HELDERSCHE COUIAHT „Duinoord" Donkere Duinen. 8-11 uur Dansmuziek UIT DE WIJDE WERELD TWEEDE EN LAATSTE BLAD. STADSNIEUWS. AUTOBUSSEN tot na afloop muziek. VAN DINSDAG 4 JUNI 1929 NEDRRLAAGWEDSTRIJD. Wij herinneren aan den voetbalwed strijd ten bate van bet „Mar. San. fonds" en „Herwonnen Levenskracht" op heden avond 7.30 n. op het terrein Ankerpark. Gespeeld wordt een wedstrijd tusschen Zeemacht en W.G.W. n. Vrijdag wordt, voor hetzelfde doel, een wedstrijd gespeeld tusschen Zeemacht en een elftal van het kantoorpersoneel dèr Rijkswerf. HET AAN HET STRAND GEVONDEN VUIL. Wij hebben, in antwoord op een ingezonden stukje van een inwoner, op informatie van den dienst der Reini ging alhier, medegedeeld, dat het dezer dagen langs de kust gevonden vuil niet van den dienst der Gemeentereiniging af komstig kan zijn. Sedert de publicatie van dit antwoord, schreef onze berichtgever opnieuw over de zaak en bracht verschillende bewijzen bij voor zijn bewering. Zoo deelde hij mede, dat er gevonden waren lucifers doosjes, stukken van trouwkaarten van Heldersche ingezetenen, fleschjes e. d., die alle afkomstig moesten zijn van de Reiniging. Bij zoovele bewijzen moesten wjj ons gewonnen geven, besloten echter, nu men blijkbaar de zaak niet persoonlijk bij de Reiniging wil onderzoeken, een nader onderzoek hieromtrelt in te stellen. Immers, de kwestie van de aanwezigheid van beltvuil aan onze kust is van zeer groot belang voor de ontwikkeling onzer badplaats. Indien het waar zou zijn, dat werkelijk, ondanks alle gedane proefne mingen, het in zee gestorte vuil aan de kust terug zou keeren, zou dat voor Huis duinen, waar straks weder de badgasten komen, weinig minder dan een ramp zijn. Om die redenen hebben wij ons nog maals tot den dienst der Reiniging gewend en den heer Maas, die bij zijn vorige ont kenning bleef, gevraagd een en ander eens nader uiteen te zetten. De heer Maas heeft aan ons verzoek voldaan en de lezer vindt 'hieronder zijn uiteenzettingen. Hieruit blijkt afdoende, dat de schuld geheel 1 het publiek zelf ligt, dat maar regelmatig alles, dat het kwijt wil zijn, in de grachten gooit, vanwaar het' tenslotte langs het Noord-Hollandsch Kanaal en de Buiten haven in zee terechtkomt. De heer Maas schrijft ons het volgende: o Het is den laatsten tijd enkelen strand- bezoekers opgevallen, dat de zee verschil lende voor het strand ongewenschte stof fen heeft aangespoeld. Daar wij in ver band met het vuilnis storten in zee, regel matig het strand en den dijk controleeren, is dit ook ons niet ontgaan. Nu meenen enkele strandbezoekers, dat deze stoffen afkomstig zouden zijn van het vuilnis, dat door de Gemeentereini ging in zee wordt gestort en deze gedachte is eenigszins begrijpelijk. Men weet n.1., dat de G.R. sinds eenigen tijd vuilnis in zee stort en natuurlijk zijn er dan direct booze tongen te vinden, die gaarne trach ten zoo'n nieuwigheidje in een verkeerd daglicht te stellen. Men zoekt en snuffelt en jawel.daar vindt men op het strand eenige voorwerpen, welke mogelijk van de G.R. afkomstig zouden kunnen zijn en onmiddellijk tracht men dan de cou rant vol te schrijven met allerlei klaag liederen in plaats dat men zich ter be- voegder plaatse op de hoogte stelt, i. c. bij de Directie der G.R. Men kan echter gerust zijn, de stoffen, welke men heeft gevonden, zijn niet af komstig van de Reiniging. Het eigenaardige is, men lette hier eens VAN EEN PAARLSNOER EN EEN DOODE MUIS