KANNEWASSER
Konps Haagsche Smeerworst
NIEUWSBLAD VOOR DEN KrLDER, KOEGRAS,
TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
«EI HUISJE IK HET M
IS ALTIJD GOEDKOOPER
13
Nederlanilsche Middenstandsbank
Eerste Blad.
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
BUITENLAND.
Nr. 6729
DONDERDAG 14 NOVENJBER 1929
67ste JAARGANG
Licht op
voor alle voertuigen 1
„Met meerderheid van stemmen".
FE UILLETON
ta»
VRAAGT SPOOR/HOSTERD
Ben doode kat en een blik gemengde
biscuits.
SPOORSTRAAT
TELEFOON 339
Wapenstilstandsdag in Engeland.
Voorvallen te Londen en elders.
KONINGSTRAAT 108a
Spaarbank Bewaarkluls
HELDERSCHE (COURANT
1'2S> x.35. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur! P. C. DE BOER.
Vitgave N.V. Drukkerij v/h G. DE BOER JR.
Bureau: Koningstraat 09 Telefoon: 50 en 410
Poat-Oirorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 et p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte al* redaction.
tekat) dubbel tarief. Kleine adivert. (gevraagd, te koop, te buurjy. It/m 8
regels 40 et., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adree: Bureau
v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ot.
Donderdag 14 Hor4.40 uur.
Vrijdag IS 4.89
(Eed* Prol Dr. L H. Goste*)
besproken door
W. R DROST,
Buigeweeister-secretaria ra» KwedQk,
Middelie en Warde®.
De ontwikkeling van het meerderheids-
beginsel bij gemeenschapp olijke besluit
vorming, is hot onderwerp, waarover de
studio van professor Dr. L H. Gosses zich
hoeft uitgestrekt in een rede, gehouden
bS de overdracht van het rectoraat der
rijksuniversiteit te Groningen op lfl Sep
tember 1929.
De Hooggeleerde spreker gaat na, hoe
aan de beslissing met meerderheid van
stemmen voorafgaat de besluitvorming
bij acclamatie, die uitdrukt schijnbare of
werkelijke eenstemmigheid om te eindi
gen met deze uitspraak: in de onbereik
bare toekomst ligt het rijk der onvol
maakte eenstemmigheid. Voor ons, die
verder moeten in het rijk der onvolkomen
eenstemmigheid en niet kunnen stilstaan,
is er maar één gebod: „ora et labora",
hetwelk, vrij vertaald, luidt: „vertrouw en
blijf handelen".
Na déze in enkele woorden sterk sa
mengeperste ontwikkelingsgang van he
den, verleden en toekomst van bet onder
de historische loupe genomen meerder
heidsbeginsel, wil ik des Hoogleeraars
rede, die in brochurevorm in druk ia
verschenen bij J. B. Wolters' uitgevers
maatschappij, Groningen—dén Haag
(prijs 0.75) nader beschouwen, echter
niet in dezen zin, dat voetje voor voetje
door de materie worde heengestapt, maar
aóó, dat hier en daar een voetstap wordt
gezet „die beklijft" (oudejaarsavondlied!)
en elders een sprongetje wordt gemaakt
als met de polsstok, niet omdat het gebied,
dat overgesprongen wordt, niet van veel
belang is, maar omdat het wetenschappe
lijk water is, dat onze leekendéur voorbij
stroomt, omdat het opmerkingen bevat, die
door de niet-historici, waartoe 100 mij
ner lezers en ook ik zelf, behooren, niet
zonder nadere verklaring kunnen worden
v€rw erkt
„Ieder onzer", aldus vangt prof. Gosses
op blz, 3 der brochure zijn redé aan, „her
innert zich wel de vergadering, waarin
de stemmen vóór of tegen een candidaat,
vóór of tegen een voorstel een tijd lang
gelijkelijk oploopen; de spanning," wan
neer tenslotte nog maar weinige, soms
slechts één enkele stem den doorslag zal
Sjren; daarna, als de beslissing gevallen
het breken der beklemming, soms ook
het opspatten der verontwaardiging van
hen, die in de minderheid gebleven zijn.
