T TWEEDE EN LAATSTE BLAD. STADSNIEUWS. VAN DINSDAG 28 MEI 1929 GEMEENTERAAD De heer Driessen, Burgemeester onier gemeente, heeft zich bereid ver klaard het Beschermheerschap van het Stedelijk Muziekcorps te aanvaarden. Op 8 Mei j.1. slaagde te Utrecht voor het voorbereidend examen in de gemeen teadministratie, met vrijstelling van het mondeling gedeelte, onze plaatsgenoot, de heer G. van der Kooi. De oudjes van „Liefdadigheid naar Vermogen" werden getracteerd op belegen broodjes en gebakjes. Den gever, die on bekend wenscht te blijven, hartelijk dank. JACOB DUIT. t De lezer zal zich herinneren, dat wij een maand of wat terug om juist te zijn, in ons blad van 23 October 1928 een artikeltje wijdden aan den oud-schip- £er en gepensiopneerd liohtwachter Jacob luit, wonende op den Parallelweg alhier, die den 25sten October in goede gezond heid zijn SOsten verjardag vierde. Duit was een van die stillen, liij hield er niet van aan den weg te timmeren, maar toch vond hij, toen we eenmaal bij hem zaten oxtf eens wat over zijn reddingen te ver nemen, het wel aardig, dat er eens notitie van hem genomen werd. Veel medailles en diploma's bezat hij niet, maar de eere- medallle van Oranje-Nassau met diploma spreekt in dit verband boekdoelen. Duit kas het ook, die in 1919, toen Hare Ma jesteit een bezoek bracht aan het naar haar dochter genoemde Julianadorp, be zoek ontving van de vorstin in zijn huisje aldaar. Hoevelen hij van den dood in de golven h»eft gered, valt onmogelijk te zeggen: Duit zelf heeft er geen boek van gehou- dai en ook anderen hebben ze niet dan onvolledig genoteerd. Maar het zijn er heel wh geweest. Van de Belgische regeering krteg hij een diploma wegens het redden van 10 Belgen en 1 Nederlander op B No- venber 1896. Als luchtwachter van „Fdga" heeft hij aan eenige drenkelin gen, die hij gered had, onderdak, voedsel en zelfs kleeren geleend. O) zijn 67e jaar was hijgemobili seerd als serigeant-kustwachterl Diiit was een van die sterke, stoere Hollanders, die merg in hun botten heb ben, een van het ras van Dorus Rijkers, die den naam van ons land hooghouden. Maar ook hem heeft tenslotte de onver biddelijke dood achterhaald en hij heeft den tol betaald, dien wij allen moeten be talen. Maar hier in Den Helder zal zijn naam riet uitsterven; Jacob Duit zal blij ven voortleven tot in lengte van dagen naast de Dito's, de Been's, de Bot's en naast Dorus Rijkers. Ook voor hem zal straks liet door de bijdragen van jtoet Ne- derlandsche volk alhier op te richten monument gelden. 1 De begrafenis heeft plaats a.s. Woens dag 1 u. Vertrek van het sterfhuis Paral lelweg 27. NA HET VLIEGONGELUK TE BAGDAD. Blijkens door den commandant Van het vliegkamp te Soerabaja van den consul te Bagdad ontvangen telegram zijn sergeant- vliegtuigmaker Langeraar en korporaal- vliegtuigmaker Simons, die bij het onge luk met de Dornier Wall-vliegboot te Bagdad gewond waren, hersteld en zullen zij van de week naar Soerabaja ver trekken. R.-K. KIESVEREENIGIN G. Naar wij vernemen, zal door boven genoemde Kiesvereeniging een groote propaganda-vergadering worden gehou den op Woensdag 5 Juni a.s., in het ge bouw van den R.