'n Greep van dit en dat
Natuur en Techniek
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 6 JULI 1929.
EIN MERKWAARDIGE BEVRIJDING
De brandkast met den vreemden
Inhoud.
s hemels wil, geef mij lucht Ik
*r opgesloten. Tracht do brandkast
breken." ■■M
RECHTMATIG MEDELIJDEN.
DE RIMPELS IN ONS GELAAT.
B.
PROFESSORAAL.
SPATJES.
Wat zijn de kenmerken?
KLEINE WIJSHEDEN.
WAAR U UW TESTAMENT KUNT
BEWAREN.
Als u er een hebt.
Tob Nooit Hoekje.
HET EEN NA HET ANDER.
t Juttertje
3»9. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
?ierre en Baptiste waren echte werk-
eals. Zij" werkten tot Haat in dien nacht en
soms was de dunne nevel van den
dageraad al' beginnen te vallen op de
staten der stad, als ziji met werken op
hadden. Niemand kon zeggen, dat hun
rurt niet verdiend was. Soms deden zij hun
weik niet tevergeefs. Dat hing grootenr
deels van de politie af.
Set was op een vroegen Novemberdag,
da dit eelthandig tweetal het plan smeed
de om een brandkast te verbreken in een
gmot etablissement in de St. Marksstraat,
Ót den avond, dat Pierre en Baptiste op
dil werkje uitgingen, hiad' de hoofdboek
houder een vreeaelijken last met zijn
balans gehad.
,Ik kan er geen kop of staart aan
méten", zeide hij tot zijn ohef, den oud-
firmant, „en toch weet ik dat alles in
1 e moet zijn. Er Is el'kien da® een ver-
etteüjtoe honderden dollars over
maar Ik laat me hangen als ik
waar de fout begint of eindigt".
hialf acht ging de boekhouder weer
zijn kantoor en begon opnieuw met
©ritlsóhe berekeningen. Hij werkte
es drie en een'half uur door, aan het
eiifle van welke periode hij plotseling met
depand tegen het hoofd sloeg en uitrie]
dat ik nag niet eens £0 de bram
ben gaan kijken!, of er soms een blad
eert! Tien tegen één dat ze niet be
dijk genuünlmerd zijn!"
sloeg de bladen van zijn boek om
rüjk, het gewone cijfer in den lin-
bovenhoek, dat op elf moest volgen,
rak. Blad 12 was naar alle waarschijn
lead in een veaioren hoekje van de
brpdkast gevallen.
Je hoofdboekhouder moest, bij zijn po-
giigen om het verloren blaadje van zijn
bajns terug te vinden, met zijn geheefle
licl aam in zijn brandkast gaan. Bevreesd,
dat de 'brandende kaars, die hij in de
ha: i hield, de aandacht pp straat zou wek-
kei zette hij de deur op een kier.
srwijl hij erin stapte, bleef een slip van
zij; jas aan een uitsteeksel van het slot
zit in; de zware deur sloeg dicht alsof ze
nk meer dan een kilo woog, en de boek-
ho der was gevangen.
ijj hoorde een klik, dat was alles. Zijn
ka rs ging uit. De -Boekhouder ging te-
ke: als een razende. In 't begin wendde
hij x>venimensobelijkie krachten aan, daar
op >egaven hem zijn krachten en geen
001 mblik het bewustzijn verliezende,
kwm hij in rechtop zittende houding, niet
in itaat een spier te verroeren.
et was bijna op hetzelfde oogenblik, ai
scl »en het alsof er uren voorbij waren ge-
gan, dat zijn nu abnormaal gevoelig
tro umelvlies, bijna werd verscheurd. Eten
vreselijk eentonig geluid weerklonk in
de Tandkast.
1 en de boekhouder gevoelde dat hij
doet gebrek aan lucht al zwakker en
zw<: :k)er werd1, bracht zijn herleefde hoop
hter op de gedachte om met zijn vuisten
het ïoutwerk te verbrijzelen. Dit gaf 'hem
een ku bleken voelt lucht meer.
Z oals wel te gissen was, was het geraas
dat let oor des boekhouders trof, het tril
len /an een boor geweest. Ofsohoon van
binjen duidelijk hoorbaar, was het geluid
vanbuiten gesmoord,
het einde der boor bevond zich een
Ata
boltl, die al grooter en grooter werd, in
oen an de stalen deuren. Aan het andere
eind was een zware ruwe knuist, een ge
deelte van het lichaam van Baptiste, den
vlijtfcen handwerksman. Baptiste hield de
boor) vast, terwijl zijn kameraad, Pierre,
baaiter in draaide. Weldra werden de in-
ra gewaar, dat er een soort van dier-
ezen binnen in de brandkast was.
t is een spook," zei Baptiste, en hij
voor olm maar onmiddellijk (het
te staken, doch dit voorstel vond
_and bij zftn kameraad.