Voor de rechtbank te Wtlrzburg heeft gisteren de 64-jarige schrijver en kunst historicus Alexander baron von Gleichen- Russwurm, een afstammeling van Schiller, terechtgestaan. Hij had den 17en October 1925 op het postkantoor te Bonn ^een parelsnoer, dat hij tevoren verzekerd'had voor 65.000 mark naar Miinchen gezonden, waar het door een juwelier zou worden veranderd. Toen men in Mtlnchen het paket opende, bleek dit geen paarlen, doch een.... doode muis te bevatten. De baron wordt thans beschnldigd niet het parelsnoer doch een doode muis te hebben verzonden. VROUWEN, DIE NIET WILLEN VECHTEN. op, dat die stoffen steeds uit dezelfde i samenstelling bestaan, en wel hoofdzake- i lijk uit: uien, sinaasappelschillen, lucifers doosjes, poetscrêmebusjes, koolraap, stuk jes veen, stroohulzen van flessohen, hout jes, manden, matrassen, krengen en doode vogels. Aangezien wjj, alvorens in zee zou wor den gestort, de noodige studie hebben ge maakt en vele proeven genomen in overleg met bekwame deskundigen (den heer C. Bot e. a.), is het ons bekend geworden, dat het vuilnis, op de juiste plaats en op het juiste tijdstip in zee geworpen, nimmer meer op onze kust kan terug komen. Ge bruik wordt gemaakt van verschillende stroomen, welke in het Marsdiep bij eb en vloed ontstaan en die het vuil zoodanig medevoeren, dat aanspoelen niet kèn plaats vinden, vinden. Die stroomen zijn voor ons van groot belang en maken het in zee storten, zonder dat aan anderen hinder wordt gedaan, mogelijk. Andere Reinigingsdiensten, aan zee of dicht daarbij gelegen, die ook deze economische wijze van vuilvernietiging zouden willen aangrijpen, kunnen hiertoe helaas niet overgaan, omdat, bij ge mis aan die stroomen, het vuil vaak op de kust zou terugkomen. Wij hebben nu, tijdens de proeven, er voor en daarna, ook ontdekt wat de zee bij bepaalde winden aanspoelde, zie de hiervoren met name genoemde stoffen, zonder dat door ons werd gestort. Dit is een poriodiek voorkomend verschijnsel, waaraan men, voor dat wij het vuil in zee afvoerden, geen aandacht schonk en dat zelfs meestal in het geheel niet werd op gemerkt. Het is ons opgevallen, dat deze stoffen voornamelijk worden aangevoerd uit het N.-H. Kanaal. Men kijke eens goed langs de kanaalboorden en v.n.1. tusschen aldaar gemeerde vaartuigen en den wal en men zal ontdekken, dat daar precies dezelfde stoffen drijven, welke men op het strand ontmoet. Deze stoffen drijven af naar zee en worden, bij bepaalde winden, op den dijk en het strand aangespoeld. Voorts is het ons menigmaal opgevallen, dat er veel rommel vanaf den dijk in zee wordt ge worpen, dit blijft dan eenigen tijd langs de kust drijven om daarna op het strand te worden afgezet. Bij de stortproeven, voor eenige jaren geleden gedaan, hebben wij met opzet wel eens gestort op een tijdstip, waarbij was te verwachten, dat het vuil op de kust zou aanspoelen en inderdaad dit geschiedde ten volle. Toen bleek er geen randje vuil op het strand te zijn aangespoeld, maar men vond er wel een enorme hoeveelheid rommel, bestaande uit allerlei stoffen, en waarvan men absoluut niet aan de 'her komst behoefde te twijfelen. Wij hebber- het dan ook door eenige arbeiders onder het zand moeten laten verdwijnen. Verder moet hierbij nog worden opge merkt, dat toevallig al eenige dagen niet door ons was gestort, toen de eerste klacht in de Heldersche Courant versoheen en dat er door ons nimmer matrassen of andere