van groteske nonsens, die met emphase en verve en zeer goede dictie ten 1is bracht werd en waarom allerhartelijkst is gelachen. Terwijl voorfs toespelingen op marine-politieke gebeurtenissen waren ïn- gelascht, die daverende applaus-salvo s deden opgaan. Zoo blijkt Julius Caesar er bijvoorbeeld een „Minister van Desorga nisatie" op na te houden. Na afloop van de voorstelling betrad kolonel Hartkamp het „Casino -podium om allereerst voorlezing te doen van een tweetal antwoord-telegrammen van HM. MM de Koningin-Moeder en de Koningin op de aan den réuniemaaltijd aan de vor stinnen gezonden telegrammen. Van den eersten Julius-Caesar-vertolker, den gep. len luit. der mariniers Faassen was een telegram ontvangen van gelukwenschen. De schrijver van het „drama", gep. schout bij nacht Pulle werd vervolgens door kolonel Hartkamp toegesproken en geluk gewenscht met het succes. Namens de réunisten werd hem een krans over- handicapklasse B kwamen verschillende j jachten niet uit; van de „Ariadne van den heer Bernard scheurde het grootzeil. De „Dorus Rijkers" pikte haar op. De, C 3 van den Terschelliiiger heer Doeksen verloor eveneens haar grootzeil, maar i desondanks kwam deze toch nog door de finish. Onder dergelijke omstandigheden was er geen sprake van, dat de vorstelijke personen iets van den eigenlijken 'wed strijd konden zien. De uitslagen luidden (de baan werd eenmaal gezeild): Handicap klasse A: 1. Zonnetij 3, stuur man ir. Doedes 1.2.45; 2. Antares, stuur man J. van Dusseldorp 1.5.6; 3. Oopea, stuurman J. J. van Rietschoten 1.8.48; 4 Boekanier, stuurman W. Ruys Bzn., 1.12.49. Handicap klasse B: 1. Beatrys, stuur man F. Hin 1.8.58; 2 Stormvogel, stuur man J. G. Both, 1.11.55; 3. Urania, stuur man J. A. de Gelder 1.16.33. Handicap klasse C: 1. Albatros, stuur DRAISi ft man H Klaus 1.23.03; 2. Watergeus, stuur- handigd. Gok ae neer jager, ue man n. jyaus j.. s S,SmSSeDw^eaê "S STottL i.30.57. Pulle nog bij monde van den heer Canter Cremers namens eenige réunisten geliiu- digd „omdat wij zooveel te danken heb ben aan den geneeskundigen dienst Kunigonde kreeg eveneens een bloem stuk en een handkus, ook de proloogzeg ger, de heer Kroese, werd gehuldigd. De Senaat der adelborsten overhandigde aan den heer Jager een krans. De heer Pulle dankte nog met een en kei woord voor de buitengewone ont vangst van zijn stuk. Ik gevoel me, zegt spr., in een geestige toespraak, alsof ik na 34 jaar een zoon tegenkom. Spr. brengt hulde aan den heer Jager, die zijn „Tauber"-rol zoo uitstekend vervulde, en complimenteert ook den heer Kroese, die telkens de prologen zeide op voortreffe lijke wijze. lijke wijze. Deze prologen, die in geestige rijmen den' inhoud van het volgende be drijf bekendmaken, waren van den heer Jager. Ook de heer Jager voert nog het woord. Een dergelijk succes had ik niet verwacht, zoo zegt hij. De regie was zeer moeilijk, maar er was een vaste wil van de uit voerenden alle moeilijkheden te overwin nen, en ondanks het feit, dat de repetities moesten worden gehouden in de drukte der zomer-manoeuvres, werden vrije Za terdagmiddagen en Zondagen er gaarne aan opgeofferd. Gebleken is wel, zegt spr. dat aan een dergelijke vereeniging be^ hoefte bestaat, en wellicht kan deze op voering een aansporing zijn zoo'n ver eeniging te stichten. Zooveel mogelijk zijn de aanwijzingen van den schr. ge volgd. Toen Kol. Hartkamp spr. vroeg of hij bereid was dit stuk op te voeren, was het hem moeilijk daarop een antwoord te geven. De groote moeilijkheid was een troepje bijeen te krijgen in staat en be reid tot medewerking. Dit is gelukt en wij hebben doorgezet en thans dit succes be haald. Spr. brengt vervolgens dank aan den leider van het orkest, den heer