HELDERSCHE COUIAHT
„Duinoord" Donkere Duinen.
8-11 uur Dansmuziek
UIT DE WIJDE WERELD
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
AUTOBUSSEN tot na afloop muziek.
VAN DINSDAG 4 JUNI 1929
NEDRRLAAGWEDSTRIJD.
Wij herinneren aan den voetbalwed
strijd ten bate van bet „Mar. San. fonds"
en „Herwonnen Levenskracht" op heden
avond 7.30 n. op het terrein Ankerpark.
Gespeeld wordt een wedstrijd tusschen
Zeemacht en W.G.W. n.
Vrijdag wordt, voor hetzelfde doel, een
wedstrijd gespeeld tusschen Zeemacht en
een elftal van het kantoorpersoneel dèr
Rijkswerf.
HET AAN HET STRAND GEVONDEN
VUIL.
Wij hebben, in antwoord op een
ingezonden stukje van een inwoner,
op informatie van den dienst der Reini
ging alhier, medegedeeld, dat het dezer
dagen langs de kust gevonden vuil niet
van den dienst der Gemeentereiniging af
komstig kan zijn.
Sedert de publicatie van dit antwoord,
schreef onze berichtgever opnieuw over
de zaak en bracht verschillende bewijzen
bij voor zijn bewering. Zoo deelde hij
mede, dat er gevonden waren lucifers
doosjes, stukken van trouwkaarten van
Heldersche ingezetenen, fleschjes e. d.,
die alle afkomstig moesten zijn van de
Reiniging. Bij zoovele bewijzen moesten
wjj ons gewonnen geven, besloten echter,
nu men blijkbaar de zaak niet persoonlijk
bij de Reiniging wil onderzoeken, een
nader onderzoek hieromtrelt in te stellen.
Immers, de kwestie van de aanwezigheid
van beltvuil aan onze kust is van zeer
groot belang voor de ontwikkeling onzer
badplaats. Indien het waar zou zijn, dat
werkelijk, ondanks alle gedane proefne
mingen, het in zee gestorte vuil aan de
kust terug zou keeren, zou dat voor Huis
duinen, waar straks weder de badgasten
komen, weinig minder dan een ramp zijn.
Om die redenen hebben wij ons nog
maals tot den dienst der Reiniging gewend
en den heer Maas, die bij zijn vorige ont
kenning bleef, gevraagd een en ander eens
nader uiteen te zetten. De heer Maas heeft
aan ons verzoek voldaan en de lezer vindt
'hieronder zijn uiteenzettingen. Hieruit
blijkt afdoende, dat de schuld geheel 1
het publiek zelf ligt, dat maar regelmatig
alles, dat het kwijt wil zijn, in de grachten
gooit, vanwaar het' tenslotte langs het
Noord-Hollandsch Kanaal en de Buiten
haven in zee terechtkomt.
De heer Maas schrijft ons het volgende:
o
Het is den laatsten tijd enkelen strand-
bezoekers opgevallen, dat de zee verschil
lende voor het strand ongewenschte stof
fen heeft aangespoeld. Daar wij in ver
band met het vuilnis storten in zee, regel
matig het strand en den dijk controleeren,
is dit ook ons niet ontgaan.
Nu meenen enkele strandbezoekers, dat
deze stoffen afkomstig zouden zijn van
het vuilnis, dat door de Gemeentereini
ging in zee wordt gestort en deze gedachte
is eenigszins begrijpelijk. Men weet n.1.,
dat de G.R. sinds eenigen tijd vuilnis in
zee stort en natuurlijk zijn er dan direct
booze tongen te vinden, die gaarne trach
ten zoo'n nieuwigheidje in een verkeerd
daglicht te stellen. Men zoekt en snuffelt
en jawel.daar vindt men op het strand
eenige voorwerpen, welke mogelijk van
de G.R. afkomstig zouden kunnen zijn
en onmiddellijk tracht men dan de cou
rant vol te schrijven met allerlei klaag
liederen in plaats dat men zich ter be-
voegder plaatse op de hoogte stelt, i. c. bij
de Directie der G.R.