Dairop togen zij beiden weer aan het
werk Toen de boor een eindje gedraaid
had, cide Pierre: „Baptiste er is ©en man
brandkast".
Bele mannen werden zoo bleek als de
dood pjj deze veronderstelling. Baptiste
verschrikt, dat hij geen woord
reken. Zijn tong kleefde aan zijn
Ite vast Pierre was, als altijd de
die tot zichzelf kwam. Hij logde
nd tegen het slot aan.
„Hi a, daarbinnenl" schreeuwde hij
maar
in di
alsof
„Om
ben h
open
De
d«ren
niet luid genoeg om' op straat
te woüen gehoord. Op deze roep volgde
een zqak antwoord, een heel zwakke kreet
et klonk op een mijl afstand.
elde inbrekers verloren geen ver-
tijd met praten, maar begonnen
weer werken, alsof hun leven «r van
af hint, inpliaata van dat van den gaheim-
zinnigen man in de brandkast. In nog
geen vijf minuten hadden ze een gat ge
boord!, iets kleiner dan een knoop. Toen
hielden Pierre en Baptiste op, om zioh het
zweet van het voorhoofd af te wissen.
De man in de brandkast haalde diep
adem.
Nu eerst begonnen de beide vrienden
over de ontknooping van de zaak te den
ken, Zou de opgeslotene lid van de firma
of bediende zijn? Deze gissing bracht het
suooes van hun nachtelijke onderneming
in gevaar, of zouden als zij' de gevangene
er uit lieten, hem moeten binden en den
mond snoeren.
Aan den anderen kant was er toch ook
weer gevaar bij. Want als de man zich
verzette, zou het wel eens op moord kun
nen uitdraaien; en als zij hem er heele-
•miaal niet uitlieten, dan zouden zij' niets
van den geldelijken inhoud van de kast
hebben. En daar de man nauwelijks tot
den volgenden morgen in bet leven zou
blijven, zouden zij dan ook verantwoorde
lijk zijn voor zijn dood. Aldus redeneer
den Pierre en Baptiste.
O
„Dat waren nu wel geen erg plelzierlge
overwegingen, maar er was er nog een
over, die veel beter was. Wat te zeggen
als de man eens zelf een Inbreker was?
Hot zou toch best een collega van hen
kunnen wezen I In dat geval zouden zij,
die boel moeten doelen.
„Heidaar!" riep Pierre, die plotseling
op een idee kwam. „Wat ls het nummer
van het cijferslot?"
„Vijftien, drie, drle-en-zeventig!" klonk
het op een graftoon.
Het werd klaarblijkelijk ai moeilijker
en moeilijker om door het nauwe gaatje
adem te halen.
handelde en aan den bekenden langoor
was gekomen besloot hij zijn oratie als
volgt:
„En nu mijne heeren, moet ik u ten
slotte nog een merkwaardigheid van den
ezel verhalen; hij laat in den laatsten tijd
niet meer zijn i-a hooren, maar o-ja".
De student Poot ontbrak menigmaal in
het college; want hoe jeugdig nog, vond
hij het verreweg aangenamer, ergens een
goed glas bier te gaan drinken, dan de
langwijlige bespiegelingen van den pro
fessor met aandacht te volgen.
Een oudere broer, die hetzelfde college
bezocht, moest hem dan op de een of
andere wijze verontschuldigen, want de
hoogleeraar was er zeer op gesteld, dat
men zijn colleges bijwoonde en lette er
steeds op wie al dan niet aanwezig waren.
Eens was Poot weder voor de verlei
ding bezweken en zijn broeder werd als
naar gewoonte gevraagd:
„Poot, je broeder is heden weer absent;
wat is de reden daarvan?"
„Professor," antwoordde de slagvaar
dige jongeling, „mijn broer had vanmor
gen zoo'n ontzettende kiespijn, dat hij
naar den dentist is gegaan om de kies te
laten trekken."
„Zoo," antwoordde de professor, en hij
bladerde in zijn notitieboekje, „dan heb
ik oprecht, met je broeder te doen, want
volgens mijn aanteekeningen moeten in
den loop van dit jaar hem reeds twee en
twintig kiezen getrokken zijn."