Steinroth. Het bleek al spoedig, dat muzikale lei ding en regie niet te vereenigen waren, en daar de stafmuziek langen tijd buiten de stad heeft moeten werken, heeft het orkestje onder leiding van den heer Steinroth, zich geheel moeten inwerken. Spr. verzoekt dan ook hen daarvoor hulde te willen brengen door een hartelijk applaus. Tenslotte wordt nog de souffleur ge huldigd, die voor het gemak met hokje en al op het tooneel werd geheschen. Kolonel Hartkamp bracht vervolgens nog hulde aan admiraal Quant, die op alle wijzen deze uitvoering heeft gesteund en ter zijde gestaan, alsmede aan den secre taris van het uitvoerend comité, off. van adm. Klaassen, die het meeste werk heeft verricht. Tenslotte deelen wij nog mede, dat de costuums (die zeer fraai waren) door de firma Mulder te Utrecht waren geleverd. De grimeering was van den heer Van der Maden alhier, die allerleukste typen had gemaakt. De travestirollen van de beide vrouwen waren zeer geestig verzorgd. De tapijten, in het derde en vierde bedrijf gebruikt, waren welwillend afgestaan door de firma Govers. Van het noemen van namen van medespelenden hebben wij ons onthouden; alleen willen wij, naast den naam van den heer Kroese, welke, zooals gezegd, als Proloog optrad, nog noemen dien van luit. ter zee J. B. de Meester als Julius Caesar, van de heeren Roldanus en Bax als Galpurnia en Kune- gonde. Het spel was voortreffelijk, het geen voor een niet gering deel tot het succes bijdroeg. In de pauze werden lantaarnplaatjes vertoond, betrekking hebbende op de Marine, terwijl een feestavond, door het bestuur der Marineclub den aanwezigen aangeboden, hen nog langen tijd gezellig bijeenhield. Deze had evenwel niet in de club plaats wegens het groot aantal deel nemers, maar in Casino; het buffet werd geëxploiteerd vanwege de Marineclub. De zeilwedstrijden. De jaarlijksche zeilwedstrijden, door de Kon. Marine Jachtclub georganiseerd, worden als regel in de kermisweek ge houden. Ditmaal zijn zij verdaagd om ze te doen samenvallen met de réuniefeesten, maar ook hier heeft natuurlijk het slechte weer een spaak in het wiel ge stoken. Zaterdagmorgen zouden de sloepen starten, terwijl tevens de handicapwed strijden voor jachten zouden worden ge houden. Doordat het springtij was en de sterke westenwind het water had opgestuwd, konden de sluizen niet worden geopend en dientengevolge was het onmogelijk op den vastgestelden tijd te starten. Dit ge schiedde eerst toen de eb doorzette, maar toen konden de sloepen weer niet tegen den sterken ebstroom in en moest van het starten worden afgezien. Er kwam nog al wat averij, van de Barracuta van den heer Ripperda Wiersma brak de roer- koning vlak voor den start, zoodat dit schip binnengesleept moest worden. In de Klasse platbodem jachten O.A.: 1 Dol- phijn, M. Sanders 1.21.58. Alle opgegeven tijden zijn berekende tij den, verkregen dus na aftrek der voor giften. Zondag. Zondag was het weer wel iets beter, maar toch konden de voorgenomen Noordzeewedstrijden voor overdekte jach ten, voor welke een tiental jachten waren ingeschreven, niet doorgaan. Inplaats daarvan werd gezeild de baan binnen gaats, circa 28 mijl. Door acht jachten werd gestart; prijswinnaars waren: no Antares van ir. J. van Dusseldorp, 3 u. 31 m. 7 8.; 2e prijs Beatrys, van C. N. Hin, 3 u. 37 m. 53 s.; 3e prijs Albatros, S. Prins 3 u. 38 m. 59 s.; 4e prijs Boekanier W Ruys Bz., 3 u. 42 m. 46 s. Ook nu weder was bij de start veel averij. De Tromp liep met zijn boegspriet de Antares aan boord en de boegspriet van de eerste knapte daardoor finaal af. Gebleken is, dat wedstrijden voor deze groote jachten op deze groote baan wel een succes geweest zijn. De prijsuitreiking geschiedde Zondag middag in het gebouw