Cura^ao en z'n verleden.
Het Curaoao van onzen tijd.
Negerhutten op Curffgao.
Een niet licht vermoed gezicht op Nederlandscb
grondgebied.
SYMBOOL VAN EEN VEELBEWOGEN
LEVEN.
De zigeuner van het Westen.
In de eerste plaats om z'n veelbewogen
leven, heeft het eiland mij bekoord.
De blanke, die er verblijft, draagt er
zijn hunkering naar het moederland als
een ballast. Voor hem handhaaft het
eiland zijn roep van ouds: „Een barre
rots onder een koperen hemel". Het moet
hem een oord zijn van heimelijke balling
schap, waar alle waarden van het leven
voor heon lijken weggehouden. Hot
moet hem zijn gelijk 'n schip voor den
sentimenteelen zeeman, die het wonder
van wolken, water en winden niet genie
ten kan, omdat zijn gebondenheid aan den
eigenlijken hulp hem te steviger doet anjijr
meren naar oude dingen en hem doet hui
len vaak naar de bevrediging van zijn
levensaard zooals een Artis-wolf soms
uit de diepte van zijn oerwezen huilen
kan naar een wildernisnacht!
Maar mij heeft het eiland Curaoao be
koord en ontroerd.
In het grillige, van een grijze zee om
spoelde riigevaarte zag ik terug het eens,
heel lang geleden door de primitieve Ca-
raiben gevonden land waar na wie weet
hoevele eeuwen de eerste Spanjaarden al
zoekende tereoht kwamen. Ik zag het in
haar geheel tegelijk als het graf van den
Franschman Jean Perin, die er in een on
bekenden tijd en in de schipbreuk van
een onbekend schip bewusteloos op de
kust geworpen werd, er volgens zijn
nagelaten houten memoires twaalf jaar
vreedzaam wotfttde en door de trouwhar
tige Indianen begraven, vèr voor de eer
ste Hollanders het eiland vonden
Aan mijn oog trok voorbij 'n kaleidos-
ooop van gebeurtenissen verraad, moed
en moeilijkheden met land, manschappen,
bestuurdersSinds de komst van de
Spaansche zoekers en de Hollandsche
trekkers een eindelooze reeks van woeste,
onverschrokken, rijkdom begeerende en
doodsverachtende mannen invallers,
oorlogstegenstandera, zeeroovers, bedrei
gers en bedriegers naderend achter
eenvolgens dezen burcht met z'n verlok
kende invaarten en veilige baaien, om er
een ketting te smeden van evorveringen,
verlies en heroveringen 1
Als een herinnering eraan, zag Ik terug
de zeegevechten tusschen de Fransche
vloot van Graaf de Grasse en het En-
gelsch Eskader onder Admiraal Rodney
in 1782 en het Engelsche fregat „Dia
mond", dat er drie Hollandsche hoekers
met rijken buit kaapte vlak voor de Oara-
«as-Baai zoomede het Fransche hulp
corps onder Lafayette, die er met 1200
man troepen 'n schuilplaats 'zochtIk
zag het eiland in mijn verbeelding weer
als het centrum van revoluties, die be
doeld waren voor Jamaica of San Domin
go. Of als het eeuwige broeinest van Ve-
nezolaansche opstandelingen en regee-
ringsbelagers tot 'n West-Indisch
Zwitserland voor propagandisten. En hoe
het eiland zelf op woeste wijze werd be
stuurd door versohillende zonderlinge
machthebbers, die er heerschten als
Nero's en wreedheden bedreven op do
arme inwoners gemeene zaak maakten
met den vijand of de zeeroovers.Ik
herzag als het ware de onderlinge bur
gertwisten tusschen het bestuur en de
voorname ingezetenen op het eind van de
achttiende eeuw en het befaamde slaven
oproer van 1752 naast het oproer van
het scheepsvolk op het fregat „Hermio-
ne" in 1790. Ik zag er weer het fregat
„Alphen" in de lucht gaan juist voor de
St. Anna Baai op 15 September 1778 en
de bedriegelijke zending van het schoe
nerschip „La Vengeanoe", die het eiland
voor de Franschen op slinksche wijze
moest bemachtigen. Met daarbovenuit als
een vlam van weldaad de emancipatie der
slaven in 1868
Doch niet enkel gebeurtenissen, die een
jaartallenreeks mogelijk maakten voor
het eiland kon ik herzien. De kleinig
heden vergeten, bleven over de perioden
van bloei en rijkdom tijdens den Noord-
Arnerikaanschen vrijheidsoorlog. Met er-
tusschendoor de invasie der Franschen,
die de bewoners rijk maakten de ge
weldige transito-tijden, toen Curaqao het
handelsknooppunt was tusschen alle om
liggende landen de tijd van welvaart
en arbeidsoverdaad, toen een vreemdeling
z'n pleizlerjacht ankeren deed en ervoer,
dat half Curagao 'n fosfaatmijn was en de
nieuwste aera, ingeluid door het vinden
van aardolie in het naburige vasteland..
