van groteske nonsens, die met emphase en
verve en zeer goede dictie ten 1is
bracht werd en waarom allerhartelijkst is
gelachen. Terwijl voorfs toespelingen op
marine-politieke gebeurtenissen waren ïn-
gelascht, die daverende applaus-salvo s
deden opgaan. Zoo blijkt Julius Caesar er
bijvoorbeeld een „Minister van Desorga
nisatie" op na te houden.
Na afloop van de voorstelling betrad
kolonel Hartkamp het „Casino -podium
om allereerst voorlezing te doen van een
tweetal antwoord-telegrammen van HM.
MM de Koningin-Moeder en de Koningin
op de aan den réuniemaaltijd aan de vor
stinnen gezonden telegrammen. Van den
eersten Julius-Caesar-vertolker, den gep.
len luit. der mariniers Faassen was een
telegram ontvangen van gelukwenschen.
De schrijver van het „drama", gep.
schout bij nacht Pulle werd vervolgens
door kolonel Hartkamp toegesproken en
geluk gewenscht met het succes. Namens
de réunisten werd hem een krans over-
handicapklasse B kwamen verschillende j
jachten niet uit; van de „Ariadne van
den heer Bernard scheurde het grootzeil.
De „Dorus Rijkers" pikte haar op. De,
C 3 van den Terschelliiiger heer Doeksen
verloor eveneens haar grootzeil, maar i
desondanks kwam deze toch nog door de
finish. Onder dergelijke omstandigheden
was er geen sprake van, dat de vorstelijke
personen iets van den eigenlijken 'wed
strijd konden zien.
De uitslagen luidden (de baan werd
eenmaal gezeild):
Handicap klasse A: 1. Zonnetij 3, stuur
man ir. Doedes 1.2.45; 2. Antares, stuur
man J. van Dusseldorp 1.5.6; 3. Oopea,
stuurman J. J. van Rietschoten 1.8.48;
4 Boekanier, stuurman W. Ruys Bzn.,
1.12.49.
Handicap klasse B: 1. Beatrys, stuur
man F. Hin 1.8.58; 2 Stormvogel, stuur
man J. G. Both, 1.11.55; 3. Urania, stuur
man J. A. de Gelder 1.16.33.
Handicap klasse C: 1. Albatros, stuur
DRAISi
ft
man H Klaus 1.23.03; 2. Watergeus, stuur-
handigd. Gok ae neer jager, ue man n. jyaus j.. s
S,SmSSeDw^eaê "S STottL i.30.57.
Pulle nog bij monde van den heer Canter
Cremers namens eenige réunisten geliiu-
digd „omdat wij zooveel te danken heb
ben aan den geneeskundigen dienst
Kunigonde kreeg eveneens een bloem
stuk en een handkus, ook de proloogzeg
ger, de heer Kroese, werd gehuldigd. De
Senaat der adelborsten overhandigde aan
den heer Jager een krans.
De heer Pulle dankte nog met een en
kei woord voor de buitengewone ont
vangst van zijn stuk. Ik gevoel me, zegt
spr., in een geestige toespraak, alsof ik na
34 jaar een zoon tegenkom. Spr. brengt
hulde aan den heer Jager, die zijn
„Tauber"-rol zoo uitstekend vervulde, en
complimenteert ook den heer Kroese, die
telkens de prologen zeide op voortreffe
lijke wijze.
lijke wijze. Deze prologen, die in geestige
rijmen den' inhoud van het volgende be
drijf bekendmaken, waren van den heer
Jager.
Ook de heer Jager voert nog het woord.