der Marine-club. Nabetrachting. De réuniefeesten zijn hiermede geëin digd. Ondanks de tegenwerking van het weer kunnen ze toch als geslaagd worden beschouwd, al ware het natuurlijk aardiger geweest als een zonbeschenen stad bui tenshuis had kunnen meevieren. Maar klagen helpt niet. De Hoofdgrachtbewo ners waren practisch; toen het ondoenlijk was de verlichting in de straat te ontste ken de lampionnetjes woeien stuk, nog vóór ze goed en wel hingen werd aan de bewoners verzocht ze binnenshuis op te hangen. Het treffendste moment was wel wij wezen er reeds op in ons verslag het binnenkomen van dien stoet réunisten. Dat was een mooi, spontaan oogenblik, en uit de hartelijke ontvangst van de zijde der bevolking die over 't algemeen hier nu niet zoo uitbundig is in haar vreugdebe toon bleek wel, dat men dit bezoek hier zeer waardeerde. Van de zijde der gasten was de hartelijkheid wederkeerig. En hoe kan het anders? Allen zijn in hun jonge jaren hier geweest; allen hebben hier het lief en het leed ondergaan van hun eerste zelfstandige jaren in de maatschappij. „Niet al onze herinneringen aan dit ge bouw zijn even aangenaam", zeide een der sprekers bij de ontvangst. Zoo is het, maar jeugd en jeugdillusies winnen het, en de goede Tijd heeft tenslotte alles verzacht en vermooid. En zoo kan men het aloude Nieuwediep de zeeman spreekt nog slechts van Nieuwediep dan ook kin derlijk-blij weer eens terugzien. En zoo komt het, dat men uitbundig-vroolijk dezen door traditie en herinnering geheiiigden grond weder betreedt; dat men wellicht louter nieuwe gezichten, maar zeker niet dan de oude straten, zij het ietwat gemo derniseerd, terugvindt, dat wederom, bij eiken voetstap, de herinneringen op doemen. Oude hier nog wonende gepensioneer den, van de werf of een der andere instel lingen, glunderden eveneens; zij herken den den een of anderen overste, of een be mind chef, onder wien zij gediend hebben. En het was alleen maar jammer, dat geen drie muziekkorpsen in den langen stoet medeliepen, want nu had alleen de voor hoede er wat aan en de rest verwaaide in den wind. De organisatie van een en ander was, zooals trouwens niet anders te verwachten was, uitstekend. Ook de ontvangst van de pers was voortreffelijk. Wij hebben reeds vermeld, dat aan de pers een lunch werd aangeboden door den commandant van het Instituut. Zaterdagmiddag geschiedde dit door het Réunie-Comité. Bovendien stond ons voortdurend een daarvoor aangewezen officier ter zijde. Aanvankelijk was dit de off. van adm. Ie kl. A. van Houte, welke buiten het Kon. Inst. vervangen werd door den luit. ter zee le kl. jhr. IJoreel. Beide ïeeren verstrekten met de grootste be reidwilligheid alle mogelijke inlichtingen, waarvoor wij te dezer plaatse hen gaarne een woord van dank brengen. DANKBETUIGING VAN DE KONINGIN. De Burgemeester van Den Helder deelt aan de burgerij: diezer gemeente mede, dat Hare Majesteit de Koningin hem zijn erkentelijkheid heeft betuigd voor de feestelijke ontvangst, die de burgerij aan Hare Majesteit heeft bereid hij haar be zoek alhier ter gelegenheid van d'e vie- 'inig van heit 75-jarig bestaan van het Koninklijk Instituut der Marine. Tevens zegt de Burgemeester dank aan allen, die aan die feestelijke ontvangst op zoo sympathieke wijfee hebben medege werkt Kranslegglng marine-monument. Door de buurtcommissie van de Hoofd- gracht is een viertal kransen gelegd aan de voeten van het Marine-monument Versierde etalages ln de Keizerstraat. Men deelt ons mede, dat de koninklijke auto's op hun tocht door de Keizerstraat een oogenblik hebben gestopt voor de etalage van de firma Neels aldaar, waar een schilderij was aangebracht, voorstel lende de koninklijke familie met de eere- wacht. De