'n Greep van dit en dat Natuur en Techniek Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 6 JULI 1929. EIN MERKWAARDIGE BEVRIJDING De brandkast met den vreemden Inhoud. s hemels wil, geef mij lucht Ik *r opgesloten. Tracht do brandkast breken." ■■M RECHTMATIG MEDELIJDEN. DE RIMPELS IN ONS GELAAT. B. PROFESSORAAL. SPATJES. Wat zijn de kenmerken? KLEINE WIJSHEDEN. WAAR U UW TESTAMENT KUNT BEWAREN. Als u er een hebt. Tob Nooit Hoekje. HET EEN NA HET ANDER. t Juttertje 3»9. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). ?ierre en Baptiste waren echte werk- eals. Zij" werkten tot Haat in dien nacht en soms was de dunne nevel van den dageraad al' beginnen te vallen op de staten der stad, als ziji met werken op hadden. Niemand kon zeggen, dat hun rurt niet verdiend was. Soms deden zij hun weik niet tevergeefs. Dat hing grootenr deels van de politie af. Set was op een vroegen Novemberdag, da dit eelthandig tweetal het plan smeed de om een brandkast te verbreken in een gmot etablissement in de St. Marksstraat, Ót den avond, dat Pierre en Baptiste op dil werkje uitgingen, hiad' de hoofdboek houder een vreeaelijken last met zijn balans gehad. ,Ik kan er geen kop of staart aan méten", zeide hij tot zijn ohef, den oud- firmant, „en toch weet ik dat alles in 1 e moet zijn. Er Is el'kien da® een ver- etteüjtoe honderden dollars over maar Ik laat me hangen als ik waar de fout begint of eindigt". hialf acht ging de boekhouder weer zijn kantoor en begon opnieuw met ©ritlsóhe berekeningen. Hij werkte es drie en een'half uur door, aan het eiifle van welke periode hij plotseling met depand tegen het hoofd sloeg en uitrie] dat ik nag niet eens £0 de bram ben gaan kijken!, of er soms een blad eert! Tien tegen één dat ze niet be dijk genuünlmerd zijn!" sloeg de bladen van zijn boek om rüjk, het gewone cijfer in den lin- bovenhoek, dat op elf moest volgen, rak. Blad 12 was naar alle waarschijn lead in een veaioren hoekje van de brpdkast gevallen. Je hoofdboekhouder moest, bij zijn po- giigen om het verloren blaadje van zijn bajns terug te vinden, met zijn geheefle licl aam in zijn brandkast gaan. Bevreesd, dat de 'brandende kaars, die hij in de ha: i hield, de aandacht pp straat zou wek- kei zette hij de deur op een kier. srwijl hij erin stapte, bleef een slip van zij; jas aan een uitsteeksel van het slot zit in; de zware deur sloeg dicht alsof ze nk meer dan een kilo woog, en de boek- ho der was gevangen. ijj hoorde een klik, dat was alles. Zijn ka rs ging uit. De -Boekhouder ging te- ke: als een razende. In 't begin wendde hij x>venimensobelijkie krachten aan, daar op >egaven hem zijn krachten en geen 001 mblik het bewustzijn verliezende, kwm hij in rechtop zittende houding, niet in itaat een spier te verroeren. et was bijna op hetzelfde oogenblik, ai scl »en het alsof er uren voorbij waren ge- gan, dat zijn nu abnormaal gevoelig tro umelvlies, bijna werd verscheurd. Eten vreselijk eentonig geluid weerklonk in de Tandkast. 1 en de boekhouder gevoelde dat hij doet gebrek aan lucht al zwakker en zw<: :k)er werd1, bracht zijn herleefde hoop hter op de gedachte om met zijn vuisten het ïoutwerk te verbrijzelen. Dit gaf 'hem een ku bleken voelt lucht meer. Z oals wel te gissen was, was het geraas dat let oor des boekhouders trof, het tril len /an een boor geweest. Ofsohoon van binjen duidelijk hoorbaar, was het geluid vanbuiten gesmoord, het einde der boor bevond zich een Ata boltl, die al grooter en grooter werd, in oen an de stalen deuren. Aan het andere eind was een zware ruwe knuist, een ge deelte van het lichaam van Baptiste, den vlijtfcen handwerksman. Baptiste hield de boor) vast, terwijl zijn kameraad, Pierre, baaiter in draaide. Weldra werden de in- ra