En dit alles verduisterend afgewisseld
door tijden van verval en handelsverdor-
ring uit belemmerde bepalingen van
Venezolaansche presidenten als Guzmann
Blanco, natuurkastijdingen van droogte,
machteloosheden van armoede of veron
achtzaming der overzeesche bezitters.
En wie zal nu uit de sterren het ver
dere leven lezen van dit eerst sinds
eenige eeuwen tot daadwerkelijk bescha-
vingbestaan wakker geschud vulkaan-
brok jong nog van formatie en voor-
besohlkt missohien tot het medebouwen
aan een nog ongeweten toekomst?
Niemand kan verder zien dan het he
den 1
schildert.Ervoor - als eindelijk een
smalle invaart ontdekt is, waaruit kleine
vissohersbootjes, wit bezeilde scheepjes
en "lange, sraettelooze tankbooten in be
drijvig leven zich los preken doemt
somber en grauw de dreigend uitziende
bouwing van den wachter: Het W ater-
Onder het aanvaren ontwikkelt zich bij
veel drukte op dek van opgeluchte reizi
gers, die debarkeeren gaan een lange,
lage flonderbrug, 'n seintoren, hort Nas
sau als op een troon gezeten boven de
St. Anna Baai schoenermasten, al meer
witte en gele huizen, rompen van stoom
schepen, menschen, havenvertier, het
Brionplein, loodsen, straten met nog
meer donkere menschen, Americano-
hotel, de Olub de „Gezelligheid", het
Gouverneurspaleis, de drukke waterkant
heel het in een oogopslag niet te over-
ziene complex van Punda en Otrabanda,
Piétermaai en Soharloo dat w ealles in
een voor 't gemak altijd noemen: Wil
lemstad!
En daarachter en omheen het eiland
van Baaien, Schottegat, heuvels, St. Ohris-
toffel, Scherpenheuvel, St. Hieronymus
trots de droogte nog altijd verrassen
de landwegen met Dividivi-boomen
schimmen van plantages, quarantaine
station hospitaal, leprozengesticht.
kerken in de verte Amerikaansche
windmolens Ouragao!
Dan zijn we eindelijk aangeland in een
van de meest merkwaardige steden van
West-Indië „The little bit of Holland,
dropped in de Caribean Sea" dat de hoe
ook verwende Amerikaan niet overslaat
op zijn toeristen-kruistochten door de An-
tillenl 'n Stad met 'n geheel eigen karak
ter, afwijkend van den gebruikelijken
huizen- en stedenbouw van tropische lan
den, en dat daarin al dadelijk zijn wel
bestaande aanhankelijkheid toont aan het
moederland. Want wat go meent te zien
is Holland! Een aandoenlijk brok Hol
land, iets vervreemd, iets verkleurd on
der de zon der keerkringen, min of meer
van 'n ietsje Spaansche allure: arm,
naakt daarenboven naar Zuidelijken aard
zonder versiering, verouderd en ver-
flensoht.
Maar als 'n ophelderend besef komt de
werkelijkheid. De herinnering aan de
oer-bewoners is weggevaagd. En bet was
niet Spanje, dat op Curaoao z'n wezenlijk
stempel d'nikte, al zijn er de sporen van
als litteekens terug te vinden in bastaard
taal en familienamen, 't Was Holland!
