester kon uithalen door dere bijzondere gebeurtenissen van Ka ratsji naar hier. De eerste uren viel or veel regen, nadat wij van Cochin vertrok ken waren. De vliegbooten verkeeren in goede conditie. Wij bereiden ons thans voor op het langste traject van de vlucht, dat den 15den Mei aanvangt. VEREENIGING „TOT STEUN", Afdeeling Den Helder. Vrijdag 10 Mei hield de afdeeling Den Helder der Vereeniging „Tot Steun" haar jaarvergadering in de Consistoriekamer der Doopsgezinde Kerk alhier. Het aantal leden bedraagt 48, dat der begunstigers eveneens 48. Bedroeg het aantal puplilen op .1 Januari 1928 22, op 31 December 1922 was het aantal gestegen tot 30. De meeste dezer pupillen zijn ondergebracht in gezinnen, vier worden verpleegd in tehuizen der Vereeniging, omdat ze nog niet geschikt zijn voor ver pleging in 't gezin. Het verslag der pen- ningmeesteresse geeft aan een belangrijke vermeerdering der uitgaven, zoodat het batig saldo bij 1927 vergeleken, belangrijk verminderde. De belangstelling voor het werken van „Tot Steun" wordt steeds geringer, mogelijk door de onbekendheid met haar arbeid. Dank werd gebracht in 't bijzonder aan de Israëlietische Tooneel- vereeniging alhier, die ook dit jaar weer bereid was voor „Tot Steun" een uitvoe ring te geven.. De afdeeling belast zich met de voogdij over kinderen uit Den Helder en den al- lernaasten omtrek. Ze helpt het verwaar loosde kind redden door het over te plaat sen in gezinnen, waar het zooveel moge lijk als eigen kind wordt opgevoed. Wel heeft de vereeniging „Tot Steun" vier Doorgangshuizen, waarin aankomende pupillen kunnen worden geplaatst, doch de naam zegt reeds, dat de kinderen hierin slechts korten tijd vertoeven, om daarna in gezinsverpleging te worden opgenomen. Ook het leven in deze tehui zen nadert zooveel mogelijk het gezins leven. Honderden kinderen werden reeds door „Tot Steun" verzorgd. Het is een voortdurende stroom: telkens vallen oude ren af, die geslaagd de maatschappij in treden, telkens wordt voor jongeren plaatsing gevraagd. Of alle gevallen, slagen? Natuurlijk zijn er mislukkingen. Toch mag gezegd worden, dat ruim 80 der pupillen ordentelijke leden der samen leving worden. Door den ernstigen arbeid van „Tot Steun" wordt mede onze Maat schappij behoed voor de ellende, die wel licht de opgenomen kinderen, waren zij in hun omgeving gebleven, zouden heb ben veroorzaakt. Wel ontvangt de afdeeling een groot bedrag aan Rijkssubsidie, een toelage van Burgerlijke Armbesturen, verplichte bijdragen door de ouders, een aandeel uit de opbrengst der Weldadigheidszegels, doch de uitgaven voor een goede verzor ging der pupillen overtreffen het bedrag dier inkomsten. Uitbreiding van het leden tal is zeker noodig, vrijwillige bijdragen zijn zeer welkom. Het bestuur der afdee ling wordt gevormd door Mevr. De Boer Jongkees, presidente; de heer Y. Luns hof, secretaris, Polderweg 52; Mej. G. G. Witsenburg, penningmeesteresse, Hoofd gracht; Mej. W. de Vos en de heeren Ds. P. J. Smidts, Dr. P. v. d. Nieuwenhuizen en Johs. Langhorst. WETENSCHAPPELIJK VISSCHERIJ- ONDERZOEK. Zondagavond is te Niéuwediep aangeko men het Duitsche onderzoekingsvaartuig „Poseidon" met eenige Duitsche, Engel- sche, Belgische en Hollandsche biologen. Onder de Hollanders bevindt zich Dr. Tosch van het Rijksinstituut voor Biolo gisch Visscherij-onderzoek, met zijn as sistent, de heer de Veen. Het doel van dit bezoek is het quanti- tatief onderzoek naar het broed van de schol. In Duitschland en Denemarken