Men kan echter gerust zijn, de stoffen,
welke men heeft gevonden, zijn niet af
komstig van de Reiniging.
Het eigenaardige is, men lette hier eens
VAN EEN PAARLSNOER EN EEN
DOODE MUIS
Voor de rechtbank te Wtlrzburg heeft
gisteren de 64-jarige schrijver en kunst
historicus Alexander baron von Gleichen-
Russwurm, een afstammeling van Schiller,
terechtgestaan. Hij had den 17en October
1925 op het postkantoor te Bonn ^een
parelsnoer, dat hij tevoren verzekerd'had
voor 65.000 mark naar Miinchen gezonden,
waar het door een juwelier zou worden
veranderd. Toen men in Mtlnchen het
paket opende, bleek dit geen paarlen,
doch een.... doode muis te bevatten. De
baron wordt thans beschnldigd niet het
parelsnoer doch een doode muis te hebben
verzonden.
VROUWEN, DIE NIET WILLEN
VECHTEN.
op, dat die stoffen steeds uit dezelfde
i samenstelling bestaan, en wel hoofdzake-
i lijk uit: uien, sinaasappelschillen, lucifers
doosjes, poetscrêmebusjes, koolraap, stuk
jes veen, stroohulzen van flessohen, hout
jes, manden, matrassen, krengen en doode
vogels.
Aangezien wjj, alvorens in zee zou wor
den gestort, de noodige studie hebben ge
maakt en vele proeven genomen in overleg
met bekwame deskundigen (den heer C.
Bot e. a.), is het ons bekend geworden, dat
het vuilnis, op de juiste plaats en op het
juiste tijdstip in zee geworpen, nimmer
meer op onze kust kan terug komen. Ge
bruik wordt gemaakt van verschillende
stroomen, welke in het Marsdiep bij eb
en vloed ontstaan en die het vuil zoodanig
medevoeren, dat aanspoelen niet kèn
plaats vinden,
vinden.
Die stroomen zijn voor ons van groot
belang en maken het in zee storten, zonder
dat aan anderen hinder wordt gedaan,
mogelijk. Andere Reinigingsdiensten, aan
zee of dicht daarbij gelegen, die ook deze
economische wijze van vuilvernietiging
zouden willen aangrijpen, kunnen hiertoe
helaas niet overgaan, omdat, bij ge
mis aan die stroomen, het vuil vaak op de
kust zou terugkomen.
Wij hebben nu, tijdens de proeven, er
voor en daarna, ook ontdekt wat de zee
bij bepaalde winden aanspoelde, zie de
hiervoren met name genoemde stoffen,
zonder dat door ons werd gestort. Dit is
een poriodiek voorkomend verschijnsel,
waaraan men, voor dat wij het vuil in zee
afvoerden, geen aandacht schonk en dat
zelfs meestal in het geheel niet werd op
gemerkt.
Het is ons opgevallen, dat deze stoffen
voornamelijk worden aangevoerd uit het
N.-H. Kanaal. Men kijke eens goed langs
de kanaalboorden en v.n.1. tusschen aldaar
gemeerde vaartuigen en den wal en men
zal ontdekken, dat daar precies dezelfde
stoffen drijven, welke men op het strand
ontmoet. Deze stoffen drijven af naar zee
en worden, bij bepaalde winden, op den
dijk en het strand aangespoeld. Voorts is
het ons menigmaal opgevallen, dat er veel
rommel vanaf den dijk in zee wordt ge
worpen, dit blijft dan eenigen tijd langs
de kust drijven om daarna op het strand
te worden afgezet.
Bij de stortproeven, voor eenige jaren
geleden gedaan, hebben wij met opzet wel
eens gestort op een tijdstip, waarbij was
te verwachten, dat het vuil op de kust zou
aanspoelen en inderdaad dit geschiedde
ten volle. Toen bleek er geen randje vuil
op het strand te zijn aangespoeld, maar
men vond er wel een enorme hoeveelheid
rommel, bestaande uit allerlei stoffen, en
waarvan men absoluut niet aan de 'her
komst behoefde te twijfelen. Wij hebber-
het dan ook door eenige arbeiders onder
het zand moeten laten verdwijnen.