Verontwaardiging over motieven of han
delwijze der meerderheid, doch nooit twij
fel daaraan, of bet geschil voor deze ver
gadering nu wel beslecht is,"
Wie geregeld talrijke vergaderingen
bezoekt, waarvan sommigen van het
hoogste belang voor geestelijks of maat-
schappelijke ontwikkeling der vergader
mjam mts*.
84)
Bij hét opbergen, van Oassidy*t portret
wa« een andere beeltenis op den grond
gevallen, dat van den beruobten effecten
en bankbüjettenvervaLscher, Hector had
In deze spannende situatie er nauwelijks
aandacht aan geschonken. Hij bukte zich
snel 'om het op te napen maar Mapleton
was hem voor,
Terwijl hii bet portret aan Hector over
reikte, hield hij. het lang genoeg in zijn
hand om er een blik op te werpen. Een
oogenblik keek hij naar Heotor, alsof hij
zich iets trachtte te herinneren. Toen, met
een van zdjn onaangename grijnslachjes
ael hij: nog een van uw vermiste
vrienden veronderstel ik, mijnheer Yeld-
ham? Of misschien een collega? Het spijt
me maar ik ben gewend vroeg naar bed
te gaan. Wel te rusten dus mijnheer
den en voor een nog veel ruimer kring
van absenten, ondergaat ten volle de ge
waarwording, die de Hoogleeraar schetst,
en het is ook daarom, dat ik meen deze
rede te mogen brengen onder de oogen
en aanbeveel in de aandacht van tal
loos velen, die waarschijnlijk van de bro
chure geen kennis bekomen en die niet
het voorrecht hebben gehad tot des pro
fessors auditorium op 19 September 1929
te behooren.
Men realiseert zich niet, dat „men niet
altijd tegenover de meerderheid der stem
men de volgzaamheid heeft betracht,
welke tegenwoordig beschouwd wordt als
de plicht van een maatschappelijk wel
opgevoed persoon". Wij in déze eeuw,
zijn zoo met de heerschappij der meerder
heid samengegroeid, dat elke andere
wijze van besluitvorming ons vreemd zou
aandoen. Immers van de hoogste staats
wet af tot het reglement der junioren-
voetbalclub toe, houden.de bepalingen in,
dat alle besluiten door volstrekte meer
derheid der stemmende leden worden op
gemaakt.
„Langen tijd," lezen we verder op pag.
8, „was zelfs het besluiten bij meerder
heid op de bij ons gebruikelijke wijze niet
eens mogelijk. Daarvoor is noodig, dat
men het tot een zekere vergadertechniek
heeft gebracht en zich een zekere verga-
deringsdiscipline heeft eigen gemaakt;
moet men gewend zijn aan de leiding van
een praesidium, dat de besprekingen leidt
tot een met ja of neen te beantwoorden
voorstel; behooren de stemmen op zoo
danige wijze te worden uitgebracht, dat
de uitkomst zich weerspiegelt in onbe
twistbare getallen. Tot ih den nieuwsfèn
tijd hebben telkens weer groepen van de
bevolking, toen ze voor het eerst actief
aan het openbare leven begonnen deel te
nemen, dit moeten leeren."
Te zelfder plaatse vindt men als voor
beeld, hoe men in vroeger tijden bij ac
clamatie tot een beslissing kwam omtrent
de verkiezing van een aartsbisschop van
Narbonne in 855, waarover we lezen:
„Twee bisschoppen treden de cathe-
draalkerk binnen, die geheel gevuld is
met geestelijken en leeken. Bij zich heb
ben zij de stukken, welke machtigen om
tot de verkiezing over te gaan. Eén hun
ner bestijgt den kansel en houdt een toe
spraak tot de menigte, waarin hij uiteen
zet, dat volgens canoniek voorschrift
slechts degene, dien de geestelijkheid
verkoren en het volk gewenscht heeft,
bisschop mag worden en allen aanspoort
in gemeen overleg met luider stem iemand
te noemen, die door godsvrucht en aan
zien het ambt waardig is. Een luid' geroep
van geestelijken en leeken is het ant
woord; alleen noemen onder allerlei lof
prijzingen den naam van den aartspries
ter Theotardus. Daarop verzoekt de bis
schop ieder, die bedenkingen mocht heb
ben tegen den voorgedragene, op te
staan en zich uit te spreken» Een nieuw
geschreeuw barst los, uitdagend tegen
over hen, die iets kwaads van den vro
men Theotardus zouden durven zeggen.
