HELDEUE (NUIT TWEEDE BLAD BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS VAN ZATERDAG 22 JUNI 1929 DE R.-K. FRACTIE IN DE EERSTE KAMER De R. K. Statenfractie van Noord-Hol land heeft Donderdagochtend besloten, den heer J. N. Hendrix (gedeputeerde van N.-H.) de eerste plaats te geven op de candidatenlijst voor de verkiezing van Eerste Kamerleden. In verband met de te harer oore gekomen voornemens, wel ke de R. K. Statengroep I van Friesland heeft om een deskundige op arbeidsge bied en wel denzelfden candidaat op een vast verkiesbare plaats te stellen, heeft de R. K. Statenfractie van N.-Holland de aftredende leden mr. J. N. J. E. Heer- kens Thyssen en mr. Paul Reijmer op de tweede en derde plaats gesteld, terwijl twee leden, personen, meer bekend met arbeidszaken als eerste plaatsvervangers zullen worden aangewezen en de derde plaatsvervanger waarschijnlijk zal wor den gezocht in de kringen der midden standers, een en ander te regelen in nader overleg met de R. K. Statenfractie van Friesland. Deze besluiten werden genomen met nagenoeg algemeene stemmen. MR S. VAN HOUTEN. 70 Jaar doctor. Het was gisteren 70 jaar geleden, dat mr. S. van Houten aan de universiteit te Groningen bevorderd werd tot doctor in de rechtswetenschap. De senaat der Gro- ningsche universiteit heeft den heer Van Houten een telegrafischen gelukwensch gezonden. Van verschillende andere zijden heeft de heer Van Houten mede gelukwenschen ontvangen; ook zijn vele bloemstukken te zijnen huize bezorgd. De raad van toe zicht der maatschappij voor hypothecair crediet in Nederland, van welke maat schappij de heer Van Houten een der oprichters is, heeft een mand' vruchten gezonden. CURAQAQ EN DE MARINE. Een zee-officier schrijft aan het H.bl.: Met verbazing las ik eenige mededee- lingen, welke door Zijne Excellentie den Minister van Koloniën aan de Nederland- sche pers werden verstrekt betreffende de gebeurtenissen te Curagao, waarin ge sproken wordt over de Koninklijke Mari ne op een wijze zooals zij nimmer heeft verdiend. Gaarne wordt natuurlijk aangenomen, dat het nimmer in de bedoeling van Zijne Excellentie heeft gelegen om zich over de Marine op een zoo grievende of vernede rende wijze uit te laten, zooals thans de persberichten dit aan het publiek mede- deelen, maar dan wacht de Koninklijke Marine met groot verlangen op een na dere persverklaring, waarin de bedoelin gen van Zijne Excellentie op meer juiste wijze worden vertolkt. Immers men leest in de bladen: „De opmerking is gemaakt, dat er niets gebeurd zou zijn, wanneer er een oorlogsvaartuigje zou zijn gestation- neerd. Maar bij een zoo uitnemend voorbereiden overval zou de goed ge organiseerde bende er wel voor gezorgd hebben, dat zij het oorlogsscheepje on der den voet hadden geloopen. Zij zou den het hebben overrompeld. Het doel van de raid was uitsluitend zich mees ter te maken van wapens". En men vraagt zich af: op welke gron den zou onze Minister van Koloniën tot een dergelijke uitlating gekomen kunnen zijn? Nergens in de lange geschiedenis van onze Koninklijke Marine kan een voorbeeld worden gevonden, waarop een dergelijke meening ook slechts met een schijn van grond gebaseerd zou kunnen zijn. En dit wordt nog duidelijker, wan neer men bedenkt, dat het „oorlogsvaar tuigje", zooals den Minister in den mond wordt gegeven, toch altijd nog een schip moet zijn van een zoodanige capaciteit en zeewaardigheid, dat het veilig de lan ge Oceaanreis van Nederland naar West- Indië heeft kunnen volbrengen! Maar bovendien, hoe zou Zijne Excellentie „het onder den voet loopen van het oorlogs scheepje" zich eigenlijk kunnen voorstel len? Want men laat den Minister ook verklaren, dat „een torpedojager daar te stationneeren het groote nadeel heeft, dat door de preventieve werking er niets te doen valt. Dat