Verder moet hierbij nog worden opge
merkt, dat toevallig al eenige dagen niet
door ons was gestort, toen de eerste klacht
in de Heldersche Courant versoheen en
dat er door ons nimmer matrassen of
andere drijvende stoffen in zee worden
gelost, ook het ijzer, in verband met de
garnalenvisscherij, komt niet in zee
terecht.
Ik hoop door deze uiteenzetting te he'
ben aangetoond, dat men gerust kan zijn
wat betreft de vervuiling van ons strand
als gevolg van het vuil storten in zee en
dengene, die er ernstig belang in stelt,
wil ik gaarne alle gewenschte inlichtingen
verstrekken en hem zelfs in de gelegen
heid stellen een tocht met ons vaartuig
mede te maken naar zee, waarbij men niet
ajleen de practijk te zien krijgt, maar
bovendien, en hier ben ik zeker van, er
van wordt overtuigd, dat aanspoelen van
het vuil, op de wijze zooals door ons wordt
gestort, practisoh onmogelijk is.
AANVULLING RAADSVERSLAG.
Ter aanvulling van het Raadsverslag
in de Held. Courant van Zaterdag, waarin
staat, dat het voorstel-De Boer om tot den
bouw van 46 woningen over te gaan, met
algemeene stemmen werd aangenomen,
kunnen wij alsnog mededeelen, dat
voorstel inhield, de bouw van 46 wonin
gen en een woningtelling te houden om te
kunnen nagaan hoe het met de woning-
schaarschte is gesteld en tot welk type
van woningbouw zal moeten worden over
gegaan.
Verder staat nog in ons verslag, dat I
Deze beslissing werd door het Hof
genomen ten aanzien van de zaak van
de bekende Hongaarsche paciflste Robika
Schwimmer, die te ChiCago woont en bij
het onderzoek tot naturalisatie verklaard
had, dat zij indien het noodig was, toch
niet naar de wapens zou grijpen om de
grondwet te verdedigen. Mevr. Schwim
mer had aangevoerd, dat het bond%con-
gres de vrouwen uitdrukkelijk van mili
tairen dienst heeft vrijgesteld, n.1. door
de bepaling, dat de gewapende macht
uit daartoe geschikte mannen moet
bestaan.
DE KLUCHT MET HET GESCHENK
AAN EINSTEIN.
De correspondent van de N. Rott. Crt
schrijft:
Nu definitief vaststaat, dat prof. Ein
stein van Berlijln niets krijgt, geven wij,
tot recht besef van de belachelijkheid van
het geval, het volgende chronologisch
overzicht:
14 Maart. Ter gelegenheid van zijin
50sten verjaardag eert db stad Berlijn
zijn beroemdsten inwoner met een vorste
lijk gesphenk. Hij krijgt voor zijn leven
de beschikking over het zoogenaamde ca
valiershuis van den heer von Zachow, ge
legen in het fraaie park van Neu-Cladow
aan de HaveL
17 Maart. Het blijkt, dat Berlijn over
het huis, dat het aan Einstein heeft ca
deau gegeven, zelf nog niet kan beschik
ken.
voorstel van B. en W. verworpen werd
met 12 tegen en 9 stemmen voor, waarna
de namen der raadsleden volgen. Onder
de 9 voorstemmers is de naam van wet
houder Bok weggevallen.
„MERIJNTJE GIJZENS JEUGD".
Nadat bovengenoemd stuk ruim 100
maal door het Ver. Rotterd. Hofstad
Tooneel voor uitverkochte zalen werd op
gevoerd, heeft de heer Nap de la Mar
zelf een gezelschap geformeerd, waar
mede hij het land bereist. Na een succes
vol begin in Scala te Den Haag, voor
stampvolle zalen, trad dit gezelschap o.m.
op te Alkmaar, Groningen, Utrecht, De
venter, Gouda, Roermond, Bussum, ter
wijl het hedenavond begint met een serie
opvoeringen in Theater Carré, te Am
sterdam. Ook de Casinodirectie alhier is
met het gezelschap in onderhandeling om
te trachten eenige voorstellingen van dit
beroemde stuk gedurende de a.s. kermis
te doen geven. We willen hopen, dat ook
Den Helder op het lijstje van den heer
de la Mar staat, opdat ook onze ingezete
nen van deze veel besproken en succes
volle vertooning kunnen genieten.