Met scherpe lijnen trekt het leven zijn
Indrukken op het dagboek van ons aan-
{;ezicht. Men kan vaak beter in het ge-
aat lezen dan in een boek. Nergens is
dit zoo duidelijk zichtbaar dan in het oog.
Men heeft zich vaak 't hoofd gebroken
over de beteekenis der schaduwen onder
de oogen, „blauwe kringen". De ligging
der oogappels is afhankelijk van de hoe
veelheid vet ln de oogholte, waardoor bij
lijdenden of hongerendon, de „holle
oogen" ontstaan, d.w.z., dat bij gebrek aan
vet de belde oogappels naar achter en om
laag trekken. Daardoor vormen zioh
plooien tussohen de huid en den onder
sten rand der oogholte, die het donkere
nezeuze bloed laten doorschemeren. Ook
't voorhoofd bij den mensch draagt jaar
ringen, met zijn zorgploolen, kommer-
lijnen en smartrimpels. Zoo is 't gelaat
Na een kwart minuut gaf het slot van met zijn plooien, lijnen en rimpelvorming
de kast weer denzelfden tik als het acht een spiegel der ziel.
minuten te voren hiad gedaan. Dank zij
de tijdige tusschlenikom!st vani Pierre en
Baptiste ging hiet even licht en gettnakke-
lijjk open als voor bet achter deni ongei-
lukkigen boeikhouder was dichtgevallen.
De hoofdboekhouder haalde een paar
paar malen diep adem en stapte toen zon
der hulp de brandkast uit. Hij was doods
bleek en- zijn Moeiten zaten hem wanor
delijk: aan bet lijf. Dooh deze Weekheid
van zijn gelaat maakte weldra plaats voor
een roode kleur, toen hij de twee inbre
kers zag, imet de voor hun beroep1 benoo-
diigde werktuigen bij! zich.
Pierre en Baptiste waren door het
vreemde van de zaak geheel verbijisterd.
Zonder een enkel woord van danJk of
waarschuwing liep dJe boekhouder naar
zjjln schrijftafel en bracht een elecrtriscbe
schel in beweging, waarmede hij1 de po
litie kon roepen.
Tegelijkertijd opende hij een lade, haal
de er een revolver uit en legde op de in
brekers aan. Terwijl hij dit deed, sprak
hij deze merkwaardige woorden.
Heeren, ik zou al de slechtste aller
mtenschen moeten zijn, indien ik u niet
grootten dank verschuldigd wist voor den
dienst, dien gij mij bewezen hebt. Ik zal
u altijd beschouwen als een rechtgeaard
man hen beschouwt, die zijn leven gered
lebben met gevaar voor het hunne, of wat
retzelfde is, de vrijheid. Elk redelijk
verzoek, dat we imij wilt doen, zal ik
trachten te bewilligen maar mijn plicht
tegenover mijn chefs beschouw ik als
alles overhoerschend. Ik heb een beetje
gold bij elkaar gespaard en ik stel u voor,
dit te besteden voor uw verdediging, die
zeer zeker op verzachtende omstandig
heden zal kunnen wij;zen. Indien gij
daarentegen veroordeeld wordt"
Hier traden twee agenten van politie
binnen en namen de inbrekers gevangen.
O JA!
Professor H. was een ingekankerd
vijand van het stopwoord „0 ja", dat de
meeste menschen onophoudelijk in den
mond nemen. Dikwijls verhaalde hij aan
zijn scholieren om ze te waarschuwen
voor die onhebbelijkheid welke hem zoo
onuitstaanbaar was, de volgende verma
kelijke anecdote:
Toen ik studeerde, woonde ik de lessen
jij van een onzer beroemdste zoölogen,
de mij het eerst op de overdreven ge-
rruikmaking van dit stopwoord attent
maakte.
Op zekeren dag hoorden eenlge studen-
en een boerin met hare dochter op den
ioek van een straat twisten en vernamen
weinig anders dan de krijschend uitge
sproken woordjes: „O ja," en „O neen".
De studenten bootsten dit na en maakten
van die stopwoorden een wederzljdsche
begrooting, die algemeen in zwang kwam,
maar spoedig onuitstaanbaar begon te
worden.