drijvende stoffen in zee worden gelost, ook het ijzer, in verband met de garnalenvisscherij, komt niet in zee terecht. Ik hoop door deze uiteenzetting te he' ben aangetoond, dat men gerust kan zijn wat betreft de vervuiling van ons strand als gevolg van het vuil storten in zee en dengene, die er ernstig belang in stelt, wil ik gaarne alle gewenschte inlichtingen verstrekken en hem zelfs in de gelegen heid stellen een tocht met ons vaartuig mede te maken naar zee, waarbij men niet ajleen de practijk te zien krijgt, maar bovendien, en hier ben ik zeker van, er van wordt overtuigd, dat aanspoelen van het vuil, op de wijze zooals door ons wordt gestort, practisoh onmogelijk is. AANVULLING RAADSVERSLAG. Ter aanvulling van het Raadsverslag in de Held. Courant van Zaterdag, waarin staat, dat het voorstel-De Boer om tot den bouw van 46 woningen over te gaan, met algemeene stemmen werd aangenomen, kunnen wij alsnog mededeelen, dat voorstel inhield, de bouw van 46 wonin gen en een woningtelling te houden om te kunnen nagaan hoe het met de woning- schaarschte is gesteld en tot welk type van woningbouw zal moeten worden over gegaan. Verder staat nog in ons verslag, dat I Deze beslissing werd door het Hof genomen ten aanzien van de zaak van de bekende Hongaarsche paciflste Robika Schwimmer, die te ChiCago woont en bij het onderzoek tot naturalisatie verklaard had, dat zij indien het noodig was, toch niet naar de wapens zou grijpen om de grondwet te verdedigen. Mevr. Schwim mer had aangevoerd, dat het bond%con- gres de vrouwen uitdrukkelijk van mili tairen dienst heeft vrijgesteld, n.1. door de bepaling, dat de gewapende macht uit daartoe geschikte mannen moet bestaan. DE KLUCHT MET HET GESCHENK AAN EINSTEIN. De correspondent van de N. Rott. Crt schrijft: Nu definitief vaststaat, dat prof. Ein stein van Berlijln niets krijgt, geven wij, tot recht besef van de belachelijkheid van het geval, het volgende chronologisch overzicht: 14 Maart. Ter gelegenheid van zijin 50sten verjaardag eert db stad Berlijn zijn beroemdsten inwoner met een vorste lijk gesphenk. Hij krijgt voor zijn leven de beschikking over het zoogenaamde ca valiershuis van den heer von Zachow, ge legen in het fraaie park van Neu-Cladow aan de HaveL 17 Maart. Het blijkt, dat Berlijn over het huis, dat het aan Einstein heeft ca deau gegeven, zelf nog niet kan beschik ken. voorstel van B. en W. verworpen werd met 12 tegen en 9 stemmen voor, waarna de namen der raadsleden volgen. Onder de 9 voorstemmers is de naam van wet houder Bok weggevallen. „MERIJNTJE GIJZENS JEUGD". Nadat bovengenoemd stuk ruim 100 maal door het Ver. Rotterd. Hofstad Tooneel voor uitverkochte zalen werd op gevoerd, heeft de heer Nap de la Mar zelf een gezelschap geformeerd, waar mede hij het land bereist. Na een succes vol begin in Scala te Den Haag, voor stampvolle zalen, trad dit gezelschap o.m. op te Alkmaar, Groningen, Utrecht, De venter, Gouda, Roermond, Bussum, ter wijl het hedenavond begint met een serie opvoeringen in Theater Carré, te Am sterdam. Ook de Casinodirectie alhier is met het gezelschap in onderhandeling om te trachten eenige voorstellingen van dit beroemde stuk gedurende de a.s. kermis te doen geven. We willen hopen, dat ook Den Helder op het lijstje van den heer de la Mar staat, opdat ook onze ingezete nen van deze veel besproken en succes volle vertooning kunnen genieten. Raadsoverzicht. De gemeenteraadszitting van jl. Don