S. A. KANNEWASSER ZN. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. DE HAND DER TRAGEDIE Nr. 6666 ZATERDAG 26 MEI 1829 57ste JAARGANG DE SAMENSTELLING DER GEMEENTERADEN. KINDERJURKEN KRUIPPAKJES PYAMA's OVERHEMDEN JONGEMEISJESKLEEDING FEUILLETON 10) Ben enkele kreet van mijn vader, die WEEKOVERZICHT. minste notitie nemen, van wat de men schen zeggen", merkte ik op. „Naar alle waarschijnlijkheid zou Je niets dan leu gens te hooren krijgen. Ik heb gisteren thee bij haar gedronken en zij scheen mij een zeer beschaafde, zeer welopgevoede vrouw toe". HELDERSCH!E COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbetaling: Helderache Courant I 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand en Wieringen f 1 ÓS- binnenland fa.- Neo. O. en W. Indië p. zeepost f 2.10, id p. mailen overige landen f3.20. Zondagsblad resp. fo.50, fo.70, fo.70 f 1 Modeblad reap. f 0.95, f Ui,, f 1.25, f 1.33. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur-Uitgever: O. DE BOER Jr„ DEN HELDER Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: EO en 412 Poat-Girorekenlng Nb. 16066. Op- en ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Zomertijd. Maan Zon Hoogwater ond.: op: oud: vü^nun.: 6.37 20.59 11.17 11.34 0.18 4.60 21.01 11.52 12.10 7.11 4.49 21.02 12.29 12.49 8.13 4.48 21.04 1.11 9.24 4.47 21.06 1.33 1.57 1.57 10.87 4.46 21.06 2.24 2.53 2.14 11.52 4.45 21.07 3.24 8.58 Mei op Z 26 28.80 M 27 0.22 D 28 W 29 D 80 V 81 Z 1 1.04 1.84 Licht op voor Auto's en Fietsen: Zaterdag 25 Mei 9.28 uur. Zondag 26 9.29 Maandag 27 9.81 door W. R. DROST, Burgemeester-secretaris van Kwadijk, Midöelie en Warder. H. Vereischten voor het raads lidmaatschap. Leden van den raad kunnen alleen zijn, zij, die voldoen aan de volgende vereisoh ten: a. ingezetene der gemeente; b. Neder lander of door de wet als Nederlandsch on derdaan erkend; c. drie en twintig jaren d niet van de verkiesbaarheid zijn ontzet; e. niet van de uitoefening van het kies recht zijn uitgesloten krachtens do Kies wet, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberooving en veroordeeling wegens een vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landlooperij of wegens het feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt. Wie ingezetenen zijn zegt de wet zelf, n.1. zij, die gedurende de laatste twaalf maanden hunne woonplaats binnen de ge meente hadden. De aandadht moet worden Jevestigd op het woord „laatste". Het is us niet zoo, dat iemand aan het onder a. genoemde vereisChte voldoet als hij op het oogenblik, dat hij raadslid wordt, bijv. op 1 April 1929, van 1 Januari 1897 tot 1 Juli 1928 en dan weer van 15 Juli 1928 tot 1 April 1929 ingezetene der gemeente is, neen, hij moet per sé in het tijdvak van 1 April 1928—1 April 1929 binnen de ge meente gewoond hebben, zulks met het oog op het geciteerde woord „laatste" voor twaalf maanden. Nederlanderschap én Nederlandsch on derdaanschap wordt geregeld in afzonder lijke wetten van 1892 en 1910. De uitsluiting van het kiesrecht ge schiedt door den strafrechter bij een door dezen te wijzen vonnis. Twee vragen wil ik naar aanleiding van dit artikel nog beantwoorden en wel a. op welk tijdstip moeten de vereischten aan wezig zijn en b. gedurende welk tijdvak ADVERTENTIËN: 20 ct. p. regel (galjardj Iogez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)dubbel tarief. Kleine adivert. (gevraagd, te koop, te buur) v. 1 t/m B regels 40 ct., elke regel meer 10 crt. bij vooruitbetaling (adres: Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. TOBRALCO la het meest gesohlkte en sollede Katoenen weefsel voort Gegarandeerd Wasch-, Zon- en lichtecht Verkrijgbaar in een groote keuze dessins en effen kleuren. Beantwoordend aan eiken smaak. Let op den naam TOBRALCO op dan zelfkant van het raadslidmaatschap moet