Raadsoverzicht.
De gemeenteraadszitting van jl. Don
derdag stond in het teeken (o Chariva-
rius!) van den woningbouw. Er was een
plan van de Woningstichting om 104
woningen te bouwen in het Tuindorp.
Reeds de vorige week was dit punt ver
daagd wegens de te verwachten discus
sies. Thans was, op verzoek van eeD
tweetal leden, de inspecteur der Volks
gezondheid, jhr. de Graaff, ter vergade
ring van den Raad om het voorstel van
B. en W. nader toe te lichten. De tegen
standers van dit groote bouwplan waren
verreweg in de meerderheid, zoodat het
plan, zooals dat door B. en W. was inge
diend, werd verworpen en een kleiner,
n.1. 48 woningen, werd aanvaard.
Het voorstel was het uitvloeisel van
een in November gehouden interpellatie
door den heer De Nijs. .Daarin werd zeer
geklaagd over woningtekort en aange
drongen op spoedigen bouw. Nu doet zich
het eigenaardige verschijnsel voor,
wij wezen er reeds op, dat onze bevol
king niet toeneemt, terwijl daarentegen
de laatste jaren de woningbouw van par
ticuliere zijde wel toeneemt. De heer De
Zwart verklaarde dit verschijnsel uit het
feit, dat, tengevolge van de nieuwe sala
risregeling bij de marine thans vele
jongere matrozen en mariniers trouwen
en een gezin stichten. Nu,Nna enkele ja
ren, doet zich de uitwerking daarvan ge
voelen, want er is steeds een tekort aan
woningen en de lijsten welke de „Wo
ningstichting" bijhoudt van aspirant
huurders, worden niet kleiner. Daar
tegenover merkten de tegenstanders op,
dat h.i. deze menschen door dergelijke
woningen niet waren geholpen. Men wil
ze uit de vele krotten en slechte wonink
jes verdrijven, maar men geeft ze te dure
woningen ervoor in de plaats, zoodat
men het doel voorbijstreeft. Men bouwe,
aldus werd gezegd, o.a. door de heeren
Van Loo en Schoeffelenberger, goed-
koope woningen, die voor 2.50 tot 3.
kunnen worden bewoond, dan zal men
resultaten bereiken.
Om deze antithese bewogen zich in
hoofdzaak de debatten. Jhr. de Graaff
slaagde er niet in den Raad van inzicht
te doen veranderen; zooals hij reeds
zeide, redeneerde men langs elkander
heen. Dat onder deze omstandigheden de
hoofden warm werden en de harten
boordevol, laat zich denken, en dat er
dientengevolge booze woorden vielen,
eveneens.
Tot bij middernacht is de Raad met
deze voordracht bezig geweest, en toen
was het lot beslist en het kleine, z.g.
halve plan, aanvaard.
De heer Monhemius heeft zich gestoo-
ten aan onze kwalificatie betreffende zijn
oratorische talenten, waarin wij hem ver
geleken met den grooten Griekschen re
denaar Demosthenes. En deze ergernis
was geenszins, zooals de klassiek-aange-
legde lezer wellicht zou denken, het ge
volg van het feit, dat deze geachte spre
ker (de heer Demosthenes namelijk) zijn
welsprekendheid te danken had aan het
18 Maart. In ruil voor het cavalierstouls
biedt de magistraat professor Einstein nu
een ander terrein aan, te weten een ge
deelte van een erf. Einstein zou daar dan
zelf een huis op kunnen bouwen.
19 Maart. Het bewuste terrein blijkt van
de landzijde geen toegang te hebben, om
dat er een schuur voor geboüwd is. De
toegang naar de waterzijde blijkt het
eigendom van een motorclub.
28 April. De stad verzoekt Einstein nu
een stukje grond uit te zoeken, dat zij
dan voor hem koopen zal. Einstein laat
de keus vallen op een terrein bij Caputh,
prijs 20.000 Mark.