Een dergelijk succes had ik niet verwacht,
zoo zegt hij. De regie was zeer moeilijk,
maar er was een vaste wil van de uit
voerenden alle moeilijkheden te overwin
nen, en ondanks het feit, dat de repetities
moesten worden gehouden in de drukte
der zomer-manoeuvres, werden vrije Za
terdagmiddagen en Zondagen er gaarne
aan opgeofferd. Gebleken is wel, zegt spr.
dat aan een dergelijke vereeniging be^
hoefte bestaat, en wellicht kan deze op
voering een aansporing zijn zoo'n ver
eeniging te stichten. Zooveel mogelijk
zijn de aanwijzingen van den schr. ge
volgd. Toen Kol. Hartkamp spr. vroeg of
hij bereid was dit stuk op te voeren, was
het hem moeilijk daarop een antwoord te
geven. De groote moeilijkheid was een
troepje bijeen te krijgen in staat en be
reid tot medewerking. Dit is gelukt en wij
hebben doorgezet en thans dit succes be
haald.
Spr. brengt vervolgens dank aan den
leider van het orkest, den heer Steinroth.
Het bleek al spoedig, dat muzikale lei
ding en regie niet te vereenigen waren,
en daar de stafmuziek langen tijd buiten
de stad heeft moeten werken, heeft het
orkestje onder leiding van den heer
Steinroth, zich geheel moeten inwerken.
Spr. verzoekt dan ook hen daarvoor hulde
te willen brengen door een hartelijk
applaus.
Tenslotte wordt nog de souffleur ge
huldigd, die voor het gemak met hokje en
al op het tooneel werd geheschen.
Kolonel Hartkamp bracht vervolgens
nog hulde aan admiraal Quant, die op alle
wijzen deze uitvoering heeft gesteund en
ter zijde gestaan, alsmede aan den secre
taris van het uitvoerend comité, off. van
adm. Klaassen, die het meeste werk heeft
verricht.
Tenslotte deelen wij nog mede, dat de
costuums (die zeer fraai waren) door de
firma Mulder te Utrecht waren geleverd.
De grimeering was van den heer Van der
Maden alhier, die allerleukste typen had
gemaakt. De travestirollen van de beide
vrouwen waren zeer geestig verzorgd. De
tapijten, in het derde en vierde bedrijf
gebruikt, waren welwillend afgestaan
door de firma Govers. Van het noemen
van namen van medespelenden hebben wij
ons onthouden; alleen willen wij, naast
den naam van den heer Kroese, welke,
zooals gezegd, als Proloog optrad, nog
noemen dien van luit. ter zee J. B. de
Meester als Julius Caesar, van de heeren
Roldanus en Bax als Galpurnia en Kune-
gonde. Het spel was voortreffelijk, het
geen voor een niet gering deel tot het
succes bijdroeg.
In de pauze werden lantaarnplaatjes
vertoond, betrekking hebbende op de
Marine, terwijl een feestavond, door het
bestuur der Marineclub den aanwezigen
aangeboden, hen nog langen tijd gezellig
bijeenhield. Deze had evenwel niet in de
club plaats wegens het groot aantal deel
nemers, maar in Casino; het buffet werd
geëxploiteerd vanwege de Marineclub.
De zeilwedstrijden.
De jaarlijksche zeilwedstrijden, door de
Kon. Marine Jachtclub georganiseerd,
worden als regel in de kermisweek ge
houden. Ditmaal zijn zij verdaagd om ze
te doen samenvallen met de réuniefeesten,
maar ook hier heeft natuurlijk het
slechte weer een spaak in het wiel ge
stoken.
Zaterdagmorgen zouden de sloepen
starten, terwijl tevens de handicapwed
strijden voor jachten zouden worden ge
houden.
Doordat het springtij was en de sterke
westenwind het water had opgestuwd,
konden de sluizen niet worden geopend
en dientengevolge was het onmogelijk op
den vastgestelden tijd te starten. Dit ge
schiedde eerst toen de eb doorzette, maar
toen konden de sloepen weer niet tegen
den sterken ebstroom in en moest van het
starten worden afgezien. Er kwam nog al
wat averij, van de Barracuta van den
heer Ripperda Wiersma brak de roer-
koning vlak voor den start, zoodat dit
schip binnengesleept moest worden. In de
Klasse platbodem jachten O.A.: 1 Dol-
phijn, M. Sanders 1.21.58.