-K. Volksbond. Als spre kers zullen dien avond optreden de hoe ren Ch. L. v. d. Bilt en Dr. Kortenhorst. VREEMDELINGENBEZOEK AAN HUISDUINEN EN DEN HELDER. Naar aanleiding van het artikeltje van den heer Slicher in „de Kampioen", het orgaan van den Alg. Nederï. Wielrijders- bond, ontvangt de V.V.V. „Helder's Be lang" dagelijks en met elke post aanvra gen om inlichtingen betreffende onze stad en de pension-gelegenheid te Huisduinen. In de maand Juli komt een gezelschap van 60 Duitschers uit Essen a/Ruhr een bezoek brengen aan de Zuiderzeewerken. De bedoeling is hier ter plaatse te over nachten. Het gaat dus thans den goeden kant uit. STAFMUZIEKKORPS KONINKLIJKE MARINE. Kapelmeester: L. H. F. Leistikow. Ooncert op Dinsdag 28 Mei van 7 u. 30 tot 9 u. 30 voor het paleis van den Vice- Admiraal. Programma: Koninklijke Marine. Defileermarsch. A. L. Hazebroek. Die schone Galathé. Ouverture. F. v. Suppé. 3- Kaiser und die Kaiserin, Walzer, R. Ellenberg. 4- Concert Polka voor Piccolo. L. H. F. Leistikow. Solist de heer Th. Donkers. 5. Der Bajazza-Pagliacci. Fantasie. R. Leoncavallo. De Vlagofficier. Marsch. L. H. F. Leistikow. 7- Cprtège Etincelant. F- ,P°P>'- 8. Ons Vorstenhuis. Fantasie. L. H. F. Leistikow. 9. Finale. ORANJE HARMONIEKAPEL. Dir. de heer A. Haanstra. TWEEDE GEMEENTE-CONCERT. te geven op Woensdag 29 Mei 1929, in de muziektent te Julianadorp (gem. Den Helder), des avonds van 8 tot 10 uur. Programma: 1. Koraal. 2. Altijd vroolijk, marsch Helm. 3. Die vier Menschenalter, ouverture Mehul. 4. Grande Valse de Concert Rugers. 5. Fantaisie sur 1'opera De Tooverfluit Mozart. Pauze. 6. De zwarte Diamant, ouverture H. Stasz. 7. Flautinette. Polka voor piccolo Doyer. (Solist de heer Klooster). 8. Neurenberger Poppen Adam. 9. Jeugdherinnering, marsch A. Haanstra. Behoudens toestemming van pollde-autori- teiten. ZOMER-CONCERT, te geven door de Harmoniekapel „Win- nubst" op Donderdag 30 Mei des avonds van 8.30 tot 10 uur in het Julianapark. Directeur de heer H. B. Schenkels. Programma: 1. Bravour-Marsch C. Zillmann. 2. Le collier de la reine, ouverture, E. Tavan. 3. 'I esoro Mio, Grande Valse, E. Becucci. 4. Chants du soir, Reverie, J. Furgeot. 5. Limburgia, Ouverture de Concours, W. H. Schulpen. 6. Albert et Isabelle, Fantasie, C. Robert. 7. El Capitan, Marsch, J. P. Sousa. (Nos. 2 en 5 wonden uitgevoerd op het Natio naal Muziekconcours, 16 Juni te Amsterdam.) REVUE „HOLLAND IN VUUR EN VLAM". Zondag- en Maandagavond werd in Casino 3e revue onder bovenstaanden titel vertoond, door een gezelschap, be staande uit de beste artlsten. Namen als Wiesje Bouwmeester, Louis van Domme len en veel andore spreken voor zichzelf. De revue stond dan ook op hoog peil en kan de vergelijking met veel andere zeer goed doorstaan. Men heeft het niet, zoo als bij Bouwmeester, gezocht in weelde van costuums en decors, die in oogen- verbllndende pracht voorbijtrekken, men heeft het ook niet gezocht In een totale verwaarloozing van het uiterlijk en meer een samenhangend geheel van scènes gegevener is in alles de gulden mid delmaat betracht en daardoor kon men velen tevredenstellen. „Vielen getallen ist schlimm", zeide Schiller en ook hier blijft wel wat te wenschen. Men zou in het algemeen een tekort aan fantasie, aan werkelijken geest ook, kunnen con- stateeren. Niettemin blijft men den gan- schen avond geboeid. De revue bestaat uit drie-en-twintig verschillendet,afereelen. Afwisselend brengen zij goeden zang, dans, fraaie ensembles van costuums en decors, er. ook goede tooneelspelkunst. Dit laatste, dank zij de medewerking van artisten als Wiesje Bouwmeester, Louis van Dom melen, John Schilthuizen, e.a. Bizonder fraai is wat ons hier door een Russisch danspaar wordt gebracht, Paplovska en Taneëff. Vooral het vrouwtje, teer en frêle als het is, danste uiterst gracieus. Het was een der groote aantrekkelijkheden van dezen avond en terecht heeft men dit begrepen, want het danspaar treedt in een aantal scènes op. Het is moeilijk uit het groot aantal scènes eene keuze te doen. De inleidende