HELDERSCHE COURANT VIERDE EN LAATSTE BLAD STADSNIEUWS. De ter-aarde-bestelling van den heer C. DE BOER VAN ZATERDAG 26 OCTOBER 1929. Groote belangstelling. Vrijdagmiddag hebben wij allen, per soneel van drukkerij, zetterij, kantoor en redactie, onzen geachten directeur ter aarde besteld. Het was een treilend oogen- blik, toen de kist in de gemetselde groeve werd neergelaten; een oogenblik, waarbij allen diep onder den indruk kwamen. Groot was de belangstelling voor deze begralenis, grooter dan men bij mogelijk heid had kunnen verwachten. En die be langstelling beperkte zich niet tot onze stad: ook van elders waren velen gekomen den heer De Boer de laatste eer te bewij zen, zakenvrienden, persoonlijke relaties, goede vrienden. Tegen hall een het uur waarop de stoet het sterfhuis verliet schaarde zich het gansche drukkerijpersoneel achter den lflkwagen. Nadat zij bij het uitdragen van het stollelijk overschot Iront gemaakt had den voor den ingang der woning, schaar den zij zich naar anciënniteit achter de baar. De vier oudsten van dat personeel lungeerden als slippendragers. Daarachter volgden de rijtuigen met lamilieleden en genoodigden, welke een lange stoet vorm den, die een groot deel van de Koning straat in beslag nam. Enorm was de be langstelling langs den weg. Over de ge- heele lengte stonden de menschen ter weerszijden daarvan geschaard. Ook op het kerkhof was de belangstel ling groot. Onder de daar aanwezigen noe men wij den Burgemeester, kapt.-lult. ter zee H. van Nie als vertegenwoordiger van Z. E.-den Vice-Admlraal, commandant der Marine, de heeren kapt. ter zee H. J. Hart kamp, luit. ter zee le kl. J. J. O. O. Bennik en luit. ter zee le kl. J. G. v. d. Berg voor de Marine-Vereendging en redactie Mari neblad, luit. ter zee le kl. A. O. WSkerlin en officier M.SjD. 2e kl. A. J. Mets voor de Alg. Ver. v. Marine-officieren, oud-bur- gem. Houwing, als vriend van den overle dene uit Den Haag overgekomen, het Ka merlid, de heer Van de Bilt, eveneens een vriend van den heer De Boer, den oud zeeofficier Haverkamp, thans directeur van de Zeevaartschool Nieuwe Vaart te Amsterdam, vele zakenvrienden, de heeren Botje, Verstegen, D. H. Grunwald, Nies- sink als vertegenwoordiger van Weesin richting en Armenraad en vele anderen. Voorts merkten wij nog op de plaatse lijke collega's, een deputatie van den Kon. Ned. Bond van Oud-Onderofficieren, van welk lichaam de heer De Boer lange jaren donateur was geweest, en andere deputa ties, en verder nog een groot aantal be langstellenden, die wij onmogelijk allen kunnen noemen. Rede van burgemeester Drtessen. Als eerste spreker trad aan de geopende groeve, de Burgemeester, de heer Dries- sen, naar voren. Wanneer wjj hier op dit oogenblik aan de nog geopende groeve van den heer De Boer staan, aldus spr., zij het mij vergund als waarnemend voorzitter van den raad van commissarissen der N.V. „Zeebad Huisduinen" een enkel woord te spreken. Van de oprichting af 17 Februari 1921 heeft de heer De Boer zitting in Jjet college gehad en was sedert dien te vens secretaris. De heer De Boer was niet iemand, die sterk op den voorgrond trad naar buiten, maar in het ooilege zelf was hij een stille werker; geen arbeid was hem te veel, geen moeiten waren hem te groot. Gastvrij ver gaderden wij in zijn huis. Voor alles wat hij voor het Zeebad deed, past een woord van hartgrondigen dank. Tenslotte een persoonlijke verklaring als burgemeester dezer gemeente, eene ver klaring, die ik op prijs stel hier in het openbaar af te leggen: met U, mijnheer De Boer, is een goed burger, een warm voe lend ingezetene heengegaan, Iemand waar aan de gemeente ontegenzeggelijk veel te danken heeft. Rust in vrede 1 "Waardeering van de Marine. Hierna was het woord aan den vertegen woordiger van Z. Exc. den Commandant der Marine, kapt.