gewaar, dat er een soort van dier- ezen binnen in de brandkast was. t is een spook," zei Baptiste, en hij voor olm maar onmiddellijk (het te staken, doch dit voorstel vond _and bij zftn kameraad. Dairop togen zij beiden weer aan het werk Toen de boor een eindje gedraaid had, cide Pierre: „Baptiste er is ©en man brandkast". Bele mannen werden zoo bleek als de dood pjj deze veronderstelling. Baptiste verschrikt, dat hij geen woord reken. Zijn tong kleefde aan zijn Ite vast Pierre was, als altijd de die tot zichzelf kwam. Hij logde nd tegen het slot aan. „Hi a, daarbinnenl" schreeuwde hij maar in di alsof „Om ben h open De d«ren niet luid genoeg om' op straat te woüen gehoord. Op deze roep volgde een zqak antwoord, een heel zwakke kreet et klonk op een mijl afstand. elde inbrekers verloren geen ver- tijd met praten, maar begonnen weer werken, alsof hun leven «r van af hint, inpliaata van dat van den gaheim- zinnigen man in de brandkast. In nog geen vijf minuten hadden ze een gat ge boord!, iets kleiner dan een knoop. Toen hielden Pierre en Baptiste op, om zioh het zweet van het voorhoofd af te wissen. De man in de brandkast haalde diep adem. Nu eerst begonnen de beide vrienden over de ontknooping van de zaak te den ken, Zou de opgeslotene lid van de firma of bediende zijn? Deze gissing bracht het suooes van hun nachtelijke onderneming in gevaar, of zouden als zij' de gevangene er uit lieten, hem moeten binden en den mond snoeren. Aan den anderen kant was er toch ook weer gevaar bij. Want als de man zich verzette, zou het wel eens op moord kun nen uitdraaien; en als zij hem er heele- •miaal niet uitlieten, dan zouden zij' niets van den geldelijken inhoud van de kast hebben. En daar de man nauwelijks tot den volgenden morgen in bet leven zou blijven, zouden zij dan ook verantwoorde lijk zijn voor zijn dood. Aldus redeneer den Pierre en Baptiste. O „Dat waren nu wel geen erg plelzierlge overwegingen, maar er was er nog een over, die veel beter was. Wat te zeggen als de man eens zelf een Inbreker was? Hot zou toch best een collega van hen kunnen wezen I In dat geval zouden zij, die boel moeten doelen. „Heidaar!" riep Pierre, die plotseling op een idee kwam. „Wat ls het nummer van het cijferslot?" „Vijftien, drie, drle-en-zeventig!" klonk het op een graftoon. Het werd klaarblijkelijk ai moeilijker en moeilijker om door het nauwe gaatje adem te halen. handelde en aan den bekenden langoor was gekomen besloot hij zijn oratie als volgt: „En nu mijne heeren, moet ik u ten slotte nog een merkwaardigheid van den ezel verhalen; hij laat in den laatsten tijd niet meer zijn i-a hooren, maar o-ja". De student Poot ontbrak menigmaal in het college; want hoe jeugdig nog, vond hij het verreweg aangenamer, ergens een goed glas bier te gaan drinken, dan de langwijlige bespiegelingen van den pro fessor met aandacht te volgen. Een oudere broer, die hetzelfde college bezocht, moest hem dan op de een of andere wijze verontschuldigen, want de hoogleeraar was er zeer op gesteld, dat men zijn colleges bijwoonde en lette er steeds op wie al dan niet aanwezig waren. Eens was Poot weder voor de verlei ding bezweken en zijn broeder werd als naar gewoonte gevraagd: „Poot, je broeder is heden weer absent; wat is de reden daarvan?" „Professor," antwoordde de slagvaar dige jongeling, „mijn broer had vanmor gen zoo'n ontzettende kiespijn, dat hij naar den dentist is gegaan om de kies te laten trekken." „Zoo," antwoordde de professor, en hij bladerde in zijn notitieboekje, „dan heb ik oprecht, met je broeder te doen, want volgens mijn aanteekeningen moeten in den loop van dit jaar hem reeds twee en twintig kiezen getrokken zijn." Met scherpe lijnen trekt het leven zijn Indrukken op het