Niemand maakt dan ook bezwaar. Een
dankgebéd der beide bisschoppen, tevre
denheidsbetuigingen van het volk volgen
en ten slotte wordt op een groot perka
ment, behalve door de bisschoppen, door
de overige geestelijke personen, bijna
honderd in getal, en waarschijnlijk ook
door eenige voorname leeken het proces
verbaal dér stemming onderteekend."
Tweeërlei oorzaak is aan te voeren voor
deze wijze van besluitvorming, naar des
Hoogleeraars oordeel: „een zeker© onbe
holpenheid" en voorts de overtuiging, die
lang heeft bestaan, ,dat eigenlijk slechts
een door allen goed gebeeten besluit
rechtmatig was".
Aan den eisch der eenstemmigheid
werd soms „slechts door uiterlijkheden
voldaan". Tegen het midden der dertien
de eeuw was het bij bisschopsverkiezin
gen „een algemeen gebruik, dat na afloop
van de beslissende stemming zij, wier
candidaat in de meerderheid gebleven is,
achterna nog hun stemmen overdragen
op den man van de tegenpartij, dat men
dus zoo de verkiezing ten slotte nog in
eenstemmigheid laat eindigen."
„In de gewone praktijk der rechtspraak
was in bet midden der 13e eeuw stem
ming bij' meerderheid reeds ingevoerd.
Doch met één voorbehoud: de minder
heid moest de meerderheid „volgen". In
dit „volgen" zag men niet een passief
laten begaan, een desnoods schouderop
halend zich schikken; ondersteld werd,
dat de minderheid, als 'zé bleef zwijgen,
de meening der meerderheid inderdaad
tot de hare maakte. Logenstrafte zij die
onderstelling en verzette zij zich, dan kon
er geen vonnis tot stand komen.
Op tweeërlei terrein handhaafde zich de
eisch der eenstemmigheid: le. in primi
tief georganiseerde verbanden. „In
Frankrijk werden de koningen, zoo lang
het kiesrecht nog niet geheel door het
erfrecht verdrongen was, gekozen met
algemeen e stemmen en in Duitschland
hebben de koning-kiezers eigenlijk tot
het einde der 18e eeuw alleen maar staat
kunnen maken op erkenning door die
van de tot kiezen gerechtigde rijksgroo-
ten, welke aan hen hunne keurstem had
den gegeven." 2e. In de oude boerenge-
meente. „Beschreven reglementen en be
sluiten zijn hier uit een tijd, bewijzen
dikwijls op zichzelf al, dat zij in haar tra
ditioneels afgeslotenheid niet meer kon
volharden. Maar wanneer men bijv. in
een markeboeik van de marke Angeren
in het Zutfensche ini het jaar 1615
eern besluit vindt „dat alles, so bij
d'selve (m.arkegenootfen) tot 't feemeine
beste wordt go etgevonden, sulx mit stem
men ommegaende sal altiid by die meeste
stemme bestaen ende geaocordiirt siin,
Hector, terwijl hij zich in zijn stoel' liet
vallen om over zijn mislukten aanval na
te denken. Tenzij1 er hoopvoller nieuws
uit Londen kwam, zag hij de toekomst
donker in. De tijd verliep! Nog maar twee
dagen voordat Lord Purbeck óf dat
Yeldham. Ik hoop u den volgenden keer
bi een vriendelijker stemming aan te
treffen.
Zonde» een woord verder verliet Heo
tor de kamer.
De schurk keek zonder een spier te
vertrekken naar Caasldy's foto, maar als
bij niet d» «feprser la, is hij tien tegen een
tdek d# meovdemaar vaa Oaasldr, daaU
groote bedrag zou moeten betalen, óf zijn
excentrieke proefneming zien mislukken.