„Wil je wel gelooven, waarde collega,
dat ik maar niet den leeftijd en de ge
boortedagen van mijn vrouw en kinderen
kan onthouden. Gisteren bijvoorbeeld zie
ik in de huiskamer verscheidene pakjes
liggen en een oogenblik later komt mijn
vrouw binnen, de kinderen loopen op haar
toe, en omhelzen haar en wenschen haar
geluk met den heugelijken dag. En ik sta
er bij met een beteuterd gedicht en met
leege handen, totaal vergeten, dat mijn
vrouw dien dag jarig was!"
„Dat is niet heel aangenaam," stemde
de collega toe, en geeft geen prettige
verhouding in het gezin. Mij kan gelukkig
zooiets niet overkomen, ik heb een heel
eenvoudige basis, waarop ik den familie-
kalender bouw. Ik ben geboren 2800 jaar
na Socrates, mijn vrouw 1800 jaar na den
dood van Tiberius, mijn zoon 2000 jaar
na de wederinvoering der leges Liciniae
door Titus empronius, Gracchus en mijn
dochter Amalia 1500 jaar na het begin der
groote volksverhuizing. Kan het eenvou
diger?"
Bevatten ai deze producten nu minder
dan 56 pet. suiker (of suiker en droog
aardappelsiroop) dan wordt het woord
siroop uit deze namen weggelaten en
heeten zij dus limonade of llmonette.
De namen van de verschillende soorten
limonades zijn door het Ooilege van direc
teuren van Keuringsdiensten ln overleg
met de vereeniglng van limonadefabrikan
ten vastgesteld en gelden voor het ge-
heele land.
Daar de waarde van de verschillende
soorten limonades sterk uiteenloopt, ls
het gewenscht om toe te zien, dat men
voor zijn geld, ook de gewenschte kwali
teit ontvangt.
B.
Wanneer gij voor morgen mooi weertje
voorspelt,
En 't regent -'at 't giet, of het stormt
van geweld,
Of, als gij het omkeert en regen voorziet,
Doch 't zonnetje u met zijn glans overgiet,
Dan kent gij de waarde der Meteorologie
Zooals die verstaan wordt door dezen en
die.
Sticht zoete zomerwarmte,
En licht en liefde thuis,
Dan wordt ge 't vriendelijk zonnetje.
Het zonnetje van 't huis.
Laat het kostelijkst van al
U niet roekeloos ontglippen,
Dat 's de tijd die snel gaat glippen
Zonder dat hij keeren zal.
Distels en doornen steken zeer,
Maar kwade tongen nog veel meer.
Ieder moet zijn pakje dragen.
Ieder stand brengt goed en kwaad;
Maar ook elk heeft blijde dagen,
Waar het harte rustig slaat
DE VERSCHILLENDE
LIMONADESOORTEN.
Nu de zomer met zijn warmte/weer in
het land zal komen, (we hopen dat hij
komen zal) en ons dan zal doen snakken
naar een verfrisschenden drank, kan het
zijn nut hebben de aandacht te vestigen
op de verschillende soorten limonade,
welke in den handel voorkomen. Zij zijn
van zeer uiteenloopende samenstelling en
worden daarnaar in 8 soorten onderschei
den, die elk een verschillenden naam
dragen.
De duurste soort is uitsluitend bereid
uit vruchtensap, citroenzuur en suiker, en
heet vruchtenlimonadesiroop. Hiertoe be-
hooren in den regel ook de Sorbets, of
met aanduiding van de soort van het ge
bruikte vruchtensap, frambozenlimonade
siroop, sinaasappellimonadesiroop, enz.
Een minder dure soort wordt bereid
ook uit suiker, citroenzuur, doch bevat
in tegenstelling met de 'bovengenoemde
soort geen vruchtensap, maar alleen
een essence uit vruchten of andere plan-
tendeelen gestookt. Deze soort heet limo
nadesiroop, terwijl de smaak der vruchten,
waarnaar het product smaakt, daarachter
of op een ander afzonderlijk etiket is ver
meld, dus b.v. limonadesiroop (frambozen)
enz.
De derde soort is gemaakt uit citroen- of
wijnsteenzuur, suiker en aardappelsiroop
en een kunstmatig bereide reuk en smaak
stof. Zy wordt limonettesiroop genoemd.
De vruchtensmaak, die het product be
zit, wordt onder of achter den naam ver
meld. Door het vermengingsproduct van
een deel der suiker met aardappelsiroop
Die traag tot ouderdom en sterven tracht
te komen,
Mag nooh ln medioyn, nooh spys
onmatig zijn:
Want medicyn verstikt, geUjks als spys
genomen,
Maar spys verkwikt het hart, gebruikt
als medicijn.