het raadslid in het bezit zijn van de bij de wet gestelde vereischten? Het antwoord op a. luidt: op het tijdstip dat iemand raadslid wordt. Dit antwoord verplaatst echter de moeilijkheid, daar „de geleerden het er niet over eens zijn", wanneer dat zoo is. Ik vermeld hier al leen de meening, die in de praktijk wordt gevolgd, n.1. op het oogenblik dat de be noemde als raadslid wordt toegelaten. De andere drie opvattingen blijven hier bui ten bespreking. Over de toelating onder punt 4 meer. De tweede vraag beantwoord ik met: steeds, want er staat niet bijv. „tot lid van den raad is benoembaar" of „lid van den raad kan worden", maar „leden van den raad kunnen alleen zijn." In de tweede plaats verbindt de gemeentewet een ge volg aan het verliezen van een der ver eischten, n.1. het verliezen van het raads lidmaatschap. Ook houdt een raadslid op dat te zijn als hij een betrekking aan neemt, welke de wet als onvereenigbaar heeft aangegeven. De uitgesloten betrekkingen zijn: a. hoofd van een departement van algemeen bestaat (minister); b. commissaris der Ko ningin in de provincie; c. lid der Gedepu teerde Staten; d. griffier der Staten; e. commissaris van politie; f. ambtenaar, van wege het gemeentebestuur aangesteld, of door E. PHILLIPS OPFENHMM. De hooge gestalte van mijn vader, zoo straf mogelijk opgericht, kwam met bijna schrikinboezemende levendigheid uit tegen de ln zonnelicht badende ruimte daar achter. Een diep rood vertoonde zich op zijn bleeke wangen. Zijn oogen schenen te gloeien van toorn. Mijn gastvrouw stond met waardigheid van haar stoel op. „Het staat uw dochter te allen tijd vrij te "blijven, of heen te gaan, zooals zij ver kiest", zelde zij koel. „Ik veronderstel, dat ik tot den heer Ffolliot spreek?" Zij1 keek over mijn schouder heen naar mijn vader, en hun blikken ontmoetten elkander. Ik keek van den een naar de ander, in het bewustzijn, dat er iets tusschen die twee voorviel buiten mijn weten, iets tus schen hen bedden alleen. Haar oogen waren als doffe steenen geworden. Haar trekken stonden zonderling hard en koud. Er volgde een korte poos van Intense stilte, alleen verbroken door een zacht, eentonig getik van de klok en het geflad der van de vogelvleugels in de olmboo- man bulten. Endelijk kwam het einde. wMazeda!" als een pistoolschot weerklonk door die stilte. Met een snellen stap was hijl over den drempel. Zij hief de beide handen afwerend op en hij bleef plotseling staan. „Je moest liever gaan," zelde zij. „Je moest liever terstond gaan.'1 Ik ging naar buiten en! nam mijn va ders arm. Hij liet zich door mij weglei den, zondier een woord te spreken. Maar hij zou verscheiden malen gevallen zijn, als ik hem niet gesteund had. Toen wij thuis kwamen, liep hij terstond de biblio theek in. v „Ga nu naar Kate," zeid'e hij. „Ik moet alleen zijn. Zorg* dat ik niet gestoord word." Ik aarzelde, doch hij wilde het. Ik sloot de deur, en liet hem alleen. Ook ik had behoefte, om alleen te zijn. Mijn hoofd was geheel ln de war. Ik drukte, mijn brandend voorhoofd tegen het vensterglas en keek naar het Gele Huis. HOOFDSTUK V. Een brief uit Zuid-Amerika. Natuurlijk verwachtte ik, dat mijn va der mij dien avond wel iets naders ver tellen zou omtrent de zonderlinge ontmoe ting ten huize van de dame, die hij Mar cia genoemd had. Nooit had ik iemand ontmoet, die mij in zoo korten tijd zoozeer had weten aan te trekken. Ik moest aan houdend aan haar denken, en hoe meer ik dacht, hoe verder ik het denkbeeld van mij afwierp, dat zij in ©enig opzicht zou kunnen zijn, wat Lady NMeltan van haar gemaakt had. daaraan ondergeschikt, behoudens de be voegdheid van den Burgemeester, die Se cretaris der gemeente is, om tevens lid van den raad te zijn; g. ambtenaar, met het ontvangen of uitgeven der gelden van de gemeente belast, of aan eenige