heer Neels had, met de heeren Leibbrandt en Lugtenburg aldaar, bizon der veel werk gemaakt van de etalage, om, daar de Keizerstraat niet behoorde tot de versierde straten, op deze wijze iets aan de feestelijke stemming bij te dra gen. Ook bij de taptoe des avonds werd door de adelborsten en de officieren hulde gebracht aan dit initiatief. Ook in andere straten troffen wij versierde eta lages aan, kunnen er evenwel niet afzon derlijk melding van maken. De viering te Batavia. Aneta seint cLd. 21 September uit Bar tavi'a: De viering van het 75-jarig bestlaan van het Kon. Instituut voor de Marine te Wil lemsoord is Vrijdagavond begonnen met een reünie van oud-leerlingen. Zaterdag avond reuniiebal in Oonoordia. Zondag ochtend biedt de Marioe den reünisten en hun dames een tocht aan met Hr. Ms. Krakataiu. Zondagavond reuniediner in Oonoordia. Vele reünisten zijn hiervoor naar West-Java gekomen. Marinemanoeuvres in Noorderkwartier. het Vreedzaam zaten Maandagavond allen rond de tafel in de groote zaal van bet Directiegebouw der Marine te Willems oord; eenerzijds de mannen van het zwaard, anderzijds de ridders van de pen, Nóg vreedzaam.tot over eenige uren. Dan zullen de laatsten verdeeld zijn in vrienden en vijanden; zullen ze met ge noegen zien, dat de commandant van hun onderzeeboot erin slaagt, het vijandelijk schip, waarop hun collega zich bevindt, in den grond te boren.en omgekeerd zal de collega erin opgaan, als de duikboot met een goed gerichte dieptebom naar den kelder wordt geholpen.... Gelukkig is dat alles slechts schijn. Hedenochtend 10 uur beginnen n.L de marinemanoeuvres in het Noorderkwartier De bovengenoemde bijeenkomst diende dan ook, oxn den vertegenwoordigers der verschillende bladen eenig inzicht te ge ven in den opzet en eenige kennis bij te brengen van het operatieterrein. Deze inlichtingen werden verstrekt door den Vice-Admiraal L. J. Quant, Comman dant der Marine, bij wien de algemeene leiding van de manoeuvres berust. Aan hem zijn toegevoegd de kapitein ter zee J. de Graaff, Chef van den Staf der Zee macht, kapitein-luit. ter zee J. van Reede, Directeur der Hoogere Marinekrijgsschool en kapitein-luit. ter zee D. Scalongne, Commandant van de Kazerne Onderzee dienst te Willemsoord. Voor deze kleine manoeuvres is een zeer actueel en interessant gegeven aangeno men, n.1. de verdediging van de twee voor naamste punten van den afsluitdijk Wie- ringenFriesland, te weten, de sluizen bij den Oever op Wieringen en bij het Korrn werder zand. De veronderstelling is, dat in een oorlog de Provinciën Groningen en Friesland, benevens de Wadden-eilanden beoosten het Borndiep (tusschen Ameland en Ter schelling) in handen van den vijand (Rood) zijn. Blauw heeft echter in deze Provinciën nog een bruggehoofd in handen aan het Oostelijk uiteinde van den afsluitdijk der Zuiderzee, welke dijk gereed wordt veron dersteld en zich eveneens nog in handen van Blauw bevindt. De sluizen van Kornwerderzand en Wie- ringen moeten worden beschouwd als pun ten van zeer groot strategisch belang, met dién verstande, dat Rood groot belang heeft bij de vernietiging, Blauw bij het intact houden. Voor wat betreft de vaarwaters, die toe gang geven vanaf buitengaats tot den af sluitdijk, wordt bii deze oefening aange nomen, dat de bestaande toestand onge wijzigd is. De commandant der Blauwe partij (kapt. ter zee H. A. Romswinckel) beschikt voor de verdediging van de toegangen tot deze objecten over de navolgende maritieme strijdkrachten: le. 4 onderzeebooten: Hr. Ms. „O. 8", „O. 9", „O. 10", „O. 11" en Hr. Ms. onderzeebootmijnenlegger „M. I". 2e. 8 mijnenleggers: Hr. Ms. „Medusa", „Van Meerlant" en „Vulcanus". 3e. Als artillerievaartuigen: Hr. Ms. „Gruno", „Hefring" en „Hadda". 