Alle opgegeven tijden zijn berekende tij
den, verkregen dus na aftrek der voor
giften.
Zondag.
Zondag was het weer wel iets beter,
maar toch konden de voorgenomen
Noordzeewedstrijden voor overdekte jach
ten, voor welke een tiental jachten waren
ingeschreven, niet doorgaan. Inplaats
daarvan werd gezeild de baan binnen
gaats, circa 28 mijl. Door acht jachten
werd gestart; prijswinnaars waren: no
Antares van ir. J. van Dusseldorp, 3 u.
31 m. 7 8.; 2e prijs Beatrys, van C. N. Hin,
3 u. 37 m. 53 s.; 3e prijs Albatros, S. Prins
3 u. 38 m. 59 s.; 4e prijs Boekanier W
Ruys Bz., 3 u. 42 m. 46 s. Ook nu weder
was bij de start veel averij. De Tromp liep
met zijn boegspriet de Antares aan boord
en de boegspriet van de eerste knapte
daardoor finaal af.
Gebleken is, dat wedstrijden voor deze
groote jachten op deze groote baan wel
een succes geweest zijn.
De prijsuitreiking geschiedde Zondag
middag in het gebouw der Marine-club.
Nabetrachting.
De réuniefeesten zijn hiermede geëin
digd. Ondanks de tegenwerking van het
weer kunnen ze toch als geslaagd worden
beschouwd, al ware het natuurlijk aardiger
geweest als een zonbeschenen stad bui
tenshuis had kunnen meevieren. Maar
klagen helpt niet. De Hoofdgrachtbewo
ners waren practisch; toen het ondoenlijk
was de verlichting in de straat te ontste
ken de lampionnetjes woeien stuk, nog
vóór ze goed en wel hingen werd aan
de bewoners verzocht ze binnenshuis op
te hangen.
Het treffendste moment was wel wij
wezen er reeds op in ons verslag het
binnenkomen van dien stoet réunisten.
Dat was een mooi, spontaan oogenblik, en
uit de hartelijke ontvangst van de zijde der
bevolking die over 't algemeen hier nu
niet zoo uitbundig is in haar vreugdebe
toon bleek wel, dat men dit bezoek hier
zeer waardeerde. Van de zijde der gasten
was de hartelijkheid wederkeerig. En hoe
kan het anders? Allen zijn in hun jonge
jaren hier geweest; allen hebben hier het
lief en het leed ondergaan van hun eerste
zelfstandige jaren in de maatschappij.
„Niet al onze herinneringen aan dit ge
bouw zijn even aangenaam", zeide een der
sprekers bij de ontvangst. Zoo is het, maar
jeugd en jeugdillusies winnen het, en de
goede Tijd heeft tenslotte alles verzacht en
vermooid. En zoo kan men het aloude
Nieuwediep de zeeman spreekt nog
slechts van Nieuwediep dan ook kin
derlijk-blij weer eens terugzien. En zoo
komt het, dat men uitbundig-vroolijk dezen
door traditie en herinnering geheiiigden
grond weder betreedt; dat men wellicht
louter nieuwe gezichten, maar zeker niet
dan de oude straten, zij het ietwat gemo
derniseerd, terugvindt, dat wederom, bij
eiken voetstap, de herinneringen op
doemen.
Oude hier nog wonende gepensioneer
den, van de werf of een der andere instel
lingen, glunderden eveneens; zij herken
den den een of anderen overste, of een be
mind chef, onder wien zij gediend hebben.
En het was alleen maar jammer, dat geen
drie muziekkorpsen in den langen stoet
medeliepen, want nu had alleen de voor
hoede er wat aan en de rest verwaaide in
den wind.