Het wordt gemanifesteerd in de zachte
ontroering, wanneer donkere menschen
van uitgesproken negertype 'n alleraar
digst zoet welluidend, ietwat gebrekkig of
vreemd, soms ook wel koddig „Hol
landsch" 'tot je gaan spreken
Evenzoo ontroeren de verdere ervarin
gen en drukken het vaderlandsche wezen
uit. In de eerste plaats alle Hollandsche
kenmerken van eigen woorden en op
schriften: Evenzoo ontroeren de ver
dere ervaringen en drukken het vader
landsche wezen uit. In de eerste plaats
alle Hollandsche kenmerken van eigen
woorden en opschriften: Westfort
Waterfort Olub de „Gezelligheid
St. Elizabethsgesticht en Wilhelmina-
school. 'n Huisje op het Brionplein niet
op de oude, roode lantaarn: Politie
bureau! En dit houdt aan. Wel gaat de
wandelaar door bochtige slurven vol
negerkindertjes, maar aan de hoekhuizen
leest h;j tót 'n herinnering aan het pa
triottisme van Gouverneur de Jong van
Beek en Donk op do emaille plaatjes;
Wlllemstraat Oolumbusstraat en
Hendriksteeg. Waar meteen alsof het
de Schiedamsche Dijk van Rotterdam
was 'n houten bord' boven 'n zeemans
taveerne hangt met: „Tappen en Slijten"
bij Willem de Boer
De eenmaal vastgezette indruk ver
levendigt en begint zich voor ieder pas-
gekomene te handhaven, wanneer hij
de stad en het eiland eenmaal betreden
een ommetocht aanvangt in het Spaan
sche kwartier Otrabanda, met Breede-
straat, kerken in provinciale architectuur,
S<3&<55xË6><3B)(SSx35><5eK56)<3Bx5ê\X3©<S5x55><56>0
Curaqao 'k Heb jou
Zoo menigmaaal bekeken fi)
Maar al je looze streken Q
Die stonden mij niet aan I j?
En daarom ben ik gauw maar weer ra
Naar Holland toegegaan
(Oud straatliedje). j|
&<9SX9S><3Ê>®S>e£xasx3g><aÊ)<3S>QS><30<a6>raS><96>e
DE KENNISMAKING.
Holland op 4000 mijl.
Afgezien van het zonderlinge besef te
weten, dat daar, midden in dat vreemde,
tropische land met niet geëigende men
schen 'n deel van Holland's Koloniaal ge
bied voor ons opdoemt'n Stuk land,
heel ver weg, waar Hollandsche wetten
gelden en Hollandsch gezag uitgeoefend
wordt afgezien hiervan is de eerste
aanblik van Guragao gewoonlijk 'n ver
rassing en 'n verkwikking. Het eerste
aanzien meestentijds in den vroegen
morgen van het eiland met 'n kleurig
stadje erop ia bewonderenswaardig, hoe
wel vanouds zichzelf gelijk sedert
eeuwen: 'n Lange, lage rotskust, die
uit een speelsohe branding steekt ber
gen als niet te hooge plateaux in de verte
met bruinachtige hellingen en hier en
daar een grilligheid van rotsblokken bo
ven de zee. Tusschen de bergen en de
branding groeit dan langzaam een pano
rama van witte en bruinwarme gebouwen,
waar de tropenzon vegen van licht op
Zoutheuvela uit verdampt zeewater in de daarvoor kunstmatig aangelegde
zoutplannen op Ouraqao.
Willemstad (Curafao) „Heerenstraat" (Punda) metgroote zaken en kantoren
gekleed naar de eischen van de streek,
aangepast aan de wetten en gebruiken
der omgeving maar niettemin, op 400U
mijlen van Amsterdam, 'n Amsterdam in
het klein.Holland! Holland met don
kere menschen, die Hollandsch roepen
van den wal en overal Hollandsche op
schriften geschilderd hebben.
Deze Indruk is niet nieuw of ook maar
eenigszins persoonlijk. Ieder vroeger be
zoeker van Curagao, die oogen had om
te zien en voorstellingsvermogen, zag er
in terug: „de netjes en koket in de rij
staande huizen van Oud-Amsterdam"
of ,,'n tropisch Stavoren of Vlissingen,
Marken, Dordrecht of Utrecht", ,,'n Stad,
die trots het gemis aan gras en boomen
toch vriendelijk en gezellig tot u lacht",
en u aandoet „als 'n wel verzorgde, goed
gekleede oude juffrouw"
In ieder geval, door den tropenbril ge
zien, „a spotless town" gelijk een op
getogen reiziger riep: 'n sraettelooze
stad; en haar teekende als reclameplaat
voor een wereld-beroemde zeep!
Nochtans wijst alles op tropen! zoo
overweldigt een kort moment de meening.
De menschen, de kleur, de open, kale,
meerendeels verdiepinglooze huizen, zon
der ook maar een enkel stukje venster,
behang of Noordelijke aankleeding, met
alle gebeuren aan de straat en aan de
slop. En met 94 natuurlijke bestrating,
waar de kuilen na 'n tropisch buitje
blank-vol staan en waardoor auto's in alle
modellen, soorten en leeftijden met nooit
anders dan slordige CuraQao-negers erop
onguur langs je heen komen springen!