11 Mei. De gemeenteraad stelt de beslis
sing omtrent den koop van een bouwter
rein voor prof. Einstein uit.
15 Mei Einstein deelt den burgemees
ter mede, dat hjj van het geschenk afziet.
Hij heeft het terrein in kwestia intus-
schen uit zijn eigen zak betaald' en er een
houten huisje op laten zetten.
29 Mei De magistraat besluit het voor
stel omtrent een geschenk aan prof. Ein
stein „in overleg met de familie" in te
trekken. Hiermee is de klucht afgeloopen
ALS HET WARM IS
Warm weer werkt dikwijls onaange
naam op het humeur. Er zijn menschen,
die normaal altijd even welwillend, ver
draagzaam en vergevingsgezind zijn, maar
die, zoodra de thermometer wat hoog
staat, prikkelbaar opvliegen en hevig
uitvaren, waardoor zij nog warmer en dus
ook nog kwader worden. Zoodra het war-
kauwen van kiezelsteentjes. Het is waar,
dat het een ongebruikelijke manier is om
te leeren spreken, maar waarschijnlijk
waren de gebitten der oudheid nog iet
wat solieder dan die van ons tegenwoor
dige, door en door gedegenereerde, ge
slacht.
Neen, de oorzaak van het feit, dat de
heer Monhemius zich aan onze vergelij
king stootte, isu raadt het in geen
tienen, deze, dat hij, in eigen oogen, geen
spreker of redenaar is.
Nu geven wij toe, dat het zeggen van
Homerische verzen met den mond vol
kiezelsteentjes een gansch ander effect
maakt, dan de bloemrijke Nederlandsche
taal, die zonder kiezelsteentjes in de
raadzaal werd gehoord, ook al was die
niet gespeend! van epitheta ornantia,
maar wij begrijpen niet wat oneervols er
in onze vergelijking was. En wij kunnen
den heer Monhemius dan ook niet belo
ven geen verdere vergelijkingen of com
mentaren op zijn woorden te geven, in
dien onze overzichten daar aanleiding toe
geven.
Toelichting:
De Grieksche redenaar Demosthenes
leefde in de 4e eeuw vóór Christus. Om
zuiver spreken te leeren nam hij kiezel
steentjes in zijn mond. Epitheta ornantia
noemt men de bloemrijke beelden, die de
oude Grieksche dichters gebruikten:
„Snelvoetige" Achilles, „listen-verzinnen
de" dochter van Zeus, e.d.
ZEEKRIJGSRAAD DEN HELDER.
Zitting van Woensdag 29 Mei 1929.
Uit Jaloezie
De gewoon dienstplichtig matroos A. J.
M. dienende a. b. van Hr. Ms. Wacht
schip alhier, nam uit het kastje van een
zijner medeschepelingen een zilveren
polshorloge weg, met de bedoeling dit
zich wederrechtelijk toe te eigenen. De
eenige reden, die de man voor het plegen
van zijn daad op kon geven was ja-
loerschheid. Alle kameraden hadden
zoo'n tikkertje en hij meende er dan ook,
met het oog op zijn prestige van all
round zeeman niet langer buiten te kun
nen. Waar hem evenwel de spijkers ont
braken om een nieuw te koopen, stelde
hij zich tevreden met het reeds gedragen
klokje van een collega. De kameraad in
kwestie was hierover echter niet zeer te
spreken en den fiskaal had hjj in deze aan
zijn zijde.
In verband met het blanco strafregis
ter van den lange-vingerman meende de
fiskaal met een disciplinaire straf te kun
nen volstaan, aber.... es hat nicht sollen
sein. De burgemeester n.1. van de ge
meente, waar M. het laatst had gewoond,
had nog zulke onaangename herinnerin
gen aan dit onwillige schaap zijner kud
de, dat hij een zeer ongunstig rapport
over hem uitbracht, met gevolg dat de
fiskaal een gevangenisstraf van 2 maan
den, met aftrek van een maand voorar
rest eAschte. Overeenkomstig dezen eisch
werd door den krijgsraad vonnis gewezen.
Een geboren koloniaaldat was
zijn geluk.