aan het gemeentebestuur ondergeschikte adminis tratie rekenplichtig; h. geestelijke of die naar der godsdienst; i. onderwijzer voor het lager of middelbaar onderwijs; k. krijgsman in werkelijken dienst. De bepaling onder f. is niet van toepas sing op de ambtenaren van den burger lijken stand, op de leden van armbesturen, van besturen van godshuizen en andere instellingen van weldadigheid of op ge nees-, heel- of verloskundigen, die met de armenpraktijk belast zijn. De redenen, welke tot die uitsluitingen hebben geleid kunnen buiten beschouwing blijven. Dat het niet altijd zeker is of eep betrekking tot de verbodene behoort, blijkt wel uit de vrij uitgebreide jurispru dentie (d.i. de rechtsopvatting van het or gaan, in dit geval de Kroon, met de uit legging of interpretatie belast) op dit artikel. Een ander beletsel voor het raadslid maatschap is de te nauwe graad van bloedverwantschap, waaromtrent de wet bepaalt: Bloedverwantschap of zwagerschap in den eersten of tweeden graad of huwelijk mag niet bestaan tusschen den Burge meester en de leden van den Raad, noch tusschen de leden onderling. Die, na zijne benoeming in den verbo den graad van zwagerschap geraakt of een verboden huwelijk aangaat, behoeft, vóór den afloop van zijn tijd van zitting, niet af te treden. De zwagerschap houdt op door het over lijden van wie haar veroorzaakte. Dit is geschied met de bedoeling om familieregeering uit te sluiten. Dezelfde vrees zat voor toen in de provinciale wet werd bepaald: „Bloedverwantschap of zwagerschap in den eersten graad of hu welijk mag niet bestaan tusschen de leden der Staten." Kans op familieregeering in de Staten- Generaal is natuurlijk vrijwel uitgesloten, vandaar dat in de grn'"dwet geenerlei be perkende bepaling op dit punt is opgeno men. Onder bloedverwantschap verstaat men de betrekking tusschen personen, die van elkander afstammen (vader en zoon, groot vader en kleinzoon, enz.) rechte linie of die een gemeenschappelijken stamvader of stammoeder hebben (broer en zuster, neef en nicht enz.) zijlinie. Men zegt dan dat vader en zoon elkan der „bestaan" in den eersten graad, groot vader en kleinzoon in den tweeden graad, enz. Elke geboorte is een graad. Onder zwagerschap verstaat men de be trekking, die door huwelijk ontstaat tus schen den eenen echtgenoot en de bloed verwanten yan den anderen. Men bere kent het aantal graden op dezelfde manier als bij bloedverwantschap, d.w.z., hij die bloedverwant is van den eenen echtgenoot in den zooveelsten graad is in denzelfden graad aanverwant van den anderen. Hieruit volgt, dat, hoe vreemd het mis- Haar levenswijze, haar omgeving, dat air van kalme eleganoe, dat zicih overal scheen te vertoonen, in haar huis, haar kleeding, haar conversatie, waren als een openbaring voor mij. Ik gevoelde mij per soonlijk aangetrokken, bijna gefascineerd door haar. Zij was ook origineel, blijkbaar intel lectueel, een vrouw, die haar eigen leven wist te beheerschen, onbeschroomd en vol zelfvertrouwen. Ik had nooit te voren zoo iemand ontmoet, en ik verlangde zeer, nader met haar kennis te maken. Mijn eenige vrees daaromtrent was, dat mijn vader streng alle omgang met haar zou verbieden. In dat geval had ik be sloten mjj niet gewonnen te geven zon der een worsteling. Ik wilde volkomen zekerheid hebben, dat het niet bloot voor oordeel was, voordat ik zou toestemmen, de verrukkelijkste vriendin op te geven, die ik ooit gekend had. Maar tot mijn niet geringe verwonde ring en eenigszins tot mijn verlichting, scheen mijn vader in het geheel niet meer aan ons avontuur van dien middag te dón ken, toen ik hem weer zag. Hij kwam binnen om te dïneeren als gewoonlijk, zorgvuldig gekleed en at en dronk met zijn gewone oplettendheid. Toen hij van tafel opgestaan was, za gen wij hem niet meer. Hij ging terstond