In het laatste geval, als de schrijver van
den anoniemen brief werkelijk ruchtbaar
heid aan de zaak zou geven, zou de Lynx
achter bet net vissohen.Toen hij hieraan
dacht, scheen zich een kleine duivel te
vormen uit de opstijgende blauwe rook
van zijn pijp en hem in het oor te blazen
zijn belofte te verbreken en de onthulling
van den afperser vöór te zijn door een
volledig relaas in de Courant van den
volgenden dag te schrijven. Maar een an
der beeld, het pittige gezicht van Madge
St. Aidhelm, deed dat van den verleider
verdwijnen in den rook, waaruit het zich
gevormd had.
Als Hector op dat oogenblik Mapleton
had kunnen zien zou dit hem iets geleerd
hebben; ook dat hij' voorzichtiger moest
zijn! De fossielenzoeker had namelijk een
heele poos voor zich uit staan staren ter
wijl het koude zweet hem op het voor
hoofd kwam.
Een beroerde geschiedenis, mom
pelde hij. Hij of ik moet uit den weg.
Er is op deze wereld geen plaats voor
allebei en ik ben niet van plan degene te
zijn, die plaats maakt.
Uit zijn vestzak haalde hij een apothe
kers-doosje, deed' het deksel eraf en be
keek nauwkeurig den inhoud: een grijs
achtig poeder, dat «wak glinsterde im het
licht van de lamp.
HOOFDSTUK XXIX
De morgen bracht ln dit geval geen
raad. Integendeel, de brieven die Heotor
op zijn ontbijttafel vond, stelden alleen
maar vast, wat de telegrammen al met wat
minder details hadden meegedeeld: dat er
ln Londen geen spoor van Bessie gevon
den was.
Martha Calloway kwam binnen met zijn
ham en eieren, en het ging hem aan het
hart dat hij! ontkennend het hoofd moest
schudden op haar smeekenden blik. Hij
had haar verteld, dat hij de hulp had! in
geroepen van zijn courant en ze had den
naam daarvan op een van de enveloppen
gezien. Maar je mag de hoop niet op
geven, Martha, zei hij. Onze, mannen
werken zoo hard ze kunnen en straks zal
alsof die erffgenamen (d.a. markegenoo-
ten) gelickelick te saemen eens gestem-
met hadden", dan mag men wel aanne
men, dat hier pas in dat jaar de beslis
sing bij gemeen goedvinden voor het
meerderheidsbesluit plaats heeft ge
maakt."
Hetzelfde deed eich voor ln de middel-
eeuwsche stad.
Hoewel in die middeleeuwen het begin
sel van eenstemmigheid werd beschouwd
als te behooren tot een .achterlijke orga
nisatie", toch „beheerschte de meerder
heid de wereld nog niet."
Het is een voldoening voor dien recht-
geaarden patriot op blz. 10 te lezen:
„Toch is het juist een Nederlander ge
weest, Hugo de Groot, die in de nieuwere
staatsrechterlijke literatuur misschien het
meeste gezag gegeven heeft aan de op
vatting, dat in een vereeniging van per
sonen tot een volk, of van volkeren tot
een bond), de meerderheid allen kan ver
binden; dat de meerderheid het recht be
zit van het geheel."
Van dit beginsel is in eigen vaderland
onder de republiek der vereenigde Neder
landen wel heel weinig terecht gekomen.
De Staten Generaal konden slechts be
sluiten nemen met algemeene stemmen.
De redenen welke de ontwikkeling tegen
hielden van beslissingen biji meerderheid
van stemmen, zal ik in dit kort bestek
laten rusten.
„Eerst gedurende de 19e eeuw heeft
het meerderheidsbeginsel zich binnen de
meeste cultuurlanden in het staatsleven
kunnen ontplooien". De voornaamste oor
zaak ligt wel hierin: „De meerderheid
der kiezers kan hare vertegenwoordigers,
hetzij als leden van een parlement, hetzij
als dragers van de uitvoerende macht
niet bestendig vasthouden."