De organisatie van een en ander was,
zooals trouwens niet anders te verwachten
was, uitstekend. Ook de ontvangst van de
pers was voortreffelijk. Wij hebben reeds
vermeld, dat aan de pers een lunch werd
aangeboden door den commandant van het
Instituut. Zaterdagmiddag geschiedde dit
door het Réunie-Comité. Bovendien stond
ons voortdurend een daarvoor aangewezen
officier ter zijde. Aanvankelijk was dit de
off. van adm. Ie kl. A. van Houte, welke
buiten het Kon. Inst. vervangen werd door
den luit. ter zee le kl. jhr. IJoreel. Beide
ïeeren verstrekten met de grootste be
reidwilligheid alle mogelijke inlichtingen,
waarvoor wij te dezer plaatse hen gaarne
een woord van dank brengen.
DANKBETUIGING VAN DE
KONINGIN.
De Burgemeester van Den Helder deelt
aan de burgerij: diezer gemeente mede,
dat Hare Majesteit de Koningin hem zijn
erkentelijkheid heeft betuigd voor de
feestelijke ontvangst, die de burgerij aan
Hare Majesteit heeft bereid hij haar be
zoek alhier ter gelegenheid van d'e vie-
'inig van heit 75-jarig bestaan van het
Koninklijk Instituut der Marine.
Tevens zegt de Burgemeester dank aan
allen, die aan die feestelijke ontvangst op
zoo sympathieke wijfee hebben medege
werkt
Kranslegglng marine-monument.
Door de buurtcommissie van de Hoofd-
gracht is een viertal kransen gelegd aan
de voeten van het Marine-monument
Versierde etalages ln de
Keizerstraat.
Men deelt ons mede, dat de koninklijke
auto's op hun tocht door de Keizerstraat
een oogenblik hebben gestopt voor de
etalage van de firma Neels aldaar, waar
een schilderij was aangebracht, voorstel
lende de koninklijke familie met de eere-
wacht. De heer Neels had, met de heeren
Leibbrandt en Lugtenburg aldaar, bizon
der veel werk gemaakt van de etalage,
om, daar de Keizerstraat niet behoorde tot
de versierde straten, op deze wijze iets
aan de feestelijke stemming bij te dra
gen. Ook bij de taptoe des avonds werd
door de adelborsten en de officieren
hulde gebracht aan dit initiatief. Ook in
andere straten troffen wij versierde eta
lages aan, kunnen er evenwel niet afzon
derlijk melding van maken.
De viering te Batavia.
Aneta seint cLd. 21 September uit Bar
tavi'a:
De viering van het 75-jarig bestlaan van
het Kon. Instituut voor de Marine te Wil
lemsoord is Vrijdagavond begonnen met
een reünie van oud-leerlingen. Zaterdag
avond reuniiebal in Oonoordia. Zondag
ochtend biedt de Marioe den reünisten
en hun dames een tocht aan met Hr. Ms.
Krakataiu. Zondagavond reuniediner in
Oonoordia. Vele reünisten zijn hiervoor
naar West-Java gekomen.
Marinemanoeuvres in
Noorderkwartier.
het
Vreedzaam zaten Maandagavond allen
rond de tafel in de groote zaal van bet
Directiegebouw der Marine te Willems
oord; eenerzijds de mannen van het
zwaard, anderzijds de ridders van de pen,
Nóg vreedzaam.tot over eenige uren.
Dan zullen de laatsten verdeeld zijn in
vrienden en vijanden; zullen ze met ge
noegen zien, dat de commandant van hun
onderzeeboot erin slaagt, het vijandelijk
schip, waarop hun collega zich bevindt, in
den grond te boren.en omgekeerd zal
de collega erin opgaan, als de duikboot
met een goed gerichte dieptebom naar den
kelder wordt geholpen....
Gelukkig is dat alles slechts schijn.
Hedenochtend 10 uur beginnen n.L de
marinemanoeuvres in het Noorderkwartier
De bovengenoemde bijeenkomst diende
dan ook, oxn den vertegenwoordigers der
verschillende bladen eenig inzicht te ge
ven in den opzet en eenige kennis bij te
brengen van het operatieterrein.