-luit. ter zee H. van Nie: Bij de vele waardeerende woorden, die ongetwijfeld nog gesproken zullen worden, wil ik uiting geven aan de goede versland houding, die steeds tusschen onze Marine en den heer De Boer heeft bestaan. Als uitgever van verschillende boekwerken op maritiem gebied, is de samenwerking tus schen hem en ons steeds aangenaam ge weest en ik hoop, dat door zijn heengaan geen verandering moge komen in de ver houding tusschen de Marine en de redactio van de Heldersche Courant. Hartelijke woorden van den heer Haverkamp. De volgende spreker, de heer Haver kamp, oud-zeeofficier en directeur van de Zeevaartschool Nieuwe Vaart, Amster dam, schetste de groote verdiensten van den heer De Boer ten opzichte van het tijdschrift 1>(De Zee". Als redacteur van ge noemd tijdschrift getuigt spr. van de groote medewerking van den heer De Boer, speciaal in het tijdvak 19171927 ondervonden. Na 1927 heeft de heer De Boer dit tijdschrift alleen gedrukt, en niet zooals vroeger uitgegeven. „Deze jaren", zegt spr., waren dikwijls zeer moeilijk, het bleek echter, dat U met het uitgeven van het tijdschrift niet in de eerste plaats het financieels belang be oogde, bij U stond het ldeëele op den voor grond. Toen het tijdschrift bijna niet meer kon bestaan, droeg U er de zorg voor, en het is aan U te danken, dat het tijdschrift tot den tegenwoordigen bloei is gekomen. Mochten in de zakelijke omstandigheden al veranderingen zi|n gekomen, de vriend schap is niet veranderd. Persoonlijk heb ik U heel veel jaren zeer goed gekend. Ik had groote bewonde ring voor Uw ruimen blik op de gebeur tenissen, voor Uw eerlijkheid, en het was mij steeds een groot genoegen, wanneer U mij kwam opzoeken, dat ik U kon toe voegen: „Zoo, meneer De Boer, bent U daar nog, hoe gaat het er mee?" Den laat- sten keer had U groote zorgen, dat ging mij door het hart. U zei toen nog: „die zor gen worden mijn dood". Helaas, mijnheer De Boer, U heeft niet lang meer geleefd, U is heengegaan, U een man, die loyaal, fair en eerlijk was, coulant en energiek en Uw heengaan zal een groote leegte achter laten bij degenen, die U na verwant zijn. Ik eindig met een woord van grooten dank voor alles wat U voor het tijdschrift „De Zee" hebt gedaan. Rust zacht, vriend De Boer!" Een vriendenwoord. De heer Ch. vandeBilt, een vriend van den overledene, verkreeg hierna het woord. „Toen eenigen tijd geleden, de arbeid van dezen man, wiens stoffelijk overschot hier nu aan den schoot der aarde wordt toevertrouwd, op middaghoogte was gekomen, heb ik gezegd, dat het hem niet te doen was om de padi, uit winstbejag te snijden, doch dat zijn vreugde er in lag de padi te snijden, die hij zelf had gezaaid. Ik heb hem gedurende dertig jaren gekend als een arbeider vol energie, een voorbeeld voor anderen. Op hem is het gezegde ten volle bewaarheid geworden. U familieleden, die hier staan aan het graf van dezen warmvoelenden man, gij kunt U troosten, dat hij is geweest een lichtend voorbeeld en dat hij in de ge dachten van allèn die hem kenden zal blij ven voortleven. Rust zacht, vriend De Boer! „Hf} was een der stillen; noch- thans was zijn Invloed groot". Als voorzitter van de Federatie der Werkgevers-organlsatiën in het Boekdruk- kersbedrijf sprak de heer Kort huis: „Het is ons een behoefte ln deze droeve omstandigheden om afscheid te nemen van een persoon, die uit onzen kring is weg gerukt, een der stille personen, die zich nooit op dien voorgrond plaatste, dooh op zijn stille wijze een invloed bij ons had als weinig anderen. Lange jaren is het, dat ik hem kende, waardoor uit den aard der zaak vriendschap ontstond. Velen in onzen kring zullen hem missen, hopenlijk zullen velen in zijn voorbeeld een