wordt dit onderzoek reeds sedert eenige jaren gedaan en doordat men de beschik king heeft over het Duitsche onderzoe kingsvaartuig, kan men nu dezelfde me thode toepassen en krijgt men dus verge lijkbare gegevens. EEN AVONTUURLIJKE TOCHT VAN DEENSCHE VLIEGTUIGEN. De drie Deensche watervliegtuigen, op weg naar de wereldtentoonstelling te Bar- celona, zouden Zaterdagmiddag een tus- schenlanding maken op het vliegkamp „De Mok", voor het aanvullen van den benzinevoorraad. Om twee uur werden de vliegtuigen, die om 10 uur te Kopenhagen waren gestart en voor zes uur benzine Kees op de aanvallige schoone los te laten. Ik stelde mijn makker aan de gebiedster van de linnenkamer voor. Kees maakte een buiging als een hoveling voor een vorstin en begon met het gemak, den vol leerden Don Juan eigen, de juffrouw te vertellen, «dat hem de aangename taak beschoren was haar het zware werk uit de poezele handen te nemen. Zijn in nemende glimlach veroverde stante pede het hart van de vroolijke dame en ik voelde mij totaal overbodig bij de gezel lige conversatie, die zich tussohen Kees en z;jn nieuwe vlam ontspon. Met eenig leedvermaak dacht ik aan den hofmeester, die zich zoo uitgerekend op Kees dacht te wreken door hem tot „mangelaar" te degradeeren. Toen mijn vriend het honderd zoo- veelste laken door den mangel getrokken had, offreerde de linnenjuffrouw hem een glas bier. Kees wierp de edele geefster een blik toe, zoo roerend van dank en vol van liefde, dat de juffrouw er van verkleurde. Juist hapte hij1 den kop van zijn biertje toen de hofmeester op het tooneel ver scheen. De goede fee van Kees voelde, dat er iets in de lucht hing en leidde op handige wijze, alleen vrouwen eigen, den bliksem, die op het punt stond in te slaan, hadden, op het vliegkamp verwacht, 7e kwamen evenwel niet op dien tijd en ook! eenige uren daarna was er nog geen be richt gekomen van het escadrille, zoodat' men op „De Mok" ongerust begon te wor den. Verondersteld werd dat de benzine voorraad van de vliegtuigen, die met een sterken tegenwind hadden te kampen ge had, op zou zijn en dus trok een escadrille watervliegtuigen, dat juist uit Veere kwam, op onderzoek uit. Om half zeven werd gestart. Men had benzine meegeno men, om de vliegtuigen daarvan even tueel te kunnen voorzien. T'usschen Oudeschild en Oosterend werd het eerste vliegtuig aangetroffen en nadat benzine overgeladen was, kon dit met een van de Hollandsche vliegtuigen naar het vliegkamp vertrekken. De beide andere vliegtuigen vlogen door. Met de invallen de duisternis keerde een van de vlieg tuigen naar „De Mok" terug, het derde, de W. 54, zette den onderzoekings tocht voort. Geregeld gaf men licht signalen en tusschen Schiermonnikoog en Ameland werden deze beantwoord en streek de W 54 neer. Het bleek dat hier het Deensche vliegtuig H. 98 was geland, wegens gebrek aan benzine. Door middel van een lijn, werd in het donker benzine overgeladen en toen werd getracht, lang zaam taxiënd, de kust te bereiken. Door de duisternis werd tegen eenige stokken gevaren, waaraan vischnetten waren be vestigd. Hierdoor werd de onderkant van de vleugels beschadigd en was men ge noodzaakt terug te gaan. Besloten werd toen den dag af te wach ten. Door de loodsboot „Vliestroom" wer den de vliegtuigen naar „De Mok" ge bracht". Zondagmorgen vier uur startte een nieuwe groep vliegtuigen van „de Mok" om het nog vermiste derde vliegtuig op te sporen. Dit werd bij de Griend gevon den en kon, na van benzine te zijn voor zien, op eigen kracht naar het Vliegkamp komen. Hedenmorgen 9 uur zijn de vliegtuigen van „de Mok" naar Cherbourg vertrok ken. De volgende étappe is tot Bordeaux. Commandant van het escadrille is de luit. ter zee H. Jastrau. HELDERSCHE MELKCENTRALE. 