Deze inlichtingen werden verstrekt door
den Vice-Admiraal L. J. Quant, Comman
dant der Marine, bij wien de algemeene
leiding van de manoeuvres berust. Aan
hem zijn toegevoegd de kapitein ter zee
J. de Graaff, Chef van den Staf der Zee
macht, kapitein-luit. ter zee J. van Reede,
Directeur der Hoogere Marinekrijgsschool
en kapitein-luit. ter zee D. Scalongne,
Commandant van de Kazerne Onderzee
dienst te Willemsoord.
Voor deze kleine manoeuvres is een zeer
actueel en interessant gegeven aangeno
men, n.1. de verdediging van de twee voor
naamste punten van den afsluitdijk Wie-
ringenFriesland, te weten, de sluizen bij
den Oever op Wieringen en bij het Korrn
werder zand.
De veronderstelling is, dat in een oorlog
de Provinciën Groningen en Friesland,
benevens de Wadden-eilanden beoosten
het Borndiep (tusschen Ameland en Ter
schelling) in handen van den vijand
(Rood) zijn.
Blauw heeft echter in deze Provinciën
nog een bruggehoofd in handen aan het
Oostelijk uiteinde van den afsluitdijk der
Zuiderzee, welke dijk gereed wordt veron
dersteld en zich eveneens nog in handen
van Blauw bevindt.
De sluizen van Kornwerderzand en Wie-
ringen moeten worden beschouwd als pun
ten van zeer groot strategisch belang, met
dién verstande, dat Rood groot belang
heeft bij de vernietiging, Blauw bij het
intact houden.
Voor wat betreft de vaarwaters, die toe
gang geven vanaf buitengaats tot den af
sluitdijk, wordt bii deze oefening aange
nomen, dat de bestaande toestand onge
wijzigd is.
De commandant der Blauwe partij (kapt.
ter zee H. A. Romswinckel) beschikt voor
de verdediging van de toegangen tot deze
objecten over de navolgende maritieme
strijdkrachten:
le. 4 onderzeebooten: Hr. Ms. „O. 8",
„O. 9", „O. 10", „O. 11" en Hr. Ms.
onderzeebootmijnenlegger „M. I".
2e. 8 mijnenleggers: Hr. Ms. „Medusa",
„Van Meerlant" en „Vulcanus".
3e. Als artillerievaartuigen: Hr. Ms.
„Gruno", „Hefring" en „Hadda".
4e. Een zevental torpedobooten enz. als
bewakingsvaartuigen in de verschil
lende toegangen tot de Zuiderzee.
5e. Een groep van 8 W.A.-vliegtuigen,
gestationneerd op Hr. Ms. Vlieg
kamp „De Mok".
De commandant van de Roode partij
(kapt. ter zee M. H. van Duim) beschikt
over:
le.
2e.
8e.
4e.
De
Hr. Ms. pantserschip „Jacob van
Heemskerck".
Drie torpedobooten van het Z-type
4 mijnenvegers: I, II, III en IV.
(„Z. 5", „Z. 6" en „G. 16").
Een groep van 3 W.A.-vliegtuigen,
welke in Harllngen gestationneerd
zijn.
benoodigde kustwachtposten lang»
de kust (Terschelling, Vlieland, Texel,
Kaap Zanddijk) zijn bezet, evenals de ver
schillende batterijen, welke aan de ingan
gen van de zeegaten zijn opgesteld, ter be
scherming van de aldaar gelegde mijnver-
sperringen.
Rood heeft de toegangen van de Eems
en van het Friesche Zeegat, alsmede het
zeegebied rond de haven van Harlingen
afdoende verdedigd tegen aanvallen uit
zee, zoodat Blauw niet kan naderen binnen
5 mijl afstand der uitertonnen respectie
velijk de havenwerken. Hierdoor is Blauw
dus een zuiver definitieve taak opgelegd.