scène van de brandweerkazerne, die den titel moet doen verklaren, brengt ons al dadelijk de beide kostelijke typen Vlug en Vlot der vrijwillige brandweer (Schilt huizen en van Dommelen), en ook maken we hier reeds kennis met het danspaar. Twaalf girls vormen eveneens door hun aardige costuumpjes en hun vlot en lenig dansen een groote attractie. Kostelijk was ook de scène van de drie koningen in Kaboel, geestig die van den dagelijk- schen bokswedstrijd tusschen Frans Boo- gaert en Wiesje Bouwmeester, met Schilt huizen als scheidsrechter. Louis van Dommelen heeft ons een half uurtje alleraangenaamst bezig ge houden met de scène »Sally op de Galerij* in dit één actertje moet ook worden ge- npemd Frans Bogaert met Loukie Roose-, laar, welke als verliefden fljn-geestig spel gaven. Arnold Schotanus deed ons ge nieten van een prachtigen bariton. Verder noemen we nog de poppen-scène en de Wiener Scène om de alleraardigste toi letjes der meisjes; de laatste in Bieder- meyerstijl, hetgeen weinig minder dan charmant was. Kostelijke Weensche wals muziek begeleidde dit tooneel. Ook de finale van het eerste bedrijf carnaval in Venetië was zeer aantrekkelijk. In de laatste finale, die ons in Spanje ver plaatste, hadden de beide dansers, weder gelegenheid hun talent op andere wijze te uiten, nl. in woeste, fanatieke Spaan- sche dansen. De muziek vormtéénbelanhrijkonder deel van deze revue; meestal aanvaardt men haar maar als iets bijkomends, maar men geeft zich geen rekenschap, dat ook het arrangeeren der muziek een belang rijk onderdeel van zoo'n revue is. Het orkest stond onder leiding van Jules Susan, een kapelmeester van erkende be kwaamheden, vroeger aan het gezelschap Bouwmeester verbonden en die ook thans weder in Augustus met Bouwmeester hier komt. Zelf schreef hij enkele scènes, en buitengewoon geestig illustreerde hij het allerkostelijkst lied van de drie Aman- oellas. Ook de muziek van den Veneti- aanschen dans, waar de 12 mixed girls op dansten, trof ons door haar geestigheid en juiste karakteriseering. Maken wij voor deze revue de balans op, dan valt dus te concludeeren, dat we te doen hebben met een eerste-rangs- prestatie, welke in haar soort voortreffelijk is; goede muziek, goede tooneelscènes, mooie ensembles, buitengewone ballet kunst. Regisseur is de heer Leon Boedels, de bekende jarenlange regisseur van Flora, thans wederom afgebrand, zooals men weet. Iemand dus, die de knepen van het vak kent en van wien men iets goeds rnaj* verwachten. HET MARINEPERSONEEL. De belangen van Den Helder. Op de vragen van Ihet 'Tweede Kamerlid den beer IJzerman betreffende de nadee- lige gevolgen voor de financiën der ge meente Den Helder van het in dienst stellen van marinevaartuigen aldaar en de overplaatsing van marinepersoneel na 1 Mei, heeft de minister van Defensie in overleg met den minister van Financiën geantwoord, dat het inderdaad in de laat ste jaren enkele malen is voorgekomen, dat ipdienststelling van een marinevaar tuig én vervanging van vóór 1 Mei uit Den Helder overgeplaatste militairen der zeemacht eerst na .dien datum plaats had den. In deze gevallen werd door het dienst belang niet geëischt, dat de indienststel- ling of plaatsing op of vóór 1 Mei ge schiedde en konden bezwaarlijk de finan- cleele belangen der gemeente Den Helder als grond gelden om een en ander noch tans op dien datum te stellen, te meer, om dat het belang van het personeel, dat in die gemeente aan een zwaren belasting druk is onderworpen, daarmede geenszins gediend zou zijn. Aangezien de minister zidh moet voor behouden, maatregelen te nemen, die