heeft een demoralisee- rende werking op de bemanning". Indien evenwel die preventieve werking van de aanwezigheid van laat men zeggen een torpedojager reeds zóó groot is, dat er niets te doen valt, dan valt er toch ook zeer zeker geen oorlogsscheepje onder den voet te loopen! Hier laat men den Minister dan ook in lijnrechte tegen spraak met zich zelf zijn. Maarals de Minister zoo overtuigd is van de waar de van de preventieve werking, waarom heeft de Regeering dan al niet reeds lang een NederFandsch oorlogsschip in die West-Indische wateren blijvend gesta- tionneerd, zooals dat in de jaren vóór 1913 steeds geschiedde, toen Curagao en haar omgeving nog van zoo oneindig veel min der belang waren dan tegenwoordig het geval is. De gebeurtenissen zooals die nu hebben plaats gehad, zouden dan toch geheel achterwege gebleven zijn. Plannen tot het aldaar stationneeren van een vaartuig bestaan er reeds; de Regeering is het evenwel met zich zelve nog niet eens over het feit of dit een Ne- derlandsch oorlogsschip zal zijn, dan wel een gewoon, civiel gouvernementsvaar tuig. Zeer gaarne wordt erkend, dat er in het wezen van deze twee soorten van vaartuigen een hemelsbreed verschil be staat. Een verschil, oneindig veel grooter, dan men zou kunnen vermoeden, door de volgende mededeeling volgens het pers bericht, van onzen Minister van Kolo niën: „Een plan tot het uitzenden van een dergelijk vaartuig bestaat, het vaartuig zelf helaas, nog niet. Ook is de vraag nog hangende of het schip in den kost moet zijn bij de Marine of bi] de Gou verneurs van de West". De uitdrukking „in den kost moet zijn" klinkt mij al heel vreemd uit den mond van een der adviseurs van de Kroon. Maar bovendien vormt dit toch niet het cardinale verschilpunt in de vraag of het hier bedoelde vaartuig een Nederlandsch oorlogsschip dan wel een gouvernements- civiele stoomer behoort te zijn. Het wil mij voorkomen, dat een ernsti ge Regeering voor zich zelve als eerste vraag heeft te beantwoorden: welke zijn de diensten, die er van een stationsschip in West-Indië geëischt kunnen worden. Eerst daarna is uit te maken of volstaan kan worden met een gouvernementsvaar tuig, of dat hiervoor een preventief wer kende, eventueel onmiddellijk daadwer kelijk kunnende optreden oorlogsbodem noodzakelijk is. Bij de beantwoording van deze vraag zal een Regeering tevens van zelf rekening houden met de zeer bijzon- Ingezonden Mededeeling. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Zenuw-Tabletten. 75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth.en Drogisten dere uitzonderingspositie, waarin een oorlogsschip verkeert tegenover elk an der vaartuig, tengevolge van de bijzonde re rechten en plichten, steunende op in ternationale verdragen, welke op een oorlogsschip rusten, en die, bij soortge lijke gebeurtenissen als er zich nu in Curagao hebben afgespeeld, belangrijke consequenties voor de betrokken naties met zich kunnen medebrengen. Wat door Zijne Excellentie overigens zou kunnen worden bedoeld met de hier boven aangehaalde opmerking betreffen de de demoraliseerende werking, welke een verblijf in West-Indië op de beman ning van een oorlogsschip zou uitoefe nen, is mij geheel onbegrijpelijk. Slechts iemand die totaal onkundig is van den dienst aan boord van Hr. Ms. schepen van Oorlog, en die geheel ver geet, dat het eentonige Curagao van vroeger, gedurende de allerlaatste jaren een havenbedrijf heeft zien ontwikkelen, met een grootere tonnenmaat dan waarop onze Amsterdamsche havens zich kunnen beroepen, zal zich een dergelijke ondoor dachte uitdrukking kunnen .laten ontglip pen. Het middel om eventueel dien zooge- naamden demoraliseerenden invloed tegen te gaan, bestaat in den maatregel, om het schip op geregelde tijden te laten aflos sen. Doch op dit motief kan nimmer