dagboek van ons aan- {;ezicht. Men kan vaak beter in het ge- aat lezen dan in een boek. Nergens is dit zoo duidelijk zichtbaar dan in het oog. Men heeft zich vaak 't hoofd gebroken over de beteekenis der schaduwen onder de oogen, „blauwe kringen". De ligging der oogappels is afhankelijk van de hoe veelheid vet ln de oogholte, waardoor bij lijdenden of hongerendon, de „holle oogen" ontstaan, d.w.z., dat bij gebrek aan vet de belde oogappels naar achter en om laag trekken. Daardoor vormen zioh plooien tussohen de huid en den onder sten rand der oogholte, die het donkere nezeuze bloed laten doorschemeren. Ook 't voorhoofd bij den mensch draagt jaar ringen, met zijn zorgploolen, kommer- lijnen en smartrimpels. Zoo is 't gelaat Na een kwart minuut gaf het slot van met zijn plooien, lijnen en rimpelvorming de kast weer denzelfden tik als het acht een spiegel der ziel. minuten te voren hiad gedaan. Dank zij de tijdige tusschlenikom!st vani Pierre en Baptiste ging hiet even licht en gettnakke- lijjk open als voor bet achter deni ongei- lukkigen boeikhouder was dichtgevallen. De hoofdboekhouder haalde een paar paar malen diep adem en stapte toen zon der hulp de brandkast uit. Hij was doods bleek en- zijn Moeiten zaten hem wanor delijk: aan bet lijf. Dooh deze Weekheid van zijn gelaat maakte weldra plaats voor een roode kleur, toen hij de twee inbre kers zag, imet de voor hun beroep1 benoo- diigde werktuigen bij! zich. Pierre en Baptiste waren door het vreemde van de zaak geheel verbijisterd. Zonder een enkel woord van danJk of waarschuwing liep dJe boekhouder naar zjjln schrijftafel en bracht een elecrtriscbe schel in beweging, waarmede hij1 de po litie kon roepen. Tegelijkertijd opende hij een lade, haal de er een revolver uit en legde op de in brekers aan. Terwijl hij dit deed, sprak hij deze merkwaardige woorden. Heeren, ik zou al de slechtste aller mtenschen moeten zijn, indien ik u niet grootten dank verschuldigd wist voor den dienst, dien gij mij bewezen hebt. Ik zal u altijd beschouwen als een rechtgeaard man hen beschouwt, die zijn leven gered lebben met gevaar voor het hunne, of wat retzelfde is, de vrijheid. Elk redelijk verzoek, dat we imij wilt doen, zal ik trachten te bewilligen maar mijn plicht tegenover mijn chefs beschouw ik als alles overhoerschend. Ik heb een beetje gold bij elkaar gespaard en ik stel u voor, dit te besteden voor uw verdediging, die zeer zeker op verzachtende omstandig heden zal kunnen wij;zen. Indien gij daarentegen veroordeeld wordt" Hier traden twee agenten van politie binnen en namen de inbrekers gevangen. O JA! Professor H. was een ingekankerd vijand van het stopwoord „0 ja", dat de meeste menschen onophoudelijk in den mond nemen. Dikwijls verhaalde hij aan zijn scholieren om ze te waarschuwen voor die onhebbelijkheid welke hem zoo onuitstaanbaar was, de volgende verma kelijke anecdote: Toen ik studeerde, woonde ik de lessen jij van een onzer beroemdste zoölogen, de mij het eerst op de overdreven ge- rruikmaking van dit stopwoord attent maakte. Op zekeren dag hoorden eenlge studen- en een boerin met hare dochter op den ioek van een straat twisten en vernamen weinig anders dan de krijschend uitge sproken woordjes: „O ja," en „O neen". De studenten bootsten dit na en maakten van die stopwoorden een wederzljdsche begrooting, die algemeen in zwang kwam, maar spoedig onuitstaanbaar begon te worden. „Wil je wel gelooven, waarde collega, dat ik maar niet den leeftijd en de ge boortedagen van mijn vrouw en kinderen kan onthouden. Gisteren bijvoorbeeld zie ik in de huiskamer verscheidene pakjes liggen en een oogenblik later komt mijn vrouw binnen, de kinderen loopen op haar toe, en omhelzen haar en wenschen haar geluk met