hij noodig acht In het belang van den dienst en van het personeel, kan hij geen vrij heid vinden thans wijziging te brengen in de hierboven uiteengezette wijze van werken. Vergadering van Donderdag 23 Mei. Het hierondervolgende stuk moest Za terdag wegens plaatsgebrek blijven over staan. Onderwijs. Voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van het bestuur der Protes- tantsche Vereeniging tot stichting en in standhouding van een school met den Bij bel te Koegras om afkoop van de vergoe ding ingevolge art. 205 der L.O.wet 1920 voor de bijzondere school te Koegras. Held. Crt 21 MeL De heer M o n h e m i u s zal de behan deling van" dit punt met wat meer tem perament moeten doen dan andere pun ten; spr. heeft een paar emotievolle dagen achter zich. Hij is medelid van het school bestuur te Koegras en voorstander van de christelijke school, en hij voor zich wil school en woning liever behouden dan dat ze aan de gemeente overgaan. De Voorzitter: U krijgt uw zin! De heer Monhemius moet evenwel als voorzitter van het schoolbestuur het voor stel B. en W. bestrijden. Tot spr. leed wezen is de nagedachtenis van den heer Van der Veer geschonden. Er is namelijk gezegd dat de heer Van der Veer met geld in deze school zat. Dat is een perti nente onwaarheid. Wel heeft de heer Van der Veer jaarlijks groote offers gebracht aan de school. De Voorzitter: Men miszegt er toch niets mee als men zegt, dat de heer Van der Veer in de school was geïn teresseerd. De heer Biersteker begrijpt niet. wat dit ermee te maken heeft. Niemand in den Raad heeft ooit die gedachte ge koesterd De heer Monhemius: Dat de finan- tieele toestand van de school slecht zou zijn, is onwaar. Alle nieuwe christelijke scholen verkeeren eenigszins in nood; de toestand aan de oude is beter. Maar de beide oprichters, waartoe ook de heer Van der Veer behoorde, werden oud en hen bezwaarde het denkbeeld hun kinde ren met deze school te belasten. Vandaar, zij met dit voorstel kwamen. Spr. protes teert er voorts tegen, dat twee onderwij zers van de openbare school propaganda hebben gemaakt voor die school. Zooiets moest verboden zijn. Uitvoerig gaat spr. op een en ander in. De christelijke scholen krijgen nog steeds veel te weinig, het belang van de gemeen te is dat zij bij overname van de school nog een stuk grond overhoudt benevens een gebouw, dat er over 45 jaar nog zal staan. De school is er bij loting gekomen, en principieel was hiermede de zaak uit. Als er een openbare school ware gekomen, zou men er ook tevreden mee moeten zijn geweest. Hoezeer het spr. aan het hart gaat, het gemeentebelang eischt thans overname der school. Uitvoerig gaat spr. de in de bijlage ge maakte berekeningen na. De taxateurs hebben den levensduur der school, op 45 jaar gesahat, maar er is een afzonderlijke nota van een hunner, die slechts tot 30 jaar komt. Die nota is van den heer Duin- ker, een van spr. ondergeschikten, een zeer bekwaam en eerlijk man, zeer consciëntieus, maar die met spr. verschilt in teohnisch inzicht. Spr. is van meening, dat de school wel 45 jaar kan bestaan, niemand in den Raad weet wat het gemid delde cijfer was der schatting. Spr. wil het hier wel mededeelen, het is 461/» jaar. Hoe kwamen B. en W. er toe, vraagt spr., eene berekening op te nemen van 30 jaar en daarop hun afwijzende conclusie te bouwen? De Voorzitter: Is u uitgesproken? Gelach en geroep: Welnee, dat ls de ln- lelding! De heer Monhemius: Het volgend jaar komt een groote toename van leer lingen en wordt het een goed schooljaar. Spr. zal tegen de voordracht stemmen en verzoekt aan het College