10-jarig bestaan. In het gebouw aan den Dijkweg achter het postkantoor in de oorlogsjaren opge richt als centrale keuken, zetelt sinds een aantal jaren de Heldersche Melkcentrale. Deze vereeniging van melkslijters werd 1 Mei 1919 opgericht, en herdenkt thans dus haar 10-jarig bestaan. De bedoeling bij de oprichting was een eigen melkin richting te krijgen, maar voor een derge lijke onderneming ontbrak het> kapitaal. Nochtans wensdhten de melkslijters een centraal punt waar zij hun product aanvoe ren en vandaar over de stad konden dis- tribueeren. Zij wenschten dit in hoofdzaak omdat melk een lastig product is om te bewaren en zij door middel van deze cen trale nu gemakkelijker hun voorraden regelen konden. Wat zij aan het einde van den dag overhouden, wordt in de centrale verwerkt, omgekeerd, als deze of gene tekort komt, kan hij het in elke hoeveel heid aldaar aanvullen. In den loop der jaren is toch aan het oorspronkelijke doel beantwoord en is hier geleidelijk een bedrijfje gegroeid, dat aan alle eischen van een melkinrichting vol doet. Dit kon geschieden doordat iedere contribuant een gedeelte van zijn winst afstond ter wille van dit bedrijf, en zoo kreeg men langzamerhand de verschillende machinerieën bijeen. Het is een zeer eigen aardig bedrijf geworden; 'hoewel geen coöperatie in den zin der wet, werkt het toch coöperatief, doordat het bedrijf als zoodanig met die verschillende machine rieën behoort aan de aangesloten leden der centrale. De eerste vijf jaar van haar be staan had het met groote moeilijkheden te kampen; zelfs kwam meermalen de vraag naar voren oi instandhouding ervan ge- wenscht was. De moeilijkheden zijn, naar mate men meer de beschikking kreeg over alles wat noodig was om het bedrijf te doen functionneeren, geleidelijk vermin derd. Een nieuw bestuur trad op, een reor ganisatie kwam tot stand, allerlei verwik kelingen met veehouders moesten worden overwonnen enz. Het ging den goeden kant op toen men zoover was, dat de cen trale zelf karnemelbsgort kon fabriceeren. Later werd electrische beweegkracht aan geschaft, er werd een nortonpomp gesla gen, een groote koelmachine werd aange schaft, men ging gepasteuriseerde en ge- stereliseende melk fabriceeren en thans is het, zeiden we, vrijwel een volslagen melk inrichting geworden. af. Met een coquet lachje bedankte zij ,den hofmeester voor de haar gezonden hulp waarvoor ze hem toch zóó dankbaar wasEn de blik, die bij deze woorden den geweldige geschonken werd, deed diens woede als sneeuw voor de zon smelten en bracht zijn gemoed op lente- temperatuur. Kees voelde, dat hij terrein won en vroeg den hofmeester of hij even op het dek een luchtje mocht gaan scheppen. Hij kreeg het verlof, doch moest aan de juf frouw beloven weer terug te komen om haar te helpen met het vouwen van ser vetten. En Kees beloofde maar te graag. De beschermende hand van de linnen gravin döftd bij Kees den ouden over moed terugkeeren. De hofmeester zwoer bij zichzelf, dat hij den galanten algemee- nen dienst „er wel uit zou pesten", doch toen hij zag hoe hij daarmede bij zijn aan gebedene averechtsche gevoelens op wekte, stopte hij subiet zijn vijandelijk heden tegenover Kees, ja ging zelfs zoo ver. vriendschap voor dezen te