Een tropisch eiland inderdaad, rotsig
en steenig met in zijn aard niet anders
dan tropische eigenschappen en waar
Holland niet dan door expansie-wil in
vroeger eeuwen vasten voet en daarna
heerschrecht gekregen heeft. De men
schen zijn donker, bruin tot zwart, en de
bouworde van de huizen is 'n enkele keer
hospitalen en fraaie verblijven langs den
weg naar de plantage St. Barbara en het
Rif. Ofschoon dit nog niet het belang
rijkste stadsdeel ia
I Immers het eigenlijke Willemstad
ligt aan de overzijde van de haven. Daar
juist is het, dat hij in lange omloopen
Holland vindon kan in het Raadhuis en
Paleis, kerken en kerkers, koloniale bu-
reaux en heel de rest binnen het Fort
Amsterdam. Met ertegenover Punda, de
groote handelswijk met de oudste huizen,
kantoren, opslagplaatsen, winkels die
er nog als in het Amsterdam van de ze-
In de hitte van den middag.
ventiende eeuw „pakhuizen" iieeten
en echte warenhuizen. In spijt van de
drukke kade met nog authentieke Oura-
<jao-sche schoeners, Indisch aangelegd
Pietermaai en Scharloo, is in de oude
Willemstad Holland te herkennen van
de Koninginne-portretten in den Holland-
schen boekhandel tot de „Beleen-bank"
in de andere Breedestraat, die weer heen
voert naar het Wilhelminaplein met met
het Wilhelmina-plantsoen van de dames
club „Onder Ons".
Waarbij dan altijd nog ter waar-
achtige kenschetsing van alle indrukken,
één ding is over het hoofd gezien. Een
groot ding. En ter kenschetsing niet al
leen, dat Ouragao puur Holland is, maar
dat het eiland meer dan ooit toont wat
het immer was: de willige slaaf de alle
verguizing vergetende knecht zoodra hij
de belangen dienen kan van zijn rijken
en toch zoo vaak harteloos gebleken be-
zitter
Dat is de „Isla" van heden in het Schot
tegat!
Geen grooter bewijs vaq goedwillend
heid ligt er op het Curagao van onze da
gen, dan de onmiddellijke vaardigheid
beschikbaar te zijn voor een heel nieuwe
taak, nu Holland haastig 'n bergplaats
vraagt voor haar nieuwen goudstroom uit
Venezuela. Geen weifeling, geen onge
schiktheid, geen teleurstelling Cura-
Qao, het veel gesmade, niet geliefde, koel
bejegende was klaar zonder kik ver
gat alles om Holland te dienen, smeedde
zichzelf tot sluitstuk in de wereldbetee-
kenende aardolie-campagne en hief zich
op tot onze glorie van 'n Garaibisch
rif onder Holland's souvereiniteit, waar
over niets dan kwalijke meeningen liepen
en waarmede eigenlijk niemand goed
raad wist tot 'n wereldhaven, die voor
Amsterdam, Rotterdam noch Antwerpen
zwicht.
Want het hart van het huidige Curaqao
is het voormalige Schottegat. Waar nog
niet lang geleden moeras en wildernis,
klip en onbebouwd gebied gevonden werd
waar werd gezeild door den Etat-Major
van engens op de reede dwxxmende oor
logsbodems op instructie-reis, waar ver
der nooit iemand kwam voor eenig betee-
kenisvol doel, daar is heden in wording
een brok leven met verstrekkende per
spectieven, waarover In de omgeving zelf
van de Caraibische zee maar niet min-
der in Amerika en Engeland druk gere
deneerd wordt. De naam, die eigenlijk
aan het eiland in haar geheel toekomt ls
nu geworden tot den voorloopig populai-
ren naam, waarmede men het feit van de
Schottegat-metamorphose karakteriseert,
maar die aanstonds wordt tot het macht
woord waarmede honderden te maken
zullen krijgen en waarnaar honderden
zullen luisteren.De naam, die binnen
kort een begrip zal wezen, waarmede de
wereldhandel terdege rekening gaat hou
den: De Isla.
Zoo is de laatste geste van het eiland.
En een zekere beschaadmheid zij ons ge
past.
g<5S>e56x3Bx35><'
Wanneer'k eens naar West-Inje ging
Vnn 't oud bestaantje zat.
Wellicht dat 'k na 'n korte poos
Het leven noast den nikker koon
En pienda 's met hem at
(Vrij naar Ten Kate).
ÏC90<jfi)(3@Q6)(S0<3g)(35)(agX3g)Qg)<ggxsc><a6X$J^
Caraiben-meiajes. Afstammelingen van de oer-bewoners van West-I*di4.