aan de open bare onderwijzers een vingerwijzing te willen geven, dat zij dergelijke propagan da achterwege laten. De Voorzitter vestigt de aandacht op de uitlating van den heer Monhemius, dat het voorstel tot overname gedaan is uit angst, dat men later meer zou moe ten betalen. Van eenig gemeentebelang was daarbij dus geen sprake. Het briefje van den heer Duinker. Als er eenig verschil van meening bestaat omtrent den levensduur van een gebouw, is het logisch, dat men den kortsten ter mijn neemt. Daarbij bleek, dat er geen voordeel voor de gemeente aan verbon den was, alleen risioo. Wij hebben den oud-Romeinsohen rechtregel gehuldigd: in dubio abstine (bij twijfel onthoude inen zich). Dat is, ontdaan van alle franje, in 't kort de geschiedenis. Propaganda van openbare onderwij zers. Spr. heeft nooit den indruk gekre gen, dat openbare onderwijzers de kin deren van de chr. school willen aftrogge len. Dat zal wel overdreven zijn voorge steld. Maar er gaan op de chr. scholen wel kinderen van andersdenkenden. De heer E y 1 d e r s stemt tegen de bij lage. Er is een taxatiecommissie benoemd en men mag toch aannemen, dat dat 8 serieuze menschen zijn. Maar dan moet men ook het gemiddelde der taxaties nemen. De Voorzitter: Het was geen arbi trage, maar een taxatiecommissie. De heer E y 1 d e r s meent, dat men dan toch het gemiddelde moet nemen. Door de minste te nemen, spreekt men twijfel uit aan de andere. Er is ook bezwaar ge maakt in de Oomm. van Bijstand tegen de eenzijdige samenstelling der commis sie. De heer De Zwart: De door de ge meente benoemde commissie werd ge wraakt door 't schoolbestuur. Toen is de heer Duinker benoemd door het school bestuur zelf en diens advies is nu opge volgd. De heer E y 1 d e r s keurt het af, dat het College de laagste taxatie nam. De heer V a n O s heeft zich nogal ge amuseerd met den heer Monhemius. Deze heer komt nog al eens met zichzelf in tegenspraak. Ook spr. is van meening, dat een termfjn van 30 jaar voor den levens duur te laag is. Zóó slecht is die school niet gebouwd, en het is verkeerd van de gemeente op die gronden de school af te wijzen. De heer Biersteker is kriegelig ge worden, omdat de heer Monhemius din gen ter sprake heeft gebracht, die met de zaak niets te maken hebben. Niemand onzer heeft ooit aan de goede trouw van den heer Van der Veer getwijfeld en mochten er dienaangaande praatjes rond gaan, dan acht spr. het beneden de waar digheid van den Raad daaraan aandacht te wijden. Maar de heer Monhemius heeft ook an dere dingen ter sprake gebracht, n.1. de propaganda van de openbare onderwij zers. Het is ieders recht te onderzoeken of op een chr. school kinderen voorkomen, die bij het openbaar onderwijs thuishoo- ren, en dit wordt ook van andere zijde gedaan. Geloof maar, als er a.r. kinderen op een openbare school zijn, dat men dat onderzoekt en er een einde aan tracht te maken. Laat men ieder vrij laten in zijn propaganda. Wij raadsleden hebben de zaak alleen uit een oogpunt van gemeentebelang te bezien. Is het het belang van de gemeen te, dat die school wordt overgenomen en brengt defce overname finantieel voor deel mee? Als dit zoo is, dan moeten we het voorstel aannemen. Het College komt evenwel tot een andere berekening, naar aanleiding»van de taxaties der deskundi gen. Ik vraag me af: is het Co'lege niet al te voorzichtig en moet de vraag niet onder de oogen worden gezien of met eenige voorziening betreffende fundee ring de levensduur kan worden verlengd? Er komt bij, dat de gemeente op het oogenblik wellicht goedkoop geld kan krijgen. Laat men deze zaak nog eens na