4e. Een zevental torpedobooten enz. als bewakingsvaartuigen in de verschil lende toegangen tot de Zuiderzee. 5e. Een groep van 8 W.A.-vliegtuigen, gestationneerd op Hr. Ms. Vlieg kamp „De Mok". De commandant van de Roode partij (kapt. ter zee M. H. van Duim) beschikt over: le. 2e. 8e. 4e. De Hr. Ms. pantserschip „Jacob van Heemskerck". Drie torpedobooten van het Z-type 4 mijnenvegers: I, II, III en IV. („Z. 5", „Z. 6" en „G. 16"). Een groep van 3 W.A.-vliegtuigen, welke in Harllngen gestationneerd zijn. benoodigde kustwachtposten lang» de kust (Terschelling, Vlieland, Texel, Kaap Zanddijk) zijn bezet, evenals de ver schillende batterijen, welke aan de ingan gen van de zeegaten zijn opgesteld, ter be scherming van de aldaar gelegde mijnver- sperringen. Rood heeft de toegangen van de Eems en van het Friesche Zeegat, alsmede het zeegebied rond de haven van Harlingen afdoende verdedigd tegen aanvallen uit zee, zoodat Blauw niet kan naderen binnen 5 mijl afstand der uitertonnen respectie velijk de havenwerken. Hierdoor is Blauw dus een zuiver definitieve taak opgelegd. Bij den aanvang der oefening mogen Blauwe zeestrijdkrachten zich niet meer dan 5 mijl bevinden buiten de uitertonnen van de zeegaten van Texel en Terschelling, de Roode zeestrijdkrachten moeten zich bij den aanvang bevinden 15 mijl W.N.W. van het lichtschip Terschellingerbank, terwijl de W.A. van Rood niet buiten 4 mijl af stand van Harlingen mogen zijn. Als arbiters zullen optreden de kapitein- luitenant ter zee P. Post Uiterweer, leeraar aan de Hoogere Marine Krijgsschool, en de luitenant ter zee le kl. K. W. Maurits. Eerstgenoemde bevindt zich aan boord van Hr. Ms. „Heemskerck", laatstgenoemde a. b. Hr. Ms. „Z. 5". Natuurlijk komen er nog heel wat ver onderstellingen en regels aan te pas. Zoo bestaan nog niet alle batterijen, die de mjjnversperringen in Schulpengat en Westgat de toegangen in het zeegat van Texel en die in het Stortemelk, het zee gat tusschen Terschelling en Vlieland, tegen pogingen tot opruiming moeten ver dedigen. Aangenomen wordt evenwel, dat deze er zijn. Op dezelfde wijze is een bom aanval van vliegtuigen op de bovenbe doelde sluizen geëlimineerd, doordat aan genomen wordt, dat deze afdoende tegen dergelijke aanvallen zijn beschermd gelijk het inderdaad later ook worden zal. Ook wordt bijv. aangenomen, dat een vaartuig, dat zich een zeker aantal minu ten binnen een afstand van 9000 M. van Hr. Ms. „Heemskerck" bevindt, buiten ge vecht gesteld wordt. Voor eenige uren al thans, want aangenomen wordt, dat van het gros der vijandelijke macht, die zich ergens in de Noordzee bevindt, of door de verdediging, nieuwe gevechtseenheden in het vuur worden gebracht ter vervanging van de verloren gegane. Het ligt voor de hand, dat de belangrijk ste punten in eerste instantie liggen bij zeegaten, die door de oorlogsschepen be varen kunnen worden, n.1. het zeegat van Texel en het Stortemelk. Van de beide toe gangen van het eerstgenoemde is het vlak langs de kust loopende Schulpengat sterk beschermd door mijnversperringen en bat terijen; het tweede, het Westgat, ligt heel wat noordelijker, doch is voor een schip als de „Heemskerck" moeilijk bevaarbaar. Doch het is mogelijk. Het eerste werk van Rood zal dus moe ten zijn, door een dezer drie toegangen naar binnen te dringen, hetgeen Blauw moet beletten. Voor geen van beiden een gemakkelijke opgave. De afstand licht schip Haakslichtschip Terschellinger bank is 36 mijl! Daartegenover moet Blauw zijn positie zoodanig kiezen, dat zij haar artilleristisch vermogen tijdig op de juiste plaats kan inzetten, hetgeen, gezien het operatieterrein, een ver van lichte taak is, waarbij vooral de verkenningsdienst