spoorslag vin den om hem na te volgen. Spr. richt zich dan tot mevrouw De Boer: „Ook U, me vrouw, heb ik door hem leeren kennen, vergun mij, hoe weinig het ook moge zijn, een woord van troost tot U te mogen spre ken. Wat zou het zijn, dat ik zou kunnen zeggen, want hoe weinig baten woorden, die voorbij vlieten en die sporadisch een indruk achter laten. Namens het boekdruk- kersbedrijf in gansch Nederland, leg ik de getuigenis af, dat de heer De Boer niet tevergeefs voor ons heeft geleefd. Rust zacht." De laatste groet van het personeel. Als oudste van het kantoorpersoneel, sprak de heer Brouwer als volgt: Op mij, als oudste van het kantoorper soneel, rust de taak aan deze groeve na mens dat personeel een laatste woord te richten tot onzen overleden directeur, dien wij allen hoogachtten en eerden. In de Held. Courant van Dinsdag deed ik reeds uitkomen, hoezeer het de arbeid was, die zijn leven heeft gevuld, arbeid, die hij verrichtte, niet in de eerste plaats om de daaruit voortvloeiende winsten, maar om voert namens den Commandant der Marine, Vice-Admiraal Quant, het woord. dat deze arbeid voor hem was de alpha en de omega van zijn leven. Na wat ik daar neerschreef, kan ik hier kort zijn. Wat wij, die hem in dien arbeid bijston den, ieder op zijn wijze en naar de mate zijner krachten, in den heer De Boer eer den, was de vastheid zijner leiding, zijn nooit falend inzicht, zijn organiseerend talent, zijn betrouwbaarheid ten opzichte van een gegeven woord, zijn absolute eer lijkheid en loyaliteit. Het waren deze eigenschappen, die ook aan zijn onderge schikten moed, kracht, maar bovenal, liefde gaven om hun werk te kunnen ver richten. Zoo gaarne hadden wij hem eenige jaren van werkelijke rust gegund. Maar tegelijk wisten wjj, dat zijn natuur er niet naar was zich uit de zaak terug te trekken. Hij kön het niet: mèt het werk was hij opgegroeid, mèt het work is hij gesneefd. Het zal een zware taak zijn zijn voet sporen te drukken, en de beste wijze waar op wij zijn nagedachtenis kunnen eeren, is: zijn opvolger die kracht en dat inzicht toe te wenschen, die noodig zijn voor de verdere ontwikkeling van het bedrijf. Van de algeheele toewijding en de vol ledige werkkracht van het gansche perso neel kan de heer De Boot Jr. dan verze kerd zijn. Nog een vriendenwoord. Hierna sprak, diep ontroerd, een vriend van den overledene, de heer Dekker, directeur van de N.V. Grossierderjj v/h A. Klik. „Vriend De Boer, hier staan wij aan Uw graf, in ons oog welt een traan, ons oog is omfloerst. Het afscheid nemen voor altijd valt ons 'zwaar. Den laatsten tijd heb ik U veel gezien, en ik zag met weemoed, dat Uw oog steeds minder lichtend werd, dat Uw physieke toestand steeds achteruit ging. Maar ik wil terug denken aan Uw rijke leven. Wanneer wij door de Koning straat liepen, en wij keken naar binnen, dan zagen wij U bijna immer aan den arbeid, of in zakelijke conferenties gewik keld. Vriend De Boer, gij hebt heel veel voor Uw zaak gedaan, gij zijt een man van beteekenis geweest. Moge het zijn, dat de zaak op deze hoogte blijve bestaan Rust in vrede I" Personeel van drukkerij en zetterij. De oudste van het personeel, de heer O o p p e n s, legde een krans op het graf. „Met weemoed", aldus de heer Ooppens, „ontvingen wij Dinsdag de tijding, dut U waart heengegaan. Ruim 35 jaar heb ik bij U in Uw werk plaats gewerkt en in dien tijd heb ik U leeren kennen als een streng, doch recht-" vaardig man, die steeds een open oog had voor de nooden van zijn personeel. Wij werkten niet onder U, maar met Gij hebt de zaak opgevoerd tot wat zij thans is. Het is U niet vergund geweest, zooals wij gehoopt hadden, nog eenige jaren wel verdiende rust te genieten. De heer Valkenburg, sprak als voorzitter van de afdeeling Den