De gewoon dienstpl. matroos W. M.,
had te Nijmegen gepassagierd met een
broer van hem, die juist in de gelukkige
omstandigheden verkeerde, in het bezit te
zijn van het handgeld van koloniaal. De
gebroeders waren zeer broederlijk op
stap gegaan en hadden broederlijk ge
fuifd, met gevolg dat ze min of meer
broederlijk onder den invloed gekomen
waren. Op zichzelf was deze zwelgpartij
nog goed afgeloopen als ze niet een kor
poraal van de landmacht ontmoet hadden,
waarmee de matroos, overmoedig gewor
den door de spiritualiën, kwestie kreeg.
„Stomme big" was de kwalificatie voor
den korporaal, die zich deze vriendelijk
heid niet liet aanleunen en rapport op
maakte. De matroos weigerde evenwel
mer wordt stijgt het aantal aangiften bij
de politie betreffende beleedigingen en
mishandelingen en een statistiek over
deze klachten zou aardig parallel loopen
met den stand van den kwikkolom in den
thermometer. Ter illustratie kan het vol
gende voorval dienen.
Twee jongelui uit Den Haag liepen
Dinsdag over de West Kruiskade te Rot
terdam. Een dienstmeisje was bezig de
stoep van een huis te boenen en een van
de jonge mannen kon aan de verleiding
geen weerstand bieden om een klap te
geven op het gedeelte van het dienst
meisje, dat naar de straat was gekeerd...
Het dienstmeisje werd boos, pakte haar
emmer op en keerde deze pardoes om
over den vrijpostigen Hagenaar. Om het
stortbad nog eenigszins te ontgaan sprong
de jongeman achteruit, waardoor hij tegen
een voorbijgangster botste. Deze werd op
haar beurt kwaad en begon te schelden,
hetgeen weer onaangenaam werkte op het
humeur van den anderen Hagenaar, die
de juffrouw een klap gaf boven op haar
hoed, zoodat haar hoofddeksel tot haar
schouders zakte. Dit maakte een voorbij
komenden meneer razend en hij gaf den
hoed-belager een stomp. Deze trok zijn
mes, zwaaide er mee in het rond en ver
wondde daarbij een totaal onschuldigen
slagersjongen, die, zooals het een slagers
jongen betaamt, van het eerste begin af,
vol belangstelling was blijven staan kijken.
Tegen den man van het mes is proces
verbaal opgemaakt; de slagersjongen, die
een onbeduidende wond aan den linker
elleboog had, ia verbonden.
zijn naam op te geven en dat de benaming
van „stomme big" niet juist was, toonde
de korporaal door het feit dat hij 's ma
trozen naam evengoed te weten kwam.
Dank zij het feit dat deze matroos een
op en top militair was en zijn vader hem
bestemd had voor koloniaal, voor welke
positie hij echter in het geheel geen
straf mocht opgeloopen hebben, verwees
de fiskaal deze zaak terug naar den com
mandeerenden officier, waarmee de
krijgsraad accoord ging.
De boffende wanboffer.
De matroos 3e kl. (K. D.) O. U., die in
Mei 1920 van Hr. Ms. Tromp, die toen te
Yokohama lag, was weggetippeld, met het
heilig voornemen, om nooit geen stap
meer op dezen oorlogsbodem te zetten,
was na een zwerftocht door Japan en
China, naar Amerika gereisd. Toen de
man van boord ging verkeerde hij in ar
rest voor een feit, waarvoor later door
het H. M. G. in Ned. Indië, 8 maanden
gevangenisstraf werd geëischt, welke
straf door zijn voortvluchtigheid natuur
lijk niet ten uitvoer kon worden gelegd.
In Amerika kreeg hij een goede be
trekking. Hij was gehuwd en niettegen
staande dat kon hij nog uitstapjes maken.