den heugelijken dag. En ik sta er bij met een beteuterd gedicht en met leege handen, totaal vergeten, dat mijn vrouw dien dag jarig was!" „Dat is niet heel aangenaam," stemde de collega toe, en geeft geen prettige verhouding in het gezin. Mij kan gelukkig zooiets niet overkomen, ik heb een heel eenvoudige basis, waarop ik den familie- kalender bouw. Ik ben geboren 2800 jaar na Socrates, mijn vrouw 1800 jaar na den dood van Tiberius, mijn zoon 2000 jaar na de wederinvoering der leges Liciniae door Titus empronius, Gracchus en mijn dochter Amalia 1500 jaar na het begin der groote volksverhuizing. Kan het eenvou diger?" Bevatten ai deze producten nu minder dan 56 pet. suiker (of suiker en droog aardappelsiroop) dan wordt het woord siroop uit deze namen weggelaten en heeten zij dus limonade of llmonette. De namen van de verschillende soorten limonades zijn door het Ooilege van direc teuren van Keuringsdiensten ln overleg met de vereeniglng van limonadefabrikan ten vastgesteld en gelden voor het ge- heele land. Daar de waarde van de verschillende soorten limonades sterk uiteenloopt, ls het gewenscht om toe te zien, dat men voor zijn geld, ook de gewenschte kwali teit ontvangt. B. Wanneer gij voor morgen mooi weertje voorspelt, En 't regent -'at 't giet, of het stormt van geweld, Of, als gij het omkeert en regen voorziet, Doch 't zonnetje u met zijn glans overgiet, Dan kent gij de waarde der Meteorologie Zooals die verstaan wordt door dezen en die. Sticht zoete zomerwarmte, En licht en liefde thuis, Dan wordt ge 't vriendelijk zonnetje. Het zonnetje van 't huis. Laat het kostelijkst van al U niet roekeloos ontglippen, Dat 's de tijd die snel gaat glippen Zonder dat hij keeren zal. Distels en doornen steken zeer, Maar kwade tongen nog veel meer. Ieder moet zijn pakje dragen. Ieder stand brengt goed en kwaad; Maar ook elk heeft blijde dagen, Waar het harte rustig slaat DE VERSCHILLENDE LIMONADESOORTEN. Nu de zomer met zijn warmte/weer in het land zal komen, (we hopen dat hij komen zal) en ons dan zal doen snakken naar een verfrisschenden drank, kan het zijn nut hebben de aandacht te vestigen op de verschillende soorten limonade, welke in den handel voorkomen. Zij zijn van zeer uiteenloopende samenstelling en worden daarnaar in 8 soorten onderschei den, die elk een verschillenden naam dragen. De duurste soort is uitsluitend bereid uit vruchtensap, citroenzuur en suiker, en heet vruchtenlimonadesiroop. Hiertoe be- hooren in den regel ook de Sorbets, of met aanduiding van de soort van het ge bruikte vruchtensap, frambozenlimonade siroop, sinaasappellimonadesiroop, enz. Een minder dure soort wordt bereid ook uit suiker, citroenzuur, doch bevat in tegenstelling met de 'bovengenoemde soort geen vruchtensap, maar alleen een essence uit vruchten of andere plan- tendeelen gestookt. Deze soort heet limo nadesiroop, terwijl de smaak der vruchten, waarnaar het product smaakt, daarachter of op een ander afzonderlijk etiket is ver meld, dus b.v. limonadesiroop (frambozen) enz. De derde soort is gemaakt uit citroen- of wijnsteenzuur, suiker en aardappelsiroop en een kunstmatig bereide reuk en smaak stof. Zy wordt limonettesiroop genoemd. De vruchtensmaak, die het product be zit, wordt onder of achter den naam ver meld. Door het vermengingsproduct van een deel der suiker met aardappelsiroop Die traag tot ouderdom en sterven tracht te komen, Mag nooh ln medioyn, nooh spys onmatig zijn: Want medicyn verstikt, geUjks als spys genomen, Maar spys verkwikt het hart, gebruikt als medicijn. Er is geen oogenblik, dat ons lot niet op een of andere wyze onder den invloed van vrouwen is. Is vriendschap tusschen een man en een vrouw mogehjk? Ja, slechts wanneer zy man en vrouw zyn. Ik