Bij een onderzoek naar den grond rijst
deze niet-historisohe vraag naar boven:
waarop berust eigenlijk het recht der
meerderheid? Tegenwoordig wordit dat
recht „zonder nadere overweging er
kend". Wij lezen daaromtrent op pag. 17:
„De geschiedenis registreert een aantal
antwoorden. Daaronder zijn er simplisti
sche als deze, dat dooreengenomen twee
meer weten dian één, óf dat het beter is
twee te bevredigen dan één; men heeft er
bij, die in een langen omslag een rede
neering vereischen, waarbij prof. Gosses
aantcekent: „alle antwoord9a laten, laten
althans mij, den twijfel, of het recht der
meerderheid wel in ethischen zin 'n recht
is", maar vervolgt de Hooggeleerde rede
naar: „er is niet anders: als er gehandeld
moet worden en de overtuigingsmiddelen
zijn uitgeput, dan blijft er niets over dan
beslissing door één, door weinigen of
door de meerderheid", om dan te eindi
gen zooals in den aanhef dezes reeds
werdi vermeld: „in de onbereikbare toe
komst ligt het rijk der volmaakte een
stemmigheid. Voor ons, die verder moeten
in het rijk der onvolkomen eenstemmig
heid; en niet kunnen stilstaan, is er
maar één gebod: „ora et labora", het
welk, vrij vertaald, luidt: „vertrouw en
blijf handelen".
Mij' dunkt de lezer» zullen niet gedacht
hebben dat die voor ons zoo algemeen gel
dende wijze waarop in het hedendaagsche
.staatsleven en in het particuliere vereni
gingsleven tot besluitvorming wordt ge
komen een dergelijk© moeilijke ontwikke
ling heeft gehad. En daarom heb ik ge
meend enkele grepen uit die aan deze, met
bronnenvermelding gedocumenteerde,
rede, waarvan kennisneming zeer is aan
te bevelen, te mogen brengen onder de
aandacht van hen, uit wier mond in vele
gevallen zal worden gehoord: „Met meer
derheid van stemmen is besloten.Ook
worden deze regelen aangeboden ter lezing
aan hen „die zich steeds bij het onveran
derbare meerderheidsvotum" hebben neer
gelegd, in de overtuiging, dat zulks goed
was en recht. Beide groepen zullen niet
hebben gedacht aan den velen strijd die er
gestreden moet zijn en het velé „kruijs en
leed" dat er geleden moet zijn, om met den
zeventienden eeuwschen dichter Dirk Ra-
faels Oamphuijsen te spreken, alvorens het
meerderheidsprincipe die plaats heeft in
genomen in onze samenleving, die het
thans inneemt.
Intusschen 1» een nadere beschouwing
van den grond der dingen ook in dit op
zicht voor vergaderingsmenschen als wij
zijn van belang»
Ik hoop, dat „met meerderheid van
stemmen" deze conclusie moge worden
onderschreven.
ENGELAND.
De „Evening Standard" geeft als elk
jaar een reeks voorvallen bij de herden
king van den wapenstilstand. Er wordt
maar één geval bij vermeld van iemand,
die op Trafalgar Square tijdens de stilte
van twee minuten zijn hoed ophield en
een sigaret stond te rookeu. In vroeger
jaren kreeg zoo iemand het te kwaad met
de menigte. Ditoaal werd het geval ge
negeerd.
In Hammersmith Broadway stonden
stakers van de Londensche autobussen
met klaprozen op hun uniform in de hou
ding,
In een gevangenis te Liverpool droe
gen de gevangenen Vlaamsohe klaprozen
Hun door een onbekende geschonken.
Bij de werkzaamheden voor de tunnel
onder de Mersey leidde een geestelijke
een korten dienst.
De roode vlag, die nu al tien jaar op
het stadhuis van Rothermere waait, was
's nachts verdwenen en vervangen door
een kleine Union Jack, die er nog wap
perde tijdens de stilte.
In den optocht te East Ham naar het
oorlogs-gedemkteeken liep een hond mee,
die een krans droeg met het opschrift:
„Aan mijn viervoetige kameraden, die
ik op mijn motorfiets al de Stations voor
nden afrijden voor het geval
den trein is gegaan en eerder is uitge-
Londen afrijden voor het
ze met
stapt.