der onder de oogen zien. De heer Van Dam constateert, dat er ten opzichte van het onderwijs verschil van standpunt bestaat. De achtergrond van een andere levensbeschouwing zit er altijd achter, maar die ls er niet door het schoolbestuur in gebracht, wel in de stuk ken naar voren gekomen. Het is van be lang, dat wij trachten loyaal te zijn. Dat de heer Duinker nog secuurder is dan secuur, verwondert spr. niet. Maar spr. zou gaarne eens vernemen of het ge meentebestuur genegen is alle adviezen van dien heer op te volgen. De heer Biersteker: Dat is een andere kwestie 1 De heer Van Dam: Als we zien hoe men een oud raadhuis, dat als gebouw al 40 jaar bestaat, nog eens weer belast met een groot bedrag, dan bewijst dat, dat men bij de gemeente niet altijd zoo voorzichtig is in dergelijke gevallen. Maar meu schijnt te denken, dat men de school in Koegras steunt door haar over te nemen. De heer De Boer wenscht een woord van protest te doen hooren tegen de woorden van den heer Monhemius, waar deze zeide, dat openbare onderwijzers propaganda maken voor de openbare school. Wat die onderwijzers preöies ge zegd hebben, weet spr. en ook waar schijnlijk de heer Monhemius niet. Maar gesteld, dat ze inderdaad gedaan hadden wat gezegd wordt dan is dat tenslotte niet meer dan het belijden van een beginsel en niemand heeft het recht dat in hen te laken. Spr. herinnert er voorts aan, dat in eerste instantie een andere commissie was aangewezen voor taxatie, die even wel niet in den smaak viel van de heeren der Prot Schoolvereeniging, die zelfs weigerde hen op hun terrein te ontvan gen. Als men dus spreekt van gebrek aan vertrouwen, steke men de hand in eigen boezem. Evenwel, dit alles heeft met de zaak niet te maken. De commissie is gekomen met een meerderheids- ep een minder heidsrapport. Een gemeentebestuur kan overgaan tot een finantieele daad, als het zekerheid heeft omtrent het daaruit voort vloeiende finantieele voordeel. Met ge middelden kan zich een gemeentebestuur niet ophouden. Dat men tot deze conclusie is gekomen, is dan ook goed gezien. Ove rigens is er nog de regeeringscommissie- Rutgers, en bestaat de mogelijkheid, dat er betreffende de betaling door de ge meenten eene wetswijziging komt, waar door de transactie een groot nadeel zou opleveren voor de gemeente. De heer De Nijs sluit zich aan bij het betoog van den heer De Boer. Zeer onjuist is wat de heer Monhemius zeide betreffende de propaganda van de open bare onderwijzers. Het ware beter, dat de heer Monhemius over het geheele land eens eigen vuil wegveegde, dat er opge hoopt ligt. Spr. wenscht verder te pro testeeren tegen de insinuatie van den heer Van Dam, die er den schoolstrijd bijhaalde. Wij zijn het, die in elk opzicht loyaal zijn geweest, maar het is het schoolbestuur geweest, dat arrogant op trad. Het fraaiste is nog, dat hier de heer Duinker, onder een vloed van fraaie rhe- torische woorden, door zijn eigen chef over den hekel gehaald wordt Waarom komt het chr. schoolbestuur met dit ver zoek? Is het uit zuiver gemeentebelang, dan moet zij vragen om een gemeente lijke taxatieoommissie, maar juist die van de gemeente wilde men niet accepteeren. Toen zijn wij zoo loyaal geweest en heb ben gezegd: wijst u dan iemand aan. Nu komen ze ons verwijten, dat we ons hou den aan den termijn van 80 jaar. Maar dat spreekt tooh vanzelf, niemand had aan 45 jaar gedacht. Er is gezegd: de commissie was eenzijdig samengesteld. Ja, het schoolbestuur wenscht een geheel rechtsche commissie. De thans gevolgde wijze is de meest loyale. Wij willen de school overnemen, mits dit geen finan