huichelen. Eenige dagen voor wij New-York be reikten, kwam Kees, toen ik 's avond laat de waschketels een grondige beurt gaf, het hok binnenloopen, onder den arm een pakje, dat bij nader onderzoek een flesch fijne Bourgogne en een tiental after- dinners bleek te bevatten. Er zijn thans circa 34 aangesloten leden, hoewel dit aantal in vroeger jaren groot-er was. Wekelijks wordt ruim 30.000 L. melk verwerkt. Deze nie'k Verrit bij enrvoe; in een tank en wordt vandaar door buizen in een grootën koeler gebracht en opgepompt in een afgekoelden bewaarbak. Deze bak is voorzien van een dubbelen wand, die kan worden gevuld met water, zoodat de melk hier steeds koel in blijft. Verder is er, zooals wij zeiden, een pasteuriseerinrich- ting, een stereliseerapparaat, een gort- kokerij, een flesschenvul- en waschappa- raat, een karn, enz. Een en ander wel pri mitief en eenvoudig, maar toch voldoende. De statuten verbieden het maken van winst. De winst wordt dan ook aangewend yoor uitbreiding en onderhoud e. d. De laatste jatan gaat de inrichting goed vooruit. Men zal zich afvragen: wat is dan de reden, dat men deze instelling in stand houdt, aangezien winstmaken verboden is. Die reden is vaak van verschillenden aard; dat het geen philantropische instelling is en dat de melkslijters er hun voordeel van hebben zal ieder wel begrijpen. Naar ons verzekerd werd, is haar bestaan niet van invloed op de melkprijzen. De voordeden voor de aangeslotenen zeiden wij boven al zfj kunnen voordeeliger hun productie regelen, het te veel aan melk wordt terug genomen en tot karnemelk enz. verwerkt, hetgeen uit den aard der zaak hier beter kan geschieden dan ten huize van iedcren slijter afzonderlijk. Gezamenlijk kan meer worden bereikt dan afzonderlijk, daar nu alle restanten verwerkt worden. Verder is het publiek gewaarborgd voor versche en vooral koele waar. Ook ten opzichte van karnemelk is dit van belang, daar dit pro duct uit de centrale altijd versch wordt afgeleverd. Het tegenwoordig bestuur bestaat uit de heeren M. S. Bremer, voorzitter; Th. Bruin, 2e voorzitter; E. Scheer, secretaris; M. Koorn, 2e secretaris; P. Paans, Y. Stompe- dissel en P. Koning. Bedrijfsleider is de heer W. Brondsema tezamen met den heer Bremer. De instelling, die thans haar 10-jarig bestaan viert, ontving vele brieven en tele grammen en stelt zich voor dit jubileum dezer dagen in besloten kring feestelijk te herdenken. KRANIGE REDDING. Zaterdagmiddag fietste een dame op de Achtergracht Westzijde, bij de magazij nen van den heer Van Willigen, toen zij' in het gedrang raakte door een fietser en door de kisten en emballage die voor ge noemde magazijnen liggen opgestapeld. Zij koos toen haar weg achter de boomen langs, met het gevolg dat zij het beheer eer haar stuur verloor en te water reed. De fietsrijder, de heer Molenkamp, hoorde den kreet van de dame, en zonder een oogenblik te aarzelen sprong hij te water. De dame was reeds naar het midden af gedreven en zonk daar. De heer Molenkamp, een eminent zwemmer, was genoodzaakt te duiken. Hierbij had hij echter het ongeluk met zijn hoofd op de fiets terecht te komen, waardoor hij een groote bloedende hoofd wond opliep. Niettegenstaande dit, slaag de hij er in de dame naar de oppervlakte te brengen, waarop door het personeel van den heer Van Willigen een lijn werd uitgeworpen, door middel waarvan de redder en de drenkeling op den wal kon den worden getrokken. De heer Molenkamp begaf zich weer te water en slaagde erin ook de fiets