derdag stond in het teeken (o Chariva- rius!) van den woningbouw. Er was een plan van de Woningstichting om 104 woningen te bouwen in het Tuindorp. Reeds de vorige week was dit punt ver daagd wegens de te verwachten discus sies. Thans was, op verzoek van eeD tweetal leden, de inspecteur der Volks gezondheid, jhr. de Graaff, ter vergade ring van den Raad om het voorstel van B. en W. nader toe te lichten. De tegen standers van dit groote bouwplan waren verreweg in de meerderheid, zoodat het plan, zooals dat door B. en W. was inge diend, werd verworpen en een kleiner, n.1. 48 woningen, werd aanvaard. Het voorstel was het uitvloeisel van een in November gehouden interpellatie door den heer De Nijs. .Daarin werd zeer geklaagd over woningtekort en aange drongen op spoedigen bouw. Nu doet zich het eigenaardige verschijnsel voor, wij wezen er reeds op, dat onze bevol king niet toeneemt, terwijl daarentegen de laatste jaren de woningbouw van par ticuliere zijde wel toeneemt. De heer De Zwart verklaarde dit verschijnsel uit het feit, dat, tengevolge van de nieuwe sala risregeling bij de marine thans vele jongere matrozen en mariniers trouwen en een gezin stichten. Nu,Nna enkele ja ren, doet zich de uitwerking daarvan ge voelen, want er is steeds een tekort aan woningen en de lijsten welke de „Wo ningstichting" bijhoudt van aspirant huurders, worden niet kleiner. Daar tegenover merkten de tegenstanders op, dat h.i. deze menschen door dergelijke woningen niet waren geholpen. Men wil ze uit de vele krotten en slechte wonink jes verdrijven, maar men geeft ze te dure woningen ervoor in de plaats, zoodat men het doel voorbijstreeft. Men bouwe, aldus werd gezegd, o.a. door de heeren Van Loo en Schoeffelenberger, goed- koope woningen, die voor 2.50 tot 3. kunnen worden bewoond, dan zal men resultaten bereiken. Om deze antithese bewogen zich in hoofdzaak de debatten. Jhr. de Graaff slaagde er niet in den Raad van inzicht te doen veranderen; zooals hij reeds zeide, redeneerde men langs elkander heen. Dat onder deze omstandigheden de hoofden warm werden en de harten boordevol, laat zich denken, en dat er dientengevolge booze woorden vielen, eveneens. Tot bij middernacht is de Raad met deze voordracht bezig geweest, en toen was het lot beslist en het kleine, z.g. halve plan, aanvaard. De heer Monhemius heeft zich gestoo- ten aan onze kwalificatie betreffende zijn oratorische talenten, waarin wij hem ver geleken met den grooten Griekschen re denaar Demosthenes. En deze ergernis was geenszins, zooals de klassiek-aange- legde lezer wellicht zou denken, het ge volg van het feit, dat deze geachte spre ker (de heer Demosthenes namelijk) zijn welsprekendheid te danken had aan het 18 Maart. In ruil voor het cavalierstouls biedt de magistraat professor Einstein nu een ander terrein aan, te weten een ge deelte van een erf. Einstein zou daar dan zelf een huis op kunnen bouwen. 19 Maart. Het bewuste terrein blijkt van de landzijde geen toegang te hebben, om dat er een schuur voor geboüwd is. De toegang naar de waterzijde blijkt het eigendom van een motorclub. 28 April. De stad verzoekt Einstein nu een stukje grond uit te zoeken, dat zij dan voor hem koopen zal. Einstein laat de keus vallen op een terrein bij Caputh, prijs 20.000 Mark. 11 Mei. De gemeenteraad stelt de beslis sing omtrent den koop van een bouwter rein voor prof. Einstein uit. 15 Mei Einstein deelt den burgemees ter mede, dat hjj van het geschenk afziet. Hij heeft het terrein in kwestia intus- schen uit zijn eigen zak betaald' en er een houten huisje op laten zetten. 