U is meer dan goed, mijnheer Heo
tor, antwoordde de bedroefde moeder ter
wijl ze haar schort tegen haar oogen druk
te. Maar ze bed,wong haar tranen hij het
geluid van een stap in de gang en een
oogenblik later zagen ze Mapleton dert
voortuin doorgaan naar de vallei Hij had
een keurig zwart pak aan en droeg een
gele tasch.
Hij gaat naar Londen vandaag, ver
klaarde Martha. Hij ontbeet vroeg om
nog den trein van 10.5 in Oorfe te kunnen
halen. Onverwachte zaken aohijnt hst,
maar hij komt vanavond te*ug.
Ik dacht dat hij altijd de auto nam
als hij naar het station ging, zei Hector.
Maar misschien is het plan zoo plotse
ling opgekomen, dat er geen tijd was om
de auto te bestellen.
Dat kan wel, antwoordde Juffrouw
Calloway. Hij. kwam in de keuken zoo
dra ik beneden was en vroeg of hij. dade
lijk zijn ontbijt kon krijgen. Hij was heel
aardig en verontschuldigde zich dat hij
me moest lastig vallen. O, hier is Bob om
zijn melk, u heeft hem ook al verwend,
mijnheer Hector, net als ons allemaal.
Bob was een groote kater, met een
irachtlg zwart vel en aanhalige manieren.
had vanaf den eersten dag vrlendi-
schap gesloten met Hector. Hij nestelde
zich gaarne op de kussens van de stoelen
en was vooral een trouwe comparant bij
de maaltijden. Nadat Martha was wegge
gaan, .streek de kat zijn glanzend lijf tegen
Hectors heenen, in afwachting van de
schotel melk dien hij lederen morgen
kreeg. Maar Hector was te diep in ge
dachten om op den kater te letten en toen
het Bob te lang duurde, hief hij een jam
merlijk gemiauw aan. Hector vulde een
sohotel met melk, zette dezen op den
grond en begon aan zijn ontbijt.
Het plotselinge vertrek van Mapleton
hield zijn geest bezig, en toen hij een paar
happen gegeten had, legde hij mes en vork
neer en staarde afgetrokken naar buiten.
Mapleton had zijn vertrek naar Londen
aan Martha medegedeeld, nog voor de
ochtendpost er was geweest! Was hij1, niet
tegenstaande zijn onbeschaamde houding,
toch bang geworden? Was hij naar Lon
den om Bessie te ontmoeten? Als dat in
derdaad 100 was, was het meisje soo goed
KANTOOR OEN HELDER
als gevonden. Binnen een uur zou op de
Lynx een telegram zijn met het verzoek
Mapleton te laten „schaduwen" van het
oogenblik af dat hij uit den trein stapte.
Bob werd verwaarloosd dien morgen!
Maar het groote dier genoot van de melk
en droeg de verwaarloozing met gelaten
heid, totdat een langgerekt, smartelijk
miauwen opeens Hector's aandacht trok.
Het dier lag op den rug, de pooten in de
lucht. Een kreet van woede onderdruk
kend, want bliksemsnel drong het tot hem
door wat dit te beteekenen had, bukte Heo
tor zich over het jammerende dier, maar
plotseling rolde Bob op een zijde en was
dood! Hij bad' slechts de halve schotel
melk leeggedronken en angstig keek
Hector naar zijn kop thee, waarin hij van
dezelfde melk had gedaan. In zijn ver
strooidheid had hij gelukkig vergeten er
van te drinken. Hij twijfelde geen mo
ment of Mapleton, als reaotie op hun ge
sprek van den vorlgen avond, had vergif
in de melk gedaan. Daarvoor had hij ge
legenheid genoeg gehad daar op de thee
pot en de gebakken eieren na, bet ontbijt
altijd gereed stond voor zij beneden kwa
men. Waarschijnlijk had Mapleton het
vergif in de melk gedaan terwijl Martha
bezig was de eieren te bakken. Deze
poging tot moord was natuurlijk ook een
reden voor zijn haastig vertrek naar Lon
den. Het was beter een eindje uit de buurt'
te zijn als het vergif zijn werk deedl De
kans dat er vermoedens zouden rijzen
tegen iemand die mijlen ver weg was, wat
minder groot dan dat hij voraacht aou
worden als hij bleef.