op te duiken en op het droge te brenegen, het geen, gezien zijn verwonding een flinke prestatie mag worden genoemd. De redder en de drenkelinge werden per auto naar hun woning vervoerd. TUBERCULOSE BESTRIJDING IN HET LEGER. Woensdagavond zal een radio-uitzen ding plaats hebben, welke ten doel heeft het publiek te doen kennismaken met de Stichting „Het Sanatoriumfonds", van de Vereeniging van Onder-officieren „Ons Belang", welke stichting, ten doel heeft steun te verleenen aan de bestrijding van de tuberculose in het leger. Naast Gene raal Snijders zal het woord worden ge voerd door onzen oud-plaatsgenoot, den kapitein der genie J. Zwart, verder door den serg.-maj. van Rijswijk, beiden van het Regt. Genietroepen. Medewerking wordt verleend door het muziekcorps van dit regiment, een dubbel mannenkwartet, den heer van Trotsenburg, serg.-maj.-in- structeur b. h. Reg. Genietroepen, welke levensliedjes zal zingen, terwijl voorts on der leiding van den heer O. H. Goossens volkszang zal worden uitgevoerd door de bewoners van de Geniekazerne. Het slot woord zal worden gesproken door den len luit. jhr. Storm van 's-Gravensande, even eens van het Geg. Genietroepen. Het programma, dat men ons toezond, biedt zeer veel afwisselends en zeker zul len velen dien avond van 8 tot half tien het uitgezondene willen beluisteren. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. In de maand April werd de leerzaal bezocht door 1424 mannen en 148 vrou wen, totaal 1572 personen. Uitgeleend' werden: 638 studieboeken, 1869 romans en 2306 kinderboeken, totaal 4812 banden. De navolgende werken werden aange- schaf: de Balzac: De vrouw van dertig jaar; Bartsch: Een zoon der muzen; Egge: Hansine Solstad; Gresihoff Mirande: Lyriek; Hoogewerff: De gave Gods; Iba- nez: Wijn en liefde; Kollewijn e,a. Neder landse woordelijst; Simons: Problemen van het strafrecht; Thiess: Verwording; Zahn: 's Levens spel. Ten geschenke 'ontvangen: van den Bosch: Taal en spelling; en Vereenvou diging; Engelkens: Do spelling Kollewijn; Graaff: Nederlandsche doopnamen; Kol lewijn: Vereenvoudigers-arsenaal; Oppen- heim: The pliunderers; Rottier: De spel ling Kollewijn; Schepers e.a.: Kritiek op het verslag van de staatskommissie, 2 dln.; Schriften van de Maatschappij tot jnut v. h. algemeen, 36 dln.; Simons: Hij, 1 of ziji, of het? De verbreiding van de ver eenvoudigde sipelling (18921928); De vereenvoudigde spelling; Staatsmijnen in Limburg, jaarverslag over net jaar 1928; Talen e.a.: Nederlandsche taal. ZOMERSCHE ZONDAG. En Zondagsche zomer. .Op Hemelvaartsdag, wij hebben het reeds vermeld was de Mei-maand ons goedgezind, mild en vriendelijk, gaf zij ons reeds een voorproefje van den zomer, waarnaar wij allen met zooveel verlangen uitzien. Maar de wind woei nog uit den verkeerden_ hoek. Dezen Zóndag voor Pinkster deed zij het nog eens over, en nu in den vergroo tenden trap. Het was de eerste mooie zomersche dag en zelfs de nog koele, maar niet onaangename wind, die in den voor middag woei, ging liggen en de dag ein digde in een volledige zomerstemming. Was het wonder, dat oud en jong uit liep om aan het wijde strand en in de duinen met volle teugen van dezen zomer te genieten? Dat van het badpaviljoen de vlaggen vroolijk wapperden en dat de koeien in de weide ons met verheerlijkte gezichten aanstaarden en ons knipoogjes gaven als wilden ze zeggen: o zoo, dat hebben we toch alvast! En zien jelui men- schen wel hoe lekker malsch intusschen het gras is geworden? Je