tieel nadeel voor de gemeente meebrengt En dat B. en W. zich aan den lagen kant houden, is zeer terecht. Mevr. Dekker wenscht een woord van protest te doen hooren tegen de uit latingen des heeren Van Dam betreffen de de bijgedachten, die wij hierbij koes terden. In de Cie. van Bijstand is daar met geen woord over gesproken. De heer De Zwart beantwoordt de verschillende opmerkingen. Bij dit punt is de financieele zijde domineerend. Een paar factoren, die pleiten voor groote voorzichtigheid in deze, zijn onvoldoende belicht geworden. De gemeente moet thans aan het school bestuur ingevolge de wet betalen 6.214 der geschatte waarde. De Cie. Rutgers is aan het werk om te onderzoeken of hierin wijziging dient te komen. Dat kan evenwel alleen betreffen een wijziging om de gemeenten van de hooge renten te ontlasten. Het is dus mogelijk, dat dit voor de gemeenten voordeeliger wordt. Het tweede is de kosten eener leeriing. Op het oogenblik is in de bijlage reke ning gehouden met een rentevoet van 4"/« die de gemeente zou moeten beta len. Maar thans reeds, als de gemeente zou moeten leenen, zou zij waarschijnlijk niet onder de 51/» klaarkomen. En daar komt bij, dat men voor 40.000.niet gaat leenen, dus er gaat nog eenige tijd overheen, waardoor het nog duurder kan worden. Op deze gronden verdient aan koop naar spr. meening, geen aanbeve ling. In het het College bestaat te dien aanzien geen politieke tendenz. De heer Biersteker: Dat mag ook niet! De heer De Zwart: Neen, maar per slot van rekening zit men er toch niet om zijn beginsel te verloochenen. Maar hier zitten naast elkaar iemand van rechts en een soc.-democraat, die juist staat op het standpunt van de gelijkstelling, en aan wien die gelijkstelling juist te danken is geweest. En daarom protesteert spr.«te gen de woorden van den heer Van Dam, als zou het prae-advies van B. en W. be- heerscht worden door het denkbeeld, dat het hier een chr. school betreft. Integen deel, het College was aanvankelijk van meening, dat het voordeeliger ware de school over te nemen. Spr. twijfelt er niet aan of de heer Van Dam zal de woorden aan het College wel terug willen nemen. De heer Van O s: Bij spr. staat vast, dat bij het gemeentebestuur geen poli tieke bedoelingen bestaan. Maar we heb ben hier een rapport van een taxatiecom missie, met een apart briefje, dat daarvan afwijkt. Zooiets geeft geen pas, meent spr., en daarom is de berekening, die ge baseerd is op verkeerde cijfers, onjuist. Laat men een behoorlijk deskundig on derzoek instellen naar de scheur, waar van hier sprake is, en die desnoods repa- reeren. Maar men stelle niet op onjuiste gegevens een taxatie op. Spr. stelt voor de voordracht alsnog terug te nemen en een nieuwe berekening op te zetten, waarbij ook met het verhoogde leeningspercen- tage rekening wordt gehouden. De Voorzitter merkt op, dat deze nieuwe taxatie niet werd gevraagd door het gemeentebestuur, maar door het schoolbestuur. Ook is er onvoldoende op gewezen, dat de andere taxateurs ook een restrictie maakten omtrent eventueele re paratie der school. De heer Monhemius repliceert. Na de versohillende gesprekken, met den voorzitter is spr. persoonlijk overtuigd, dat geen politieke tendenz heeft voorge zeten. Maar de Voorzitter heeft zich straks vergist. De opzet was het gemeente belang te dienen, persoonlijk was spr. al thans heilig overtuigd daarvan. Hij her innert aan de vorige geschiedenis betref lende de chr. school in Den Helder. In Koegras hebben de broeders zich bezorgd gemaakt voor hun nageslacht, maar ze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 5