Bij den aanvang der oefening mogen
Blauwe zeestrijdkrachten zich niet meer
dan 5 mijl bevinden buiten de uitertonnen
van de zeegaten van Texel en Terschelling,
de Roode zeestrijdkrachten moeten zich bij
den aanvang bevinden 15 mijl W.N.W. van
het lichtschip Terschellingerbank, terwijl
de W.A. van Rood niet buiten 4 mijl af
stand van Harlingen mogen zijn.
Als arbiters zullen optreden de kapitein-
luitenant ter zee P. Post Uiterweer, leeraar
aan de Hoogere Marine Krijgsschool, en
de luitenant ter zee le kl. K. W. Maurits.
Eerstgenoemde bevindt zich aan boord van
Hr. Ms. „Heemskerck", laatstgenoemde
a. b. Hr. Ms. „Z. 5".
Natuurlijk komen er nog heel wat ver
onderstellingen en regels aan te pas. Zoo
bestaan nog niet alle batterijen, die de
mjjnversperringen in Schulpengat en
Westgat de toegangen in het zeegat van
Texel en die in het Stortemelk, het zee
gat tusschen Terschelling en Vlieland,
tegen pogingen tot opruiming moeten ver
dedigen. Aangenomen wordt evenwel, dat
deze er zijn. Op dezelfde wijze is een bom
aanval van vliegtuigen op de bovenbe
doelde sluizen geëlimineerd, doordat aan
genomen wordt, dat deze afdoende tegen
dergelijke aanvallen zijn beschermd
gelijk het inderdaad later ook worden zal.
Ook wordt bijv. aangenomen, dat een
vaartuig, dat zich een zeker aantal minu
ten binnen een afstand van 9000 M. van
Hr. Ms. „Heemskerck" bevindt, buiten ge
vecht gesteld wordt. Voor eenige uren al
thans, want aangenomen wordt, dat van
het gros der vijandelijke macht, die zich
ergens in de Noordzee bevindt, of door de
verdediging, nieuwe gevechtseenheden in
het vuur worden gebracht ter vervanging
van de verloren gegane.
Het ligt voor de hand, dat de belangrijk
ste punten in eerste instantie liggen bij
zeegaten, die door de oorlogsschepen be
varen kunnen worden, n.1. het zeegat van
Texel en het Stortemelk. Van de beide toe
gangen van het eerstgenoemde is het vlak
langs de kust loopende Schulpengat sterk
beschermd door mijnversperringen en bat
terijen; het tweede, het Westgat, ligt heel
wat noordelijker, doch is voor een schip
als de „Heemskerck" moeilijk bevaarbaar.
Doch het is mogelijk.
Het eerste werk van Rood zal dus moe
ten zijn, door een dezer drie toegangen
naar binnen te dringen, hetgeen Blauw
moet beletten. Voor geen van beiden een
gemakkelijke opgave. De afstand licht
schip Haakslichtschip Terschellinger
bank is 36 mijl! Daartegenover moet
Blauw zijn positie zoodanig kiezen, dat zij
haar artilleristisch vermogen tijdig op de
juiste plaats kan inzetten, hetgeen, gezien
het operatieterrein, een ver van lichte taak
is, waarbij vooral de verkenningsdienst
een zeer belangrijke rol zal moeten spelen.
Deze toch zal de commandant van de
Blauwe partij juist moeten inlichten over
de plaats waar de hoofdmacht van Rood
zich bevindt, opdat deze schijn en wezen
zal kunnen onderkennen.
Na afloop der besprekingen werden de
aanwezige persmenschen over de verschil
lende schepen, die aan de manoeuvres
deelnemen, verdeeld. Voor sommigen werd
het een korte nacht om 2 uur varen, om
uur, anderen weer wat later. Maar dat
kan men er voor over hebben. Mogelijk
komen zij met een zak vol copy terug over
het leven aan boord, èn over de actie bij
de manoeuvres. Want de kans op verras
singen is niet uitgesloten.
Onveiligheid van een gedeelte
van het Schulpengat
In verband met deze manoeuvres ver
wijzen wij naar de publicatie in dit num
mer betreffende de onveiligheid van een
gedeelte van het Schulpengat.