een beslissing om geen oorlogsschip in West-Indië te stationneeren gebaseerd worden, wanneer men het daar om ande re reden w e 1 noodig heeft Buitenland. ANTENNEDRAAD ONDER STROOM. Een vrouw en een man gedood. Bij de electrische centrale van Goddeck in Pommerellen'is een merkwaardig on geluk gebeurd, met ernstige gevolgen. Van een antenne op het dak van het huis van een ploegbaas raakte een draad los, die terecht kwam op een lichtleiding van 220 volt. Toen de vrouw van den ploeg baas in den tuin kwam, raakte zij den antennedraad aan en werd door den stroom onmiddellijk gedood. Haar man holde, zonder zijn schoenen aan te trek ken, naar buiten, trapte op den draad en deelde het lot van zijn echtgenoote. ONTSPORING D-TREIN. Drie dooden. Woensdagmiddag zijn bij Lengerich in Westfalen de laatste vijf wagens van den D-trein KeulenAltona ontspoord. Er zijn drie reizigers gedood en 14 licht gewond. Alle telefoon- en telegraaflijnen zijn vernield. DE HITTE IN DE VER. STATEN. Het is in het Oosten der Ver. Staten warm zeer warm zelfs, hetgeen wij ^al met eenige berichten in vorige bladen hadden vastgesteld. Woensdag was het al niet anders. Het ongemak dat de Ameri kanen van deze hitte ondervinden is in de groote steden werkelijk heel erg. Te New York (stad), waar een temperatuur voorkwam van 93° F. in de schaduw, na men 10.000 inwoners de wijk naar Coney- eiland, om er den nacht aan het strand door te brengen en zoo mogelijk koelte te vinden en wat te kunnen slapen. De hoogst genoteerde (schaduw) tem peratuur werd Woensdag aangeteekend te Bloomsburg in Pennsylvanië, waar de thermometer 103° F. aanwees. Het ergste is dat door het tekort aan regen de oogst in gevaar is. Natuurlijk waren er ook Woensdag weer in New York (stad) en andere cen tra sterfgevallen door zonnesteek, hart verlamming enz. 400 menschen te New-York in ziekenhuizen opgenomen. De hitte in de Ver. Staten heeft zich nu uitgebreid tot het uiterste Oosten en Westen, terwijl het te Chicago betrekke lijk koel is. Te New-York was het Don derdag in de schaduw 92 graden en te Los Angelos 98. Zware onweders in de Adirondacks in het Noorden van den Staat New-York, hebben veel schade aan gericht en eenige bruggen vernield, maar slechts zeer tijdelijke ai koeling gebracht. Meer dan 400 personen zijn in de New- Yorksche ziekenhuizen, wegens zonne steek of flauwten behandeld. Groote Fabrieksbrand. In het industrie-centrum Alt- Moabit te Berlijn heeft Dinsdagmiddag een enorme fabrieks brand gewoed, die groote schade heeft aangericht. Hier boven de brandweer bij het blusschingswerk, dat zeer moeilijk was en lang duurde. nest. (Foto links) Brabantsche verhuizing. Een zeer blzondere foto in Geffe gemaakt. Een hoorntje of wespenkoningin heeft beslag gelegd op een volle bijen korf. Met achterlaten van de honingraten vluchten de be woners. De nieuwe meesteresse bouwde onmiddellijk een Oud-Minister H. Col!|n (A.-R.) wordt heden (Zater dag 22 Juni) zestig jaar. Waaghalzerij met den dood bekocht. De sergeant-avia- teur Lefebure wilde nabij Chantilly op zeer geringe hoogte over het huis van een zijner vrienden vliegen. Deze waag halzerij mislukte en het toestel stortte neer. De piloot werd gedood. Men ziet de wrakstukken van het vliegtuig. Brabantsohe gebruiken. Ter gelegenheid van het bezoek der congressisten van de Alg. Ned. Verg. voor Vreemdelingen Verkeer aan Oirschot werden vele Brabantsche gebruiken voor de bezoekers gedemonstreerd. Een typische echt Naar Curagao. Van de Koloniale Reserve is Dinsdag een detachement van ongeveer veertig militairen onder bevel van den len luitenant der Infanterie L. F. Weyerman, naar Curagao vertrokken. De soldaten begeven zich aan boord, om naar de West te gaan ter versterking der militaire macht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 5