Er is geen oogenblik, dat ons lot niet
op een of andere wyze onder den invloed
van vrouwen is.
Is vriendschap tusschen een man en
een vrouw mogehjk? Ja, slechts wanneer
zy man en vrouw zyn.
Ik heb er niets tegen dat iemand de
menschen veracht, maar dan moet hy met
ziohzelven beginnen.
Het ls wel goed, wanneer de vrouw wa
ter in haar wyn doet. Getrouwde lieden
hooren in één week meer waarheden dan
ongetrouwde in een heel jaar.
Hoe ouder iemand wordt, hoe vaker ge
vraagd hy wordt by een begrafenis en hóe
zeldzamer zyn naam voorkomt onder de
bruiloftsgasten.
De man maakt
vormt de zeden.
de wetten, de vrouw
Den ouden professor begon dit gauw te zyn deze dranken minder zóet, terwyi ook
verdrieten en met een enkel woord de gebruikte essence niet uit vruchten is
aakte hii daaraan een einde. bereid, maar uit een chemische fabriek af-
Toen hy nameiyk by zyn zoölogische komstig is. Dit is dus de goedkoopste
voordrachten de viervoetige dieren be- soort
De groote zorg, die gewooniyk in acht
wordt genomen by het bewaren van tes
tamenten, is niet zoo algemeen als men
wel zou veronderstellen. Hoe zou het an
ders zoo vaak kunnen voorkomen, dat
deze documenten zoek zyn, als men ze
noodig "heeft?
Een bejaard heer was voortdurend aan
het veranderen van plaats, waar hy de be
schrijving van zyn laatsten wil verborg,
en toen hy dood was, was het testament
nergens te vinden. De begeerlge erfge
naam zocht in alle hoekjes en gaatjes,
maar het testament was en bleef zoek.
De kleermaker van het dorp, die van
het geval gehoord had, meldde zich aan
het sterfhuis, en legde de verklaring af,
dat de oude heer hem eenige maanden
voor zq'n dood had laten roepen, en hem
had opgedragen een zakje, dat klaarbfij-
keiyk papieren bevatte, in de voering van
zyn overjas te naaien. De kleermaker had
dit gedaan en achtte het nu zq'n plicht,
den erfgenaam van deze excentriciteit
van den erflater te onderrichten. De over
jas werd voor den dag gehaald en de
kleermaker bracht onmiddeliyk uit de voe
ring een zakje te voorschyn, dat het tes
tament bleek te bevatten.
Een ander testament dat zoek was, had
heel wat wederwaardigheden, eer het ln
handen kwam van de personen, die er
belang by hadden. Het was in een kastje
verborgen, dat van onder tot boven door
de erfgenamen was doorzocht, die het
evenwel niet konden vinden. Het kastje
werd verkocht, en eenige jaren later
kwam het toevallig weer in handen van
den zoon van een der erfgenamen. De
kooper had er natuuriyk geen idee van
dat het al vroeger ln de familie was ge-
Maak af!
Thorbecke.
Er is misschien niets wat ons zoo prik
kelbaar en lusteloos kan maken dan werk,
dat zich opstapelt. We weten niet waaraan
te beginnen, rusteloos worden we van het
een naar het ander gedreven. Als we ons
neerzetten om 't één af te maken, kwelt
ons de gedaohte aan het ander. Alles moet
af en wel zoo vlug mogeiyk. En omdat
alles af moet, hebben we voor nlots tyd.
Er ls niets fataler voor den goeden
gang van zaken dan uitstellen, opzy leg
gen. 't Heeft geen haast, 't kan wel waoh-
ten. Ge legt het opzy en neemt het eerst
weer ter hand als het wèl haast heeft,
gauw afgemaakt moet worden. Wat ge op
uw gemak had kunnen doen, moet nu
vliegensvlug gebeuren. Dlkwyis nog ten
koste van ander werk.
Profiteer ervan als er by uw zaken
„geen haast" ls. Ge hebt dan den tyd om ze
voorbeeldig af te wikkelen. Maar leg ze
niet op den stapel! Er moet ln het geheel
geen stapel zyn!
En dat hoeft ook niet, als ge elk werk
zyn eigen tyd geeft Bepaal een tyd,
waarin ge een zaak af kunt wikkelen en
wikkel haar dan ook af in dien tyd. Niet
gedeelteiyk maar geheel.