een zeer belangrijke rol zal moeten spelen. Deze toch zal de commandant van de Blauwe partij juist moeten inlichten over de plaats waar de hoofdmacht van Rood zich bevindt, opdat deze schijn en wezen zal kunnen onderkennen. Na afloop der besprekingen werden de aanwezige persmenschen over de verschil lende schepen, die aan de manoeuvres deelnemen, verdeeld. Voor sommigen werd het een korte nacht om 2 uur varen, om uur, anderen weer wat later. Maar dat kan men er voor over hebben. Mogelijk komen zij met een zak vol copy terug over het leven aan boord, èn over de actie bij de manoeuvres. Want de kans op verras singen is niet uitgesloten. Onveiligheid van een gedeelte van het Schulpengat In verband met deze manoeuvres ver wijzen wij naar de publicatie in dit num mer betreffende de onveiligheid van een gedeelte van het Schulpengat. COMMISSIE TOT VOORLICHTING BIJ DE BEROEPSKEUZE. Aan het verslag over 1928 is het volgen de ontleend: Gedurende het jaar 1928 zijn 102 aan vragen om advies ingekomen, terwijl 119 adviezen (hieronder een aantal aanvra gen van 1927) werden uitgebracht: t.w. 19 meisjes en 100 jongens. Gedurende het afgeloopen jaar vervoeg den zich weder vele personen tot het Bureau om inlichtingen omtrent oplei dingsinrichtingen in deze gemeente en elders. Waar het Bureau de beschikking had over de noodige gegevens konden de ge vraagde inlichtingen steeds onmiddellijk worden verstrekt. Het is niet zonder belang er evenals het vorig jaar nogmaals op te wijzen, dat bij iet nagaan der uitgebrachte adviezen, rnkele mislukkingen zijn geconstateerd, letgeen is te wijten aan het niet door de ouders opvolgen der adviezen van de Oommissie. levens deden zich enkele gevallen voor, waarbij door de Commissie het ge- cozen beroep ernstig moest worden ont ken wegens lichamelijke ongeschikt heid, hetgeen ten gevolge had, dat ver- t6 i®ieurstellingen werden voorkomen. i gevf?l Yer<* Keen fldvies uitge bracht in verband met den geestestoe stand van den jongen waarvoor advies werd gevraagd. Na het uitbrengen van elk advies werd J overeenkomstig het advies opgevolgd. Bij onderzoek is echter ge bleken, dat aan een gedeelte dezer ad viezen nog wel zal worden voldaan, omdat het niet opvolgen hiervan is toe te schrij ven aan de moeilijkheid, om in^ het gead viseerde beroep plaatsing te krijgen, zulks tengevolge van het gemis aan industrie en de weinige werkgelegenheid in deze gemeente. Enkele malen werd, gelet op de slechte schoolrapporten, geadviseerd om nog een jaar de lagere school te blijven bezoeken en daarna de lessen der Ambachtsschool te volgen. Teneinde de resultaten van de uitge brachte adviezen te kunnen nagaan en waar noodig den ouders nader te advisee- ren over hunne kinderen, werden omtrent de geadviseerden elke drie maanden in- formatiën ingewonnen bij patroons en wanneer zij een inrichting van onderwijs bezochten, werden de schoolrapporten geregeld overgenomen. Aan het inwinnen van deze informatiën moet steeds meer tiid worden besteed, tengevolge van het grooter worden van het aantal uitgebrachte adviezen. Op 31 December 1928 was dit aantal 779 n.1. 123 meisjes en 666 jongens. De samenwerking tusschen de Commis sie en de Hoofden van de verschillende onderwijsinrichtingen in deze gemeente is steeds van aangenamen aaïd geweest. Op een enkele uitzondering na werden door de Hoofden van de Lagere Scholen alhier geregeld van de leerlingen, die de school gingen verlaten, leerlingkaarten aan het Bureau toegezonden. In de prak tijk is het gebleken, dat het van groote waarde is, om bij het eerste gesprek met het kind de beschikking te hebben over de gegevens van de school. Bij de te stel len vragen kan dan met de op de leerling- kaarten voorkomende