COMMISSIE TOT VOORLICHTING BIJ
DE BEROEPSKEUZE.
Aan het verslag over 1928 is het volgen
de ontleend:
Gedurende het jaar 1928 zijn 102 aan
vragen om advies ingekomen, terwijl 119
adviezen (hieronder een aantal aanvra
gen van 1927) werden uitgebracht:
t.w. 19 meisjes en 100 jongens.
Gedurende het afgeloopen jaar vervoeg
den zich weder vele personen tot het
Bureau om inlichtingen omtrent oplei
dingsinrichtingen in deze gemeente en
elders.
Waar het Bureau de beschikking had
over de noodige gegevens konden de ge
vraagde inlichtingen steeds onmiddellijk
worden verstrekt.
Het is niet zonder belang er evenals het
vorig jaar nogmaals op te wijzen, dat bij
iet nagaan der uitgebrachte adviezen,
rnkele mislukkingen zijn geconstateerd,
letgeen is te wijten aan het niet door de
ouders opvolgen der adviezen van de
Oommissie.
levens deden zich enkele gevallen
voor, waarbij door de Commissie het ge-
cozen beroep ernstig moest worden ont
ken wegens lichamelijke ongeschikt
heid, hetgeen ten gevolge had, dat ver-
t6 i®ieurstellingen werden voorkomen.
i gevf?l Yer<* Keen fldvies uitge
bracht in verband met den geestestoe
stand van den jongen waarvoor advies
werd gevraagd.
Na het uitbrengen van elk advies werd
J overeenkomstig het advies
opgevolgd. Bij onderzoek is echter ge
bleken, dat aan een gedeelte dezer ad
viezen nog wel zal worden voldaan, omdat
het niet opvolgen hiervan is toe te schrij
ven aan de moeilijkheid, om in^ het gead
viseerde beroep plaatsing te krijgen, zulks
tengevolge van het gemis aan industrie
en de weinige werkgelegenheid in deze
gemeente.
Enkele malen werd, gelet op de slechte
schoolrapporten, geadviseerd om nog een
jaar de lagere school te blijven bezoeken
en daarna de lessen der Ambachtsschool
te volgen.
Teneinde de resultaten van de uitge
brachte adviezen te kunnen nagaan en
waar noodig den ouders nader te advisee-
ren over hunne kinderen, werden omtrent
de geadviseerden elke drie maanden in-
formatiën ingewonnen bij patroons en
wanneer zij een inrichting van onderwijs
bezochten, werden de schoolrapporten
geregeld overgenomen.
Aan het inwinnen van deze informatiën
moet steeds meer tiid worden besteed,
tengevolge van het grooter worden van
het aantal uitgebrachte adviezen.
Op 31 December 1928 was dit aantal 779
n.1. 123 meisjes en 666 jongens.
De samenwerking tusschen de Commis
sie en de Hoofden van de verschillende
onderwijsinrichtingen in deze gemeente
is steeds van aangenamen aaïd geweest.
Op een enkele uitzondering na werden
door de Hoofden van de Lagere Scholen
alhier geregeld van de leerlingen, die de
school gingen verlaten, leerlingkaarten
aan het Bureau toegezonden. In de prak
tijk is het gebleken, dat het van groote
waarde is, om bij het eerste gesprek met
het kind de beschikking te hebben over
de gegevens van de school. Bij de te stel
len vragen kan dan met de op de leerling-
kaarten voorkomende gegevens rekening
worden gehouden.
Hoewel in vorige jaarverslagen er reeds
duidelijk op is gewezen, acht de Commis
sie het noodig er nogmaals de aandacht
op te vestigen, dat door het Bureau voor
Beroepskeuze alhier geen plaatsing in een
beroep wordt tot stand gebracht. Het Bu
reau geeft alleen advies omtrent het te
kiezen beroep. Het plaatsen van personen
in een beroep behoort tot de taak der Ar
beidsbeurs. Om dit duidelijk te laten uit
komen, wordt steeds in de schriftelijk ge
geven adviezen ten behoeve van hen, die
onmiddellijk in een bedrijf tewerk gesteld
moeten worden, den raad gegeven zich bij
de Arbeidsbeurs te laten inschrijven ter
verkrijging van een patroon.