Helder van den Algemeenen Nederlandschen Ty pografenbond. „Reeds spoediger dan wij verwacht had den, staan wij aan Uwe groeve", zoo zeide hij. „U was een patroon als weinig ande ren, niet alleen door Uw gaven, doch ook door Uw rechtvaardigheid. Het bleek steeds, dat de belangen van personeel den heer De Boer na aan het hart lagen. Het 25-jarig bestaan van de afd. Den Helder van den A.N.T.B. heeft hij spontaan mee gevierd en ons dien dag tot een onverge telijke gemaakt. Hoewel onze degens zich wel eens ge kruist hebben, toch hebt gij steeds onze rechten erkend en ik leg daarom dezen krans op Uw graf en breng U den groet over van alle leden van den A.N.T.B." Laatste groet van de geweste lijke collega's. Namens het district Deni Helder van de Federatie sprak de heer B o 8 k e r van Wieringen. Het is met weemoed in het hart, dat wij onzen geëerden voorzitter den laatsten groet moeten brengen. Te gauw is hij uit ons midden weggegaan. Hoeveel jaren heeft hij ons niet in zijn gastvrije woning ontvangen? Wij zagen tot hem op als een der grooten van ons vak. Moeilijk zal zijn Slaats zijn te vervullen en wij hebben den uren plicht, zegt spr., zijne herinnering te bewaren door in zijn voetspoor verder te gaan. Een diepe wonde is in den familiekring geslagen, hij was een zorgzaam huisvader, en moeilijk zal de wonde zijn te helen. Doch er komt kracht naar kruis. Me vrouw en kinderen, ik hoop, dat U die kracht zult ontvangen om dat kruis te dra gen. U, heer De Boer, zijt eefi hooger leven beschoren, rust zacht. De heer Levy Grunwald trad ver volgens naar voren en zeide het volgende: Een uitspraak van den wijzen koning Salomo luidt als volgt: Een goede naam is beter dan kostbare olie. Een andere wijs geer zegt: Een goede naam is een kroon, voornamer dan de kroon van het koning schap. Hier aan het graf, de laatste rustplaats van dezen eenvoudigen, grooten doode, voel ik de waarheid van deze uitspraak. Een koningskroon is stoffelijk, vergaat Een goede naam is geestelijk, blijft ten eeuwige dage, ook wanneer het graf zich boven den drager ervan gesloten heeft. Het is er mee als het korenzaadje, dat de landman in de aarde legt. Het zaadje in de zwarte aarde leeft, wordt grooter, sterker en rijper ln den warmen, lieven zonneschijn. Een doode hebben wij aan den schoot der aarde toevertrouwd. Zijn stoffelijk omhulsel wordt met donkere, zwarte aarde bedekt, evenals de landman het zaadje be dekte. Maar zijn goede naam kan niet met aarde bedekt worden, kan niet met slijk worden besmeurd. Velen zullen U missen, ook mij zal het droef te moede zijn,, Uw plaats op het kan toor ledig te zien. Rust zacht, stoere wer ker, voorbeeld voor velen! Groote waardeering: van de Ned. Chemi Vereeniglng. Tenslotte sprak namens de Chemische Vereniging, de redactie en den uitgever van het Chemisch Weekblad en het Re- cueil des Travaux Chimiques des Pays-Bas de heer ir. Slingervoet Ra mondt. „Het zij mij vergund de groote waardee ring uit te spreken, voor alles wat de heer De Boer gedaan heeft. Het is maar hoogst zelden geweest, dat iemand van de Chemi sche Vereenlging zijn tijdschrift niet tijdig heeft ontvangen. Een ieder, die Iets te ma ken heeft gehad met het uitgeven van bla den, zal weten hoe moeilijk dit is. Vanaf het begin, heeft de heer De Boer zijn beste krachten aan onze uitgaven ge geven en het was ons een genoegen hem bij ons jubileum in ons midden te zien. Spr. eindigt met een woord van warme waardeering voor den arbeid van den heer De Boer. De zoon van den overledene dankte voor de betoonde belangstelling. Een eohat van bloemen dekte de baar. Een overzloht van den stoet In de Koningstraat. Op de Algemeene Begraafplaats te Hulsduinen. Overste H. van Nie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 13