29 Mei De magistraat besluit het voor stel omtrent een geschenk aan prof. Ein stein „in overleg met de familie" in te trekken. Hiermee is de klucht afgeloopen ALS HET WARM IS Warm weer werkt dikwijls onaange naam op het humeur. Er zijn menschen, die normaal altijd even welwillend, ver draagzaam en vergevingsgezind zijn, maar die, zoodra de thermometer wat hoog staat, prikkelbaar opvliegen en hevig uitvaren, waardoor zij nog warmer en dus ook nog kwader worden. Zoodra het war- kauwen van kiezelsteentjes. Het is waar, dat het een ongebruikelijke manier is om te leeren spreken, maar waarschijnlijk waren de gebitten der oudheid nog iet wat solieder dan die van ons tegenwoor dige, door en door gedegenereerde, ge slacht. Neen, de oorzaak van het feit, dat de heer Monhemius zich aan onze vergelij king stootte, isu raadt het in geen tienen, deze, dat hij, in eigen oogen, geen spreker of redenaar is. Nu geven wij toe, dat het zeggen van Homerische verzen met den mond vol kiezelsteentjes een gansch ander effect maakt, dan de bloemrijke Nederlandsche taal, die zonder kiezelsteentjes in de raadzaal werd gehoord, ook al was die niet gespeend! van epitheta ornantia, maar wij begrijpen niet wat oneervols er in onze vergelijking was. En wij kunnen den heer Monhemius dan ook niet belo ven geen verdere vergelijkingen of com mentaren op zijn woorden te geven, in dien onze overzichten daar aanleiding toe geven. Toelichting: De Grieksche redenaar Demosthenes leefde in de 4e eeuw vóór Christus. Om zuiver spreken te leeren nam hij kiezel steentjes in zijn mond. Epitheta ornantia noemt men de bloemrijke beelden, die de oude Grieksche dichters gebruikten: „Snelvoetige" Achilles, „listen-verzinnen de" dochter van Zeus, e.d. ZEEKRIJGSRAAD DEN HELDER. Zitting van Woensdag 29 Mei 1929. Uit Jaloezie De gewoon dienstplichtig matroos A. J. M. dienende a. b. van Hr. Ms. Wacht schip alhier, nam uit het kastje van een zijner medeschepelingen een zilveren polshorloge weg, met de bedoeling dit zich wederrechtelijk toe te eigenen. De eenige reden, die de man voor het plegen van zijn daad op kon geven was ja- loerschheid. Alle kameraden hadden zoo'n tikkertje en hij meende er dan ook, met het oog op zijn prestige van all round zeeman niet langer buiten te kun nen. Waar hem evenwel de spijkers ont braken om een nieuw te koopen, stelde hij zich tevreden met het reeds gedragen klokje van een collega. De kameraad in kwestie was hierover echter niet zeer te spreken en den fiskaal had hjj in deze aan zijn zijde. In verband met het blanco strafregis ter van den lange-vingerman meende de fiskaal met een disciplinaire straf te kun nen volstaan, aber.... es hat nicht sollen sein. De burgemeester n.1. van de ge meente, waar M. het laatst had gewoond, had nog zulke onaangename herinnerin gen aan dit onwillige schaap zijner kud de, dat hij een zeer ongunstig rapport over hem uitbracht, met gevolg dat de fiskaal een gevangenisstraf van 2 maan den, met aftrek van een maand voorar rest eAschte. Overeenkomstig dezen eisch werd door den krijgsraad vonnis gewezen. Een geboren koloniaaldat was zijn geluk. De gewoon dienstpl. matroos W. M., had te Nijmegen gepassagierd met een broer van hem, die juist in de gelukkige omstandigheden verkeerde, in het bezit te zijn van het handgeld van