Het Bureau voor de Beroepskeuze en
de Arbeidsbeurs zijn twee geheel aparte
instellingen. Wel bestaat tusschen deze
instellingen een geregelde samenwerking.
Immers dit is noodzakelijk, omdat hier
door kan worden bevorderd, dat de ge
adviseerde in de mogelijkheid komt, om
in het gekozen beroep geplaatst te wor
den.
BRUIN VISCH.
In het Handelsblad had ik een artikel
gelezen, waarin voor Ned. Oost-Indië be
pleit werd de vangst op haaien te gaan
uitoefenen, omdat gebleken was, dat b.v.
in Amerika, deze bijzondere vischvangst
groote voordeelen afwierp. Van de haai
toch kan 43 geacht worden te zijn ge
schikt voor den handel.
En omdat de Indische Archipel wemelt
van haaien werd er op aangedrongen deze
vangst ter hand te nemen.
Nademaal we hier geen haaien in onze
buurt hebben, en men ook wel eens zint
op andere vischobjecten, sprak ik er in
mijn kring over of misschien de bruinvis-
schen, die, in onze omgeving, tamelijk veel
voorkomen, op het program van de visch
vangst konden worden gebracht, zooals de
haaien in Indië in het teeken van een be
paalde belangstelling staan.
Er ging bij mijn kroost een storm van
verontwaardiging op.
„U wilt, geloof 'k, alles doodmaken!"
Ik wist niet, dat ik zoo'n kannibaal was,
maar de uitval was teekenend, omdat er,
bij nader gesprek, in doorstraalde de on
gerustheid voor het uiteindelijke uitroeien
eener diersoort.
Er was al zooveel onherstelbaar ver-
nietigdl
Nu weer de haaien, straks de bruin-
visch.
„Maar haaien zijn toch de tijgers der
zeeën!"
„En de reinigingsmannen der zeeën!"
Zoo blijft de eeuwige vraag: „nuttig of
schadelijk?"
„En als er dan komt de bestaans-
kwestie voor den mensch?"
„Dan moeten ze dat stelselmatig re
gelen en niet maar alles doodmoorden,
zooals nu met de vischnest, waarbij de kip
met de gouden eieren wordt geslacht".
„Dan zal de regeering, gesteund door
de wetenschap, regelend moeten optreden
en een tijdelijk belang achterstellen bij
een algemeen en durend belang"
„Accoord!"
Er viel met vader nog wel te praten
Maar de bruinvisch als vischobject, d
w. z als vraagstuk zit me allang in de ge
dachten.
£4\s Ik b.v. lees in Brehm, dat in noor
delijke landen, zooals Groenland, de bruin
visch geregeld gevischt wordt en dat men
van het vleesch en het vet veel nut trekt
en aat de huid goede diensten bewijst als
yraag ik,me af> waarom de bruln-
isch de merschen hier te lande ook niet
van nut kan zijn.
In Brehm lees ik bovendien, dat de
iroenlanders een haat hebben aan de
bruinvisschen, omdat hij zooveel visch ver-
undt, en deswege ook door die kustbe
woners wordt vervolgd.
Nu weten de visschers hier te lande ook
heel nest, dat de bruinvisch uitsluitend
eeft van visch. Maar van haat jegens deze
a"6^ deswege is me nooit gebleken.
Anders staan ze tegenover den zeehond,
want als je over diens vischbrasserijen be
gint, flitst er uit het oog een haatvonk en
werd gehandeld. In 7 gevallen w 5» U1 !r ull?et °°S een haatvonk en
•dvle. der Oomm&J K SStlwï Z taffi "6 r0bben wlllwl "«""f» to'