gegevens rekening worden gehouden. Hoewel in vorige jaarverslagen er reeds duidelijk op is gewezen, acht de Commis sie het noodig er nogmaals de aandacht op te vestigen, dat door het Bureau voor Beroepskeuze alhier geen plaatsing in een beroep wordt tot stand gebracht. Het Bu reau geeft alleen advies omtrent het te kiezen beroep. Het plaatsen van personen in een beroep behoort tot de taak der Ar beidsbeurs. Om dit duidelijk te laten uit komen, wordt steeds in de schriftelijk ge geven adviezen ten behoeve van hen, die onmiddellijk in een bedrijf tewerk gesteld moeten worden, den raad gegeven zich bij de Arbeidsbeurs te laten inschrijven ter verkrijging van een patroon. Het Bureau voor de Beroepskeuze en de Arbeidsbeurs zijn twee geheel aparte instellingen. Wel bestaat tusschen deze instellingen een geregelde samenwerking. Immers dit is noodzakelijk, omdat hier door kan worden bevorderd, dat de ge adviseerde in de mogelijkheid komt, om in het gekozen beroep geplaatst te wor den. BRUIN VISCH. In het Handelsblad had ik een artikel gelezen, waarin voor Ned. Oost-Indië be pleit werd de vangst op haaien te gaan uitoefenen, omdat gebleken was, dat b.v. in Amerika, deze bijzondere vischvangst groote voordeelen afwierp. Van de haai toch kan 43 geacht worden te zijn ge schikt voor den handel. En omdat de Indische Archipel wemelt van haaien werd er op aangedrongen deze vangst ter hand te nemen. Nademaal we hier geen haaien in onze buurt hebben, en men ook wel eens zint op andere vischobjecten, sprak ik er in mijn kring over of misschien de bruinvis- schen, die, in onze omgeving, tamelijk veel voorkomen, op het program van de visch vangst konden worden gebracht, zooals de haaien in Indië in het teeken van een be paalde belangstelling staan. Er ging bij mijn kroost een storm van verontwaardiging op. „U wilt, geloof 'k, alles doodmaken!" Ik wist niet, dat ik zoo'n kannibaal was, maar de uitval was teekenend, omdat er, bij nader gesprek, in doorstraalde de on gerustheid voor het uiteindelijke uitroeien eener diersoort. Er was al zooveel onherstelbaar ver- nietigdl Nu weer de haaien, straks de bruin- visch. „Maar haaien zijn toch de tijgers der zeeën!" „En de reinigingsmannen der zeeën!" Zoo blijft de eeuwige vraag: „nuttig of schadelijk?" „En als er dan komt de bestaans- kwestie voor den mensch?" „Dan moeten ze dat stelselmatig re gelen en niet maar alles doodmoorden, zooals nu met de vischnest, waarbij de kip met de gouden eieren wordt geslacht". „Dan zal de regeering, gesteund door de wetenschap, regelend moeten optreden en een tijdelijk belang achterstellen bij een algemeen en durend belang" „Accoord!" Er viel met vader nog wel te praten Maar de bruinvisch als vischobject, d w. z als vraagstuk zit me allang in de ge dachten. £4\s Ik b.v. lees in Brehm, dat in noor delijke landen, zooals Groenland, de bruin visch geregeld gevischt wordt en dat men van het vleesch en het vet veel nut trekt en aat de huid goede diensten bewijst als yraag ik,me af> waarom de bruln- isch de merschen hier te lande ook niet van nut kan zijn. In Brehm lees ik bovendien, dat de iroenlanders een haat hebben aan de bruinvisschen, omdat hij zooveel visch ver- undt, en deswege ook door die kustbe woners wordt vervolgd. Nu weten de visschers hier te lande ook heel nest, dat de bruinvisch uitsluitend eeft van visch. Maar van haat jegens deze a"6^ deswege is me nooit gebleken. Anders staan ze tegenover den zeehond, want als je over diens vischbrasserijen be gint, flitst er uit het oog een haatvonk en werd gehandeld. In 7 gevallen w 5» U1 !r ull?et °°S een haatvonk en •dvle. der Oomm&J K SStlwï Z taffi "6 r0bben wlllwl "«""f» to'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 6