zou nu, als koe zijnde, voor je pleizier hongerlijden, al leen maar om in dat malsche gras te kun nen bijten. En hebben jelui wel gemerkt, hoe ontzettend hard de laatste dagen al les in de natuur groeide? Het was het spelletje van: zoo zie je me niet en zoo zie je me wel. Wat tot voor enkele dagen nog maar een nauwelijks zichtbaar puntje was, zóó, dat je nog aarzelend zeggen moest: ik weet niet, maar ik geloof, dat het het weer ophaalt na de vorst, dat is nu, met een paar dagen zonneschijn, al centimeters ver uit den grond gekropen; de vruohtboomen, de vroege bloeiende heesters, staan al in bloei of op opengaan. De koe intusschen vliet den buik in het warme gras en gaat fijn liggen herkau wen. Wij doen het ook, ons neervleien ten minste, niet op het gras, maar op het warme zand, en herkauwend alleen in zoo ver we onze apennootjes niet weg kunnen krijgen. Want waar menschen zijn, daar zijn ook apennootjes. We stammen niet voor niemendal van de apen af. Het was dan, om het kort te zeggen, een algemeene uittocht Zondag. Vooral tegen den middag trok heel Den Helder naar strand en duin; ieder oogenblik snorden Nadat wij eikaars gezondheid gedron ken en eens opgestoken hadden, begon Kees: „Zeg X, ik deserteer in New-York; heb een fijne baan gekregen." En hij vertelde hoe hij een zeer zee zieke dame, die eigenaresse van een der grootste hotels in Amerika's hoofdstad was, bij een zware slingering van de boot in zijn armen opgevangen en zoodoende voor een zwaren val had behoed. De dame had hem bedankt en Kees, die zijn Engelsoh, dank zij een driejarige op leiding bij een der handelskantoren in Londen, correct sprak, had beweerd dat hij het oogenblik zegende, dat hem in staat had gesteld mevrouw van dienst te kunnen zijn. De hotol-eigenares, verrast door een „mindere" schepeling zoo te worden toe gesproken, had belangstellend geïnfor meerd, hoe Kees in een milieu verzeild was geraakt, waarin hij blijkbaar niet thuishoorde, en na een meewarig verhaal van een teleurgestelde liefde in Holland was het aanbod gevolgd om boekhouder van het hotel te worden op een salaris, waarvoor menigeen alles zou vergeten. Zijn bezittingen, als daar waren buisjes, linnen broeken en modelboordjes, lega teerde Kees royaal aan mij. In ruil daar voor zou mijn aandeel in zjjn desertie be staan in het aan den wal brengen van kleine souvenirs, die mijn vriend niet gaarne wildé missen. Ook de linnenjuffrouw was in het com plot betrokken en had beloofd dat zij, om alle argwaan te voorkomen, haar uit gangsavond op dien van Kees zou zetten en dus den indruk verwekken als ging zfj met Kees passagieren. Eh zoo zag de hofmeester op den avond, dat hij juist de wacht had, een elegant ge kleed heer met aan den arm de coquet gekleede heerscheres van de linnen kamer, van de loopplank stappen. Beneden gekomen, draaide Kees zich nog eens om, zag den hofmeester, groette dezen op een wijze, die bij den man, wien deze beleefdheid gold, een bron van ijse- lijke woorden deed ontspringen en been de, vreeselijk lief tegen zijn dame doende, het hek van het terrein uit. Nog hoor ik een ouden kwartiermeester, die het aardige span glimlachend nage oogd had, tot den hofmeester zeggen; „Nou, as die terugkomen, dan verspeel ik me halve gage." "Waarop de hofmees ter wederom demonstreerde niet zuiver in de „leer" te zijn door het derde gebod met voeten te treden. Hoe het Kees verder ging? But that is another story. T&KNIXÏfil 3)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 5