heb er niets tegen dat iemand de menschen veracht, maar dan moet hy met ziohzelven beginnen. Het ls wel goed, wanneer de vrouw wa ter in haar wyn doet. Getrouwde lieden hooren in één week meer waarheden dan ongetrouwde in een heel jaar. Hoe ouder iemand wordt, hoe vaker ge vraagd hy wordt by een begrafenis en hóe zeldzamer zyn naam voorkomt onder de bruiloftsgasten. De man maakt vormt de zeden. de wetten, de vrouw Den ouden professor begon dit gauw te zyn deze dranken minder zóet, terwyi ook verdrieten en met een enkel woord de gebruikte essence niet uit vruchten is aakte hii daaraan een einde. bereid, maar uit een chemische fabriek af- Toen hy nameiyk by zyn zoölogische komstig is. Dit is dus de goedkoopste voordrachten de viervoetige dieren be- soort De groote zorg, die gewooniyk in acht wordt genomen by het bewaren van tes tamenten, is niet zoo algemeen als men wel zou veronderstellen. Hoe zou het an ders zoo vaak kunnen voorkomen, dat deze documenten zoek zyn, als men ze noodig "heeft? Een bejaard heer was voortdurend aan het veranderen van plaats, waar hy de be schrijving van zyn laatsten wil verborg, en toen hy dood was, was het testament nergens te vinden. De begeerlge erfge naam zocht in alle hoekjes en gaatjes, maar het testament was en bleef zoek. De kleermaker van het dorp, die van het geval gehoord had, meldde zich aan het sterfhuis, en legde de verklaring af, dat de oude heer hem eenige maanden voor zq'n dood had laten roepen, en hem had opgedragen een zakje, dat klaarbfij- keiyk papieren bevatte, in de voering van zyn overjas te naaien. De kleermaker had dit gedaan en achtte het nu zq'n plicht, den erfgenaam van deze excentriciteit van den erflater te onderrichten. De over jas werd voor den dag gehaald en de kleermaker bracht onmiddeliyk uit de voe ring een zakje te voorschyn, dat het tes tament bleek te bevatten. Een ander testament dat zoek was, had heel wat wederwaardigheden, eer het ln handen kwam van de personen, die er belang by hadden. Het was in een kastje verborgen, dat van onder tot boven door de erfgenamen was doorzocht, die het evenwel niet konden vinden. Het kastje werd verkocht, en eenige jaren later kwam het toevallig weer in handen van den zoon van een der erfgenamen. De kooper had er natuuriyk geen idee van dat het al vroeger ln de familie was ge- Maak af! Thorbecke. Er is misschien niets wat ons zoo prik kelbaar en lusteloos kan maken dan werk, dat zich opstapelt. We weten niet waaraan te beginnen, rusteloos worden we van het een naar het ander gedreven. Als we ons neerzetten om 't één af te maken, kwelt ons de gedaohte aan het ander. Alles moet af en wel zoo vlug mogeiyk. En omdat alles af moet, hebben we voor nlots tyd. Er ls niets fataler voor den goeden gang van zaken dan uitstellen, opzy leg gen. 't Heeft geen haast, 't kan wel waoh- ten. Ge legt het opzy en neemt het eerst weer ter hand als het wèl haast heeft, gauw afgemaakt moet worden. Wat ge op uw gemak had kunnen doen, moet nu vliegensvlug gebeuren. Dlkwyis nog ten koste van ander werk. Profiteer ervan als er by uw zaken „geen haast" ls. Ge hebt dan den tyd om ze voorbeeldig af te wikkelen. Maar leg ze niet op den stapel! Er moet ln het geheel geen stapel zyn! En dat hoeft ook niet, als ge elk werk zyn eigen tyd geeft Bepaal een tyd, waarin ge een zaak af kunt wikkelen en wikkel haar dan ook af in dien tyd. Niet gedeelteiyk maar geheel. Het van den hak op den tak springen maakt den chaos nog grooter. We hebben ales half af, we kunnen op niets terug zien, nergens staat een punt Op die ma nier kan ons werk niet goed worden. En op die manier wordt ook onze vrije tyd een tyd van onrust Als we 's avonds op onzen werkdag te rugzien en we kunnen niet zeggen: „dat is afgedaan en dat en dat.dan voelen we ons zoo gejaagd en onvoldaan, dat alle rust uitbhjft. De spanning wykt niet. „Maak af!" Het een na het ander. Werk gestadig door. Dan zal uw werk zioh niet opstapelen, dan kunt ge terug zien op wat af is. Alleen als er orde en regelmaat in uw werkwyze heerscht, zal uw vrije tyd ont spanning brengenI Dr. JOS. DE OOOK. Zeeman te H. Maar al te gauw is men geneigd een zaak te beoordeelen om de personen, die er by betrokken zyn. Men gevoelt wel voor de zaak, waarom het gaat, maar heeft allerlei bedenkingen te gen de lieden, die er mede in relatie staan. Een beweging, die wel iets voor ons zou kunnen zyn, laten wy links lig gen, omdat deze of gene, die er voor yvert, onze persooniyke voorkeur niet ge niet. Of wel: wy beoordeelen eene bewe ging niet naar hare grondslagen en idea len, doch naar de gedragingen van haar uiteraard onvolmaakte aanhangers. Zoo gaat het ook u. Gy verwart de aanhangers met de leer. Verzonden brieven. J. P. te H., G. te EL, L. D. te N. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Oock, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, o.m. over de wijze waarop zy hun geest kun- ne% verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld in dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direot schrifte- iyk aan de aanvragers. uit elkaar geslagen werd, werd het ver miste document tusschen twee planken gevonden, die zoo goed een valschen bodem vormden, dat men zyn bestaan zelfs nooit vermoed had. Van alle zonderlinge bewaarplaatsen Toor een testament, is een wynflesch zeker wel de allerzonderlingste. Dit was het geval by een testament van een overigens normaal mensch en nie mand wist iets af van dit ongewone ver- bUjf. Het was in een groot aantal papie ren gepakt en gerold, en in den hals van een wynflesch verborgen, die behoorlijk dicht gelakt was. De flesch stond tusschen een aantal andere in, die goede oude port bevatten, en op de kist waarin deze fles- schen bewaard werden, was een papier eplakt, waarop gesohreven stond, dat de ist niet vóór een bepaalden tyd geopend mocht worden. De wijnkelder was wel de laatste plaats waar iemand het testament gezocht zou hebben en toen de eigenaar op een jachtparty by ongeluk doodgescho ten was, heerschte er de grootste conster natie, dat men zqn testament nergens vin den kon. Elk deel van zqn goedvoorziene bibliotheek werd doorgebladerd, want daar de overledene een echte boeken wurm was geweest, vond men het niet zoo onmogeiyk dat hy het testament in een zijner folianten bewaard zou hebben. Voor den bottelier wien gevraagd werd een paar goede oude merken voor te zet ten, zouden waarschynüjk jaren verloo- pen zyn, eer hy de zonderlinge berg plaats van het testament had ontdekt. Wel vond men de geringe zwaarte van de flesch opmerkeiyk, maar daar zy gelakt was, kon men niet veronderstellen, dat zy ledig was. Het glas was ook zoo zwart en ondoorschynend, dat het geheim niet van buiten was te zien. Toen de flesch eindeiyk geopend werd, bleek de inhoud verre verkieseiyk boven den lekkeren ouden wyn, dien men verwachtte te vin den. Veelal ls het ook voorgekomen, dat men een testament tusschen de bladeren van een boek vond. Ook een klok is wel eens de geheime bergplaats geweest van een weest; daar het oud en wrak was, had hy beschreven laatste wil en tal van andere het op een verkooping, wegens overiyden voorwerpen waar men een testament zeker van den eigenaar, alleen gekocht om het niet zou zoeken, hebben langer of korter eigenaardige koperen slot. De vader her-tyd een geheim bewaard dat vele schat- kende het onmiddellijk en toen het kastje ten waard zou zyn geweest om te kennen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 7