koloniaal. De gebroeders waren zeer broederlijk op stap gegaan en hadden broederlijk ge fuifd, met gevolg dat ze min of meer broederlijk onder den invloed gekomen waren. Op zichzelf was deze zwelgpartij nog goed afgeloopen als ze niet een kor poraal van de landmacht ontmoet hadden, waarmee de matroos, overmoedig gewor den door de spiritualiën, kwestie kreeg. „Stomme big" was de kwalificatie voor den korporaal, die zich deze vriendelijk heid niet liet aanleunen en rapport op maakte. De matroos weigerde evenwel mer wordt stijgt het aantal aangiften bij de politie betreffende beleedigingen en mishandelingen en een statistiek over deze klachten zou aardig parallel loopen met den stand van den kwikkolom in den thermometer. Ter illustratie kan het vol gende voorval dienen. Twee jongelui uit Den Haag liepen Dinsdag over de West Kruiskade te Rot terdam. Een dienstmeisje was bezig de stoep van een huis te boenen en een van de jonge mannen kon aan de verleiding geen weerstand bieden om een klap te geven op het gedeelte van het dienst meisje, dat naar de straat was gekeerd... Het dienstmeisje werd boos, pakte haar emmer op en keerde deze pardoes om over den vrijpostigen Hagenaar. Om het stortbad nog eenigszins te ontgaan sprong de jongeman achteruit, waardoor hij tegen een voorbijgangster botste. Deze werd op haar beurt kwaad en begon te schelden, hetgeen weer onaangenaam werkte op het humeur van den anderen Hagenaar, die de juffrouw een klap gaf boven op haar hoed, zoodat haar hoofddeksel tot haar schouders zakte. Dit maakte een voorbij komenden meneer razend en hij gaf den hoed-belager een stomp. Deze trok zijn mes, zwaaide er mee in het rond en ver wondde daarbij een totaal onschuldigen slagersjongen, die, zooals het een slagers jongen betaamt, van het eerste begin af, vol belangstelling was blijven staan kijken. Tegen den man van het mes is proces verbaal opgemaakt; de slagersjongen, die een onbeduidende wond aan den linker elleboog had, ia verbonden. zijn naam op te geven en dat de benaming van „stomme big" niet juist was, toonde de korporaal door het feit dat hij 's ma trozen naam evengoed te weten kwam. Dank zij het feit dat deze matroos een op en top militair was en zijn vader hem bestemd had voor koloniaal, voor welke positie hij echter in het geheel geen straf mocht opgeloopen hebben, verwees de fiskaal deze zaak terug naar den com mandeerenden officier, waarmee de krijgsraad accoord ging. De boffende wanboffer. De matroos 3e kl. (K. D.) O. U., die in Mei 1920 van Hr. Ms. Tromp, die toen te Yokohama lag, was weggetippeld, met het heilig voornemen, om nooit geen stap meer op dezen oorlogsbodem te zetten, was na een zwerftocht door Japan en China, naar Amerika gereisd. Toen de man van boord ging verkeerde hij in ar rest voor een feit, waarvoor later door het H. M. G. in Ned. Indië, 8 maanden gevangenisstraf werd geëischt, welke straf door zijn voortvluchtigheid natuur lijk niet ten uitvoer kon worden gelegd. In Amerika kreeg hij een goede be trekking. Hij was gehuwd en niettegen staande dat kon hij nog uitstapjes maken. Een van deze uitstapjes werd hem nood lottig, daar hij op den terugtocht naar zijn woonplaats (hij was naar een anderen staat geweest) op de grens werd aange houden en bij de paspoort-controle bleek dat hij zijn pas niet verlengd had en dus uit het land gezet moest worden. Hij had niet geweten dat hij zijn pas moest ver lengen, daarmee kon men echter