naar zijn studeerkamer en ik hoorde de deur sluiten en den sleutel omdraaien een teeken, dat hij in geen geval gestoord mocht worden. En ofschoon ik in de huis kamer zat tot lang na mijn gewonen tijd van naar bed gaan, en daarna in mijn ka mer opbleef tot over tweeën, zijn deur bleef gesloten. schien ook moge klinken, mfon en vrouw „vreemd" van elkander zijn. Ook de we- derzijdsche familie is niet door de banden des bloeds verbonden. Broeders des mans en Broeders der vrouw,, bestaan" elkaar dus niet. Tenslotte zij vermeld, dat de zwager schap voor dit speciale geval ophoudt door het overlijden van degene, die haar ver oorzaakte. Binnenland. Er is deze week al bizonder weinig nieuws, waaraan de Pinkstervacantie natuurlijk niet vreemd is. Met het zon- nige-zomerweer is men naar buiten ge trokken, om te gênieten van het natuur- ontwaken, dat dezen keer wel erg laat is, doch nu, als in versneld tempo plaats heeft. Wat al heerlijke zomersche dagen heb ben we gehad', wat is alles in korten tijd prachtig uitgeloopen, wat een weelde overal. Voor wie een open oog heeft voor dit wondere gebeuren, voor het nieuwe, overal ontwakende leven, ia dit een schoone tijd. Men geniete ervan en gebruike zijn vrijen tijd om buiten in de natuur door te brengen, tot verrijking van zijn geest en versterking van zijn gezond heid. Er moesten in dezen heerlijken bloei tijd eigenlijk geen droeve dingen gebeuren, want dat beneemt zooveel van het ongestoord genieten, en toch is er zooveel dat de niet al te oppervlakkige mensch met droefheid en angst, voor den tijd waarin we leven, vervuld. Moorden en beroovingen, ze komen meer voor dan vroeger. Om een bedrag van enkele gul dens beneemt men koelbloedig iemand het leven. Wat voor eenige jaren uit sluitend in Amerika plaats had, behoort tegenwoordig in Europa tot de dagelijk- sche gebeurlijkheden en ook ons land heeft zijn bankovervallen, zijn postdief- stalien, zijn sensationeel© moordgeschie denissen. Het zijn droeve verschijnselen, teekenen van degeneratie, die haar oor zaak vindt in de verwildering van de ze den door den oorlog, door de werkloos heid, door de mode enz. Wij moeten in veel opzichten weer terugkeeren tot het oude, tot den tijd dat de mensch zich nog gebonden wist aan de wetten, ons door de Hoogere Macht op gelegd, en leeren verstaan dat de hoogste vrijheid, gebondenheid is, dan zullen we voor veel ellende bewaard blijven. De z.g. „vrije mensch" in onzen tijd, die zich niet meer binden wil aan de zedenwet, die er geen rekening meer mee wil houden, met „wat de menschen zeg gen" moet wel komen tot excessen' en zakt noodzakelijkerwijze hoe langer hoe dieper weg, in een poel van maatschap pelijke en moreele ellende. Buitenland. De Duitsche herstelbetalingen. Vijftien weken lang heeft men nu reeds beraadslaagd over de betalingen' die Duitschland aan de geallieerden heeft te doen en men meent nu eindelijk te mo gen gelooven, dat het einde van de con ferentie en een oplossing van het zoo Toch was hiji 's morgens vroeger op dan wij. Hij stond aan het venster, toen ik binnentrad en het heldere morgenlicht viel onmeedoogend op zijn bleek gelaat, dat de sporen vertoonde van zijn lange wake. Het kwam mij voor, dat zijn mor gengroet aan ons beiden stiller was dan gewoonlijk. Gedurende het ontbijt maakte ik eenige opmerkingen teigen hem, maar zij gingen onopgemerkt voorbij. Alice praatte over de scholen, maar hïj scheen het nauwe lijks te hooien. Toen wij op het punt waren op te staan, trok het ongewone geluld van wielen onze aandacht Een huurkoetsje reed langzaam onze heg langs. Even zag ik het gelaat van de dame die er in zat, en stond half op. gaat heen!" riep Ik half uit. Ook mijn vader had zich uit zijn stoel verheven. Hij; maakte een beweging, of hij, haastig de kamer uit wilde, maar met moeite