Het van den hak op den tak springen
maakt den chaos nog grooter. We hebben
ales half af, we kunnen op niets terug
zien, nergens staat een punt Op die ma
nier kan ons werk niet goed worden.
En op die manier wordt ook onze vrije
tyd een tyd van onrust
Als we 's avonds op onzen werkdag te
rugzien en we kunnen niet zeggen: „dat
is afgedaan en dat en dat.dan
voelen we ons zoo gejaagd en onvoldaan,
dat alle rust uitbhjft.
De spanning wykt niet.
„Maak af!" Het een na het ander. Werk
gestadig door. Dan zal uw werk zioh niet
opstapelen, dan kunt ge terug zien op
wat af is.
Alleen als er orde en regelmaat in uw
werkwyze heerscht, zal uw vrije tyd ont
spanning brengenI
Dr. JOS. DE OOOK.
Zeeman te H. Maar al te gauw is men
geneigd een zaak te beoordeelen om de
personen, die er by betrokken zyn. Men
gevoelt wel voor de zaak, waarom het
gaat, maar heeft allerlei bedenkingen te
gen de lieden, die er mede in relatie
staan. Een beweging, die wel iets voor
ons zou kunnen zyn, laten wy links lig
gen, omdat deze of gene, die er voor
yvert, onze persooniyke voorkeur niet ge
niet. Of wel: wy beoordeelen eene bewe
ging niet naar hare grondslagen en idea
len, doch naar de gedragingen van haar
uiteraard onvolmaakte aanhangers. Zoo
gaat het ook u. Gy verwart de aanhangers
met de leer.
Verzonden brieven. J. P. te H., G. te
EL, L. D. te N.
Voor de lezers van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Oock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m.
over de wijze waarop zy hun geest kun-
ne% verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld in dit blad
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direot schrifte-
iyk aan de aanvragers.
uit elkaar geslagen werd, werd het ver
miste document tusschen twee planken
gevonden, die zoo goed een valschen
bodem vormden, dat men zyn bestaan zelfs
nooit vermoed had.
Van alle zonderlinge bewaarplaatsen
Toor een testament, is een wynflesch zeker
wel de allerzonderlingste.
Dit was het geval by een testament van
een overigens normaal mensch en nie
mand wist iets af van dit ongewone ver-
bUjf. Het was in een groot aantal papie
ren gepakt en gerold, en in den hals van
een wynflesch verborgen, die behoorlijk
dicht gelakt was. De flesch stond tusschen
een aantal andere in, die goede oude port
bevatten, en op de kist waarin deze fles-
schen bewaard werden, was een papier
eplakt, waarop gesohreven stond, dat de
ist niet vóór een bepaalden tyd geopend
mocht worden. De wijnkelder was wel de
laatste plaats waar iemand het testament
gezocht zou hebben en toen de eigenaar
op een jachtparty by ongeluk doodgescho
ten was, heerschte er de grootste conster
natie, dat men zqn testament nergens vin
den kon. Elk deel van zqn goedvoorziene
bibliotheek werd doorgebladerd, want
daar de overledene een echte boeken
wurm was geweest, vond men het niet
zoo onmogeiyk dat hy het testament in
een zijner folianten bewaard zou hebben.
Voor den bottelier wien gevraagd werd
een paar goede oude merken voor te zet
ten, zouden waarschynüjk jaren verloo-
pen zyn, eer hy de zonderlinge berg
plaats van het testament had ontdekt. Wel
vond men de geringe zwaarte van de
flesch opmerkeiyk, maar daar zy gelakt
was, kon men niet veronderstellen, dat
zy ledig was. Het glas was ook zoo zwart
en ondoorschynend, dat het geheim niet
van buiten was te zien. Toen de flesch
eindeiyk geopend werd, bleek de inhoud
verre verkieseiyk boven den lekkeren
ouden wyn, dien men verwachtte te vin
den.
Veelal ls het ook voorgekomen, dat men
een testament tusschen de bladeren van
een boek vond. Ook een klok is wel eens
de geheime bergplaats geweest van een
weest; daar het oud en wrak was, had hy beschreven laatste wil en tal van andere
het op een verkooping, wegens overiyden voorwerpen waar men een testament zeker
van den eigenaar, alleen gekocht om het niet zou zoeken, hebben langer of korter
eigenaardige koperen slot. De vader her-tyd een geheim bewaard dat vele schat-
kende het onmiddellijk en toen het kastje ten waard zou zyn geweest om te kennen.