geen rekening houden en op een onzaligen dag werd hij ingescheept naar Holland, waar hij door do politie met open armen werd onvangen en naar hier werd over gebracht Daar deze man, door een zeer ongeluk- kigen samenloop van omstandigheden, voor een feit, dat hij pl.m. 9 jaar geleden gepleegd had, nu nog moest terecht staan, achtte de krijgsraad, in overeen stemming met het oordeel van den fis kaal, het niet noodig dat hem een zware straf werd opgelegd. Hij kreeg een straf, vrijwel overeenkomend1 met het preven tieve arrest. HET PEIL DER DILETTANT HARMONIE- EN FANFARE CORPSEN. Noord-Holland bovenaan. Eenige jaren geleden plaatsten wij in dit blad een artikelenreeks over de be- teekenis der muziekbeoefening door dilet tanten in ons land. En wel voornamelijk der Harmonie- en Fanfarecorpsen. We wezen op de groote vlucht welke deze genomen had en eenige uitspraken van erkende deskundigen, die met veel waar deering spraken over de prestaties door vele dezer korpsen geleverd. Reeds toen werd Noord-Holland als de provincie ge noemd inzonderheid de Zaanstreek waar een heele reeks van goede korpsen onder degelijke leiding zetelde, wier capaciteiten die der beroepsmusici heel dicht benaderde. Een nieuwe bevestiging daarvan vonden wij in bet Juni-nummer van >Musica«, naar aanleiding van een interview door een der medewerkers met den heer Kiveron, welke den 20en dezer zijn 60- jarig jubileum als musicus herdenkt. Op een vraag hoe zijn oordeel is over den stand dezer muziek op het oogenblik, antwoordde hij»Er is alom in den lande een enorme vooruitgang te bespeuren sedert 25 jaar geleden. Noord-Holland staat ik weet dat ook als jury-lid bovenaan I De ouverture >Egmont« van Beethoven moet men van een Noord- Hollandsch korps hoorenHier maken ze muziek, geen »leven«. Hij verklaarde nog verder, dat sommige orkesten wel eens te hoog grijpen en vindt bijv. »Les Préludes* van Liszt, i 1 BiMgn— DE HUWELIJKEN VAN GRETNA GREEN. Een actie van de Schotsche Kerk. Gretna Green is, zooals men weet, het plaatsje in Schotland, aan de Engelsohe grens, waarheen alle jeugdige verliefden, die de romantiek overmatig beminnen, of stuiten op ouderlijk verzet, trekken om zich er, boven 'het aambeeld van den ver maarden smid, door een geestelijke, in den echt te doen verbinden. In de Maan dag te Ediinburgh gehouden vergadering van de Schotsche Kerk heeft Grefna Green een onderwerp van bespreking en critiek uitgemaakt. Reverend dr. John White heeft daarbij te Gretna Green ge sloten huwelijken betiteld' als „romantic folly", daar zij niet slechts onregelmatig waren, doch ook zelden gevolgd werden door officieele registratie, waarvan aller lei moeilijkheden het gevolg waren. Niet slechts te Gretna Green, doch in ver scheidene andere plaatsen in Schotland, zooals Glasgow, Edinburgh, Dundee en Aberdeen, werden hoe langer hoe meer onregelmatige huwelijken gesloten. De Vergadering besloot zich tot den minis ter van Schotland' te wenden om daarop zijn aandacht te vestigen en te verzoeken de Schotsche huwelijkswet te wijzigen. -o ZJJ kunnen geen Amerikaansch staatsburgeres worden. Het opperste gerechthof te Washington heeft Dinsdag beslist, dat in het buiten land geboren vrouwen, die weinig even tueel ter verdediging van het land, wapens te dragen en zich onder alle omstandig heden geen wapengeweld verzetten, geen Amerikaansch burgerrrecht kunnen verkrijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 9