Een van deze uitstapjes werd hem nood
lottig, daar hij op den terugtocht naar
zijn woonplaats (hij was naar een anderen
staat geweest) op de grens werd aange
houden en bij de paspoort-controle bleek
dat hij zijn pas niet verlengd had en dus
uit het land gezet moest worden. Hij had
niet geweten dat hij zijn pas moest ver
lengen, daarmee kon men echter geen
rekening houden en op een onzaligen
dag werd hij ingescheept naar Holland,
waar hij door do politie met open armen
werd onvangen en naar hier werd over
gebracht
Daar deze man, door een zeer ongeluk-
kigen samenloop van omstandigheden,
voor een feit, dat hij pl.m. 9 jaar geleden
gepleegd had, nu nog moest terecht
staan, achtte de krijgsraad, in overeen
stemming met het oordeel van den fis
kaal, het niet noodig dat hem een zware
straf werd opgelegd. Hij kreeg een straf,
vrijwel overeenkomend1 met het preven
tieve arrest.
HET PEIL DER DILETTANT
HARMONIE- EN FANFARE
CORPSEN.
Noord-Holland bovenaan.
Eenige jaren geleden plaatsten wij in
dit blad een artikelenreeks over de be-
teekenis der muziekbeoefening door dilet
tanten in ons land. En wel voornamelijk
der Harmonie- en Fanfarecorpsen. We
wezen op de groote vlucht welke deze
genomen had en eenige uitspraken van
erkende deskundigen, die met veel waar
deering spraken over de prestaties door
vele dezer korpsen geleverd. Reeds toen
werd Noord-Holland als de provincie ge
noemd inzonderheid de Zaanstreek
waar een heele reeks van goede korpsen
onder degelijke leiding zetelde, wier
capaciteiten die der beroepsmusici heel
dicht benaderde.
Een nieuwe bevestiging daarvan vonden
wij in bet Juni-nummer van >Musica«,
naar aanleiding van een interview door
een der medewerkers met den heer
Kiveron, welke den 20en dezer zijn 60-
jarig jubileum als musicus herdenkt. Op
een vraag hoe zijn oordeel is over den
stand dezer muziek op het oogenblik,
antwoordde hij»Er is alom in den lande
een enorme vooruitgang te bespeuren
sedert 25 jaar geleden. Noord-Holland
staat ik weet dat ook als jury-lid
bovenaan I De ouverture >Egmont« van
Beethoven moet men van een Noord-
Hollandsch korps hoorenHier maken
ze muziek, geen »leven«.
Hij verklaarde nog verder, dat sommige
orkesten wel eens te hoog grijpen en
vindt bijv. »Les Préludes* van Liszt,
i 1 BiMgn—
DE HUWELIJKEN VAN GRETNA
GREEN.
Een actie van de Schotsche Kerk.
Gretna Green is, zooals men weet, het
plaatsje in Schotland, aan de Engelsohe
grens, waarheen alle jeugdige verliefden,
die de romantiek overmatig beminnen, of
stuiten op ouderlijk verzet, trekken om
zich er, boven 'het aambeeld van den ver
maarden smid, door een geestelijke, in
den echt te doen verbinden. In de Maan
dag te Ediinburgh gehouden vergadering
van de Schotsche Kerk heeft Grefna
Green een onderwerp van bespreking en
critiek uitgemaakt. Reverend dr. John
White heeft daarbij te Gretna Green ge
sloten huwelijken betiteld' als „romantic
folly", daar zij niet slechts onregelmatig
waren, doch ook zelden gevolgd werden
door officieele registratie, waarvan aller
lei moeilijkheden het gevolg waren. Niet
slechts te Gretna Green, doch in ver
scheidene andere plaatsen in Schotland,
zooals Glasgow, Edinburgh, Dundee en
Aberdeen, werden hoe langer hoe meer
onregelmatige huwelijken gesloten. De
Vergadering besloot zich tot den minis
ter van Schotland' te wenden om daarop
zijn aandacht te vestigen en te verzoeken
de Schotsche huwelijkswet te wijzigen.
-o
ZJJ kunnen geen Amerikaansch
staatsburgeres worden.
Het opperste gerechthof te Washington
heeft Dinsdag beslist, dat in het buiten
land geboren vrouwen, die weinig even
tueel ter verdediging van het land, wapens
te dragen en zich onder alle omstandig
heden geen wapengeweld verzetten,
geen Amerikaansch burgerrrecht kunnen
verkrijgen.