hield hij zich in. De uitwerking van haar verschijning op hem viel m(j duidelijk genoeg in het oog. Zijn onderlip trilde, zijn lange, witte vingers waren krampachtig gevouwen. Mijn onschuldige Alice zag niets en keek onverschillig door het raam. JDat is onze geheim zinnige buurvrouw uit het Gele Huis," merkte zij op. „Als er een tiende gedeelte waar is, van wat de menschen van haar vertellen, dan moe ten wij blij zijn, dat zij weg gaat"1 Mijn vader opende de lippen, alsof hij iets zeggen wilde. Maar veranderde even wel van voornemen, en verliet het vertrek. Het bleef aan mij, haar te verdedigen. „Als ik jou was, dan zou ik niet de Alleenverkoop en Gros Den Helder en Omstreken JAC. VERFAILLE. Groothandel in Tabaksfabrikaten. netelige vraagstuk, in zicht is. Er kun nen zich natuurlijk: nog omstandigheden voordoen, die een crisis mogelijk maken en die een bevredigende oplossing verre doen zijn. De crediteurstaten hebben zich bereid verklaard aan te nemen: le. de gemiddelde annuïteiten van 2050 millioen mark, gelijk Owen Young voor het herstel en voor de schulden geduren de de eerste 87 jaren heeft voorgesteld; 2e. de betaling der oorlogsschulden ge durende de laatste 22 jaar; 3e. bovendien zou den Belgen met be trekking tot de tijdens de Duitsche be zetting uitgegeven markbiijetten voldoe ning worden verschaft; 4e. ten slotte zouden, onafhankelijk van de kapitaalverschaffing tot oprichting der bank voor internationale betalingen, die staten, welke dit instituut van dienst zal zijn, n.1. Duitschland, betalingen doen als bijdrage van zijn functionneering. De gedelegeerden geven overigens ook Ingezonden Mededeellng. iWaarschawlrigfiHignaten. Als uwi organisme zelf u door pijh en kwalen; een duizelig gevoel, oorsuizingen en andere stoorisseni waarschuwt, dat de nieren het urinezuur eni andere vergiftige stoffen niet behoorlijk uit het bloed' £11- treeren, dient gij u in acht te nemen. Gij kunt het spoedig 'genoeg zelf uitmaken: Let er op of gij last hebt van rugpijn, rheumatische pijnen, ischias of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig, afgemat gevoel, een gevoel of uw ooien suizen of gonzen, te vaak of te weinig aandrang tot urlnee- ren, troebel; te donker of te licht gekleund water. 'Bradend en pijnlijk bij de loozing. Zanderig, gsuisachtig ol draderig be zinksel. Elk dezer verschijnselen kan beteeko- nen, dat uw nieren hulp behoeven. Ge bruik dan onmiddellijk Foster*s Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden aanbevolen als het middel, dat de verzwakte niezen op wekt, de urinieloozing regelt en u bevrijdt van rugpijn, rheumatiek en die andere ellendige verschijnselen van nieraamdoo- hrkrjjgibaar (iij glasverpahMng met geel etiket' let mep y^orai op) btf apo theken «n drogisten f pes Alice keek mij met groote oogen aan en een uitdrukking van schrik, van af schuw bijna op haar gelaat „Je wilt toch niet zeggen, dat Je haar een visite gebracht hebt, dat je in haar huis geweest bent, Kate?" riep ze uit Ik knikte. „De regen overviel mij en zij vroeg mij, binnen te komen", legde ik kalm uit „Zij is een heel lieve dame". Alloe keek mij onbegrijpelijk aan. „Maar Kate, heeft Lady Naselton je dan niet van haar verteld? Je hebt toch wel gehoord, wat de menschen zeggen?"1 Ik haalde even de schouders op. „Lady Naselton heeft mij heel wat ver teld", antwoordde ik. „Maar ik maak er mijn werk niet van, om maar dadelijk 'al het leelijke te gelooven, dat ik van iemand hoor. Vind jijzelf dat wel goed?" Het gelaat van mijn zuster werd koud en hard. Zij was de predikantsdochter, in wier oogen het flauwste zuchtje van schandaal was als een verschroeiende wind. Haar gezichtspunt, en bijgevolg haar oordeel, schenen te gelijkertijd wreed en bekrompen. (Wordt wvolgdj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 1